klOEDJIBOER VERPLETTERT IPPOSITIE IN RANGLADESJ 'JUISTE VAN GEORGES POMPIDOU JAP/KWARTET1 ZATERDAG 17 MAAKT 1973 BUITENLAND T13/K15 Ir Ferry Versteeg Phris Blankenburgh |b Pompidou, Frankrijks 61-jarige president is deze week weliswaar gehavend, maar als de gro- (ïaar uit de stembusstrijd tevoorschijn gekomen. Geholpen door het kiessysteem, de oinme- an de Reformisten en een listig gebruik va n de traditionele angst voor het communisme heeft m3ou het gaullistische tijdperk weer voor een aantal jaren'verlengd. Sti 00 het betrekkelijke succes van li niet alléén het gevolg van nflepen verkiezingstaktiek en irdtiek geluk. Het gros van de Srt heeft gekozen voor de rust adtabiliteit van het Pompidoli- luifegime en uiteindelijk de op- gdke reeks politieke schandalen 00 recente verleden voor lief sti 'ompidou heeft Frankrijk op 'oflSch terrein een forse sprong mjBedaan en zich in betrekkelijk 00 d in de rij van moderne 'ialiseerde landen geschaard, kiezers hebben kennelijk ge- echt aan de verklaringen van yilistische coalitie, dat in de periode ernst zal worden met een betere verdeling van J'Mten der economische vooruit- it succes van Pompidou is dan :L s te danken aan het door hem beleid, dat. aansluitend bij «se neaging tot conservatisme, I weinig veranderde. de oppervlakte heeft de politieke stijl van zijn 'te voorganger Charles de igzaam maar zeker ingrij- jzigd. Onder generaal de leeft Frankrijk een tamelijk r* nationalistische politiek ge- Rn het gedeukte Franse presti ge wereld te herstellen. Zijn prende politieke ideëen streef- Paulle na op een manier die Maerwets aandeed. Het oppoet- U& de nationale mythe wekte v#'1* de buitenlandse lachlust Pkrijk voerde een beleid op prst wankele basis, wat ande- Cs de opmerking ontlokte dat politiek boven zijn stand -•wet was dan ook niet zozeer letö*. maar de Gaulle als persoon ct afdwong. Hij had de Alge- ïsis opgelost en het land eerd. Hij slaagde erin de treding tot de EEG te blok- Gaulle bouwde een nationa- acht op, nam afstand van de de VS en wist met succes aan te knopen met de Oosteu- lalistische landen. Maar met reken van de mei-revolutie werd de droom van de waarin de Gaulle de Fran- laten leven in een paar Jd wreed verstoord. Met Georges Pompidou, die de Gaulle in 1969 opvolgde, kwam een totaal andere figuur aan de macht. Pompi dou weigerde resoluut de Fransen opnieuw de gaullistische droomwereld binnen te loodsen. 'Ik weet dat dro men in dit land maar al te vaak nachtmerries worden', zei Pompidou eens nadat hij president was gewor den. Weliswaar streefde ook de nieu we president naar de door de Gaulle gewenste vergroting van de Franse 'grandeur'. Maar Pompidou zocht steeds meer zijn toevlucht tot nieuwe, meer bijdetijdse middelen. De nieuwe president ging uit van de vaste overtuiging dat het prestige van een land thans niet langer in hoofd zaak wordt bepaald door een roemrij ke historie, door grootte of militaire macht, maar evenzeer door economi sche capaciteiten. Een jaar geleden verklaarde Pompidou in een rede in Lotharingen, dat 'het economische ge vecht de oude agressie en militaire conflicten heeft vervangen'. 'Wij moe ten onze inspanningen richten op het economische terrein. Wij moeten onze buren voorbijstreven op het gebied van de produktie en de produktivi- teit.Maak u geen illusies, u weet best dat wij alleen worden bemind naarmate wij sterk zijn. Dat geldt voor alle volken en dat geldt evenzeer voor Europa.aldus Pompidou. Het is duidelijk dat de nieuwe rich ting, die de Franse politiek onder Pompidou is ingeslagen, weinig min der nationalistisch getint s dan het beleid van de Gaulle. Maar er worden andere middelen gebruikt. In de eer ste drie jaar van Pompidou's presi dentschap heeft de Franse regering het bedrijfsleven alle vrijheid gebo den zich met vaart te