'Moeder Courage' komt wrang en sarcastisch over Preekschetsen van prof. Velema Wiener Geschichten vol bittere honing Amusant popfestijn in de Vliegermolen Uiterst boeiend requiem PPR-Groningen verbaasd over luxueus feest Trouw K wartet N. Testament in Litauen vandaag Bockenetalage TROUW/KWARTET MAANDAG 12 MAART 1973 KUNST/KERK T2j Grotendeels zoals Brecht het gespeeld wilde hebben door Ber Huising NIJMEGEN Toneelgroep Theater speelt, vanaf zaterdagavond in de Nijmeegse schouwburg. Moeder Courage en Haar Kinderen, grotendeels zoals Brecht het gespeeld wilde hebben, voor zo ver dat kon (wat vreemde afwijkingen daargelaten), en vooral treffend door de verrassende zekerheid waarmee Henni Orri die Moeder Courage neerzette. Zij was marketentster in de Dertienjarige Oorlog, waarvan zij, met haar kinderen, wilde bestaan. Maar de grote oorlogszaken worden door de kleine luiden niet gedaan, en wie van de oorlog wil leven moet ook wat geven. Moeder Courage verloor haar kinderen aan de oorlog, en zij gingen ten gronde aan hun goede eigenschappen. Want oorlog een voortzetting van zaken met andere middelen doodt de menselijke deugden. Zoon Schweizerkas was zo eerlijk dat hij de regimentskas redde en daarvoor werd hij door de vijand neergeschoten. Zoon Eilif werd een moedig soldaat en hij stierf aan 'een heldendaad teveel. Hij roofde nog vee toen het nog net even vrede was, en werd terechtgesteld. Stomme Katrien met haar onvoldane moederlijke gevoelens waarschuwde, met een trommel, de stad Halle voor een nachtelijke overval, en werd daarom doodgeschoten. De veldprediker en de kok, die moeder Courage toch min of meer als goede vrienden had beschouwd, hadden haar verlaten. De zaken waren, na tien jaren oorlog slecht gegaan. Verarmd en vereenzaamd trok moeder Courage alleen verder met haar wagen. Zij had (nóg) niet anders geleerd. Maar wij kunnen leren van haar lot. Theatraal Gewone mensen, die maar meedoen, moeten betalen, tenzij zij zulke zaken en de oorlog afschaffen. Dat bedoelde Brecht en hij stelde het scherp, raak, pakkend theatraal in een geweldig stuk, dat het best aan- en overkomt als het wordt gespeeld zoals hij het indertijd bij zijn Berliner Ensemble ensceneerde. Regisseur Theo Kling heeft zich daaraan voornamelijk gehouden. Het toneel is leeg en grauw, als de oorlogsvlakten, met alleen de wagen, wat lappen tentdoek of een schuurtje. De kostuums zijn oud, lomp en voddig. Herman van Elteren was de ontwerper. Van een draaitoneel, dat het eindeloze trekken zo goed kan weergeven, moest afgezien worden. De vele taferelen zijn goed gezet. Ze zouden elkaar wat nauwkeuriger en sneller moeten opvolgen. Vooral tegen het eind ging de doorlopende spanning wat verloren. De liederen, die er toch al vervreemdend tussen Bij de Haagse Comedie door Ev. Grolle DEN HAAG Van kindsbeen af is men gewend Wenen een ple zierige stad te vinden en de Weners bevoorrechte lieden, die con stant in een operette-wereld mogen leven, idyllisch, luchthartig en vanzelfsprekend met een gouden hart. Elke idylle heeft wel zijn keerzijde en Odön von Horvath, die ver van Wenen in Boedapest en München wordt opgevoed, zal veel over dat heerlijke W enen, de keizerstad, gehoord hebben. Hij leeft echter op een breukpunt der tijden: als hij 13 is breekt de eerste wereldoorlog uit on het Wenen, dat daaruit tevoorschijn kwam (de ge amputeerde stad) heeft hier en daar nog wel de schijn van de voormalige idylle, maar de werkelijkheid is ploeteren