Amsterdams Dam-oproer
kondigde betere tijd aan
dichtbij
entaar
uit Moskou
ts
ie oren heeft
De 'Februari-revolutie van Nederland'
op de plaat - pop op de plaat-popopde p
door willcm-jan martin
'The Byrds'
wel en niet
In regenbak verdronken
blijf snoepduiveltje de baas
gekleed
nepwinst
antje
goed - slecht
f4/| )t^/KiWARTET VRIJDAG 23 MAART 1973
BINNENLAND T5/K7
ik
hoeft er niets kwaadaar-
te schuilen in een diploma-belas
voor emigranten zoals die vorig
jn de Sowjet-Unie is ingevoerd.
een gemeenschap van iemand die
op haar kosten een meer dan
Q liddelde intellectuele bagage heeft
•2 Ljrven, een terugbetaling verlangt,
hij dit geestelijk kapitaal in
ut van een andere gemeenschap
t stellen, is niet per se onredelijk,
ders wordt het, wanneer zo'n belas
heffing misbruikt wordt om aan
dse (of andere) kandidaat-emigran-
f-T zulke zware eisen te stellen, dat ze
III emigratieplannen wel kunnen ver
in. Dat is niet alleen niet redelijk
het is immorele pesterij,
eveel Russische Joden hiervan het
htoffer zijn geworden, is niet be-
i Wel is gebleken, dat de fiscale
op de trek naar Israël deze exodus
tt,|i bepaald tot stilstand heeft ge-
"SlKbt Tussen vorig jaar augustus en
J®ï|e maand hebben zo'n 20.000 Joden
Sowjet-Unie kunnen verlaten,
hts kleine 1000 van hen had-
vooraf een diploma-rekening moe-
vereffenen.
rmee zijn de Joodse kandidaat-
granten, ondanks de fiscale handi-
in zeker opzicht een bevoorrechte
p in de Sowjet-Unie. Leden van
wm ere minderheden Oekraïners, of
van christelijke gemeenschappen
Baltische landen die graag weg
krijgen zelden of nooit de
zich voorgoed aan de zegenin-
van het marxistisch-leninistische
lijs te onttrekken,
formt intussen geen reden om het
Icht dat door misbruik van de
ma-belasting aan Russische Joden
tdreven, te verwaarlozen. Dat is
pok in het Westen, gelukkig, niet
Urd. Een meerderheid van het
rikaans Congres heeft president
3D zelfs te verstaan gegeven, dat
voorstellen voor een Amerikaans-
ya rische handelsovereenkomst ver-
>en zouden worden, als hij Mos-
niet tot afschaffing van de hele
oma-belasting zou weten te bewe-
Blijkbaar heeft dit dreigement
uitwerking op de Sowjet-Unie, die
gebaat is bij het handelsakkoord,
gemist. Volgens betrouwbare be
ten is de omstreden belastinghef-
voor onbepaalde tijd opgeschort,
gei nelijk kan dus commerciële pressie
da| buitenaf een regime als het Russi
nopen tot in het ongunstige
e il tijdelijke vermenselijking van
aal binnenlands beleid. Dit is een les
rmee ook West-Europa zijn voor-
zou kunnen doen, bij voorbeeld
lijn relaties met Zuid-Afrika, dat
op het ogenblik inspant, om een
rkeursbehandeling van de EEG te
Tijgen.
C; enen die pleiten voor een zeker
iwicht tussen kritiek op Zuid-Afri-
inerzijds en aanvallen op commu-
sche regimes ter andere zijde, zui
daar stellig geen bezwaar tegen
>en. Per slot van rekening houdt
evenwicht niet alleen in, dat men
Sowjet-Unie net zo bejegent als
1-Afrika, maar ook, dat men Zuid-
Q ika op dezelfde wijze tegemoet
sY dt als de Sowjet-Unie.
