klOEDJIBOER VERPLETTERT
IPPOSITIE IN RANGLADESJ
'JUISTE
VAN GEORGES POMPIDOU
JAP/KWARTET1 ZATERDAG 17 MAAKT 1973
BUITENLAND T13/K15
Ir Ferry Versteeg
Phris Blankenburgh
|b Pompidou, Frankrijks 61-jarige president is deze week weliswaar gehavend, maar als de gro-
(ïaar uit de stembusstrijd tevoorschijn gekomen. Geholpen door het kiessysteem, de oinme-
an de Reformisten en een listig gebruik va n de traditionele angst voor het communisme heeft
m3ou het gaullistische tijdperk weer voor een aantal jaren'verlengd.
Sti
00 het betrekkelijke succes van
li niet alléén het gevolg van
nflepen verkiezingstaktiek en
irdtiek geluk. Het gros van de
Srt heeft gekozen voor de rust
adtabiliteit van het Pompidoli-
luifegime en uiteindelijk de op-
gdke reeks politieke schandalen
00 recente verleden voor lief
sti 'ompidou heeft Frankrijk op
'oflSch terrein een forse sprong
mjBedaan en zich in betrekkelijk
00 d in de rij van moderne
'ialiseerde landen geschaard,
kiezers hebben kennelijk ge-
echt aan de verklaringen van
yilistische coalitie, dat in de
periode ernst zal worden
met een betere verdeling van
J'Mten der economische vooruit-
it succes van Pompidou is dan
:L s te danken aan het door hem
beleid, dat. aansluitend bij
«se neaging tot conservatisme,
I weinig veranderde.
de oppervlakte heeft
de politieke stijl van zijn
'te voorganger Charles de
igzaam maar zeker ingrij-
jzigd. Onder generaal de
leeft Frankrijk een tamelijk
r* nationalistische politiek ge-
Rn het gedeukte Franse presti
ge wereld te herstellen. Zijn
prende politieke ideëen streef-
Paulle na op een manier die
Maerwets aandeed. Het oppoet-
U& de nationale mythe wekte
v#'1* de buitenlandse lachlust
Pkrijk voerde een beleid op
prst wankele basis, wat ande-
Cs de opmerking ontlokte dat
politiek boven zijn stand
-•wet was dan ook niet zozeer
letö*. maar de Gaulle als persoon
ct afdwong. Hij had de Alge-
ïsis opgelost en het land
eerd. Hij slaagde erin de
treding tot de EEG te blok-
Gaulle bouwde een nationa-
acht op, nam afstand van de
de VS en wist met succes
aan te knopen met de Oosteu-
lalistische landen. Maar met
reken van de mei-revolutie
werd de droom van de
waarin de Gaulle de Fran-
laten leven in een paar
Jd wreed verstoord.
Met Georges Pompidou, die de Gaulle
in 1969 opvolgde, kwam een totaal
andere figuur aan de macht. Pompi
dou weigerde resoluut de Fransen
opnieuw de gaullistische droomwereld
binnen te loodsen. 'Ik weet dat dro
men in dit land maar al te vaak
nachtmerries worden', zei Pompidou
eens nadat hij president was gewor
den. Weliswaar streefde ook de nieu
we president naar de door de Gaulle
gewenste vergroting van de Franse
'grandeur'. Maar Pompidou zocht
steeds meer zijn toevlucht tot nieuwe,
meer bijdetijdse middelen.
De nieuwe president ging uit van de
vaste overtuiging dat het prestige van
een land thans niet langer in hoofd
zaak wordt bepaald door een roemrij
ke historie, door grootte of militaire
macht, maar evenzeer door economi
sche capaciteiten. Een jaar geleden
verklaarde Pompidou in een rede in
Lotharingen, dat 'het economische ge
vecht de oude agressie en militaire
conflicten heeft vervangen'. 'Wij moe
ten onze inspanningen richten op het
economische terrein. Wij moeten onze
buren voorbijstreven op het gebied
van de produktie en de produktivi-
teit.Maak u geen illusies, u weet
best dat wij alleen worden bemind
naarmate wij sterk zijn. Dat geldt
voor alle volken en dat geldt evenzeer
voor Europa.aldus Pompidou.
