Chilenen gaan beslissen "over experiment Allende Fransen twisten over verdeling van welvaart stembusstrijd in Frankrijk KpUW/KWARTET ZATERDAG 3 MAART 1973 BUITENLAND T13/K1S loor Ferry Versteeg lp de twee spoorwegstations, die de Chileense hoofdstad Santiago rijk is, en op de vervuilde busstations iij de Mapocho-rivier is de chaos dezer dagen regel. Veie tienduizenden vakantiegangers keren beladen net veelal bouwvallige koffers, valiezen en manden terug uit de kuststreken en het koelere zuiden. Zij irriveren in de benauwde, rommelige werkelijkheid van Santiago op een historisch getint moment. bij. V Pant morgen zullen ze naar de stem- is trekken om de samenstelling te ipalen van het Huis van Afgevaar- gden (een soort Tweede Kamer met iO Zetels) en de halve Senaat (Eerste amer 25 zetels). De grote strijd vaak gevoerd met de bloedige fijn- woeligheid van een bulldozer pat tussen president Salvador Allen- ï's linkse Unidad-Popular-coalitie socialisten, communisten, radicalen, APU-leden en christelijk linksen) i de meer rechts georiënteerde Demo- •atische Confederatie (Nationale Par- j, christen-democraten en radicaal- emocraten). p het spel staat de toekomst van llende's befaamde 'opmars naar het icialisme met behoud van de demo- •atische vrijheden', die door hooglo- :nde economische problemen zo niet doodsnood dan toch in een ernstige lalaise is verzeild. De nog immer oortgalopperende inflatie bereikte orig jaar het catastrofale percentage an 163 en door de voedselschaarste roeien de rijen wachtenden voor de rinkels met de dag. ie zwarte markt overwoekert het al- edaagse leven met alle kwalijke ge- olgen van dien voor de minst draag- rachtigen en de verbaasde buitenlan- er kan op elke straathoek onheilspel- ende kreten vernemen als: 'Pssst, rol oiletpapier kopen?'. De hotelportier >iedt 450 escudos voor een dollar, neer dan tien keer de officiële koers, n volgens de christen-democratische loliticus Alberto Zaldivar zijn twee ubes tandpasta of een blik spijsolie ipzienbarende verjaarscadeaus in iet hedendaagse Chili. Een oppositio- ïeel dagblad in Santiago komt zelfs net de belevenissen van een door ichaarste gekwelde dame, die op de leur hoort kloppen en vraagt: 'Wie is laar?' 'De vuilnisman'. 'Oh fijn, zet naar twee zakken neer'. De voorzitter van de rechtse Nationa le Partij, Senor Engelberto Frias, die de heilzame trekken van het kapitalis me met bravour en een overdaad aan middelen pleegt uit te dragen en de aanstaande verkiezingen zonder omwe gen karakteriseert als 'een duidelijke teuze tussen democratie en marxis- stelt, dat de aanhang van de Inidad Popular in dezelfde mate' is eslonken als de waarde van de escu- lo. Hij legt uit, dat Allende in 1970 irerd gekozen met ruim 36 procent ran de stemmen en dat de oppositie laar slechts een luttele vier procent van hoeft af te bikken om een twee derde meerderheid in het parlement te krijgen, waardoor president Allen de grondwettelijk kan worden aangeklaagd en naar huis gestuurd. De overwegend centrum-gerichte christen-democraten menen, dat de verkiezingen het duidelijke karakter hebben van een volksraadpleging. Hun partijleider, Renón Fuentealba. liet onlangs weten: 'Als de regering wordt verslagen, wat zeker het geval zal zijn, betekent dit, dat de natie zonder meer een fundamentele correc tie van de regeringspolitiek eist. Als aan deze eis niet zal worden voldaan, zal de huidige crisis zich verder ver scherpen'. Toch wil alleen de uiterste rechter vleugel van de christen-democraten de president in geval van een tweederde oppositionele meerderheid de laan uitsturen. De meerderheid van de par tij voelt er meer voor de Unidad Popular in zo'n geval via het parle ment tot verdere matiging te dwingen en dé presidentsverkiezingen van 1976 af te wachten, waarbij de christen democratische ex-president Eduardo Fr ei waarschijnlijk de grootste kans hebber zal zijn. Maar tegen dit scenario wordt, on danks alle onprettige gevolgen van de huidige economische misère, heftig ge fulmineerd door Allende en z'n volge lingen. 