eoeo
Marathon
Verdient Rusland
op EEG-boter
LOUW/KWARTET WOENSDAG 2 MEI 1973
BIN?vENLAND/KUNST T9/DRL9
MINISTERSPLOEG KLAAR VOOR START
DRS. J. M. DEN UYL, (53), mi
nister-president, werd 9 augus
tus 1919 in een Hilversums ge
reformeerd gezin geboren. Be-
xocht het christelijk lyceum,
studeerde economie aan de uni
versiteit van Amsterdam. In '41
publiceerde hij een illegaal ge
schrift, dat door meerdere ge
volgd werd. Intussen was hij
gegrepen door het socialisme.
Na de oorlog werkte hij even
bij Het Parool, sinds najaar '45
bij Vrij Nederland. In '49 werd
hij directeur van de Wiardi
Beckmanstichting. in '53 voor
de PvdA lid van de Amsterdam
se raad, in '62 wethouder van
publieke en economische zaken.
Tijdens zijn raadslidmaatschap
was hij tevens Tweede Kamer
lid. Toen hij wethouder werd
verdween hij uit de Kamer. In
zijn 'Amsterdamse tijd' haalde
hij bedrijven als Mobil Oil en
IBM naar Amsterdam. Ook won
hij de 'slag' om de IJtunnel en
de Bijlmermeer. In het kabinet-
Cals dat in de nacht van
Schmelzer (najaar '66) ten val
gebracht werd was hij minister
van economische zaken, daarna
werd hij weer kamerlid. De
laatste jaren gaf hij leiding aan
het oppositieblok van PvdA.
D'66 en PPR.
PROF. MR. A. A. M. VAN AGT,
(42), KVP, vice-minister-presi
dent en minister van justitie in
het kabinet-Den Uyl werd op 2
februari '31 in Geldrop geboren.
Hij studeerde rechten aan de
universiteit van Nijmegen, waar
hij in 1955 cum laude doctoraal
deed. Was twee jaar advocaat in
Eindhoven, werkte vijf jaar bij
het ministerie van landbouw. In
1963 ging hij naar het ministe
rie van justitie, in 1968 werd hij
wetenschappelijk medewerker
bij de juridische faculteit van
Nijmegen en per 1 oktober van
datzelfde jaar hoogleraar (straf
recht en strafrechtproces). In
1971 werd hij minister van jus
titie; hij had toen geen 'politiek
verleden' (hij was geen gemeen
teraadslid, kamerlid of iets der
gelijks geweest). Van Agt voel
de zich eigenlijk meer thuis in
de wetenschappelijke en univer
sitaire wereld, maar hijbe
schouwde zijn ministerschap
als een 'offer dat ten gunste van
de democratie gebracht moest
worden'.
Zijn opzienbarende uitspraken
dat de 'Drie Van Breda' vrijge
laten moesten worden, leidden
na stormachtige discussies niet
tot voorstellen daartoe.
PROF. DR. W. F. DE GAAY
FORTMAN (61) AR, minister
van binnenlandse zaken, boven
dien belast met zaken aangaan
de 'de West', is op 8 mei 1911
in Amsterdam geboren. Hij be
zocht het gymnasium in Dor
drecht en het gereformeerd
gymnasium in Amsterdam. Hij
studeerde rechten aan de Vrije
Universiteit in Amsterdam,
deed in 1932 doctoraal examen,
promoveerde in 1936, was van
1934 tot 1938 werkzaam op het
landbouwcrisisbureau van het
departement van economische
zaken, van 1938 tot 1947 bij het
departement van sociale zaken.
Hij is sedert 30 mei 1947 hoog
leraar in het burgerlijk recht,
handelsrecht en arbeidsrecht
aan de Vrije Universiteit. Ver
der is hij kamerheer in buiten
gewone dienst van de koningin
en lid van de staatscommissie
voor de burgerlijke wetgeving
en was hij rector magnificus
van de Vrije Universiteit
en lid van de Europese commis
sie van de rechten van de mens.
Hij is de vader van Bas de
Gaav Fortman, fractieleider van
de PPR. Tot nu toe was de
Gaay Fortman lid van de eerste
Kamer. Evenals drs. Boersma
verklaarde professor De Gaay
Fortman zich al in het beginsta
dium van de formatie bereid
zitting te nemen in een progres-
sief-confessioneel kabinet.
