Herman Venema,
man van de
'reformatorische
Verlichting'
Moe, waar is pa?
Naar de alternatieve dienst, kind.
door A. J. Klei
vandaag
Contactofficier
publiciteitsmedia
TROUW/KWARTET ZATERDAG 10 MAART 1973
KERK
T2/1
MISKOTTE
LEERT
LEZEN
door dr. G. H. ter Schegget
Miskotte's boekje 'Bijbels ABC' is al zeer oud; het verscheen voor
het eerst in het kille oorlogsjaar 1941 en was toen een hart onder de
riem van veel christenen en joden. Was het dan een actueel boek?
Zeker, maar men zag het er niet van af. Het zijn geen gebundelde
'tijdrcdes'. Het gaat in dit geschrift om de bijbelse grondwoorden
Die worden door deze leermeester, om zo te zeggen, letter voor letter
op de leesplank gelegd. Wij leren lezen!
Rondom woedde het heidendom en
het nihilisme en dat het vat kreeg op
de geesten kwam, omdat er zoveel
analfabeten waren, mensen die de bij
belse grondwoorden niet konden lezen
en verstaan. Miskotte dacht: als je de
mensen de bijbel leert lezen, zullen
zij immuun worden tegen fascistische
besmetting. Hij had gelijk, toen en
nog.
Bijbelse grondwoorden. Wat zijn dat.
Laten wij eens niet in het boekje
kijken, maar uit ons hoofd zeggen: dit
en dat zijn de belangrijkste woorden
uit de taal van het geloof. Nu, eeu
wigheid. godsdienst, persoonlijkheid,
vroomheid, ideaal, deugd, hogere din
gen, onsterfelijkheid, ziel, voorzie
nigheid, oneindigheid, beginselen,
beschaving, de zin der dingen. Mis.
mis en nog eens mis! Al die woorden
spelen in de bijbel geen of nauwelijks
een rol. En als ze erin voorkomen,
betekenen ze totaal iets anders, dan
wij eronder plegen te verstaan. Bijbel
lezen is: steeds weer uit de stereoty
pen van het westers denken worden
uitgestoten. Bijbel lezen is: hóren!
Wat? De taal der liefde, die God tot
mensen spreekt. Daarover moeten wij
het hebben, als wij dit boekje nog
weer eens aan de lezers van
Trouw/Kwartet presenteren. Ik weet
zeker, dat heel velen onder alle leef
tijdsgroepen ?.an dit geschrift veel
kunnen hebben.
Afleren
Waarom moeten, of liever mogen wij
het alfabet leren? Om één ding gaat
het daarbij. Eenzijdig gezegd: leren is
af-leren hoe het niet is. En het
is niet, zoals wij denken dat het
vanzelfsprekend is. In de bijbel is
niets vanzelfsprekend. Sterker: is al
leen het niets'iets' dat vanzelf
spreekt. Dat is het verschrikkelijke
van het niets. Het heeft je zomaar te
pakken, juist als je denkende denkt
heel vroom en diepzinnig en hoog-
geestelijk bezig te zijn. In de bijbel
gaat het erom, dat God spreekt en dat
is niet vanzelfsprekend. En ook dat is
nog weer fout gezegd! Want wie is
God? Dat de Here God spreekt. Dat is
beter, maar ook dat is geen formule,
die garanties biedt, dat wij onder zijn
naam niet zelf aan het buikspreken
zijn.
Wij komen door het lezen van de
heilige schrift tot een gelijkgestemde
eenvoud, een gevoelige openheid voor
wat er door profeten en apostelen
bedoeld wordt. Neen, nog anders:
voor wat zij gehoord hadden en door
gaven, dat de bedoeling en bestem
ming en belofte van het menszijn is.
Ook dit is nog weer te vaag, te
algemeen: tot ons komt in hun woor
den de liefdesbetuiging van de God
van Israël zelf. Wat Hij bedoelt, be
oogt en wil. Wie Hij voor ons is.
Wees stil tot God! Stel dat dat waar
is dat de Schepper van hemel en
aarde jc liefheeft en dat je niet
eenzaam bent, maar een door Hem
bemind wezen. Het zou een mooi en
hoopvol principe zijn om van uit te
gaan! Profeten en apostelen zeggen: je
bent bemind. Hij is geen veronder
stelling. Hij is goddelijke werkelijk
heid. Van hieruit begint het leven!