moderniseren en zich op te werken tot een geducht concurrent op de internationale mark ten. Verlammende stakingsperioden bleven uit. De Franse franc werd gedevalueerd, de EEG onder Pompi dou vergroot, de banden met de NA VO en de VS weer wat strakker aangehaald. Het was een beleid dat rechtstreeks te maken had met het streven. Frankrijk op te stuwen tot een economische macht van formaat, op basis waarvan een krachtig buiten lands beleid gevoerd zou kunnen wor den. De neuwe lijn, die Frankrijk zeker tot 1976 tot zolang blijft Pompidou president zal blijven volgen, is ten dele het resultaat van de opvattingen van de leidende Franse neo-liberale economen. Maar ongetwijfeld zijn de persoonlijke opvattingen van presi dent Pompidou, die in samenspel met deze economen zijn gegroeid en het feit dat hij diverse jaren een groot bankconcern heeft geleid, beslissend geweest. In tegenstelling tot Charles de Gaulle, een militair en historicus en een uiterst koppig persoon, heeft Pompidóu zich in de afgelopen drie jaar ontpopt als een sceptisch, conser vatief denkend realist. Maar tegelij kertijd als een relativist, een man die ideologieën verafschuwt, moeilijk iets voor vaststaand aanneemt en die de waarheid steeds zoekt tussen twee uitersten. Pompidou presenteerde zijn pragmati sche filosofie van het 'juiste midden' eind vorig jaar zeer openhartig in een lezing aan de Parijse hogeschool voor politieke wetenschappen (Sciences- Po). Hij veegde eerst de vloer aan met de opvattingen van links, die uitgaan van het 'goede' in de mens en weigeren te erkennen dat de 'ruwheid van de sociale en economische betrek kingen en de ijzige hardheid van de relaties tussen landen' normaal zijn en gewoon moeten worden aanvaard. Maar ook de uitgangspunten van 'rechts' zijn fout, aldus Pompidou. 'De man van rechts gelooft dat de mens van nature slecht is en dat de strijd om het bestaan de wet is die alles beheerst. De man van rechts meent dat de medemens alleen geleid kan worden door hem zijn eigen wil op te leggen en dat de ander alleen is mee te krijgen door zijn laag-bij-de-grond- se instincten te strelen.'Welnu, het lijkt mij dat de waarheid tussen deze twee opvattingen in ligt. Ik geloof niet in een mens die in wezen goed is of slecht. Hij is bijna altijd goed en slecht tegelijk', concludeerde Pompi dou. Mensen streven ernaar vooruit te komen en zodra zij hun eersle levens behoeften hebben bevredigd, krijgen zij andere ambities, aldus Pompidou. Zij krijgen dan belangstelling voor liefdadigheid, kunst, gaan jagen naar het onbekende, naar kennis of naar ids de parlementsverkiezingen van anderhalve week geleden is Bangladesj in Ie een één-partij-staat geworden. De verpletterende zege van premier Moedji- er Rachmans regerende Awami Liga laat daarover geen twijfel bestaan. Niet nder dan 292 van de 300 zetels in de Nationale Assemblee gaan naar de nhangers van Moedjib. [tal niet omdat zij zo geliefd want veel parlementariërs zijn 1 onbekwaam als vérgaand cor- maar omdat zij nu eenmaal in aelzog zitten van de nog uiterst laire Bangabandhoe Vriend Bengalen Sjeik Moedjiboer iman, onder wiens leiding Bang- j z'n onafhankelijkheid bevocht e West-Pakistani's, ippositie, die nu bijna ter ziele staat voornamelijk uit de Natio- Socialistische Partij, die groe- ex-guerrillastrijders en studen- rerenigd in hun verzet tegen de ■ekkige dynamiek en de overma- corruptie van de Awami Liga; iro-Russische Nationale Awami j van Muzaffar Achmed, die op de sympathie van de radica- m liddenklasse; en enkele links- utionaire groeperingen, die zich en geschaard om de befaamde, hoogbejaarde en daardoor niet invloedrijke boerenleider hani. "ficht het merendeel van de op- ie zich voornamelijk op de ste le middenklasse, wat tot gevolg dat haar aanhang bescheiden Want de overgrote meerder- van