Schrijvers dichter bij
de schooljeugd brengen
dichtbij
Vinkenoog: ze slikken
lang niet alles meer
nTommentaar
uidelijk
Initiatief van Utrechts echtpaar slaat aan:
Er onstaat zelfs
een soort toptien
Sassans aanbod
andbladen maandbladenmaandblad
'ijs
ËR-advies
ter BV's
Beeld van Anton Wachter
llOUW/KWARTET ZATERDAG 24 FEBRUlARI 1973
BINNENLAND TS/K7
T4/
en
18.41
la c
10.00
nisten
unst.
ekslui
Clankt)
ostlud
g aus
15 Ai
VDR:
23.05
uhe p
;skraft
iO Bal
ourna
Joys,
1933.
fracties van KVP, ARP en CHU
de Tweede Kamer hebben gisteren
langdurig dubben eindelijk duide-
[heid verschaft inzake hun rol in de
matieploeg van de heer Burger: ze
)ben de formateur laten weten, dat
i een progressief minderheidskabinet
len laten vallen, als het de moed
hebben, zich ondanks alles te
formeren en voor de Tweede
jspei» mer te verschijnen.
t is niet goed duidelijk, waarom
:e duidelijkheid pas nu wordt gebo-
Als de fracties van KVP, ARP
CHU van het begin af aan van plan
geweest, een minderheidskabinet-
Uyl niet te dulden, dan hadden
dat beter meteen aan informateur
ppert kunnen zeggen. Dan was
d en volk in elk geval veel duister
noei bespaard gebleven. De confes-
nele fractieleiders voeren weliswaar
i, dat zij tijdens een bepaalde fase
de informatie Ruppert wel hebben
igeduid, dat zij een 'rood' minder-
dskabinet niet zouden laten zitten,
8i|ar uit mededelingen en de slotcon-
Jour sie van de informateur zelf moet
rden geconcludeerd, dat er na die
e toch weer enige ruimte voor een
iderheidskabinet-Den Uyl kon wor-
vermoed. Anders had de heer
Act"" PPert trouwens n'et tot zÜn slotsom
ber. uien komen.
n°teEpi ar overigens valt het op zichzelf te
irderen, dat de duidelijkheid nu
ninste is gekomen. Over de inhoud
de mededeling, die de confessio-
iiio S'fract'es gisteravond hebben ge-
ournai n, valt dan natuurlijk nog langdu-
en ul
Merit
door Aukje Holtrop
UTRECHT 'Het onderwijs is vaak zo intellectualistisch, on
danks die moderne expressievakken. Kunstenaars op school, schrij
vers, kunnen daar een mooi tegenwicht tegen bieden. En daarnaast
is het belangrijk de schrijver in de samenleving te integreren.' Zo
omschrijft Anny Matti het uitgangspunt van Schrijvers op school,
een bureau dat lezingen, gastdocentschappen en werkgroepen or
ganiseert van schrijvers op scholen, vormingsinstituten en acade
mies.
te discussiëren. Wat ons betreft is
icht™ r ^an 0°k a"e re(*en toe. Het valt
te ontkennen en wij, van onze
it, hebben dat nooit gedaan dat
polariserende opstelling van PvdA,
van de confessionele fracties heb-
geprovoceerd.
oram* &r met de constatering van dat
is nog niet aangeduid, wat voor ASflVUlling
kabinet er nu wèl moet worden
ormd; zeker niet nu, zoals tijdens
werk van de heer Ruppert tevens
v jebleken, er geen mogelijkheid be-
nfis t tot een hernieuwde samenwer-
Het idee om schrijvers en schooljeugd
met elkaar in contact te brengen is
afkomstig van het Utrechtse schrijvers
echtpaar Anny Matti en Wim Spek
king. Sinds het in januari 1969 vaste
vorm aannam (onder auspiciën van de
Vereniging van Letterkundigen onder
gebracht bij de stichting Doneto, do
cumentatie in Nederland voor toneel)
is het met de schrijvers op school
steeds beter gegaan: in vier jaar wer
den ruim elfhonderd lezingen en les
sen gegeven.
