eoeo Marathon Verdient Rusland op EEG-boter LOUW/KWARTET WOENSDAG 2 MEI 1973 BIN?vENLAND/KUNST T9/DRL9 MINISTERSPLOEG KLAAR VOOR START DRS. J. M. DEN UYL, (53), mi nister-president, werd 9 augus tus 1919 in een Hilversums ge reformeerd gezin geboren. Be- xocht het christelijk lyceum, studeerde economie aan de uni versiteit van Amsterdam. In '41 publiceerde hij een illegaal ge schrift, dat door meerdere ge volgd werd. Intussen was hij gegrepen door het socialisme. Na de oorlog werkte hij even bij Het Parool, sinds najaar '45 bij Vrij Nederland. In '49 werd hij directeur van de Wiardi Beckmanstichting. in '53 voor de PvdA lid van de Amsterdam se raad, in '62 wethouder van publieke en economische zaken. Tijdens zijn raadslidmaatschap was hij tevens Tweede Kamer lid. Toen hij wethouder werd verdween hij uit de Kamer. In zijn 'Amsterdamse tijd' haalde hij bedrijven als Mobil Oil en IBM naar Amsterdam. Ook won hij de 'slag' om de IJtunnel en de Bijlmermeer. In het kabinet- Cals dat in de nacht van Schmelzer (najaar '66) ten val gebracht werd was hij minister van economische zaken, daarna werd hij weer kamerlid. De laatste jaren gaf hij leiding aan het oppositieblok van PvdA. D'66 en PPR. PROF. MR. A. A. M. VAN AGT, (42), KVP, vice-minister-presi dent en minister van justitie in het kabinet-Den Uyl werd op 2 februari '31 in Geldrop geboren. Hij studeerde rechten aan de universiteit van Nijmegen, waar hij in 1955 cum laude doctoraal deed. Was twee jaar advocaat in Eindhoven, werkte vijf jaar bij het ministerie van landbouw. In 1963 ging hij naar het ministe rie van justitie, in 1968 werd hij wetenschappelijk medewerker bij de juridische faculteit van Nijmegen en per 1 oktober van datzelfde jaar hoogleraar (straf recht en strafrechtproces). In 1971 werd hij minister van jus titie; hij had toen geen 'politiek verleden' (hij was geen gemeen teraadslid, kamerlid of iets der gelijks geweest). Van Agt voel de zich eigenlijk meer thuis in de wetenschappelijke en univer sitaire wereld, maar hijbe schouwde zijn ministerschap als een 'offer dat ten gunste van de democratie gebracht moest worden'. Zijn opzienbarende uitspraken dat de 'Drie Van Breda' vrijge laten moesten worden, leidden na stormachtige discussies niet tot voorstellen daartoe. PROF. DR. W. F. DE GAAY FORTMAN (61) AR, minister van binnenlandse zaken, boven dien belast met zaken aangaan de 'de West', is op 8 mei 1911 in Amsterdam geboren. Hij be zocht het gymnasium in Dor drecht en het gereformeerd gymnasium in Amsterdam. Hij studeerde rechten aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, deed in 1932 doctoraal examen, promoveerde in 1936, was van 1934 tot 1938 werkzaam op het landbouwcrisisbureau van het departement van economische zaken, van 1938 tot 1947 bij het departement van sociale zaken. Hij is sedert 30 mei 1947 hoog leraar in het burgerlijk recht, handelsrecht en arbeidsrecht aan de Vrije Universiteit. Ver der is hij kamerheer in buiten gewone dienst van de koningin en lid van de staatscommissie voor de burgerlijke wetgeving en was hij rector magnificus van de Vrije Universiteit en lid van de Europese commis sie van de rechten van de mens. Hij is de vader van Bas de Gaav Fortman, fractieleider van de PPR. Tot nu toe was de Gaay Fortman lid van de eerste Kamer. Evenals drs. Boersma verklaarde professor De Gaay Fortman zich al in het beginsta dium