Chilenen gaan beslissen
"over experiment Allende
Fransen twisten over verdeling van welvaart
stembusstrijd
in Frankrijk
KpUW/KWARTET
ZATERDAG 3 MAART 1973
BUITENLAND
T13/K1S
loor Ferry Versteeg
lp de twee spoorwegstations, die de Chileense hoofdstad Santiago rijk is, en op de vervuilde busstations
iij de Mapocho-rivier is de chaos dezer dagen regel. Veie tienduizenden vakantiegangers keren beladen
net veelal bouwvallige koffers, valiezen en manden terug uit de kuststreken en het koelere zuiden. Zij
irriveren in de benauwde, rommelige werkelijkheid van Santiago op een historisch getint moment.
bij.
V
Pant morgen zullen ze naar de stem-
is trekken om de samenstelling te
ipalen van het Huis van Afgevaar-
gden (een soort Tweede Kamer met
iO Zetels) en de halve Senaat (Eerste
amer 25 zetels). De grote strijd
vaak gevoerd met de bloedige fijn-
woeligheid van een bulldozer
pat tussen president Salvador Allen-
ï's linkse Unidad-Popular-coalitie
socialisten, communisten, radicalen,
APU-leden en christelijk linksen)
i de meer rechts georiënteerde Demo-
•atische Confederatie (Nationale Par-
j, christen-democraten en radicaal-
emocraten).
p het spel staat de toekomst van
llende's befaamde 'opmars naar het
icialisme met behoud van de demo-
•atische vrijheden', die door hooglo-
:nde economische problemen zo niet
doodsnood dan toch in een ernstige
lalaise is verzeild. De nog immer
oortgalopperende inflatie bereikte
orig jaar het catastrofale percentage
an 163 en door de voedselschaarste
roeien de rijen wachtenden voor de
rinkels met de dag.
ie zwarte markt overwoekert het al-
edaagse leven met alle kwalijke ge-
olgen van dien voor de minst draag-
rachtigen en de verbaasde buitenlan-
er kan op elke straathoek onheilspel-
ende kreten vernemen als: 'Pssst, rol
oiletpapier kopen?'. De hotelportier
>iedt 450 escudos voor een dollar,
neer dan tien keer de officiële koers,
n volgens de christen-democratische
loliticus Alberto Zaldivar zijn twee
ubes tandpasta of een blik spijsolie
ipzienbarende verjaarscadeaus in
iet hedendaagse Chili. Een oppositio-
ïeel dagblad in Santiago komt zelfs
net de belevenissen van een door
ichaarste gekwelde dame, die op de
leur hoort kloppen en vraagt: 'Wie is
laar?' 'De vuilnisman'. 'Oh fijn, zet
naar twee zakken neer'.
De voorzitter van de rechtse Nationa
le Partij, Senor Engelberto Frias, die
de heilzame trekken van het kapitalis
me met bravour en een overdaad aan
middelen pleegt uit te dragen en de
aanstaande verkiezingen zonder omwe
gen karakteriseert als 'een duidelijke
teuze tussen democratie en marxis-
stelt, dat de aanhang van de
Inidad Popular in dezelfde mate' is
eslonken als de waarde van de escu-
lo. Hij legt uit, dat Allende in 1970
irerd gekozen met ruim 36 procent
ran de stemmen en dat de oppositie
laar slechts een luttele vier procent
van hoeft af te bikken om een twee
derde meerderheid in het parlement
te krijgen, waardoor president Allen
de grondwettelijk kan worden
aangeklaagd en naar huis gestuurd.
De overwegend centrum-gerichte
christen-democraten menen, dat de
verkiezingen het duidelijke karakter
hebben van een volksraadpleging.
Hun partijleider, Renón Fuentealba.
liet onlangs weten: 'Als de regering
wordt verslagen, wat zeker het geval
zal zijn, betekent dit, dat de natie
zonder meer een fundamentele correc
tie van de regeringspolitiek eist. Als
aan deze eis niet zal worden voldaan,
zal de huidige crisis zich verder ver
scherpen'.