Denken is een levensdaad. En denken
is uiteindelijk: horen naar Zijn Stem.
Alleen zo lééf je! Wie niet hoort, is
doof en dood.
En wij?
Gaat het dan niet óók om onze gods
dienst? Want we willen natuurlijk
meteen verder. God, God heeft ons
lief. Dat deed Hij voor ons! Wat doen
wij voor Hem? Zulke linke jongens
ziin we: wij willen het dan wel toege
ven, dat Hij eerst wat gedaan heeft,
maar nu wij. Wij willen niet blijven
bij de bevrijder. Wij denken altijd
weer, dat het leven dan pas begint,
als wij ervan doorgaan op avontuur,
weg van onze minnaar; op kruistocht
voor onze minnaar. Of wij willen
optreden als zijn advokaat. Weet ik
veel. Niets van dat al is ons toege
staan in de bijbel. Daar wordt ons
gezegd: jullie zijn kinderen, kinderen
en erfgenamen van de God en Vader
van Jezus Christus. Wees nu maar
een blij en vrij kind, eenvoudig en
luister! Want in je oren klinkt de
stem van Abba: ik heb je lief! Miskot
te citeert een gedicht ik denk van
Guido Gezelle
Aanschouwende en bevroedende in
elk uiterst einde 't oerbegin:
de grond van alles, méér gezeid
maar nog niet al: Gods eerstigheid!
Geen tegenstelling
Ik kan mij indenken, dat menig lezer
al bijna afgehaakt heeft. Is dit nu
allemaal zo bijzonder!? Ja, wis en
waarachtig is dit bijzonder. Het zet
heel onze verkeerde wereld weer op
zijn voeten! In onze wereld namelijk
heerst er een tegenstelling, die geen
door L. M. P. Scholten
In 1717 kon het gebeuren, dat bij een theologisch proefschrift aan de
academie van Franeker de volgende stelling gevoegd was: 'Ik ben
er stellig van overtuigd, dat de slang, de verleider uit Genesis 3, als
een allegorisch symbool van de duivel moet worden opgevat, en dat
hij (de slang) niet als een echte slang aanwezig is geweest'.
Prof. dr. K. H. Miskotte
tegenstelling is: heidendom en religie.
Wij (de in-group) zijn godsdienstig,
christelijk, religieus, beschaafd, idea
listisch, deugdzaam. Zij (de out-
group) heidenen, onbeschaafd, atheïs
tisch, materialistisch. De B-52's vlo
gen af en aan om het ze in te
peperen. Ja, daar heeft het mee te
maken. U kunt het geloven of niet.
maar het is zo. Het Bijbels ABC kan
het ons leren: het heidendom is onze
religie, de religie is ons heidendom.
Juist ons christendom kan die religie
zijn. Leugen is bij uitstek een christe
lijke zonde! Want hoorders der waar
heid willen wij niet zijn, wèl: bezit
ters ervan. Achter onze religie verber
gen wij de waarheid over onszelf,
namelijk dat wij uit roofzucht moor
den. stelen, omkopen, folteren en be
driegen. In de religie aanbidden wij
de hoogste potenties van onszelf. Wij
zijn op zoek naar het andere, het
hogere, het eeuwige, het ideële,
en wij vinden niets anders dan ons
zelf: trage, hoogmoedige mensen, die
op roof int /.ijn. vooral op de roof van
de goddelijkheid! Deze zichzelf zoe
kende mens. die dood en verderf
zaait, vindt in de religieuze leugen de
camouflage van zijn nihilisme: zijn
rooftocht wordt tot een kruistocht!
De op zijn eigen vergoddelijking be
luste mens beweert dat hij een ver
dediger van het geloof is. Dat is een
infame christelijke leugen in het aan
gezicht van Hem. die het goddelijk
zijn geen roof heeft geacht, maar
zichzelf ontledigde en mens werd on
der de mensen, slaaf onder de slaven
(Fil. 2 vers 5 v.v.).
