Herman Venema, man van de 'reformatorische Verlichting' Moe, waar is pa? Naar de alternatieve dienst, kind. door A. J. Klei vandaag Contactofficier publiciteitsmedia TROUW/KWARTET ZATERDAG 10 MAART 1973 KERK T2/1 MISKOTTE LEERT LEZEN door dr. G. H. ter Schegget Miskotte's boekje 'Bijbels ABC' is al zeer oud; het verscheen voor het eerst in het kille oorlogsjaar 1941 en was toen een hart onder de riem van veel christenen en joden. Was het dan een actueel boek? Zeker, maar men zag het er niet van af. Het zijn geen gebundelde 'tijdrcdes'. Het gaat in dit geschrift om de bijbelse grondwoorden Die worden door deze leermeester, om zo te zeggen, letter voor letter op de leesplank gelegd. Wij leren lezen! Rondom woedde het heidendom en het nihilisme en dat het vat kreeg op de geesten kwam, omdat er zoveel analfabeten waren, mensen die de bij belse grondwoorden niet konden lezen en verstaan. Miskotte dacht: als je de mensen de bijbel leert lezen, zullen zij immuun worden tegen fascistische besmetting. Hij had gelijk, toen en nog. Bijbelse grondwoorden. Wat zijn dat. Laten wij eens niet in het boekje kijken, maar uit ons hoofd zeggen: dit en dat zijn de belangrijkste woorden uit de taal van het geloof. Nu, eeu wigheid. godsdienst, persoonlijkheid, vroomheid, ideaal, deugd, hogere din gen, onsterfelijkheid, ziel, voorzie nigheid, oneindigheid, beginselen, beschaving, de zin der dingen. Mis. mis en nog eens mis! Al die woorden spelen in de bijbel geen of nauwelijks een rol. En als ze erin voorkomen, betekenen ze totaal iets anders, dan wij eronder plegen te verstaan. Bijbel lezen is: steeds weer uit de stereoty pen van het westers denken worden uitgestoten. Bijbel lezen is: hóren! Wat? De taal der liefde, die God tot mensen spreekt. Daarover moeten wij het hebben, als wij dit boekje nog weer eens aan de lezers van Trouw/Kwartet presenteren. Ik weet zeker, dat heel velen onder alle leef tijdsgroepen ?.an dit geschrift veel kunnen hebben. Afleren Waarom moeten, of liever mogen wij het alfabet leren? Om één ding gaat het daarbij. Eenzijdig gezegd: leren is af-leren hoe het niet is. En het is niet, zoals wij denken dat het vanzelfsprekend is. In de bijbel is niets vanzelfsprekend. Sterker: is al leen het niets'iets' dat vanzelf spreekt. Dat is het verschrikkelijke van het niets. Het heeft je zomaar te pakken, juist als je denkende denkt heel vroom en diepzinnig en hoog- geestelijk bezig te zijn. In de bijbel gaat het erom, dat God spreekt en dat is niet vanzelfsprekend. En ook dat is nog weer fout gezegd! Want wie is God? Dat de Here God spreekt. Dat is beter, maar ook dat is geen formule, die garanties biedt, dat wij onder zijn naam niet zelf aan het buikspreken zijn. Wij komen door het lezen van de heilige schrift tot een gelijkgestemde eenvoud, een gevoelige openheid voor wat er door profeten en apostelen bedoeld wordt. Neen, nog anders: voor wat zij gehoord hadden en door gaven, dat de bedoeling en bestem ming en belofte van het menszijn is. Ook dit is nog weer te vaag, te algemeen: tot ons komt in hun woor den de liefdesbetuiging van de God van Israël zelf. Wat Hij bedoelt, be oogt en wil. Wie Hij voor ons is. Wees stil tot God! Stel dat dat waar is dat de Schepper van hemel en aarde jc liefheeft en dat je niet eenzaam bent, maar een door Hem bemind wezen. Het zou een mooi en hoopvol principe zijn om van uit te