'In deze eeuw heeft geen pre sident ooit de electorale kracht gehad van uw kameraad', verklaarde de pre sident met een te lqven lust tot beknoptheid op een massa-bijeen komst. De radicale leider Anselmo Sule ziet voor de Unidad Popular minstens 45 procent van de stemmen in het verschiet liggen, maar de socia listische voorman Carlos Altamirano zou 42 procent al als een overwinning beschouwen. Communistische waarne mers. bekend om hun realisme, reke nen op 40 procent van de stemmen. Een onbekende factor van belang vor men de 881.000 nieuwe kiezers (18,5 procent van het electoraat), die zijn geregistreerd. Het zijn meest jongeren en analfabeten, die v oeger buiten het politieke leven stonden. In de vier armste deelstaten, waar veel Mapuche- Indianen wonen,.die_ op ruime schaal hebben geprofiteerd van de regerings politiek, gaat minstens een kwart van de mensen voor het eerst naar de stembus. Hoewel de kleine boertjes zich in het verleden onder invloed van de landheren veelal conservatief opstelden, zullen de grootscheepse landhervormingen van de afgelopen twee jaar de Unidad Popular op het platteland waarschijnlijk winst opleve ren. Maar in de hoofdstad Santiago, waar de oppositie wordt aangevoerd door de nog altijd populaire ex-presi dent Frei en waar bovendien de schaarste het sterkst wordt gevoeld, moeten Allende en z'n vrienden op verlies rekenen Min of meer onpartijdige opiniepei lers beloven de Unidad Popular 35 tot 42 procent van de stemmen. Men verwacht in Santiago dan ook, dat geen van beide partijen een absolute tweederde meerderheid zal weten te behalen en dat het huidige machtse venwicht in de Chileense politiek niet belangrijk zal worden geschokt. Als dat juist is, zal Allende er als minder heidspresident tot het einde van zijn ambtstermijn in 1976 het beste van moeten maken In het verleden kon Allende vanuit deze minderheidspositie heel wat be reiken, waarbij hij onder meer ge bruik maakte van een reeks decreten, die in 1931 werden uitgevaardigd door een drie weken durend socialistisch bewind en later door slordige reactio nairen nooit waren herroepen. Tegen de achtergrond van de veel beklaagde economische malaise van het moment, is het nog wel eens goed in herinnering te roepen, dat Allende bij zijn ambtsaanvaarding in 1970 van de christen-democraten een zipk eco nomisch bestel erfde, waarin buiten landers de eerste viool speelden, waarin absurde welvaartsverschillen als een natuurlijke ordening werden geaccepteerd en waarin een kwalita tief zwakke industrie nauwelijks ex portkansen kreeg en door de beperkte mogelijkheden op de binnenlandse markt op zo'n zestig procent van haar capaciteit werkte. Allende had voor deze patiënt een aantal drastische maatregelen in pet to. Allereerst werd de overheidsin vloed in de particuliere sector sterk uitgebreid. De staat nationaliseerde de koper-, staal-, kolen- en olie-indus trie, vrijwel het gehele bankwezen, het overgrote deel van de im- en export en niet te vergeten 350 fabrie ken. Van de 91 'sleutelmonopolies' verkochten er veertig hun aandelen aan de overheid, werden er 28 wegens 'wanbeheer' overgenomen en werken er nu nog maar 22 in precaire om standigheden in de particuliere sector. President Salvador Allende (links met bril) begaf zich de afgelopen dagen regelmatig onder het publiek om begrip te vragen voor de ernstige problemen, waarmee zijn Unidad Popular-coalitie momenteel kampt. Drie deelnemers aan de strijd om de 25 Senaatszetels die morgen wordt be slecht: Eduardo Frei (links) christen democraat, Sergio O. Jarpa (boven) Nationale Partij en Carlos Altamirano (onder) voorzitter van de Socialistische Partij Tegelijkertijd werden 3400 agrarische bedrijven, die groter waren dan ne gentig ha en samen 35 procent van de Chileense landbouwgrond omvatten, onteigend en in staatscoöperaties on dergebracht. Tevens werden de lonen van de laagstbetaalden in één gigantische operatie