Het is duidelijk dat de nieuwe rich
ting, die de Franse politiek onder
Pompidou is ingeslagen, weinig min
der nationalistisch getint s dan het
beleid van de Gaulle. Maar er worden
andere middelen gebruikt. In de eer
ste drie jaar van Pompidou's presi
dentschap heeft de Franse regering
het bedrijfsleven alle vrijheid gebo
den zich met vaart te moderniseren
en zich op te werken tot een geducht
concurrent op de internationale mark
ten. Verlammende stakingsperioden
bleven uit. De Franse franc werd
gedevalueerd, de EEG onder Pompi
dou vergroot, de banden met de NA
VO en de VS weer wat strakker
aangehaald. Het was een beleid dat
rechtstreeks te maken had met het
streven. Frankrijk op te stuwen tot
een economische macht van formaat,
op basis waarvan een krachtig buiten
lands beleid gevoerd zou kunnen wor
den.
De neuwe lijn, die Frankrijk zeker tot
1976 tot zolang blijft Pompidou
president zal blijven volgen, is ten
dele het resultaat van de opvattingen
van de leidende Franse neo-liberale
economen. Maar ongetwijfeld zijn de
persoonlijke opvattingen van presi
dent Pompidou, die in samenspel met
deze economen zijn gegroeid en het
feit dat hij diverse jaren een groot
bankconcern heeft geleid, beslissend
geweest. In tegenstelling tot Charles
de Gaulle, een militair en historicus
en een uiterst koppig persoon, heeft
Pompidóu zich in de afgelopen drie
jaar ontpopt als een sceptisch, conser
vatief denkend realist. Maar tegelij
kertijd als een relativist, een man die
ideologieën verafschuwt, moeilijk iets
voor vaststaand aanneemt en die de
waarheid steeds zoekt tussen twee
uitersten.
Pompidou presenteerde zijn pragmati
sche filosofie van het 'juiste midden'
eind vorig jaar zeer openhartig in een
lezing aan de Parijse hogeschool voor
politieke wetenschappen (Sciences-
Po). Hij veegde eerst de vloer aan
met de opvattingen van links, die
uitgaan van het 'goede' in de mens en
weigeren te erkennen dat de 'ruwheid
van de sociale en economische betrek
kingen en de ijzige hardheid van de
relaties tussen landen' normaal zijn
en gewoon moeten worden aanvaard.
Maar ook de uitgangspunten van
'rechts' zijn fout, aldus Pompidou. 'De
man van rechts gelooft dat de mens
van nature slecht is en dat de strijd
om het bestaan de wet is die alles
beheerst. De man van rechts meent
dat de medemens alleen geleid kan
worden door hem zijn eigen wil op te
leggen en dat de ander alleen is mee
te krijgen door zijn laag-bij-de-grond-
se instincten te strelen.'Welnu, het
lijkt mij dat de waarheid tussen deze
twee opvattingen in ligt. Ik geloof
niet in een mens die in wezen goed is
of slecht. Hij is bijna altijd goed en
slecht tegelijk', concludeerde Pompi
dou.
Mensen streven ernaar vooruit te
komen en zodra zij hun eersle levens
behoeften hebben bevredigd, krijgen
zij andere ambities, aldus Pompidou.
Zij krijgen dan belangstelling voor
liefdadigheid, kunst, gaan jagen naar
het onbekende, naar kennis of naar
ids de parlementsverkiezingen van anderhalve week geleden is Bangladesj in
Ie een één-partij-staat geworden. De verpletterende zege van premier Moedji-
er Rachmans regerende Awami Liga laat daarover geen twijfel bestaan. Niet
nder dan 292 van de 300 zetels in de Nationale Assemblee gaan naar de
nhangers van Moedjib.
[tal niet omdat zij zo geliefd
want veel parlementariërs zijn
1 onbekwaam als vérgaand cor-
maar omdat zij nu eenmaal in
aelzog zitten van de nog uiterst
laire Bangabandhoe Vriend
Bengalen Sjeik Moedjiboer
iman, onder wiens leiding Bang-
j z'n onafhankelijkheid bevocht
e West-Pakistani's,
ippositie, die nu bijna ter ziele
staat voornamelijk uit de Natio-
Socialistische Partij, die groe-
ex-guerrillastrijders en studen-
rerenigd in hun verzet tegen de
■ekkige dynamiek en de overma-
corruptie van de Awami Liga;
iro-Russische Nationale Awami
j van Muzaffar Achmed, die
op de sympathie van de radica-
m liddenklasse; en enkele links-
utionaire groeperingen, die zich
en geschaard om de befaamde,
hoogbejaarde en daardoor niet
invloedrijke boerenleider
hani.
