Terug naar de onderhandelingstafel. Heren van de Industriebonden,leest u ookeven mee?) Hier zijn defeiten. Wij zijn niet tegen veranderingen in de inkomens verhoudingen. Maar dat is een nationale zaak, waarover moet worden beslist op basis van feiten. En van onderzoek. Wij willen eraan meewerken, dat de feiten zo snel mogelijk op tafel komen. Maar de zaak moet niet nu worden uitgevochten bij de onderneming. Wij, werkgevers, willen graag een eind aan het conflict. Niemand is er bij gebaat. Maar dan moeten we écht kunnen onderhandelen. En niet een onwrikbaar standpunt tegenover ons vinden met bovendien stakingsacties als mes op tafel. Wij vragen aan u de ontwikkelingen te blijven volgen. En zelf te oordelen. Vanuit de feiten. En u, heren van de industriebonden: we hopen tot spoedig ziens. Deze pagina gaat over verdienen in Nederland Er wordt gestaakt in Nederland. In de metaal, in de textiel en straks misschien ook in andere bedrijven. U leestelbe dag weer welke ondernemingen aan de beurt zijn voor nieuwe acties. Kranten, radio en televisie hebben de zaakvan diverse kanten belicht. Maar veel mensen begrijpen langzamerhand echt niet meer waar het precies om gaat. Er rijn mis verstanden, er is onbegrip. De situatie is onduidelijk. Wij vinden dat u recht hebt op de feiten. Opdat u zelf kunt oordelen. Dit is niet zomaar een staMngsconffict. Het is dit keer niet zoals met andere stakingen. Meestal ontstaat een staking als de werkgevers in tegenstelling tot de vakbonden menen dat de gestelde looneisen meer kosten dan verantwoord is. Als de werkgevers nu aan de eisen van de industriebonden gevolg zouden geven, zou hun dat géén extra geld kosten. Waarom geven ze dan niet toe? Omdat dan onrecht wordt gedaan aan grote groepen werknemers die in koopkracht belangrijk achteruit zouden gaan. Werknemers bovendien die door de industriebonden uit het overleg worden geweerd. De bonden willen zonder hen beslissen over hen. En dat vinden wij niet eerlijk. Om de uitgangspunten van beide partijen goed te kunnen beoordelen, moeten we uitgaan van het vorig jaar gesloten Centraal Akkoord. Doel daarvan: bestrijding van de geldontwaarding door middel van matiging van loon- en prijsstijging in 1973, maar zonder de koopkracht aan te tasten. Daarop vonden vertegenwoordigers van de vakbeweging, de werkgevers en de regering elkaar. Wat willen nu de industriebonden? Zij vinden dat de lonen zo veel mogelijk met centen moeten worden verhoogd - en niet met procenten - om de inkomens naar elkaar toe te trekken. Dit is niet het doel van het Centraal Akkoord, dat uitging van loonsverhoging en vergoeding van de prijsstijging in procenten. Wel werd bij dat Akkoord afgesproken dat de laagstbetaalden er in ieder geval op vooruit zouden gaan. Ondanks dat Centraal Akkoord zal trouwens de koopkracht van veel mensen er dit jaar toch al op achteruitgaan. Dat komt - afgezien van wat de bonden willen - door de belastingen en de sociale lasten. Dit zijn de cijfers. Kijkt u maar naar het nu volgende overzicht van vijf verschillende toongroepen (waarbij het vertrekpunt is dat de prijzen met 71% en de tonen met 31% zullen stijgen en daar overheen een prijscompensatie wordt gegeven van 7% - dit wordt in totaal 10f%): Bruto jaarloon '72 Gemiddeld Meer of minder (incl. vakantietoeslag) per maand koopkracht '73 f 12.000 f 1.000 0,02% f18.000 f 1.500 W f25.500 f2.125 -0,9 f40.000 f3.333 0,7 f66.000 f5.500 -2,4 En waartoe leiden nu de eisen van de industriebonden Hun "centen in plaats van procenten"-standpunt met een maximum van 250 gulden vergoeding per procent prijsstijging. Hier staat 't: Bruto jaarloon '72 Gemiddeld Meer of minder Oncl. vakantietoeslag) per maand koopkracht '73 f 12.000 f 1.000 1,8% f18.000 f 1.500 1,1% f25.500 f2.125 -1,8% f40.000 f3.333 -3,6% f66.000 f5.500 -6,1% Tijdens de onderhandelingen hebben de werkgevers zich bereid getoond tegemoet te komen aan veel eisen van de bonden; veelal ten gunste van de lagerbetaalden en ten laste van de hogerbetaalden. Maar wij stelden wél als voorwaarde - en niemand zal dat toch onredelijk vinden - dat die hogerbetaalden er dan zelf ook over zouden mogen meepraten. Datzelfde geldt trouwens voor de wens van de bonden om iedereen onder de cao te laten vallen. Bonden willen het onderste uit de kan. Op 30 maart waren de werkgevers in de metaal bereid in te gaan op een voorstel van professor Goudzwaard, die als onpartijdig voorzitter een nieuw gesprek had geleid. Dat voorstel kwam vergaand tegemoet aan de verlangens van de industriebonden. Het kwam voor de laagstbetaalden precies neer op de koopkracht-verbetering die de bonden zelf willen. En het hield voor de hogere inkomensgroepen een beperking van de prijscompensatie in. Kijkt u maar: Bruto jaarloon '72 Oncl. vakantietoeslag) Gemiddeld per maand Meer of minder koopkracht V3 f 12.000 f 1.000 1,8% f18.000 f 1.500 1,0% f25.500 f2.125 -1,5% f40.000 f3.333 -1,4% f66.000 f5.500 -3,7% Toch zeiden de industriebonden nee. Zij willen het onderste uit de kan: niemand meer dan 250 gulden vergoeding per procent prijsstijging. Zij willen hoe dan ook achteruitgang voor grote groepen werknemers. Maar dat kan toch moeilijk een redelijk uitgangspunt voor overleg zijn? Wij gaan er niet mee akkoord, dat niemand meer dan die 250 gulden krijgt. Toch hebben wij nóg een toenaderingspoging gedaan: onderzoeken of degenen die aan spraak maken op méér dan 250 gulden niet te veel zouden krijgen. Mocht dat zo zijn, dan zijn we bereid, in overleg met de betrokkenen, een correctie toe te passen. Maar de industriebonden blijven erbij dat zij persé nu hun voorstellen geaccepteerd willen hebben. Overal breken zij de onderhandelingen af. En gaan over tot acties die veel persoonlijke offers vragen en miljoenen guldens schade aanrichten. 'Is dat het waard? e%e vrr vosWnJ!;„A Dit is een publikatie van de gezamenlijke werkgevers die te maken hebben met de industriebonden. Adres: Prinses Beatrixlaan 5, Den Haag. Tel. 070 - 814171.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1973 | | pagina 16