'Moeder Courage' komt
wrang en sarcastisch over
Preekschetsen van prof. Velema
Wiener Geschichten
vol bittere honing
Amusant popfestijn
in de Vliegermolen
Uiterst
boeiend
requiem
PPR-Groningen
verbaasd over
luxueus feest
Trouw
K wartet
N. Testament in Litauen
vandaag
Bockenetalage
TROUW/KWARTET MAANDAG 12 MAART 1973
KUNST/KERK T2j
Grotendeels zoals Brecht het gespeeld wilde hebben
door Ber Huising
NIJMEGEN Toneelgroep Theater speelt, vanaf zaterdagavond in de Nijmeegse schouwburg. Moeder
Courage en Haar Kinderen, grotendeels zoals Brecht het gespeeld wilde hebben, voor zo ver dat kon
(wat vreemde afwijkingen daargelaten), en vooral treffend door de verrassende zekerheid waarmee
Henni Orri die Moeder Courage neerzette.
Zij was marketentster in de
Dertienjarige Oorlog, waarvan zij, met
haar kinderen, wilde bestaan. Maar de
grote oorlogszaken worden door de
kleine luiden niet gedaan, en wie van
de oorlog wil leven moet ook wat
geven. Moeder Courage verloor haar
kinderen aan de oorlog, en zij gingen
ten gronde aan hun goede
eigenschappen. Want oorlog een
voortzetting van zaken met andere
middelen doodt de menselijke
deugden. Zoon Schweizerkas was zo
eerlijk dat hij de regimentskas redde
en daarvoor werd hij door de vijand
neergeschoten. Zoon Eilif werd een
moedig soldaat en hij stierf aan 'een
heldendaad teveel. Hij roofde nog vee
toen het nog net even vrede was, en
werd terechtgesteld. Stomme Katrien
met haar onvoldane moederlijke
gevoelens waarschuwde, met een
trommel, de stad Halle voor een
nachtelijke overval, en werd daarom
doodgeschoten. De veldprediker en de
kok, die moeder Courage toch min of
meer als goede vrienden had
beschouwd, hadden haar verlaten. De
zaken waren, na tien jaren oorlog
slecht gegaan. Verarmd en
vereenzaamd trok moeder Courage
alleen verder met haar wagen. Zij had
(nóg) niet anders geleerd. Maar wij
kunnen leren van haar lot.
Theatraal
Gewone mensen, die maar meedoen,
moeten betalen, tenzij zij zulke zaken
en de oorlog afschaffen. Dat bedoelde
Brecht en hij stelde het scherp, raak,
pakkend theatraal in een geweldig
stuk, dat het best aan- en overkomt
als het wordt gespeeld zoals hij het
indertijd bij zijn Berliner Ensemble
ensceneerde.
Regisseur Theo Kling heeft zich
daaraan voornamelijk gehouden. Het
toneel is leeg en grauw, als de
oorlogsvlakten, met alleen de wagen,
wat lappen tentdoek of een schuurtje.
De kostuums zijn oud, lomp en
voddig.
Herman van Elteren was de
ontwerper. Van een draaitoneel, dat
het eindeloze trekken zo goed kan
weergeven, moest afgezien worden. De
vele taferelen zijn goed gezet. Ze
zouden elkaar wat nauwkeuriger en
sneller moeten opvolgen. Vooral tegen
het eind ging de doorlopende
spanning wat verloren. De liederen,
die er toch al vervreemdend tussen
Bij de Haagse Comedie
door Ev. Grolle
DEN HAAG Van kindsbeen af is men gewend Wenen een ple
zierige stad te vinden en de Weners bevoorrechte lieden, die con
stant in een operette-wereld mogen leven, idyllisch, luchthartig en
vanzelfsprekend met een gouden hart. Elke idylle heeft wel zijn
keerzijde en Odön von Horvath, die ver van Wenen in Boedapest
en München wordt opgevoed, zal veel over dat heerlijke W enen, de
keizerstad, gehoord hebben.
