MENINGEN BOTSEN OVER GEWETENSBEZWAARDEN 5 vat jTtr komen steeds méér kieviten Amerikaan op zoek naar zijn redders oeiende pressie om ook 'atoompacifisten' en politieke dienstweigeraars te erkennen Zó aartu rtstig: mm bank m k i Bf) Wedden om'n fles whisky, dat u VAT 69 lekkerder vindt? H ankzij beter grasland en het mijden van de Franse 'vogelhel': Stmsgm In '44 neergeschoten boven IJsselmeer UW/KWARTET ZATERDAG 7 APRIL 1973 BINNENLAND T17/K17 )or Ferry Mingelen EN HAAG De nieuwe minister van defensie zal tussen de kvangrijke stapel financiële en strategische problemen, die hij jjjjgt op te lossen, ook een vraagstuk van meer principiële aard htreffen: dat van de gewetensbezwaarden. Hel is een probleem Lt de nodige haken en ogen, waarover in de politieke partijen en anerfracties nogal verschillend wordt gedacht. geldt met name voor de vraag in verre de staat aan individuele rtuigingen tegemoet kan komen, wélke bezwaren tegen de militai- lienst precies in aanmerking voor tnning moeten komen. 1917 hield de overheid in het >el geen rekening met de moge- ïeid van gewetensbezwaren tegen nilitaire dienst. Dienst was dienst, was wet en wie dienst weigerde j als een soort landverrader be- uwd die zwaar bestrafd diende te den. Zo werden in 1834 enkele naamde Zwijndrechtse Nieuwlich- eenvoudige ambachtslieden, die het oude christendom als uit- [spunt de weerloosheid propageer- wegens dienstweigering tot tien 'kruiwagen' veroordeeld. Alhoe- dit zelfs in de ogen van Koning em I te gek was (hij zorgde voor meer humane behandeling van mensen) was dit voorval toch aanleiding een wettelijke rege- voor gewetensbezwaarden te tref- het eind van de negentiende w nam het anti-militairisme snel omvang toe. De dienstweigering in de eerste wereldoorlog acuut loed door een manifest van enkele likanten en de oprichting van een (ADVERTENTIE) lij de Amro Bank hebt u de luit tien verschillende krvormen. Van een irboekje met 4% rente tot [spaarrekening met een L looptijd van 5 jaar,die nu [een gegarandeerde rente ft van maarliefst aat u bij de Amro Bank vrij— end adviseren over de voor eest geschikte spaarvorm. comité voor gewetensvrijheid inzake de krijgsdienst, kwam een discussie op gang die in 1917 leidde tot een verzachting van het overheidsstand punt. Voor gewetensbezwaarden werd het toen mogelijk ongewapende dienst te verrichten in bijvoorbeeld een hos pitaal. In 1923 volgde daarop de wet inzake de principiële dienstweigeraars, die vervangende dienst bij een andere tak van de staatsdienst, voor gewetensbe zwaarden mogelijk maakte, overigens wel een jaar langer dan de 'gewone' militaire dienst. Deze wet erkende dienstweigeraars op grond van hun overtuiging dat zij een medemens niet mogen doden, ook niet op overheidsbevel. Deze formule ring bleek in de loop der jaren echter te ruim. Hij kwam feitelijk neer op algemene geweldloosheid, die zich ook moest uitstrekken tot bijvoorbeeld de politie of de persoonlijke zelfverdedi ging. Als de gewetensbezwaarde dan voor de commissie voor gewetensbe zwaren verscheen, die de minister van defensie moet adviseren over de er kenning, leverde dat de aardige pro bleemstelling op van: 'U loopt met uw vrouw in een donker stil straatje en wordt aangevallen door een vent met een mes, wat doet u dan?' waar op volgens routiniers het goede ant woord alleen maar kon zijn: 'Ik loop nooit met mijn vrouw in donkere straatjes'. Tegen élk gewelcf Sinds 1962 behoeven de gewetensbe zwaarden zich volgens de wet in ieder geval niet meer in dit soort moeilijke bochten te wringen om erkend te worden. De nieuwe regeling, die toen van kracht werd, is meer afgestemd op bezwaren tegen oorlogsgeweld en militaire dienst als zodanig in plaats van op algemene geweldloosheid. Vol gens de gangbare interpretatie van deze wet moet de gewetensbezwaarde tegen ieders