"ficht het merendeel van de op-
ie zich voornamelijk op de ste
le middenklasse, wat tot gevolg
dat haar aanhang bescheiden
Want de overgrote meerder-
van de Oostbengalen is nog
boer, woont dientengevolge op
ilatteland en heeft slechts ken-
an twee politieke grootheden:
ïami Liga en haar grote leider
jiboer Rachman.
rwicht
jebrek aan politieke bewustzijn
ie Oostbengaalse plattelanders
ker ook in de hand gewerkt
het materiële overwicht, waar
de Awami Liga haar verkie-
:ampagne kon voeren, en door
ysieke geweld waarmee suppor-
an de Liga de oppositie intimi-
en.
rvaagde de afgelopen maanden
erschil tussen de staatskas en
Han de Awami Liga, werd de
bejubeld via de
^feadio en de staatstelevisie, kon
partij geen kwaad meer doen
e grootste door de regering
teerste dagbladen, en kon
jib met behulp van een Russi-
helikopter en een Russische
ü0 nning in hoog tempo het land
en en drie spreekbeurten per
dag vervullen tot in de verste uit
hoeken van het land.
Zelfs de oproepkaarten, die op de
stembureaus moesten worden ingele
verd, waren aan de bovenzijde ver
lucht met het symbool van de Awa
mi Liga, een boot, overigens een
voortreffelijk symbool in de door
drenkte delta, die Bangladesj heet
Op het gebied van de fysieke intimi
datie kreeg vooral de onlangs opge
richte Nationale Socialistische Partij
haar trekken thuis. Zo pleegden aan
hangers van Moedjib verscheidene
aanslagen op de voorzitter van deze
oppositiepartij, de bekende vrij
heidsstrijder majoor Jalil. Begin fe
bruari misten de kogels op het ei
land Bhola de majoor rakelings,
maar eind februari was het even ten
zuiden van Dacca raak. Jalil moest
zwaargewond worden afgevoerd. Vol
gens partijsecretaris Abdur Rab,
werden kandidaten van de partij in
minstens zeventien districten 'fysiek
verhinderd' zich te laten inschrijven
voor de verkiezingsstrijd. Dat was
ook het geval in het district van
Moedjib en dat van zijn politieke
secretaris, Toffail Achmed.
Zwaar
Maar dat het meer-partijen-stelsel
ook zonder deze aanvechtbare zaken
zware tijden tegemoet was gegaan in
het jonge ontwikkelingsland Bangla
desj, staat buiten kijf. Zo eist men
m de Awami Liga in brede kring
zo niet in woord en geschrift dan
toch zeker in gedachte het .na
tuurlijke recht' op om de natie te
leiden, omdat de partij de onafhan
kelijkheid heeft bevochten.
Ook biedt de situatie in dit straatar
me land meer dan voldoende voed
sel aan de opvatting dat een meer-
partijen-stelsel zal leiden tot ver
spilling van tijd en energie. Verder
staat de regerende Awami Liga voor
de niet geringe opgave in de nieuwe
staat gezag te scheppen en haar
macht te rechtvaardigen, waarbij au
tomatisch de neiging ontstaat om in
opkomende concurrerende partijen
de uitdrukking van min of meer 'sub
versieve' krachten te zien.
Dit proces van 'natie-vorming' werkt
niet alleen in het nadeel van de
politieke concurrentie van de Awa
mi Liga, maar heeft ook z'n minder
gunstige invloed op de relatie met
de voormalige wederhelft (West-)Pa-
kistan en daardoor op de gehele
situatie op het subcontinent. Zo wil
Dacca binnenkort nog een aantal
Pakistani's berechten wegens oor
logsmisdaden, bedreven tijdens de
onafhankelijkheidsstrijd in 1971.
Voor de meeste leden van de rege-
ring-Moedjib vormen deze processen
de noodzakelijke afronding van het
proces van rechtvaardiging van hun
eigen revolutie. Maar dit maakt het
de Pakistaanse president Bhoetto,
die in eigen huis heeft te maken
met een hoogst gevoelige publieke
opinie, nagenoeg onmogelijk om
Bangladesj eindelijk te erkennen.
Gevangenen
Daardoor blijft ook de Indiaas-Paki-
staanse verzoening achterwege en ve
geteren negentigduizend Pakistaanse
krijgsgevangenen in strijd met de
conventies van Genève voort in In
diase kampen. Ook de dramatische
kwestie van de honderdduizenden
gestrande Bengali's in Pakistan en
van de Bihari's in Bangladesj nadert
op deze wijze geen oplossing.