F. H. P. TRIP (51), PPR, mi
nister zonder portefeuille, be
last met wetenschapszaken,
werd op 10 oktober 1921 in
Amersfoort geboren. Hij volgde
de HBS in amsterdam en later
een opleiding tot officier bij de
bereden artillerie. Deze studie
werd onderbroken door de kor
te oorlog in mei 1940. Tijdens
de oorlog was hij werkzaam in
het bedrijfsleven. In 1946 werd
hij als officier van de leger-
voorlichtingsdienst uitgezonden
naar Indonesië. Hij bleef hier
tot eind 1949. In 1951 deed hij
kandidaatsexamen in de politie
ke en sociale wetenschappen
aan de universiteit van Amster
dam. Daarna werkte hij bij het
reuk- en smaakstoffenbedrijf
Polak en Schwarz in Zaandam
waar hij van werkstudent via
allerlei promoties directie-secre
taris werd. Na een fusie van dit
bedrijf werd hij president-direc
teur van de Nederlandse vesti
ging en later voorzitter van de
raad van bestuur van alle Euro
pese vestigingen. In 1972 nam
hij ontslag bij dit bedrijf om
een 'publieke functie' te gaan
uitoefenen. Hij werd benoemd
tot voorzitter van het college
van bestuur van de Utrechtse
rijksuniversiteit De heer Trip,
die rooms-katholiek is, heeft
nog niet eerder een politieke
functie bekleed. Wel is hij
voorzitter van een ziekenhuis in
Laren en van de stichting Be-
drijfsapostolaat Nederland.
Mr. T. BROUWER, KVP (56 jr.),
minister van landbouw en vis
serij, deed op 20 maart 1959 zijn
intrede in de Tweede Kamer.
Hij is de landbouwspecialist van
de KVP-fractie. Hij werd gebo
ren in het Gelderse Rheden als
telg van een boerenfamilie en
specialiseerde zich nadat hij het
diploma hbs-b had behaald in de
gemeente-administratie. Hij be
haalde de akte staatsinrichting
MO, deed staatsexamen B en stu
deerde rechten in Nijmegen. Na
alle rangen in dienst van de ge
meente Huissen te hebben door
lopen, werd hij daar waarne
mend gemeentesecretaris. In
1951 volgde zijn benoeming tot
algemeen secretaris van de Ko
ninklijke Nederlandse Boeren-
en Tuindersbond (KNBTB). On
der de vele andere functies die
hij heeft bekleed of nog be
kleedt, is die van algemeen
voorzitter van de Katholieke
Land- en Tuinbouwbond. Mr.
Brouwer is sinds 1944 getrouwd
en heeft vier kinderen; hij
woont in Wassenaar. Hij behoort
niet tot de linkervleugel van de
KVP-fractie.
MR. I. VORRINK, (55), PvdA,
minister van volksgezondheid
en milieuhygiëne in het nieuwe
kabinet, is sedert 1969 lid van
de Eerste Kamer. Zij is geboren
op 7 januari 1918 in Den Haag.
Na het gymnasium studeerde
zij rechten. Mevrouw Vorrink
was juridisch medewerkster van
het gemeenschappelijk adminis-
tatie-kantoor en griffier van de
Raad van Beroep en het ambte
narengerecht in Utrecht. Thans
is zij griffier en plaatsvervan
gend voorzitter van het beroep
en ambtenarengerecht in Am
sterdam. Mevrouw Vorrink
kwam al vroeg in aanraking
met de socialistische ideeën.
Haar vader, Koos Vorrink, was
jarenlang voorzitter van de
SDAP en later van de PvdA.
Ook speelde hij een belangrijke
rol in de AJC. Koos Vorrink
droeg één van zijn dichtbundels
aan zijn dochter Irene op.
Drs. J. P. A. GRUIJTERS,
(41), D'66, minister van volks
huisvesting, is op 30 juni 1931
in Helmond geboren in een ka
tholiek milieu. Op het gymnasi
um werd hij 'Pietje Politiek'
genoemd. Op negentienjarige
leeftijd werd hij lid van de
WD. Aan de gemeentelijke
universiteit van Amsterdam
deed hij doctoraal-examen in de
psychologie, en hij studeerde
ook politieke wetenschappen.
