Amsterdams Dam-oproer kondigde betere tijd aan dichtbij entaar uit Moskou ts ie oren heeft De 'Februari-revolutie van Nederland' op de plaat - pop op de plaat-popopde p door willcm-jan martin 'The Byrds' wel en niet In regenbak verdronken blijf snoepduiveltje de baas gekleed nepwinst antje goed - slecht f4/| )t^/KiWARTET VRIJDAG 23 MAART 1973 BINNENLAND T5/K7 ik hoeft er niets kwaadaar- te schuilen in een diploma-belas voor emigranten zoals die vorig jn de Sowjet-Unie is ingevoerd. een gemeenschap van iemand die op haar kosten een meer dan Q liddelde intellectuele bagage heeft •2 Ljrven, een terugbetaling verlangt, hij dit geestelijk kapitaal in ut van een andere gemeenschap t stellen, is niet per se onredelijk, ders wordt het, wanneer zo'n belas heffing misbruikt wordt om aan dse (of andere) kandidaat-emigran- f-T zulke zware eisen te stellen, dat ze III emigratieplannen wel kunnen ver in. Dat is niet alleen niet redelijk het is immorele pesterij, eveel Russische Joden hiervan het htoffer zijn geworden, is niet be- i Wel is gebleken, dat de fiscale op de trek naar Israël deze exodus tt,|i bepaald tot stilstand heeft ge- "SlKbt Tussen vorig jaar augustus en J®ï|e maand hebben zo'n 20.000 Joden Sowjet-Unie kunnen verlaten, hts kleine 1000 van hen had- vooraf een diploma-rekening moe- vereffenen. rmee zijn de Joodse kandidaat- granten, ondanks de fiscale handi- in zeker opzicht een bevoorrechte p in de Sowjet-Unie. Leden van wm ere minderheden Oekraïners, of van christelijke gemeenschappen Baltische landen die graag weg krijgen zelden of nooit de zich voorgoed aan de zegenin- van het marxistisch-leninistische lijs te onttrekken, formt intussen geen reden om het Icht dat door misbruik van de ma-belasting aan Russische Joden tdreven, te verwaarlozen. Dat is pok in het Westen, gelukkig, niet Urd. Een meerderheid van het rikaans Congres heeft president 3D zelfs te verstaan gegeven, dat voorstellen voor een Amerikaans- ya rische handelsovereenkomst ver- >en zouden worden, als hij Mos- niet tot afschaffing van de hele oma-belasting zou weten te bewe- Blijkbaar heeft dit dreigement uitwerking op de Sowjet-Unie, die gebaat is bij het handelsakkoord, gemist. Volgens betrouwbare be ten is de omstreden belastinghef- voor onbepaalde tijd opgeschort, gei nelijk kan dus commerciële pressie da| buitenaf een regime als het Russi nopen tot in het ongunstige e il tijdelijke vermenselijking van aal binnenlands beleid. Dit is een les rmee ook West-Europa zijn voor- zou kunnen doen, bij voorbeeld lijn relaties met Zuid-Afrika, dat op het ogenblik inspant, om een rkeursbehandeling van de EEG te Tijgen. C; enen die pleiten voor een zeker iwicht tussen kritiek op Zuid-Afri- inerzijds en aanvallen op commu- sche regimes ter andere zijde, zui daar stellig geen bezwaar tegen >en. Per slot van rekening houdt evenwicht niet alleen in, dat men Sowjet-Unie net zo bejegent als 1-Afrika, maar ook, dat men Zuid- Q ika op dezelfde wijze tegemoet sY dt als de Sowjet-Unie. NKV-blad 'Ruim Zicht' is zo nt geweest om eens hier en daar Matschappelijke kring antwoord te n* n halen op de bisschoppelijke vas- cp brief 'Welvaart, verantwoordelijk- Uj I, versobering'. Zoals wij gisteren rde ben bericht, bleek het politiek en iaal milieu nogal bepalend te zijn stbiör de uitleg die men aan de brief iay Zo constateerden mr. P. M. H. i Boven, voorzitter van het Neder- PR ds christelijk werkgeversverbond, 24 het VVD-Kamerlid L. M. de Beer tbei, dat de bisschoppen geen 13° ipraak hadden gedaan over mati- ig