Wat is de A van het alfabet? Dat is
de Naam, de naam van God, die door
de schrijverkes wordt geschreven. Is-
raëls God treedt op temidden van de
goden en machten! Hij openbaart zich
aanspreekbaar. De Hebreeën zuchtten
en schreeuwden onder de Egyptische
slavernij en de Bevrijder hoorde het.
Hij kwam tot Mozes en zei: Ik ben er
zoals Ik er ben. Jij zult in mijn
Naam, als profeet, de strijd tegen de
Egyptische goden en machten aan mo
gen binden. Ik zal met je zijn. Zelfs:
gij zult (hem) tot God zijn (Ex. 3:16).
De Heer wordt 'god' onder de goden
ja mens onder de mensen! Laat
mijn mensenvolk trekken.
Offergang
Ik kan er in dit bestek niet alles van
verhalen. Laten wij het maar zo sa
menvatten: als er goden zijn, en ze
zijn er, want ons leven is overwoe
kerd door bovenpersoonlijke machten
en krachten, voor ons is er maar één
god en dat is Adonai, de Vader van
de Messias Jezus. En als je dan leest
van de bevrijding uit Egypte en je
hoort wat Mozes in zijn Naam zegt en
doet, dan zing je: Je kunt het wel
zien, dat is Hij! 'Er zou echter iets
wezenlijks onuitgesproken blijven, dat
ongezegd, een verraad zou kunnen
zijn aan de Naam. Ik bedoel, dat de
Liefhebbende, gegeven de toestand
waarin Hij de uitverkorene vindt,
niets anders dan de weg kan gaan van
een offergang'. (Miskotte).
Wat moet ik nog zeggen? Niets meer
dan: neem en lees! Ik denk. dat het
waar is: op dit degelijke, ouderwetse
leesplankje leren wij de grondwoor
den van de menselijke emancipatie
spellen. Zo zullen ontstaan, in plaats
van onze vooral door traditie bepaalde
kerken, verenigingen en partijen:
'kernen van mondigheid', kiemcellen
van een komende oecumene, die de
gewetens wakker schudt, zodat wij het
nooit, nooit, nooit meer denken, dat
het bestride goed is, het gevestigde
heilig, maar eindelijk geloven, dat
deze Minnaar-van Mensen, deze Be
vrijder-van Slaven de schepper is van
alle dingen, zodat het er niet om gaat
dat wij uit deze wereld gered worden,
maar dat het er op aankomt en op
aangaat, dat deze wereld wordt wat zij
is: theater van Zijn Glorie!
Man in Voorst, vriend, voortrekker en
weggenoot, wees gegroet en wees ge
zegend! Ik hoop, dat veel lezers van
Trouw/Kwartet uw boek zullen lezen
en herlezen. God zij geloofd, gij zijt
nog lang niet gedoofd!
Dr. G. H. ter Schegget bespreekt Bij
bels ABC van prof. dr. K. H. Miskotte
(Carillon'Paperbackreeks nr. 10, uitg.
Ten Have, Baarn, 4c druk; ƒ11,50).
Dc stelling trok geen bijzondere aan
dacht. En zij schaadde de carrière van
de student in kwestie blijkbaar niet,
want zeven jaar later werd hij hoogle
raar aan dezelfde academie. Zijn naam
was Herman Venema en de stelling is
opgedolven door de Scheveningse her
vormde predikant J. C. de Bruïne, die
vorige maand in Groningen gepromo
veerd is op een alleszins lezenswaardi
ge studie, gewijd aan deze achttiende-
eeuwse theoloog.
Venema zou hoogleraar blijven tot
1774. Voor de ontwikkeling van de
theologie en het kerkelijke leven in
het Nederland van de achttiende
eeuw is hij van zeer grote betekenis
geweest. De Bruïne toont het bestaan
van een 'typisch Nederlandse reforma
torische Verlichting' aan, waarvan
Venema een centrale figuur mag he
ten. Deze geestesstroming zette de lijn
voort van de bijbelse humanisten van
de 15e en 16e eeuw als Gansfort,
Erasmus en Coornhert, via Hugo de
Groot en Coccejus in de 17e.
