RINI WAGTMANS GEEFT HART AAN WIELERSPORT Roeifop valt uit de boot fyWagtmans 'geen ^parallel met n Rijnders Ie en m 'Wielrennen is een beroep vol risico, dat heb ik ook steeds ingecalculeerd' Iwan Vanier moet opnieuw beginnen OUW/KWAKTET ZATERDAG 31 MAART 1973 AMSTERDAM In een tijds bestek van enkele maanden heb ben twee Nederlandse topspor ters op medisch advies hun car rière moeten afbreken. Bij de voetballer Nico Rijnders en de wielrenner Rini Wagtmans wer den hartafwijkingen geconsta teerd die het onmogelijk maken dat tij hun sportieve loopbaan vervolgen. Tussen het 'geval- Rijnders' en het 'geval-Wagt- mans* zijn de afgelopen week door diverse publiciteitsmedia parallellen getrokken. Ten on rechte. Of, zoals de Utrechtse fysioloog professor P. A. Bier steker het uitdrukt: 'Het enige wat in deze twee gevallen gelijk is, bestaat uit het woordje 'hart'. Maar daarmee houdt het dan ook absoluut op.' SPORT T21/K21 "T De Bredase sportarts Van Opstal die de wielrenners het laatste jaar heeft begeleid omschrijft het verschil in kwalen tussen de beide sportlieden met: 'Bij Rijnders is er sprake van een hartaandoenlng, Wagtmans heeft tengevolge van zijn In spanningen zijn getrainde hart over de top heengejaagd. Een getraind hart maakt minder sla gen, maar verwerkt per slag aanzienlijk meer bloed dan een ongetraind. Daar is natuurlijk een zekere grens aan. In het geval van Rini Wagtmans is die grens overschreden. Het werkt Rini Wagtmans thuis op de bank, kort voor hij zou worden opgeno men in het ziekenhuis omdat hij in zijn eigen woning onvoldoende tot rust kon komen. niet langer meer gecoördineerd'. Het geval Wagtmans is in de medische wereld volstrekt niet exceptioneel. Professor Bierste ker, die Wagtmans al van 1966 regelmatig onder controle heeft, verklaart: 'BIJ sportkeuringen en In een later stadium is er een behoorlijk percentage dat om die reden wordt afgekeurd. Maar die mensen zijn niet Inte ressant voor de pers. De pers is nu Ln dit geval geïnteresseerd omdat het nu toevallig een top sporter betreft.' Het ziektebeeld van Wagtmans heeft zich niet van vandaag op morgen ontwikkeld. Het is een proces geweest dat vorige week zijn climax bereikte in de aan vang van de wegwedstrijd Luik- Tongrines. En omdat het een wielrenner betrof werd er on middellijk gefluisterd: het zo veelste slachtoffer van het over matig gebruik van stimulancia. Maar die grove aantijging snijdt in het 'geval-Wagtmans' geen hout De tenegere coureur uit Sint YVillebrord spendeerde tijdens zijn loopbaan vele duizenden guldens aan een verantwoorde medische begeleiding. Een voor beeld voor het leger sportlieden dat (min of meer gedwongen) maar wat aanrommelt. Profes sor Biersteker zuivert Wagt mans in dit opzicht van iedere blaam. 'Het lijkt mij zeer on waarschijnlijk dat het beëindi gen van zijn sportcarrière ver band houdt met het gebruik van doping. Er is geen enkel aanknopingspunt te vinden dat zoiets het geval zou zijn.' Nog resoluter is dokter Van Opstal in zijn mening. 'Wan neer Wagtmans regelmatig do ping had gebruikt zou hij zijn reserves al in een veel vroeger stadium hebben moeten aan spreken. Dat hij pas nu moet stoppen bewijst naar mijn me ning alleen maar dat Wagtmans geen slikker is geweest.' Cf MiiBBIHSii NICO RIJNDERS geen parallel door Joop Holthausen ST. WILLIBRORD Rini Wagt mans, 26 jaar jong. Samen met echtgenote Ria de ouders van een zoon. Het tweede kindje op komst. Een van de weinige Nederlandse renners die ook in het buitenland als top werd gewaardeerd. Een spectaculair coureur die als geen ander de kunst verstond op zijn racefiets in het hooggebergte feilloos langs afgronden en rots wanden te sturen. Een carrière die abrupt werd afgebroken. Rini Wagtmans zit kapot. Voor het eerst in zijn leven. Niet de Sorg om zijn maatschappelijke toe komst kwelt hem het meest. Het gedwongen afscheid van de race fiets heeft hem murw gebeukt. Een jaar arbeidsongeschikt, daar na geen wedstrijdsport meer. Dat laatste weegt duidelijk het zwaarst. Die fiets is altijd een stukje Wagtmans geweest. Dat stukje moet hij missen. Voor goed. Hij hunkert naar het brokje glimmend metaal- 'Ik kan nog altijd geen foto's zien van wielrenners. Dan .krijg ik het te kwaad.' Rini weigert halsstarrig am de sfeer los te laten. 