Leo van Straaten leert met pech leven T20IW/KWARTET ZATERDAG 21 APRIL 1973 SPORT T25/K25 BELANGSTELLING VOOR BASIS GROEIT BIJ VEEL SPORT ORGANISATIES door Hans Schmit NeVoBo-voorzitter Piet de Bruin on derschrijft deze ontwikkeling. Maar: 'We hebben in feite altijd aandacht voor de basis gehad. Er zijn hooguit tweeduizend topspelers, zodat er nog 58.000 anderen overblijven. De top interesseert ons wel, anders zouden we geen buitenlandse trainer aantrek ken. Maar we willen ook op alle andere lagen onder die top werken.' De NeVoBo dreigde op die alleronder ste laag zijn greep te verliezen. Er groeiden wilde competities, er kwa men bedrijfsverenigingen met eigen competities. Het rapport is dan ook, Piet de Bruin erkent dat zonder meer, een zekere vorm van lijfsbe houd geweest. Zijn verhaal is lang en begint bij het lijfsbehoud. 'Het gevaar was niet zo zeer dat het aantal wilde volleyballers toeneemt. Het ging vooral doordat we gevoelens van onrust bespeurden, dat we merkten dat de mensen iets tegen de bond kregen. Al die 58.000 mensen onder de top zijn voor een belangrijk deel in feite recreatiesporters. Die mensen gaan voor hun plezier spelen en krijgen dan te horen: dit mag niet, dat mag niet, als je dat doet krijg je een boete, je rugnummer is te klein. De mensen worden dat beu, wat inte resseert hun een rugnummer? Er is een algemene tendens waarneembaar van: laat ons met rust, we spelen heus wel zonder alles er omheen. Het hoeft van ons niet zo goed georgani seerd te zijn. En waarom moeten we onze mond houden, waarom weten jullie het beter, waarom leg je ons nu eens niet uit wat je nu precies doet? En dan besef je als bond dat je al die tijd paternalistisch hebt gewerkt en dat je een sociale taak al die tijd niet volledig hebt benut. Daarom willen we nu ons apparaat, onze kennis, ter beschikkipg stellen van de recreaties port. Recreatief volleybal is moeilijk grijpbaar, het is ingewikkeld. Je zult een hele soepele competitie moeten opzetten, zonder degradatie. Mensen die geen zin hebben of niet kunnen, mogen wegblijven. Je zult met veel dingen gewoon rekening moeten hou den, terwijl vroeger de sporter reke ning met de bond moest houden. Een winkeliersvereniging kun je niet in december laten spelen. De andere wind die zal gaan waaien, moet niet alleen voor de recreatiesport gelden maar ook door de wedstrijdsport waai en. Een voorbeeld: vissers uit Wierin- gerwaard wilden in de competitie spe len, maar het aantal dagen waarop zij konden spelen, is, door het verblijf op zee, uiterst beperkt. Zo'n probleem moet in de toekomst kunnen worden opgelost, dat moet te plooien zijn. Goed, het schema van de competitie- leider, waarop staat dat iedere dins dag moet worden gespeeld, klopt dan niet meer. Maar wat dan nog? Laat dat schema maar in de war zijn en die vissers spelen. Ook de reglemen ten zullen soepeler worden. Die regels zijn gemaakt voor de eredivisie en dan mag je ook wel eisen stellen. Maar diezelfde regels worden inte graal toegepast bij een wedstrijd in de vierde klasse d: Is dat niet wat overdreven?' Andere achtergrond De basketbalbond zal deze zomer star ten met een actie voor recreatiebas ketbal en richt zich daarbij op vakan tie- en jeugdcentra. De basketbalbond doet dit echter vanuit een andere achtergrond dan de volleybalbond. Ton Eekhout: 'Wij kennen weinig wilde spelers. Bij volleybal is dat gemakkelijker, je spant een lijntje en speelt. Bij basketbal zijn de regels moeilijker, heb je apart materiaal (baskets) nodig.' In nog een ander punt onderscheidt zich de basketbalbond van de volley balbond. Waar bij de ene organisatie de bloeitijd van de top voorbij is, is die bij de andere op een