De Bruïne rekent het als de verdien
ste van deze 'reformatorische Verlich
ting', dat ze die typisch bijbels-huma
nistische geleerdheid, die na de syno
de van Dordrecht nog slechts bloei-
kansen had binnen groepen als re
monstranten en doppsgezinden, weer
heeft teruggebracht binnen het gere
formeerd protestantisme. Vooral Fra
neker, waar Coccejus zelf ook gedo
ceerd had, was het centrum van deze
richting. De Bruïne verklaart dit uit
de excentrische ligging van Franeker
en het gevoel van regionale eigen
waarde van de Friezen.
gewetensbezwaarde predikanten, die
in navolging van Lodensteyn in de
volkskerksituatie van toen de eerste
doopvraag ('of gij niet bekent, dat zij
in Christus geheiligd zijn') niet meer
aan alle ouders wilden stellen. De
overheid eiste, dat iedere predikant
zich stipt aan het formulier diende te
houden, maar Venema protesteerde
ertegen, dat men 'met menschelyke Ge
boden en Synodale Besluyten malkan
deren tracht te bezwaaren, en alzoo 'n
jok te binden op den hals, dat lastig en
zwaar is: door de conscientiën te ver
binden aan woorden van menschelyke
uytvindinge'.
Jongleur
Venema noemde zichzelf een 'Raisona-
bele Bibliaan'. Hij balanceert op de
grens tussen orthodox schriftgeloof en
'verlichte' kritiek. Zo is hij een van
de eersten, die zich bezighoudt met
bronnonsplitsing in de Pentateuch: an
derzijds betoogt hij, dat de zondeval
plaats had op dc le dag dat Eva werd
geschapen. Hij kan niet aannemen, dat
de regenboog pas ontstond toen God
het verbond met Noach sloot, maar
hij verwerpt aan de andere kant weer
elke poging, om de doortocht door de
Rode Zee natuur-hlstorisch te verkla
ren. Zijn opvattingen zijn soms oor
spronkelijk en gedurfd, dan weer na-
ief-traditioneel. Het lijkt, aldus De
Bruïne, alsof een onhandige jongleur
telkens een van de ballen uit zijn
hand laat vallen en dan met een
trotse buiging de overgebleven bal
aan het publiek toont.
Venema was een vurig verdediger van
de tolerantie-gedachte. Hij was de eni
ge, die de gedeputeerde staten van
Friesland in 1741 het advies gaf, Jo
hannes Stinstra ongemoeid te laten,
de Harlingse doopsgezinde dominee
die grote opschudding had gebracht
met sociniaanse sympathieën. Tever
geefs overigens, want Stinstra werd
door de overheid verdere uitoefening
van zijn ambt verboden.
Anderzijds nam hij het ook op voor
Moe. waar is pa?
Naar de alternatieve dienst,
kind
Zulke conversaties kun je straks in
bepaalde gereformeerde gezinnen
verwachten, nu de verontrusten
aangekondigd hébben dat zij in ge
meenten. waar naar hun mening
niet of niet meer goed gereformeerd
gepreekt wordt, alternatieve kerk
diensten zullen beleggen. Tussen ha
ken: ik lig 's avonds in bed wel eens
te bedenken hoe je zulke diensten
aangeduid zou kunnen hebben in
gelukkiger tijden, toen het woord
'alternatief nog niet iedereen in de
mond bestorven lag.
Blijkens hetgeen de kerkbladen ons
voorschotelen zijn er niet- (of wei
nig-) verontruste gereformeerden
die nogal lawaaien tegen de plannen
van de verontrusten. Ik begrijp die
opwinding niet. De gereformeerde
kerken zijn een modaliteitenkerk, -
en dat brengt zo 't een en ander
mee.
Dat de gereformeerde kerken een
modaliteitenkerk zijn, verzin ik niet.
Jaren geleden schreef professor Pol
man uit Kampen zoiets al in het
Gereformeerd Weekblad (jammer
genoeg ben ik het knipsel kwijt, ik
kan hem dus niet letterlijk citeren).