NKV-blad 'Ruim Zicht' is zo
nt geweest om eens hier en daar
Matschappelijke kring antwoord te
n* n halen op de bisschoppelijke vas-
cp brief 'Welvaart, verantwoordelijk-
Uj I, versobering'. Zoals wij gisteren
rde ben bericht, bleek het politiek en
iaal milieu nogal bepalend te zijn
stbiör de uitleg die men aan de brief
iay Zo constateerden mr. P. M. H.
i Boven, voorzitter van het Neder-
PR ds christelijk werkgeversverbond,
24 het VVD-Kamerlid L. M. de Beer
tbei, dat de bisschoppen geen
13° ipraak hadden gedaan over mati-
ig of bevriezing van hogere inko-
ni ns.
achtten het géén uitspraak in deze
ïting. wanneer de bisschoppen zeg-
i: 'Wij moeten ons bezinnen op de
iag, of het geen christelijke eis kan
n, matiging of bevriezing van de
gere inkomens te aanvaarden en
dus te accepteren, dat de afstand die
is tussen eigen welvaartsniveau en
van anderen, wat meer wordt
lelopen'.
v< ituurlijk is dit vragenderwijs gezegd,
e bisschoppen hebben voldoende af-
ind genomen van het clericalisme
n weleer, waarin hun woorden nog
>ui achtswoorden waren en vraagtekens
'«iet te pas kwamen. Maar de gehoor-
gancn van hen die deze opmerking
's'et meer als een uitspraak ervaren,
fOioetcn wellicht in de vele onder-
,j| indelingsprocessen? wel erg onge
il »elig zijn geworden voor het gewone
oi takgebruik. Op zo'n manier zou
n man rustig kunnen blijven zitten
iczen na de vraag van zijn cchtgeno-
tn of zij beiden niet eens moeten
herwegen, of het niet beter zou zijn
n uit elkaar te gaan. Ook dat is
inamelijk vragenderwijs gesteld.
e vastenbrief staat vol van zulke
agen geladen, retorische vragen,
tl 'ie oren heeft, die nog niet selecteren
I vet geworden zijn. die hore. De
astenbrief kan besteld worden bij het
ccrctariaat van de r.k. kerkprovincie,
ostbus 13049 te Utrecht.
door Leo Kleyn
Op 22 maart 1848, om een uur of
tien 's avonds, trok de 26-jarige
houtbewerker Gottlieb Martin
door Amsterdam met een stapel
pamfletten die de volgende op
roep behelsden: 'De algemeene
klagt der werkzaamheden is
groot; alle Ambachts- en Werk
lieden, die hierin eenig belang
hebben, worden verzocht zich on
Vrijdag, den 24 dezer, des mid
dags ten 12 ure, te begeven" op
den Dam, ten einde aldaar zich
mannen zullen bevinden, die hun
ne belangen zullen behartigen,
en alzoo middelen zullen bera
men om in dit algemeen belang
hun lot te verbeteren. Amster
dam, 22 Maart 1848'.
De bijeenkomst op de Dam, op 24
maart 1848, liep uit op wat later wel
het 'glazenmakersoproer' is genoemd.
Hoewel op zichzelf van weinig beteke
nis, markeerde dat oproer, 125 jaar
geleden uitgebroken, een periode
waarin het proletariaat, naar de term
van Marx en Engels, een eerste po
ging deed onder het juk van de
machthebbers uit te komen.
Overigens kwamen de proletariërs zelf
er in de jaren veertig van de vorige
eeuw nog nauwelijks aan te pas. Hoe
wel ze vaak geen werk hadden en
honger leden, dachten ze er nog niet
aan zich te verenigen, zoals Marx en
Engels wilden. Incidenteel liepen zij
wel te hoop, maar van enige stelsel
matige oppositie van hun kant was
nog geen sprake. Dat toch de geest
van hervormingsgezindheid, die in
Frankrijk in 1848 tot de Februari-
revolutie leidde, Neerland niet ge
heel onberoerd liet, was te danken
aan het werk van een handvol radica
le journalisten die, al dan niet zelf
daaruit voortgekomen, de zijde kozen
van het onmondige en vertrapte volk.
Die journalisten, van wie met name
Jan de Vries en Adriaan van Bever
voorde van zich deden spreken, na
men het op tegen de machthebbers en
probeerden naast politieke ook sociale
hervormingen te bewerkstelligen. Ze
bedienden zich hierbij van wat je nu
'undergroundbladen' zou noemen: pe
riodieken die naast de officiële dagbla
den in omloop werden gebracht en
vooral druk gelezen werden door de
'mindere klasse', zoals Jan de Vries
het proletariaat noemde.
