UW TOEKOMSTIG HUIS VINDT U OP DEZE PAGINA
Natuurlijke selectie
Conclusie uit de feiten 1 en 2
Conclusie uit feit 3
Op zwarte berken worden vlinders zwart
'Mooie' rozen geuren niet meer
34
Wëlk huis kiest u?
Hieronder ziet u 3 soorten huizen.
Van ruim en degelijk tot degelijk en riant.
Al deze types laten wij bouwen in Schagen's voor
treffelijke uitbreidingsplan „Waldervaart".
Waar veel water en plantsoenen het wonen
(óók voor kinderen) tot een genot maken.
(Ten overvloede zij vermeld dat Schagen aan de
spoorlijn Amsterdam-Den Helder ligt, waardoor u in
48 minuten in Amsterdam of Haarlem bent.)
Over de huizen zelf vindt u hieronder beknopte
informatie. Gratis uitvoerige dokumentatie zenden
wij u graag toe. Daar gaat ook een bouwplaat van
het eventueel door u gewenste huis bij.
En over Schagen zélf geeft een leuk, gratis, affiche u
enig idee.
Bovendien kunt u kiezen hoè u die dokumentatie
aanvraagt. Via onderstaande bon of telefonisch.
(02240-2482) Maar altijd heeft u het snel in huis.
Waar u nu ook woont.
_i opzet
de vrij grote malen, els door de originele indeling.
fWant de woonkamer bijvoorbeeld is op z'n breedst
499 cm. En 760 cm. lang!) Behalve de grote woon-
Woningtype A
Koopsom vanaf f76.900,-
Maximale rijkspremie f 15.097,—
Maandelijkse list vanaf f239,-, exclusief
aïtrek belastingvoordeel, inclusief
overlijdensrisico- en invaliditcitsdekkinf.
(Hypotheek mogelijk tot 90% bil
minimaal bruto-inkomen van f 17.500,-.)
Oplevering eind 1973/begin 1974.
Dit huis is ruim van opzet Dal komt zowel door
i, als dooi
ner bijvot
l lang!) S
kamer vindt u beneden de ruime keuken en de hal
met toilet en trap naar de eerste verdieping.
Op deze verdieping treft u 3 ruime slaapkamers
met véél kastruimtc en de douche (met w.c. en was
tafel) die zeer goed betegeld is.
Via een z.g. „open" mahoniehouten trap bereikt u
de zolderverdieping.
Hier vindt u ccn grote kamer (465 x 335 cm.) en
veel bergruimte. Ook staat hier de ketel van de C.V.
(aardgas) die door het hele huis een behaagHjko
warmte verspreidt. Zelfs als het erg hard vriest.
Voor warm water zorgt een gasboiler met oen grote
kapaciteit.
Hoe dan ook, wij laten u nooit in de kou staan.
Wie de dokumentatie aanvraagt merkt dat snel.
(P.S. Dan ziet u tevens de situatietekeningen;
de fraaie garage en berging; de tuin; net terras
etc. etc.)
Schagen
Zendt daartoe onderstaande bon of bel 02240-2482.
Ie Bon aan VIS.
Zend mij per omgaande uw dokumentatie
(bouwplaat; technische beschrijving; financiering.?-
overzichten etc. etc) over uw huizen type A.
Adres
Plaats
Bon zenden aan:
Vis Makelaardij o.g. B.V. Postbus 14 Schagen
Woningtype S
Koopsom vanaf f78.300,-
Maximale rijkspremie f 14.190,-
Maandclijkse last vanaf f265,-, exclusief
aftrek belastingvoordeel, inclusief
overlijdensrisico- en iavaliditei tsdekking.
(Hypotheek mogelijk tot 90%, bij een
minimaal bruto-inkomen van f 18.000,-.)
Oplevering begin/zomer 1974.
De huizen van het type S zijn erg diep.
(Bijna 9 meter!) Hierdoor komt het Z-kamer efïekt
veel beter tot uitdrukking. En kan ook de ruimte
praktischer benut worden. Zo kon nu b.v.
een keuken met een lengte van 3.70 meter gebouwd
worden! In deze keuken is ruimte voor dc was
automaat. Het kunststof aanrecht heeft dubbele
spoelbakken. Bovendien is er veel kastruimte.
Vanuit de woonkamer gaat een sierlijke trap naar
de eerste verdieping. Op de verdieping vindt u de
overloop. Dit centrale punt geeft toegang tot de
ruime badcel én de drie grote slaapkamers.
(Eén zelfs 5,18 x 2,75 m.)