de Oostbengalen is nog boer, woont dientengevolge op ilatteland en heeft slechts ken- an twee politieke grootheden: ïami Liga en haar grote leider jiboer Rachman. rwicht jebrek aan politieke bewustzijn ie Oostbengaalse plattelanders ker ook in de hand gewerkt het materiële overwicht, waar de Awami Liga haar verkie- :ampagne kon voeren, en door ysieke geweld waarmee suppor- an de Liga de oppositie intimi- en. rvaagde de afgelopen maanden erschil tussen de staatskas en Han de Awami Liga, werd de bejubeld via de ^feadio en de staatstelevisie, kon partij geen kwaad meer doen e grootste door de regering teerste dagbladen, en kon jib met behulp van een Russi- helikopter en een Russische ü0 nning in hoog tempo het land en en drie spreekbeurten per dag vervullen tot in de verste uit hoeken van het land. Zelfs de oproepkaarten, die op de stembureaus moesten worden ingele verd, waren aan de bovenzijde ver lucht met het symbool van de Awa mi Liga, een boot, overigens een voortreffelijk symbool in de door drenkte delta, die Bangladesj heet Op het gebied van de fysieke intimi datie kreeg vooral de onlangs opge richte Nationale Socialistische Partij haar trekken thuis. Zo pleegden aan hangers van Moedjib verscheidene aanslagen op de voorzitter van deze oppositiepartij, de bekende vrij heidsstrijder majoor Jalil. Begin fe bruari misten de kogels op het ei land Bhola de majoor rakelings, maar eind februari was het even ten zuiden van Dacca raak. Jalil moest zwaargewond worden afgevoerd. Vol gens partijsecretaris Abdur Rab, werden kandidaten van de partij in minstens zeventien districten 'fysiek verhinderd' zich te laten inschrijven voor de verkiezingsstrijd. Dat was ook het geval in het district van Moedjib en dat van zijn politieke secretaris, Toffail Achmed. Zwaar Maar dat het meer-partijen-stelsel ook zonder deze aanvechtbare zaken zware tijden tegemoet was gegaan in het jonge ontwikkelingsland Bangla desj, staat buiten kijf. Zo eist men m de Awami Liga in brede kring zo niet in woord en geschrift dan toch zeker in gedachte het .na tuurlijke recht' op om de natie te leiden, omdat de partij de onafhan kelijkheid heeft bevochten. Ook biedt de situatie in dit straatar me land meer dan voldoende voed sel aan de opvatting dat een meer- partijen-stelsel zal leiden tot ver spilling van tijd en energie. Verder staat de regerende Awami Liga voor de niet geringe opgave in de nieuwe staat gezag te scheppen en haar macht te rechtvaardigen, waarbij au tomatisch de neiging ontstaat om in opkomende concurrerende partijen de uitdrukking van min of meer 'sub versieve' krachten te zien. Dit proces van 'natie-vorming' werkt niet alleen in het nadeel van de politieke concurrentie van de Awa mi Liga, maar heeft ook z'n minder gunstige invloed op de relatie met de voormalige wederhelft (West-)Pa- kistan en daardoor op de gehele situatie op het subcontinent. Zo wil Dacca binnenkort nog een aantal Pakistani's berechten wegens oor logsmisdaden, bedreven tijdens de onafhankelijkheidsstrijd in 1971. Voor de meeste leden van de rege- ring-Moedjib vormen deze processen de noodzakelijke afronding van het proces van rechtvaardiging van hun eigen revolutie. Maar dit maakt het de Pakistaanse president Bhoetto, die in eigen huis heeft te maken met een hoogst gevoelige publieke opinie, nagenoeg onmogelijk om Bangladesj eindelijk te erkennen. Gevangenen Daardoor blijft ook de Indiaas-Paki- staanse verzoening achterwege en ve geteren negentigduizend Pakistaanse krijgsgevangenen in strijd met de conventies van Genève voort in In diase kampen. Ook de dramatische kwestie van de honderdduizenden gestrande Bengali's in Pakistan en van de Bihari's in Bangladesj nadert op deze wijze geen oplossing. Op het voornemen van Moedjib om hoe dan ook processen tegen 'oor logsmisdadigers' te