gaan! Profeten en apostelen zeggen: je bent bemind. Hij is geen veronder stelling. Hij is goddelijke werkelijk heid. Van hieruit begint het leven! Denken is een levensdaad. En denken is uiteindelijk: horen naar Zijn Stem. Alleen zo lééf je! Wie niet hoort, is doof en dood. En wij? Gaat het dan niet óók om onze gods dienst? Want we willen natuurlijk meteen verder. God, God heeft ons lief. Dat deed Hij voor ons! Wat doen wij voor Hem? Zulke linke jongens ziin we: wij willen het dan wel toege ven, dat Hij eerst wat gedaan heeft, maar nu wij. Wij willen niet blijven bij de bevrijder. Wij denken altijd weer, dat het leven dan pas begint, als wij ervan doorgaan op avontuur, weg van onze minnaar; op kruistocht voor onze minnaar. Of wij willen optreden als zijn advokaat. Weet ik veel. Niets van dat al is ons toege staan in de bijbel. Daar wordt ons gezegd: jullie zijn kinderen, kinderen en erfgenamen van de God en Vader van Jezus Christus. Wees nu maar een blij en vrij kind, eenvoudig en luister! Want in je oren klinkt de stem van Abba: ik heb je lief! Miskot te citeert een gedicht ik denk van Guido Gezelle Aanschouwende en bevroedende in elk uiterst einde 't oerbegin: de grond van alles, méér gezeid maar nog niet al: Gods eerstigheid! Geen tegenstelling Ik kan mij indenken, dat menig lezer al bijna afgehaakt heeft. Is dit nu allemaal zo bijzonder!? Ja, wis en waarachtig is dit bijzonder. Het zet heel onze verkeerde wereld weer op zijn voeten! In onze wereld namelijk heerst er een tegenstelling, die geen door L. M. P. Scholten In 1717 kon het gebeuren, dat bij een theologisch proefschrift aan de academie van Franeker de volgende stelling gevoegd was: 'Ik ben er stellig van overtuigd, dat de slang, de verleider uit Genesis 3, als een allegorisch symbool van de duivel moet worden opgevat, en dat hij (de slang) niet als een echte slang aanwezig is geweest'. Prof. dr. K. H. Miskotte tegenstelling is: heidendom en religie. Wij (de in-group) zijn godsdienstig, christelijk, religieus, beschaafd, idea listisch, deugdzaam. Zij (de out- group) heidenen, onbeschaafd, atheïs tisch, materialistisch. De B-52's vlo gen af en aan om het ze in te peperen. Ja, daar heeft het mee te maken. U kunt het geloven of niet. maar het is zo. Het Bijbels ABC kan het ons leren: het heidendom is onze religie, de religie is ons heidendom. Juist ons christendom kan die religie zijn. Leugen is bij uitstek een christe lijke zonde! Want hoorders der waar heid willen wij niet zijn, wèl: bezit ters ervan. Achter onze religie verber gen wij de waarheid over onszelf, namelijk dat wij uit roofzucht moor den. stelen, omkopen, folteren en be driegen. In de religie aanbidden wij de hoogste potenties van onszelf. Wij zijn op zoek naar het andere, het hogere, het eeuwige, het ideële, en wij vinden niets anders dan ons zelf: trage, hoogmoedige mensen, die op roof int /.ijn. vooral op de roof van de goddelijkheid! Deze zichzelf zoe kende mens. die dood en verderf zaait, vindt in de religieuze leugen de camouflage van zijn nihilisme: zijn rooftocht wordt tot een kruistocht! De op zijn eigen vergoddelijking be luste mens beweert dat hij een ver dediger van het geloof is. Dat is een infame christelijke leugen in het aan gezicht van Hem. die het goddelijk zijn geen roof heeft geacht, maar zichzelf ontledigde en mens werd on der de mensen, slaaf onder de slaven (Fil. 2 