MENINGEN BOTSEN OVER GEWETENSBEZWAARDEN
5
vat
jTtr komen steeds méér kieviten
Amerikaan op
zoek naar
zijn redders
oeiende pressie om ook 'atoompacifisten' en politieke dienstweigeraars te erkennen
Zó
aartu
rtstig:
mm bank
m
k
i
Bf)
Wedden
om'n fles
whisky,
dat u
VAT 69
lekkerder
vindt?
H ankzij beter grasland en het mijden van de Franse 'vogelhel':
Stmsgm
In '44 neergeschoten boven IJsselmeer
UW/KWARTET ZATERDAG 7 APRIL 1973
BINNENLAND T17/K17
)or Ferry Mingelen
EN HAAG De nieuwe minister van defensie zal tussen de
kvangrijke stapel financiële en strategische problemen, die hij
jjjjgt op te lossen, ook een vraagstuk van meer principiële aard
htreffen: dat van de gewetensbezwaarden. Hel is een probleem
Lt de nodige haken en ogen, waarover in de politieke partijen en
anerfracties nogal verschillend wordt gedacht.
geldt met name voor de vraag in
verre de staat aan individuele
rtuigingen tegemoet kan komen,
wélke bezwaren tegen de militai-
lienst precies in aanmerking voor
tnning moeten komen.
1917 hield de overheid in het
>el geen rekening met de moge-
ïeid van gewetensbezwaren tegen
nilitaire dienst. Dienst was dienst,
was wet en wie dienst weigerde
j als een soort landverrader be-
uwd die zwaar bestrafd diende te
den. Zo werden in 1834 enkele
naamde Zwijndrechtse Nieuwlich-
eenvoudige ambachtslieden, die
het oude christendom als uit-
[spunt de weerloosheid propageer-
wegens dienstweigering tot tien
'kruiwagen' veroordeeld. Alhoe-
dit zelfs in de ogen van Koning
em I te gek was (hij zorgde voor
meer humane behandeling van
mensen) was dit voorval toch
aanleiding een wettelijke rege-
voor gewetensbezwaarden te tref-
het eind van de negentiende
w nam het anti-militairisme snel
omvang toe. De dienstweigering
in de eerste wereldoorlog acuut
loed door een manifest van enkele
likanten en de oprichting van een
(ADVERTENTIE)
lij de Amro Bank hebt u de
luit tien verschillende
krvormen. Van een
irboekje met 4% rente tot
[spaarrekening met een
L looptijd van 5 jaar,die nu
[een gegarandeerde rente
ft van maarliefst
aat u bij de Amro Bank vrij—
end adviseren over de voor
eest geschikte spaarvorm.
comité voor gewetensvrijheid inzake
de krijgsdienst, kwam een discussie
op gang die in 1917 leidde tot een
verzachting van het overheidsstand
punt. Voor gewetensbezwaarden werd
het toen mogelijk ongewapende dienst
te verrichten in bijvoorbeeld een hos
pitaal.
In 1923 volgde daarop de wet inzake
de principiële dienstweigeraars, die
vervangende dienst bij een andere tak
van de staatsdienst, voor gewetensbe
zwaarden mogelijk maakte, overigens
wel een jaar langer dan de 'gewone'
militaire dienst.
Deze wet erkende dienstweigeraars op
grond van hun overtuiging dat zij een
medemens niet mogen doden, ook
niet op overheidsbevel. Deze formule
ring bleek in de loop der jaren echter
te ruim. Hij kwam feitelijk neer op
algemene geweldloosheid, die zich ook
moest uitstrekken tot bijvoorbeeld de
politie of de persoonlijke zelfverdedi
ging. Als de gewetensbezwaarde dan
voor de commissie voor gewetensbe
zwaren verscheen, die de minister van
defensie moet adviseren over de er
kenning, leverde dat de aardige pro
bleemstelling op van: 'U loopt met
uw vrouw in een donker stil straatje
en wordt aangevallen door een vent
met een mes, wat doet u dan?' waar
op volgens routiniers het goede ant
woord alleen maar kon zijn: 'Ik loop
nooit met mijn vrouw in donkere
straatjes'.