Hij leeft echter op een breukpunt der
tijden: als hij 13 is breekt de eerste
wereldoorlog uit on het Wenen,
dat daaruit tevoorschijn kwam (de ge
amputeerde stad) heeft hier en daar
nog wel de schijn van de voormalige
idylle, maar de werkelijkheid is
ploeteren en sappelen en daarom
bevat zijn volksstuk 'Geschichten aus
dem Wienerwald' zoveel bitterheid.
zitten, hadden nog niet de kracht die
zij moeten hebben. Ze zijn moeilijk
en nog weer lastiger te brengen
doordat de muziek van Dessau op de
band is gezet, goed gedaan door Cor
Lemaire, maar dat wordt dan toch
mechanisch leiden in plaats van
begeleiden. Theo Kling liet de spelers
in het begin en aan het slot in
hedendaagse kostuums opkomen, om
extra, maar overbodig, te
benadrukken, dat Moeder Courage
ook hier en nu wat te zeggen heeft.
Wanneer de scène afhankelijk waren
van bijfigurangen ging de krazcht
weieens verloren. Het rommelen van
Katrien bijvoorbeeld werd niet zo
beklemmend als het had moeten zijn.
Belevenis
Maar ondanks deze bezwaren is deze
voorstelling toch een belevenis die bij
zal blijven. Henni Ori is een
indrukwekkende moeder Courage,
hard, bazig, berekenend, door en door
zakelijk, daardoor nu eens flink en
dan weer laf. maar daaronder
schuilen toch nog dt verdrongen
gevoelens van de moeder en van de
vrouw. Gevoelens die zij even laat
blijken en dan weer wegspeelt, want
zakelijk zijn ze niet verantwoord.
Henni Ori staat daar meteen als die
vrouw en zij blijft haar, door alle
verdriet, tegenslagen en ook wel
humor heen, volhouden tot aan het
bittere einde. Zij draagt de
voorstelling. Maar zij heeft ook beste
tegenspelers: Edmond Classen is een
prachtige, half idealistische en heel
scijnheilige, veldprediker die voor
zijn hachje bereid is van geloof te
wisselen (van katholiek tot
protestant). Bernhard Droog is een
enige, Hollandse, kok, die er ook
tussenuit trekt als er niets meer te
halen valt. Arthur Boni is een
zuivere, te eerlijke, Schweizerkas. Guy
Lavreysen is Eilif, best in het
Danslied met een overmoedige
soldatendans, gezet door Kris van dè
Velden en later, dacht ik, iets te
onbeheerst. Nettie Blanken doet
Katrien, die niet kan spreken maar
wel simpel kan begrijpen,
aandoenlijk. Josée Ruiter is
uitstekend als Yvette, het dronken
soldatenhoertje dat door een seniele
kolonel (een der goede types van
Albert Abspoel) nog dame wordt.
Hiermee zijn de meest opvallende
spelers wel genoemd.
De Amerikaanse groep 'Country Gazette' tijdens het zaterdagavond
in Voorburg gehouden popgala.
door Willem-Jan Martin
VOORBURG Best een vrolijk gebeuren, het grootscheepse pop
festijn van VARA en CCGC vrijdag en zaterdag in de Vliegermolen
in Voorburg, al ging er natuurlijk het nodige mis.
Brechts tekst, waarvan geen woord
gemist kan worden, in de uitstekende
vertaling van Gerrit Kouwenaar,
kwam over het algemeen sterk,
wrang, satirisch en duidelijk over,
behalve in sommige liederen.
Het is de geschiedenis van Marianne,
de dochter van de poppendokter in
een staatje van de Josephstadt,
Wenens achtste wijk. Haar vader, de
toverdokter, geheten, vindt dat zij
maar moet trouwen met buurman
Oskar de slager, maar Marianne geeft
de voorkeur aan de nietsnut Alfred,
die van de Kahlenberg komt,
heerlijk uitgaansoord.
Alfred draait de centen erdoor en het
loopt droevig af met Marianne die
haar pasgeboren zoontje Leopold door
Alfreds moeder en grootmoeder op de
Kahlenberg moet laten verzorgen en
zelf door Alfred verkocht wordt aan
Maxim om daar poedelnaakt voor aap
te staan. Alfred knijpt er natuurlijk
tussenuit en het zoontje gaat dood.