vers 5 v.v.). Wat is de A van het alfabet? Dat is de Naam, de naam van God, die door de schrijverkes wordt geschreven. Is- raëls God treedt op temidden van de goden en machten! Hij openbaart zich aanspreekbaar. De Hebreeën zuchtten en schreeuwden onder de Egyptische slavernij en de Bevrijder hoorde het. Hij kwam tot Mozes en zei: Ik ben er zoals Ik er ben. Jij zult in mijn Naam, als profeet, de strijd tegen de Egyptische goden en machten aan mo gen binden. Ik zal met je zijn. Zelfs: gij zult (hem) tot God zijn (Ex. 3:16). De Heer wordt 'god' onder de goden ja mens onder de mensen! Laat mijn mensenvolk trekken. Offergang Ik kan er in dit bestek niet alles van verhalen. Laten wij het maar zo sa menvatten: als er goden zijn, en ze zijn er, want ons leven is overwoe kerd door bovenpersoonlijke machten en krachten, voor ons is er maar één god en dat is Adonai, de Vader van de Messias Jezus. En als je dan leest van de bevrijding uit Egypte en je hoort wat Mozes in zijn Naam zegt en doet, dan zing je: Je kunt het wel zien, dat is Hij! 'Er zou echter iets wezenlijks onuitgesproken blijven, dat ongezegd, een verraad zou kunnen zijn aan de Naam. Ik bedoel, dat de Liefhebbende, gegeven de toestand waarin Hij de uitverkorene vindt, niets anders dan de weg kan gaan van een offergang'. (Miskotte). Wat moet ik nog zeggen? Niets meer dan: neem en lees! Ik denk. dat het waar is: op dit degelijke, ouderwetse leesplankje leren wij de grondwoor den van de menselijke emancipatie spellen. Zo zullen ontstaan, in plaats van onze vooral door traditie bepaalde kerken, verenigingen en partijen: 'kernen van mondigheid', kiemcellen van een komende oecumene, die de gewetens wakker schudt, zodat wij het nooit, nooit, nooit meer denken, dat het bestride goed is, het gevestigde heilig, maar eindelijk geloven, dat deze Minnaar-van Mensen, deze Be vrijder-van Slaven de schepper is van alle dingen, zodat het er niet om gaat dat wij uit deze wereld gered worden, maar dat het er op aankomt en op aangaat, dat deze wereld wordt wat zij is: theater van Zijn Glorie! Man in Voorst, vriend, voortrekker en weggenoot, wees gegroet en wees ge zegend! Ik hoop, dat veel lezers van Trouw/Kwartet uw boek zullen lezen en herlezen. God zij geloofd, gij zijt nog lang niet gedoofd! Dr. G. H. ter Schegget bespreekt Bij bels ABC van prof. dr. K. H. Miskotte (Carillon'Paperbackreeks nr. 10, uitg. Ten Have, Baarn, 4c druk; ƒ11,50). Dc stelling trok geen bijzondere aan dacht. En zij schaadde de carrière van de student in kwestie blijkbaar niet, want zeven jaar later werd hij hoogle raar aan dezelfde academie. Zijn naam was Herman Venema en de stelling is opgedolven door de Scheveningse her vormde predikant J. C. de Bruïne, die vorige maand in Groningen gepromo veerd is op een alleszins lezenswaardi ge studie, gewijd aan deze achttiende- eeuwse theoloog. Venema zou hoogleraar blijven tot 1774. Voor de ontwikkeling van de theologie en het kerkelijke leven in het Nederland van de achttiende eeuw is hij van zeer grote betekenis geweest. De Bruïne toont het bestaan van een 'typisch Nederlandse reforma torische Verlichting' aan, waarvan Venema een centrale figuur mag he ten. Deze geestesstroming zette de lijn voort van de bijbelse humanisten van de 15e en 16e eeuw als Gansfort, Erasmus en Coornhert, via Hugo de Groot en Coccejus in de 17e. De Bruïne rekent het als de verdien