'Het slaat aan. Het stimuleert de be
langstelling voor literatuur. Soms
heel direct, zodat de leerlingen meer
werk gaan lezen van d eauteur die ze
in hun klas gezien hebben, maar na
tuurlijk ook in hef algemeen: boeken,
literatuur, komen dichter bij de leer
lingen. Het contact is voor beide
partijen nuttig: auteurs kunnen met
de consumenten van hun werk praten
en de leerlingen kunnen nu eens
kennismaken met mensen met andere
visies en misschien een andere hou
ding in de maatschappij'.
05 <3(6 met VVD en DS'70, tenzij enige
fessionele kamerleden alsnog van
achten zouden veranderen. Dat
veranderingen, waarop wij niet
ïs.l en, omdat daarmee de oorlog tus-
progressieven en confessionelen
lichtloos zou zijn geworden en de
s op een stabiel meerderheidskabi-
S' voor lange tijd zo goed als verke-
1 zou zijn.
mllncj
het tumult over de Israëlische
:hieting van een Arabisch ver-
•svliegtuig is zelfs koning Hassan
Marokko uit zijn slof geschoten.
zal een troepenmacht van maar
t 'honderden cn honderden' Ma-
kanen naar Syrië sturen, om dit
te helpen verdedigen tegen de
ëlische aanval die Hassan daar
ïenkort zegt te verwachten. Voor-
r een verrassend gebaar want
het i kan veel van Hassan beweren,
n mo'
Ir met dat hij zijn solidariteit met
Arabische broeders in het Midden-
f,?nten °°'t overdreven heeft. Dat het
-Israëlische vuur nu hoog in hem
ipgelaaid, is mogelijk, maar toch
raarschijnlijk genoeg om ruimte te
02 Ju' i voor de veronderstelling, dat zijn
Kt e niet alleen te maken heeft met
verdediging van Syrië.
5 ramn 's ^e^en^' dat Hassan en zijn
dkrachten het met elkaar niet zo
d getroffen hebben. Marokkaanse
tairen zijn in de afgelopen jaren
emaal betrokken geweest bij pogin-
om hun vorst te wippen. Hoe
ia"° mi "6 vertrouwen Hassan nog altijd
anto.
.00 en
uitz.
Noor
erber.
oldat,
uters.
Vaals
Progr
nfilm.
Ie aai i
mei C
Med
Heila.
el In
Nws.
Het gaat overigens helemaal niet di
rect om de persoon van de auteur:
het gaat om hun werk, zegt Anny
Matti, en wat dat betreft kan een
auteur een noodzakelijke aanvulling
zijn op de lessen die ze van hun
leraren Nederlands krijgen. 'Een ar
tistieke aanvulling op het onderwijs.
Auteurs hebben misschien toch iets,
al zijn het natuurlijk gewone mensen,
een iets andere benaderingswijze. Ze
zijn niet zo rechtlijnig, ze maken
variatie in hun leven. Ieder mens
heeft wel iets creatiefs in zich, maar
het raakt bij de meesten in het slop.
De schrijver komt misschien niet op
school om de creativiteit van de leer
lingen te ontwikkelen, dat klinkt wel
wat erg zwaar. Maar het is juist voor
kinderen in deze leeftijd belangrijk
om veel verschillende indrukken op
te doen. Dat ontwikkelt de verdraag
zaamheid en bevordert het begrip
voor anderen. Misschien vinden som
migen helemaal niks aan de schrijvers
die ze op deze manier ontmoeten,
maar dan hebben ze het toch een keer
gezien'.
Schrijvers op school heeft een lijst
gemaakt van auteurs (leden van de
Vereniging van Letterkundigen) die
wel willen optreden, waaruit de scho
len dan een keus kunnen maken.
Financiën vormen daarbij soms een
probleem: de auteurs krijgen voor een
lesuur 115 gulden en als ze twee uur
achter elkaar lesgeven, wordt dat 165
gulden. Dat is voor veel scholen be
zwaarlijk: er is geen aparte begrotings
post waaruit ze deze extraatjes kun
nen bekostigen. 'Er zijn gemeenten
die de scholen tegemoetkomen, maar
in de meeste gevallen is het toch wel
moeilijk. We zouden kunnen bijsprin
gen, als we meer geld tot onze be
schikking hadden.