Marianne wordt door de slager alsnog
in genade aangenomen om fatsoenlijk
getrouwd verder te leven zonder
dromen, maar in de onontkoombare
gevangenis van de bittere
werkelijkheid. Het bonte leven in de
Josephstadt draait schijnbaar
onbewogen voort als een altijd
durende operette. Het geheel is een
symbool van Oostenrijk tussen de
twee wereldoorlogen.
Odön von Horvath heeft dit trieste
drama verpakt in het zoetige
omhulsel van de Weense traditie en
gestoffeerd met vele personages uit de
kleine middenstand, in 15 taferelen
die typisch Weens mogen heten: zoals
het straatje in de Josephstadt, bij
opoe op de Kahlenberg en in de
striptease-tent Maxim.
Het stuk had zijn tijd van verschijnen
(1931) niet mee. Daarna kreeg het
ook geen repertoirekans, maar nu
heeft de Haagse Comedie. aan wie
zo'n stuk van bittere honing wel is
toevertrouwd, er heel zijn vaardig
toneeltalent aan gewijd. - -
De regie van Guido de Moor is raak ClOOr OS. A. A. bpijKerDOer
caricaturaal aangezette
Om te beginnen kon uw verslaggever
door een serie onvoorziene
omstandigheden helaas alleen
vrijdagavond in het op een wat
gênante wijze tot poppaleis
omgebouwde sportcomplex aanwezig
zijn, zodat dit verhaal
noodzakelijkerwijs een onvolledige
beschrijving moet geven.
Verder liet nog eens een drietal
attracties het afweten, niet storend
waar dat ging om een groep
Wishboneash of de omhooggevallen
organist Billy Preston, maar we)
vervelend wat betreft de interessante
Britse formatie Roxy Music, welke
een uiterst doorzichtige smoes had
verzonnen om gezellig bij moeder
thuis achter de kachel te kunnen
blijven. En dan was er nog de
tragische geschiedenis van de
Amerikaanse Sirene Chi Coltrane die
vrijdagavond na een herhaaldelijk
falen van de geluidsinstallatie op een
van de twee podia door de
wedstrijdleiding (Egbert van Hees die
voor de VARA de tv-opnamen
regisseerde) naar het strafbank je
werd gezonden.
OP DREEF
Maar. zoals gezegd, voor de rest was
het ondanks de uitzicht
belemmerende televisiecamera's best
een leuke boel met over het algemeen
goede en hier en daar zelfs
uitstekende muziek, het laatste dan
met namen door het toedoen van de
gitarist Ry Cooder, de Eagles en in
iets mindere mate de Nederlandse
formatie Living Blues, waarin vooral
de mondharmonikablazer John
Lagrand en de zanger Nico
Christiansen prima op dreef waren.
Cooder, die zich voor deze
gelegenheid in een soortement
Javaanse jongens-outfit had gestoken,
produceerde een serie schitterende
gitaarpartijen in een tiental nummers,
die voornamelijk uit het muzikaal
eigen van de Amerikaanse neger
afkomstig waren.
Veel muziek van de door hem zeer
bewonderde Sleepy John Estes (die
gitaar werd dan ingewisseld voor een
al even magistraal gepeelde
mandoline) en maar weinig wat we
van de plaat reeds van hem kenden
(Police Dog Blues, Billy the Kid,
FDR in Trinidad). De zeer sacrale
sfeer die Ry Cooder al doende om
zich heen creëerde werd echter door
een meerderheid van de aanwezigen
niet helemaal begrepen, zodat de wat
merkwaardige figuur ontstond van
aan de ene kant een harde kern van
ingetogen luisterde en anderzijds
allerhande vrolijk roezemoezende door
de zaal banjerende uitgelagenheid.
Maar goed, het was prachtig. Daarna
de Eagles, in het akoestisch gedeelte
van hun optreden nogal temerig en
zeurkouserig, ondanks alle fraaie
samenzang, maar na inschakeling van
electriciteit en drumstel gemakkelijk
van wereldklasse: smeuïge gitaten
(vooral de bas van Randy Meiser en
de sologitaar van Bernie Leadon), een
betonnen ritmeik en daaroverheen
vocale harmonie. Dat wat de
hoogtepunten aangaat.