Toch wil alleen de uiterste rechter
vleugel van de christen-democraten de
president in geval van een tweederde
oppositionele meerderheid de laan
uitsturen. De meerderheid van de par
tij voelt er meer voor de Unidad
Popular in zo'n geval via het parle
ment tot verdere matiging te dwingen
en dé presidentsverkiezingen van 1976
af te wachten, waarbij de christen
democratische ex-president Eduardo
Fr ei waarschijnlijk de grootste kans
hebber zal zijn.
Maar tegen dit scenario wordt, on
danks alle onprettige gevolgen van de
huidige economische misère, heftig ge
fulmineerd door Allende en z'n volge
lingen. 'In deze eeuw heeft geen pre
sident ooit de electorale kracht gehad
van uw kameraad', verklaarde de pre
sident met een te lqven lust tot
beknoptheid op een massa-bijeen
komst. De radicale leider Anselmo
Sule ziet voor de Unidad Popular
minstens 45 procent van de stemmen
in het verschiet liggen, maar de socia
listische voorman Carlos Altamirano
zou 42 procent al als een overwinning
beschouwen. Communistische waarne
mers. bekend om hun realisme, reke
nen op 40 procent van de stemmen.
Een onbekende factor van belang vor
men de 881.000 nieuwe kiezers (18,5
procent van het electoraat), die zijn
geregistreerd. Het zijn meest jongeren
en analfabeten, die v oeger buiten het
politieke leven stonden. In de vier
armste deelstaten, waar veel Mapuche-
Indianen wonen,.die_ op ruime schaal
hebben geprofiteerd van de regerings
politiek, gaat minstens een kwart
van de mensen voor het eerst naar de
stembus. Hoewel de kleine boertjes
zich in het verleden onder invloed
van de landheren veelal conservatief
opstelden, zullen de grootscheepse
landhervormingen van de afgelopen
twee jaar de Unidad Popular op het
platteland waarschijnlijk winst opleve
ren. Maar in de hoofdstad Santiago,
waar de oppositie wordt aangevoerd
door de nog altijd populaire ex-presi
dent Frei en waar bovendien de
schaarste het sterkst wordt gevoeld,
moeten Allende en z'n vrienden op
verlies rekenen
Min of meer onpartijdige opiniepei
lers beloven de Unidad Popular 35 tot
42 procent van de stemmen. Men
verwacht in Santiago dan ook, dat
geen van beide partijen een absolute
tweederde meerderheid zal weten te
behalen en dat het huidige machtse
venwicht in de Chileense politiek niet
belangrijk zal worden geschokt. Als
dat juist is, zal Allende er als minder
heidspresident tot het einde van zijn
ambtstermijn in 1976 het beste van
moeten maken
In het verleden kon Allende vanuit
deze minderheidspositie heel wat be
reiken, waarbij hij onder meer ge
bruik maakte van een reeks decreten,
die in 1931 werden uitgevaardigd door
een drie weken durend socialistisch
bewind en later door slordige reactio
nairen nooit waren herroepen.
Tegen de achtergrond van de veel
beklaagde economische malaise van
het moment, is het nog wel eens goed
in herinnering te roepen, dat Allende
bij zijn ambtsaanvaarding in 1970 van
de christen-democraten een zipk eco
nomisch bestel erfde, waarin buiten
landers de eerste viool speelden,
waarin absurde welvaartsverschillen
als een natuurlijke ordening werden
geaccepteerd en waarin een kwalita
tief zwakke industrie nauwelijks ex
portkansen kreeg en door de beperkte
mogelijkheden op de binnenlandse
markt op zo'n zestig procent van haar
capaciteit werkte.