van de formatie bereid zitting te nemen in een progres- sief-confessioneel kabinet. F. H. P. TRIP (51), PPR, mi nister zonder portefeuille, be last met wetenschapszaken, werd op 10 oktober 1921 in Amersfoort geboren. Hij volgde de HBS in amsterdam en later een opleiding tot officier bij de bereden artillerie. Deze studie werd onderbroken door de kor te oorlog in mei 1940. Tijdens de oorlog was hij werkzaam in het bedrijfsleven. In 1946 werd hij als officier van de leger- voorlichtingsdienst uitgezonden naar Indonesië. Hij bleef hier tot eind 1949. In 1951 deed hij kandidaatsexamen in de politie ke en sociale wetenschappen aan de universiteit van Amster dam. Daarna werkte hij bij het reuk- en smaakstoffenbedrijf Polak en Schwarz in Zaandam waar hij van werkstudent via allerlei promoties directie-secre taris werd. Na een fusie van dit bedrijf werd hij president-direc teur van de Nederlandse vesti ging en later voorzitter van de raad van bestuur van alle Euro pese vestigingen. In 1972 nam hij ontslag bij dit bedrijf om een 'publieke functie' te gaan uitoefenen. Hij werd benoemd tot voorzitter van het college van bestuur van de Utrechtse rijksuniversiteit De heer Trip, die rooms-katholiek is, heeft nog niet eerder een politieke functie bekleed. Wel is hij voorzitter van een ziekenhuis in Laren en van de stichting Be- drijfsapostolaat Nederland. Mr. T. BROUWER, KVP (56 jr.), minister van landbouw en vis serij, deed op 20 maart 1959 zijn intrede in de Tweede Kamer. Hij is de landbouwspecialist van de KVP-fractie. Hij werd gebo ren in het Gelderse Rheden als telg van een boerenfamilie en specialiseerde zich nadat hij het diploma hbs-b had behaald in de gemeente-administratie. Hij be haalde de akte staatsinrichting MO, deed staatsexamen B en stu deerde rechten in Nijmegen. Na alle rangen in dienst van de ge meente Huissen te hebben door lopen, werd hij daar waarne mend gemeentesecretaris. In 1951 volgde zijn benoeming tot algemeen secretaris van de Ko ninklijke Nederlandse Boeren- en Tuindersbond (KNBTB). On der de vele andere functies die hij heeft bekleed of nog be kleedt, is die van algemeen voorzitter van de Katholieke Land- en Tuinbouwbond. Mr. Brouwer is sinds 1944 getrouwd en heeft vier kinderen; hij woont in Wassenaar. Hij behoort niet tot de linkervleugel van de KVP-fractie. MR. I. VORRINK, (55), PvdA, minister van volksgezondheid en milieuhygiëne in het nieuwe kabinet, is sedert 1969 lid van de Eerste Kamer. Zij is geboren op 7 januari 1918 in Den Haag. Na het gymnasium studeerde zij rechten. Mevrouw Vorrink was juridisch medewerkster van het gemeenschappelijk adminis- tatie-kantoor en griffier van de Raad van Beroep en het ambte narengerecht in Utrecht. Thans is zij griffier en plaatsvervan gend voorzitter van het beroep en ambtenarengerecht in Am sterdam. Mevrouw Vorrink kwam al vroeg in aanraking met de socialistische ideeën. Haar vader, Koos Vorrink, was jarenlang voorzitter van de SDAP en later van de PvdA. Ook speelde hij een belangrijke rol in de AJC. Koos Vorrink droeg één van zijn dichtbundels aan zijn dochter Irene op. Drs. J. P. A. GRUIJTERS, (41), D'66, minister van volks huisvesting, is op 30 juni 1931 in Helmond geboren in een ka tholiek milieu. Op het gymnasi um werd hij 'Pietje Politiek' genoemd. Op negentienjarige leeftijd werd hij lid van de WD. Aan de gemeentelijke universiteit van Amsterdam