of bevriezing van hogere inko- ni ns. achtten het géén uitspraak in deze ïting. wanneer de bisschoppen zeg- i: 'Wij moeten ons bezinnen op de iag, of het geen christelijke eis kan n, matiging of bevriezing van de gere inkomens te aanvaarden en dus te accepteren, dat de afstand die is tussen eigen welvaartsniveau en van anderen, wat meer wordt lelopen'. v< ituurlijk is dit vragenderwijs gezegd, e bisschoppen hebben voldoende af- ind genomen van het clericalisme n weleer, waarin hun woorden nog >ui achtswoorden waren en vraagtekens '«iet te pas kwamen. Maar de gehoor- gancn van hen die deze opmerking 's'et meer als een uitspraak ervaren, fOioetcn wellicht in de vele onder- ,j| indelingsprocessen? wel erg onge il »elig zijn geworden voor het gewone oi takgebruik. Op zo'n manier zou n man rustig kunnen blijven zitten iczen na de vraag van zijn cchtgeno- tn of zij beiden niet eens moeten herwegen, of het niet beter zou zijn n uit elkaar te gaan. Ook dat is inamelijk vragenderwijs gesteld. e vastenbrief staat vol van zulke agen geladen, retorische vragen, tl 'ie oren heeft, die nog niet selecteren I vet geworden zijn. die hore. De astenbrief kan besteld worden bij het ccrctariaat van de r.k. kerkprovincie, ostbus 13049 te Utrecht. door Leo Kleyn Op 22 maart 1848, om een uur of tien 's avonds, trok de 26-jarige houtbewerker Gottlieb Martin door Amsterdam met een stapel pamfletten die de volgende op roep behelsden: 'De algemeene klagt der werkzaamheden is groot; alle Ambachts- en Werk lieden, die hierin eenig belang hebben, worden verzocht zich on Vrijdag, den 24 dezer, des mid dags ten 12 ure, te begeven" op den Dam, ten einde aldaar zich mannen zullen bevinden, die hun ne belangen zullen behartigen, en alzoo middelen zullen bera men om in dit algemeen belang hun lot te verbeteren. Amster dam, 22 Maart 1848'. De bijeenkomst op de Dam, op 24 maart 1848, liep uit op wat later wel het 'glazenmakersoproer' is genoemd. Hoewel op zichzelf van weinig beteke nis, markeerde dat oproer, 125 jaar geleden uitgebroken, een periode waarin het proletariaat, naar de term van Marx en Engels, een eerste po ging deed onder het juk van de machthebbers uit te komen. Overigens kwamen de proletariërs zelf er in de jaren veertig van de vorige eeuw nog nauwelijks aan te pas. Hoe wel ze vaak geen werk hadden en honger leden, dachten ze er nog niet aan zich te verenigen, zoals Marx en Engels wilden. Incidenteel liepen zij wel te hoop, maar van enige stelsel matige oppositie van hun kant was nog geen sprake. Dat toch de geest van hervormingsgezindheid, die in Frankrijk in 1848 tot de Februari- revolutie leidde, Neerland niet ge heel onberoerd liet, was te danken aan het werk van een handvol radica le journalisten die, al dan niet zelf daaruit voortgekomen, de zijde kozen van het onmondige en vertrapte volk. Die journalisten, van wie met name Jan de Vries en Adriaan van Bever voorde van zich deden spreken, na men het op tegen de machthebbers en probeerden naast politieke ook sociale hervormingen te bewerkstelligen. Ze bedienden zich hierbij van wat je nu 'undergroundbladen' zou noemen: pe riodieken die naast de officiële dagbla den in omloop werden gebracht en vooral druk gelezen werden door de 'mindere klasse', zoals Jan de Vries het proletariaat noemde. Het 'glazenmakersoproer' mag worden beschouwd als een uitvloeisel van die activiteiten, ook al had die opstand dan meer het karakter van een rel dan van een revolutie. De justiële autoriteiten vermoedden onmiddellijk dat De Vries en Van