oorlogsgeweld zijn, met ieder soort wapens gevoerd. Deze wet sluit twee groepen gewetens bezwaarden, die sinds de jaren zestig sterk naar voren zijn gekomen, van erkenning uit: de atoompacifisten en de politieke dienstweigeraars. Beide groepen hebben geen gewetensbe zwaar tegen ieder oorlogsgeweld maar achtereenvolgens wel tegen het ge bruik van atoomwapens of tegen deel neming in een leger in een bepaalde situatie. Voor de politieke weigera&Ts is dat met name het lidmaatschap van de NAVO, waarin zij geen goed in strument voor een reële vredespoli tiek zien en waartegen hun weerstand nog wordt vergroot door het lidmaat schap van Portugal en Griekenland. Er is een groeiende druk om ook deze mensen als gewetensbezwaarde te er kennen. Het Interkerkelijk Vredesbe- raad formuleerde enkele jaren gele den al een nieuwe wetstekst die ruim te gaf voor erkenning van bezwaren tegen het gebruik van bepaalde wa pens en tegen prsoonlijke deelneming in een bepaald leger of een bepaald gebruik daarvan. jaren 1969 en 1970 uitgebreid met het probleem bezig. De toenmalige minis ter van defensie Den Toom sprak zich vierkant tegen deze uitbreiding uit. Dc overheid kan niet wijken voor. ieder individueel bezwaar. Ieder deel aspect van het beleid van de regering en het parlement ten aanzien van de lllpF "f 1 .iH i aj-i Kamerlid. E. R. Wieldraaijer: voor zichtige formulering Oud-minister W. den Toom: Niet wij ken voor elk individueel bezwaar fix- ?- tók Kamerlid J. van Eisen: je moet wel echt bewogen zijn om er alle moeite voor over te hebben krijgsmacht zou, bij deze verruiming van de wet, aanleiding kunnen vor men voor het hebben van bezwaren die voor erkennng vatbaar zijn'. Weinig verwonderlijk was het dan ook, dat de door hem toegezegde wij ziging van de wet gewetensbezwaren zich, overigens tot teleurstelling van een aanzienlijk deel van de Tweede Kamer, beperkte tot een allure proce dure bij de erkenning. Het standpunt van minister Den Toom wordt ge deeld door mr. T. A. van Dijken, tot enkele weken geleden voorzitter van de commissie gewetensbezwaren en zijn opvolger mr. Stempels. Mr. Van Dijken: 'Als we atóompacifis- ten en politieke bezwaren gaan erken nen, kunnen we het leger wel afschaf fen. De mensen die deze bezwaren hadden en die niet erkend werden, gingen ook niet tot dienstweigering, op straffe van maximaal twee jaar gevangenis, over. Zo onoverkomelijk waren hun bezwaren dus niet'. Ook mr. Stempels vindt een verrui ming in deze zin niet aanvaardbaar. 'Deze bezwaren zijn overigens in een aantal gevallen, een uitvloeisel van bezwaren die wèl volgens de wet erkend kunnen worden. Meestal wordt dit het verdichten van de politieke bezwaren tot gewetensbezwaren ge noemd, maar eigenlijk is het omge- Mr. T. .4. van Dijken: Als we hen ook gaan erkennen kunnen we het leger wel afschaffen keerde het geval, de politieke bezwa ren komen voort uit de levensopvat ting'. Het bezwaar dat mr. Stempels heeft tegen erkenning van politieke bezwa ren is, dat van te voren nooit te bekijken is hoe de politieke situatie zich zal ontwikkelen. 'Stel je voor dat Nederland uit de NAVO treedt en zich aansluit bij het Warschau-Pact, dam zouden alle dienstplichtigen die geen bezwaar hadden onder de NAVO te dienen, ineens kunnen weigeren, zo krijg je een heen en weer geschuif van jewelste. Het is altijd mogelijk dat de overheid iets van je vergt, waar je geweten zich tegen verzet. Dan moet je je persoonlijke conse quenties eruit trekken en weigeren met alle consequenties van dien, meent mr. Stempels. 'Flauwekul' Evenzogrote bezwaren heeft hij tegen het door de Tweede Kamer zo mager bevonden wetsontwerp van minister Den Toom over de erkenningsproce dure, dat nog steeds niet in de Kamer is behandeld. Het ontwerp stelt voor de Kroon bij beroepszaken van men sen, die het niet met het advies van de commissie gewetensbezwaren eens zijn, niet alleen het recht te geven Mr. A. Stempels: Natuurlijk worden we wel voor de gek gehouden een oordeel te geven over de techni sche procedure maar ook over de inhoud van d" gewetensbezwaren op zichzelf. 