deed hij doctoraal-examen in de psychologie, en hij studeerde ook politieke wetenschappen. Na in de textiel werkzaam te zijn geweest, werd hij redacteur bij het Algemeen Handelsblad; in 1962 kwam hij in de Amster damse raad voor de WD. In 1966 werd Gruijters één van de voormannen van D'66 ('partij ideoloog'). In 1970 werd hij lid van de staten van Noord-Hol land, twee jaar later werd hij in de Tweede Kamer gekozen. Hij is hoofd van de uitgeverij Het Spectrum, tevens bezit hij enkele horeca-bedrijven. Heeft zich zeer kritisch uitgelaten over confessionele politici, ('per definitie onbetrouwbaar'). In het schaduwkabinet Den Uijl was hij 'minister van verkeer en waterstaat'. Hij was lid van de staatscommissie Cals-Donner. PROF. DR. J. A. VAN KEME- NADE, (36), PvdA, minister van onderwijs in het nieuwe kabinet, is op 6 maart 1937 in Amsterdam geboren. In deze stad doorliep hij het gymnasi um, waarna hij in Nijmegen so ciologie ging studeren. In 1958 deed hij kandidaats, twee jaar later doctoraal (beide cum lau de). In 1968 promoveerde hij op het proefschrift 'De katholie ken en hun onderwijs'. De heer Van Kemenade concludeert in zijn proefschrift dat ook het ka tholieke onderwijs met het ver schijnsel der ontzuiling te ma ken zal krijgen. Na eerst als wetenschappelijk medewerker aan de universiteit van Nijmegen werkzaam te zijn geweest, werd de heer Van Ke menade in 1965 directeur van het Instituut voor toegepaste sociologie in Nijmegen. In 1969 werd hij benoemd tot docent, daarna als buitengewoon hoog leraar in de onderwijssociolo gie. De heer Van Kemenade be kleedt talrijke functies in de onderwijswereld. Zo is hij cura tor van de School voor de Jour nalistiek in Utrecht De heer Van Kemenade was ook in het progressieve schaduwkabinet op genomen als minister van on derwijs. MR. H. W. VAN DOORN (57), PPR, minister van cultuur, re creatie en maatschappelijk werk, is op 6 oktober 1915 in Den Haag geboren. Hij bezocht in deze stad het gymnasium en studeerde aan de Rijksuniversi teit in Leiden. Mr. Van Doorn kwam in 1942 bij de rechterlij ke macht als waarnemend amb tenaar van het openbaar minis terie te Rotterdam. In deze hoe danigheid werd mr. Van Doorn in 1945 belast met de leiding van de Politieke Opsporings dienst in Rotterdam. In 1947 volgde zijn benoeming tot waar nemend advocaat-fiscaal bij het bijzondere gerechtshof in Den Haag. In 1951 werd hij be- I noemd tot substituut-officier van justitie bij de rechtbank te Rot terdam. In 1945 begon de heer Van Doom zijn politieke loop baan als bestuurslid van de KVP in de kring Rotterdam. Acht jaar later werd hij voor zitter van de KVP. In 1956 kwam de heer Van Doorn in de Tweede Kamer. De KRO koos hem in 1961 tot voorzit ter. Een jaar later legde hij het voorzitterschap van de KVP neer. In 1968 verliet de heer Van Doorn, samen met drie an dere KVP kamerleden, de KVP en sloot zich aan bij de PPR. i In tegenstelling tot deze kamer leden bleef hij niet in de Twee- de Kamer zitten. Behalve voor zitter van de KRO is de heer Van Doorn ook yice-voorzitter I van de NOS. DRS. J. BOERSMA (43), AR, minister van sociale zaken, werd op 2 december 1929 in Leeuwar den geboren. Hij bezocht de HBS in Leeuwarden, studeerde aan de economische hogeschool te Rotterdam en de V.U. De heer Boersma heeft een indruk wekkende lijst officiële functies: plaatsvervangend lid van de SER, lid looncommissie