De scholen die meedoen (en ondanks
het geld is dat een groeiend aantal)
hebben de vrije keus uit de lijst. Dat
leidt tot een soort toptien, een groep
zeer veelgevraagde schrijvers die re
gelmatig op scholen verschijnen. 'Mar-
ga Minco is erg populair en Hella
Haasse. Vinkenoog wordt veel ge
vraagd en, heel typisch, Jaap van der
Merwe komt dit jaar ook op. Dat
heeft natuurlijk te maken met zijn
televisieoptreden. Er zit wel verande
ring in: Paul Biegel, Rein Bloem.
Martin Hartkamp komen sterk naar
voren, J. F. Vogelaar zakt af. Ja, het
is een soort toppop, met de marktme
chanisme'.
Schrijvers op school was aanvankelijk
Anny Matti: artistieke aanvulling
op ons onderwijs
bedoeld voor het voortgezet onder
wijs. Maar de laatste tijd komen er
ook verzoeken vanuit het basisonder
wijs. Kinderboekenschrijvers komen
dan overdag een uur op school en
praten 's avonds met de ouders, geven
voorlichting over kinderboeken.
De leraar
Wat het voortgezet onderwijs betreft:
schrijvers komen op alle 'soorten'
scholen. 'Maar het is moeilijk om te
zeggen hoe hun optreden verschilt
per school. Je hebt misschien bij
mavo's meer vragen als: Hoe lang
bent u getrouwd en zo. Maar eigenlijk
hangt alles af van de leraar. We
hebben een detailhandelsschool waar
prima lessen gegeven worden; terwijl
soms op gymnasia starder over litera
tuur gepraat wordt.
Een goede leraar kan zijn klas en
thousiast maken, en dan doet het er
vaak niet toe wat voor soort leerlin
gen er in die klas zitten. Je zou
hoogstens kunnen zeggen dat leerlin
gen van het beroepsonderwijs minder
leestraining hebben en dat is dan
soms moeilijk voor een auteur. Hoe
wel, ook gymnasiasten lezen niet alle
maal.
Er zijn nu eenmaal kinderen die veel
lezen en kinderen die het weinig
doen. Dat heeft met fantasie te ma
ken, met het verbeeldingsleven van
het kind en niet veel met ontwikke
lingsniveau'.
Het lezen van boeken heeft concur
rentie van de televisie gekregen en
die ontwikkeling is overal merkbaar,
zegt Anny Matti. 'Beeldverhalen spre
ken ieder kind aan, het visuele aspect
gaat overheersen. Dat heeft een wis
selwerking op het lezen, al zal lezen
altijd een rol blijven spelen. Het is
nu één bron van informatie gewor
den. terwijl het vroeger de bron van
informatie bij uitstek was. Het boek
is van zijn troon gestoten, het ver
keert in een crisis. Maar het zal altijd
blijven bestaan, daarvan ben ik over
tuigd. Trouwens, de televisie stimu
leert soms ook het lezen. De Bartjes
vliegen toch maar de deur uit.'
Negatieve reacties hoort het bureau
'Schrijvers op school' niet meer. Wel
in het begin. 'Toen kregen we een
reactie van een Haagse school, dat ze
niet mee wilden doen. omdat de mees
te schrijvers niet deugen. Ja. die
uitspraak is bij ons wel spreekwoorde
lijk geworden. We hebben daarna
nooit meer zoiets gehoord. Nu schrij
ven leerlingen ons wel dat ze dachten
dat schrijvers altijd zo uit de hoogte
deden, maar dat het ook maar gewone
mensen bleken te zijn. Een auteur
heeft toch blijkbaar nog een stigma.
Als hij zich waar kan maken in de
confrontatie met de leerlingen, gaat
het er ook niet meer zo om of ze hem
aardig vinden'.
Volwassenen
En tenslotte nog een project voor
volwassenen: schrijvers op school be
middelt ook bij Kunst in de Kamer,
een project waarbij auteurs in de
huiskamer thuis komen. Daar zitten
dan kleine groepjes bijeen die de
auteur vragen kunnen stellen en pro
blemen voo.- kunnen leggen. 'Er
blijkt behoefte aan te bestaan. Het is
wel een welvaartsverschijnsel, de
mensen hebben er nu wel geld voor
over om een kunstenaar thuis te ha
len. Maar het is toch leuk. Je hebt
het wel op een dorp. waar dan een
ijverige huisvrouw een groep echtpa
ren uitnodigt die aan cultuur willen
doen en met vragen zitten. Nou, als
die mensen die vragen hebben, dan
mogen ze ze toch ook stellen? En dat
kan dan.'