Na in de textiel werkzaam te
zijn geweest, werd hij redacteur
bij het Algemeen Handelsblad;
in 1962 kwam hij in de Amster
damse raad voor de WD. In
1966 werd Gruijters één van de
voormannen van D'66 ('partij
ideoloog'). In 1970 werd hij lid
van de staten van Noord-Hol
land, twee jaar later werd hij
in de Tweede Kamer gekozen.
Hij is hoofd van de uitgeverij
Het Spectrum, tevens bezit hij
enkele horeca-bedrijven. Heeft
zich zeer kritisch uitgelaten
over confessionele politici, ('per
definitie onbetrouwbaar'). In
het schaduwkabinet Den Uijl
was hij 'minister van verkeer
en waterstaat'. Hij was lid van
de staatscommissie Cals-Donner.
PROF. DR. J. A. VAN KEME-
NADE, (36), PvdA, minister
van onderwijs in het nieuwe
kabinet, is op 6 maart 1937 in
Amsterdam geboren. In deze
stad doorliep hij het gymnasi
um, waarna hij in Nijmegen so
ciologie ging studeren. In 1958
deed hij kandidaats, twee jaar
later doctoraal (beide cum lau
de). In 1968 promoveerde hij
op het proefschrift 'De katholie
ken en hun onderwijs'. De heer
Van Kemenade concludeert in
zijn proefschrift dat ook het ka
tholieke onderwijs met het ver
schijnsel der ontzuiling te ma
ken zal krijgen.
Na eerst als wetenschappelijk
medewerker aan de universiteit
van Nijmegen werkzaam te zijn
geweest, werd de heer Van Ke
menade in 1965 directeur van
het Instituut voor toegepaste
sociologie in Nijmegen. In 1969
werd hij benoemd tot docent,
daarna als buitengewoon hoog
leraar in de onderwijssociolo
gie. De heer Van Kemenade be
kleedt talrijke functies in de
onderwijswereld. Zo is hij cura
tor van de School voor de Jour
nalistiek in Utrecht De heer
Van Kemenade was ook in het
progressieve schaduwkabinet op
genomen als minister van on
derwijs.
MR. H. W. VAN DOORN (57),
PPR, minister van cultuur, re
creatie en maatschappelijk
werk, is op 6 oktober 1915 in
Den Haag geboren. Hij bezocht
in deze stad het gymnasium en
studeerde aan de Rijksuniversi
teit in Leiden. Mr. Van Doorn
kwam in 1942 bij de rechterlij
ke macht als waarnemend amb
tenaar van het openbaar minis
terie te Rotterdam. In deze hoe
danigheid werd mr. Van Doorn
in 1945 belast met de leiding
van de Politieke Opsporings
dienst in Rotterdam. In 1947
volgde zijn benoeming tot waar
nemend advocaat-fiscaal bij het
bijzondere gerechtshof in Den
Haag. In 1951 werd hij be-
I noemd tot substituut-officier van
justitie bij de rechtbank te Rot
terdam. In 1945 begon de heer
Van Doom zijn politieke loop
baan als bestuurslid van de
KVP in de kring Rotterdam.
Acht jaar later werd hij voor
zitter van de KVP. In 1956
kwam de heer Van Doorn in de
Tweede Kamer. De KRO koos
hem in 1961 tot voorzit
ter. Een jaar later legde hij
het voorzitterschap van de KVP
neer. In 1968 verliet de heer
Van Doorn, samen met drie an
dere KVP kamerleden, de KVP
en sloot zich aan bij de PPR.
i In tegenstelling tot deze kamer
leden bleef hij niet in de Twee-
de Kamer zitten. Behalve voor
zitter van de KRO is de heer
Van Doorn ook yice-voorzitter
I van de NOS.