van de stichting van de arbeid, hoofd sociaal-economische dienst CNV, docent economie aan de sociale academie CICSA in Amsterdam, economisch adviseur van het CNV, voorzitter Consumenten Contact Orgaan, lid Europees parlement, bestuurslid Natio naal Ziekenhuisinstituut en voorzitter stichting vergelijkend warenonderzoek (om maar een greep uit de nog veel langere lijst te doen). Hij was van 1964 tot 1971 lid van de Tweede Ka mer .waar hij belast was met de sociale en consumenten aangele genheden. Boersma werd in de tijd. dat er sprake was van christen-radicalen in de AR, tot deze groep gerekend. Deze radi caliteit is onlangs nog gebleken, toen Boersma. samen met prof. De Gaay Fortman, tegen de toen bij de AR levende mening in, verklaarde, dat hij wél zit ting wilde nemen in een pro- gressief-confessioneel kabinet. DRS. J. P. PRONK (33), PvdA. minister zonder portefeuille, be last met ontwikkelingshulp in het nieuwe kabinet, hoort sa men met drs. Lubbers tot de. jongste ministers in dit kabinet. Hij is 33 jaar (op 16 maart 1940 geboren in Den Haag). Hij stu deerde aan de economische ho geschool van Rotterdam, nadat hij in Den Haag de bètakant van het gymnasium had afgelo pen. Na voltooiing van zijn stu die was hij wetenschappelijk medewerker aan de Rotterdam se economische hogeschool. Pronk is lid van de commissie 'Groei en Leefbaarheid' van de Wiardi Beckmanstichting en van het Koos Vorrink-instituut. Ook is hij lid van de redactie van de 'Internationale Specta tor' en van 'Wending', maand blad voor evangelie en cultuur. Pronk is hervormd. Hij is sedert 11 mei 1971 lid van de Tweede Kamer voor de PvdA. Zijn specialisme is ont wikkelingshulp. Hoewel hij de afgelopen tijd nog niet erg op de voorgrond is getreden in de politiek, is wel van hem be kend, dat hij met deskundig heid weet te spreken over 'zijn' onderwerpen. Drs. R. F. M. LUBBERS. (33) KVP, minister voor economi sche zaken in het kabinet-Den Uijl, werd op 7 mei 1939 gebo ren in Rotterdam. Hij is een van de jongste ministers in het nieuwe kabinet. Hij heeft van 1957 tot 1962 economie gestu deerd in Rotterdam. Hij is di recteur van de B.V. Hollandia in Krimpen aan de IJssel (de zaak heet voluit Lubbers' Con structiewerkplaats en machine fabriek). Samen met zijn broer vormt hij de directie van dit fa miliebedrijf. Lubbers is voorzit ter van de KVWM (de katholie ke vereniging werkgevers me taal) en uit dien hoofde ook lid van het presidium FME (Federa tie Metaal en Elektrotechniek). Omdat hij tevens lid van de ROM (de raad overleg metaalin dustrie) is, is hij intensief be trokken geweest bij het overleg over de nieuwe c.a.o. in de groot metaal. Door zijn 'tegen stander* (de Industriebond NVV) wordt de nieuwe minis ter een 'bekwaam onderhande laar' genoemd. Lubbers is ver der bestuurslid van het Neder lands christelijk werkgeversver bond en is ongeveer twee en een half jaar lid van de Rijn- mondraad. Hij is indertijd be trokken geweest bij de radicale stroming in de KVP. Hij is - in zijn vrije tijd - lid van de pro gramma-adviesraad van de KRO. MR. M. VAN DER STOEL, (48), PvdA, minister van buitenland se zaken is op 3 augustus 1924 in Voorschoten geboren. Na het Stedelijk Gymnasium in Leiden doorlopen te hebben, studeerde hij rechten en de zogenaamde vrije studierichting rechten aan de Rijksuniversiteit te Leiden. Hij was medewerker van de dr. Wiardi