Verder hadden we nog Chi Coltrane
(kort maar krachtig), een optreden
van het niet uit deze streken weg te
branden kwartet Country Gazette
(vlekkeloos, gerlutineerd maar wel
erg steriel), de vrolijke keuken van
de firma Slade (best leuk om te zien
maar voor de oren niet zo geschikt
doordat deze heren Het Geraas tot
absolute norm hebben verheven) en
als laatste Kaz Lux. Nogmaals, ik heh
me best vermaakt.
GRONINGEN Het PPR-
actiecentrum in Groningen heeft
gevraagd of het waar is dat de
provincie Groningen
driehonderdduizend gulden uittrekt
voor de opening van de Eemshaven.
In een brief aan procinciale staten
schrijft de PPR: 'Gaat de provincie
dan zo gemakkelijk heen langs het
feit dat de provincie Groningen nog
steeds extra geld nodig heeft voor
allerlei noodzakelijke voorzieningen.'
Adr. Hager
DEN HAAG Roberto Benzi,
gastdirigent bij het
Concertgebouworkest met concerten
op vrijdag in Den Haag, zaterdag in
Rotterdam en maandag in
Amsterdam, week in de
programmasamenstelling af van het
gebruikelijke patroon. Een helaas
zeldzaam gebeuren is de medewerking
van een vocaal ensemble en dat
terwijl zoveel oratoria en andere
koorwerken in hun orkestrale
begeleiding het symfonie-orkest
nauwelijks kunnen missen.
Ongewoon mag ook de opening van
dit concert heten. Benzi presenteerde
dp uit 1966 daterende syclofonie V
van Hans Kox voor hobo, klarinet,
fagot en 19 strijkers. Geen
wereldschokkende compositie doch
een van compositorisch vakmanschap
getuigende partituut, waarin de
uitvoerenden hun technische
beheersing kunnen demonstreren. Of
Benzi in deze muziek gelooft, bleef in
de neutrale benaderinge en vraag.
Die vrijblijvende houding is fnuikend
voor Mozart. De symfonie in C. werd
keurig afgewerkt. doch dat
glamoureffect staat Mozart niet. Een
werk uit de tijd van bepoederde
pruiken verdraagt niet de effectglans
van gestroomlijnd staal.
Voor een sopraan als Erna
Spoorenberg moet de aria van
Berenice van Haydn een verrukking
zijn om te zingen. Een lyrisch-
dramatisch werk van de eerste orde
en Erna Spoorenberg bewees hierin
dat zij nog altijd een zangeres met
grote vocale kwaliteiten is.
Zij was ook soliste, tesamen met de
bariton John Bröcheller, in het
requim van Fauré. Merkwaardig, dat
men bij verschillende componisten
v het requim tot hun schoonste werk
kan rekenen. Voorbeelden hiervan
zijn o.a. Verdi, Mozart, Berlioz en
Britten. Ook het requim van Fauré is
een wonderschoon en sfeervol werk,
dat geschilderd is in tere pasteltinten.
De keuze van het koor was gelukkig
gevallen op een amateur-ensemble in
dit geval het Donkens koor, afdeling
Amsterdam. Men kweet zich
uitstekend van deze eervolle taak en
bewees daarmee dat Nederland koren
telt die een meer veelvuldige
samenwerking met de beroepsorkesten
waard zijn. Fransman Benzi gaf de
Fransman Fauré meer dramatiek dan
in de partituur besloten ligt, doch
wist met zijn visie wel te boeien.
Orkest en de niet genoemde organist
waren volledig voor hun taak
berekend. Beide solisten wisten te
imponeren. De enige opmerking
betreft het niet muzikale vlak. De
vraag namelijk waarom mevrouw
Spoorenberg zich bij deze requiem-
uitvoering niet had aangepast bij het
stijlvolle zwart van de koorleden.
AMSTERDAM Op 15 maart zal de
inschrijving openstaan op een 8 pet
30-jarige ziekenhuislening tegen 99
pet. De lening, groot 12 min., wordt
uitgegeven door de Stichting Het Pro
testants Ziekenhuis in Den Bosch. De
storting moet op 16 april plaatsvin
den.
De aflossing geschiedt in 25 gelijke
jaarlijkse termijnen, te beginnen op
15 april 1979.