Dc zolderverdieping bereikt u eveneens via een
„open" trap. Op deze verdieping vindt u twee ruime
kamers. Wéér goed voorzien van hang- en legkasten.
(Eventueel is, in overleg met ons, ook stromend
water mogelijk!)
Op de zolder staat voorts dc C.V. ketel (aardgas).
Deze voorziet uw hele huis van behaaglijke warmte
in de winter. Een gasboiler met een grote capaciteit
zorgt het hele jaar door voor warm water. Het grote
dakvenster biedt uitzicht op de eigen tuin.
Waarin een grote garage en/of berging staat.
Dit alles staat duidelijk in onze uitgebreide
dokumentatie. Wie er naar vraagt krijgt deze direkt
en gratis. (Hetgeen eveneens geldt voor mondeling
advies.)
mS-MAKELAARDIJ
onroerendgoedbo.
Hiinkamerwoning
(Tuinkamcrwoningen zijn vrij luxueus en
met uw speciale wensen kan vaak rekening
worden gehouden.)
Koopsommen vanaf f89.500,-
Oplcvering begin/zomer 1974.
Deze zeer riante huizen liggen op een der fraaiste
punten in het uitbreidingsplan .Waldervaart".
Zij onderscheiden zich niet alleen door hun zeer
originele bouw. Maar ook door hun voorname, en
toen gezellige, uiterlijk. (Het gebruik van zeer fraaie
steen en veel hout is daar niet vreemd aan.)
Hun totale diepte is ca 10 meter. Een fraaie keuken,
met „open" eetbar, vormt de afscheiding tussen
woonkamer en eetkamer. Voorts vindt u op de
begane grond de ruime hal met toilet. En tevens de
deur die u, vanuit de hal, regelrecht toegang geeft
tot de grote garage. Terug naar de woonkamer gaan
we,via een open edelhouten trap, naar de eerste
verdieping. Drie forse slaapkamers en een badkamer
zijn hier gesitueerd. (Op de dokumentatie en aan de
bouwplaat ziet u hoe ruim alles is opgezet.)
Vanaf de eerste verdieping leidt een open, eveneens
edelhouten, trap naar de tweede verdieping. Alwaar
u een tweetal forse slaapkamers; ruime bergruimte
cn de C.V. ketel vindt. (Een zolder heeft de tuin
kamerwoning niet. Immers: de garage is groot en
eventuele berging op de begane grond evenzo.)
De C.V. voorziet het hele huis van een plezierige
warmtevoor de warmwater-voorziening zorgt een
gasboiler van grote capaciteit.
Dc tuinkamcrwoningen zijn voorts voorzien van
een mechanisch (elektrisch) centraal ventilatie
systeem. Voorts zijn deze huizen echt voor indivi
dualisten. Met uw wensen kan in grote mate
rekening worden gehouden. (Tegels in badkamer en
keuken b.v. naar keuze in rood of groen etc.)
De toekomstwaarde van deze huizen werd nog
groter door toepassing van hardhout; speciale, zeer
duurzame verfsystemen; etc. etc.)
Het uitvoerige dokumentatiemateriaal geeft u snel
méér inzicht. Een bezoek aan ons kantoor, waar ook
een uitneembare maquette staat, zal het vergroten.
U wordt hierbij uitgenodigd. Zowel voor een bezoek
als om hel vragen naar dokumentatie.
Van alle woningen is een grote, uitneembare, maquette aanwezig.
Oók het hele plan „Waldervaart" hebben wij op schaal laten ver
vaardigen.
Oók zonder bericht vooraf bent u welkom voor een vrijblijvende
bezichtiging op dit adres: Nw. Laagzijde 49 - Schagen.
Iedere koper ontvangt een kompleet bestek en de originele bouw
tekeningen.
Bouwdircktie en toezichthouder:
architektenburo Ir. R. Bakker BNA en P.J. Boots.
7
THE ORIGIN OF SPECIES
IT lUU W liTTUl ICJCTMTi
Titelblad van de eerste druk
door D. Hillenius
De volledige titel van Darwin's hoofdwerk over evolutie is 'The Origin
of Species by means of natural selection, or the preservation of fa
voured races in the struggle for lifeIn dc Nederlandse vertaling van
Dr. T. C. Winkler is dat geworden 'liet ontstaan der soorten door na
tuurlijke teeltkeusNatuurlijke teeltkeus, of selectie zoals we tegen
woordig anglicistischer zeggen, was voor Darwin de belangrijkste drijf
kracht achter de evolutie. In het kort komt zijn redenering hier op
neer:
Charles Darwin
Feit 1. Alle planten en dieren
produceren meer nakomelingen
dan er ouders zijn. Bij sommige
dieren kan het aantal nakome
lingen zelfs buitengewoon groot
zijn, zo produceert de zeehaas
(een slak) per keer 500 miljoen
nakomelingen en hij/zij (ze zijn
hermaphrodiet) kunnen dit in
hun leven zelfs enige malen her
halen.