met gemiddeld vijftig pro cent verhoogd om tot een rechtvaardi ger inkomensverdeling te komen en de broodnodige extra koopkracht te scheppen, waardoor de industrie haar onbenutte capaciteit zou kunnen in zetten en daarna tot verdere investe ringen zou moeten overgaan. Het was van de aanvang af duidelijk, dat zo'n draconische therapie ook een drastisch effect op de patiënt zou heb ben. In 1971 reageerde de Chileense economie beslist nog niet ongunstig. De produktie steeg op tal van terrei nen en de werkloosheid duikelde van 8,8 naar 3,7 procent. Maar in 1972 kwam toch, wat volgens veel econo men wel komen moest: inflatie, schaarste aan goederen en een zwarte markt. Nadat de produktiecapaciteit van de bedrijven door de sterke koopkracht vergroting weer volledig werd benut, dachten de door prijsstop en angst voor nationalisatie geplaagde onderne mers er niet aan hun zaken uit te breiden. Tegelijkertijd bleken de par tijfunctionarissen niet bij machte het uitblijven van particuliere investerin gen te compenseren met publieke in vesteringen in de sterk uitgedijde overheidssector. Daar kwam nog bij, dat door gebrek aan deskundigen, tegenwerking van voormalige eigenaren en het onge remd aannemen van nieuw personeel de produktie in de genationaliseerde bedrijven sterk daalde. Door het ge forceerde tempo van de landhervor ming bleef ook in de agrarische sec tor de produktie achter bij de vraag. Het zou eigenlijk verrassend zijn geweest, als dit niet het geval was geweest. Voeg daarbij de rampzalige daling van de koperprijzen op de wereld markt (die de laatste weken overigens weer wat stijgen), de krediet-boycot door een vijandige, anti-socialistische buitenwereld en de sabotage-acties van de bedreigde Chileense bezitters en men kan zonder enige overdrijving zeggen, dat de Chileense economie opnieuw aan een drastische therapie toe is. Dit keer geen therapie van radicale verandering, maar van syste matische stabilisatie om de fundamen tele onevenwichtigheid tussen stagne rende produktie en sterk gestegen consumptie met alle ellendige ge volgen van dien uit de weg te ruimen. Het zou ons dan ook verba zen, als er na de verkiezingen geen straffe, onpopulaire maatregelen in die richting zouden komen. Ongetwijfeld zou dit binnen de Uni dad Popular op heftige weerstand stui ten van de radicaalste coalitiepart ners: socialisten, MAPU-leden en christelijk linksen. Zij zien geen ver schil tussen het consolideren en het terugdraaien van het revolutionaire proces en verwachten alles van een verdere versnelling van het revolutio naire tempo. Maar zoals we al zagen, hebben deze strevingen langs electora le weg nauwelijks kans gerealiseerd te worden. Bovendien heeft Allende zelf drie hoge militairen in z'n kabinet gehaald, onder wie de invloedrijke minister van binnenlandse zaken, ge neraal Carlos Prats, die zo'n radicale ontwikkeling zeker zullen verijdelen. Betekent dit alles, dat Allende's socia- istische experiment geheel is mis lukt? Beslist niet. Met zijn 'paarde- middelen' wist Allende niet alleen de nationale soevereiniteit te herstellen, maar heeft hij door de verwijdering van een aanta barrières ('minderheids- structuren') tevens het verstarde pro- duktiesysteem van Chili hardhandig gesaneerd. Wel blijven de gevolgen van deze operaties op kortere termijn pijnlijk en zal er op langere termijn waarschijnlijk geen 'puur' socialis tisch, maar eerder een nationalistisch- kapitalistisch, of zo men wil, staats- kapitalistisch georiënteerd systeem uit de bus komen. Daar komt bij, dat de talrijke arbei ders in de genationaliseerde industrie ën en boerenbedrijven nu veel meer bij de bedrijfsvoering zijn betrokken. Zij worden zich er geleidelijk van bewust, dat de technieken van de directiekamer niet zijn aangeboren, maar aangeleerd kunnen worden en ten dienste van de gemeenschap in plaats van de kleine groep kunnen worden gesteld. Fouten en aanvankelijke produktieda- lingen zijn in dit proces onvermijde lijk. Wat deze