DRS. J. BOERSMA (43), AR,
minister van sociale zaken, werd
op 2 december 1929 in Leeuwar
den geboren. Hij bezocht de
HBS in Leeuwarden, studeerde
aan de economische hogeschool
te Rotterdam en de V.U. De
heer Boersma heeft een indruk
wekkende lijst officiële functies:
plaatsvervangend lid van de
SER, lid looncommissie van de
stichting van de arbeid, hoofd
sociaal-economische dienst CNV,
docent economie aan de sociale
academie CICSA in Amsterdam,
economisch adviseur van het
CNV, voorzitter Consumenten
Contact Orgaan, lid Europees
parlement, bestuurslid Natio
naal Ziekenhuisinstituut en
voorzitter stichting vergelijkend
warenonderzoek (om maar een
greep uit de nog veel langere
lijst te doen). Hij was van 1964
tot 1971 lid van de Tweede Ka
mer .waar hij belast was met de
sociale en consumenten aangele
genheden. Boersma werd in de
tijd. dat er sprake was van
christen-radicalen in de AR, tot
deze groep gerekend. Deze radi
caliteit is onlangs nog gebleken,
toen Boersma. samen met prof.
De Gaay Fortman, tegen de
toen bij de AR levende mening
in, verklaarde, dat hij wél zit
ting wilde nemen in een pro-
gressief-confessioneel kabinet.
DRS. J. P. PRONK (33), PvdA.
minister zonder portefeuille, be
last met ontwikkelingshulp in
het nieuwe kabinet, hoort sa
men met drs. Lubbers tot de.
jongste ministers in dit kabinet.
Hij is 33 jaar (op 16 maart 1940
geboren in Den Haag). Hij stu
deerde aan de economische ho
geschool van Rotterdam, nadat
hij in Den Haag de bètakant
van het gymnasium had afgelo
pen. Na voltooiing van zijn stu
die was hij wetenschappelijk
medewerker aan de Rotterdam
se economische hogeschool.
Pronk is lid van de commissie
'Groei en Leefbaarheid' van de
Wiardi Beckmanstichting en
van het Koos Vorrink-instituut.
Ook is hij lid van de redactie
van de 'Internationale Specta
tor' en van 'Wending', maand
blad voor evangelie en cultuur.
Pronk is hervormd.
Hij is sedert 11 mei 1971 lid
van de Tweede Kamer voor de
PvdA. Zijn specialisme is ont
wikkelingshulp. Hoewel hij de
afgelopen tijd nog niet erg op
de voorgrond is getreden in de
politiek, is wel van hem be
kend, dat hij met deskundig
heid weet te spreken over 'zijn'
onderwerpen.
Drs. R. F. M. LUBBERS. (33)
KVP, minister voor economi
sche zaken in het kabinet-Den
Uijl, werd op 7 mei 1939 gebo
ren in Rotterdam. Hij is een
van de jongste ministers in het
nieuwe kabinet. Hij heeft van
1957 tot 1962 economie gestu
deerd in Rotterdam. Hij is di
recteur van de B.V. Hollandia
in Krimpen aan de IJssel (de
zaak heet voluit Lubbers' Con
structiewerkplaats en machine
fabriek). Samen met zijn broer
vormt hij de directie van dit fa
miliebedrijf. Lubbers is voorzit
ter van de KVWM (de katholie
ke vereniging werkgevers me
taal) en uit dien hoofde ook lid
van het presidium FME (Federa
tie Metaal en Elektrotechniek).
Omdat hij tevens lid van de
ROM (de raad overleg metaalin
dustrie) is, is hij intensief be
trokken geweest bij het overleg
over de nieuwe c.a.o. in de
groot metaal. Door zijn 'tegen
stander* (de Industriebond
NVV) wordt de nieuwe minis
ter een 'bekwaam onderhande
laar' genoemd. Lubbers is ver
der bestuurslid van het Neder
lands christelijk werkgeversver
bond en is ongeveer twee en
een half jaar lid van de Rijn-
mondraad. Hij is indertijd be
trokken geweest bij de radicale
stroming in de KVP. Hij is - in
zijn vrije tijd - lid van de pro
gramma-adviesraad van de KRO.
MR. M. VAN DER STOEL, (48),
PvdA, minister van buitenland
se zaken is op 3 augustus 1924
in Voorschoten geboren. Na het
Stedelijk Gymnasium in Leiden
doorlopen te hebben, studeerde
hij rechten en de zogenaamde
vrije studierichting rechten aan
de Rijksuniversiteit te Leiden.