ste van deze 'reformatorische Verlich ting', dat ze die typisch bijbels-huma nistische geleerdheid, die na de syno de van Dordrecht nog slechts bloei- kansen had binnen groepen als re monstranten en doppsgezinden, weer heeft teruggebracht binnen het gere formeerd protestantisme. Vooral Fra neker, waar Coccejus zelf ook gedo ceerd had, was het centrum van deze richting. De Bruïne verklaart dit uit de excentrische ligging van Franeker en het gevoel van regionale eigen waarde van de Friezen. gewetensbezwaarde predikanten, die in navolging van Lodensteyn in de volkskerksituatie van toen de eerste doopvraag ('of gij niet bekent, dat zij in Christus geheiligd zijn') niet meer aan alle ouders wilden stellen. De overheid eiste, dat iedere predikant zich stipt aan het formulier diende te houden, maar Venema protesteerde ertegen, dat men 'met menschelyke Ge boden en Synodale Besluyten malkan deren tracht te bezwaaren, en alzoo 'n jok te binden op den hals, dat lastig en zwaar is: door de conscientiën te ver binden aan woorden van menschelyke uytvindinge'. Jongleur Venema noemde zichzelf een 'Raisona- bele Bibliaan'. Hij balanceert op de grens tussen orthodox schriftgeloof en 'verlichte' kritiek. Zo is hij een van de eersten, die zich bezighoudt met bronnonsplitsing in de Pentateuch: an derzijds betoogt hij, dat de zondeval plaats had op dc le dag dat Eva werd geschapen. Hij kan niet aannemen, dat de regenboog pas ontstond toen God het verbond met Noach sloot, maar hij verwerpt aan de andere kant weer elke poging, om de doortocht door de Rode Zee natuur-hlstorisch te verkla ren. Zijn opvattingen zijn soms oor spronkelijk en gedurfd, dan weer na- ief-traditioneel. Het lijkt, aldus De Bruïne, alsof een onhandige jongleur telkens een van de ballen uit zijn hand laat vallen en dan met een trotse buiging de overgebleven bal aan het publiek toont. Venema was een vurig verdediger van de tolerantie-gedachte. Hij was de eni ge, die de gedeputeerde staten van Friesland in 1741 het advies gaf, Jo hannes Stinstra ongemoeid te laten, de Harlingse doopsgezinde dominee die grote opschudding had gebracht met sociniaanse sympathieën. Tever geefs overigens, want Stinstra werd door de overheid verdere uitoefening van zijn ambt verboden. Anderzijds nam hij het ook op voor Moe. waar is pa? Naar de alternatieve dienst, kind Zulke conversaties kun je straks in bepaalde gereformeerde gezinnen verwachten, nu de verontrusten aangekondigd hébben dat zij in ge meenten. waar naar hun mening niet of niet meer goed gereformeerd gepreekt wordt, alternatieve kerk diensten zullen beleggen. Tussen ha ken: ik lig 's avonds in bed wel eens te bedenken hoe je zulke diensten aangeduid zou kunnen hebben in gelukkiger tijden, toen het woord 'alternatief nog niet iedereen in de mond bestorven lag. Blijkens hetgeen de kerkbladen ons voorschotelen zijn er niet- (of wei nig-) verontruste gereformeerden die nogal lawaaien tegen de plannen van de verontrusten. Ik begrijp die opwinding niet. De gereformeerde kerken zijn een modaliteitenkerk, - en dat brengt zo 't een en ander mee. Dat de gereformeerde kerken een modaliteitenkerk zijn, verzin ik niet. Jaren geleden schreef professor Pol man uit Kampen zoiets al in het Gereformeerd Weekblad (jammer genoeg ben ik het knipsel kwijt, ik kan hem dus niet letterlijk citeren). Maar we hebben professor Polman in dit