voeren, wordt niet alleen kritiek geleverd, vanwe ge de ongunstige gevolgen voor het politieke klimaat op het hele sub continent, maar ook, omdat Bangla desj, dat toch al moeite genoeg heeft om zich boven water te hou den, beter het verleden kan verge ten eh zich dient te richten op de toekomst en de opbouw van het land. Maar in Dacca worden deze zaken nu eenmaal in een ander en emotio neler licht gezien en Moedjib pleegt op deze verwijten te antwoorden: 'De enige speciale relatie, die we met Pakistan kunnen onderhouden, is, dat we niet kunnen vergeten hoe de Pakistani's ons hebben afge slacht. Ik word geïnspireerd door de strijd tegen de Pakistani's en de offers die daarbij werden gebracht, en mijn volk wordt er door geprik keld om harder te werken.' Mis schien zullen deze inzichten nog ver anderen onder druk van het buiten land, waarvan Bangladesj in hoge mate afhankelijk blijft. De ontwikkeling van Bangladesj tot een feitelijke één-partij-staat heeft zeker haar bedenkelijke kanten. Nu de oppositie zich de eerste vijf jaar niet via het parlement kan uiten, zal de onvrede die nu al groter is dan de verkiezingsuitslagen doen vermoeden wellicht worden ge ventileerd in de vorm van geweldda digheid. De recente sterke stijging van de kosten van levensonderhoud zou een inleiding tot zo'n onplezieri ge ontwikkeling kunnen vormen Verwachtingen Maar hierbij moet wel worden be dacht, dat de verwachtingen bij de massa van de bevolking in Bangla desj zeer laag zijn gespannen. Een aanvaardbaar bestaansminimum ligt in dit land nog op een bijna dierlijk niveau: genoeg voedsel en onderdak. Als de regering de komende tijd alleen maar voor voldoende voedsel zorgt, is haar programma in de ogen van vele Bengali's al voor tachtig procent geslaagd. Voorts zal de almacht van de Awami Liga niet ontmoedigend werken op de grootscheepse corruptie. Uitwas sen op dit terrein worden met regel maat gehekeld door partijleiders, maar zij doen dat niet zelden met een sigaret of sigaar in de hand, die alleen maar het land kan zijn bin nengesmokkeld. De corruptie is weliswaar geen uit vinding van Bangladesj, maar het wordt toch wel erg bar, als in een periode waarin de rijstprijzen op de vrije markt meer dan verdubbelen hulpzendingen rijst uit het buiten land door functionarissen half leeg geplunderd op hun plaats van be stemming arriveren, en als parle mentariërs van de Awami Liga, die de lokale voedseldistributie beheer sen, de rijst in grote hoeveelheden toespelen aan familieleden, beken den en aanhangers. Toch blijft het een feit. dat de centralistische tendenzen in de Oost bengaalse politiek ook voordelen kunnen bieden. Want de dringendp problemen van Bangladesj voed selschaarste, watersnood en bovenal de wurgende bevolkingsgroei vra gen om een eensgezinde, krachtige en snelle aanpak. De voortdurende strijd om de ongeveer 77 miljoen Oostbengalen (hun exacte aantal is onbekend) te voeden, blijft het meest urgent. Vorig jaar werd een acute hongers nood voorkomen, omdat de wereld Bangladesj 2.4 miljoen ton graan stuurde, waarvan ruim een derde uit India kwam. Dit jaar wordt de behoefte door de VN geschat tussen de 2.5 en 3.5 miljoen ton. Het is Sjeik Moedjiboer momenteel nog onduidelijk, hoe in deze behoefte moet worden voorzien. De graanoverschotten in de wereld zijn sterk geslonken en er is een tekort aan scheepsruimte om graan te vervoeren. Hulp uit het door droogte geteisterde India is dit jaar zeker niet te verwachten en slechts weinig potentiële donors zijn in de gelegenheid even genereus te zijn als vorig jaar. Vraag Eind februari had Bangladesj 1.2 miljoen ton graan in het buitenland aangekocht, wat het land bijna de helft van z'n kostbare exportverdien sten kostte. Waar de resterende 1.5 miljoen ton vandaan moet komen, is nu nog een open