Bevervoorde ook achter het oproer zelf zaten, al kon den ze dat niet bewijzen. Beide jour nalisten ontkenden trouwens ook bij de organisatie ervan betrokken te zijn geweest. Wel stond Jan de Vries in nauw contact met de Duitse kleerma ker Carl Hancke, die het Damoproer ontketende en ook de in krom Neder lands gestelde oproep schreef. nair Wilhelm Weitling de geestelijke vader was. Weitling propageerde een proletarische revolutie die de bestaan de maatschappij omver moest werpen. De leden van de Bund der Gerechten vormden de kern van de Arbeiterbil- dungsvereine, die wel legaal waren. Zulke Kommunistenvereine, zoals ze wel werden genoemd, werden behalve in Duitsland ook elders in Europa opgericht. In 1847 werd ook in Am sterdam, waar veel Duitsers woonden, zo'n communistenvereniging opge richt. onder de naam 'Vereeniging tot zedelijke beschaving van de arbeiden de klasse'. Behalve tot zedelijke be schaving diende de vereniging ook tot politieke scholing van haar leden, van wie er opvallend veel kleermakers knecht of houtbewerker waren. De vereniging vergaderde aanvanke lijk in een tapperij, later ten huize van de 40-jarige houtkoper Christian Gödecke, een Duitser die al geruime tijd in Amsterdam woonde. Gödecke, de centrale figuur van de Amsterdam se vereniging, was een typische aan- hanger van het nogal zweverige Weit- ling-communisme; hij schreef de el lende van de arbeidende bevolking Beschaving Hancke, afkomstig uit Pommeren, was functionaris van de tussen 1830 en 1840 in Duitsland opgerichte Bund der Gerechten, een geheime organisa tie waarvan de utopistische revolutio- vooral toe aan haar gebrek aan opvoe ding, kennis en beschaving. Hancke, die waarschijnlijk als contact man tussen de verschillende Kommu nistenvereine optrad, was meer de door Karl Marx en Friedrich Engels gepropageerde opvattingen toegedaan. Ook de Bund der Gerechten, waarvan in 1847 de naam werd veranderd in Bund der Kommunisten, ademde na 1846 niet langer de geest van Weit ling, maar van Marx en Engels. Hon derd exemplaren van het door die twee opgestelde Communistische mani fest werden in februari 1848 door Hancke naar Amsterdam gesmokkeld. Ook anderszins was Carl Hancke ac tief. Hij zocht nauwe aansluiting met de radicale journalist Jan de Vries, die in zijn befaamd geworden blad De Hydra keer op keer fel uithaalde naar de machthebbers. De Vries, een offi- cierszoon die nogal wat rancune tegen de maatschappij koesterde, schreef niet alleen ten gunste van, maar ook voor de 'mindere klasse'; zijn blad ging in de door die klasse gefrequen teerde tapperijen van hand tot hand. De Vries sprak (en schreef in) de taal van het volk, wat zijn vriend en geestverwant Adriaan van Bevervoor de, die het oppositieblad De Burger redigeerde, minder goed lukte. Hoe populair De Hydra was, bleek op 2 maart 1848, toen Jan de Vries en de drukker van het blad, Nicolaas Wil lem van Nifterick, terecht stonden voor de Amsterdamse rechtbank we gens smaad; in De Hydra van 5 janua ri 1848 was de juist afgetreden minis ter F. A. van Hall uitgemaakt voor 'misdadiger' en 'kwakzalver'. Bij het verlaten van het gerechtsgebouw werd De Vries zo ongeveer op de schouders genomen. Plundering Jan de Vries Gebrek aan stof hadden Jan de Vries en andere radicale journalisten niet. Het volk ging zwaar gebukt onder de gevolgen van een in 1843 uitgebroken economische crisis, die mede door mislukte oogsten en een aardappel ziekte steeds verergerde. Het aantal werklozen steeg en de honger nam toe, mede als gevolg van een belas