verband niet nodig. Sinds jaar en dag kan ieder die dat wil, gere formeerde modaliteiten zien en ho ren. In het Centraal Weekblad van verleden week vertelt professor Rot huizen dat hij nooit in Urk gevraagd wordt om te preken. En ik durf wel voor vast en bondig hou den dat ze in Urk bij een predi- kantsvakature nimmer de kant van Schagen of Westzaan hebben uitge keken (om niemand in moeilijkhe den te brengen voeg ik hier ijlings aan toe dat ik denk aan de periode toen de doctorandussen Leene en Schuman nog niet naar de Vrije Universiteit verhuisd waren). Omge keerd zie ik de broeders van de kerkeraad in Amsterdam-Zuid er niet voor aan dat hun hoogste bege ren is, de Kamper dominee Akker man voor een paar beurten hun kant uit te halen. Voorts kunnen we de ogen slaan naar Lunteren, naar de gereformeer de synode. Daar pleegt men bij de samenstelling van commissies altijd zorgvuldig rekening te houden met wat ze netjes 'nuances' noemen. Zo'n commissie wil vanwege haar 'genuanceerde' samenstelling nog wel eens met een meerderheids- en minderheidsrapport komen, maar de rapporteur blijft preuts praten over 'verschil van gevoelen'. Modaliteiten zijn in geen velden of wegen te bespeuren, we houën het mooi. jon gens! Maar heus, de modaliteiten laten zich niet toedekken. Ook niet door dagenlang gehannes om tot compro mis-formuleringen te komen. Want juist het feit dat een uitspraak, waartegen dan zowel een veelbespro ken professor als een verontruste dominee ja wil zeggen, met zoveel pijn en moeite tot stand komt, maakt duidelijk ten eerste dat er méér dan accentsverschillen in het gereformeerde huis zijn, en ten tweede dat men als 't even kan met al die verschillen onder een en het zelfde dak wil blijven. Nu is het. dunkt me, niet iets onfatsoenlijks een modaliteitenkerk te zijn. Trouwens, welke kerk is geen modaliteitenkerk? Alleen de officiële vrijgemaakte gereformeer de kerken, maar wie ziet met hoeveel kerkelijke ellende zij de modalitei ten buiten de deur houden, hoeft daar niet jaloers op te wezen. De hervormden weten ontspannen met modaliteiten om te gaan. Na tuurlijk tobben ze er ook wel eens mee. maar je kunt op de hervormde synode meemaken dat de vrijzinnige Alternatieve kerkdienst thuis: 'Zet 'm even scherp, hij is niet zui ver' (uit 'Kerkconcert niet kwinkslagwerk' van Kees van Lent en Okkc Jager; uitg. Callenbach, Nijkerk). cïominee Huysman bekommerd uit roept dat het IKOR nooit vrijzinni ge diensten uitzendt, waarop dan de stevig-confessionele dominee Abels- ma luidkeels interrumpeert: man, dat jij nu nog niet weet wat vrijzin nig is!, waarop het hoogeerwaard gezelschap in hartelijk gelach uit barst. De gereformeerde synode zou, als cr zo losjes met naamkaartjes gegooid werd. prompt 'in beraad' gegaan zijn en men had zenuwachtig iets geroepen van: elkaar vasthou den! Begrijp me goed: ik misprijs die spanningen in het gereformeerde kamp niet. Als je een modaliteiten kerk bent, word je voortdurend met de neus gedrukt op de vraag naar de grenzen van de kerk. en daar maak je je niet van af met nu eens een vriendelijk gebaar naar links en dan weer een ernstige knik naar rechts. Maar het is verkeerd als zulke spanningen de tóón gaan aan geven. Veel gereformeerden willen er niet aan dat ze in een kerk met modali teiten zitten. Dat zie je ook aan' de' schrikreacties op de suggesties van de verontrusten. Wat zullen