'Straks als ik weer wat opgeknapt ben hoop ik in de wielersfeer te blijven. Te leven zoals ik als wielrenner heb geleefd. Vroeg naar bed gaan en af en toe laten masseren. Zoals voorheen.' Vol risico's Wagtmans heeft altijd rekening ge houden met de mogelijkheid dat het plotseling afgelopen kan zijn. 'Dat heb ik steeds ingecalculeerd. Wielren nen is een beroep vol risico's. Je kunt vallen, je kunt ziek worden. Dat zijn zaken waar je rekening mee moet houden. Ik heb een paar jaar een goed contract gehad. Dan verdiende ik veel. Maar ik heb er altijd voor gezorgd dat het geld niet over de balk werd gesmeten. Ik heb geen gekke dingen gedaan in de tijd dat ik het goed had. Steeds weer heb ik voor ogen gehouden dat er slechte dagen konden komen.' Rini Wagtmans heeft in zijn vrij korte carrière geen rijkdom kunnen vergaren. 'Ook als ik tot mijn dertig ste door had kunnen blijven fietsen was ik niet rijk geworden. Daarvoor zat ik nog te veel onder de absolute top.' Het eerste jaar hoeft Rini Wagtmans zich financieel geen zorgen te maken. Hij heeft zich goed verzekerd. Van zijn sponsor, de Stichting Sportorgani saties Holland (waarvan ploegleider Ton Vissers de manager is en Canada Dry-directeur drs Van den Beuken en Gazelle-directeur Wim Breukink het bestuur vormen) hoeft Wagtmans niets te verwachten. Er bestaat geen oontract tussen de renner Wagtmans en de Stichting. Verduidelijkt de cou reur uit St. Willebrord: 'Ik reed on der een voorlopig contract. En dat stelt eenvoudig niets voor. Vorig jaar heb ik een slecht seizoen doorge maakt. Ik was onder doktersbehande ling. En dat wist Ton Vissers ook. Niettemin nam hij mij als kopman in zijn ploeg op. We kwamen overeen dat ik tot 1 maart onder een voorlo pig contract zou rijden. Wanneer ik op die datum een mediisch attest kon overleggen dat ik helemaal gezond was, kreeg ik een definitief contract. Maar dat kon ik niet. Ik vind het volkomen logisch van Ton Vissers dat Rini Wagtmans in gelukkiger dagen: winnaar van een Tour-etappe in 1972. hij mij voor die tijd geen definitief contract heeft aangeboden. Die man heeft mij altijd uiterst correct behan deld.' Zelf verzekeren Wagtmans heeft een groot verant woordelijkheidsgevoel. 'Als ik ergens een goed contract heb wil ik ook goed presteren. Lukt mij dat op een of andere manier niet dan accepteer ik het geld niet. Vorig jaar had ik een uitgesproken slecht seizoen. Toen ben ik naar de directie van Goudsmit-Hoff gestapt en heb gezegd: houd maar wat van mijn contractgeld in, want ik kan nu niet meer presteren. Het was bij die vorige sponsor natuurlijk voor beeldig geregeld voor wat betreft de sociale voorzieningen. Daar was het een ideale toestand, wanneer je als een wielrenner op de loonlijst stond. Maar toen Canada Dry en Gazelle kwamen wisten alle renners de voor waarden. Niemand was verplicht voor deze sponsors te gaan rijden. Als je dat deed wist je dat je jezelf sociaal moest verzekeren. Daarin kun je nie mand iets verwijten.' Rini Wagtmans zoekt zijn maatschap pelijke toekomst in de publiciteitssec- tor. 'Als ik over een jaar genezen wordt verklaard hoop ik bij de een of andere firma in de publiciteitsafde- straks in de maatschappij uitbuiten. Ik ben heus niet zo stom om te menen dat een mens alleen maar als wielrenner aan de kost kan komen.' Wagtmans gaat ook nu nog uit van het principe: zonder prestatie geen verdienste. Hij weigert botweg aal moezen te accepteren. De supporters club Rini Wagtmans organiseert op 17 juni in zijn geboortedorp een bene fiet-wedstrijd. Voorzitter Frie Tijs: 'Rini wil van geen ondersteuning we ten. Het enige wat hij wil accepteren is een geschenk wat hem wordt aange boden als blijk van waardering voor de prestaties die hij heeft geleverd.' De supportersclub Rini Wagtmans zal ook in de toekomst blijven bestaan. Voofzitter Tijs: 'De doelstelling zal anders worden, maar ook in het verle den hebben wij ons veelvuldig bege ven op terreinen die buiten de wiel rennerij liggen. Wij steunen allerlei akties en helpen waar mogelijk kruis verenigingen.' Aan die nieuwe doel stelling wil ook Rini Wagtmans mee werken. 