tendenzen tot arbeiders zelfbestuur vooral nodig hebben is tijd. Als Allende het daarom tot de presidentsverkiezingen van 1976 zal kunnen uitzingen, is het zeker niet onmogelijk, dat deze emancipatie van de minst bedeelden zich zo zal hebben verdiept, dat ze niet meer ongedaan kan worden gemaakt. Zelfs niet door Allende's meest waarschijnlijke opvol ger, de christen-democraat Eduardo Frei. PARIJS De Franse kiezers die tijdens de stembuscampagne regel matig de politieke debatten hebben gevolgd, hebben een ontdekking gedaan, die gemengde gevoelens heeft opgewekt. Ze zijn er achter gekomen dat Frankrijk bezig is het machtigste industrieland te wor den van West-Europa. Voor een deel van de Fransen is dit reden tot uitzonderlijke nationale trots. Maar bij anderen heeft deze ontdekking wrevel opgewekt. Zij vra gen zich af: waarom hebben wij daar zo weinig van gemerkt? De Franse economie heeft in de afge lopen jaren een opziebarende vlucht genomen. Voor de gaullistische meer derheid was het aanleiding zich op de borst te slaan en de ontdekking als wapen tegen de oppositie te hanteren. Maar de voltallige oppositie, zowel de Unie van Links als de Mouvement Réformateur, heeft de gaullisten ver weten, dat de vruchten van de snelle welvaartsstijging in de zakken van een kleine bevoorrechte groep zijn terechtgekomen en dat de meeste Fransen niet van de economische ex pansie hebben kunnen profiteren. In v chris blankenbui'gh y j de Franse verkiezingsstrijd is een be- I tere verdeling van de welvaart en neer aandacht voor de sociale voor zieningen een der centrale thema's geworden. Het herstel van de Franse economie, die in 1968 een ernstige knauw kreeg door de mei-revolutie, is bijzonder opvallend geweest. In de afgelopen v'jf jaar is de Franse economie ge middeld met 5,5 procent per jaar gegroeid. Na Japan is Frankrijk het land met de snelste economische groei jn de geïndustrialiseerde wereld. Het heeft zowel de VS als West-Duitsland achter zich gelaten. Van 1968 tot 1972 steeg de Franse export met 70 procent. Na de VS en de Sowjet-Unie is Frankrijk het derde wapen-exporterende land een winstgevend bedrijf, dat 8 tot 10 pro cent uitmaakt van de Franse export. Sinds enkele jaren wordt in Frankrijk meer gespaard en geïnvesteerd dan in de omliggende landen. De produktivi- teit van de werknemers is minstens even hocg als die van hun Westduitse collega's. De werkloosheid bleef in dit land met ongeveer 52 miljoen inwo ners op het peil staan van 400.000 tot 500.000, (2 tot 2,5 procent van de beroepsbevolking) Ondanks een hoge maar niet uit zonderlijk Hoge inflatie en snel stijgende prijzen heeft Frankrijk zich ontwikkeld tot een scherp concur rerende industriële samenleving met moderne bedrijven. Dit gebeurde in een periode van internationale econo mische teruggang: in een tijd van teruglopende investeringen in het buitenland, internationaal groeiende werkeloosheid, verscherpte concurren tie tussen de industrielanden en tij dens een internationale monetaire cri sis. 'Over vier jaar hebben wij eenderde deel van onze industriële achterstand op West-Duitsland ingelopen', zo schreef de 31-jarige Henri Lepage hoofdredacteur van het gezaghebben de Franse economische weekblad En- treprise onlangs. 'Onze levensstan daard heeft die van Engeland met 25 procent gepasseerd, terwijl Engeland ons tien jaar geleden nog met 10 procent de baas was'Wij leven misschien in een geblokkeerde samen leving. Maar deze samenleving is wer kelijk bezig een economische revolu tie door te maken', vervolgde Lepage. De optimistische geluiden over de Franse economie zijn krachtig onder steund door een Amerikaans rapport dat in de Franse verkiezingsstrijd veelvuldig is aangehaald. Het rapport het resultaat van een onderzoek van het Hudson-Instituut, dat door de futuroloog Herman Kahn wordt geleid voorspelde dat Frankrijk een grote toekomst tegemoet ging. Edmund Stillman, de uitvoerder van het Hud- son-onderzoek kwam tot de slotsom dat Frankrijk in 