Het 'glazenmakersoproer' mag worden
beschouwd als een uitvloeisel van die
activiteiten, ook al had die opstand
dan meer het karakter van een rel
dan van een revolutie. De justiële
autoriteiten vermoedden onmiddellijk
dat De Vries en Van Bevervoorde ook
achter het oproer zelf zaten, al kon
den ze dat niet bewijzen. Beide jour
nalisten ontkenden trouwens ook bij
de organisatie ervan betrokken te zijn
geweest. Wel stond Jan de Vries in
nauw contact met de Duitse kleerma
ker Carl Hancke, die het Damoproer
ontketende en ook de in krom Neder
lands gestelde oproep schreef.
nair Wilhelm Weitling de geestelijke
vader was. Weitling propageerde een
proletarische revolutie die de bestaan
de maatschappij omver moest werpen.
De leden van de Bund der Gerechten
vormden de kern van de Arbeiterbil-
dungsvereine, die wel legaal waren.
Zulke Kommunistenvereine, zoals ze
wel werden genoemd, werden behalve
in Duitsland ook elders in Europa
opgericht. In 1847 werd ook in Am
sterdam, waar veel Duitsers woonden,
zo'n communistenvereniging opge
richt. onder de naam 'Vereeniging tot
zedelijke beschaving van de arbeiden
de klasse'. Behalve tot zedelijke be
schaving diende de vereniging ook tot
politieke scholing van haar leden, van
wie er opvallend veel kleermakers
knecht of houtbewerker waren.
De vereniging vergaderde aanvanke
lijk in een tapperij, later ten huize
van de 40-jarige houtkoper Christian
Gödecke, een Duitser die al geruime
tijd in Amsterdam woonde. Gödecke,
de centrale figuur van de Amsterdam
se vereniging, was een typische aan-
hanger van het nogal zweverige Weit-
ling-communisme; hij schreef de el
lende van de arbeidende bevolking
Beschaving
Hancke, afkomstig uit Pommeren, was
functionaris van de tussen 1830 en
1840 in Duitsland opgerichte Bund
der Gerechten, een geheime organisa
tie waarvan de utopistische revolutio-
vooral toe aan haar gebrek aan opvoe
ding, kennis en beschaving.
Hancke, die waarschijnlijk als contact
man tussen de verschillende Kommu
nistenvereine optrad, was meer de
door Karl Marx en Friedrich Engels
gepropageerde opvattingen toegedaan.
Ook de Bund der Gerechten, waarvan
in 1847 de naam werd veranderd in
Bund der Kommunisten, ademde na
1846 niet langer de geest van Weit
ling, maar van Marx en Engels. Hon
derd exemplaren van het door die
twee opgestelde Communistische mani
fest werden in februari 1848 door
Hancke naar Amsterdam gesmokkeld.
Ook anderszins was Carl Hancke ac
tief. Hij zocht nauwe aansluiting met
de radicale journalist Jan de Vries,
die in zijn befaamd geworden blad De
Hydra keer op keer fel uithaalde naar
de machthebbers. De Vries, een offi-
cierszoon die nogal wat rancune tegen
de maatschappij koesterde, schreef
niet alleen ten gunste van, maar ook
voor de 'mindere klasse'; zijn blad
ging in de door die klasse gefrequen
teerde tapperijen van hand tot hand.
De Vries sprak (en schreef in) de
taal van het volk, wat zijn vriend en
geestverwant Adriaan van Bevervoor
de, die het oppositieblad De Burger
redigeerde, minder goed lukte. Hoe
populair De Hydra was, bleek op 2
maart 1848, toen Jan de Vries en de
drukker van het blad, Nicolaas Wil
lem van Nifterick, terecht stonden
voor de Amsterdamse rechtbank we
gens smaad; in De Hydra van 5 janua
ri 1848 was de juist afgetreden minis
ter F. A. van Hall uitgemaakt voor
'misdadiger' en 'kwakzalver'. Bij het
verlaten van het gerechtsgebouw werd
De Vries zo ongeveer op de schouders
genomen.
Plundering
Jan de Vries
Gebrek aan stof hadden Jan de Vries
en andere radicale journalisten niet.