'Als je dat zou doen, wordt de hele procedure flauwekul. Bij zo'n beroepszaak kan de advocaat van de gewetensbezwaarde vrij optre den. Een goede advocaat kan met zijn vragen zulke antwoorden uitlokken dat de Raad van State niets anders kan doen dan de gewetensbezwaarde er kennen'. Het misbruik van de mogelijkheid als gewetensbezwaarde erkend te worden, komt volgens mr. Van Dijken en mr. Stempels ook op de zittingen van de commissie voor gewetensbezwaren voor: 'Natuurlijk worden we wel voor de gek gehouden. Als iemand zich goed voorbereidt en precies weet wat hij voor antwoorden moet geven, kun nen wij niets anders doen, dan een positief advies aan de minister geven, ook al heb je het idee dat je de grootste leugenaar voor je hebt. Je moet hart en nieren van de gewetens bezwaarde trachten te proeven, maar dat is niet eenvoudig', aldus mr. Van Dijken. 'Geen detector' 'Wij werken niet met een leugende tector', zegt mr. Stempels. Beiden zijn (ADVERTENTIE) 2945' ty)r Huib Goudriaan 1STERDAM De kievit, de populaire weidevogel die dag en nacht n eigen naam uitroept, neemt de laatste jaren sterk in aantal toe. otesten tegen het traditionele rapen van het kievitsei kunnen niet irden gemotiveerd met een veronderstelde bedreiging voor de kie- stand. mg en. bioloog prof, dr. D. M. de Vries 1de enkele jaren geleden al vast vele vogelsoorten profiteren van welvaart: van weggeworpen voed- van meer wintervoedering, van tkasten, van een grotere hoeveel- d wormen door graslandverbete- g en van betere lccfmogelijkheden de akkers door andere oogstmetho- i. Voor weidevogels kis kievit en itto, die beide in aantal groeien, 'elt vooral de graslandverbetering eer wormen en andere ongewervel- diertjes in de zode) een grote rol. >f. De Vries baseert zijn bevindin- i op vogeltellingen in het Wage- igse Binnenveld sinds 1950 en op lingen in het gehele land ge- und door het Rijksinstituut voor tuurbeheer sinds 1962. het Wageningse Binnenveld een lverkaveld graslandgebied tel- 1 prof. De Vries en zijn vrouw in vijftiger jaren gemiddeld 27,3 broe ide kieviten, in de zestiger jaren niddeld 32,4 en in 1970 maar liefst niddeld 46,3 broedende kieviten, t gemiddelde aan pleisteraars (vo- s die overwinteren) was in de and november over de jaren vijftig '0 kieviten, over de jaren zestig 93 en over 1970 (ook weer in no- nber) gemiddeld 5634 kieviten. Ook Iers in het land werd en wordt deze Igende lijn geconstateerd. - ast het voor alle vogels geldende "eet van de beschermende maatrege- is de toeneming van de kievit van de grutto te danken aan de ede graslanden, die de plaats van blauwgraslanden hebben ingeno- ep, èn aan de zachte winters van de ïtste jaren. Over ds grotere hoeveel heid voedsel zegt prof. De Vries: 'De verbeterde ontwatering, en behoorlij ke bemesting, waardoor er een dichte, welige graszode ontstaat, die een wel haast onuitputtelijke voedselbron vormt voor allerlei klein gedierte, betekent een voordeel voor de vogel stand, in het bijzonder voor de kievit.' Dankzij de zachte winters trekken de kieviten, die in Nederland broeden, 's winters niet verder dan België of Engeland. In het zuidwesten van Frankrijk zijn de laatste twee jaar geen kieviten meer waargenomen. Het gelukkige gevolg hiervan is dat de Franse vogel jagers (de paar miljoen leden van de 'chasseurs francais') zich niet op de kieviten hebben kunnen werpen. Overigens zijn wel andere honderd- dduizenden vogels neergeknald. Prof. De Vries hoorde van een Franse land bouwer van Nederlandse afkomst ver bijsterende feiten over de 'winterse vogelhel' in