Tegen élk gewelcf
Sinds 1962 behoeven de gewetensbe
zwaarden zich volgens de wet in ieder
geval niet meer in dit soort moeilijke
bochten te wringen om erkend te
worden. De nieuwe regeling, die toen
van kracht werd, is meer afgestemd
op bezwaren tegen oorlogsgeweld en
militaire dienst als zodanig in plaats
van op algemene geweldloosheid. Vol
gens de gangbare interpretatie van
deze wet moet de gewetensbezwaarde
tegen ieders oorlogsgeweld zijn, met
ieder soort wapens gevoerd.
Deze wet sluit twee groepen gewetens
bezwaarden, die sinds de jaren zestig
sterk naar voren zijn gekomen, van
erkenning uit: de atoompacifisten en
de politieke dienstweigeraars. Beide
groepen hebben geen gewetensbe
zwaar tegen ieder oorlogsgeweld maar
achtereenvolgens wel tegen het ge
bruik van atoomwapens of tegen deel
neming in een leger in een bepaalde
situatie. Voor de politieke weigera&Ts
is dat met name het lidmaatschap van
de NAVO, waarin zij geen goed in
strument voor een reële vredespoli
tiek zien en waartegen hun weerstand
nog wordt vergroot door het lidmaat
schap van Portugal en Griekenland.
Er is een groeiende druk om ook deze
mensen als gewetensbezwaarde te er
kennen. Het Interkerkelijk Vredesbe-
raad formuleerde enkele jaren gele
den al een nieuwe wetstekst die ruim
te gaf voor erkenning van bezwaren
tegen het gebruik van bepaalde wa
pens en tegen prsoonlijke deelneming
in een bepaald leger of een bepaald
gebruik daarvan.
jaren 1969 en 1970 uitgebreid met het
probleem bezig. De toenmalige minis
ter van defensie Den Toom sprak zich
vierkant tegen deze uitbreiding uit.
Dc overheid kan niet wijken voor.
ieder individueel bezwaar. Ieder deel
aspect van het beleid van de regering
en het parlement ten aanzien van de
lllpF
"f
1
.iH
i aj-i
Kamerlid. E. R. Wieldraaijer: voor
zichtige formulering
Oud-minister W. den Toom: Niet wij
ken voor elk individueel bezwaar
fix- ?-
tók
Kamerlid J. van Eisen: je moet wel
echt bewogen zijn om er alle moeite
voor over te hebben
krijgsmacht zou, bij deze verruiming
van de wet, aanleiding kunnen vor
men voor het hebben van bezwaren
die voor erkennng vatbaar zijn'.
Weinig verwonderlijk was het dan
ook, dat de door hem toegezegde wij
ziging van de wet gewetensbezwaren
zich, overigens tot teleurstelling van
een aanzienlijk deel van de Tweede
Kamer, beperkte tot een allure proce
dure bij de erkenning. Het standpunt
van minister Den Toom wordt ge
deeld door mr. T. A. van Dijken, tot
enkele weken geleden voorzitter van
de commissie gewetensbezwaren en
zijn opvolger mr. Stempels.
Mr. Van Dijken: 'Als we atóompacifis-
ten en politieke bezwaren gaan erken
nen, kunnen we het leger wel afschaf
fen. De mensen die deze bezwaren
hadden en die niet erkend werden,
gingen ook niet tot dienstweigering,
op straffe van maximaal twee jaar
gevangenis, over. Zo onoverkomelijk
waren hun bezwaren dus niet'.
Ook mr. Stempels vindt een verrui
ming in deze zin niet aanvaardbaar.