Het volk ging zwaar gebukt onder de
gevolgen van een in 1843 uitgebroken
economische crisis, die mede door
mislukte oogsten en een aardappel
ziekte steeds verergerde. Het aantal
werklozen steeg en de honger nam
toe, mede als gevolg van een belas
tingstelsel waarbij de accijnzen op
brood en vlees zo hoog waren, dat ze
voor de 'mindere klasse' onbetaalbaar
waren.
de Muscle Shoals-ritmesektie Roger
Hawkins-David Hood een elpee
getiteld SHOOT OUT AT THE
FANTASY FACTORY (Isl and ILPS
9224) de wereld instuurde. Een elpee
met vijf lange stukken, waarin over
het algemeen te weinig gebeurt om
die lengte ook acceptabel te maken.
Datgene, waarnaar menig popfanaat
(en welke lezer van deze onvolprezen
rubriek, dat mag nog wel eens gezegd,
is dat niet?) sinds november van het
vorig jaar met nauwelijks te
beteugelen nervositeit heeft zitten
uitkijken, is dan uiteindelijk gebeurd.
Opgenomen in de studio's van Wally
Heider te Los Angeles en via het
internationaal transportwezen over de
Grote Plas gezeuld, plofte tenslotte
door het toedoen van het Haarlemse
Bovema-syndicaat een (helaas nogal
krakerig) exemplaar van BYRDS
(Asylum Records 5C-062 94248), de
nieuwe langspeelplaat van The Byrds
in hun oude samenstelling, op de
deurmat va.i het stoffige vertrekje,
waar de popredaktie van deze bladen
domicilie pleegt te houden.
Maar vreemd genoeg (of misschien
ook wel niet, dat zal nog duidelijk
worden) is dat langverbeide werkstuk
eigenlijk nauwelijks een B.vrds-elpee
te noemen, ondanks de bekende
ingrediënten (de 'harmonies', de
subtiele akoestiek en de striemende
twelve-strings) en het feit dat ze er
allemaal zijn, na een gigantische
sjacherpartij tussen de diverse
platenfirma's, bij welke de jongens
onder kontrakt staan. Allemaal, dus:
Roger McGuinn, David Crosby die als
producer optreedt. Gene Clark. Chris
Hillman en Mike Clarke. In zijn
komposities Sweet Mary en Born To
Rock 'N' Roll benadert Roger
McGuinn de Byrds-sound nog het
meeste, en dan eigenlijk nog een
variant daarvan: de verwantschap met
het geluid van de elpee Ballad Of
Easy Rider is vrij duidelijk en zoals
bekend werd deze met een kompleet
nieuwe ploeg opgenomen Maar voor
het overige heeft het werk als eigen
baas (Gene Clark) of in 'buitenlandse'
dienst (David Crosby, Chris Hillman)
toch behoorlijk zijn sporen nagelalen.
zodat je al met ai de figuur krijgt
afwisselend te maken te hebben met
Gene Clark plus begeleiding
(schitterend, op de ritmiek van het
welbekende Tried So Hard gefundeerd
materiaal als Full Circle, Changing
Heart en Neil Youngs Cowgirl In The
Sand), McGuinn en zijn Byrds van
Easy Rider (de genoemde twee
nummers plus een nieuwe 'tearjerker'
uit de pen van Neil Young, See The
Sky About To Rain) en allerhande
Steve Stills-varianten: Chris Hillman,
kompositorisch matig op dreef, bedacht
twee stukken zeer Manassas-achtige
middelmaatmuziek (Things Will Be
Better, Borrowing Time), terwijl de
invloed van het gezelschap Crosby,
Still's en Nash zich hoorbaar laat
gelden in de wat pathetische
bijdragen van David. Crosby (Long
Live The King, Laughing) en For
Free, een nummer van Joni Mitchell,
dat niet uitblinkt door
kernachtigheid. Voeg daar dan nog
eens bij, dat de producing in handen
was van diezelfde Crosby, iemand die
destijds de Byrds-sound minder
bepaalde dan bijvoorbeeld McGuinn,
Clark of Hillman, en het zal duidelijk
zijn, wat schrijver dezes bedoelt met
een Byrds-elpee, die dat eigenlijk niet
is.
Maar daarom blijft het natuurlijk nog
wei een schitterende plaat. De
karakteristiek-melancholieke bijdragen
van Gene Clark en Roger McGuinn
zou ik voor geen geld willen missen.