'Dat gaat allemaal op vrijwil lige basis. Ik ga mij dan inzetten voor de sport in het algemeen. De wielren nerij alleen verdient niet dat ik daar in werkzaam blijf. En dan bedoel ik niet alleen de wielrenners maar voor al de mensen die daar omheen lopen. Die berokkenen de sport onnoemelijk veel schade. Zij breken de zaak af. Voor een wielrenner kun je alleen maar respect opbrengen. Je moet er ontzettend veel voor doen om iets te bereiken.' ziekenhuis Rini Wagtmans krijgt strikte rust voorgeschreven. Afgelopen woensdag liet dokter Van Opstal hem naar een ziekenhuis in Breda vervoeren omdat Rini in zijn woning in Sint Willi- brord aan die rust niet toekwattn. En wie de avond tevoren op bezoek kwam begrijpt waarom. Want een zie ke Wagtmans zette zelfs in die voor hem toch uiterst moeilijke uren de deuren van zijn gastvrije huis wagen wijd open. Huize Wagtmans leek meer op de Zoete Inval dan op de woning van een patiënt die dringend rust nodig heeft Wanneer er twee agenten de woonkamer binnenvallen met de mededeling dat hij onderweg naar het laboratorium van prof. Bier steker een ononderbroken witte lijn heeft overschreden met zijn wagen heeft hij weinig moeite met een 'be kentenis'. 'Ontkennen helpt niet, die mensen zijn ervoor om overtredingen op te sporen. Het is hetzelfde als met de dopingcontrole. Ik ben een keer betrapt en als je dan wat gebruikt hebt moet je tegen de controleurs zeggen Proficiat' Gepakt ling te kunnen werken. Ik heb al een aanbieding in die richting gehad. Voor ik beroepsrenner werd, was ik bakker. Maar dat ga ik nooit meer doen. Niet omdat ik mij daarvoor te min voel, maar omdat die stap terug te groot is. Hooguit een broodfabriek beginnen. Ik heb mij in de wielrenne rij een positie kunnen veroveren. Ik ben van plan datzelfde in de maat schappij te bereiken. Het karakter dat ik als coureur heb opgedaan zal ik Rini Wagtmans heeft het meeste ple zier beleefd aan zijn amateurloopbaan. 'Dat heb ik als een doorlopend feest ervaren. Het dieptepunt uit mijn wie- Iercarrière is de tijd dat ik onder Pellenaars heb gediend. Het was het jaar dat ik mijzelf ook door hem over de kop joeg terwijl ik er Lichamelijk eigenlijk niet toe in staat was. Hij pakte mij op mijn zwakste plek: mijn verantwoordelijkheidsgevoel. Hij wees mij op mijn verantwoordelijkheid je gens de firma, jegens de wielersport en jegens mijn supporters. Hij zette mij steeds voor joker. Spotte met mijn opgeven in de Ronden van de Levant, Andalusië, de Catalaanse week, Spanje en Zwitserland. Hij zei dat ik niet meer kon. Dit jaar had ik revanche willen nemen. Ik had des noods de straatstenen uit de grond willen fietsen om mij te wreken. Mijn ziekte heeft verhinderd om het bewijs te leveren dat ik het nog wel kan.' door Ruud Verdonck AMSTERDAM De Nederlandse roeierij hoeft dit jaar nauwe lijks te rekenen op grote internationale successen. Er moet met de opbouw van een top min of meer opnieuw worden begonnen. Want na de Olympische Spelen is een groot deel van wat vorig jaar nog een tamelijk brede toplaag was, definitief uit de boot gestapt. En alles wat zich onder die toplaag bevond lijkt een onvoldoende reservoir te zijn om binnen een seizoen weer voor aansprekende resultaten te kunnen zorgen. Alle aandacht die de KNRB de laatste tijd is gaan besteden aan de opleiding van de jeugd en de benoeming van bondstrainer Iwan Vanier ten spijt. De vierkamp die het afgelopen weekeinde op de Amstel werd ge houden toonde al iets van die armoede aan. Er kwamen slechts twee elite-achten aan de start, Ne- reus en Laga. Maar het ziet er naar uit dat na de 'Head of