Nws.
19.00
Nws.)
Nws.)
roor
rous.
ids)
cijn leger heeft, kan worden afge-
uit betrouwbare berichten volgens
loekpl, Fe 'skonings troepen niet meer
pikken over munitie (die achter
en grendel wordt gehouden in
Ie door burgers bewaakte depots),
conclusie dringt zich dan ook op,
de voorgestelde export van 'hon
den en honderden' mogelijke op-
"kraaiers wel eens zou kunnen beo-
meer bij te dragen tot de verdedi-
van Hassan zelf dan tot de
snsie van Syrië.
Wat moet een schrijver op school
doen? Dichter en schrijver K.
Schippers: 'Ik zie niets in een
schrijver die voor de klas gaat staan
en pedant of bescheiden uit 'eigen
werk' gaat voorlezen. Alsof je
daarmee iemand enthousiast voor
welk boek dan ook zou kunnen
maken. De enige manier waarop dat
Schrijvers op School-idee zin heeft,
is om te proberen het denken met
puzzels, raadsels, spelletjes of
merkwaardige anecdotes te
activeren. Als een schrijver voor
een klas gaat staan, moet hij
kunnen improviseren en op z'n
minst snel kunnen aantonen dat zijn
ideeën voor een ander goed
bruikbaar of minstens gek of
merkwaardig zijn. Als dat niet lukt,
kan hij net zo goed thuis blijven.
Simon Vinkenoog, een heel ander
soort auteur, zegt, vlak voor een les
die hij op een Amsterdamse
havoschool geeft: 'Tien jaar geleden
sprak ik nogal eens voor studenten
en nu dus regelmatig voor
scholieren. Dat is een enorm
verschil, niet alleen uiterlijk,
kleding en zo, maar vooral de
manier van optreden. Ze slikken
lang niet alles meer'.
Zijn les (hij heeft drie weken
achter elkaar les gegeven in vier
verschillende klassen) is een
combinatie van wat Schippers slecht
en goed noemt; hij leest een stuk
eigen werk voor en toont daarna in
de discussie aan dat hij ideeën en
gedachten heeft die voor de
leerlingen op z'n minst bijzonder
zijn.
Een paar citaten uit zijn stuk: 'Ik
ben een idealist en een utopist,
maar dat waren en zijn niet de
geringsten Wat deed Simon
Vinkenoog in onze klas? Hij was
zichzelf. Was dat alles? Hij kon niet
anders Leer inclusief te
denken, niet tegen maar mét de
ander. Alles tërwille van meer
leefbaarheid, eenheid tegenover
versplintering, helderheid in een
tijd van verwarring Het ga
jullie wel. Jullie zijn lieve kinderen
en als je denkt dat dat niet zo is.
doe er dan wat aan'.
Het vragen stellen na dit
persoonlijke stukje proza komt wat
moeizaam op gang. En dan begint
het met vragen als: Neemt u
zichzelf serieus? (Ja,
verschrikkelijk, zegt SV). U heeft
schijt aan de regels van het spel,
waarom? Als u zegt dat u nietsdoen
soms heerlijk vindt, bent u een
profiteur.
Vinkenoog gaat overal vriendelijk
op in. zegt dat hij eigenlijk niet aan
sport doet, dat hij geen groot
cafébezoeker is, omdat het thuis zo
gezellig is. Hij vindt het prima als
mensen anders denken dan hij en
wil altijd proberen uit te vinden
waarom die mensen anders denken.
Hij vindt het koningshuis best. ook
omdat de koningin in haar
kersttoespraken ongeveer hetzelfde
zegt als hij altijd doet. Hij wil zijn
wereld openleggen voor de
Simon Vinkenoog: mijn wereld openleggen voor de leerlingen
leerlingen en als ze dat een
waardeloze kletswereld vinden, dan
is dat jammer. Eén vraag brengt
Vinkenoog in verwarring: Hoe
vandaleert u? 'Wat is dat', zegt hij.