1980 tot de rijkste landen van Europa zal behoren. Het zal op het niveau staan van Zweden, Denemarken en Zwitserland en West- Duitsland voorbijstreven. WARtHAiS In de eerste ronde van de Franse verkiezingsstrijd, die hoofdzake lijk is gevoerd over de binnenlandse politiek staan deze politici tegen over elkaar. Georges Marchais, leider van de Franse communisten die samenwerken met de socialisten van FranQois Mitterrand. Als tot 40 procent uitmaken van de Fran se beroepsbevolking. De kinderen van het hoger leidinggevend personeel en van ouders uit de vrije beroepen maken 60 procent van de Franse stu derenden uit. Dit is een zeer ernstige sociale onrechtvaardigheid'. Door het Franse belastingstelsel wordt de sociale ongelijkheid nauwe lijks vermintdeird. Het is het gevolg van het systeem dat 65 procent van de Franse belastingen indirect wordt ge heven. Dit deel komt in de staatskas via de btw, douanetarieven, accijnzen, die direct worden betaald met de aankoop van tabak e.d., via tolgelden etc. Het zijn heffingen die vooral de prij zen van de consumptiegoederen zoals de eerste levensbehoeften verhogen. De indirecte belastingen worden zwaarder gevoeld naarmate men meer consumptiegoederen aan schaft. Maar de hogere inkomensgroe pen consumeren in verhouding een kleiner deel van hun totaal-salaris dan de laagbetaalden. te». JJ SlRj/AM-SCHRIlftrk derde macht hebben zich de Reformateurs opgeworpen van wie Jean Lecanuet de voornaamste leider is met Jean-Jacques Servan-Schrei ber als partner. Georges Pompidou, de Franse president en feitelijk leider van de gaullistische coalitie wacht af en ziet toe. Ontduiking Economen hebben diverse oorzaken aangevoerd voor de snelle economi sche opkomst van Frankrijk. Als be langrijkste redenen worden genoemd de devaluatie van de franc in 1969 en het feit dat de Franse loonkosten vergeleken met het buitenland opval lend laag zijn. Nog geen 2 maanden nadat Georges Pompidou in 1969 president was ge worden, werd de Franse franc fors in waarde verlaagd. In één klap werden alle Franse exportprodukten voor het buitenland goedkoper. De Frartse om zetten stegen snel, de neiging tot investeren nam toe en gestimuleerd door de regering begon het bedrijfsle ven in hoog tempo te moderniseren en zich uit te breiden. De devaluatie van de franc voorzag 'de Franse on dernemingen van een franc, waarmee zij konden vechten,' aldus Lepage. 45 uur Het concurrentievermogen van de Franse export-industrie werd krachtig gesteund door een uitzonderlijk laag loonpeil bij de Franse arbeiders. 'De Franse lonen zijn de laagste van de gehele EEG. In 1971 kregen de Fran se arbeiders gemiddeld 6,19 franc per uur. In West-Duitsland was dat 10,04 franc, in Holland 8,32, in België 8,20 in Luxemburg 9,99 en in Italië 6,26 franc per uur (1 franc is ca. 63 cent)', zo vertelde Albert Gazier, een «6- jarige topfunctionaris van de Franse socialistische partij, me. 'Het is waarschijnlijk dat Frankrijk in 1980 een aanzienlijker economische macht zal hebben dan Duitsland. Wij nemen dit als voorspelling aan. Maar wij constateren dat de Franse loon trekker thans veel slechter af is dan zijn kameraden aan de andere kant van de Rijn. In 1972 werd in de Franse industrie nog steeds 45 uur per week gewerkt, tegen 43 uur in West- Duitsland', zo is aangevoerd door de Democratische Centrum-partij van Je an Lecanuet, die samen met Jean- Jacques Servan-Schreiber de Mouve ment Reformateur leidt. Deze felle reacties van de oppositie op de onthullingen dat Frankrijk bezig was uit te groeien tot een economi sche reus, zijn aangevuld met scherpe kritiek op andere sociale misstanden. De Unie van Links en de Mouvement Réformateur wierpen de regeringspar tijen voer de voeten, dat de economi sche groei onmiskenbaar hoog was, maar dat maar een gering deel ervan is besteed aan sociale voorzieningen. 'Wij hebben het meest versleten ge bouwenpakket van Europa', klaagden de Réformateurs van Lecanuet en Ser van-Schreiber. '50 procent van de 17 miljoen Franse huizen dateert uit de periode vóór 1914. En 43 procent van de Parijse woningen heeft bin nenshuis geen wc.' 