hoogtepunt. Ton Eekhout: 'We doen veel in de top, lopen gedeeltelijk voorop, durven te experimenteren. Maar dat betekent niet dat je je ogen moet sluiten voor wat onderaan gebeurt. Er is een men taliteitsverandering bij de mensen, ze zoeken het graag zelf uit en willen met zo'n bal zomaar wat doen. Wij maken ze dat door strenge regels echter moeilijk. Ik vind dat de sport zich dan arrogant opstelt. Door die strenge houding, door het zich apart van de maatschappij opstellen, zijn juist de mensen van de onderste laag afgestoten. De dierenbescherming heeft de oogkleppen voor paarden af geschaft, maar de sport heeft ze daar entegen weer ingevoerd. Je mag al leen maar kijken naar een 100 meter die je in tien seconden moet afleggen. Bij wat we deze zomer gaan experi menteren is de bal het belangrijkst. De bal is een bindend element, een contactpunt tussen mensen. Je kunt lopen, fietsen, zwemmen, maar dat doe je alléén. Atleten die 's winters aan het strand trainen, zie je na afloop samen nog even gaan ballen. Een mogelijkheid tot dat ballen biedt basketbal.' CN HAAG Sport is nog altijd n bezigheid die weinig speel- Mmte biedt. Als kind van een iraperige prestatie-maatschap- f}0j is sport in de eerste plaats mpetitie en concurrentie. On- Jiks het feit dat de Coubertins ons anders willen doen loven, is overwinnen belang- dan deelnemen. Het stre- q naar meer doelpunten en me- rs en minder seconden staat sral centraal. Op die prestatie- jncipes stoelen ook de sport- janisaties. Bonden zijn strak itructureerd en hebben het be lenen van een bepaalde tak van >rt als een exclusief recht tot h getrokken. Wil je voetballen? stekend, maar alleen in de rpJVB. En als je dan in die KNVB moet je je aan de regels van spel en die bond houden, an- 3lt/s betaal je een boete of kras naar op. ir een groot aantal mensen vormen gelijke voorwaarden onoverkome- e drempels. Door de strenge eisen de wedstrijdsport (en de daaruit ftvloeiende topsport) worden men- afgeschrikt. Om die mensen niet l00de kou te Iaten staan. is een 'vUrnatief in het leven geroepen. Wie oefte heeft aan wat lossere sport- kan terecht in de recrea- CJ-jport Een wat merkwaardige term, door de raad voor de recreatie- v-j inhoudelijk nader werd verkl ik ird als bezigheid die 'in de eerste its wordt bedreven om de ontspan en de mogelijkheid tot sociaal ct'. In de wedstrijd- en topsport, blijkt in ieder geval uit deze |- nitie, gaat het dus in ieder geval wat anders dan ontspanning en aal contact. Secundair p ferm recreatiesport ligt vooral de 5te jaren de sportbestuurders voor de tong. Er zijn en worden op lelijk niveau en op regionaal en tselijk niveau acties opgezet om je e trimmen, om weer eens wat aan et te gaan doen. Aanvankelijk eten die acties hun succes voor groot deel aan de getoonde snel ende curves op de grafieken over de toename van hart- en vaatziekten. Tegenwoordig echter ligt het accent meer op het feit dat bewegen best plezierig is en de gezondheid is een niet onbelangrijk, maar wèl secundair punt van overweging. In veel opzichten onderscheidde de recreatiesport zich nauwelijks van de wedstrijdsport Het niveau lag lager, dat wel, maar een standloop werd al snel een prestatieloop. Je kunt als recreatiesporter brevetten halen, je kunt proeven afleggen en zelfs (zoals bijvoorbeeld in de zwembond met zijn afstandsproeven) ere-metaal (zij het niet zo blinkend als op de Olympische Spelen) mee in de wacht slepen. Kor tom, de recreatiesport kreeg hetzelfde strakke en prestatieve gezicht als de met wedstrijd- en topsport verschij ningsvormen van de sport. Het ligt voor ,de hand dat op deze wijze evenmin èen greep werd verkre gen op de mensen die jnen op het oog had. In 'Inzicht 4', een discussiestuk van de Christelijke Korfbal Bond, worden drie elementen genoemd die wel eens het grote struikelblok zou den kunnen zijn voor de recreatie sport binnen de huidige sportorganisa ties. Als eerste wordt de prestatie levering in competitieverband ge noemd. 