tingstelsel waarbij de accijnzen op brood en vlees zo hoog waren, dat ze voor de 'mindere klasse' onbetaalbaar waren. de Muscle Shoals-ritmesektie Roger Hawkins-David Hood een elpee getiteld SHOOT OUT AT THE FANTASY FACTORY (Isl and ILPS 9224) de wereld instuurde. Een elpee met vijf lange stukken, waarin over het algemeen te weinig gebeurt om die lengte ook acceptabel te maken. Datgene, waarnaar menig popfanaat (en welke lezer van deze onvolprezen rubriek, dat mag nog wel eens gezegd, is dat niet?) sinds november van het vorig jaar met nauwelijks te beteugelen nervositeit heeft zitten uitkijken, is dan uiteindelijk gebeurd. Opgenomen in de studio's van Wally Heider te Los Angeles en via het internationaal transportwezen over de Grote Plas gezeuld, plofte tenslotte door het toedoen van het Haarlemse Bovema-syndicaat een (helaas nogal krakerig) exemplaar van BYRDS (Asylum Records 5C-062 94248), de nieuwe langspeelplaat van The Byrds in hun oude samenstelling, op de deurmat va.i het stoffige vertrekje, waar de popredaktie van deze bladen domicilie pleegt te houden. Maar vreemd genoeg (of misschien ook wel niet, dat zal nog duidelijk worden) is dat langverbeide werkstuk eigenlijk nauwelijks een B.vrds-elpee te noemen, ondanks de bekende ingrediënten (de 'harmonies', de subtiele akoestiek en de striemende twelve-strings) en het feit dat ze er allemaal zijn, na een gigantische sjacherpartij tussen de diverse platenfirma's, bij welke de jongens onder kontrakt staan. Allemaal, dus: Roger McGuinn, David Crosby die als producer optreedt. Gene Clark. Chris Hillman en Mike Clarke. In zijn komposities Sweet Mary en Born To Rock 'N' Roll benadert Roger McGuinn de Byrds-sound nog het meeste, en dan eigenlijk nog een variant daarvan: de verwantschap met het geluid van de elpee Ballad Of Easy Rider is vrij duidelijk en zoals bekend werd deze met een kompleet nieuwe ploeg opgenomen Maar voor het overige heeft het werk als eigen baas (Gene Clark) of in 'buitenlandse' dienst (David Crosby, Chris Hillman) toch behoorlijk zijn sporen nagelalen. zodat je al met ai de figuur krijgt afwisselend te maken te hebben met Gene Clark plus begeleiding (schitterend, op de ritmiek van het welbekende Tried So Hard gefundeerd materiaal als Full Circle, Changing Heart en Neil Youngs Cowgirl In The Sand), McGuinn en zijn Byrds van Easy Rider (de genoemde twee nummers plus een nieuwe 'tearjerker' uit de pen van Neil Young, See The Sky About To Rain) en allerhande Steve Stills-varianten: Chris Hillman, kompositorisch matig op dreef, bedacht twee stukken zeer Manassas-achtige middelmaatmuziek (Things Will Be Better, Borrowing Time), terwijl de invloed van het gezelschap Crosby, Still's en Nash zich hoorbaar laat gelden in de wat pathetische bijdragen van David. Crosby (Long Live The King, Laughing) en For Free, een nummer van Joni Mitchell, dat niet uitblinkt door kernachtigheid. Voeg daar dan nog eens bij, dat de producing in handen was van diezelfde Crosby, iemand die destijds de Byrds-sound minder bepaalde dan bijvoorbeeld McGuinn, Clark of Hillman, en het zal duidelijk zijn, wat schrijver dezes bedoelt met een Byrds-elpee, die dat eigenlijk niet is. Maar daarom blijft het natuurlijk nog wei een schitterende plaat. De karakteristiek-melancholieke bijdragen van Gene Clark en Roger McGuinn zou ik voor geen geld willen missen. Voorts worden de wat mindere komposities door het vokale en instrumentale niveau van de heren voldoende omhooggetild om nergens storend, en na herhaaldelijke beluistering