Allende had voor deze patiënt een
aantal drastische maatregelen in pet
to. Allereerst werd de overheidsin
vloed in de particuliere sector sterk
uitgebreid. De staat nationaliseerde
de koper-, staal-, kolen- en olie-indus
trie, vrijwel het gehele bankwezen,
het overgrote deel van de im- en
export en niet te vergeten 350 fabrie
ken. Van de 91 'sleutelmonopolies'
verkochten er veertig hun aandelen
aan de overheid, werden er 28 wegens
'wanbeheer' overgenomen en werken
er nu nog maar 22 in precaire om
standigheden in de particuliere sector.
President Salvador Allende (links met bril) begaf zich de afgelopen dagen regelmatig onder het publiek
om begrip te vragen voor de ernstige problemen, waarmee zijn Unidad Popular-coalitie momenteel
kampt.
Drie deelnemers aan de strijd om de
25 Senaatszetels die morgen wordt be
slecht: Eduardo Frei (links) christen
democraat, Sergio O. Jarpa (boven)
Nationale Partij en Carlos Altamirano
(onder) voorzitter van de Socialistische
Partij
Tegelijkertijd werden 3400 agrarische
bedrijven, die groter waren dan ne
gentig ha en samen 35 procent van de
Chileense landbouwgrond omvatten,
onteigend en in staatscoöperaties on
dergebracht.
Tevens werden de lonen van de
laagstbetaalden in één gigantische
operatie met gemiddeld vijftig pro
cent verhoogd om tot een rechtvaardi
ger inkomensverdeling te komen en
de broodnodige extra koopkracht te
scheppen, waardoor de industrie haar
onbenutte capaciteit zou kunnen in
zetten en daarna tot verdere investe
ringen zou moeten overgaan.
Het was van de aanvang af duidelijk,
dat zo'n draconische therapie ook een
drastisch effect op de patiënt zou heb
ben. In 1971 reageerde de Chileense
economie beslist nog niet ongunstig.
De produktie steeg op tal van terrei
nen en de werkloosheid duikelde van
8,8 naar 3,7 procent. Maar in 1972
kwam toch, wat volgens veel econo
men wel komen moest: inflatie,
schaarste aan goederen en een zwarte
markt.
Nadat de produktiecapaciteit van de
bedrijven door de sterke koopkracht
vergroting weer volledig werd benut,
dachten de door prijsstop en angst
voor nationalisatie geplaagde onderne
mers er niet aan hun zaken uit te
breiden. Tegelijkertijd bleken de par
tijfunctionarissen niet bij machte het
uitblijven van particuliere investerin
gen te compenseren met publieke in
vesteringen in de sterk uitgedijde
overheidssector.
Daar kwam nog bij, dat door gebrek
aan deskundigen, tegenwerking van
voormalige eigenaren en het onge
remd aannemen van nieuw personeel
de produktie in de genationaliseerde
bedrijven sterk daalde. Door het ge
forceerde tempo van de landhervor
ming bleef ook in de agrarische sec
tor de produktie achter bij de vraag.
Het zou eigenlijk verrassend zijn
geweest, als dit niet het geval was
geweest.
Voeg daarbij de rampzalige daling
van de koperprijzen op de wereld
markt (die de laatste weken overigens
weer wat stijgen), de krediet-boycot
door een vijandige, anti-socialistische
buitenwereld en de sabotage-acties
van de bedreigde Chileense bezitters
en men kan zonder enige overdrijving
zeggen, dat de Chileense economie
opnieuw aan een drastische therapie
toe is. Dit keer geen therapie van
radicale verandering, maar van syste
matische stabilisatie om de fundamen
tele onevenwichtigheid tussen stagne
rende produktie en sterk gestegen
consumptie met alle ellendige ge
volgen van dien uit de weg te
ruimen. Het zou ons dan ook verba
zen, als er na de verkiezingen geen
straffe, onpopulaire maatregelen in
die richting zouden komen.