Frankrijk. Prof. De Vries: 'In een dorp aan de Franse zuidwestkust wonen zo'n 35 lieden, die najaar 1971 gemiddeld vijfhonderd vogels, hoofdzakelijk veldleeuweriken In hun netten vingen. Voor dat ene dorp betekent dit al tegen de twintig duizend ten dode opgeschreven zang vogels en hoeveel van die dorpen liggen er niet langs de Franse west kust?' Nazorg nodig Een ander, voor iedereen waar te nemen gevolg van de zachte winters is dat grote aantallen meeuwen uit de Scandinavische landen in Nederland Een kievit bij zijn nest. overwinteren, inplaats van door te trekken naar Zuid-Europa. Betekent de toeneming van de kievit, dat het kievitseieren rapen helemaal geen kwaad kan? In Friesland waar nauwlettend de hand wordt gehouden aan de raaptijd tot 20 april, doet deze traditie de kievitstand geen afbreuk. Alleen de eieren van het eerste broed (dat door het vaak nog koude weer toch weinig kansen heeft) worden uitgehaald. En dankzij de 'nazorg' de bescherming van het tweede broed door de Friese Bond van Vogelbe- schermingswachten en de Friese be volking kan de kievit ongestoord voor de tweede keer broeden. (De kievit, waarvan het nest wordt leegge haald begint opnieuw te broeden en kan dit zelfs tot vier keer toe her halen.) In de andere provincies, waar geen nazorg bestaat en waar wettelijk tot 13 april mag worden geraapt (in Friesland waar de lente wat later komt, is het tot 20 april toegestaan moet met de nodige omzichtigheid worden geraapt. Prof. De Vries vreest daarom voor een regeling om ten onrechte als gewetens bezwaarde er kende dienstplichtigen achteraf nog te kunnen aanpakken, als deze in het openbaar verklaren de zaak 'geflest' te hebben. De mogelijkheid van misbruik bij de bestaande wetgeving en van groeiend misbruik bij een verruiming van de wetgeving speelt, naar aan te nemen valt, ook een rol bij de stellingname in de Tweede Kamer. Dit geldt ook ten aanzien van het aantal dienstwei geraars dat er zou komen als de wet werd verruimd Dit aantal is van 618 in 1968 al snel gestegen tot 1538 in 1972. Ondanks deze snelle stijging vormt het aantal van 1538 nog geen enkele moeilijkheid voor de bezetting van alle dienstplichtigenfuncties in het leger. Per jaar zijn er gemiddeld haast 120.000 als dienstplichtige inge schreven, waarvan slechts 40.000 wer kelijk in dienst moeten, de rest krijgt vrijstelling of uitstei. De politieke partijen zijn, zoals ge zegd verdeeld over deze zaak. Een meerderheid, bestaande uit de pro gressieve partijen (PvdA, D'66 en PPR) en de confessionele partijen is vóór erkenning van de atoompacifis ten. In deze fracties is men ook niet zo bang voor misbruik; 'Je moet wel echt bewogen zijn om alle moeite en extra tijd ervoor over te hebben er kend te worden als gewetensbezwaar de'. zegt het KVP-kamerlid Van Ei sen. Moeilijk De erkenning van politieke bezwaren ligt in de confessionele fracties veel moeilijker en is bij WD en DS'70 onmogelijk, terwijl aan de andere kant de progressieve drie PSP en CPN, er wél voor zijn. In het regeer akkoord 1972 van de progressieve drie is de erkenning van politieke gewetensbezwaren zonder meer, opge nomen. Het Tweede Kamerlid Wieldraayer formuleert voorachtig: De huidige wetstekst doet onvoldoende recht aan de politieke bezwaren die zich tot gewetensbezwaren laten verdichten. Het gaat om politieke bezwaren die het de dienstplichtige onmogelijk ma ken te dienen, zodanig dat hij in een situatie komt van 'hier sta ik, ik kan niet anders'. De erkenning van poli tieke bezwaren ligt moeilijker, dan die van de atoom-pacifisten. De vraag is ook; wét zullen de confessionelen ervan vinden. De formulering van Wieldraaijer is heel wat voorzichtiger dan wat er in het regeerakkoord staat en dan wat het PvdA-congres over dit punt meen de dat er moest gebeuren. Daar werd zelfs een, later weer inge