en sappelen en daarom bevat zijn volksstuk 'Geschichten aus dem Wienerwald' zoveel bitterheid. zitten, hadden nog niet de kracht die zij moeten hebben. Ze zijn moeilijk en nog weer lastiger te brengen doordat de muziek van Dessau op de band is gezet, goed gedaan door Cor Lemaire, maar dat wordt dan toch mechanisch leiden in plaats van begeleiden. Theo Kling liet de spelers in het begin en aan het slot in hedendaagse kostuums opkomen, om extra, maar overbodig, te benadrukken, dat Moeder Courage ook hier en nu wat te zeggen heeft. Wanneer de scène afhankelijk waren van bijfigurangen ging de krazcht weieens verloren. Het rommelen van Katrien bijvoorbeeld werd niet zo beklemmend als het had moeten zijn. Belevenis Maar ondanks deze bezwaren is deze voorstelling toch een belevenis die bij zal blijven. Henni Ori is een indrukwekkende moeder Courage, hard, bazig, berekenend, door en door zakelijk, daardoor nu eens flink en dan weer laf. maar daaronder schuilen toch nog dt verdrongen gevoelens van de moeder en van de vrouw. Gevoelens die zij even laat blijken en dan weer wegspeelt, want zakelijk zijn ze niet verantwoord. Henni Ori staat daar meteen als die vrouw en zij blijft haar, door alle verdriet, tegenslagen en ook wel humor heen, volhouden tot aan het bittere einde. Zij draagt de voorstelling. Maar zij heeft ook beste tegenspelers: Edmond Classen is een prachtige, half idealistische en heel scijnheilige, veldprediker die voor zijn hachje bereid is van geloof te wisselen (van katholiek tot protestant). Bernhard Droog is een enige, Hollandse, kok, die er ook tussenuit trekt als er niets meer te halen valt. Arthur Boni is een zuivere, te eerlijke, Schweizerkas. Guy Lavreysen is Eilif, best in het Danslied met een overmoedige soldatendans, gezet door Kris van dè Velden en later, dacht ik, iets te onbeheerst. Nettie Blanken doet Katrien, die niet kan spreken maar wel simpel kan begrijpen, aandoenlijk. Josée Ruiter is uitstekend als Yvette, het dronken soldatenhoertje dat door een seniele kolonel (een der goede types van Albert Abspoel) nog dame wordt. Hiermee zijn de meest opvallende spelers wel genoemd. De Amerikaanse groep 'Country Gazette' tijdens het zaterdagavond in Voorburg gehouden popgala. door Willem-Jan Martin VOORBURG Best een vrolijk gebeuren, het grootscheepse pop festijn van VARA en CCGC vrijdag en zaterdag in de Vliegermolen in Voorburg, al ging er natuurlijk het nodige mis. Brechts tekst, waarvan geen woord gemist kan worden, in de uitstekende vertaling van Gerrit Kouwenaar, kwam over het algemeen sterk, wrang, satirisch en duidelijk over, behalve in sommige liederen. Het is de geschiedenis van Marianne, de dochter van de poppendokter in een staatje van de Josephstadt, Wenens achtste wijk. Haar vader, de toverdokter, geheten, vindt dat zij maar moet trouwen met buurman Oskar de slager, maar Marianne geeft de voorkeur aan de nietsnut Alfred, die van de Kahlenberg komt, heerlijk uitgaansoord. Alfred draait de centen erdoor en het loopt droevig af met Marianne die haar pasgeboren zoontje Leopold door Alfreds moeder en grootmoeder op de Kahlenberg moet laten verzorgen en zelf door Alfred verkocht wordt aan Maxim om daar poedelnaakt voor aap te staan. Alfred knijpt er natuurlijk tussenuit en het zoontje gaat dood. Marianne wordt door de slager alsnog in genade aangenomen om fatsoenlijk getrouwd verder te leven zonder dromen, maar in de onontkoombare gevangenis van de bittere