Ongetwijfeld zou dit binnen de Uni
dad Popular op heftige weerstand stui
ten van de radicaalste coalitiepart
ners: socialisten, MAPU-leden en
christelijk linksen. Zij zien geen ver
schil tussen het consolideren en het
terugdraaien van het revolutionaire
proces en verwachten alles van een
verdere versnelling van het revolutio
naire tempo. Maar zoals we al zagen,
hebben deze strevingen langs electora
le weg nauwelijks kans gerealiseerd te
worden. Bovendien heeft Allende zelf
drie hoge militairen in z'n kabinet
gehaald, onder wie de invloedrijke
minister van binnenlandse zaken, ge
neraal Carlos Prats, die zo'n radicale
ontwikkeling zeker zullen verijdelen.
Betekent dit alles, dat Allende's socia-
istische experiment geheel is mis
lukt? Beslist niet. Met zijn 'paarde-
middelen' wist Allende niet alleen de
nationale soevereiniteit te herstellen,
maar heeft hij door de verwijdering
van een aanta barrières ('minderheids-
structuren') tevens het verstarde pro-
duktiesysteem van Chili hardhandig
gesaneerd. Wel blijven de gevolgen
van deze operaties op kortere termijn
pijnlijk en zal er op langere termijn
waarschijnlijk geen 'puur' socialis
tisch, maar eerder een nationalistisch-
kapitalistisch, of zo men wil, staats-
kapitalistisch georiënteerd systeem uit
de bus komen.
Daar komt bij, dat de talrijke arbei
ders in de genationaliseerde industrie
ën en boerenbedrijven nu veel meer
bij de bedrijfsvoering zijn betrokken.
Zij worden zich er geleidelijk van
bewust, dat de technieken van de
directiekamer niet zijn aangeboren,
maar aangeleerd kunnen worden en
ten dienste van de gemeenschap in
plaats van de kleine groep kunnen
worden gesteld.
Fouten en aanvankelijke produktieda-
lingen zijn in dit proces onvermijde
lijk. Wat deze tendenzen tot arbeiders
zelfbestuur vooral nodig hebben is
tijd. Als Allende het daarom tot de
presidentsverkiezingen van 1976 zal
kunnen uitzingen, is het zeker niet
onmogelijk, dat deze emancipatie van
de minst bedeelden zich zo zal hebben
verdiept, dat ze niet meer ongedaan
kan worden gemaakt. Zelfs niet door
Allende's meest waarschijnlijke opvol
ger, de christen-democraat Eduardo
Frei.
PARIJS De Franse kiezers die tijdens de stembuscampagne regel
matig de politieke debatten hebben gevolgd, hebben een ontdekking
gedaan, die gemengde gevoelens heeft opgewekt. Ze zijn er achter
gekomen dat Frankrijk bezig is het machtigste industrieland te wor
den van West-Europa.
Voor een deel van de Fransen is dit
reden tot uitzonderlijke nationale
trots. Maar bij anderen heeft deze
ontdekking wrevel opgewekt. Zij vra
gen zich af: waarom hebben wij daar
zo weinig van gemerkt?
De Franse economie heeft in de afge
lopen jaren een opziebarende vlucht
genomen. Voor de gaullistische meer
derheid was het aanleiding zich op de
borst te slaan en de ontdekking als
wapen tegen de oppositie te hanteren.
Maar de voltallige oppositie, zowel de
Unie van Links als de Mouvement
Réformateur, heeft de gaullisten ver
weten, dat de vruchten van de snelle
welvaartsstijging in de zakken van
een kleine bevoorrechte groep zijn
terechtgekomen en dat de meeste
Fransen niet van de economische ex
pansie hebben kunnen profiteren. In
v chris blankenbui'gh y
j de Franse verkiezingsstrijd is een be-
I tere verdeling van de welvaart en
neer aandacht voor de sociale voor
zieningen een der centrale thema's
geworden.