Voorts worden de wat mindere
komposities door het vokale en
instrumentale niveau van de heren
voldoende omhooggetild om nergens
storend, en na herhaaldelijke
beluistering zelfs best aardig op de
luisteraar af te komen. En dan is er
natuurlijk nog het grenzeloze
enthousiasme: men kan het duidelijk
weer prima met elkaar vinden, en dat
doet de muziek veel goed. Bovendien
rechtvaardigt het de veronderstelling
dat er nog wel eens een elpee van de
oude Byrds zou kunnen komen (de
geruchten omtrent een toernee
houden in elk geval aan). Als met
name Chris Hillman dan pens wat
meer zijn best doet op de
songschrijver, ben ik volmaakt
gelukkig.
Goed. Genoeg over de Byrds. Verder
met TRAFFIC, die uitgebreid met
Vooral zulke dingen als het
titelnummer of het nog meer
uitgerekte Roll Right Stones sukkelde
vrij gezapig en op een enkele
interessante 'lick' van Steve Winwood
na zeer weinig verrassend naar een
einde. Kant twee opent met Evening
Blue iets meer volgens het destijds zo
pakkende Traffic-recept, maar via wat
onduidelijk geblaas van Chris Wood
(Tragic Magic) en een suffig
Sometimes I Feel So Uninspired zakt
de boel alweer snel in elkaar.
Morgennacht staat deze club in het
Amsterdamse Concertgebouw op de
planken (behalve Hood, Wood,
Winwood en Hawkins nog de
Afrikaan Rebop Kwaku Baah en Jim
Capaldi, wiens aktiviteiten mij steeds
minder duidelijk worden), ik ben zeer
benieuwd wat dat worden moet. Als
de opkomende griep, die dit verhaal
begeleidt, het tenminste bij opkomen
lfiót.
Tot besluit een viertal platen uit het
CBS-fonds. Allereerst nummer zes van
Soft Machine, een dubbel-album met
een live- en een studioplaat, waarop
voor de liefhebbers weer voldoende
intellectualistische muziek te
beluisteren valt; verder Cosmic
Wheéls, een wat laatkomend kosmisch
geheel (hippies bestaan toch zeker
niet meer!??) van de hand van
Donovan, van wie ik wel eens minder
zeurkouserige muziek heb gehoord;
dan Flash Cadillac and The
Continental Kids, het Amerikaanse
antwoord op onze bloedeigen Long
Tall Ernie, Flash klinkt wat minder
'epigonerig', probeert niet zo
duidelijk de ouwe roek-groten na te
spelen en vind ik derhalve toch wel
wat beter verteerbaar, en als laatste
Shel Silverstein: best leuk als
songschrijver van Dr. Hook, maar op
eigen toer hier maar een zeer
kleingeestig (miezerige lol over sex
etc.) in de weer.
Bij opstanden in het noorden van het
land, waar het uitgehongerde volk tot
plundering van huizen en graanpak-
huizen overging, vielen doden en ge
wonden en werden vele arrestaties
verricht. Het was onder die omstan
digheden dat het tot hechte samen
werking kwam tussen Jan de Vries en
Adriaan van Bevervoorde enerzijds en
de Amsterdamse communisten, onder
aanvoering van Carl Hancke. aan de
andere kant.
Toch zou het tot begin 1848 uren,
voordat Hancke besloot de bevolking
van Amsterdam te mobiliseren. De
arbeidersklasse mocht nog zo uitge
mergeld zijn, ze hield zich, op inci
dentele en snel bedwongen oproeren
na, rustig. Voor een arbeidersbewe
ging was het in de jaren veertig nog
veel te vroeg. Eind 1847 stelde Jan de
Vries, in een tot Van Bevervoorde
gericht artikel, moedeloos vast: 'Het
volk wil geene verandering, ik verze
ker u zulks. Indien het zulks wilde,
zoude het zulks zeggen, maar de Natie
zegt niets'.
In februari 1848 ontwaakte Nederland
dan toch, opgeschrikt als het werd
door de Februari-revolutie in Frank
rijk, die 'burgerkoning' Louis Philip
pe de troon kostte en die aanstekelijk
werkte op andere landen in Europa.
Zelfs over Neerland leek de geest
van de revolutie vaardig te worden.
Mensen als Van Bevervoorde en De
Vries zagen eindelijk hun kans
schoon.