'komt dat van vandaal? Nou, ik weet
het niet. Ik maak legpuzzels als
hobbie. maar dan maak ik niets
stuk, ik maak juist iets heel'.
Na afloop zeggen een paar kinderen
dat ze graag tot een goed gesprek
hadden willen komen en dat dat
jammer genoeg niet gelukt is. Het
volgende uur in een andere klas
gebeurt dat wel, worden er
indringende vragen gesteld en komt
er een betere discussie van de
grond. De lessen van schrijvers
staan of vallen niet alleen met de
inzet van de schrijver, maar ook
met de inzet van de leerlingen.
Zoals dat wel vaker op school het
geval is.
i Disc,
eek),
ra, t<
Doe.
5 Spol
Jourm J
hoslo'
ournïi
.30 P»
ncert.
eter_
serber.
lm uil
irtrep.
Leut
19.15
1 onze Haagse redactie
N HAAG De SER zal op ver-
k van de regering advies uitbren-
over de richtlijnen van de EEG
r de publikatieplicht van besloten
nootschappen. In het voorstel van
Europese commissies van de EEG
■dt voor de besloten vennootschap
een rukmere publikatieplicht
J rgeschreven dan nu in Nederland
c. dt. Onlangs heeft het PPR-lid Van
111 rkim in de Tweede Kamer geïnter
neerd over de publikatieplicht van
besloten vennootschappen in Ne
tland en bij de internationale con-
,Jns.
ministerraad heeft gisteren het
G-voorstel besproken en besloten
SER advies te vragen. Voor wijzi-
van de wet is het SER-advies
ig. De commissie vennootschaps-
hten onder voorzitterschap van
'f. Van der Grinten heeft inmiddels
;r deze zaak ook een rapport uitge-
zcht.
Pater Hoefnagels is terug met een
portie forse maatschappij-kritiek. Hij
was, alweer ruim tien jaar geleden,
één van de eersten in ons land die de
vakbeweging het spoor terug van de
harmonie naar de klassenstrijd voor
hield. Voor een gewillig gehoor zou
het niet moeilijk zijn deze vrome
pater-jezuïet zelfs af te schilderen als
de geestelijke vader van Arie Groenp-
velt.
In het februari-nummer van 'Streven'
schetst Hoefnagels nu het dilemma
waarin vakbeweging en maatschappij
zich op het ogenblik bevinden. De
maatschappij vraagt om een politiek,
die gericht is op het welzijn van allen
en daarvoor is de medewerking van
de vakbeweging voorwaarde. Echter
de leiders van de vakbeweging kun
nen deze medewerking niet verzeke
ren. Stellen zij zich volkomen loyaal
op ten opzichte van 'het algemeen
belang' dan verliezen zij de greep op
hun achterban en daarmee vervalt
tegelijk de mogelijkheid om reële me
dewerking te verzekeren.
Dat wijst op een fundamentele onge
rijmdheid van onze maatschappelijke
situatie. De op het liberale concurren
tiebeginsel bouwende maatschappij
heeft om te kunnen functioneren de
solidariteit van de werknemers nodig,
zoals deze in de vakbeweging is gerea
liseerd. Maar aan de andere kant
moet de op solidariteit aangewezen
vakbeweging opereren in een maat
schappelijk kader dat juist het tegen
deel van de solidariteit begunstigt,
want deze maatschappij is gebaseerd
op het: Teder voor zich en God voor
ons allen'.
Hoefnagels vraagt zich af hoe in deze
situatie nog een beroep kan worden
gedaan op de maatschappelijke verant
woordelijkheid van een groep burgers
(de werknemers) als dezelfde maat
schappij er niet aan denkt van de
beheerders van het produktiekapitaal
een op het algemeen belang gericht
investeringsbeleid te vragen.
Het is waar dat op lange termijn het
gezamenlijk arbeidersbelang afhangt
van de algemene welvaart van de
maatschappij, maar dat betekent in
Hoefnagels betoog niet dat het alge
mene arbeidersbelang onverbrekelijk
verbonden is met een door kapitaalbe-
langen beheerste maatschappij als de
onze.
'De enige werkelijke oplossing van
onze problemen is een maatschappij
organisatie waarin redelijkerwijze ver
antwoordelijkheid van de arbeiders
gevraagd kan worden voor het alge
meen belang. Voorwaarde daar
voor is dat de belangen van het
kapitaal ondergeschikt zijn aan de
belangen van alle mensen die in ver
houdingen van 'maat-schap' hun leven
moeten ontplooien.'