zelfs best aardig op de luisteraar af te komen. En dan is er natuurlijk nog het grenzeloze enthousiasme: men kan het duidelijk weer prima met elkaar vinden, en dat doet de muziek veel goed. Bovendien rechtvaardigt het de veronderstelling dat er nog wel eens een elpee van de oude Byrds zou kunnen komen (de geruchten omtrent een toernee houden in elk geval aan). Als met name Chris Hillman dan pens wat meer zijn best doet op de songschrijver, ben ik volmaakt gelukkig. Goed. Genoeg over de Byrds. Verder met TRAFFIC, die uitgebreid met Vooral zulke dingen als het titelnummer of het nog meer uitgerekte Roll Right Stones sukkelde vrij gezapig en op een enkele interessante 'lick' van Steve Winwood na zeer weinig verrassend naar een einde. Kant twee opent met Evening Blue iets meer volgens het destijds zo pakkende Traffic-recept, maar via wat onduidelijk geblaas van Chris Wood (Tragic Magic) en een suffig Sometimes I Feel So Uninspired zakt de boel alweer snel in elkaar. Morgennacht staat deze club in het Amsterdamse Concertgebouw op de planken (behalve Hood, Wood, Winwood en Hawkins nog de Afrikaan Rebop Kwaku Baah en Jim Capaldi, wiens aktiviteiten mij steeds minder duidelijk worden), ik ben zeer benieuwd wat dat worden moet. Als de opkomende griep, die dit verhaal begeleidt, het tenminste bij opkomen lfiót. Tot besluit een viertal platen uit het CBS-fonds. Allereerst nummer zes van Soft Machine, een dubbel-album met een live- en een studioplaat, waarop voor de liefhebbers weer voldoende intellectualistische muziek te beluisteren valt; verder Cosmic Wheéls, een wat laatkomend kosmisch geheel (hippies bestaan toch zeker niet meer!??) van de hand van Donovan, van wie ik wel eens minder zeurkouserige muziek heb gehoord; dan Flash Cadillac and The Continental Kids, het Amerikaanse antwoord op onze bloedeigen Long Tall Ernie, Flash klinkt wat minder 'epigonerig', probeert niet zo duidelijk de ouwe roek-groten na te spelen en vind ik derhalve toch wel wat beter verteerbaar, en als laatste Shel Silverstein: best leuk als songschrijver van Dr. Hook, maar op eigen toer hier maar een zeer kleingeestig (miezerige lol over sex etc.) in de weer. Bij opstanden in het noorden van het land, waar het uitgehongerde volk tot plundering van huizen en graanpak- huizen overging, vielen doden en ge wonden en werden vele arrestaties verricht. Het was onder die omstan digheden dat het tot hechte samen werking kwam tussen Jan de Vries en Adriaan van Bevervoorde enerzijds en de Amsterdamse communisten, onder aanvoering van Carl Hancke. aan de andere kant. Toch zou het tot begin 1848 uren, voordat Hancke besloot de bevolking van Amsterdam te mobiliseren. De arbeidersklasse mocht nog zo uitge mergeld zijn, ze hield zich, op inci dentele en snel bedwongen oproeren na, rustig. Voor een arbeidersbewe ging was het in de jaren veertig nog veel te vroeg. Eind 1847 stelde Jan de Vries, in een tot Van Bevervoorde gericht artikel, moedeloos vast: 'Het volk wil geene verandering, ik verze ker u zulks. Indien het zulks wilde, zoude het zulks zeggen, maar de Natie zegt niets'. In februari 1848 ontwaakte Nederland dan toch, opgeschrikt als het werd door de Februari-revolutie in Frank rijk, die 'burgerkoning' Louis Philip pe de troon kostte en die aanstekelijk werkte op andere landen in Europa. Zelfs over Neerland leek de geest van de revolutie vaardig te worden. Mensen als Van Bevervoorde en De Vries zagen eindelijk hun kans schoon. Van Bevervoorde speelde op 15 en 16 maart 1848 een heldenrol in Den