werkelijkheid. Het bonte leven in de Josephstadt draait schijnbaar onbewogen voort als een altijd durende operette. Het geheel is een symbool van Oostenrijk tussen de twee wereldoorlogen. Odön von Horvath heeft dit trieste drama verpakt in het zoetige omhulsel van de Weense traditie en gestoffeerd met vele personages uit de kleine middenstand, in 15 taferelen die typisch Weens mogen heten: zoals het straatje in de Josephstadt, bij opoe op de Kahlenberg en in de striptease-tent Maxim. Het stuk had zijn tijd van verschijnen (1931) niet mee. Daarna kreeg het ook geen repertoirekans, maar nu heeft de Haagse Comedie. aan wie zo'n stuk van bittere honing wel is toevertrouwd, er heel zijn vaardig toneeltalent aan gewijd. - - De regie van Guido de Moor is raak ClOOr OS. A. A. bpijKerDOer caricaturaal aangezette Om te beginnen kon uw verslaggever door een serie onvoorziene omstandigheden helaas alleen vrijdagavond in het op een wat gênante wijze tot poppaleis omgebouwde sportcomplex aanwezig zijn, zodat dit verhaal noodzakelijkerwijs een onvolledige beschrijving moet geven. Verder liet nog eens een drietal attracties het afweten, niet storend waar dat ging om een groep Wishboneash of de omhooggevallen organist Billy Preston, maar we) vervelend wat betreft de interessante Britse formatie Roxy Music, welke een uiterst doorzichtige smoes had verzonnen om gezellig bij moeder thuis achter de kachel te kunnen blijven. En dan was er nog de tragische geschiedenis van de Amerikaanse Sirene Chi Coltrane die vrijdagavond na een herhaaldelijk falen van de geluidsinstallatie op een van de twee podia door de wedstrijdleiding (Egbert van Hees die voor de VARA de tv-opnamen regisseerde) naar het strafbank je werd gezonden. OP DREEF Maar. zoals gezegd, voor de rest was het ondanks de uitzicht belemmerende televisiecamera's best een leuke boel met over het algemeen goede en hier en daar zelfs uitstekende muziek, het laatste dan met namen door het toedoen van de gitarist Ry Cooder, de Eagles en in iets mindere mate de Nederlandse formatie Living Blues, waarin vooral de mondharmonikablazer John Lagrand en de zanger Nico Christiansen prima op dreef waren. Cooder, die zich voor deze gelegenheid in een soortement Javaanse jongens-outfit had gestoken, produceerde een serie schitterende gitaarpartijen in een tiental nummers, die voornamelijk uit het muzikaal eigen van de Amerikaanse neger afkomstig waren. Veel muziek van de door hem zeer bewonderde Sleepy John Estes (die gitaar werd dan ingewisseld voor een al even magistraal gepeelde mandoline) en maar weinig wat we van de plaat reeds van hem kenden (Police Dog Blues, Billy the Kid, FDR in Trinidad). De zeer sacrale sfeer die Ry Cooder al doende om zich heen creëerde werd echter door een meerderheid van de aanwezigen niet helemaal begrepen, zodat de wat merkwaardige figuur ontstond van aan de ene kant een harde kern van ingetogen luisterde en anderzijds allerhande vrolijk roezemoezende door de zaal banjerende uitgelagenheid. Maar goed, het was prachtig. Daarna de Eagles, in het akoestisch gedeelte van hun optreden nogal temerig en zeurkouserig, ondanks alle fraaie samenzang, maar na inschakeling van electriciteit en drumstel gemakkelijk van wereldklasse: smeuïge gitaten (vooral de bas van Randy Meiser en de sologitaar van Bernie Leadon), een betonnen ritmeik en daaroverheen vocale harmonie. Dat wat de hoogtepunten aangaat. Verder hadden we nog Chi Coltrane (kort maar krachtig), een