Beckmanstichting en in ternationaal secretaris van de PvdA. In 1960 werd hij lid van de Eerste Kamer, in 1963 van de Tweede Kamer. Twee jaar later werd hij in het kabinet- Cals staatssecretaris van buiten landse zaken onder minister Luns. In 1966 keerde hij naar de Tweede Kamer terug. De heer Van der Stoel is lid van het Europese Parlement en de Noordatlantische Assemblee. In deze beide organen liet hij zich kennen als een fel tegenstander van de regimes in Portugal en Griekenland. In november 1972 zei de heer Van der Stoel een actief buitenlands beleid voor te staan. 'Als ik een keuze zou kunnen maken tussen een diner op een ambassade en een ge sprek met een groep jongeren over de buitenlandse politiek, geef ik de voorkeur aan het laatste', zei hij. Volgens de heer Van der Stoel moet Nederland lid van de NAVO blijven en binnen de Noordatlantische orga nisatie kritiek blijven leveren op Portugal en Griekenland, •neneens lid van de NAVO. Hij verschilt hierin van mening met een stroming binnen de PvdA, die meent dat Nederland de NAVO moet verlaten. IR. H. VREDELING, (48), PvdA, minister van defensie in het nieuwe kabinet, is op 20 november 1924 in Amersfoort geboren. Na Mulo en HBS stu deerde hij aan de Landbouwho geschool in Wageningen. In 1950 ging hij werken bij de toenmalige Algemene Neder landse Landarbeidersbond, als sociaal-economisch adviseur. In 1955 werd hij benoemd tot hoofd van de wetenschappelijke afdeling van de Algemene Ne derlandse Agrarische Bedrijfs- bond, aangesloten bij het NVV. Sedert november 1956 is hij lid van de Tweede Kamer voor de PvdA. De heer Vredeling is tevens lid van het Europese parlement. Binnen de fractie van de PvdA stond hij bekend als een land bouwspecialist en als een uitge sproken 'Europeaan'. Met een aantal geestverwanten uit de andere EEG-landen heeft hij ge werkt aan de vorming van een Progressieve Europese Partij. Een democratisch Europa is zijn ideaal. Volgens de heer Vredeling moeten de nationale parlementen of het Europese parlement meer zeggenschap krijgen over de grote beslissin gen, die door de EEG-ministers genomen worden. De heer Vre deling is van gereformeerde huize. DRS. Th. E. WESTERTERP, (42), KVP, minister van Ver keer en Waterstaat, js geboren op 2 december 1930 in Rotter dam. Studeerde, na een HBS-op- leiding, in Nijmegen politieke en sociale wetenschappen. Na eerst vier jaar als correspon dent van het dagblad De Stem in Breda gewerkt te hebben, werd hij secretaris van de poli tieke commissie van het Euro pese parlement. Hij werkte tien jaar bij de Europese Gemeen schap in Luxemburg. De heer Westerterp is hoofdbestuurslid van de Europese beweging en wethouder van Nieuw-Ginniken. Hij maakte voor het eerst naam als jong kamerlid, door aan drie ministers tegelijk vragen te stellen over de mogelijkheid sigarettenreclame te verbieden. Westerterp is een van de KVP- radicalen die de partij in 1968 niét verliet In het najaar van 1968 was Westerterp één van de belangrijkste woordvoerders van de Brabantse verontrusten, die een aparte actie voor steun aan christen-radicalen op touw zetten. De heer Westerterp heeft in 1966 de motie-Schmel- zer, die het kabinet Cals ten val bracht, gesteund. In interviews heeft hij later gezegd, daarvan spijt te hebben. 