Feit 2. Over het algemeen nel
gen dc planten en dieren er toe
om op gelijke gestalsterkte te
blijven. Er zijn wel schommelin
gen; stijgingen in vette jaren,
dalingen in magere, epidemieën
kunnen grote storingen veroor
zaken, er zijn zelfs soorten bij
welke het regel is dat er om de
zoveel tijd een overbevolking
ontstaat, gevolgd door Ineen
storting van het bestand (lem
mingen b.v.), maar desondanks
ziet men bij de meeste soorten
over langere perioden geme
ten dat hun aantallen om een
bepaald gemiddelde blijven
schommelen.
Feit 3. Alle organismen verto
nen variatie. Geen twee indivi
duen zijn aan elkaar gelijk. Dat
kunnen wc het beste waarnemen
bij dc soort die we het beste
kennen, dc mens. Weliswaar lij
ken familieleden vaak op elkaar,
maar ze zijn nooit identiek.
Afleiding 1. Uit de feiten 1 en 2 is deze gevolgtrekking te maken: van elke generatie planten en dieren moet
een flink aantal individuen omkomen. Denk maar aan de zeehazen; van al die 500 miljoen nakomelingen per
individu (gesteld dat hij/zij zich maar één keer voortplant) mag er gemiddeld slechts één in leven blijven.
Ziekte, voedselnood, roofdieren, ongelukken zorgen hier voor.
Afleiding 2. Uit de combinatie van de eerste afleiding en het derde feit volgt de natuurlijke selectie: omdat
van elke generatie een groot aantal individuen moet afvallen en omdat geen twee individuen aan elkaar gelijk
zijn, zullen die individuen overblijven die het meest tegen de omstandigheden opgewassen zijn. Over het al
gemeen zullen de dieren overblijven die het best tegen roofdieren bestand zijn, doordat ze b.v. het snelst zijn,
of goed gepantserd, of onopvallend van kleur, of voorzien van gifstoffen of andere wapens. Bij planten een
soortgelijke redenering: de planten die als de omstandigheden geschikt zijn het snelst ontkiemen, het meest
bestand zijn tegen vraat, vorst, waarvan de zaden zich het best verspreiden etc. etc. zullen meer kans maken
op overleving dan minder gezegende soorten.
Darwin nam hierbij aan dat de variatie, de ongelijkheid der individuen, erfelijk bepaald was. De snelste dieren
zouden dan gemiddeld sneller nakomelingen krijgen dan tragere dieren, en als de selectie in die richting zou
worden voortgezet zouden de volgende generaties door afstoting van de tragere dieren steeds sneller
moeten worden.
Deze natuurlijke selectie of teeltkeus is vrijwel nooit te bewijzen, zeker niet in Darwin's tijd. Dat komt doordat
de omstandigheden slechts zeer langzaam veranderen, zodat de planten en dieren die we nu waarnemen al heel
lang zijn blootgesteld aan dezelfde selectie en practisch al volledig zijn aangepast voorzover hun erfelijke
variatie toelaat. Pas als de omstandigheden zich zouden wijzigen, zou men verandering door middel van natuur
lijke selectie kunnen waarnemen.
In onze tijd zijn enkele voorbeelden
van een dergelijke selectie waargeno
men. Onder invloed van luchtvervui
ling vertonen de oorspronkelijk witte
berkenstammen in de buurt van indus
trie-centra de neiging om zwart te wor
den. Een vlindersoort die zich in rust
tegen de berkenstam aandrukt en die
vroeger door de eigen witte kleur vrij
wel onzichtbaar was, werd tegen de
vervuilde stammen juist goed opval
lend. Kennelijk bezat deze soort in zich
dc potentie om ook (erfelijk) zwarte
varianten op te leveren. Dank zij de
natuurlijke selectie door vlinderetendc
vogels, die dat werd met experimen
ten gecontroleerd de opvallende
vlinders meer opaten dan de niet-opval-
Icnde. bleven na enige tijd alleen zwar
te individuen over: industriemelanisme.