optreden van het niet uit deze streken weg te branden kwartet Country Gazette (vlekkeloos, gerlutineerd maar wel erg steriel), de vrolijke keuken van de firma Slade (best leuk om te zien maar voor de oren niet zo geschikt doordat deze heren Het Geraas tot absolute norm hebben verheven) en als laatste Kaz Lux. Nogmaals, ik heh me best vermaakt. GRONINGEN Het PPR- actiecentrum in Groningen heeft gevraagd of het waar is dat de provincie Groningen driehonderdduizend gulden uittrekt voor de opening van de Eemshaven. In een brief aan procinciale staten schrijft de PPR: 'Gaat de provincie dan zo gemakkelijk heen langs het feit dat de provincie Groningen nog steeds extra geld nodig heeft voor allerlei noodzakelijke voorzieningen.' Adr. Hager DEN HAAG Roberto Benzi, gastdirigent bij het Concertgebouworkest met concerten op vrijdag in Den Haag, zaterdag in Rotterdam en maandag in Amsterdam, week in de programmasamenstelling af van het gebruikelijke patroon. Een helaas zeldzaam gebeuren is de medewerking van een vocaal ensemble en dat terwijl zoveel oratoria en andere koorwerken in hun orkestrale begeleiding het symfonie-orkest nauwelijks kunnen missen. Ongewoon mag ook de opening van dit concert heten. Benzi presenteerde dp uit 1966 daterende syclofonie V van Hans Kox voor hobo, klarinet, fagot en 19 strijkers. Geen wereldschokkende compositie doch een van compositorisch vakmanschap getuigende partituut, waarin de uitvoerenden hun technische beheersing kunnen demonstreren. Of Benzi in deze muziek gelooft, bleef in de neutrale benaderinge en vraag. Die vrijblijvende houding is fnuikend voor Mozart. De symfonie in C. werd keurig afgewerkt. doch dat glamoureffect staat Mozart niet. Een werk uit de tijd van bepoederde pruiken verdraagt niet de effectglans van gestroomlijnd staal. Voor een sopraan als Erna Spoorenberg moet de aria van Berenice van Haydn een verrukking zijn om te zingen. Een lyrisch- dramatisch werk van de eerste orde en Erna Spoorenberg bewees hierin dat zij nog altijd een zangeres met grote vocale kwaliteiten is. Zij was ook soliste, tesamen met de bariton John Bröcheller, in het requim van Fauré. Merkwaardig, dat men bij verschillende componisten v het requim tot hun schoonste werk kan rekenen. Voorbeelden hiervan zijn o.a. Verdi, Mozart, Berlioz en Britten. Ook het requim van Fauré is een wonderschoon en sfeervol werk, dat geschilderd is in tere pasteltinten. De keuze van het koor was gelukkig gevallen op een amateur-ensemble in dit geval het Donkens koor, afdeling Amsterdam. Men kweet zich uitstekend van deze eervolle taak en bewees daarmee dat Nederland koren telt die een meer veelvuldige samenwerking met de beroepsorkesten waard zijn. Fransman Benzi gaf de Fransman Fauré meer dramatiek dan in de partituur besloten ligt, doch wist met zijn visie wel te boeien. Orkest en de niet genoemde organist waren volledig voor hun taak berekend. Beide solisten wisten te imponeren. De enige opmerking betreft het niet muzikale vlak. De vraag namelijk waarom mevrouw Spoorenberg zich bij deze requiem- uitvoering niet had aangepast bij het stijlvolle zwart van de koorleden. AMSTERDAM Op 15 maart zal de inschrijving openstaan op een 8 pet 30-jarige ziekenhuislening tegen 99 pet. De lening, groot 12 min., wordt uitgegeven door de Stichting Het Pro testants Ziekenhuis in Den Bosch. De storting moet op 16 april plaatsvin den. De aflossing geschiedt in 25 gelijke jaarlijkse termijnen, te beginnen