'Deze bezwaren zijn overigens in een
aantal gevallen, een uitvloeisel van
bezwaren die wèl volgens de wet
erkend kunnen worden. Meestal wordt
dit het verdichten van de politieke
bezwaren tot gewetensbezwaren ge
noemd, maar eigenlijk is het omge-
Mr. T. .4. van Dijken: Als we hen ook
gaan erkennen kunnen we het leger
wel afschaffen
keerde het geval, de politieke bezwa
ren komen voort uit de levensopvat
ting'.
Het bezwaar dat mr. Stempels heeft
tegen erkenning van politieke bezwa
ren is, dat van te voren nooit te
bekijken is hoe de politieke situatie
zich zal ontwikkelen. 'Stel je voor dat
Nederland uit de NAVO treedt en
zich aansluit bij het Warschau-Pact,
dam zouden alle dienstplichtigen die
geen bezwaar hadden onder de NAVO
te dienen, ineens kunnen weigeren, zo
krijg je een heen en weer geschuif
van jewelste. Het is altijd mogelijk
dat de overheid iets van je vergt,
waar je geweten zich tegen verzet.
Dan moet je je persoonlijke conse
quenties eruit trekken en weigeren
met alle consequenties van dien,
meent mr. Stempels.
'Flauwekul'
Evenzogrote bezwaren heeft hij tegen
het door de Tweede Kamer zo mager
bevonden wetsontwerp van minister
Den Toom over de erkenningsproce
dure, dat nog steeds niet in de Kamer
is behandeld. Het ontwerp stelt voor
de Kroon bij beroepszaken van men
sen, die het niet met het advies van
de commissie gewetensbezwaren eens
zijn, niet alleen het recht te geven
Mr. A. Stempels: Natuurlijk worden
we wel voor de gek gehouden
een oordeel te geven over de techni
sche procedure maar ook over de
inhoud van d" gewetensbezwaren op
zichzelf.
'Als je dat zou doen, wordt de hele
procedure flauwekul.
Bij zo'n beroepszaak kan de advocaat
van de gewetensbezwaarde vrij optre
den. Een goede advocaat kan met zijn
vragen zulke antwoorden uitlokken dat
de Raad van State niets anders kan
doen dan de gewetensbezwaarde er
kennen'.
Het misbruik van de mogelijkheid als
gewetensbezwaarde erkend te worden,
komt volgens mr. Van Dijken en mr.
Stempels ook op de zittingen van de
commissie voor gewetensbezwaren
voor: 'Natuurlijk worden we wel voor
de gek gehouden. Als iemand zich
goed voorbereidt en precies weet wat
hij voor antwoorden moet geven, kun
nen wij niets anders doen, dan een
positief advies aan de minister geven,
ook al heb je het idee dat je de
grootste leugenaar voor je hebt. Je
moet hart en nieren van de gewetens
bezwaarde trachten te proeven, maar
dat is niet eenvoudig', aldus mr. Van
Dijken.
'Geen detector'
'Wij werken niet met een leugende
tector', zegt mr. Stempels. Beiden zijn
(ADVERTENTIE)
2945'
ty)r Huib Goudriaan
1STERDAM De kievit, de populaire weidevogel die dag en nacht
n eigen naam uitroept, neemt de laatste jaren sterk in aantal toe.
otesten tegen het traditionele rapen van het kievitsei kunnen niet
irden gemotiveerd met een veronderstelde bedreiging voor de kie-
stand.
mg
en.
bioloog prof, dr. D. M. de Vries
1de enkele jaren geleden al vast
vele vogelsoorten profiteren van
welvaart: van weggeworpen voed-
van meer wintervoedering, van
tkasten, van een grotere hoeveel-
d wormen door graslandverbete-
g en van betere lccfmogelijkheden
de akkers door andere oogstmetho-
i. Voor weidevogels kis kievit en
itto, die beide in aantal groeien,
'elt vooral de graslandverbetering
eer wormen en andere ongewervel-
diertjes in de zode) een grote rol.
