Schrijvers dichter bij de schooljeugd brengen dichtbij Vinkenoog: ze slikken lang niet alles meer nTommentaar uidelijk Initiatief van Utrechts echtpaar slaat aan: Er onstaat zelfs een soort toptien Sassans aanbod andbladen maandbladenmaandblad 'ijs ËR-advies ter BV's Beeld van Anton Wachter llOUW/KWARTET ZATERDAG 24 FEBRUlARI 1973 BINNENLAND TS/K7 T4/ en 18.41 la c 10.00 nisten unst. ekslui Clankt) ostlud g aus 15 Ai VDR: 23.05 uhe p ;skraft iO Bal ourna Joys, 1933. fracties van KVP, ARP en CHU de Tweede Kamer hebben gisteren langdurig dubben eindelijk duide- [heid verschaft inzake hun rol in de matieploeg van de heer Burger: ze )ben de formateur laten weten, dat i een progressief minderheidskabinet len laten vallen, als het de moed hebben, zich ondanks alles te formeren en voor de Tweede jspei» mer te verschijnen. t is niet goed duidelijk, waarom :e duidelijkheid pas nu wordt gebo- Als de fracties van KVP, ARP CHU van het begin af aan van plan geweest, een minderheidskabinet- Uyl niet te dulden, dan hadden dat beter meteen aan informateur ppert kunnen zeggen. Dan was d en volk in elk geval veel duister noei bespaard gebleven. De confes- nele fractieleiders voeren weliswaar i, dat zij tijdens een bepaalde fase de informatie Ruppert wel hebben igeduid, dat zij een 'rood' minder- dskabinet niet zouden laten zitten, 8i|ar uit mededelingen en de slotcon- Jour sie van de informateur zelf moet rden geconcludeerd, dat er na die e toch weer enige ruimte voor een iderheidskabinet-Den Uyl kon wor- vermoed. Anders had de heer Act"" PPert trouwens n'et tot zÜn slotsom ber. uien komen. n°teEpi ar overigens valt het op zichzelf te irderen, dat de duidelijkheid nu ninste is gekomen. Over de inhoud de mededeling, die de confessio- iiio S'fract'es gisteravond hebben ge- ournai n, valt dan natuurlijk nog langdu- en ul Merit door Aukje Holtrop UTRECHT 'Het onderwijs is vaak zo intellectualistisch, on danks die moderne expressievakken. Kunstenaars op school, schrij vers, kunnen daar een mooi tegenwicht tegen bieden. En daarnaast is het belangrijk de schrijver in de samenleving te integreren.' Zo omschrijft Anny Matti het uitgangspunt van Schrijvers op school, een bureau dat lezingen, gastdocentschappen en werkgroepen or ganiseert van schrijvers op scholen, vormingsinstituten en acade mies. te discussiëren. Wat ons betreft is icht™ r ^an 0°k a"e re(*en toe. Het valt te ontkennen en wij, van onze it, hebben dat nooit gedaan dat polariserende opstelling van PvdA, van de confessionele fracties heb- geprovoceerd. oram* &r met de constatering van dat is nog niet aangeduid, wat voor ASflVUlling kabinet er nu wèl moet worden ormd; zeker niet nu, zoals tijdens werk van de heer Ruppert tevens v jebleken, er geen mogelijkheid be- nfis t tot een hernieuwde samenwer- Het idee om schrijvers en schooljeugd met elkaar in contact te brengen is afkomstig van het Utrechtse schrijvers echtpaar Anny Matti en Wim Spek king. Sinds het in januari 1969 vaste vorm aannam (onder auspiciën van de Vereniging van Letterkundigen onder gebracht bij de stichting Doneto, do cumentatie in Nederland voor toneel) is het met de schrijvers op school steeds beter gegaan: in vier jaar wer den ruim elfhonderd lezingen en les sen gegeven. 