'Van iedereen,' zo schrijft het blad, 'die sport wil gaan bedrijven, wordt verwacht dat hij zich zal inzet ten voor een zo hoog mogelijke, meet bare prestatie. Zij die dat niet (meer) willen of kunnen, dreigen op z'n minst uit de boot te vallen.' Als tweede drempel wordt het sterk geor ganiseerde karakter van de sportorga nisaties genoemd terwijl als derde drempel een mogelijke (her)waarde ring van de prestatie in het algemeen wordt aangedragen. Volwaardig Recreatiesport zou, aldus Inzicht, een volwaardige vorm van sportbeoefening moeten worden en zou gericht moeten zijn op de persoonlijke beleving van het bewegen. Geen trainingen voor het bijschaven van- je techniek, niet werken in prestatie-groepen, het op heffen van leeftijdsgrenzen voor groe pen, het afschaffen van verplichtingen het zijn slechts enkele konsekwen- ties voor de organisatie die nu nog op de wedstrijdsport is gericht, maar zich graag voor de recreatiesport zou willen openstellen. Dat openstellen gaat de organisaties in de individuele takken van sport gemakkelijker af dan de organisaties van teamsporten. In atletiek, zwem men en turnen worden reeds activitei ten ontplooid. Ton Eekhout, bestuurs lid van de basketbalbond: 'Voor team sporten is het aanzienlijk moeilijker iets te doen. De voetbalbond en de handbalbond zagen niet zo veel in de recreatiesport. Alleen de volleybal- bond en de basketbalbond vonden dat er iets moest gebeuren.' Bij de VeVoBo heeft dat inmiddels geleid tot een onlangs verschenen rap port, dat wat uitgangspunten betreft is gebaseerd op wat in 'Inzicht 4' naar voren is-gebracht. In de NeVoBo leeft de behoefte aan werk op het grond vlak. De recreatiesporters worden niet alleen graag binnengehaald, maar vóór alles even graag begeleid, opge vangen en vrijgelaten. Een ontwik keling die wordt ingezet op het mo ment dat juist de top van het Neder landse volleybal afbrokkelt Na jaren van heerschappij in West-Europa, na de successen van Blokkeer en Delta- Lloyd in de Europa Cup en de sensatie steeds dichter bij het Oosteuropese niveau te komen, vallen de topclubs uiteen en is er nauwelijks nog belang stelling voor de nationale teams die momenteel naar weer een goede klas sering in de Westeuropese toernooien toe werken. De top brokkelt af. De belangstelling voor de basis groeit. door Ruud Verdonck naar Volendam waarmee hij naar de weinig aantrekkelijke eerste divisie verdween. En raakte toen tot over maat van ramp geblesseerd. 'Eerst aan m'n been. Ik groeide toen de oudjes uit het eerste waren gezet in het B- elftal net weer naar m'n vorm toen ik die blessure kreeg. Dat moest herstel len en toen dat allemaal goed was en ik weer klaar was voor het eerste kwam die schouder daar in Engeland erbij. En nou loop ik dus in de ziektewet. Verdomd jammer. Maar je moet er wel tegen kunnen. En van de andere kant, stel dat ik weg zou wil len, m'n kontrakt loopt dit seizoen af, dan kan het twee kanten op werken. Ik bedoel, wat tranfersom betreft. Ik heb weinig in de schijnwerper ge werkt hè. Dus zo kan 't ook. Niet dat er ergens over gepraat is hoor. Want er is nog niks gezegd. En ik zeg, waar m'n brood ligt, daar werk ik. Dus maar het is toch niet prettig zo'. Leo van Straaten is echter een van de weinige spelers in Nederland die het die pech heeft leren leven. Hel heeft hem de kans gegeven afstand te ne men van het gebeuren op het veld. Afstand van kritiek. Bouwend aan een toekomst waarin het voetballen een welkome en vooral vermakelijke on derbreking is. Ook en ondanks alles, in Volendam. 