we nou hebben? Alternatieve diensten?! Terwijl de wettige kerkeraad Ik zou zeggen: laat die wettige ker keraad dan zelf van tijd tot tijd een dienst beleggen, waarvoor hij dan een verontruste dominee uitnodigt. Dat kan toch best? Ik kom alweer met een hervormd voorbeeld. Vlak bij mijn huis is een tramhalte en daar zie ik soms zondagsavonds een gereformeerde bonder staan wach ten. Hij is op weg naar 'de kapel', dat is de Nieuwe Zijds-kapel aan het Rokin (in Amsterdam), waar elke zondagavond eer gereformeerde bon der pre .-kt. En dat is dan geen alternatieve dienst, maar een norma le kerkdienst van de Amsterdamse hervormde gemeente. Net zoals de zondagmorgendienst in die N.Z.-Ka- pel niet alternatief, maar wel speci aal voor de vrijzinnigen is. Daarge laten of iedere hervormde Amster dammer compleet gelukkig is met aldus geafficheerde diensten, ze (die diensten) lopen sinds jaar en dag geruisloos. Ze funktioneren goed. Nu verneem ik dat in gereformeerd Utrecht misschien iets dergelijks op komst is. In Utrecht houden de verontrusten eens per m aand een, wat zij noemen, gebedsdienst in de oude Geertekerk. Nu hebben ze aan de kerkeraad gevraagd of ze niet terecht zouden kunnen in een van de gereformeerde kerkgebouwen waar 's avonds geen (of niet altijd) dienst is. Daarop is geantwoord, al dus mijn informatie: best, maar la ten we dan zo doen dat wij, als kerkeraad, een dienst beleggen met een predikant van uw keus. Dat zou dus een normale gerefor meerde kerkdienst worden met dien verstande, dat er altijd een dominee van een bepaalde modaliteit voor gaat. Mooi geregeld. Ja maar nu verneem ik verder dat er in de Utrechtse kerkeraad (of liever: kerkeraden. want er is meer dan één Utrechtse gereformeerde kerk bij betrokken) stemmen opgaan om de verontrusten een voorwaarde te stellen. Iets in de geest van: alles goed en wel, maar géén praatjes over bepaalde perso nen in onze kerken. Dat is ernaast. Het komt me voor dat als de éne dominee ongehinderd zijn misnoegen in de heer Nixon te kennen mag geven op de kansel, de ander dan ook ongemoeid lucht mag geven aan zijn misnoegen in de heer Kuitert. Maar we zagen al: het is nog enorm wennen voor de gereformeerden. Collegedictaat Natuurlijk bleef Venema niet onweer sproken. Het was in 1731, dat de Groninger hoogleraar Antonius Dries- sen, ervaren en vurig bestrijder van wat de zuiverheid der leer bedreigde, bezoek kreeg van een zijner studenten, de later zo bekende Alexander Com- rie. Deze jongeman overhandigde hem een collegedictaat van Venema, dat hij gekregen had van een Hongaarse student uit Franeker. Comrie had de indruk, dat daar dingen in stonden, die wel eens strijdig zouden kunnen zijn met de gereformeerde leer. Mis schien zou zijn 'waarde meester" het eens willen inzien? Driessen trok al snel de conclusie, dat zijn collega in Franeker bezig was, de studenten te vergiftigen met remon strantse en sociniaanse opvattingen, inzake de leer der drieëenheid, het goddelijk gezag van de Schrift, de leer van de verdorvenheid en on macht van de mens, de praedestinatie en vele andere zaken meer. Een scherpe pennestrijd was het gevolg, die zelfs internationale aspecten kreeg, toen Driessen te berde bracht, dat de Hongaarse kerk in rep en roer was vanwege de inzichten, die Vene ma's leerlingen daar verspreidden. Opmerkelijk is de discussie over het aanbod van genade. Venema distan- cieert zich op dit punt beslist van de remonstrantse opvatting, maar voelt zich anderzijds toch wel gedrongen, om te stellen dat het aanbod van genade algemeen is. Hij realiseert zich, dat hij daarmee van de 'nu gemeene weg' afgaat, maar hij kan niet anders. 