>f. De Vries baseert zijn bevindin-
i op vogeltellingen in het Wage-
igse Binnenveld sinds 1950 en op
lingen in het gehele land ge-
und door het Rijksinstituut voor
tuurbeheer sinds 1962.
het Wageningse Binnenveld een
lverkaveld graslandgebied tel-
1 prof. De Vries en zijn vrouw in
vijftiger jaren gemiddeld 27,3 broe
ide kieviten, in de zestiger jaren
niddeld 32,4 en in 1970 maar liefst
niddeld 46,3 broedende kieviten,
t gemiddelde aan pleisteraars (vo-
s die overwinteren) was in de
and november over de jaren vijftig
'0 kieviten, over de jaren zestig
93 en over 1970 (ook weer in no-
nber) gemiddeld 5634 kieviten. Ook
Iers in het land werd en wordt deze
Igende lijn geconstateerd.
- ast het voor alle vogels geldende
"eet van de beschermende maatrege-
is de toeneming van de kievit
van de grutto te danken aan de
ede graslanden, die de plaats van
blauwgraslanden hebben ingeno-
ep, èn aan de zachte winters van de
ïtste jaren. Over ds grotere hoeveel
heid voedsel zegt prof. De Vries: 'De
verbeterde ontwatering, en behoorlij
ke bemesting, waardoor er een dichte,
welige graszode ontstaat, die een wel
haast onuitputtelijke voedselbron
vormt voor allerlei klein gedierte,
betekent een voordeel voor de vogel
stand, in het bijzonder voor de kievit.'
Dankzij de zachte winters trekken de
kieviten, die in Nederland broeden, 's
winters niet verder dan België of
Engeland. In het zuidwesten van
Frankrijk zijn de laatste twee jaar
geen kieviten meer waargenomen. Het
gelukkige gevolg hiervan is dat de
Franse vogel jagers (de paar miljoen
leden van de 'chasseurs francais') zich
niet op de kieviten hebben kunnen
werpen.
Overigens zijn wel andere honderd-
dduizenden vogels neergeknald. Prof.
De Vries hoorde van een Franse land
bouwer van Nederlandse afkomst ver
bijsterende feiten over de 'winterse
vogelhel' in Frankrijk. Prof. De
Vries: 'In een dorp aan de Franse
zuidwestkust wonen zo'n 35 lieden,
die najaar 1971 gemiddeld vijfhonderd
vogels, hoofdzakelijk veldleeuweriken
In hun netten vingen. Voor dat ene
dorp betekent dit al tegen de twintig
duizend ten dode opgeschreven zang
vogels en hoeveel van die dorpen
liggen er niet langs de Franse west
kust?'
Nazorg nodig
Een ander, voor iedereen waar te
nemen gevolg van de zachte winters
is dat grote aantallen meeuwen uit de
Scandinavische landen in Nederland
Een kievit bij zijn nest.
overwinteren, inplaats van door te
trekken naar Zuid-Europa.
Betekent de toeneming van de kievit,
dat het kievitseieren rapen helemaal
geen kwaad kan? In Friesland waar
nauwlettend de hand wordt gehouden
aan de raaptijd tot 20 april, doet deze
traditie de kievitstand geen afbreuk.
Alleen de eieren van het eerste broed
(dat door het vaak nog koude weer
toch weinig kansen heeft) worden
uitgehaald. En dankzij de 'nazorg'
de bescherming van het tweede broed
door de Friese Bond van Vogelbe-
schermingswachten en de Friese be
volking kan de kievit ongestoord
voor de tweede keer broeden. (De
kievit, waarvan het nest wordt leegge
haald begint opnieuw te broeden en
kan dit zelfs tot vier keer toe her
halen.)
In de andere provincies, waar geen
nazorg bestaat en waar wettelijk tot
13 april mag worden geraapt (in
Friesland waar de lente wat later
komt, is het tot 20 april toegestaan
moet met de nodige omzichtigheid
worden geraapt. Prof. De Vries vreest
daarom voor een regeling om ten
onrechte als gewetens bezwaarde er
kende dienstplichtigen achteraf nog te
kunnen aanpakken, als deze in het
openbaar verklaren de zaak 'geflest' te
hebben.