op 15 april 1979. De Rotterdammer Nieuwe Haagse Courant Nieuwe Leidse Courant Dordts Dagblad Uitgaven van N.V. De Christelijke Pers Directie: Ing. O. Postma, F. Diemer. Hoofdredactie: Drs. J. Tamminga. Hoofdkantoor N.V. De Christelijke Pers: N.Z. Voorburgwal 276 - 280. A'dam. Postbus 859. Telefoon 020-22 03 83. Postgiro: 26 92 74. Bank: Ned. Midd. Bank (rek nr. 69 73 60 768). Gem.giro X 500. operettemuziek van Jurriaan Andriessen. Voor het doek opengaat is men al in de juiste sfeer. De rolbezetting is weer van zo'n kwaliteit, dat het stuk meer schijnt dan het elementair is. Rick Nicolet in de rol van trieste Marianne is een echte Weense Mizzi, Paul Steenbergen met zijn gekrulde snor de waarachtige toverdokter, een rol die eens door Hans Moser werd bezet. Gijsbert Tersteeg is een heerlijke K.U.K.- Rittmeister. Van den Heuvel een typisch Weense gelddoordraaier, de opoe van Myra Ward is een creatie van inhalige hardvochtigheid en Elisabeth Andersen als Valerie een Wienerin wier luchthartige door geen tegenslag te knauwen is. De slager van Kees Coolen, de man die de buit binnenhaalt is een toonbeeld van zelfvoldane huichelachtigheid. Hier is de facade (want het stuk is een ononderbroken poging achter de facade te kijken), op zijn best in beeld gebracht. En dan al die kleinere rollen: de sloverige moeder van Enny Meunier, de gewiekste Maxim-conferencier van Guus Hoes. de barones van Maxim van Nanni Vepneer, de potige slagersknecht van Roelof den Ambtman en zo velen meer, het is alles tot in de puntjes verzorgd. Geschichten aus deni Wienerwald zal weer de toneelhistorie ingaan als een topper van het Haagse Comedie. Een waardig eerbetoon aan Odön von Horvath, de toneelschrijver, die van de tijd (ook van zijn levenstijd, want hij stierf 37 jaar oud door een omwaaiende boom op de Champs Elysees) geen kans gekregen heeft, maar nu achteraf, zeker met deze opvoering, wel het gelijk MOSKOU (KIPA) Een uitgeverij te Wilna in Litouwen gaat het nieuwe testament in de Litouwse taal publiceren. Hiertoe heeft de Russische regering toestemming gegeven. In maart vorig jaar hadden ruim 17.000 Litouwse rooms- katholieken zich in een memorandum bij de opperste sowjet beklaagd over de beperking van de godsdienstvrijheid en over de talrijke hindernissen, die de kerk in de weg worden gelegd. Bij het lezen van de studies en schetsen ten dienste van de prediking, die de Apeldoorn- se hoogleraar dr. W. H. Velema onder de ti tel 'Het woord werkt door' heeft gepubli ceerd, schoot me het psalmversje te binnen, dat ik op de lagere school moest leren: 'Gods verborgen omvang vinden, Zielen daar zijn vrees in woont; 't Heilgeheim wordt aan zijn vrinden, Naar zijn vreêverbond gtoond'. Want het zwaartepunt van deze, helaas in een zeer traditioneel gehouden stijl gestelde preek schetsen ligt in de verborgen omgang van de enke ling met God. Met het oog daarop heeft Velema het getuigenis van het Oude en het Nieuwe Testa ment beluisterd en daarover heeft hij veel te zeg gen. dat ook buiten de kring van de christelijke gereformeerde kerken gehoord moet worden. We lezen op blz. 64: 'God beware de kerk ervoor dat ze deze woorden wel gebruikt, maar de zaken er van niet beleeft.' en op blz. 41: 'Je houdt met een redenering niet vast, wat je uit genade gegeven moet worden.' Uit deze schetsen wordt een predi king geboren, die de gemeente helpt om, en on willekeurig schieten jc weer ouderwetse uitdruk kingen te binnen, met God te 