'Want zonder dat te denken en te stellen weet ik voor my EER IK STERF Het is niet aannemelijk dat Isaëk n. geweten heeft van de kwalijk 'handel' tussen zijn zonen Jakob q Esau betreffende eerstgeboorterecht. Het wordt ons niet meegedeeld maar het zal ongetwijfeld verdriet gedaan hebbfl Daar komt nog bij dat Esau blijka de mededeling die aan het eind y het vorige hoofdstuk staat (26,35) i twee vrouwen uit de Hethieö genomen heeft. Dat heeft vader Isa] in ieder geval wel met droefh, vervuld. De tekst spreekt van kwelling des geestes. Een stuff geweld, geestelijk geweld in b 1 aartsvaderlijk gezin. Waarom doet cLJ jongen dat nou? En: dat had to best anders gekund. Isaük i teruggedacht hebben aan die av« 'in het veld', toen Rebekka zich de kameel liet vallen, haar slui 'ti voordeed en hem tegemoetkwai t Rebekka, uit het land van vadJij Abraham. Toch leeft Isaak niet een soort dus-denken. Esau heeft l|nc eerstgeboorte-recht laten schieten, 1 n heeft zich verzwagerd met heidense Hethieten en dus is hij efbe; vreemde geworden, een verworpene n zoiets. De ontwikkeling van roi gebeurtenissen in Esau's levin worden door Isaak niet gezien in iwdi licht van een soort noodlot dat op leven rusten zou. Hij blijft ro gesprek met deze zoon, die ben alsmaar verder ziet gaan, deze bij ier verloren zoon. Hij houdt hem met iv: laatste krachten van zijn heengaafcr leven vast. Zijn ogen kunnen %u niet meer zien, maar zijn stem 1 hem nog bij zich roepen. En i gebeurt. De man met aan zich de gi»* van veld en jacht staat groot in tent: He, hier ben ik. In het vei dat de ruige buitenman gedaan gaat Isaak niet boven de maat Esau. Hij vraagt hem nog iets voor hem neer te leggen, bereiden en hem op te dienen. stuk wild. Zoals het voordien gegaan zal zijn. Nog eenmaal, clatj erin. Maar dan komt het eiger" met voorbijgaan aan het duikt achter de opdracht de zeg( Dan zal ik zegenen, eer ik stei moet iets gebeuren. vindt stervende Isaak. Er moet iets gemaakt. Een mensenleven verder gaan met de herinnerinj iets goeds, aan een vader die hi hand drukt, die hem de hl oplegt en zegent. Een ontri tafereel. Wij kunnen niet heej zonder zulke dingen gedaai hebben. En omdat we het w< niet weten, moeten we er maai beetje haast achter zetten. Misi kan iemand niet meer zien, of meer lopen. Er is nog een stem roepen kan. Of die kan laten ror om zegenend afscheid te Helend. waar misschien gescheurd was. Of dreigde te wot (Genesis 27,1-4). Herman Venema geen raadt, om met des Heeren waar- heit, opregtigheit, regtvaardigheit en goetheit te bewaren'. En dan volgt er een curieuze, jammer genoeg niet ge adstrueerde, opmerking van De Bruï ne: 'Driessen zag wat wij ook hebben gezien: een leer, die, zo zij al niet remonstrants was, daar toch gevaar lijk dicht 'tegenaan lag'. Kenmerkend voor Venema is zijn 'broederlyke en hertelyke vermaninge' om onderscheid te maken tussen 'ge loofsartikelen' en 'schoolgeschillen'. Onder het laatste soort rekende hij kwesties als over de leer van het werkverbond, de middellijke of on middellijke toerekening van Adams zonde en ook het aanbod van genade. Over dat soort