'Ik heb mezelf laten overrompelen. Ik heb er nooit in geloofd, dat wij het ka binet zouden laten vallen', al dus de heer Westerterp. In het kabinet-Biesheuvel was hij staatssecretaris van buitenland se zaken. PROF. DR. W. F. DUISEN- BERG (37). PvdA, minister van financiën in het kabinet-Den Uyl, werd op 9 juli 1935 gebo ren in het Friese plaatsje Hee renveen, waar hij de gymnasium afdeling van het plaatselijk lyceum bezocht. Hij studeerde van 1954 tot 1961 economie aan de universiteit van Groningen. Van 1961 tot 1965 was hij we tenschappelijk medewerker aan de economische faculteit van deze universiteit. In december 1965 promoveerde hij bij prof. dr. F. J. de Jong op het proef schrift 'Economische gevolgen bij ontwapening'. Van eind 1965 tot begin 1969 was hij staflid van het internationale monetai re fonds in Washington. Van 1969 tot september 1970 was professor Duisenberg advi seur van de directie van de Ne derlandse Bank. Op het ogen blik is hij hoogleraar in de ma cro-economie aan de universi teit van Amsterdam. Duisen berg, die niet in het progressie ve schaduwkabinet bij de ver kiezingen van 1971 voorkwam, is een 'nieuweling' in de poli tiek. Hij heeft nog niet eerder een politieke functie vervuld, noch op laag noch op hoog ni veau. EN HAAG Het Tweede Kamerlid H. Vredeling (PvdA) heeft de Eu- •pese Commissie gevraagd of het list is dat de Sowjet-Unie door van 200.000 ton boter die zij tegen foraakprijzen in de EEG koopt 000 ton door te leveren aan Chili, in voordeel van 9 miljoen gulden in behalen. olgens een speciale clausule in de 'ereenkomst met de EEG zou Rus- nd de Europese boter niet mogen •orverkopen aan derde landen. Het echter mogelijk, en ir. Vredeling 'ggereert dit in zijn vraag, dat de le- 'ring van 50.000 ton aan Chili uit ei- in voorraden geschiedt, maar moge- Ik wordt gemaakt door de import 'n boter uit de EEG. et Tweede Kamerlid informeert of commissie in het algemeen op de >ogtc is van de Russische boterex- »rt-transacties, en of dergelijke trans ities niet worden vergemakkelijkt 'or de verkoop van boter door de imeenschap aan de Sowjet-Unie. Begin en slot van Holland Festival AMSTERDAM Het Holland Festti- val 1973 zal op 15 juni worden inge luid met beiaardconcerten in acht ste den, allemaal van 20.00 tot 21.00 uur. In Amsterdam bespeelt Hein de Ligt de beiaard van de Westertoren, in Rotterdam wordt de Laurenstoren be speeld door Heieen van der Weel. Beiaardier Wim Daim zit op de Jacobs- toren in Den Haag, en in Utrecht wordt de St. Nicolaastoren bespeeld door Jaap v. d. Ende. Verder spelen; in Dordrecht op de Grote Kerk Rut- ger van Mazyk, Groningen op de Mar tinitoren Frans Tersteeg, Eindhoven op het stadhuis Ria van Viegen en Middelburg op de Lange Jan Michael Gottmer. Tijdens de sluiting van het Holland Festival op zaterdagavond 7 juli in Amsterdam, organiseert Studio Laren in de tuin van het Stedelijk Museum een muziek- en dansfeest onder de ti tel 'In de tuin van Jeroen Bosch'. Ie dereen die op oude instrumenten kan spelen en mee wil doen is welkom. Atelier-concerten voor fijnproevers AMSTERDAM De klavécinist Jaap Spigt, die in 1971 de gelukkige eige naar en bewoner werd van het 17e eeuwse grachtenhuis aan de Prinsen gracht no 1091 heeft dit pand, na zorgvuldige restauratie, weer geheel gewijd aan de muzen. Weer, omdat daar vroeger de bekende 19e eeuwse portret-schilderes Thérèse Schwartze woonde en werkte, en later haar nicht, de Amsterdamse joffer, schil deres Lizzy Ansing. Het grote atelier op de bovenste verdieping dat in 1904 op verzoek van Thérèse Schwartze op de zolder van het huis werd gebouwd door de architect Ed. Cuypers, en waar veel groten uit de Amsterdamse burgerij (schilders en notabelen) over de vloer kwamen, is nu door Jaap Spigt geschikt gemaakt voor de inmid dels in een grote kring van fijnproe vers bekend geworden atelierconcer ten. Gemiddeld komen daar honderd toehoorders genieten van kamermu ziek. 