Het herstel van de Franse economie,
die in 1968 een ernstige knauw kreeg
door de mei-revolutie, is bijzonder
opvallend geweest. In de afgelopen
v'jf jaar is de Franse economie ge
middeld met 5,5 procent per jaar
gegroeid. Na Japan is Frankrijk het
land met de snelste economische groei
jn de geïndustrialiseerde wereld. Het
heeft zowel de VS als West-Duitsland
achter zich gelaten.
Van 1968 tot 1972 steeg de Franse
export met 70 procent. Na de VS en
de Sowjet-Unie is Frankrijk het derde
wapen-exporterende land een
winstgevend bedrijf, dat 8 tot 10 pro
cent uitmaakt van de Franse export.
Sinds enkele jaren wordt in Frankrijk
meer gespaard en geïnvesteerd dan in
de omliggende landen. De produktivi-
teit van de werknemers is minstens
even hocg als die van hun Westduitse
collega's. De werkloosheid bleef in dit
land met ongeveer 52 miljoen inwo
ners op het peil staan van 400.000 tot
500.000, (2 tot 2,5 procent van de
beroepsbevolking)
Ondanks een hoge maar niet uit
zonderlijk Hoge inflatie en snel
stijgende prijzen heeft Frankrijk
zich ontwikkeld tot een scherp concur
rerende industriële samenleving met
moderne bedrijven. Dit gebeurde in
een periode van internationale econo
mische teruggang: in een tijd van
teruglopende investeringen in het
buitenland, internationaal groeiende
werkeloosheid, verscherpte concurren
tie tussen de industrielanden en tij
dens een internationale monetaire cri
sis.
'Over vier jaar hebben wij eenderde
deel van onze industriële achterstand
op West-Duitsland ingelopen', zo
schreef de 31-jarige Henri Lepage
hoofdredacteur van het gezaghebben
de Franse economische weekblad En-
treprise onlangs. 'Onze levensstan
daard heeft die van Engeland met 25
procent gepasseerd, terwijl Engeland
ons tien jaar geleden nog met 10
procent de baas was'Wij leven
misschien in een geblokkeerde samen
leving. Maar deze samenleving is wer
kelijk bezig een economische revolu
tie door te maken', vervolgde Lepage.
De optimistische geluiden over de
Franse economie zijn krachtig onder
steund door een Amerikaans rapport
dat in de Franse verkiezingsstrijd
veelvuldig is aangehaald. Het rapport
het resultaat van een onderzoek
van het Hudson-Instituut, dat door de
futuroloog Herman Kahn wordt geleid
voorspelde dat Frankrijk een grote
toekomst tegemoet ging. Edmund
Stillman, de uitvoerder van het Hud-
son-onderzoek kwam tot de slotsom
dat Frankrijk in 1980 tot de rijkste
landen van Europa zal behoren. Het
zal op het niveau staan van Zweden,
Denemarken en Zwitserland en West-
Duitsland voorbijstreven.
WARtHAiS
In de eerste ronde van de Franse verkiezingsstrijd, die hoofdzake
lijk is gevoerd over de binnenlandse politiek staan deze politici tegen
over elkaar. Georges Marchais, leider van de Franse communisten
die samenwerken met de socialisten van FranQois Mitterrand. Als
tot 40 procent uitmaken van de Fran
se beroepsbevolking. De kinderen van
het hoger leidinggevend personeel en
van ouders uit de vrije beroepen
maken 60 procent van de Franse stu
derenden uit. Dit is een zeer ernstige
sociale onrechtvaardigheid'.
Door het Franse belastingstelsel
wordt de sociale ongelijkheid nauwe
lijks vermintdeird. Het is het gevolg van
het systeem dat 65 procent van de
Franse belastingen indirect wordt ge
heven. Dit deel komt in de staatskas
via de btw, douanetarieven, accijnzen,
die direct worden betaald met de
aankoop van tabak e.d., via tolgelden
etc.