Maar we hebben professor Polman
in dit verband niet nodig. Sinds jaar
en dag kan ieder die dat wil, gere
formeerde modaliteiten zien en ho
ren. In het Centraal Weekblad van
verleden week vertelt professor Rot
huizen dat hij nooit in Urk
gevraagd wordt om te preken. En ik
durf wel voor vast en bondig hou
den dat ze in Urk bij een predi-
kantsvakature nimmer de kant van
Schagen of Westzaan hebben uitge
keken (om niemand in moeilijkhe
den te brengen voeg ik hier ijlings
aan toe dat ik denk aan de periode
toen de doctorandussen Leene en
Schuman nog niet naar de Vrije
Universiteit verhuisd waren). Omge
keerd zie ik de broeders van de
kerkeraad in Amsterdam-Zuid er
niet voor aan dat hun hoogste bege
ren is, de Kamper dominee Akker
man voor een paar beurten hun
kant uit te halen.
Voorts kunnen we de ogen slaan
naar Lunteren, naar de gereformeer
de synode. Daar pleegt men bij de
samenstelling van commissies altijd
zorgvuldig rekening te houden met
wat ze netjes 'nuances' noemen.
Zo'n commissie wil vanwege haar
'genuanceerde' samenstelling nog
wel eens met een meerderheids- en
minderheidsrapport komen, maar de
rapporteur blijft preuts praten over
'verschil van gevoelen'. Modaliteiten
zijn in geen velden of wegen te
bespeuren, we houën het mooi. jon
gens!
Maar heus, de modaliteiten laten
zich niet toedekken. Ook niet door
dagenlang gehannes om tot compro
mis-formuleringen te komen. Want
juist het feit dat een uitspraak,
waartegen dan zowel een veelbespro
ken professor als een verontruste
dominee ja wil zeggen, met zoveel
pijn en moeite tot stand komt,
maakt duidelijk ten eerste dat er
méér dan accentsverschillen in het
gereformeerde huis zijn, en ten
tweede dat men als 't even kan met
al die verschillen onder een en het
zelfde dak wil blijven.
Nu is het. dunkt me, niet iets
onfatsoenlijks een modaliteitenkerk
te zijn. Trouwens, welke kerk is
geen modaliteitenkerk? Alleen de
officiële vrijgemaakte gereformeer
de kerken, maar wie ziet met hoeveel
kerkelijke ellende zij de modalitei
ten buiten de deur houden, hoeft
daar niet jaloers op te wezen.
De hervormden weten ontspannen
met modaliteiten om te gaan. Na
tuurlijk tobben ze er ook wel eens
mee. maar je kunt op de hervormde
synode meemaken dat de vrijzinnige
Alternatieve kerkdienst thuis: 'Zet 'm even scherp, hij is niet zui
ver' (uit 'Kerkconcert niet kwinkslagwerk' van Kees van Lent en
Okkc Jager; uitg. Callenbach, Nijkerk).
cïominee Huysman bekommerd uit
roept dat het IKOR nooit vrijzinni
ge diensten uitzendt, waarop dan de
stevig-confessionele dominee Abels-
ma luidkeels interrumpeert: man,
dat jij nu nog niet weet wat vrijzin
nig is!, waarop het hoogeerwaard
gezelschap in hartelijk gelach uit
barst. De gereformeerde synode zou,
als cr zo losjes met naamkaartjes
gegooid werd. prompt 'in beraad'
gegaan zijn en men had zenuwachtig
iets geroepen van: elkaar vasthou
den!
Begrijp me goed: ik misprijs die
spanningen in het gereformeerde
kamp niet. Als je een modaliteiten
kerk bent, word je voortdurend met
de neus gedrukt op de vraag naar
de grenzen van de kerk. en daar
maak je je niet van af met nu eens
een vriendelijk gebaar naar links en
dan weer een ernstige knik naar
rechts. Maar het is verkeerd als
zulke spanningen de tóón gaan aan
geven.
Veel gereformeerden willen er niet
aan dat ze in een kerk met modali
teiten zitten. Dat zie je ook aan' de'
schrikreacties op de suggesties van
de verontrusten. Wat zullen we nou
hebben? Alternatieve diensten?!
Terwijl de wettige kerkeraad
Ik zou zeggen: laat die wettige ker
keraad dan zelf van tijd tot tijd een
dienst beleggen, waarvoor hij dan
een verontruste dominee uitnodigt.