In hetzelfde nummer van 'Streven'
een uitvoerig pleidooi van de Belgi
sche ethicus Harry Berghs voor het
positief waarderen van het weigeren
van militaire dienst (ook in het be
lang van de krijgsmacht zelf, die
immers alleen maar gediend kan zijn
met gemotiveerde mensen). Berghs
bepleit o.a. verruiming van de moge
lijkheden van dienstweigering in de
Belgische en Nederlandse wet, (want
'als de wetgever wil dat de dienstwei
geraar tegen elke oorlog is, vraagt hij
teveel', gezien de verschillende vor
men van oorlog), maar ook het aan
wezig laten van de dienstweigeraar in
de maatschappij.
De principiële dienstweigeraar 'kan
niet toelaten tot niet gereduceerd te
worden. Hij zoekt immers niet alleen
subjectief de innerlijke vrede van het
geweten; hij wil objectief vrede be
werken in de wereld. Daarom wil hi.i
aanwezig zijn als een levend protest
tegen mensonwaardige structuren, dip
hij wil veranderen.'
In het februari-nummer van het ar
chitectenblad 'Plan' bespreekt Henk
Bakker het boek 'After the Planners'
van de Amerikaanse hoogleraar Ro
bert Goodman (van het MIT in Cam
bridge), waarin de vloer wordt aange
veegd met Amerikaanse en Europese
architectentradities.
Goodman legt in zijn boek de nadruk
op de kleine schaal en de directe
omgeving tegenover de 'vernieuwers'
van steden. Eén van de opmerkelijk
ste conclusies van Bakker echter als
hij de Amerikaanse en de Europese
situatie vergelijkt: 'De Europese en
de Nederlandse cultuurpatronen bie
den aanmerkelijk méér weerstand te
gen schaalvergroting, overheersing
van grote concerns en eenzijdige eco
nomische groei dan in de USA, he*
land van de onbegrensde mogelijkhe
den. Taalbarrières, nationale en regio
nale tradities, historisch gegroeide
landsgrenzen, culturele verschillen in
één bevolking (de Nederlandse verzui
ling!) zij zijn van uit Amerikaans
oogpunt irrationeel en belachelijk.
Maar ze bieden mogelijkheden tot ver
zet tegen de door Goodman gewraakte
ontwikkelingen. Je moet in Nederland
dus heel voorzichtig zijn met de alge
hele verwerping van de bestaande or
de, omdat er in die zelfde orde zoveel
tegenstrijdige elementen en tradities
zitten.'
Simon Vestdijk, de grote Neder
landse romanschrijver die op 23
maart 1971 is overleden, zal in zijn
geboorteplaats Harlingen worden
geëerd met een standbeeld. Op za
terdag 28 april zal het door me
vrouw Vestdijk worden onthuld.
Het standbeeld stelt één van zijn
bekendste romanfiguren voor: An
ton Wachter, een jongen uit Lah-
ringen (duidelijk afgeleid van
Harlingen).
Achter deze figuur gaat de schrij
ver zélf schuil en de beeldhouw
ster Suze Berkhout uit Leeuwar
den heeft dan ook getracht de
trekken van de jonge Vestdijk uit
de tijd waarin hij in Harlingen
naar de HBS ging, aan Anton
Wachter mee te geven. Daarvoor
heeft zij gebruik gemaakt van
jeugdfoto's en bovendien sprak zij
met de vrouw, die als Ina Damman
in het werk van Vestdijk naast
Anton Wachter, voorkomt ('Terug
tot Ina Damman', 1934).
Kort voor zijn dood is Vestdijk
nog eens in Harlingen geweest. Hij
heeft er alleen zijn jeugdjaren
doorgebracht, maar die jaren zijn
op zijn werk ongetwijfeld van in
vloed geweest. Na de Harlinger
tijd heeft hij medicijnen gestu
deerd en hij maakte vele reizen
ondermeer als scheepsarts naar
Oost-Indië. Toch heeft Friesland
hem bij het schrijven van een
aantal boeken uit zijn respectabele
oeuvre geïnspireerd. Eén van zijn
beste romans, 'De koperen tuin'
(1950) speelt in Leeuwarden.