Het zijn heffingen die vooral de prij
zen van de consumptiegoederen
zoals de eerste levensbehoeften
verhogen. De indirecte belastingen
worden zwaarder gevoeld naarmate
men meer consumptiegoederen aan
schaft. Maar de hogere inkomensgroe
pen consumeren in verhouding een
kleiner deel van hun totaal-salaris
dan de laagbetaalden.
te». JJ SlRj/AM-SCHRIlftrk
derde macht hebben zich de Reformateurs opgeworpen van wie Jean
Lecanuet de voornaamste leider is met Jean-Jacques Servan-Schrei
ber als partner. Georges Pompidou, de Franse president en feitelijk
leider van de gaullistische coalitie wacht af en ziet toe.
Ontduiking
Economen hebben diverse oorzaken
aangevoerd voor de snelle economi
sche opkomst van Frankrijk. Als be
langrijkste redenen worden genoemd
de devaluatie van de franc in 1969 en
het feit dat de Franse loonkosten
vergeleken met het buitenland opval
lend laag zijn.
Nog geen 2 maanden nadat Georges
Pompidou in 1969 president was ge
worden, werd de Franse franc fors in
waarde verlaagd. In één klap werden
alle Franse exportprodukten voor het
buitenland goedkoper. De Frartse om
zetten stegen snel, de neiging tot
investeren nam toe en gestimuleerd
door de regering begon het bedrijfsle
ven in hoog tempo te moderniseren
en zich uit te breiden. De devaluatie
van de franc voorzag 'de Franse on
dernemingen van een franc, waarmee
zij konden vechten,' aldus Lepage.
45 uur
Het concurrentievermogen van de
Franse export-industrie werd krachtig
gesteund door een uitzonderlijk laag
loonpeil bij de Franse arbeiders. 'De
Franse lonen zijn de laagste van de
gehele EEG. In 1971 kregen de Fran
se arbeiders gemiddeld 6,19 franc per
uur. In West-Duitsland was dat 10,04
franc, in Holland 8,32, in België 8,20
in Luxemburg 9,99 en in Italië 6,26
franc per uur (1 franc is ca. 63 cent)',
zo vertelde Albert Gazier, een «6-
jarige topfunctionaris van de Franse
socialistische partij, me.
'Het is waarschijnlijk dat Frankrijk
in 1980 een aanzienlijker economische
macht zal hebben dan Duitsland. Wij
nemen dit als voorspelling aan. Maar
wij constateren dat de Franse loon
trekker thans veel slechter af is dan
zijn kameraden aan de andere kant
van de Rijn. In 1972 werd in de
Franse industrie nog steeds 45 uur per
week gewerkt, tegen 43 uur in West-
Duitsland', zo is aangevoerd door de
Democratische Centrum-partij van Je
an Lecanuet, die samen met Jean-
Jacques Servan-Schreiber de Mouve
ment Reformateur leidt.
Deze felle reacties van de oppositie op
de onthullingen dat Frankrijk bezig
was uit te groeien tot een economi
sche reus, zijn aangevuld met scherpe
kritiek op andere sociale misstanden.
De Unie van Links en de Mouvement
Réformateur wierpen de regeringspar
tijen voer de voeten, dat de economi
sche groei onmiskenbaar hoog was,
maar dat maar een gering deel ervan
is besteed aan sociale voorzieningen.
'Wij hebben het meest versleten ge
bouwenpakket van Europa', klaagden
de Réformateurs van Lecanuet en Ser
van-Schreiber. '50 procent van de 17
miljoen Franse huizen dateert uit de
periode vóór 1914. En 43 procent
van de Parijse woningen heeft bin
nenshuis geen wc.' 'Van de 898 Franse
ziekenhuizen moet 21,5 procent nodig
worden gemoderniseerd en nog eens
28,5 procent moet gesloopt en weer
opgebouwd worden'. 'De regering gaat
nu de ouderdomsuitkeringen verho
gen van 10 tot 13 franc per dag 7.50
tot 8,00). Maar denk er ook eens aan
dat de honden van de rijkspolitie ook
12 franc per dag voor hun voeding
uitbetaald krijgen', zo werd cynisch
opgemerkt in een verkiezingsblad van
de Mouvement Réformateur.