Hij was medewerker van de dr.
Wiardi Beckmanstichting en in
ternationaal secretaris van de
PvdA. In 1960 werd hij lid van
de Eerste Kamer, in 1963 van
de Tweede Kamer. Twee jaar
later werd hij in het kabinet-
Cals staatssecretaris van buiten
landse zaken onder minister
Luns. In 1966 keerde hij naar
de Tweede Kamer terug. De
heer Van der Stoel is lid van
het Europese Parlement en de
Noordatlantische Assemblee. In
deze beide organen liet hij zich
kennen als een fel tegenstander
van de regimes in Portugal en
Griekenland. In november 1972
zei de heer Van der Stoel een
actief buitenlands beleid voor
te staan. 'Als ik een keuze zou
kunnen maken tussen een diner
op een ambassade en een ge
sprek met een groep jongeren
over de buitenlandse politiek,
geef ik de voorkeur aan het
laatste', zei hij. Volgens de heer
Van der Stoel moet Nederland
lid van de NAVO blijven en
binnen de Noordatlantische orga
nisatie kritiek blijven leveren
op Portugal en Griekenland,
•neneens lid van de NAVO. Hij
verschilt hierin van mening
met een stroming binnen de
PvdA, die meent dat Nederland
de NAVO moet verlaten.
IR. H. VREDELING, (48),
PvdA, minister van defensie in
het nieuwe kabinet, is op 20
november 1924 in Amersfoort
geboren. Na Mulo en HBS stu
deerde hij aan de Landbouwho
geschool in Wageningen. In
1950 ging hij werken bij de
toenmalige Algemene Neder
landse Landarbeidersbond, als
sociaal-economisch adviseur. In
1955 werd hij benoemd tot
hoofd van de wetenschappelijke
afdeling van de Algemene Ne
derlandse Agrarische Bedrijfs-
bond, aangesloten bij het NVV.
Sedert november 1956 is hij lid
van de Tweede Kamer voor de
PvdA.
De heer Vredeling is tevens lid
van het Europese parlement.
Binnen de fractie van de PvdA
stond hij bekend als een land
bouwspecialist en als een uitge
sproken 'Europeaan'. Met een
aantal geestverwanten uit de
andere EEG-landen heeft hij ge
werkt aan de vorming van een
Progressieve Europese Partij.
Een democratisch Europa is
zijn ideaal. Volgens de heer
Vredeling moeten de nationale
parlementen of het Europese
parlement meer zeggenschap
krijgen over de grote beslissin
gen, die door de EEG-ministers
genomen worden. De heer Vre
deling is van gereformeerde
huize.
DRS. Th. E. WESTERTERP,
(42), KVP, minister van Ver
keer en Waterstaat, js geboren
op 2 december 1930 in Rotter
dam. Studeerde, na een HBS-op-
leiding, in Nijmegen politieke
en sociale wetenschappen. Na
eerst vier jaar als correspon
dent van het dagblad De Stem
in Breda gewerkt te hebben,
werd hij secretaris van de poli
tieke commissie van het Euro
pese parlement. Hij werkte tien
jaar bij de Europese Gemeen
schap in Luxemburg. De heer
Westerterp is hoofdbestuurslid
van de Europese beweging en
wethouder van Nieuw-Ginniken.
Hij maakte voor het eerst naam
als jong kamerlid, door aan
drie ministers tegelijk vragen
te stellen over de mogelijkheid
sigarettenreclame te verbieden.
Westerterp is een van de KVP-
radicalen die de partij in 1968
niét verliet In het najaar van
1968 was Westerterp één van de
belangrijkste woordvoerders
van de Brabantse verontrusten,
die een aparte actie voor steun
aan christen-radicalen op touw
zetten. De heer Westerterp
heeft in 1966 de motie-Schmel-
zer, die het kabinet Cals ten val
bracht, gesteund. In interviews
heeft hij later gezegd, daarvan
spijt te hebben. 'Ik heb mezelf
laten overrompelen. Ik heb er
nooit in geloofd, dat wij het ka
binet zouden laten vallen', al
dus de heer Westerterp. In het
kabinet-Biesheuvel was hij
staatssecretaris van buitenland
se zaken.