'wandelen'. Het heil hoeft door ons niet verwerkelijkt te worden, maar het moet in de prediking op ons toegepast worden. Velema heeft wel oog voor de ontsporingen van een bevindelijke prediking, want we lezen op blz. 55: 'Men kan van de ervaring op zichzelf niet leven. In bevindelijke kringen wordt graag over uitreddingen en heerlijke ervaringen van vroeger gesproken. Het is duidelijk, dat deze hun kracht ver liezen, naarmate ze vaker verteld worden. Ze heb ben wel betekenis wanneer ze worden tot een belij denis van wat de God-van-toen is als de God-van-nu en als de God-van-de-toekomst.Maar Velema laat zich door de mogelijkheid dat de prediking kan ontsporen niet van de gereformeerd-bevindelijke wijs brengen: 'Dat is de verzoeking, die met name verbondsmensen bedreigt. Ze denken God naar hun hand te kunnen zetten. Ze proberen zich over hun zonde heen te werken. Ze vergrijpen zich aan het teken, alsof ze daarmee God in hun macht hadden. Om Gods genade mogen we vragen. Dat is iets totaal anders dan zich de genade wederrechte lijk toe te eigenen. Waar ligt het verschil? In de schuldbelijdenis. Wie die nalaat vergrijpt zich aan de genade.' (blz. 30-31). Radicaal genoeg? Toch rijst de vraag of Velema wel radicaal genoeg te werk gaat. Op de vraag hoe je nu eigenlijk ku 't weten of je de Heilige'Geest ontvangen hebt. l- woordt hij: 'Het gaat om datgene waarop vlees en Geest uit zijn, waarop ze de zinnen richten lt Vr kan bij zichzelf waarnemen, waar het hem om te doen is.' (blz. 105-106). Hoe kunnen we zoiets Prof. dr. VV. H. Velema eigenlijk bij onszelf waarnemen? Is wat we bij onszelf waarnemen niet dubbelzinnig en kunnen niet heel verschillende motieven ons gedrag be palen? Niet dat zelfonderzoek overbodig is, maar kun je ooit definitieve conclusies trekken, en wat kun je er ooit op bouwen? De opmerking van de catechismus, dat we goede werken moeten doen opdat 'elk bij zichzelven van zijn geloof uit de vruchten verzekerd zij' is toch alleen met de uiterste voorzichtigheid te hanteren, en vindt bo vendien eigenlijk geen steun in de schriftplaatsen, die de catechismus erbij aanhaalt. Karl Barth liet zich eens ontvallen dat zijn gebed soms uit niet meer dan een paar zuchten bestond. Dat zegt, dacht ik, meer over het ontvangen hebben van de Heili ge Geest en geeft in ieder geval meer moed, dan u at Velema schrijft. Spreekt niet eenzelfde gebpek aan radicaliteit uit de voor mijn gevoel vlak uitgevallen schets over 'het misbruik van Gods Naam'? Vloeken lijkt mij een uiting van geestelijke slordigheid, maar mo gen we niet veronderstellen dat een paar krachtige matrozenvloeken God wel eens aangenamer in de oren konden klinken, dan wat er soms in de kerk wordt gezegd? Matrozen zijn tenminste ondubbel zinnig. en wat er in de kerk gezegd wordt kan te gen hot evangelie ingaan en toch zo goed verpakt zij.i het voor zoete koek opgegeten wordt. VCJ ;~8n Ei ijlt iv/.-e grote vragen te stellen bij deze pro.T.scii". --li. Je kunt ze lezen zonder ook maar een ogenblik gewaar te worden dat er sinds jaar en dag aan de universiteiten wetenschappelijk on derzoek naar de teksten van het Oude en het Nieuwe Testament wordt bedreven. Dat Calvijn prachtig gepreekt heeft zonder ook maar iets van dit wetenschappelijk onderzoek af te weten, is buiten kijf, maar kunnen wij dit onderzoek gewoon negeren? We hoeven toch niet bang te zijn, dat God de heme'l wel eens uit zou kunnen vallen, wanneer mensen hun verstand gebruiken? Zit