Dat kan toch best? Ik kom alweer
met een hervormd voorbeeld. Vlak
bij mijn huis is een tramhalte en
daar zie ik soms zondagsavonds een
gereformeerde bonder staan wach
ten. Hij is op weg naar 'de kapel',
dat is de Nieuwe Zijds-kapel aan het
Rokin (in Amsterdam), waar elke
zondagavond eer gereformeerde bon
der pre .-kt. En dat is dan geen
alternatieve dienst, maar een norma
le kerkdienst van de Amsterdamse
hervormde gemeente. Net zoals de
zondagmorgendienst in die N.Z.-Ka-
pel niet alternatief, maar wel speci
aal voor de vrijzinnigen is. Daarge
laten of iedere hervormde Amster
dammer compleet gelukkig is met
aldus geafficheerde diensten, ze (die
diensten) lopen sinds jaar en dag
geruisloos. Ze funktioneren goed.
Nu verneem ik dat in gereformeerd
Utrecht misschien iets dergelijks op
komst is. In Utrecht houden de
verontrusten eens per m aand een,
wat zij noemen, gebedsdienst in de
oude Geertekerk. Nu hebben ze aan
de kerkeraad gevraagd of ze niet
terecht zouden kunnen in een van
de gereformeerde kerkgebouwen
waar 's avonds geen (of niet altijd)
dienst is. Daarop is geantwoord, al
dus mijn informatie: best, maar la
ten we dan zo doen dat wij, als
kerkeraad, een dienst beleggen met
een predikant van uw keus.
Dat zou dus een normale gerefor
meerde kerkdienst worden met dien
verstande, dat er altijd een dominee
van een bepaalde modaliteit voor
gaat.
Mooi geregeld. Ja maar nu verneem
ik verder dat er in de Utrechtse
kerkeraad (of liever: kerkeraden.
want er is meer dan één Utrechtse
gereformeerde kerk bij betrokken)
stemmen opgaan om de verontrusten
een voorwaarde te stellen. Iets in de
geest van: alles goed en wel, maar
géén praatjes over bepaalde perso
nen in onze kerken.
Dat is ernaast. Het komt me voor
dat als de éne dominee ongehinderd
zijn misnoegen in de heer Nixon te
kennen mag geven op de kansel, de
ander dan ook ongemoeid lucht mag
geven aan zijn misnoegen in de heer
Kuitert.
Maar we zagen al: het is nog enorm
wennen voor de gereformeerden.
Collegedictaat
Natuurlijk bleef Venema niet onweer
sproken. Het was in 1731, dat de
Groninger hoogleraar Antonius Dries-
sen, ervaren en vurig bestrijder van
wat de zuiverheid der leer bedreigde,
bezoek kreeg van een zijner studenten,
de later zo bekende Alexander Com-
rie. Deze jongeman overhandigde hem
een collegedictaat van Venema, dat
hij gekregen had van een Hongaarse
student uit Franeker. Comrie had de
indruk, dat daar dingen in stonden,
die wel eens strijdig zouden kunnen
zijn met de gereformeerde leer. Mis
schien zou zijn 'waarde meester" het
eens willen inzien?
Driessen trok al snel de conclusie, dat
zijn collega in Franeker bezig was, de
studenten te vergiftigen met remon
strantse en sociniaanse opvattingen,
inzake de leer der drieëenheid, het
goddelijk gezag van de Schrift, de
leer van de verdorvenheid en on
macht van de mens, de praedestinatie
en vele andere zaken meer. Een
scherpe pennestrijd was het gevolg,
die zelfs internationale aspecten
kreeg, toen Driessen te berde bracht,
dat de Hongaarse kerk in rep en roer
was vanwege de inzichten, die Vene
ma's leerlingen daar verspreidden.