the River', dit jaar nu eens niet de opening van het roeiseizoen, die ploegen uit elkaar zullen vallen omdat er roeiers in zitten (Nereus: Luijnenburg, Laga: Grothuis en Van Woudenberg) die het verder in het seizoen in kleiner boottypen willen zoeken. Daarom het pessi misme waarmee het komende in ternationale seizoen tegemoet ge zien wordt. Maar daarom ook een ambitieuze Iwam Vanier die op de kortst mogelijke termijn ervoor wil zor gen dat die nodige aanvulling van onderop weer komt Vanier, etn Nederlander, is al enkele jaren coach van de succesvolle Noren. Dit jaar gaat hij echter zijn aan dacht verdelen tussen de Skandtna- viërs en zijn eigen landgenoten. Vooral in Nederland treft Vanier echter een groots werkterrein aan. Zoals dat ook het geval was, toen hij enkele jaren terug naar het noorden trok. 'Ik ben toen op verzoek van de Zweedse bond daar naartoe gegaan. Ik was stuurman geweest bij Ne reus. had m'n studie psychologie afgebroken en dankte eigenlijk aan de internationale contacten die ik tijdens het roeien had opgedaan dat verzoek uit Zweden. Het is daar echter min of meer misiuki Er leefden daar heel wat contro verses. Leiders die elkaar probeer den af te troeven. Groot clubchau- vinisme. Haat en nijd tussen ste den als Stockholm en Gothenburg waar ik zat Er werd in Stockholm gewoon samengespannen tegen Go thenburg. In Gothenburg waren twee clubs en de ;kans op verdere uitbouw kwam pas toen er leiders van die clubs benoemd werden in de bond. Toen is er wel een suc cesvolle samenwerking gekomen, maar om de zaak helemaal aan te pakken kun je een bepaalde tegen werking toch niet hebben'. 'Tijdens de Europese kampioen schappen kwam ik toen een Noor tegen, een roeifanaat, die m;j vroeg of ik hen wilde helpen. Ik had mijn werk ondertussen als sportleider aan de Universiteit van Amsterdam, maar het bleek dit ik het me wel kon veroorloven om cr af en toe een weekeinde tussenuit te trekken naar Noorwegen. De roeisport spreekt de Noren gewel dig aan. Het is de hardste sport. En er wordt geredeneerd, als oude Vikingen zullen we gewoon de bes te moeten zijn. De ouderen denken nog wel steeds op!de eerste plaats aan hun eigen clubje, maar bij de jongeren zie je al verschuiving naar combinaties. Daarvoor heb ik veel moeten praten met de roei- bond, maar uiteindelijk zijn ook dankzij die combinaties de grote successen gekomen'. 'Een nieuw probleem doet zich nu echter voor. Ik heb, al zeg ik het zelf, een aantal coaches goed opge leid. Die zijn nu gaan denken dat ze het allemaal zelf wel afkunnen. Maar ik moet nog steeds leren. En zij denken dat ze het helemaal onder de knie hebben. De Noor is een apart mens. Hij is heel gevoe lig voor publiciteit. Daar heb ik ook wel staaltjes van meegemaakt ook bij de coaches. Op het laatst moesten we bij grote wedstrijden gewoon besluiten dat er alleen op bepaalde tijden met do pers ge sproken mocht worden. Dat ging anders niet langer. Die jongens belden zelf de krant op met een nieuwtje en dan stonden ze de volgende dag met een grote foto in de krant, meneer die en die /.egt dat. De knipsels over mezelf spaar ik niet eens'. Dat is Vaniers Noorse periode die nog steeds voortduurt. In Neder land werkt hij echter nu ook met verdubbelde kracht aan de op bouw. Lezingen, trainingen en be sprekingen. Het contact met de KNRB werd tijdens de Noorse pe riode snel gelegd. 'Ach, ons kent ons, nietwaar? In de bestuursperio de van dokter Dokkum is mij al gevraagd of ik het wilde doen. Dat kon echter niet vanwege de tijd die ik had. Toen heeft de bond het met een advertentie geprobeerd. Daar is die Roemeen met de onuit spreekbare naam. Bologioglu uit voort gekomen. Hij kreeg echter geen visum om hier naartoe te komen. Toen Suermondt voorzitter werd, ben ik gevraagd de conditie trainingen op Papendal te gaan verzorgen. Daar was men enthousi ast over. Waar je hier vooral ook mee te maken hebt, dat zijn de corporalen van vroeger. Je krijgt te maken met de problemen van het verder uitbouwen van de trai ning. Zo'n ploeg heeft een coach, maar het ontbreekt de man mees tal aan voldoende tijd. Die heb ik wel, ik kan meer zien en meer horen. Dat comprimeer ik dan tot conditie-trainingen, tot training in roeitechniek. Het evolueert hier trouwens nu toch sterk*. 