Haag, nadat koning Willem II, naar de be roemde uitspraak, in één nacht van conservatief liberaal (dat wil zeggen: vooruitstrevend) was geworden. Die verandering schijnt mede door Van Bevervoorde bewerkstelligd te zijn. In elk geval droeg het volk hem in triomf op de schouders naar de ko ning. die hem in het openbaar de hand drukte. De conservatieve rege ring ruimde het veld en Jan de Vries juichte in een extra-editie van De Hydra: 'Het ellendig, laaghartig stel sel van behoud is den bodem ingesla gen; het ligt ter neder, om nooit weder op te staan!' Marseillaise In die sfeer van euforie (waarbij in kroegen de Marseillaise werd gezon gen) meende Carl Hancke dat de tijd voor de grote, definitieve omwente ling gekomen was. In samenwerking met zijn collega's op de kleermakers werkplaats besloot hij een demonstra tie van werklozen op de Dam te organiseren. Vermoedelijk heeft Jan de Vries Hancke daarbij gesteund. Nadat de oproep daartoe was ver spreid, gaven burgemeester en wet houders van Amsterdam de ingezete nen door middel van een 'kennisge ving' de raad, 'om tot handhaving van Rust en Orde, zich zeiven en hunne onderhoorigen ten voorgeschreve tijde van de opgegevene Plaats verwijderd te houden, en alzoo mede te werken, dat de Stad Amsterdam den regtmati- gen Roem blijve handhaven, dat er algemeene Orde heerscht'. Ondanks (en zeker ook: dankzij) die 'kennisgeving' had zich op 24 maart 1848 om twaalf uur op de Dam een grote menigte verzameld. Lange tijd heerste er doodse stilte; de politie hield zich op de achtergrond. Tenslot te, toen er steeds maar niets gebeur de, ontstond er onrust onder de mas sa. Hancke trad naar voren en stelde de demonstranten voor een deputatie af te vaardigen naar het stadhuis en de burgemeester om werk te vragen. De demonstranten hadden daar geen oren naar. Hancke werd uitgelachen en in plaats van naar het stadhuis trokken de aanwezigen de winkelstra ten in. Ruiten werden ingeslagen en winkels geplunderd. Aan die rampzali ge afloop heeft het 'glazenmakers oproer' zijn naam te danken. Ook de patriciërs woningen aan de Heren- en Keizersgracht vormden het doelwit van de oproerlingen, die tenslotte op de Botermarkt (het tegenwoordige Rembrantsplein) uiteengejaagd wer den. De rust in Amsterdam werd hersteld met behulp van de onder de wapenen geroepen schutterij en uit Haarlem afkomstige cavalerie. Een justitieel onderzoek leidde tot de conclusie dat het 'volstrekt niet geble ken, noch zelfs waarschijnlijk' wa3, dat 'Van Bevervoorde, De Vries en consorten' een aandeel in de ongere- gellheden hadden gehad. Negentien ar restanten werden van rechtsvervol ging ontslagen; negentien andere en de als hoofddaders aangemerkte Christian Gödecke, Carl Hancke en Gottlieb Martin stonden op 6 juni 1848 terecht. De drie hoofddaders hoorden de doodstraf tegen zich eisen, maar werden wegens gebrek aan be wijs vrijgesproken. De andere ver dachten werden veroordeeld tot ge vangenisstraffen van acht. tien of twaalf jaar. Het Damoproer was zowel het hoogte punt als het voorlopig eindpunt van de democratiseringsbeweging in Ne derland. Ook in de andere Europese landen ging de revolutie als een nachtkaars uit. Maar de nieuwe tijd had zich, zelfs en ondanks alles ook op de Dam in Amsterdam, aangekon digd. Enkele tientallen jaren later zou de toen ontstoken fakkel worden over genomen. (Bronnen: Drs. J. J. Giele, De pen in aanslag. Revolutionairen rond 1848. Bussum, 1968. Dr. M. J. F. Robijns, Radicalen in Nederland f18401851). Leiden. 