PROF. DR. W. F. DUISEN-
BERG (37). PvdA, minister van
financiën in het kabinet-Den
Uyl, werd op 9 juli 1935 gebo
ren in het Friese plaatsje Hee
renveen, waar hij de gymnasium
afdeling van het plaatselijk
lyceum bezocht. Hij studeerde
van 1954 tot 1961 economie aan
de universiteit van Groningen.
Van 1961 tot 1965 was hij we
tenschappelijk medewerker aan
de economische faculteit van
deze universiteit. In december
1965 promoveerde hij bij prof.
dr. F. J. de Jong op het proef
schrift 'Economische gevolgen
bij ontwapening'. Van eind 1965
tot begin 1969 was hij staflid
van het internationale monetai
re fonds in Washington.
Van 1969 tot september 1970
was professor Duisenberg advi
seur van de directie van de Ne
derlandse Bank. Op het ogen
blik is hij hoogleraar in de ma
cro-economie aan de universi
teit van Amsterdam. Duisen
berg, die niet in het progressie
ve schaduwkabinet bij de ver
kiezingen van 1971 voorkwam,
is een 'nieuweling' in de poli
tiek. Hij heeft nog niet eerder
een politieke functie vervuld,
noch op laag noch op hoog ni
veau.
EN HAAG Het Tweede Kamerlid
H. Vredeling (PvdA) heeft de Eu-
•pese Commissie gevraagd of het
list is dat de Sowjet-Unie door van
200.000 ton boter die zij tegen
foraakprijzen in de EEG koopt
000 ton door te leveren aan Chili,
in voordeel van 9 miljoen gulden
in behalen.
olgens een speciale clausule in de
'ereenkomst met de EEG zou Rus-
nd de Europese boter niet mogen
•orverkopen aan derde landen. Het
echter mogelijk, en ir. Vredeling
'ggereert dit in zijn vraag, dat de le-
'ring van 50.000 ton aan Chili uit ei-
in voorraden geschiedt, maar moge-
Ik wordt gemaakt door de import
'n boter uit de EEG.
et Tweede Kamerlid informeert of
commissie in het algemeen op de
>ogtc is van de Russische boterex-
»rt-transacties, en of dergelijke trans
ities niet worden vergemakkelijkt
'or de verkoop van boter door de
imeenschap aan de Sowjet-Unie.
Begin en slot van
Holland Festival
AMSTERDAM Het Holland Festti-
val 1973 zal op 15 juni worden inge
luid met beiaardconcerten in acht ste
den, allemaal van 20.00 tot 21.00 uur.
In Amsterdam bespeelt Hein de Ligt
de beiaard van de Westertoren, in
Rotterdam wordt de Laurenstoren be
speeld door Heieen van der Weel.
Beiaardier Wim Daim zit op de Jacobs-
toren in Den Haag, en in Utrecht
wordt de St. Nicolaastoren bespeeld
door Jaap v. d. Ende. Verder spelen;
in Dordrecht op de Grote Kerk Rut-
ger van Mazyk, Groningen op de Mar
tinitoren Frans Tersteeg, Eindhoven
op het stadhuis Ria van Viegen en
Middelburg op de Lange Jan Michael
Gottmer.
Tijdens de sluiting van het Holland
Festival op zaterdagavond 7 juli in
Amsterdam, organiseert Studio Laren
in de tuin van het Stedelijk Museum
een muziek- en dansfeest onder de ti
tel 'In de tuin van Jeroen Bosch'. Ie
dereen die op oude instrumenten kan
spelen en mee wil doen is welkom.