'Door het werken met de roeibond, dat is echt een sterke bond hoor, is er meer inzicht ontstaan. Bij de bond, bij de coaches. Men kreeg in de gaten wat er precies aan schort te. Ik bedoel, iedereen heeft hier z'n eigen fysische trainer die zijn eigen weg heeft, maar die ook bepaalde zaken aanpakt die niet goed zijn. Men wil zich nu meer gaan toetsen, meer gaan praten, waardoor de waardering ook stijgt. Je hoeft de club niet aan te tasten, maar als je een serie roeiers hebt met dezelfde basistraining, dan is het maken van combinaties aan zienlijk eenvoudiger. Gelijke trai ning, gelijke techniek, dat probe ren we er nu in te brengen. Zo is het ook in Noorwegen gegaan. Daar was men ver achter, binnen een half jaar is daar alles ge beurd.' 'We zijn nu bezig met de opbouw voor de Olympische Spelen van Montreal. Ook in Noorwegen, daar zijn ook maar een paar elite-kerels over. De hele vraag is of ze me nog willen. Aan die opbouw zijn we hier ook begonnen. Misschien is het allemaal wat laat, maar de roeibond doet 't tenminste toch. En je moet er eens mee beginnen. Ik heb meegewerkt aan de coach- cursus die wè nu hebben. Ik bege leid nu de coaches. Je moet ze gewoon praktisch verder begelei den en daarna de ploeg aan gaan pakken. Met alle problemen van dien natuurlijk, want bij iedere coach moet je je wel afvragen hoe lang die man het volhoudt. Hoe lang hij bezig wil blijven'. Vanier heeft dit seizoen al een stukje inventarisatie in Nederland kunnen maken. Het leerde hem dat de kansen natuurlijk nog volle dig aanwezig zijn. 'Maar het moet groeien allemaal. Je kunt stellen, er had vorig jaar meer uit moeten komen. Akkoord zeg ik dan, maar iedere elite-roeier is nog geen eli te-roeier. Je moet ook mentaal, vooral mentaal, een elite-roeier zijn. Ik weet dan ook nog niet of het dit jaar in Nederland wel allemaal zoveel minder zal zijn. Ja, in de breedte. Maar misschien val len er uit dé jonge talenten toch wel weer equipes te destilleren En dan vooral als er die goede samenwerking is. Ik ben al wijzer geworden van die korte periode van dit jaar. De vierkamp werd op een verkeerd tijdstip, roeitechnisch gezien dan, gehouden. Maar op dat punt kan er toch wel meer veran deren. Je hebt bijvoorbeeld ook clubs die hun eigen top leggen op bijvoorbeeld de eigen lustrum wedstrijden. Ik zeg n iet dat het slecht is zoiets te doen, maar er moet een mimte over zijn om ook andere toppen te hebben. Je moet nou eenmaal weten dat wintertrai- ning en zomertraining niet los staan van elkaar, maar dat het een geheel dient te vormen. Als dat het geval is, kun je ook naar meerdere toppen werken. 'De samenwerking zal moeten groeien in Nederland. Ik hoop dat te kunnen continueren ook. Met een plan voor enkele jaren kun je werken, zonder niet. Kijk maar weer naar Noorwegen. Daar is die samenwerking ook de basis ge weest van latere successen. Al moet ik wel zeggen dat ik niet weet wat ik nu zal aantreffen. Ik ben opgebeld uit Noorwegen, ik geloof dat ik me moet voorberei den daar toch een rotzooitje aan te treffen. Ik heb de Noren belo-.fd weer te komen. M'n aandacht te verdeQen tussen Noorwegen en Ne derland. Ik wil hier ook resulta ten. Daar wil ik naar werken. Doe ik ook. Van de andere kant geloof ik dat je steeds in de gaten zult moeten houden, dat je de roeier het plezier in z'n sport moet gun nen. Je hoeft niet persé de sociëty- roeier uit te hangen, je moet naar die tussenweg zoeken. Hou het als trainer niet alleen bij de instelling naar topresultaten te werken, maar hou een plaats open voor het ple zier in de sport Zo denk ik ero- /er. Ik heb tenslotte zelf genoeg plezier beleefd aan de roeierij'. IWAN VANIER

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1973 | | pagina 21