De Rotterdammer
Nieuwe Haagse Courant
Nieuwe Leidse Courant
Dordts Dagblad
Uitgaven van
N.V. De Christelijke Pers
Directie:
Ing. O. Postma,
F. Diemer.
Hoofdredactie:
Drs. J. Tamminga.
Hoofdkantoor N.V. De
Christelijke Pers: N.Z.
Voorburgwal 276 - 280.
A'dam. Postbus 859.
Telefoon 020-22 03 83.
Postgiro: 26 92 74. Bank:
Ned. Midd. Bank (rek nr.
69 73 60 768). Gem.giro
X 500.
operettemuziek van Jurriaan
Andriessen. Voor het doek opengaat
is men al in de juiste sfeer. De
rolbezetting is weer van zo'n
kwaliteit, dat het stuk meer schijnt
dan het elementair is. Rick Nicolet in
de rol van trieste Marianne is een
echte Weense Mizzi, Paul Steenbergen
met zijn gekrulde snor de waarachtige
toverdokter, een rol die eens door
Hans Moser werd bezet. Gijsbert
Tersteeg is een heerlijke K.U.K.-
Rittmeister. Van den Heuvel een
typisch Weense gelddoordraaier, de
opoe van Myra Ward is een creatie
van inhalige hardvochtigheid en
Elisabeth Andersen als Valerie een
Wienerin wier luchthartige door geen
tegenslag te knauwen is. De slager
van Kees Coolen, de man die de
buit binnenhaalt is een toonbeeld
van zelfvoldane huichelachtigheid.
Hier is de facade (want het stuk is
een ononderbroken poging achter de
facade te kijken), op zijn best in
beeld gebracht.
En dan al die kleinere rollen: de
sloverige moeder van Enny Meunier,
de gewiekste Maxim-conferencier van
Guus Hoes. de barones van Maxim
van Nanni Vepneer, de potige
slagersknecht van Roelof den
Ambtman en zo velen meer, het is
alles tot in de puntjes verzorgd.
Geschichten aus deni Wienerwald zal
weer de toneelhistorie ingaan als een
topper van het Haagse Comedie. Een
waardig eerbetoon aan Odön von
Horvath, de toneelschrijver, die van
de tijd (ook van zijn levenstijd, want
hij stierf 37 jaar oud door een
omwaaiende boom op de Champs
Elysees) geen kans gekregen heeft,
maar nu achteraf, zeker met deze
opvoering, wel het gelijk
MOSKOU (KIPA) Een uitgeverij
te Wilna in Litouwen gaat het nieuwe
testament in de Litouwse taal
publiceren. Hiertoe heeft de
Russische regering toestemming
gegeven. In maart vorig jaar hadden
ruim 17.000 Litouwse rooms-
katholieken zich in een memorandum
bij de opperste sowjet beklaagd over
de beperking van de
godsdienstvrijheid en over de talrijke
hindernissen, die de kerk in de weg
worden gelegd.
Bij het lezen van de studies en schetsen ten
dienste van de prediking, die de Apeldoorn-
se hoogleraar dr. W. H. Velema onder de ti
tel 'Het woord werkt door' heeft gepubli
ceerd, schoot me het psalmversje te binnen,
dat ik op de lagere school moest leren: 'Gods
verborgen omvang vinden, Zielen daar zijn
vrees in woont; 't Heilgeheim wordt aan zijn
vrinden, Naar zijn vreêverbond gtoond'.
Want het zwaartepunt van deze, helaas in een
zeer traditioneel gehouden stijl gestelde preek
schetsen ligt in de verborgen omgang van de enke
ling met God. Met het oog daarop heeft Velema
het getuigenis van het Oude en het Nieuwe Testa
ment beluisterd en daarover heeft hij veel te zeg
gen. dat ook buiten de kring van de christelijke
gereformeerde kerken gehoord moet worden. We
lezen op blz. 64: 'God beware de kerk ervoor dat
ze deze woorden wel gebruikt, maar de zaken er
van niet beleeft.' en op blz. 41: 'Je houdt met een
redenering niet vast, wat je uit genade gegeven
moet worden.' Uit deze schetsen wordt een predi
king geboren, die de gemeente helpt om, en on
willekeurig schieten jc weer ouderwetse uitdruk
kingen te binnen, met God te 'wandelen'. Het heil
hoeft door ons niet verwerkelijkt te worden, maar
het moet in de prediking op ons toegepast worden.