Van Bevervoorde speelde op 15 en 16
maart 1848 een heldenrol in Den Haag,
nadat koning Willem II, naar de be
roemde uitspraak, in één nacht van
conservatief liberaal (dat wil zeggen:
vooruitstrevend) was geworden. Die
verandering schijnt mede door Van
Bevervoorde bewerkstelligd te zijn. In
elk geval droeg het volk hem in
triomf op de schouders naar de ko
ning. die hem in het openbaar de
hand drukte. De conservatieve rege
ring ruimde het veld en Jan de Vries
juichte in een extra-editie van De
Hydra: 'Het ellendig, laaghartig stel
sel van behoud is den bodem ingesla
gen; het ligt ter neder, om nooit
weder op te staan!'
Marseillaise
In die sfeer van euforie (waarbij in
kroegen de Marseillaise werd gezon
gen) meende Carl Hancke dat de tijd
voor de grote, definitieve omwente
ling gekomen was. In samenwerking
met zijn collega's op de kleermakers
werkplaats besloot hij een demonstra
tie van werklozen op de Dam te
organiseren. Vermoedelijk heeft Jan
de Vries Hancke daarbij gesteund.
Nadat de oproep daartoe was ver
spreid, gaven burgemeester en wet
houders van Amsterdam de ingezete
nen door middel van een 'kennisge
ving' de raad, 'om tot handhaving van
Rust en Orde, zich zeiven en hunne
onderhoorigen ten voorgeschreve tijde
van de opgegevene Plaats verwijderd
te houden, en alzoo mede te werken,
dat de Stad Amsterdam den regtmati-
gen Roem blijve handhaven, dat er
algemeene Orde heerscht'.
Ondanks (en zeker ook: dankzij) die
'kennisgeving' had zich op 24 maart
1848 om twaalf uur op de Dam een
grote menigte verzameld. Lange tijd
heerste er doodse stilte; de politie
hield zich op de achtergrond. Tenslot
te, toen er steeds maar niets gebeur
de, ontstond er onrust onder de mas
sa. Hancke trad naar voren en stelde
de demonstranten voor een deputatie
af te vaardigen naar het stadhuis en
de burgemeester om werk te vragen.
De demonstranten hadden daar geen
oren naar. Hancke werd uitgelachen
en in plaats van naar het stadhuis
trokken de aanwezigen de winkelstra
ten in. Ruiten werden ingeslagen en
winkels geplunderd. Aan die rampzali
ge afloop heeft het 'glazenmakers
oproer' zijn naam te danken. Ook de
patriciërs woningen aan de Heren- en
Keizersgracht vormden het doelwit
van de oproerlingen, die tenslotte op
de Botermarkt (het tegenwoordige
Rembrantsplein) uiteengejaagd wer
den. De rust in Amsterdam werd
hersteld met behulp van de onder de
wapenen geroepen schutterij en uit
Haarlem afkomstige cavalerie.
Een justitieel onderzoek leidde tot de
conclusie dat het 'volstrekt niet geble
ken, noch zelfs waarschijnlijk' wa3,
dat 'Van Bevervoorde, De Vries en
consorten' een aandeel in de ongere-
gellheden hadden gehad. Negentien ar
restanten werden van rechtsvervol
ging ontslagen; negentien andere en
de als hoofddaders aangemerkte
Christian Gödecke, Carl Hancke en
Gottlieb Martin stonden op 6 juni
1848 terecht. De drie hoofddaders
hoorden de doodstraf tegen zich eisen,
maar werden wegens gebrek aan be
wijs vrijgesproken. De andere ver
dachten werden veroordeeld tot ge
vangenisstraffen van acht. tien of
twaalf jaar.
Het Damoproer was zowel het hoogte
punt als het voorlopig eindpunt van
de democratiseringsbeweging in Ne
derland. Ook in de andere Europese
landen ging de revolutie als een
nachtkaars uit. Maar de nieuwe tijd
had zich, zelfs en ondanks alles ook
op de Dam in Amsterdam, aangekon
digd. Enkele tientallen jaren later zou
de toen ontstoken fakkel worden over
genomen.
(Bronnen: Drs. J. J. Giele, De pen in
aanslag. Revolutionairen rond 1848.
Bussum, 1968. Dr. M. J. F. Robijns,
Radicalen in Nederland f18401851).