De mogelijkheid van misbruik bij de
bestaande wetgeving en van groeiend
misbruik bij een verruiming van de
wetgeving speelt, naar aan te nemen
valt, ook een rol bij de stellingname
in de Tweede Kamer. Dit geldt ook
ten aanzien van het aantal dienstwei
geraars dat er zou komen als de wet
werd verruimd Dit aantal is van 618
in 1968 al snel gestegen tot 1538 in
1972. Ondanks deze snelle stijging
vormt het aantal van 1538 nog geen
enkele moeilijkheid voor de bezetting
van alle dienstplichtigenfuncties in
het leger. Per jaar zijn er gemiddeld
haast 120.000 als dienstplichtige inge
schreven, waarvan slechts 40.000 wer
kelijk in dienst moeten, de rest krijgt
vrijstelling of uitstei.
De politieke partijen zijn, zoals ge
zegd verdeeld over deze zaak. Een
meerderheid, bestaande uit de pro
gressieve partijen (PvdA, D'66 en
PPR) en de confessionele partijen is
vóór erkenning van de atoompacifis
ten. In deze fracties is men ook niet zo
bang voor misbruik; 'Je moet wel
echt bewogen zijn om alle moeite en
extra tijd ervoor over te hebben er
kend te worden als gewetensbezwaar
de'. zegt het KVP-kamerlid Van Ei
sen.
Moeilijk
De erkenning van politieke bezwaren
ligt in de confessionele fracties veel
moeilijker en is bij WD en DS'70
onmogelijk, terwijl aan de andere
kant de progressieve drie PSP en
CPN, er wél voor zijn. In het regeer
akkoord 1972 van de progressieve
drie is de erkenning van politieke
gewetensbezwaren zonder meer, opge
nomen.
Het Tweede Kamerlid Wieldraayer
formuleert voorachtig: De huidige
wetstekst doet onvoldoende recht aan
de politieke bezwaren die zich tot
gewetensbezwaren laten verdichten.
Het gaat om politieke bezwaren die
het de dienstplichtige onmogelijk ma
ken te dienen, zodanig dat hij in een
situatie komt van 'hier sta ik, ik kan
niet anders'. De erkenning van poli
tieke bezwaren ligt moeilijker, dan
die van de atoom-pacifisten. De vraag
is ook; wét zullen de confessionelen
ervan vinden.
De formulering van Wieldraaijer is
heel wat voorzichtiger dan wat er in
het regeerakkoord staat en dan wat
het PvdA-congres over dit punt meen
de dat er moest gebeuren.
Daar werd zelfs een, later weer inge
slikt, voorstel aangenomen alle dienst
plichtigen vrij te laten kiezen tussen
militaire of vervangende dienst.
Kluif
Hoe het ook zij, de socialist Wiel
draaijer zal het probleem van de ge
wetensbezwaarden direct bij de nieu
we minister van defensie op tafel
leggen. Tellen we bij dit probleem
ook nog de verkorting van de vervan
gende diensttijd van 21 tot 18 maan
den, waarover in de Tweede Kamer
verschillend wordt gedacht, de ma
nier waarop de vervangende dienst
moet worden doorgebracht, het vraag
stuk van de Jehova-getuigen die geen
beroep op de wet gewetensbezwaren
willen doen en toch dienst weigeren,
en de vraag of de gewetensbezwaar
den niet onder een ander ministerie
moeten vallen, dan is het duidelijk
dat die minister aan de hele materie
een aardig kluifje zal hebben.
dat bij gebrek aan nazorg en door te
langdurig en teveel rapen ook de
eieren van andere weidevogels, als
snip en grutto, gevaar kunnen lopen.