Opmerkelijk is de discussie over het
aanbod van genade. Venema distan-
cieert zich op dit punt beslist van de
remonstrantse opvatting, maar voelt
zich anderzijds toch wel gedrongen,
om te stellen dat het aanbod van
genade algemeen is. Hij realiseert
zich, dat hij daarmee van de 'nu
gemeene weg' afgaat, maar hij kan
niet anders. 'Want zonder dat te
denken en te stellen weet ik voor my
EER IK STERF
Het is niet aannemelijk dat Isaëk n.
geweten heeft van de kwalijk
'handel' tussen zijn zonen Jakob q
Esau betreffende
eerstgeboorterecht. Het wordt ons
niet meegedeeld maar het zal
ongetwijfeld verdriet gedaan hebbfl
Daar komt nog bij dat Esau blijka
de mededeling die aan het eind y
het vorige hoofdstuk staat (26,35) i
twee vrouwen uit de Hethieö
genomen heeft. Dat heeft vader Isa]
in ieder geval wel met droefh,
vervuld. De tekst spreekt van
kwelling des geestes. Een stuff
geweld, geestelijk geweld in b 1
aartsvaderlijk gezin. Waarom doet cLJ
jongen dat nou? En: dat had to
best anders gekund. Isaük i
teruggedacht hebben aan die av«
'in het veld', toen Rebekka zich
de kameel liet vallen, haar slui 'ti
voordeed en hem tegemoetkwai t
Rebekka, uit het land van vadJij
Abraham. Toch leeft Isaak niet
een soort dus-denken. Esau heeft l|nc
eerstgeboorte-recht laten schieten, 1 n
heeft zich verzwagerd met
heidense Hethieten en dus is hij efbe;
vreemde geworden, een verworpene n
zoiets. De ontwikkeling van roi
gebeurtenissen in Esau's levin
worden door Isaak niet gezien in iwdi
licht van een soort noodlot dat op
leven rusten zou. Hij blijft ro
gesprek met deze zoon, die ben
alsmaar verder ziet gaan, deze bij ier
verloren zoon. Hij houdt hem met iv:
laatste krachten van zijn heengaafcr
leven vast. Zijn ogen kunnen %u
niet meer zien, maar zijn stem 1
hem nog bij zich roepen. En i
gebeurt. De man met aan zich de gi»*
van veld en jacht staat groot in
tent: He, hier ben ik. In het vei
dat de ruige buitenman gedaan
gaat Isaak niet boven de maat
Esau. Hij vraagt hem nog
iets voor hem neer te leggen,
bereiden en hem op te dienen.
stuk wild. Zoals het voordien
gegaan zal zijn. Nog eenmaal, clatj
erin. Maar dan komt het eiger"
met voorbijgaan aan het
duikt achter de opdracht de zeg(
Dan zal ik zegenen, eer ik stei
moet iets gebeuren. vindt
stervende Isaak. Er moet iets
gemaakt. Een mensenleven
verder gaan met de herinnerinj
iets goeds, aan een vader die hi
hand drukt, die hem de hl
oplegt en zegent. Een ontri
tafereel. Wij kunnen niet heej
zonder zulke dingen gedaai
hebben. En omdat we het w<
niet weten, moeten we er maai
beetje haast achter zetten. Misi
kan iemand niet meer zien, of
meer lopen. Er is nog een stem
roepen kan. Of die kan laten ror
om zegenend afscheid te
Helend. waar misschien
gescheurd was. Of dreigde te wot
(Genesis 27,1-4).
Herman Venema
geen raadt, om met des Heeren waar-
heit, opregtigheit, regtvaardigheit en
goetheit te bewaren'. En dan volgt er
een curieuze, jammer genoeg niet ge
adstrueerde, opmerking van De Bruï
ne: 'Driessen zag wat wij ook hebben
gezien: een leer, die, zo zij al niet
remonstrants was, daar toch gevaar
lijk dicht 'tegenaan lag'.
Kenmerkend voor Venema is zijn
'broederlyke en hertelyke vermaninge'
om onderscheid te maken tussen 'ge
loofsartikelen' en 'schoolgeschillen'.
Onder het laatste soort rekende hij
kwesties als over de leer van het
werkverbond, de middellijke of on
middellijke toerekening van Adams
zonde en ook het aanbod van genade.
Over dat soort zaken moest het moge
lijk zijn, dat meerdere opvattingen
naast elkaar in de kerk bestaan.