'Van de 898 Franse ziekenhuizen moet 21,5 procent nodig worden gemoderniseerd en nog eens 28,5 procent moet gesloopt en weer opgebouwd worden'. 'De regering gaat nu de ouderdomsuitkeringen verho gen van 10 tot 13 franc per dag 7.50 tot 8,00). Maar denk er ook eens aan dat de honden van de rijkspolitie ook 12 franc per dag voor hun voeding uitbetaald krijgen', zo werd cynisch opgemerkt in een verkiezingsblad van de Mouvement Réformateur. Betere sociale voorzieningen, te beta len uit de baten van de economische groei, zijn belangrijke thema's in de Franse stembusstrijd. De Unie van Links wil daarin veel verder en in veel hoger tempo gaan dan de Mouve ment Réformateur, die niet socialis tisch maar sociaal-liberaal getint is. Ongelijkheid Een ander thema, dat sterk bij de Franse kiezers leeft en door de oppo sitie met beide handen werd aange grepen is de kwestie van de schrijnen de sociale ongelijkheid in Frankrijk. Naast het feit dat de Franse arbeider in' vergelijking met zijn buitenlandse collega wordt onderbetaald, zijn de inkomensverschillen in Frankrijk bij zonder groot. De lonen en salarissen verschillen sterk per regio, maar nog veel sterker per beroepscategorie. Gilbert Mathieu, de expert op het gebied van belastingen en inkomens van het dagblad Le Monde wees er een jaar geleden al op dat de inko mensongelijkheid in Frankrijk sterker is dan in de omliggende landen. Het hogere leidinggevende personeel ver dient in Frankrijk 5,5 keer zoveel als een ongeschoolde arbeider, terwijl dit in Engeland en Zweden 3,5 maal zo veel is en in de VS 2,5 keer. 'Bijna tweederde deel van de Fransen (de lage en middel-grote inkomenstrek kers) beschikt over nauwelijks een derde van de totale Franse loonsom, terwijl 'n zevende deel van de burgers (de hoogbetaalden) een kwart tot een derde van dit totale aan lonen uitge keerde bedrag in Frankrijk incas seert', aldus Mathieu. Dit betekent verder dat 20 procent van de hoogste- inkomenstrekkers 43 procent van het totaal aan Franse salarissen ontvan gen, terwijl dat in West-Duitsland en Engeland 3 procent is'. De sociale ongelijkheid komt ook tot uitdrukking in de herkomst van de studenten bij het hoger onderwijs. De socialist Albert Gazier vertelde: 'Slechts 5 procent van de studenten die hoger onderwijs ontvangen, zijn kinderen van arbeiders, die toch 35 Ook via de directe belastingen op lonen, salarissen wordt de Frans man nauwelijks extra hoog aangesla gen naarmate zijn welstand groter is. Daar komt bij dat middenstanders, grotere zakenlieden en vrije-beroeps- beoefenaars alle gelegenheid hebben mee te doen aan het geliefkoosde Franse spel van het belastingontdui ker Vakanties, en reizen, autokosten, kleding, maaltijden en dergelijke kun nen gemakkelijk als bedrijfskosten worden geboekt en van het belast bare bedrag worden afgetrokken. 'De belastingdruk is hier nauwelijks progressief. Het is geen kwestie van een weloverwogen beleid van de rege ring om de ondernemingslust te be vorderen, maar doodgewoon de wil van rechts. De hoogste inkomenstrek kers zijn hier trouwen wel bekend. Maar niet de inkomens van de mid denstand, de handelaars en van de vrije beroepen. Daar zijn de mogelijk heden tot belastingontduiking het grootst', vertelt Antoinette Boegner, chef-redactrice economische politiek van het economische weekblad Entre- prise. De heftige discussies tijdens de ver kiezingscampagne over de vraag, hoe de gestegen nationale welvaart in de komende periode over de totale bevol king moet worden verdeeld, is van het grootste belang voor de uitslag van de verkiezingen die morgen be ginnen. De Franse kiezers zullen met de aanwijzing van hun parlementsle den kiezen voor het tempo, waarin de onevenredig verdeelde rijkdom moet worden gespreid over alle lagen van de bevolking.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1973 | | pagina 15