Velema heeft wel oog voor de ontsporingen van
een bevindelijke prediking, want we lezen op blz.
55: 'Men kan van de ervaring op zichzelf niet
leven. In bevindelijke kringen wordt graag over
uitreddingen en heerlijke ervaringen van vroeger
gesproken.
Het is duidelijk, dat deze hun kracht ver
liezen, naarmate ze vaker verteld worden. Ze heb
ben wel betekenis wanneer ze worden tot een belij
denis van wat de God-van-toen is als de God-van-nu
en als de God-van-de-toekomst.Maar Velema laat
zich door de mogelijkheid dat de prediking kan
ontsporen niet van de gereformeerd-bevindelijke
wijs brengen: 'Dat is de verzoeking, die met name
verbondsmensen bedreigt. Ze denken God naar hun
hand te kunnen zetten. Ze proberen zich over hun
zonde heen te werken. Ze vergrijpen zich aan het
teken, alsof ze daarmee God in hun macht hadden.
Om Gods genade mogen we vragen. Dat is
iets totaal anders dan zich de genade wederrechte
lijk toe te eigenen. Waar ligt het verschil? In de
schuldbelijdenis. Wie die nalaat vergrijpt zich aan
de genade.' (blz. 30-31).
Radicaal genoeg?
Toch rijst de vraag of Velema wel radicaal genoeg
te werk gaat. Op de vraag hoe je nu eigenlijk ku 't
weten of je de Heilige'Geest ontvangen hebt. l-
woordt hij: 'Het gaat om datgene waarop vlees en
Geest uit zijn, waarop ze de zinnen richten lt Vr
kan bij zichzelf waarnemen, waar het hem om te
doen is.' (blz. 105-106). Hoe kunnen we zoiets
Prof. dr. VV. H. Velema
eigenlijk bij onszelf waarnemen? Is wat we bij
onszelf waarnemen niet dubbelzinnig en kunnen
niet heel verschillende motieven ons gedrag be
palen? Niet dat zelfonderzoek overbodig is, maar
kun je ooit definitieve conclusies trekken, en wat
kun je er ooit op bouwen? De opmerking van de
catechismus, dat we goede werken moeten doen
opdat 'elk bij zichzelven van zijn geloof uit de
vruchten verzekerd zij' is toch alleen met de
uiterste voorzichtigheid te hanteren, en vindt bo
vendien eigenlijk geen steun in de schriftplaatsen,
die de catechismus erbij aanhaalt. Karl Barth liet
zich eens ontvallen dat zijn gebed soms uit niet
meer dan een paar zuchten bestond. Dat zegt, dacht
ik, meer over het ontvangen hebben van de Heili
ge Geest en geeft in ieder geval meer moed, dan
u at Velema schrijft.
Spreekt niet eenzelfde gebpek aan radicaliteit uit
de voor mijn gevoel vlak uitgevallen schets over
'het misbruik van Gods Naam'? Vloeken lijkt mij
een uiting van geestelijke slordigheid, maar mo
gen we niet veronderstellen dat een paar krachtige
matrozenvloeken God wel eens aangenamer in de
oren konden klinken, dan wat er soms in de kerk
wordt gezegd? Matrozen zijn tenminste ondubbel
zinnig. en wat er in de kerk gezegd wordt kan te
gen hot evangelie ingaan en toch zo goed verpakt
zij.i het voor zoete koek opgegeten wordt.
VCJ
;~8n
Ei
ijlt iv/.-e grote vragen te stellen bij deze
pro.T.scii". --li. Je kunt ze lezen zonder ook maar
een ogenblik gewaar te worden dat er sinds jaar
en dag aan de universiteiten wetenschappelijk on
derzoek naar de teksten van het Oude en het
Nieuwe Testament wordt bedreven. Dat Calvijn
prachtig gepreekt heeft zonder ook maar iets van
dit wetenschappelijk onderzoek af te weten, is
buiten kijf, maar kunnen wij dit onderzoek gewoon
negeren? We hoeven toch niet bang te zijn, dat
God de heme'l wel eens uit zou kunnen vallen,
wanneer mensen hun verstand gebruiken? Zit er
in het wetenschappelijk onderzoek van de Bijbel
niet veel goed gebruik van het menselijk verstand,
dat de prediking alleen maar ten goede kan komen?