vraag. Dacca heeft nog een tijd de illusie gekoesterd, dat een overvloedige winteroogst die doorgaans zestig procent van de jaarlijkse graanproduktie voort brengt deze vraag zou kunnen oplossen. Maar deze verwachting is de bodem ingeslagen door de grote droogte van de afgelopen maanden en door de teleurstellende werking van het irrigatiesysteem. De op brengst van de winteroogst is blij ven steken op slechts 5.6 miljoen ton, terwijl de vorige winteroogst in het rampzalige oorlogsjaar zelfs nog honderdduizend ton meer opleverde. Het is daarom toe te juichen, dat het eerste vijf-jarenplan van Bangla desj, dat in juli van start gaat, zich niet richt op prestige-projecten en grandioze industrialisatieplannen, maar op een brede agrarische ont wikkeling om het land in vijf jaar zelfvoorzienend te maken op het gebied van de voedselproduktie en om de ongelooflijke werkloosheid te bestrijden. Ook volgens buitenlandse deskundigen zijn dit realistische doelstellingen, omdat de mogelijkhe den tot verhoging van de voedsel produktie in Bangladesj nog groot zijn. Maar dat vereist een complex van samenhangende ontwikkelingen, wel samengevat onder de de naam 'groe ne revolutie'. Om enkele dingen te noemen: het irrigatiesysteem moet worden verbeterd met een uitgebrei der netwerk van kanalen en water pompen. Hiervoor moet weer de aanvoer worden gegaranderd van voldoende brandstof en reserve-on derdelen, alsmede de oprichting van reparatiewerkplaatsen. Meer produk- tieve rijstsoorten moeten worden geïntrodueerd, die betere zorg en meer kunstmest vragen. Daarnaast zal de Awami Liga haar kracht moe ten bewijzen door de wil tot veran dering in de dorpen op te voeren en door effectieve programma's van landwinning en hervorming door te voeren. Maar deze verbeteringen in de land bouwsector zullen uiteindelijk tot niets leiden, als de bevolking van Bangladesj zich blijft voortplanten in het huidige tempo van drie pro cent per jaar, wat betekent, dat deze bevolking zich in ongeveer 23 jaar verdubbelt. liefde.Maar in de betrekkingen tus sen landen l'igt het totaal anders. De staten staan voortdurend tegenover el kaar in een strijd voor hun economi sche, territoriale of ideologische be langen. De sterken zwichten voor macht en de zwakken geven toe uit angst of uit voorzichtigheid. De be trekkingen tussen groepen zijn harder dan de betrekkingen tussen personen. En deze hardheid manifesteert zich in een voortdurende rivaliteit tussen lan den'. De ontwapenende eenvoud van Pom- pidous kijk op mens en samenleving is voor een belangrijk deel het resul taat van de keiharde ervaringen die hij in de afgelopen jaren als politicus heeft opgedaan. Maar het in wezen conservatieve realisme van Pompidou staat niet los van de merkwaardige carrière, die de Franse president heeft doorlopen, voordat hij de hoog ste regionen van de politiek bereikte. Pompidou werd in 1911 geboren in de provincie Auvérgne, een van de meest achtergebleven gebieden in Frankrijk. In zijn jonge jaren stond Pompidou niet zo afwijzend tegenover de opvat tingen van links. Maar hij werd er snel van genezen toen hij in Parijs voor leraar ging studeren aan de eliteschool École Normale Superieur. Hij werd er doordrenkt van de ideëen en gewoonten van het Franse esta blishment en was een hooggewaar deerd leerling, die met het grootste gemak zijn studie voltooide. Na zijn afstuderen in 1931 trok Pompidou als leraar Grieks en Latijn naar Marseil le. In 1938 werd hij benoemd aan het Henry-IV-lyceum in Parijs, een der beroemdste Franse middelbare scho len. Hij was inmiddels getrouwd met Claude Cahour, dochter van een arts uit Mayenne, en koesterde weinig be langstelling voor de politiek. Het echtpaar Pompidou gaf de voorkeur aan contacten met de Parijse artistieke wereld. Tijdens de oorlogsjaren trok Pompi