slikt, voorstel aangenomen alle dienst plichtigen vrij te laten kiezen tussen militaire of vervangende dienst. Kluif Hoe het ook zij, de socialist Wiel draaijer zal het probleem van de ge wetensbezwaarden direct bij de nieu we minister van defensie op tafel leggen. Tellen we bij dit probleem ook nog de verkorting van de vervan gende diensttijd van 21 tot 18 maan den, waarover in de Tweede Kamer verschillend wordt gedacht, de ma nier waarop de vervangende dienst moet worden doorgebracht, het vraag stuk van de Jehova-getuigen die geen beroep op de wet gewetensbezwaren willen doen en toch dienst weigeren, en de vraag of de gewetensbezwaar den niet onder een ander ministerie moeten vallen, dan is het duidelijk dat die minister aan de hele materie een aardig kluifje zal hebben. dat bij gebrek aan nazorg en door te langdurig en teveel rapen ook de eieren van andere weidevogels, als snip en grutto, gevaar kunnen lopen. Dit laatste bezwaar telt te meer, waar het eieren rapen een 'toeristische' aangelegenheid begint te worden: hier en daar worden de rapers met bussen aangevoerd. Voor landbouwers, die akker- en wei devogels een goed hart toedragen en wie doet dat niet geeft prof. De Vries de volgende tips om de nesten te beschermen: Voorkom het vertrappen van de nesten door het vee, door een frame van betonijzer en prikkeldraad van zo'n 20 centimeter hoog boven het nest te plaatsen; Het verloren gaan van eieren tengevolge van maaien wordt voorkomen, door de nesten op te sporen voordat het gras te lang wordt en ze met een stok te merken. Tijdens het maaien (dit kan ook bij ploegen of eggen) kunnen de eieren dan even uit het nest worden geno men, om ze na het passeren van de machine weer terug te leggen. Een advies dat wel terzake is, want er gaan meer eieren verloren door land- bouwwerkzaamheden (de machines) dan door het rapen. De enthousiaste raper èn vogelliefhebber Ko van Dijk uit Cothen (provincie Utrecht) schat dat er vier- A vijfmaal zoveel eieren door landbouwmachines worden ver nield dan er jaarlijks worden gevon den. Verder zijn er nog échte kapers op de kust: de kraaien en eksters. Deze intelligente vogels worden jtiist door het met een stok merken van een nest, erop attent gemaakt en halen dan het nest leeg. Prof. De Vries: een stokje naast het nest met daaraan een bungelend touwtje schrikt schuwe kraaien of eksters meestal af. Een probaat middel is het ophangen van een dode kraai of ekster aan een stok. Van een verslaggever DEN HAAG 'Hoe is liet met de twee vissers die mij op dinsdag 11 januari 1944 uit het Usselmeer oppikten?' Dit vraagt de 48-jarige John R. Lantz uit Tulsa (Oklahoma) in de Verenigde Staten. Hij heeft hierover een brief geschreven aan luitenant-kolonel A. P. de Jong, hoofd van de luchtmacht- voorlichtingsdienst en coördinator bergingswerkzaamheden vliegtuigwrakken uit de tweede wereldoorlog. Voor zover Lantz zich kan herinneren is hij de enige overlevende van een B-17 'Vliegend Fort' bommenwerper die die dag, terugkerend van een opdracht boven Duitsland, tussen Urk en Enkhuizen in het Usselmeer stortte. Lantz heeft zijn brief geschreven naar aanleiding van een aantal le zingen die overste De Jong in de Verenigde Staten hield. Hierin ver telde hij onder meer iets over de berging van vliegtuigwrakken en noemde daarbij Lantz' toestel als voorbeeld. Uit De Jong's verhaal, dat Lantz in de krant las, werd hem duidelijk dat hij de enige overlevende moest zijn. De elfde januari 1944 was de toen negentienjarige Lantz boordschut ter van de B-17 42-37719 van het 533ste squadron, 381ste groep van de achtste Amerikaanse lucht macht. Zijn toestel was die dag met nog ruim zeshonderd andere bommenwerpers en enige honder den jachtvliegtuigen opgestegen van de Britse basis Ridgewell voor een aanval op doelen in de buurt van Brunswijk. De