1967» Van een verslaggever COEVORDEN De driejarige Alber- dina Harms is in haar woonplaats Veenoord (ten noorden van Coevor- den) in een regenbak verdronken. 'De snoepgeest ivaart door ons goe de Nederland. Dat het een snoep duiveltje is zal niet iedereen wil len beamendat hij niet alleen lief brengt maar ook leed wél. De snoepgeest is al heel erg oud en even onuitroeibaar als Sinterklaas. Hij behoeft trouwens ook niet uit geroeid te worden, maar het gaat erom dat we hem de baas blijven. Een enkel snoepje is niet erg, het is gezellig en schaadt niet. Veel snoepen is noch gezellig (soms een obsessie of gewoonte), noch on schadelijk'. Dat zegt het Voorlichtingsbureau i'oor de Voeding in een brochure, die in samenwerking met het 'Ivo ren Kruis' en de Nederlandse Ver eniging voor Mond- en Tandhygië- ne is samengesteld. Het overmatige snoepen moet ver dwijnen terwille van een sterk ge bit en terwille van de gezondheid. Het grootste bezwaar van snoepen - en dat geldt voor jong en oud Iedereen mag er bij lopen zoals hij/zij wil, maar niet zolang je in dienst van de officiële landverdedi- ging bent. Voor dat soort arbeiders gelden strenge kledingvoorschrif ten, maar desondanks wordt daar soms wel eens de hand mee ge licht. Het luchtmacht-bewakings personeel bijvoorbeeld verricht kennelijk zijn beveiligingstaak graag getooid met het witte fluit- koord. Maar zo'n koord dragen, gewoon onder het werk, mocht eigenlijk niet, al werd het ooglui kend toegelaten. Dat oogje-dicht is er nu niet meer bij. Volgens 'Onze Banier*, het blad van de Nationale Christen Onderofficieren Vereniging, zijn de kledingvoorschriften voor die bewakingspersoneelsleden zo gewij zigd, dat ze nu niet alleen hun witte fluitkoord te pas en te onpas om (of aan?) mogen hebben, maar ook hun modeldecoraties niet meer duidelijk zichtbaar hoeven op te spelden bij bruiloften en begrafe nissen. Net als een rijbewijs dat je overal en altijd moet kunnen to nen, moeten ze ze bij zo'n gelegen heid wel op zak hebben en dragen blijft natuurlijk toegestaan voor het geval iemand dat zielsgraag wil. Bij een trouwpartij hoeven niet officieel aanwezige lucht machtmilitairen na het jawoord hun geklede tenue niet meer blik semsnel voor een ander pak te verwisselen; dat moest tot voor kort wel als ze nog een beetje pret op de receptie wilden maken. 'Ga la' is trouwens evenmin meer ver plicht op recepties, waar je als luchtmachtonderdaan al vóór zes sen verwacht wordt. Je moet er wèl fris en netjes uitzien natuur lijk. Voor wel zo'n tachig procent van de Westduitse huisvrouwen is 'Frau Antje' de verpersoonlijking is de nadeige invloed op het gebit. Voral pas doorgebroken kiezen en tanden van kinderen ondervinden daar de ergste gevolgen van. Bo vendien vult snoep de maagjes van kinderen zonder de stoffen te leve ren die onmisbaar zijn voor de groei en gezondheid. Kinderen die tussendoor veel snoepen, hebben als ze aan tafel komen vaak weinig trek in eten. Dat heeft tot gevolg dat ze niet voldoende zullen nemen van voedingsmiddelen die ze beslist niet kunnen missen, zoals vlees, vis, groente, fruit, bruin brood en melk. Ten einde hierop extra de aan dacht te vestigen, wordt volgende week woensdag om tien voor acht op Nederland I een filmpje ge toond, waarin dit probleem aan de orde wordt gesteld. Bovendien kan het publiek informatie en recepten aanvragen bij het Voorlichtingsbu reau voor de Voeding, Laan Copes van Cattenburch 44 in Den Haag (070-183044). Maandag stond het in heel wat kranten: twee Arnhemse jongens winnen half miljoen in de lotto. Die