Leiden. 1967»
Van een verslaggever
COEVORDEN De driejarige Alber-
dina Harms is in haar woonplaats
Veenoord (ten noorden van Coevor-
den) in een regenbak verdronken.
'De snoepgeest ivaart door ons goe
de Nederland. Dat het een snoep
duiveltje is zal niet iedereen wil
len beamendat hij niet alleen lief
brengt maar ook leed wél. De
snoepgeest is al heel erg oud en
even onuitroeibaar als Sinterklaas.
Hij behoeft trouwens ook niet uit
geroeid te worden, maar het gaat
erom dat we hem de baas blijven.
Een enkel snoepje is niet erg, het
is gezellig en schaadt niet. Veel
snoepen is noch gezellig (soms een
obsessie of gewoonte), noch on
schadelijk'.
Dat zegt het Voorlichtingsbureau
i'oor de Voeding in een brochure,
die in samenwerking met het 'Ivo
ren Kruis' en de Nederlandse Ver
eniging voor Mond- en Tandhygië-
ne is samengesteld.
Het overmatige snoepen moet ver
dwijnen terwille van een sterk ge
bit en terwille van de gezondheid.
Het grootste bezwaar van snoepen
- en dat geldt voor jong en oud
Iedereen mag er bij lopen zoals
hij/zij wil, maar niet zolang je in
dienst van de officiële landverdedi-
ging bent. Voor dat soort arbeiders
gelden strenge kledingvoorschrif
ten, maar desondanks wordt daar
soms wel eens de hand mee ge
licht. Het luchtmacht-bewakings
personeel bijvoorbeeld verricht
kennelijk zijn beveiligingstaak
graag getooid met het witte fluit-
koord. Maar zo'n koord dragen,
gewoon onder het werk, mocht
eigenlijk niet, al werd het ooglui
kend toegelaten.
Dat oogje-dicht is er nu niet meer
bij. Volgens 'Onze Banier*, het
blad van de Nationale Christen
Onderofficieren Vereniging, zijn
de kledingvoorschriften voor die
bewakingspersoneelsleden zo gewij
zigd, dat ze nu niet alleen hun
witte fluitkoord te pas en te onpas
om (of aan?) mogen hebben, maar
ook hun modeldecoraties niet meer
duidelijk zichtbaar hoeven op te
spelden bij bruiloften en begrafe
nissen. Net als een rijbewijs dat je
overal en altijd moet kunnen to
nen, moeten ze ze bij zo'n gelegen
heid wel op zak hebben en dragen
blijft natuurlijk toegestaan voor
het geval iemand dat zielsgraag
wil. Bij een trouwpartij hoeven
niet officieel aanwezige lucht
machtmilitairen na het jawoord
hun geklede tenue niet meer blik
semsnel voor een ander pak te
verwisselen; dat moest tot voor
kort wel als ze nog een beetje pret
op de receptie wilden maken. 'Ga
la' is trouwens evenmin meer ver
plicht op recepties, waar je als
luchtmachtonderdaan al vóór zes
sen verwacht wordt. Je moet er
wèl fris en netjes uitzien natuur
lijk.
Voor wel zo'n tachig procent van
de Westduitse huisvrouwen is
'Frau Antje' de verpersoonlijking
is de nadeige invloed op het gebit.
Voral pas doorgebroken kiezen en
tanden van kinderen ondervinden
daar de ergste gevolgen van. Bo
vendien vult snoep de maagjes van
kinderen zonder de stoffen te leve
ren die onmisbaar zijn voor de
groei en gezondheid. Kinderen die
tussendoor veel snoepen, hebben
als ze aan tafel komen vaak weinig
trek in eten. Dat heeft tot gevolg
dat ze niet voldoende zullen nemen
van voedingsmiddelen die ze beslist
niet kunnen missen, zoals vlees,
vis, groente, fruit, bruin brood en
melk.
Ten einde hierop extra de aan
dacht te vestigen, wordt volgende
week woensdag om tien voor acht
op Nederland I een filmpje ge
toond, waarin dit probleem aan de
orde wordt gesteld. Bovendien kan
het publiek informatie en recepten
aanvragen bij het Voorlichtingsbu
reau voor de Voeding, Laan Copes
van Cattenburch 44 in Den Haag
(070-183044).
Maandag stond het in heel wat
kranten: twee Arnhemse jongens
winnen half miljoen in de lotto.