er in het wetenschappelijk onderzoek van de Bijbel niet veel goed gebruik van het menselijk verstand, dat de prediking alleen maar ten goede kan komen? De dominee hoeft op de kansel niet te laten blij ken. dat hij aan de universiteit is geweest, maar op zijn studeerkamer moet hij met de wetenschap zijn voordeel, èn dat van zijn gemeente doen. Mijn tweede grote vraag betreft de-politieke strek king van deze preekschetsen. In dc schets over de machten gaat Velema op blz. 137 niet aan de poli tiek voorbij, maar het blijft allemaal wel erg alge meen. Elders in deze bundel lezen we dat hij bij de klaagmuur in Jeruzalem is geweest, maar we horen niets over de Joodse staat van nu. Toch zou daartoe besit aanleiding zijn, zeker nu minister Schmelzer schijnt in te zwenken op de door de Fransen uitgezette zgn. 'Europese' koers ten op zichte van het Midden-Oosten. Weer ergens anders vernemen we dat de schrijver in Zuid-Afrika is geweest en daar bomen heeft zien 'staan sterven van dorst'. Je vraagt je dan wel af, of de schrijver ook mensen gezien heeft in Zuid-Afrika, zwarte mensen met name, maar daar hoor je dan verder niets van. Velema hoeft van mij helemaal niet over Zuid-Afrika te preken, maar als hij er toch iets over zegt. dan zou hij toch moeten proberen vanuit het evangelie iets over de apartheid te zeggen. Ze ker voor een gehoor, dat wel eens over emigratie naar Zuid-Afrika spreekt alsof daar geen vuiltje aan de lucht was! Wanneer Velema preekt over de enkeling en God is hij zeer wel in staat om man en paard te noemen. Waarom spreekt hij dan niet concreet over politieke vragen, waar diezelfde enkeling ook mee te maken heeft? Innerlijk De kracht van Velema's schetsen is, dat hij zich met een bijbels-reformatorische theologie op het innerlijk richt. Zo komt hij tegemoet aan een m i. legitieme behoefte aan mystiek en daardoor is hij in feite veel meer bij de tijd dan het laatste nieuws op de theologische markt. Uit deze schetsen kun nen preken komen, die als regendruppels op onze uitgedroogde zielen vallen. Er zou van deze be vindelijke gereformeerde theologie alleen zoveel meer uitgaan, wanneer ze zich in zou laten op de confrontatie qiet het wetenschappelijk onderzoek van de Bijbel, en wanneer ze ook licht liet val len op het leven van de Christen in de maatschap pij. Dr. W. H. Velema, Het woord werkt door. uitg. Kok, Kampen, prijs 15.90. HET GEWONE LEVEN Wat Rebekka doet is minder We zijn geneigd te zeggen dat het anders gekund had. Er had beroep gedaan kunnen worden Esau, die zich ook verder in verhaal geen bruut toont. Ze b het verzoek van haar man aan om een stuk wild te schieten, voor hem klaar te maken en dat li zijn zoon dan wil zegenen 'voor aangezicht des HEREN', voegt eraan toe. Om indruk te maken? zal niet de laatste keer zijn dat aangezicht des HEREN ergens gemengd wordt, bij voorkeur in dat op zichzelf niet helemaal zu is. In ieder geval is haar plan g gemaakt. Jakob, haar lieveling, h zich nergens bezorgd over te ma Moeder waakt. Jakob moet maar van de kudde nemen en moeder de rest doen, voor de kokerij zo? De tweede perikoop van dit hoofd eindigt als de eerste, alleen meti variant: opdat hij u zegene vóór dood (daar: dan zal ik u zegenen, ik sterf). Daar is het een man die beslissing genomen heeft. Hij gehandicapt, hij voelt het e: naderen, maar er moet nog gebeuren in de omgang met E zijn zoon. Hier wordt gesproken it derde persoon; hij moet zegt voordat hij sterft. Hij, die bli