Op het voornemen van Moedjib om
hoe dan ook processen tegen 'oor
logsmisdadigers' te voeren, wordt
niet alleen kritiek geleverd, vanwe
ge de ongunstige gevolgen voor het
politieke klimaat op het hele sub
continent, maar ook, omdat Bangla
desj, dat toch al moeite genoeg
heeft om zich boven water te hou
den, beter het verleden kan verge
ten eh zich dient te richten op de
toekomst en de opbouw van het
land.
Maar in Dacca worden deze zaken
nu eenmaal in een ander en emotio
neler licht gezien en Moedjib pleegt
op deze verwijten te antwoorden:
'De enige speciale relatie, die we
met Pakistan kunnen onderhouden,
is, dat we niet kunnen vergeten hoe
de Pakistani's ons hebben afge
slacht. Ik word geïnspireerd door
de strijd tegen de Pakistani's en de
offers die daarbij werden gebracht,
en mijn volk wordt er door geprik
keld om harder te werken.' Mis
schien zullen deze inzichten nog ver
anderen onder druk van het buiten
land, waarvan Bangladesj in hoge
mate afhankelijk blijft.
De ontwikkeling van Bangladesj tot
een feitelijke één-partij-staat heeft
zeker haar bedenkelijke kanten. Nu
de oppositie zich de eerste vijf jaar
niet via het parlement kan uiten,
zal de onvrede die nu al groter is
dan de verkiezingsuitslagen doen
vermoeden wellicht worden ge
ventileerd in de vorm van geweldda
digheid. De recente sterke stijging
van de kosten van levensonderhoud
zou een inleiding tot zo'n onplezieri
ge ontwikkeling kunnen vormen
Verwachtingen
Maar hierbij moet wel worden be
dacht, dat de verwachtingen bij de
massa van de bevolking in Bangla
desj zeer laag zijn gespannen. Een
aanvaardbaar bestaansminimum ligt
in dit land nog op een bijna dierlijk
niveau: genoeg voedsel en onderdak.
Als de regering de komende tijd
alleen maar voor voldoende voedsel
zorgt, is haar programma in de ogen
van vele Bengali's al voor tachtig
procent geslaagd.
Voorts zal de almacht van de Awami
Liga niet ontmoedigend werken op
de grootscheepse corruptie. Uitwas
sen op dit terrein worden met regel
maat gehekeld door partijleiders,
maar zij doen dat niet zelden met
een sigaret of sigaar in de hand, die
alleen maar het land kan zijn bin
nengesmokkeld.
De corruptie is weliswaar geen uit
vinding van Bangladesj, maar het
wordt toch wel erg bar, als in een
periode waarin de rijstprijzen op de
vrije markt meer dan verdubbelen
hulpzendingen rijst uit het buiten
land door functionarissen half leeg
geplunderd op hun plaats van be
stemming arriveren, en als parle
mentariërs van de Awami Liga, die
de lokale voedseldistributie beheer
sen, de rijst in grote hoeveelheden
toespelen aan familieleden, beken
den en aanhangers.
Toch blijft het een feit. dat de
centralistische tendenzen in de Oost
bengaalse politiek ook voordelen
kunnen bieden. Want de dringendp
problemen van Bangladesj voed
selschaarste, watersnood en bovenal
de wurgende bevolkingsgroei vra
gen om een eensgezinde, krachtige
en snelle aanpak. De voortdurende
strijd om de ongeveer 77 miljoen
Oostbengalen (hun exacte aantal is
onbekend) te voeden, blijft het
meest urgent.
Vorig jaar werd een acute hongers
nood voorkomen, omdat de wereld
Bangladesj 2.4 miljoen ton graan
stuurde, waarvan ruim een derde
uit India kwam. Dit jaar wordt de
behoefte door de VN geschat tussen
de 2.5 en 3.5 miljoen ton. Het is
Sjeik Moedjiboer
momenteel nog onduidelijk, hoe in
deze behoefte moet worden voorzien.
De graanoverschotten in de wereld
zijn sterk geslonken en er is een
tekort aan scheepsruimte om graan
te vervoeren. Hulp uit het door
droogte geteisterde India is dit jaar
zeker niet te verwachten en slechts
weinig potentiële donors zijn in de
gelegenheid even genereus te zijn
als vorig jaar.