De dominee hoeft op de kansel niet te laten blij
ken. dat hij aan de universiteit is geweest, maar
op zijn studeerkamer moet hij met de wetenschap
zijn voordeel, èn dat van zijn gemeente doen.
Mijn tweede grote vraag betreft de-politieke strek
king van deze preekschetsen. In dc schets over de
machten gaat Velema op blz. 137 niet aan de poli
tiek voorbij, maar het blijft allemaal wel erg alge
meen. Elders in deze bundel lezen we dat hij bij
de klaagmuur in Jeruzalem is geweest, maar we
horen niets over de Joodse staat van nu. Toch zou
daartoe besit aanleiding zijn, zeker nu minister
Schmelzer schijnt in te zwenken op de door de
Fransen uitgezette zgn. 'Europese' koers ten op
zichte van het Midden-Oosten. Weer ergens anders
vernemen we dat de schrijver in Zuid-Afrika is
geweest en daar bomen heeft zien 'staan sterven
van dorst'. Je vraagt je dan wel af, of de schrijver
ook mensen gezien heeft in Zuid-Afrika, zwarte
mensen met name, maar daar hoor je dan verder
niets van. Velema hoeft van mij helemaal niet over
Zuid-Afrika te preken, maar als hij er toch iets
over zegt. dan zou hij toch moeten proberen vanuit
het evangelie iets over de apartheid te zeggen. Ze
ker voor een gehoor, dat wel eens over emigratie
naar Zuid-Afrika spreekt alsof daar geen vuiltje
aan de lucht was! Wanneer Velema preekt over de
enkeling en God is hij zeer wel in staat om man en
paard te noemen. Waarom spreekt hij dan niet
concreet over politieke vragen, waar diezelfde
enkeling ook mee te maken heeft?
Innerlijk
De kracht van Velema's schetsen is, dat hij zich
met een bijbels-reformatorische theologie op het
innerlijk richt. Zo komt hij tegemoet aan een m i.
legitieme behoefte aan mystiek en daardoor is hij
in feite veel meer bij de tijd dan het laatste nieuws
op de theologische markt. Uit deze schetsen kun
nen preken komen, die als regendruppels op onze
uitgedroogde zielen vallen. Er zou van deze be
vindelijke gereformeerde theologie alleen zoveel
meer uitgaan, wanneer ze zich in zou laten op de
confrontatie qiet het wetenschappelijk onderzoek
van de Bijbel, en wanneer ze ook licht liet val
len op het leven van de Christen in de maatschap
pij.
Dr. W. H. Velema, Het woord werkt door. uitg.
Kok, Kampen, prijs 15.90.
HET GEWONE LEVEN
Wat Rebekka doet is minder
We zijn geneigd te zeggen dat het
anders gekund had. Er had
beroep gedaan kunnen worden
Esau, die zich ook verder in
verhaal geen bruut toont. Ze b
het verzoek van haar man aan
om een stuk wild te schieten,
voor hem klaar te maken en dat li
zijn zoon dan wil zegenen 'voor
aangezicht des HEREN', voegt
eraan toe. Om indruk te maken?
zal niet de laatste keer zijn dat
aangezicht des HEREN ergens
gemengd wordt, bij voorkeur in
dat op zichzelf niet helemaal zu
is. In ieder geval is haar plan g
gemaakt. Jakob, haar lieveling, h
zich nergens bezorgd over te ma
Moeder waakt. Jakob moet maar
van de kudde nemen en moeder
de rest doen, voor de kokerij zo?