oude! Niet zo mooi allemaal. Nie: fijn bedacht. Een laatste intrigue de blinde man. Ja, zo staat het i in de bijbel. De mensen komen niet zo mooi af. Het leven wordt bijgeslepen tot het er een be dragelijk uitziet. Zo is mensenleven, vol met kleine tn en slimmigheidjes. Allemaal ad dat woordje 'eigenlijk'. Eigenlijk het allemaal anders moeten g maar dat kan nu eenmaal niet. dit laatste rechtvaardigen we veel niet te rechtvaardigen is. We kun niet tegen de situatie op en we vr niet tegen onze eigen vree verlangens opstaan. Dat geeft te soesah. Dan is er wel iets an mogelijk. Een beetje krom en beetje uitgekookt en een bi parasiterend op een anders gel maar ja, wat wil je? Dat wereldje, kleine miezerige wereldje staat ii geschiedenis van het heil. Het erin voor. Niet als een zwerfstee aan abnoraliteit, een uitzond maar als 'het gewone leven', in a mistigheid en kleinheid. Tot beschaming. En om onst weerhouden van de gedachte dat allemaal uit ons edele zelf i komen. Want als het daarvan ko moest! (Genesis 27.5-10). Nederland ln de eerste wereldoor deel 2: 1914-1917, door mr. dr. Smit. Uitgave Woltcrs-Noordhoff, blz., ƒ37,50. Het tweede deel van Smits belangri werk over Nederland in de eerste reldoorlog is al gauw verschenen het eerste, dat het 'voorspel' behan de. Dit keer zijn allerlei kanten vat neutraliteitspolitiek aan de orde: versterking van de landstrijdkracb als volgens de regering bi waarborg om buiten de strijd te 1 ven, de neutraliteit op economisch bied (waar alles om draaide) en verhouding tot de oorlogvoerenden, het door de Duitsers overvallen Bel en tot de andere neutralen. Politiek lag de zaak eenvoudig. cludeert Smit: neutraliteitspolitiek gewapende tegenstand tegen ieder die de soevereiniteit van de Nederli se staat mocht schenden. Een aci mische kwestie dus. Maar econom; kwam het erop aan: men kon nog eigen bevolking laten verhonge noch de uitvoer met name naar D: land stopzetten. Dat betekende datl buitenlandse handel moest won voortgezet. En dat vereiste een poül van schipperen. Met als consequen dat de gevaarlijke buur Duitsland beter bij ons afkwam dan het 'vei Engeland, terwijl toch Duitslands derlaag ook Nederlands belang i Daarover laat dr. Smit geen twijfel staan. Hij schrijft voor een wel schappelijk betoog ook nogal fel de Duitse manier van oorlogvoeren, volgt daarmee de publieke opinie, immers in de jaren 1914-'18 ook t Duits was. In het kabinet-Cort van Linden lag dat wat genuanceerder: minister-president zelf en Posthi bijv. waren pro-Duits, Treub en I don pro-Engels. Maar vóór alles' wa de ministers pro-Nederlands, al Smit. Vele andere belangwekkende zat komen in dit beknopte, maar heiffl boek goed uit de verf: het niet (kj nen) inlichten van het parlement,! Ned. Overzee Trust Maatschappij] 'staat in de staat', de kwestie-Trj (die in 1916 niet direct om politij redenen, maar om zijn levenswanj zou zijn gewipt, zij het doordat Duitse ambassadeur dit vuurtje om! litieke redenen had aangeblazen...: de zorg voor de Belgische vluchtd gen, de zware verliezen van koopv* dij- en vissersvloot. Merkwaardig genoeg vonden we hl en daar een slordigheid in taalgebn en'een doublure (pag. 90 en pag. Ij waar sprake is van het Britse bezwi tegen de uitvoer van varkens), hetg« op haastwerk bij de uitgever zou ki nen wijzen. Dat neemt niet weg dati op een spoedig verschijnen van ookl derde deel hopen! VV.f

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1973 | | pagina 2