Die jongens waren de 20-jarige
Martin Peijer en zijn 21-jarige
vriend René Derksen, die zich drie
dagen lang kostelijk over die ver
halen hebben geamuseerd.
De twee vrienden hadden hun
'half miljoen' van a tot z verzon
nen, compleet met fraaie vertelsels
over hun zeer speciale methode om
het lottoformulier in te vullen. Ze
hadden - stond i.i de kranten die
er ingevlogen waren - een voetbal
laten stuiteren om de lage cijfers
te bepalen en een klein rubber
balletje voor de hogere getallen.
Zo gauw de uitslag zaterdagavond
bekend was, vulden ze een lotto
formulier in en lieten zich vervol
gens uit een jongerensoos roepen.
Hun vreugde steeg ten top toen de
persfotografen kwamen binnendrup
pelen en twee dagen later verhalen
in de kranten verschenen. Die
zorgden voor enorm veel bezoek en
felicitaties en daar was het René
en Martin om begonnen. Martins
moeder lag al maandenlang ziek
thuis, maar het bezoek van familie
en kennissen bleef beneden peil.
Na het 'winnen' van de 'prijs'
werd de deur plat gelopen.
Behalve alle visite aan moeders
ziekbed hebben de jongens nog
iets aan hun grap overgehouden:
vijf tientjes, eerlijk gewonnen in
een weddenschap dat ze op deze
manier in de publiciteit zouden
weten te komen.
In het goede kolommetje vol heer
lijkheden ('lekkere dingen waar
door Je gezonde tanden houdt')'
heeft het Voorlichtingsbureau voor
de Voeding in zijn 'snoepduivel-
tjes-brochure' deze minder ongezon
de snoeperijen gezet: zoute koekjes
cn zoutjes cream- en kaascrackers,
toostjes met hartig smeersel, chips,
kroepoek, nootjes, kroket, saucijze-
broodjes, stukjes komkommer, en
augurk, worteltjes, appels, peren,
radijsjes, kleine tomaatjes, blokjes
kaas, worst, suikervrije kauwgum,
alles mèt de waarschuwing: 'over
daad schaadt, ook van vette en
krokante lekkernijen. Dus: niet te
veel en niet te vaak'.
En dan het verfoeilijke kolommei-
tje. 'Héél slecht voor onze tanden'
zijn: pepermunt (ook in de kerk),
zuurtjes, zuurstokken, lolly's, to
verballen, toffees, melkchocolade,
gevulde chocolade, bonbons, noga,
toffeerepen, babybiscuits, koekjes,
biscuits, volkorenbiscuits, ontbijt
koek, blaadjes kauwgum (blijven
suiker afgeven) fondant, borstplaat
en Engelse drop, (zie ook 'blijf
snoepduiveltjes de baas')
van echte boter. Echte Hollandse
boter wel te verstaan, die van nu
af aan als 'Frau Antjes Sahnebut-
ter' in de Bondsrepubliek wordt
verkocht, ongeacht van welke Ne
derlandse firma het pakje afkomt
En voor die twintig procent die de
voedzame Frau Antje nog niet
kent, wordt 1,3 miljoen tegen deze
boterdame aangegooid. Dat bedrag
wordt besteed aan televisiespots,
die in meer dan acht miljoen Duit
se gezinnen gezien kunnen worden.
De 'boterbrief' is al getekend, staat
in het 'Officieel Orgaan van de
Koninklijke Nederlandse Zuivel-
bond FNZ en nu heeft de zuivel-
bond nog maar één vurige wens:
dat ook de Hollëndische Këse nog
eens zo'n verpakking krijgt waar
naar onze oosterburen zonder dra
len grijpen. Tenslotte heeft ons
land ook op dat gebied een behoor
lijke naam, al maken onze kaasma
kers niet de meeste kaas van Euro
pa en al eten we hier niet de
meeste kilo's op. Tegenwoordig
staat Frankrijk op de eerste plaats.
Daar maakten ze vorig jaar 643.000
ton kaas en aten ze elf twaalf
kilo de Fransman (wij namen ge
noegen met 9,2 kilo per hoofd)
wat natuurlijk nog niet wil zeggen
dat onze kaas niet van de bovenste
plank zou komen.
'Wat vertel jc me nou? At hij jc net op?'
Het oproer op de Dam in 1848.