zaken moest het moge lijk zijn, dat meerdere opvattingen naast elkaar in de kerk bestaan. Venema heeft zich niet gerealiseerd, zoals zijn rechtzinnige tegenstanders wel terdege beseften, dat zijn inzich ten zouden bijdragen tot ondermij ning van de gereformeerde leer. Zelf was hij er diep van overtuigd, dat hij 'in de belijdenis van het gereformeerd kerkgenootschap veilig berustte'. NED HERV KERK - Beroepen: te Aagtekerken: G. H. cand. te Utrecht. Aangenomen: naar Veen: W. Wesl cand. te Huizen die bedankte Bruchem. Goederee, Meert Noordeloos, Oosterwijk-Nieuwl Sprang en IJsselmuiden. Toegelaten: tot de evangeliebedlei I mej. A. Elsinga, Greate Kamp 21 Bakkeveen (niet beroepb); G. J. Haan, Boudewijnstraat 83 te Bols niet beroepb): G. H. Verf Hoofdweg 46a te K( (beroepbaar): J. R. Hogerbeeetsstraat 10 te Leiden beroepb); H. F. Klok, Thorbecl 21 te Barneveld (niet beroepb); Zevenbergen, Zaan 33 te Zwolle beroepb.). GEREF KERKEN (VRIJG) Beroepen: te Vollenhove: H, Ophoff te Gouda. CHR GEREF KERKEN Beroepen: Bijleveld Bedankt: Ribbers GEREF GEMEENTEN Beroepen: te Norwich (Can): A den Boer te Ridderkerk. Bedankt: voor Lethbridge (Can): v. d. g.OEL TE Yerseke. GEREF GEM IN NED Beroepen: te Hilversum: M. van te Opheusden. )phoff te Gouda. HR GEREF KERKEN terocpen: te Rotterdam-W: |>J lijleveld te Bussum. -"J ïedankt: voor Rijnsburg: P| libbers te Den Haag-W. ICv iEREF GEMEENTEN LL stel ■d cl pe< Igel we rfsti 'Eergisteren' Een boeiend verhaal. De achttiende eeuw is, naar het woord van Huizin- ga, ons 'eergisteren'. Een boeiende man ook, die zo gefascineerd was door de nieuwe tijd, waarin hij leefde, dat hij zelfs met vele andere studenten de colleges ontleedkunde van de medicus Muys volgde. 'Zij zagen hem kijken, voelen, ontleden, en zij leerden het van hem. De werkelijkheid zelf was het uitgangspunt, bron van kennis'. Een man, die zo studeerde, dat hij als jonge dorpsdominee van Dronrijp op zekere keer, al lezende, van de weg afraakte in een sloot terecht kwam en toen niet dadelijk naar huis ging om droge kleren aan te trekken, maar eerst naar Franeker trok, om zijn bedorven boek voor een ander exem plaar in te ruilen. Die, toen hij al hoogbejaard was, eens zei. dat het hem nog altijd griefde, dat hij één dag van zijn leven maar vier uur gestudeerd had: zijn trouw dag. 'Herman Venema. Een Nederlandse theoloog in de tijd der Verlichting' door J. C. de Bruïne. Uitgave T. Wever, Franeker. 196 blz.; 19,50. DEN HAAG Bij het parket B itie arrondissement Den Haag zal m gev van Steenderen gaan fungereo lp contact-officier van justitie vooi rd publiciteitsmedia. Hij is bij negentien arrondissementen in L land de eerste officier van ju! i die speciaal voor dit wert erei aangewezen. toen Aan de hand van de resultaten >ord het contact tussen de pers en mr. are Steenderen namens het parke! irre justitie over een half jaar bekijk- wellicht ook in arrondissementen officieren justitie als contactpersoon worden aangewezen. Mr. Van Steenderen is 43 ja' dej werkt sinds 1957 bij de rechte i Ha macht. Naast zijn nieuwe opdracht - ook zijn huidige werk als offio ®ril strafzaken blijven vervullen. che Bij de rechtbank in Dordred v l sinds enkele weken een lid zittende magistratuur met perscontacten in dat arrondisS nei. belast. Het is de rechter Sikkel. Itte der hr

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1973 | | pagina 2