Darwin kende dergelijke voorbeelden
niet. maar hij kwam tot zijn geniale
gedachte ten eerste doordat hij op zijn
vijf jaar lange wereldreis overal plan
ten en dieren aantrof die tot in fijnzin
nige details aan elkaar en aan de
omgeving waren aangepast, en vooral
doordat hij door zijn omgang met kwe
kers van huisdieren een goed inzicht
had gekregen in het mechanisme van
selectie. Kwekers kunnen zich een doel
stellen en daar naar toe kweken, door
dat ze alle planten of dieren die van
dat doel afwijken afmaken en alleen
verder kweken met individuen di eeni-
ge kans beloven in de goede richting.
Darwin zag de natuur als zo'n kweker;
het doel zou zijn de zo goed mogelijke
aanpassing aan de omstandigheden; het
middel om dat te bereiken zou zijn het
te gronde gaan van de grote aantallen
nakomelingen die minder geschikt zijn.
Er zijn vrijwel geen biologen meer die
aan dit basisverhaal twijfelen. Maar er
zijn allerlei aanwijzingen dat Darwin er
zelf aan twijfelde, of liever gezegd hij
was wel van het principe overtuigd
maar hij vond steeds groter moeilijk
heid om de bezwaren van sommige
tegenstanders te weerleggen.
Het belangrijkste probleem werd ge
steld door de schrijver Samuel Butler,
ook al kon Darwin hem die geen
bioloog was in de discussie negeren.
Butler stelde dat het ware probleem
van de evolutie niet het ontstaan der
soorten was, maar het ontstaan der
variatie (zie feit 3). Darwin had daar
inderdaad geen antwoord op en zocht
het zelfs in min of meer Lamarkisti-
sche aanvullingen, in die zin dat de
eisen van d. omgeving direct invloed
zouden hebben op het te voorschijn
komen van bepaalde eigenschappen, die
daarna erfelijk zouden blijven. Het was
pas na Darwin's dood dat onze landge
noot Hugo de Vries, met zijn mutatie
theorie, een bevredigende verklaring
gaf voor het ontstaan van steeds nieu
we variaties, zodat de natuurlijke (en
de kunstmatige) selectie steeds weer
nieuw materiaal zou hebben om de
tanden in te zetten.
Een amler probleem wat hiermee ver
bonden is, is de vraag in hoeverre de
variaties erfelijk zijn, als ze dat name
lijk niet zijn, zou de natuurlijke selec
tie geen effect hebben. Men kan zich
b.v. voorstellen dat de verschillen die
men waarneemt tussen de individuen
puur toeval zijn zodat als men dc
grootste uit een groep kiest om tot
voortplanting te brengen, de nakome
lingen toch weer de gemiddelde lengte
hebben van de hele groep. In feite is
dit wat bij de kunstmatige selectie
regelmatig optreedt. Suikerbieten b.v.
heeft men wel heel lang kunnen opvoe
ren in suikergehalte, door steeds maar
door te kweken met de suikerrijkste,
maar al enige tijd is cr vrijwel geen
verbetering meer mogelijk. Individueel
is er nog veel verschil in suikergehalte,
maar het maakt niet meer uit of men
verder kweekt met de suikerrijkste, de
gemiddelde of de suikerarmste, het ge
middelde suikergehalte van de nakome
lingen blijft gelijk.
Er is nog een andere mogelijkheid
waarbij de variatie niet erfelijk is.
Wanneer men de individuele planten
van dezelfde soort over een groot geva
rieerd terrein bekijkt, met veel ver
schillen in vochtigheid, temperatuur cn
zuurgraad, is het mogelijk dat cr grote
verschillen onderling zijn, die het ge
volg zijn van individuele aanpassingen,
zonder dat erfelijke verschillen een rol
spelen.
Maar juist door dc vergelijking met
kunstmatige selectie is duidelijk dat
ondanks een soms grote plasticiteit
een groot deel van de zichtbare variatie
erfelijk is vastgelegd en dus beïnvloed
baar door selectie, kunstmatig of na
tuurlijk.
De mens weet in toenemende mate de
strengheid van de natuurlijke selectie
op zijn eigen soort af te zwakken. Dat
begint al bij de primitieve medicijn
man, die waarschijnlijk wel meer magie
toepast dan de moderne arts, maar die
toch ook vaak een grote traditionele
kennis heeft van geneeskrachtige knii-
den en andere middelen. De medische
wetenschap is een van de sterkste wa
pens tegen de natuurlijke selectie: de
zwakken, de voor allerlei ziekten en
gebreken vatbaren worden in leven ge
houden en met desnoods kunstmatige
middelen zelfs tot voortplanting ge
bracht. Van verschillende ziekten of de
aanleg., er toe staat vast dat ze erfelijk
zijn vastgelegd. Door de effecten van
deze aanleg te onderdrukken houdt
men de aanleg in stand. Gevoegd bij
het feit dat door mutaties dezelfde
aanleg regelmatig opnieuw ontstaat, be
tekent dat, dat een steeds groter deel
van de mensheid er mee wordt behept.