Vraag
Eind februari had Bangladesj 1.2
miljoen ton graan in het buitenland
aangekocht, wat het land bijna de
helft van z'n kostbare exportverdien
sten kostte. Waar de resterende 1.5
miljoen ton vandaan moet komen, is
nu nog een open vraag. Dacca heeft
nog een tijd de illusie gekoesterd,
dat een overvloedige winteroogst
die doorgaans zestig procent van de
jaarlijkse graanproduktie voort
brengt deze vraag zou kunnen
oplossen. Maar deze verwachting is
de bodem ingeslagen door de grote
droogte van de afgelopen maanden
en door de teleurstellende werking
van het irrigatiesysteem. De op
brengst van de winteroogst is blij
ven steken op slechts 5.6 miljoen
ton, terwijl de vorige winteroogst in
het rampzalige oorlogsjaar zelfs nog
honderdduizend ton meer opleverde.
Het is daarom toe te juichen, dat
het eerste vijf-jarenplan van Bangla
desj, dat in juli van start gaat, zich
niet richt op prestige-projecten en
grandioze industrialisatieplannen,
maar op een brede agrarische ont
wikkeling om het land in vijf jaar
zelfvoorzienend te maken op het
gebied van de voedselproduktie en
om de ongelooflijke werkloosheid te
bestrijden. Ook volgens buitenlandse
deskundigen zijn dit realistische
doelstellingen, omdat de mogelijkhe
den tot verhoging van de voedsel
produktie in Bangladesj nog groot
zijn.
Maar dat vereist een complex van
samenhangende ontwikkelingen, wel
samengevat onder de de naam 'groe
ne revolutie'. Om enkele dingen te
noemen: het irrigatiesysteem moet
worden verbeterd met een uitgebrei
der netwerk van kanalen en water
pompen. Hiervoor moet weer de
aanvoer worden gegaranderd van
voldoende brandstof en reserve-on
derdelen, alsmede de oprichting van
reparatiewerkplaatsen. Meer produk-
tieve rijstsoorten moeten worden
geïntrodueerd, die betere zorg en
meer kunstmest vragen. Daarnaast
zal de Awami Liga haar kracht moe
ten bewijzen door de wil tot veran
dering in de dorpen op te voeren en
door effectieve programma's van
landwinning en hervorming door te
voeren.
Maar deze verbeteringen in de land
bouwsector zullen uiteindelijk tot
niets leiden, als de bevolking van
Bangladesj zich blijft voortplanten
in het huidige tempo van drie pro
cent per jaar, wat betekent, dat deze
bevolking zich in ongeveer 23 jaar
verdubbelt.
liefde.Maar in de betrekkingen tus
sen landen l'igt het totaal anders. De
staten staan voortdurend tegenover el
kaar in een strijd voor hun economi
sche, territoriale of ideologische be
langen. De sterken zwichten voor
macht en de zwakken geven toe uit
angst of uit voorzichtigheid. De be
trekkingen tussen groepen zijn harder
dan de betrekkingen tussen personen.
En deze hardheid manifesteert zich in
een voortdurende rivaliteit tussen lan
den'.
De ontwapenende eenvoud van Pom-
pidous kijk op mens en samenleving
is voor een belangrijk deel het resul
taat van de keiharde ervaringen die
hij in de afgelopen jaren als politicus
heeft opgedaan. Maar het in wezen
conservatieve realisme van Pompidou
staat niet los van de merkwaardige
carrière, die de Franse president
heeft doorlopen, voordat hij de hoog
ste regionen van de politiek bereikte.
Pompidou werd in 1911 geboren in de
provincie Auvérgne, een van de meest
achtergebleven gebieden in Frankrijk.
In zijn jonge jaren stond Pompidou
niet zo afwijzend tegenover de opvat
tingen van links. Maar hij werd er
snel van genezen toen hij in Parijs
voor leraar ging studeren aan de
eliteschool École Normale Superieur.
Hij werd er doordrenkt van de ideëen
en gewoonten van het Franse esta
blishment en was een hooggewaar
deerd leerling, die met het grootste
gemak zijn studie voltooide. Na zijn
afstuderen in 1931 trok Pompidou als
leraar Grieks en Latijn naar Marseil
le. In 1938 werd hij benoemd aan het
Henry-IV-lyceum in Parijs, een der
beroemdste Franse middelbare scho
len. Hij was inmiddels getrouwd met
Claude Cahour, dochter van een arts
uit Mayenne, en koesterde weinig be
langstelling voor de politiek. Het
echtpaar Pompidou gaf de voorkeur
aan contacten met de Parijse artistieke
wereld.