Dit laatste bezwaar telt te meer, waar
het eieren rapen een 'toeristische'
aangelegenheid begint te worden: hier
en daar worden de rapers met bussen
aangevoerd.
Voor landbouwers, die akker- en wei
devogels een goed hart toedragen
en wie doet dat niet geeft prof. De
Vries de volgende tips om de nesten
te beschermen:
Voorkom het vertrappen van de
nesten door het vee, door een frame
van betonijzer en prikkeldraad van
zo'n 20 centimeter hoog boven het
nest te plaatsen; Het verloren gaan
van eieren tengevolge van maaien
wordt voorkomen, door de nesten op
te sporen voordat het gras te lang
wordt en ze met een stok te merken.
Tijdens het maaien (dit kan ook bij
ploegen of eggen) kunnen de eieren
dan even uit het nest worden geno
men, om ze na het passeren van de
machine weer terug te leggen. Een
advies dat wel terzake is, want er
gaan meer eieren verloren door land-
bouwwerkzaamheden (de machines)
dan door het rapen. De enthousiaste
raper èn vogelliefhebber Ko van Dijk
uit Cothen (provincie Utrecht) schat
dat er vier- A vijfmaal zoveel eieren
door landbouwmachines worden ver
nield dan er jaarlijks worden gevon
den.
Verder zijn er nog échte kapers op de
kust: de kraaien en eksters. Deze
intelligente vogels worden jtiist door
het met een stok merken van een
nest, erop attent gemaakt en halen
dan het nest leeg. Prof. De Vries: een
stokje naast het nest met daaraan een
bungelend touwtje schrikt schuwe
kraaien of eksters meestal af. Een
probaat middel is het ophangen van
een dode kraai of ekster aan een stok.
Van een verslaggever
DEN HAAG 'Hoe is liet met de twee vissers die mij op
dinsdag 11 januari 1944 uit het Usselmeer oppikten?' Dit
vraagt de 48-jarige John R. Lantz uit Tulsa (Oklahoma) in
de Verenigde Staten. Hij heeft hierover een brief geschreven
aan luitenant-kolonel A. P. de Jong, hoofd van de luchtmacht-
voorlichtingsdienst en coördinator bergingswerkzaamheden
vliegtuigwrakken uit de tweede wereldoorlog. Voor zover Lantz
zich kan herinneren is hij de enige overlevende van een B-17
'Vliegend Fort' bommenwerper die die dag, terugkerend van
een opdracht boven Duitsland, tussen Urk en Enkhuizen in
het Usselmeer stortte.
Lantz heeft zijn brief geschreven
naar aanleiding van een aantal le
zingen die overste De Jong in de
Verenigde Staten hield. Hierin ver
telde hij onder meer iets over de
berging van vliegtuigwrakken en
noemde daarbij Lantz' toestel als
voorbeeld. Uit De Jong's verhaal,
dat Lantz in de krant las, werd
hem duidelijk dat hij de enige
overlevende moest zijn.
De elfde januari 1944 was de toen
negentienjarige Lantz boordschut
ter van de B-17 42-37719 van het
533ste squadron, 381ste groep van
de achtste Amerikaanse lucht
macht. Zijn toestel was die dag
met nog ruim zeshonderd andere
bommenwerpers en enige honder
den jachtvliegtuigen opgestegen
van de Britse basis Ridgewell voor
een aanval op doelen in de buurt
van Brunswijk. De weersomstan
digheden waren zeer moeilijk, al
had de meteorologische dienst een
zeer heldere dag voorspeld, ideaal
voor een grote aanval op de fabrie
ken van Messerschmidt, Focke-
Wulf en Junkers, alle in de omge
ving van Brunswijk.
De slechte weersomstandigheden
dwong een groot deel van de for
matie voortijdig naar hun basis
terug te keren. Slechts ongeveer
tweehonderd bommenwerpers be
reikten hun doelen. Niet minder
dan zestig bommenwerpers en vijf
jachtvliegtuigen gingen die dag
verloren. Hiervan kwamen er, voor
zover nu bekend is, tweeëntwintig
in Nederland terecht, waarvan ten
minste drie in het IJsselmeer. Een
van de drie toestellen was de 42-
37719 met aan boord tien beman
ningsleden. Van de vier motoren
was er een uitgevallen terwijl kort
daarop een tweede in brand vloog.