'Ik heb afstand kunnen nemen. Toen ik in de UEFA-jeugd zat, speelde Johan Cruijff ook mee. Die werd hemaal klaar gemaakt voor topvoetbal. Daar werd alles op ge- bouwda. Ik moest van m'n vader eerst de HBS afmaken. En terecht. Door dat alles heb ik afstand kunnen nemen. Als ik nu stop met de voetballerij blijf ik op hetzelfde peil staan. Dan krijg ik geen klap terug omdat ik minder verdien. Ja en wat dat betreft ben ik nog steeds een echte seml-prof. Dat moet je in Volendam ook wel helemaal zijn. Je moet je ook niet laten leven. Veel voetballers worden door het publiek op zo'n plaats gezet, dat ze er naar gaan leven. Grote wagens, veel geld. Nou, ik reed tot mijn kind werd geboren gewoon rond in een eend. Een mentaliteitskwestie is het. Laat je niet leven'. Die mentaliteit deed Van Straaten wel noodgedwongen op, maar hij kan er niet als een nadeel op terugzien. Hoogstens dat hij niet heeft gehaald tot nu toe wat er werkelijk had ingezeten. 'Ik ben nu in m'n sterkste jaren. Het niveau van een Schrijvers, een Thie, een Treytel had er voor mij met minder pech ook ingezeten. Maar er kan nog van alles gebeuren. Ik heb voor mezelf gesteld zo tot m'n dertig ste dit verder te doen. Kijken wat er in zit. En dan, wie heeft er in de eredivisie nog een keeper nodig. Dan moet je gaan denken. Maar ik heb geleerd te incasseren. Als ik stop wil ik ergens weer verkoper worden. En als ik hier dit seizoen weg zou gaan, dan toch liever geen eerste divisie club meer'. Volendam, de 'Heen en Weer' die ja renlang over de voetbalgolven trok ligt dit jaar in de eerste divisie voor lager wal stevig aan anker. En zoals bij binnenkomt, ontstaat er paniek. Leo van Straaten (26), Amsterdammer van ieder schip dat uit Volendams pitto reske haven uitvaart en niet op tijd geboorte en via omzwervingen door het Brabantse land weer dicht bij de standplaats van zijn wieg terecht ge komen, heeft de paniek meegemaakt. irrr ENDAM Leo van Straaten is helemaal uit de picture i ikt De man die in de UEFA 1 1 gerenommeerde keepers als van der Roer en Piet Ijvers achter zich liet en later mg Oranje ook boven Heinz werd gekozen, zit bij Volendam edwongen aan de kant. Nu wel jinste, want in januari raakte schouder tijdens een dschappelijke wedstrijd van adam tegen Southend in land uit te kom. Het herstel kt nog steeds, want Leo van ten wil geen enkel risico lopen, voor echter al was hij onder g naar de reservebank lisd. Toen Volendam ineens fluitend de weg naar de üsie terug wist te vinden was irste reactie van de clubleiding oude garde naar de kant te i en jonge spelers in te zetten, paren de eerste tekenen van rk in Volendam. Nu zijn dien (^0jen er weer, Volendam kan lit nog gokken op een periode- \~L ioenschap en zelfs dat lukt i. En dus wordt de 'oude garde' ier snel in ere hersteld. Zelfs l Pelk, eerder gestopt en Igcns alleen werkend aan de 'ij die hij drijft, loopt weer ondjes om de conditie op te in. en traint weer als 7 dams hoop in bange dagen. Hij kijkt er deels vermaakt deels op een afstand, maar zeker ook deels nauwbetrokken en als gedupeerde spe ler naar. 