dou zich terug, richtte zich volledig op zijn leraarschap en weigerde zich met het Franse verzet te bemoeien, wat hem later bijzonder kwalijk is genomen. Volkomen onverwacht belandde hij in de politiek. Via een kennis, die onder de indruk was gekomen van Pompi dou's capaciteiten, werd hem gevraagd medewerker te worden van Charles de Gaulle. Maar hoewel hij voor de gene raal ging werken, kwam Pompidou nauwelijks in contact met zijn werk gever. Dit veranderde pas verscheide ne jaren later, nadat hij was aange zocht als manager van de stichting President Georges Pompidou Anne de Gaulle. Dat was een instel ling voor debiele kinderen, door de Gaulle opgericht en genoemd naar zijn vroeg overleden, geestelijk gehan dicapte dochtertje. Pompidou werd opnieuw, maar nu door de Gaulle zelf ontdekt en aangezocht als een van zijn voornaamste assistenten In 1954 besloot Pompidou echter een totaal andere richting uit te gaan. Opnieuw via een relatie was hij in nauw contact gekomen met Guy de Rothschild, eigenaar van een der grootste Franse bankinstellingen. De Rothschild, die in Pompidou een be kwame medewerker zag, bood de voor malige leraar het directeurschap van zijn concern aan. Vier jaar lang ver diepte Pompidou zich in de proble men van het bankwezen, een ervaring die grote invloed heeft gehad op zijn politieke denkbeelden. Vlak voordat Charles de Gaulle in 1958 aan de macht kwam was Pompi dou echter al weer bij zijn vroegere werkgever teruggekeerd. Achter de schermen werd hij de man die na mens de generaal met de laatste lei ders van de Vierde Republiek onder handelde over de terugkeer van de Gaulle. En toen deze eenmaal in het regeringszadel zat, was het Pompidou die chef werd van de Gaulles politie ke staf. In deze functie speelde Pom pidou in 1961 opnieuw een hoofdrol bij de onderhandelingen met de Alge rijnse bevrijdingsbeweging FLN. Toen de Gaulle hem in 1962 aanwees als dc opvolger van premier Michel Debré. kwam de huidige Franse presi dent politiek uitstekend beslagen ten ijs, ook al werd hem verweten, dat hij nooit lid van het parlement was ge weest. Pompidou verwierf zich als premier de reputatie dat hij met het grootste gemak de moeilijkste problemen wist op te lossen. In 1968 speelde hij opnieuw een belangrijke, maar door zijn chef minder gewaardeerde rol. Op het hoogtepunt van de mei-crisis adviseerde Pompidou de Gaulle om af to treden. Toen de algemene verkie zingen een spectaculaire overwinning opleverden voor de gaullistische coali tie. werd dit een overweldigend per soonlijk succes genoemd voor premier Pompidou. Maar de Gaulle ontsloeg zijn premier, en opende daarmee, be doeld of onbedoeld, de weg voor het presidentschap van Pompidou. Want toen de Gaulle in 1969 aftrad, na een nederlaag bij een op zichzelf onbete kenend referendum over regionale- en Senaatshervormingen, was het duide lijk dat er maar één troonopvolger was: Georges Pompidou. .vol vertrouwen in zichzelf, on danks zijn voorzichtigheid, krijgt hij de problemen onder de knie door al naar de gelegenheid eist, gebruik te maken van zijn gave zich te uiten en zijn voorliefde om te zwijgen, van zijn verlangen dc knoop door te hak ken en zijn kunst de kat uit de boom te kijken.zo karakteriseeerde de Gaulle Pompidou later in zijn Mémoi res. Met deze combinatie van persoonlijke eigenschappen en sterk conservatief- realistische uitgangspunten hoeft Pompidou voorzichtig een nieuwe po litiek geïntroduceerd. Als man van het 'juiste midden' heeft hij voortdu rend geprobeerd met beide benen op de grond te staan. Het gevolg was dat het Pompidoliaanse 'midden' steeds aan de rechterzijde lag. Gezien het succes bij de verkiezingen was deze formule voldoende om een ernstige stembusnederlaag te voorkomen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1973 | | pagina 15