Venema heeft zich niet gerealiseerd,
zoals zijn rechtzinnige tegenstanders
wel terdege beseften, dat zijn inzich
ten zouden bijdragen tot ondermij
ning van de gereformeerde leer. Zelf
was hij er diep van overtuigd, dat hij
'in de belijdenis van het gereformeerd
kerkgenootschap veilig berustte'.
NED HERV KERK -
Beroepen: te Aagtekerken: G. H.
cand. te Utrecht.
Aangenomen: naar Veen: W. Wesl
cand. te Huizen die bedankte
Bruchem. Goederee, Meert
Noordeloos, Oosterwijk-Nieuwl
Sprang en IJsselmuiden.
Toegelaten: tot de evangeliebedlei I
mej. A. Elsinga, Greate Kamp 21
Bakkeveen (niet beroepb); G. J.
Haan, Boudewijnstraat 83 te Bols
niet beroepb): G. H. Verf
Hoofdweg 46a te K(
(beroepbaar): J. R.
Hogerbeeetsstraat 10 te Leiden
beroepb); H. F. Klok, Thorbecl
21 te Barneveld (niet beroepb);
Zevenbergen, Zaan 33 te Zwolle
beroepb.).
GEREF KERKEN (VRIJG)
Beroepen: te Vollenhove: H,
Ophoff te Gouda.
CHR GEREF KERKEN
Beroepen:
Bijleveld
Bedankt:
Ribbers
GEREF GEMEENTEN
Beroepen: te Norwich (Can): A
den Boer te Ridderkerk.
Bedankt: voor Lethbridge (Can):
v. d. g.OEL TE Yerseke.
GEREF GEM IN NED
Beroepen: te Hilversum: M. van
te Opheusden.
)phoff te Gouda.
HR GEREF KERKEN
terocpen: te Rotterdam-W: |>J
lijleveld te Bussum. -"J
ïedankt: voor Rijnsburg: P|
libbers te Den Haag-W. ICv
iEREF GEMEENTEN
LL
stel
■d
cl
pe<
Igel
we
rfsti
'Eergisteren'
Een boeiend verhaal. De achttiende
eeuw is, naar het woord van Huizin-
ga, ons 'eergisteren'. Een boeiende
man ook, die zo gefascineerd was door
de nieuwe tijd, waarin hij leefde, dat
hij zelfs met vele andere studenten de
colleges ontleedkunde van de medicus
Muys volgde. 'Zij zagen hem kijken,
voelen, ontleden, en zij leerden het
van hem. De werkelijkheid zelf was
het uitgangspunt, bron van kennis'.
Een man, die zo studeerde, dat hij als
jonge dorpsdominee van Dronrijp op
zekere keer, al lezende, van de weg
afraakte in een sloot terecht kwam en
toen niet dadelijk naar huis ging om
droge kleren aan te trekken, maar
eerst naar Franeker trok, om zijn
bedorven boek voor een ander exem
plaar in te ruilen.
Die, toen hij al hoogbejaard was, eens
zei. dat het hem nog altijd griefde,
dat hij één dag van zijn leven maar
vier uur gestudeerd had: zijn trouw
dag.
'Herman Venema. Een Nederlandse
theoloog in de tijd der Verlichting'
door J. C. de Bruïne. Uitgave T.
Wever, Franeker. 196 blz.; 19,50.
DEN HAAG Bij het parket B itie
arrondissement Den Haag zal m gev
van Steenderen gaan fungereo lp
contact-officier van justitie vooi rd
publiciteitsmedia. Hij is bij
negentien arrondissementen in L
land de eerste officier van ju! i
die speciaal voor dit wert erei
aangewezen. toen
Aan de hand van de resultaten >ord
het contact tussen de pers en mr. are
Steenderen namens het parke! irre
justitie over een half jaar bekijk-
wellicht ook in
arrondissementen officieren
justitie als contactpersoon
worden aangewezen.
Mr. Van Steenderen is 43 ja' dej
werkt sinds 1957 bij de rechte i Ha
macht.
Naast zijn nieuwe opdracht -
ook zijn huidige werk als offio ®ril
strafzaken blijven vervullen. che
Bij de rechtbank in Dordred v l
sinds enkele weken een lid
zittende magistratuur met
perscontacten in dat arrondisS nei.
belast. Het is de rechter
Sikkel.
Itte
der
hr