De tweede perikoop van dit hoofd
eindigt als de eerste, alleen meti
variant: opdat hij u zegene vóór
dood (daar: dan zal ik u zegenen,
ik sterf). Daar is het een man die
beslissing genomen heeft. Hij
gehandicapt, hij voelt het e:
naderen, maar er moet nog
gebeuren in de omgang met E
zijn zoon. Hier wordt gesproken it
derde persoon; hij moet zegt
voordat hij sterft. Hij, die bli
oude! Niet zo mooi allemaal. Nie:
fijn bedacht. Een laatste intrigue
de blinde man. Ja, zo staat het i
in de bijbel. De mensen komen
niet zo mooi af. Het leven wordt
bijgeslepen tot het er een be
dragelijk uitziet. Zo is
mensenleven, vol met kleine tn
en slimmigheidjes. Allemaal ad
dat woordje 'eigenlijk'. Eigenlijk
het allemaal anders moeten g
maar dat kan nu eenmaal niet.
dit laatste rechtvaardigen we veel
niet te rechtvaardigen is. We kun
niet tegen de situatie op en we vr
niet tegen onze eigen vree
verlangens opstaan. Dat geeft te
soesah. Dan is er wel iets an
mogelijk. Een beetje krom en
beetje uitgekookt en een bi
parasiterend op een anders gel
maar ja, wat wil je? Dat wereldje,
kleine miezerige wereldje staat ii
geschiedenis van het heil. Het
erin voor. Niet als een zwerfstee
aan abnoraliteit, een uitzond
maar als 'het gewone leven', in a
mistigheid en kleinheid. Tot
beschaming. En om onst
weerhouden van de gedachte dat
allemaal uit ons edele zelf i
komen. Want als het daarvan ko
moest! (Genesis 27.5-10).
Nederland ln de eerste wereldoor
deel 2: 1914-1917, door mr. dr.
Smit. Uitgave Woltcrs-Noordhoff,
blz., ƒ37,50.
Het tweede deel van Smits belangri
werk over Nederland in de eerste
reldoorlog is al gauw verschenen
het eerste, dat het 'voorspel' behan
de. Dit keer zijn allerlei kanten vat
neutraliteitspolitiek aan de orde:
versterking van de landstrijdkracb
als volgens de regering bi
waarborg om buiten de strijd te 1
ven, de neutraliteit op economisch
bied (waar alles om draaide) en
verhouding tot de oorlogvoerenden,
het door de Duitsers overvallen Bel
en tot de andere neutralen.
Politiek lag de zaak eenvoudig.
cludeert Smit: neutraliteitspolitiek
gewapende tegenstand tegen ieder
die de soevereiniteit van de Nederli
se staat mocht schenden. Een aci
mische kwestie dus. Maar econom;
kwam het erop aan: men kon nog
eigen bevolking laten verhonge
noch de uitvoer met name naar D:
land stopzetten. Dat betekende datl
buitenlandse handel moest won
voortgezet. En dat vereiste een poül
van schipperen. Met als consequen
dat de gevaarlijke buur Duitsland
beter bij ons afkwam dan het 'vei
Engeland, terwijl toch Duitslands
derlaag ook Nederlands belang i
Daarover laat dr. Smit geen twijfel
staan. Hij schrijft voor een wel
schappelijk betoog ook nogal fel
de Duitse manier van oorlogvoeren,
volgt daarmee de publieke opinie,
immers in de jaren 1914-'18 ook t
Duits was. In het kabinet-Cort van
Linden lag dat wat genuanceerder:
minister-president zelf en Posthi
bijv. waren pro-Duits, Treub en I
don pro-Engels. Maar vóór alles' wa
de ministers pro-Nederlands, al
Smit.
Vele andere belangwekkende zat
komen in dit beknopte, maar heiffl
boek goed uit de verf: het niet (kj
nen) inlichten van het parlement,!
Ned. Overzee Trust Maatschappij]
'staat in de staat', de kwestie-Trj
(die in 1916 niet direct om politij
redenen, maar om zijn levenswanj
zou zijn gewipt, zij het doordat
Duitse ambassadeur dit vuurtje om!
litieke redenen had aangeblazen...:
de zorg voor de Belgische vluchtd
gen, de zware verliezen van koopv*
dij- en vissersvloot.
Merkwaardig genoeg vonden we hl
en daar een slordigheid in taalgebn
en'een doublure (pag. 90 en pag. Ij
waar sprake is van het Britse bezwi
tegen de uitvoer van varkens), hetg«
op haastwerk bij de uitgever zou ki
nen wijzen. Dat neemt niet weg dati
op een spoedig verschijnen van ookl
derde deel hopen!
VV.f