Maar niet alleen de medische weten
schap bewerkt dit, het is onze eigen
sociale aanleg, die ondanks de kwaad
aardigheid van oorlog en uitbuiting zo
duidelijk geneigd is om de zwakken te
beschermen, die de natuurlijke selectie
bestrijdt.
Regelmatig komt dan ook de mening
naar voren dat de mens wat aan zijn
eigen selectie moet doen. Hele lijsten
zijn er opgesteld van eigenschappen die
men niet gewenst achtte voor de men
selijke soort en waarvan de dragers dus
zouden moeten worden buitengesloten
van voortplanting, b.v. door castratie.
Dergelijke meningen komen niet alleen
uit do fascistische of nazistische hoek.
Een vrouwenorganisatie van de Engelse
Labourparty stelde lang voor de tweede
wereldoorlog ook eens zo'n lijst op.
Behalve enkele bekende erfelijke licha
melijke gebreken werd ook voorgesteld
om doven, blinden en armen te sterili
seren. J. S. Haldanc, die behalve een
groot geneticus ook een zeer sociaal
voelend mens was, ging hier vurig
tegen te keer. O.a. stelde hij dat de
mensheid meer onder agressie en domi
nantie zucht dan onder blindheid en
doofheid, en dat armoe waarschijnlijk
eerder een gevolg is van de in vele
culturen hooggeschatte agressie en do
minantie. Het leek hem dan beter om
voortaan alleen nog maar mongooltjes
tot voortplanting te laten komen, om
dat zij de zachtmoedigstcn aller men
sen zijn. Dat mongooltjes niet vrucht
baar zijn, zou een uitdaging moeten
betekenen voor de medische weten
schap.
Waarschijnlijk meende Ilaldane dit
voorstel niet serieus en wilde hij alleen
maar aantonen hoe willekeurig en voor
al kwaadaardig de menselijke selectie
binnen de eigen soort zou zijn.
Daar komt nog iets bij. De mens is wel
een knap kweker van nuttige en onzin
nige plant- en diervormen, maar het is
telkens weer duidelijk dat hij vergele
ken met de natuurlijke selectie maar
oppervlakkig te werk gaat. Als men
grote aardbeien wil kweken, lukt dat
best, na enige tijd komen er tomaatgro-
te aardbeien op de markt. Helaas sma
ken die dan nergens naar. Rozen met
lange stengels kweken is ook best mo
gelijk en ten slotte heeft men ze met
stengels van meer dan een meter leng
te, ze geuren echter niet meer.
Als een bepaald slag hond in de mode
raakt, slagen de kwekers er in korte
tijd in om een geweldig aantal van
dezelfde uiterlijke vorm op de markt te
brengen. Meestal zijn die honden dan
niet meer te genieten, psychisch insta
biel, onbetrouwbaar, hysterisch. Het is
niet voor niets dat blindegeleidehonden
zo vaak bastaarden zijn, die zijn be
trouwbaarder dan rashonden. Theore
tisch kan de menselijke kweker ook
een grote cn smakelijke aardbei kwe
ken, een langstengelige cn geurige
roos, een rashond met goed karakter,
maar het is blijkbaar oneconomisch om
op meer dan één eigenschap tegelijk te
selecteren. Het gevolg is ook dat de
meeste kweekrassen het zelden langer
dan enige tientallen jaren uithouden;
levensvatbaarheid hangt blijkbaar van
zoveel eigenschappen af dat er niet
eens aan begonnen wordt. Als dat al
het resultaat is van kweken met niet-
mensclijke organismen, zou men dan
het menselijk ras aan menselijke selec
tie durven overgeven? Durft iemand
nog een lijst op te stellen van wenselij
ke eigenschappen? Intelligent, gezegge-
lijk, eigenwijs, origineel, conventioneel,
zachtmoedig, koppig, moedig (en tot
hoever?), laf (of levenslustig?) en zo
maar verder. Bij lichamelijke afwijkin
gen ligt een ingreep eerder voor de
hand. Maar waar is de grens? Wat is
het criterium? Is niet elke ingreep in
het voortplantingsgedrag van anderen
een inbreuk op onze sociale eigenschap
pen, dc belangrijkste die we hebben?