'Die paniek', zegt hij, 'ont stond al na een paar wedstrijden. Kijk, hier op het dorp zoals ze dat zeggen, dacht iedereen, dat we wel even gauw weer terug zouden komen in de eredivisie. Dat we er helemaail geen moeite voor zouden hoeven te doen. We wonnen de eerste twee wedstrijden, toen speelden we hier gelijk tegen Roda JC, toen begon het al een beetje. Maar we verloren daar op ook nog eens twee wedstrijden- Ja, en toen moest er wat gebeuren. Dat kon niet langer zo. Toen moesten de jonkies erin, de oudere spelers werden aan de kant gezet'. Een niet vreemde reactie voor Volen dam. De voetbalemoties laaien er soms hoog op en het heeft er meestal de schijn van dat het puntje van de zalm van de Nederlandse voetbalken ners zich aan de boorden van het IJssehneer in een dorp dat z'n wel vaart dankt aan de paling, de toeris ten en de vele nieuwbouw in de omgeving heeft verzameld. Kritiek wordt ongezouten gegeven (ex-trainer Hans Croon kreeg in moeilijke dagen een spandoek met de mededeling dat hij maar onmiddellijk moest vertrek ken in z'n tuin gezet; schoolmeester Dick de Boer kreeg van een leerling de mededeling 'alsdat m'n vader je zondag maar knap waardeloos vond voetballen', zo gaat dat). Pluimen worden enkele dagen later onder het motto 'ik heb het altijd wel gezegd' weer even kwistig rondgedeeld. En als je niet van 'op Volendam' komt, kunnen dat soort situaties fors gaan knaken. 'Ja, je moet wol stabiel zijn als voetballer om dat soort din gen te kunnen incasseren', zegt Leo van Straaten. 'Ik wil niks afdoen op hier, het is toch een geweldig dorp hoor, maar zo zijn de mensen nu eenmaal. Die paniekreacties hebben weer een sneeuwbal-effect. Het elftal is door elkaar gehusseld op zoek naar de betere resultaten. Het falen valt daar echter wel uit te verklaren. Zo'n Walter Ferreira ook. Die jongen heeft het al moeilijk genoeg omdat hij niet met de mensen kan praten. Hij komt veel naar mij omdat ik zo goed en kwaad als dat gaat nog wel met hem kan praten. Maar dan maakt hij op een gegeven moment geen doelpunt meer en dan is hij de gebeten hond, en nau heeft hij er net weer twee gemaakt en dan zeggen ze dat hij het helemaal heeft. Billy Bond, ja net zo'. Het kost moeite om in Volendam te aarden. Jarenlang teerde de club lou ter op spelers die op het dorp waren geboren. Daarna heette iemand die nauwelijks tien kilometer buiten de bebouwde kom was geboren al een aankoop (Jan Ruiter), maar toen met de stijging van het voetbalpeil in Nederland en de komst van meer auto's in Volendam de speelplaatsen voor de jeugd kleiner werden, moest echt naar 'buitenlanders' worden om gekeken. Leo van Straaten was de eersteechte, toen Anderlecht Jan Ruiter weghaalde. Hij is er, zeker nationaal gezien, dit jaar min of meer in het vergeetboek geraakt. Toch stelt hij. 'Als prof moet je dit pikken. Ik heb hiervoor gekozen. En ik vind het hier prettig. Waar kun je anders beter wonen. Dat is hier ideaal. Vlak bij de grote stad. Ik ben hier geko men als full-prof. Dat kon toen. In de eredivisie onder Hans Croon, werd er tweemaal per dag door de full-profs Mtlhren en Walter Ferreira schoppen 's morgens nog wel eens. Ik heb wat om handen nodig. Dus ik ben erbij gaan werken. Op een kantoor. Ja, ik ben nu m'n plaats kwijtgeraakt aan Jan Hoogland. Maar ik sta er nuchter tegenover. Als je niet kunt incasseren kun je beter gaan klaverjassen, gooi de kaarten maar op tafel en wegwezen. Ia zit hier beslist niet met tegenzin. Het is alleen weer pech'. De lijn van Van Straatens voetbalcar rière heeft zich ook naar Volendam doorgetrokken. De pech van Leo van Straaten. Toen hij bij NOAD, toen getraind. Dat Is nu veranderd. Jantje nog een profclub, speelde, wilde de club hem alleen voor een voor die dagen (we spreken over acht jaar terug) hoog bedrag twee ton laten gaan. PSV, dat net Gert Bals overdeed aan Ajax, ging aan zijn neus voorbij. Later, toen hij naar Den Bosch was vertrokken werd hij het slachtoffer van een uitgekookt spelle tje tussen machthebber bestuur en slaaf voetballer. Werd tweede man achter Hans van der Pluym. Vertrok

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1973 | | pagina 25