Betere sociale voorzieningen, te beta
len uit de baten van de economische
groei, zijn belangrijke thema's in de
Franse stembusstrijd. De Unie van
Links wil daarin veel verder en in
veel hoger tempo gaan dan de Mouve
ment Réformateur, die niet socialis
tisch maar sociaal-liberaal getint is.
Ongelijkheid
Een ander thema, dat sterk bij de
Franse kiezers leeft en door de oppo
sitie met beide handen werd aange
grepen is de kwestie van de schrijnen
de sociale ongelijkheid in Frankrijk.
Naast het feit dat de Franse arbeider
in' vergelijking met zijn buitenlandse
collega wordt onderbetaald, zijn de
inkomensverschillen in Frankrijk bij
zonder groot. De lonen en salarissen
verschillen sterk per regio, maar nog
veel sterker per beroepscategorie.
Gilbert Mathieu, de expert op het
gebied van belastingen en inkomens
van het dagblad Le Monde wees er
een jaar geleden al op dat de inko
mensongelijkheid in Frankrijk sterker
is dan in de omliggende landen. Het
hogere leidinggevende personeel ver
dient in Frankrijk 5,5 keer zoveel als
een ongeschoolde arbeider, terwijl dit
in Engeland en Zweden 3,5 maal zo
veel is en in de VS 2,5 keer. 'Bijna
tweederde deel van de Fransen (de
lage en middel-grote inkomenstrek
kers) beschikt over nauwelijks een
derde van de totale Franse loonsom,
terwijl 'n zevende deel van de burgers
(de hoogbetaalden) een kwart tot een
derde van dit totale aan lonen uitge
keerde bedrag in Frankrijk incas
seert', aldus Mathieu. Dit betekent
verder dat 20 procent van de hoogste-
inkomenstrekkers 43 procent van het
totaal aan Franse salarissen ontvan
gen, terwijl dat in West-Duitsland en
Engeland 3 procent is'.
De sociale ongelijkheid komt ook tot
uitdrukking in de herkomst van de
studenten bij het hoger onderwijs. De
socialist Albert Gazier vertelde:
'Slechts 5 procent van de studenten
die hoger onderwijs ontvangen, zijn
kinderen van arbeiders, die toch 35
Ook via de directe belastingen op
lonen, salarissen wordt de Frans
man nauwelijks extra hoog aangesla
gen naarmate zijn welstand groter is.
Daar komt bij dat middenstanders,
grotere zakenlieden en vrije-beroeps-
beoefenaars alle gelegenheid hebben
mee te doen aan het geliefkoosde
Franse spel van het belastingontdui
ker Vakanties, en reizen, autokosten,
kleding, maaltijden en dergelijke kun
nen gemakkelijk als bedrijfskosten
worden geboekt en van het belast
bare bedrag worden afgetrokken.
'De belastingdruk is hier nauwelijks
progressief. Het is geen kwestie van
een weloverwogen beleid van de rege
ring om de ondernemingslust te be
vorderen, maar doodgewoon de wil
van rechts. De hoogste inkomenstrek
kers zijn hier trouwen wel bekend.
Maar niet de inkomens van de mid
denstand, de handelaars en van de
vrije beroepen. Daar zijn de mogelijk
heden tot belastingontduiking het
grootst', vertelt Antoinette Boegner,
chef-redactrice economische politiek
van het economische weekblad Entre-
prise.
De heftige discussies tijdens de ver
kiezingscampagne over de vraag, hoe
de gestegen nationale welvaart in de
komende periode over de totale bevol
king moet worden verdeeld, is van
het grootste belang voor de uitslag
van de verkiezingen die morgen be
ginnen. De Franse kiezers zullen met
de aanwijzing van hun parlementsle
den kiezen voor het tempo, waarin de
onevenredig verdeelde rijkdom moet
worden gespreid over alle lagen van
de bevolking.