Atelier-concerten
voor fijnproevers
AMSTERDAM De klavécinist Jaap
Spigt, die in 1971 de gelukkige eige
naar en bewoner werd van het 17e
eeuwse grachtenhuis aan de Prinsen
gracht no 1091 heeft dit pand, na
zorgvuldige restauratie, weer geheel
gewijd aan de muzen. Weer, omdat
daar vroeger de bekende 19e eeuwse
portret-schilderes Thérèse Schwartze
woonde en werkte, en later haar
nicht, de Amsterdamse joffer, schil
deres Lizzy Ansing. Het grote atelier
op de bovenste verdieping dat in 1904
op verzoek van Thérèse Schwartze op
de zolder van het huis werd gebouwd
door de architect Ed. Cuypers, en
waar veel groten uit de Amsterdamse
burgerij (schilders en notabelen) over
de vloer kwamen, is nu door Jaap
Spigt geschikt gemaakt voor de inmid
dels in een grote kring van fijnproe
vers bekend geworden atelierconcer
ten. Gemiddeld komen daar honderd
toehoorders genieten van kamermu
ziek. 'Een romantisch atelier, een vrij
plaats en pleisterplaats voor oude en
nieuwere muziek en haar liefhebbers'
terstand, 21. miereneter, 22. regel, 24.
oude lengtemaat, 26. ongaarne, 27.
zangstem, 28. loot.
Verticaal. 2. behoeftig, 3. een weinig
scheel, 4. vreemde munt (afk.), 5. mu
zieknoot, 6. erkenning, 9. witte mier,
11. water in N.Br., 12. duw, 15. bevel,
17. lof, 18. lyrisch gedicht, 21. tot, 23.
kippenloop, 25. muzieknoot. 26. deel
van de bijbel.
noemt Jaap Spigt het. Het is een klei
ne oase in de barheid van de grote
stad Amsterdam. In mei en juni kaan
men er terecht op zaterdag 12 mei
(20.30 uur) om naar het ensemble
Multimusica te luisteren (Nelly van
der Spek, sopraan, Pieter van Veen,
blokfluit, en Jaap Spigt, clavecimbel).
Op zaterdag 26 en zondag 27 mei, zelf
de tijd, wordt door een ander ensem
ble 'Muziek van deze eeuw rondom
het klavecimbel' uitgevoerd, en op
zondagavonod 3 juni, ook 20.30 uur is
er een avond romantiek met de onver
woestbare, nu bijna 76-jarige zanger
Herman Schey. Wie wil moet gauw
schriftelijk reserveren.
Horizontaal. 1. danspartij, 4. wiel, 7.
steenklomp, 8. jongensnaam, 10. ten-
nisterm, 13. voorzetsel, 14. naschrift
(afk.), 16. gehoororgaan, 17. organi- OPLOSSING VAN GISTEREN
sche verbinding, 19. gesloten, 20. wa- 1. animo. 2. ido. 3. amorf.
Van een onzer verslaggevers
DEN HAAG De EEG-raara-
thon in Luxemburg heeft zijn
sporen duidelijk achtergelaten.
Alle ministers die aan het over
leg deelnamen waren na afloop
uiterst vermoeid. De laatste
uren waren zij op de been ge
houden door talrijke koppen
zwarte koffie en met Ardenner
ham (tegen oude prijs). Lardl-
nois raadpleegde maandag een
arts wegens hartklachten en
overmocidheid. Minister Boers
ma zei vlak voordat hij zich
weer in de kabinetsformatie
stortte dat 'het echt zo niet lan
ger kon met de nachtelijke uit
puttingsslagen van de EEG-mi
nisters'. Zijn (tijdelijke) colle
ga's üjn dit kennelijk met hem
eens: andere mogelijkheden
voor het Gemeenschappelijk
overleg worden thans onder
zocht.
Vragen gesteld over
Nederlands vervoer
naar West-Duitsland
DEN HAAG Het feit dat de Neder
landse Internationale Wegvervoer Or
ganisatie (NIWO) de beroepsgoede-
renvervoerders langs de weg in de pe
riode tot 15 april met tien procent
heeft gekort op hun toewijzing voor
Duitse rondritmachtigingen en voor
de komende periode nog meer zou
kerten, is voor ir. H. Vreling (PvdA)
aanleiding geweest vragen te stellen
aan de Commissie van de Europese
Gemeenschappen. Met name vraagt hij
of deze aangelegenheid geen EEG-as-
pecten heeft en zo ja of de commissie
bereid is zicht bij de komende bespre
kingen tussen Nederland en West
Duitsland te doen inschakelen.
Het Nederlandse wegvervoer beschikt
over slechts 550.000 ritmachtigingen
van, naar en door de bondsrepubliek
voor een jaarlijkse periode van 1 ok
tober tot en met 30 september van
het daaropvolgende jaar.