jongens waren de 20-jarige Martin Peijer en zijn 21-jarige vriend René Derksen, die zich drie dagen lang kostelijk over die ver halen hebben geamuseerd. De twee vrienden hadden hun 'half miljoen' van a tot z verzon nen, compleet met fraaie vertelsels over hun zeer speciale methode om het lottoformulier in te vullen. Ze hadden - stond i.i de kranten die er ingevlogen waren - een voetbal laten stuiteren om de lage cijfers te bepalen en een klein rubber balletje voor de hogere getallen. Zo gauw de uitslag zaterdagavond bekend was, vulden ze een lotto formulier in en lieten zich vervol gens uit een jongerensoos roepen. Hun vreugde steeg ten top toen de persfotografen kwamen binnendrup pelen en twee dagen later verhalen in de kranten verschenen. Die zorgden voor enorm veel bezoek en felicitaties en daar was het René en Martin om begonnen. Martins moeder lag al maandenlang ziek thuis, maar het bezoek van familie en kennissen bleef beneden peil. Na het 'winnen' van de 'prijs' werd de deur plat gelopen. Behalve alle visite aan moeders ziekbed hebben de jongens nog iets aan hun grap overgehouden: vijf tientjes, eerlijk gewonnen in een weddenschap dat ze op deze manier in de publiciteit zouden weten te komen. In het goede kolommetje vol heer lijkheden ('lekkere dingen waar door Je gezonde tanden houdt')' heeft het Voorlichtingsbureau voor de Voeding in zijn 'snoepduivel- tjes-brochure' deze minder ongezon de snoeperijen gezet: zoute koekjes cn zoutjes cream- en kaascrackers, toostjes met hartig smeersel, chips, kroepoek, nootjes, kroket, saucijze- broodjes, stukjes komkommer, en augurk, worteltjes, appels, peren, radijsjes, kleine tomaatjes, blokjes kaas, worst, suikervrije kauwgum, alles mèt de waarschuwing: 'over daad schaadt, ook van vette en krokante lekkernijen. Dus: niet te veel en niet te vaak'. En dan het verfoeilijke kolommei- tje. 'Héél slecht voor onze tanden' zijn: pepermunt (ook in de kerk), zuurtjes, zuurstokken, lolly's, to verballen, toffees, melkchocolade, gevulde chocolade, bonbons, noga, toffeerepen, babybiscuits, koekjes, biscuits, volkorenbiscuits, ontbijt koek, blaadjes kauwgum (blijven suiker afgeven) fondant, borstplaat en Engelse drop, (zie ook 'blijf snoepduiveltjes de baas') van echte boter. Echte Hollandse boter wel te verstaan, die van nu af aan als 'Frau Antjes Sahnebut- ter' in de Bondsrepubliek wordt verkocht, ongeacht van welke Ne derlandse firma het pakje afkomt En voor die twintig procent die de voedzame Frau Antje nog niet kent, wordt 1,3 miljoen tegen deze boterdame aangegooid. Dat bedrag wordt besteed aan televisiespots, die in meer dan acht miljoen Duit se gezinnen gezien kunnen worden. De 'boterbrief' is al getekend, staat in het 'Officieel Orgaan van de Koninklijke Nederlandse Zuivel- bond FNZ en nu heeft de zuivel- bond nog maar één vurige wens: dat ook de Hollëndische Këse nog eens zo'n verpakking krijgt waar naar onze oosterburen zonder dra len grijpen. Tenslotte heeft ons land ook op dat gebied een behoor lijke naam, al maken onze kaasma kers niet de meeste kaas van Euro pa en al eten we hier niet de meeste kilo's op. Tegenwoordig staat Frankrijk op de eerste plaats. Daar maakten ze vorig jaar 643.000 ton kaas en aten ze elf twaalf kilo de Fransman (wij namen ge noegen met 9,2 kilo per hoofd) wat natuurlijk nog niet wil zeggen dat onze kaas niet van de bovenste plank zou komen. 'Wat vertel jc me nou? At hij jc net op?' Het oproer op de Dam in 1848.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1973 | | pagina 7