De commandant, Donald A. Nason
gaf toen opdracht het vliegtuig te
verlaten. Volgens Lantz was hij de
laatste die uit het neerstortende
toestel sprong.
Hij kwam in het ijskoude water
van het IJsselmeer terecht en
werd na ongeveer een half uur
totaal verkleumd door twee vissers
aan boord van hun schip getrok
ken, Hij maakte hen duidelijk dat
er zich tussen de drijvende en nog
rokende wrakstukken, nog negen
andere overlevenden konden bevin
den. De vissers, die nog geruime
tijd doorzochten, vonden echter
niemand.
Korte tijd later werd Lantz overge
nomen door een boot van de wa-
terpolitie. De bemanning hiervan
zag zich echter gedwongen de
Amerikanen al vrij snel aan een
Duits schip over te geven dat hem,
voorzover Lantz zich kan herinne
ren, naar Enkhuizen bracht.
De namen van beide mannen die
Lantz van de vissers overnamen,
zijn inmiddels bekend. Het zijn
twee Rijkspolitiemannen; adjudant
A. Pronk, commandant van de re-
cherchegroep van het district Den
Haag en wachtmeester eerste klas
H. F. Kuit van de verkeersgroep
Nijmegen. Vanuit het bootje van
de waterpolitie, waartoe beiden
toen behoorden, zagen ze de bom
menwerper neerstorten. Zelf von
den ze echter niemand, wel kwa
men ze twee vissers tegen met een
Amerikaan aan boord. Ze namen
hem van de vissers over omdat
deze meerdere dagen op het meer
zouden blijven.
De Duitse Wasserschützpolizei had
echter ookd e gebeurtenissen gade
geslagen en kwamen al snel langs
zij om Lantz krijgsgevangene te
maken. De beide vissers moeten,
volgens de heer Pronk afkomstig
zijn geweest uit Spakenburg, Bun
schoten of Urk.
Door een Duitse man en vrouw
met een hond werd hij per trein
naar Amsterdam gebracht Lantz
kwam in een krijgsgevangenkamp
in Duitsland terecht waar hij zes
tien maanden later door de Engel
sen werd bevrijd.
In de maanden na het ongeluk
werden nog vijf lijken uit het
IJsselmeer opgevist. Het waren de
stoffelijke overschotten van com
mandant Nason, tweede piloot Jo
seph J. Byser, navigator Athan
Anogos, bommenrichter C. D.
Fiery en boordwerktuigkundige
Luster T. Harrah. Zij zijn in Ne
derland begraven. Nog steeds ver
mist worden Raymond C. Beus,
Ralph L. Lap, George A. Whitney
en Paul W. Stonich. Lantz' toestel
stortte 11 januari 1944 tussen on
geveer twaalf en een uur 's mid
dags neer. In diezelfde tijd zijn er
in Oost-Nederland nog talloze an
dere bommenwerpers neergestort
Vaak met de complete bemanning.
Plaatsen waren toestellen terecht
kwamen zijn onder meer Exloo,
Dwingelo, Almelo, Raalte, Nijver-
dal, Diepenveen, Epe, Heerde, Ber-
kum, Staphorst en in het IJssel
meer. Stukken van het wrak van
de B-17 van John Lantz werden in
1966 door rijkswaterstaat geborgen,
nadat een visser er met zijn netten
achter was blijven haken.
De lezingen van overste De Jong
over de berging van vliegtuigwrak
ken uit de tweede wereldoorlog
hebben veel reacties opgeleverd
van omgekomen bemanningen en
van personeelsleden en oud-perso
neelsleden van de Amerikaanse
luchtmacht