Tijdens de oorlogsjaren trok Pompi
dou zich terug, richtte zich volledig
op zijn leraarschap en weigerde zich
met het Franse verzet te bemoeien,
wat hem later bijzonder kwalijk is
genomen.
Volkomen onverwacht belandde hij in
de politiek. Via een kennis, die onder
de indruk was gekomen van Pompi
dou's capaciteiten, werd hem gevraagd
medewerker te worden van Charles de
Gaulle. Maar hoewel hij voor de gene
raal ging werken, kwam Pompidou
nauwelijks in contact met zijn werk
gever. Dit veranderde pas verscheide
ne jaren later, nadat hij was aange
zocht als manager van de stichting
President Georges Pompidou
Anne de Gaulle. Dat was een instel
ling voor debiele kinderen, door de
Gaulle opgericht en genoemd naar
zijn vroeg overleden, geestelijk gehan
dicapte dochtertje. Pompidou werd
opnieuw, maar nu door de Gaulle zelf
ontdekt en aangezocht als een van
zijn voornaamste assistenten
In 1954 besloot Pompidou echter een
totaal andere richting uit te gaan.
Opnieuw via een relatie was hij in
nauw contact gekomen met Guy de
Rothschild, eigenaar van een der
grootste Franse bankinstellingen. De
Rothschild, die in Pompidou een be
kwame medewerker zag, bood de voor
malige leraar het directeurschap van
zijn concern aan. Vier jaar lang ver
diepte Pompidou zich in de proble
men van het bankwezen, een ervaring
die grote invloed heeft gehad op zijn
politieke denkbeelden.
Vlak voordat Charles de Gaulle in
1958 aan de macht kwam was Pompi
dou echter al weer bij zijn vroegere
werkgever teruggekeerd. Achter de
schermen werd hij de man die na
mens de generaal met de laatste lei
ders van de Vierde Republiek onder
handelde over de terugkeer van de
Gaulle. En toen deze eenmaal in het
regeringszadel zat, was het Pompidou
die chef werd van de Gaulles politie
ke staf. In deze functie speelde Pom
pidou in 1961 opnieuw een hoofdrol
bij de onderhandelingen met de Alge
rijnse bevrijdingsbeweging FLN.
Toen de Gaulle hem in 1962 aanwees
als dc opvolger van premier Michel
Debré. kwam de huidige Franse presi
dent politiek uitstekend beslagen ten
ijs, ook al werd hem verweten, dat hij
nooit lid van het parlement was ge
weest.
Pompidou verwierf zich als premier
de reputatie dat hij met het grootste
gemak de moeilijkste problemen wist
op te lossen. In 1968 speelde hij
opnieuw een belangrijke, maar door
zijn chef minder gewaardeerde rol.
Op het hoogtepunt van de mei-crisis
adviseerde Pompidou de Gaulle om af
to treden. Toen de algemene verkie
zingen een spectaculaire overwinning
opleverden voor de gaullistische coali
tie. werd dit een overweldigend per
soonlijk succes genoemd voor premier
Pompidou. Maar de Gaulle ontsloeg
zijn premier, en opende daarmee, be
doeld of onbedoeld, de weg voor het
presidentschap van Pompidou. Want
toen de Gaulle in 1969 aftrad, na een
nederlaag bij een op zichzelf onbete
kenend referendum over regionale- en
Senaatshervormingen, was het duide
lijk dat er maar één troonopvolger
was: Georges Pompidou.
.vol vertrouwen in zichzelf, on
danks zijn voorzichtigheid, krijgt hij
de problemen onder de knie door al
naar de gelegenheid eist, gebruik te
maken van zijn gave zich te uiten en
zijn voorliefde om te zwijgen, van
zijn verlangen dc knoop door te hak
ken en zijn kunst de kat uit de boom
te kijken.zo karakteriseeerde de
Gaulle Pompidou later in zijn Mémoi
res.
Met deze combinatie van persoonlijke
eigenschappen en sterk conservatief-
realistische uitgangspunten hoeft
Pompidou voorzichtig een nieuwe po
litiek geïntroduceerd. Als man van
het 'juiste midden' heeft hij voortdu
rend geprobeerd met beide benen op
de grond te staan. Het gevolg was dat
het Pompidoliaanse 'midden' steeds
aan de rechterzijde lag. Gezien het
succes bij de verkiezingen was deze
formule voldoende om een ernstige
stembusnederlaag te voorkomen.