Harlingen heeft het als een plicht
gezien de herinnering aan Vestdijk
in de vorm van een standbeeld te
bewaren. Er is voor dit doel een
centraal comité gevormd en dat gaf
de opdracht voor dit beeld aan
Suze Berkhout, die bekend is door
onder meer de beeldeti van Bartje,
Ot en Sien en Afke's Tiental.
Het beeld zal in het hart van de
stad geplaatst worden op het
kruispunt van de Voorstraat, de
Simon Stijlstraat en de Sint Jacob-
straat. Het komt praktisch vóór
het huis icaarin Simon Vestdijk
gewoond heeft en dat ook herin
nert aan de zeventiende eeuwse
Friese zeeheld Tsjerk Hiddes, die
in het nabije Sexbierum geboren
werd en als admiraal vanuit Har
lingen zijn spectaculaire tochten
ondernam. Voor hem is bij de
Harlinger haven een monument op
gericht.
De plaats waar het standbeeld van
Anton Wachter komt is vooral
aantrekkelijk omdat deze binnen
kort in een gebied, dat uitsluitend
voor voetgangers bestemd is, zal
worden opgenomen.
Het centraal comité, dat het geld
voor het standbeeld heeft ingeza
meld, heeft onder meer subsidies
gekregen van het provinciaal be
stuur, het gemeentebestuur en het
Anjerfonds. Het comité heeft overi
gens niet alleen voor het stand
beeld geijverd; het bereidt ook een
Vestdijk-tentoonstelling in de
schouwburg Trebol voor. Daar zal
veel van het werk van de roman
schrijver te zien zijn en vooral op
zijn relatie met Harlingen zal de
nadruk worden gelegd.
Vestdijk iverd in de Friese haven
stad geboren op 17 oktober 1898
als zoon van een gymnastiekleraar,
die in de kleine gemeenschap op
de voorgrond trad als regisseur
van operettes en die actief aan het
plaatselijk muziekleven deelnam.
De HBS-tijd van Vestdijk in deze
stad is vooral herkenbaar in 'Te
rug tot Ina Damman'. De Friese
literator dr. Anne Wadman heeft
deze roman eens gekarakteriseerd
als 'de geschiedenis van een jeugd
liefde in de tijd van de Harlinger
HBS-erfenis. Die liefde is het won
derlijke product van verwrongen
puberteitsteerheden en eigen in
beelding, beleefd door een voor
zijn jaren zeldzaam intelligente
kleinburgerlijke romanticus.' Vol
gens Wadman geeft Vestdijk een
scherp beeld van het Harlinger
stadsleven in die tijd (zo'n zestig
jaar geleden)
Interessante bijzonderheden over
de Harlinger jaren van de schrij
ver geeft ook het boekje 'Simon
Vestdijk en Lahringen' van Nol
Gregoor.
De beeldhouwster Suze Berkhout
vertelt, dat het beeld 1.85 meter
hoog zal worden. Het is momenteel
bij de bronsgieter, de Rijnlandse
kunstgieterij te Leiden. Het zal op
een klein voetstuk worden ge
plaatst. Anton Wachter wordt uit
gebeeld met schooltas en pet.
'Ik heb geprobeerd een goede gelij
kenis te bereiken aan de hand van
jeugdfoto's,' aldus de beeldhouw-
ster 'Uiteraard heb ik het costuum
van die tijd genomen. De vrouw,
die in het boek Ina Damman was,
heeft me verteld hoe Vestdijk z'n
schooltas droeg en ook over zijn
persoonlijkheid ben ik van haar
heel u-at icijzer geworden. Hij was
bescheiden, bedeesd, een beetje
verlegen. Aan de hand van derge
lijke gegevens kun je zo ongeveer
de houding bepalen. Zelf heb ik
Vestdijk niet bekend, maar ik heb
wel veel van hem gelezen. Ook Ina
Damman natuurlijk. Sommige men
sen vinden het wat taai, maar ik
heb het in de trein opnieuw in
één ruk uitgelezen
Beeldhouwster Suze Berkhout met het ontwerp voor het beeld
van Anton Wachter.
'Ja, dit is het huis met de ondergelopen kelder