weersomstan digheden waren zeer moeilijk, al had de meteorologische dienst een zeer heldere dag voorspeld, ideaal voor een grote aanval op de fabrie ken van Messerschmidt, Focke- Wulf en Junkers, alle in de omge ving van Brunswijk. De slechte weersomstandigheden dwong een groot deel van de for matie voortijdig naar hun basis terug te keren. Slechts ongeveer tweehonderd bommenwerpers be reikten hun doelen. Niet minder dan zestig bommenwerpers en vijf jachtvliegtuigen gingen die dag verloren. Hiervan kwamen er, voor zover nu bekend is, tweeëntwintig in Nederland terecht, waarvan ten minste drie in het IJsselmeer. Een van de drie toestellen was de 42- 37719 met aan boord tien beman ningsleden. Van de vier motoren was er een uitgevallen terwijl kort daarop een tweede in brand vloog. De commandant, Donald A. Nason gaf toen opdracht het vliegtuig te verlaten. Volgens Lantz was hij de laatste die uit het neerstortende toestel sprong. Hij kwam in het ijskoude water van het IJsselmeer terecht en werd na ongeveer een half uur totaal verkleumd door twee vissers aan boord van hun schip getrok ken, Hij maakte hen duidelijk dat er zich tussen de drijvende en nog rokende wrakstukken, nog negen andere overlevenden konden bevin den. De vissers, die nog geruime tijd doorzochten, vonden echter niemand. Korte tijd later werd Lantz overge nomen door een boot van de wa- terpolitie. De bemanning hiervan zag zich echter gedwongen de Amerikanen al vrij snel aan een Duits schip over te geven dat hem, voorzover Lantz zich kan herinne ren, naar Enkhuizen bracht. De namen van beide mannen die Lantz van de vissers overnamen, zijn inmiddels bekend. Het zijn twee Rijkspolitiemannen; adjudant A. Pronk, commandant van de re- cherchegroep van het district Den Haag en wachtmeester eerste klas H. F. Kuit van de verkeersgroep Nijmegen. Vanuit het bootje van de waterpolitie, waartoe beiden toen behoorden, zagen ze de bom menwerper neerstorten. Zelf von den ze echter niemand, wel kwa men ze twee vissers tegen met een Amerikaan aan boord. Ze namen hem van de vissers over omdat deze meerdere dagen op het meer zouden blijven. De Duitse Wasserschützpolizei had echter ookd e gebeurtenissen gade geslagen en kwamen al snel langs zij om Lantz krijgsgevangene te maken. De beide vissers moeten, volgens de heer Pronk afkomstig zijn geweest uit Spakenburg, Bun schoten of Urk. Door een Duitse man en vrouw met een hond werd hij per trein naar Amsterdam gebracht Lantz kwam in een krijgsgevangenkamp in Duitsland terecht waar hij zes tien maanden later door de Engel sen werd bevrijd. In de maanden na het ongeluk werden nog vijf lijken uit het IJsselmeer opgevist. Het waren de stoffelijke overschotten van com mandant Nason, tweede piloot Jo seph J. Byser, navigator Athan Anogos, bommenrichter C. D. Fiery en boordwerktuigkundige Luster T. Harrah. Zij zijn in Ne derland begraven. Nog steeds ver mist worden Raymond C. Beus, Ralph L. Lap, George A. Whitney en Paul W. Stonich. Lantz' toestel stortte 11 januari 1944 tussen on geveer twaalf en een uur 's mid dags neer. In diezelfde tijd zijn er in Oost-Nederland nog talloze an dere bommenwerpers neergestort Vaak met de complete bemanning. Plaatsen waren toestellen terecht kwamen zijn onder meer Exloo, Dwingelo, Almelo, Raalte, Nijver- dal, Diepenveen, Epe, Heerde, Ber- kum, Staphorst en in het IJssel meer. Stukken van het wrak van de B-17 van John Lantz werden in 1966 door rijkswaterstaat geborgen, nadat een visser er met zijn netten achter was blijven haken. De lezingen van overste De Jong over de berging van vliegtuigwrak ken uit de tweede wereldoorlog hebben veel reacties opgeleverd van omgekomen bemanningen en van personeelsleden en oud-perso neelsleden van de Amerikaanse luchtmacht

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1973 | | pagina 17