'Een romantisch atelier, een vrij plaats en pleisterplaats voor oude en nieuwere muziek en haar liefhebbers' terstand, 21. miereneter, 22. regel, 24. oude lengtemaat, 26. ongaarne, 27. zangstem, 28. loot. Verticaal. 2. behoeftig, 3. een weinig scheel, 4. vreemde munt (afk.), 5. mu zieknoot, 6. erkenning, 9. witte mier, 11. water in N.Br., 12. duw, 15. bevel, 17. lof, 18. lyrisch gedicht, 21. tot, 23. kippenloop, 25. muzieknoot. 26. deel van de bijbel. noemt Jaap Spigt het. Het is een klei ne oase in de barheid van de grote stad Amsterdam. In mei en juni kaan men er terecht op zaterdag 12 mei (20.30 uur) om naar het ensemble Multimusica te luisteren (Nelly van der Spek, sopraan, Pieter van Veen, blokfluit, en Jaap Spigt, clavecimbel). Op zaterdag 26 en zondag 27 mei, zelf de tijd, wordt door een ander ensem ble 'Muziek van deze eeuw rondom het klavecimbel' uitgevoerd, en op zondagavonod 3 juni, ook 20.30 uur is er een avond romantiek met de onver woestbare, nu bijna 76-jarige zanger Herman Schey. Wie wil moet gauw schriftelijk reserveren. Horizontaal. 1. danspartij, 4. wiel, 7. steenklomp, 8. jongensnaam, 10. ten- nisterm, 13. voorzetsel, 14. naschrift (afk.), 16. gehoororgaan, 17. organi- OPLOSSING VAN GISTEREN sche verbinding, 19. gesloten, 20. wa- 1. animo. 2. ido. 3. amorf. Van een onzer verslaggevers DEN HAAG De EEG-raara- thon in Luxemburg heeft zijn sporen duidelijk achtergelaten. Alle ministers die aan het over leg deelnamen waren na afloop uiterst vermoeid. De laatste uren waren zij op de been ge houden door talrijke koppen zwarte koffie en met Ardenner ham (tegen oude prijs). Lardl- nois raadpleegde maandag een arts wegens hartklachten en overmocidheid. Minister Boers ma zei vlak voordat hij zich weer in de kabinetsformatie stortte dat 'het echt zo niet lan ger kon met de nachtelijke uit puttingsslagen van de EEG-mi nisters'. Zijn (tijdelijke) colle ga's üjn dit kennelijk met hem eens: andere mogelijkheden voor het Gemeenschappelijk overleg worden thans onder zocht. Vragen gesteld over Nederlands vervoer naar West-Duitsland DEN HAAG Het feit dat de Neder landse Internationale Wegvervoer Or ganisatie (NIWO) de beroepsgoede- renvervoerders langs de weg in de pe riode tot 15 april met tien procent heeft gekort op hun toewijzing voor Duitse rondritmachtigingen en voor de komende periode nog meer zou kerten, is voor ir. H. Vreling (PvdA) aanleiding geweest vragen te stellen aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen. Met name vraagt hij of deze aangelegenheid geen EEG-as- pecten heeft en zo ja of de commissie bereid is zicht bij de komende bespre kingen tussen Nederland en West Duitsland te doen inschakelen. Het Nederlandse wegvervoer beschikt over slechts 550.000 ritmachtigingen van, naar en door de bondsrepubliek voor een jaarlijkse periode van 1 ok tober tot en met 30 september van het daaropvolgende jaar.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1973 | | pagina 9