'Het slaat aan. Het stimuleert de be langstelling voor literatuur. Soms heel direct, zodat de leerlingen meer werk gaan lezen van d eauteur die ze in hun klas gezien hebben, maar na tuurlijk ook in hef algemeen: boeken, literatuur, komen dichter bij de leer lingen. Het contact is voor beide partijen nuttig: auteurs kunnen met de consumenten van hun werk praten en de leerlingen kunnen nu eens kennismaken met mensen met andere visies en misschien een andere hou ding in de maatschappij'. 05 <3(6 met VVD en DS'70, tenzij enige fessionele kamerleden alsnog van achten zouden veranderen. Dat veranderingen, waarop wij niet ïs.l en, omdat daarmee de oorlog tus- progressieven en confessionelen lichtloos zou zijn geworden en de s op een stabiel meerderheidskabi- S' voor lange tijd zo goed als verke- 1 zou zijn. mllncj het tumult over de Israëlische :hieting van een Arabisch ver- •svliegtuig is zelfs koning Hassan Marokko uit zijn slof geschoten. zal een troepenmacht van maar t 'honderden cn honderden' Ma- kanen naar Syrië sturen, om dit te helpen verdedigen tegen de ëlische aanval die Hassan daar ïenkort zegt te verwachten. Voor- r een verrassend gebaar want het i kan veel van Hassan beweren, n mo' Ir met dat hij zijn solidariteit met Arabische broeders in het Midden- f,?nten °°'t overdreven heeft. Dat het -Israëlische vuur nu hoog in hem ipgelaaid, is mogelijk, maar toch raarschijnlijk genoeg om ruimte te 02 Ju' i voor de veronderstelling, dat zijn Kt e niet alleen te maken heeft met verdediging van Syrië. 5 ramn 's ^e^en^' dat Hassan en zijn dkrachten het met elkaar niet zo d getroffen hebben. Marokkaanse tairen zijn in de afgelopen jaren emaal betrokken geweest bij pogin- om hun vorst te wippen. Hoe ia"° mi "6 vertrouwen Hassan nog altijd anto. .00 en uitz. Noor erber. oldat, uters. Vaals Progr nfilm. Ie aai i mei C Med Heila. el In Nws. Het gaat overigens helemaal niet di rect om de persoon van de auteur: het gaat om hun werk, zegt Anny Matti, en wat dat betreft kan een auteur een noodzakelijke aanvulling zijn op de lessen die ze van hun leraren Nederlands krijgen. 'Een ar tistieke aanvulling op het onderwijs. Auteurs hebben misschien toch iets, al zijn het natuurlijk gewone mensen, een iets andere benaderingswijze. Ze zijn niet zo rechtlijnig, ze maken variatie in hun leven. Ieder mens heeft wel iets creatiefs in zich, maar het raakt bij de meesten in het slop. De schrijver komt misschien niet op school om de creativiteit van de leer lingen te ontwikkelen, dat klinkt wel wat erg zwaar. Maar het is juist voor kinderen in deze leeftijd belangrijk om veel verschillende indrukken op te doen. Dat ontwikkelt de verdraag zaamheid en bevordert het begrip voor anderen. Misschien vinden som migen helemaal niks aan de schrijvers die ze op deze manier ontmoeten, maar dan hebben ze het toch een keer gezien'. Schrijvers op school heeft een lijst gemaakt van auteurs (leden van de Vereniging van Letterkundigen) die wel willen optreden, waaruit de scho len dan een keus kunnen maken. Financiën vormen daarbij soms een probleem: de auteurs krijgen voor een lesuur 115 gulden en als ze twee uur achter elkaar lesgeven, wordt dat 165 gulden. Dat is voor veel scholen be zwaarlijk: er is geen aparte begrotings post waaruit ze deze extraatjes kun nen bekostigen. 'Er zijn gemeenten die de scholen tegemoetkomen, maar in de meeste gevallen is het toch wel moeilijk. We zouden kunnen bijsprin gen, als we meer geld tot onze be schikking hadden. De scholen die meedoen (en ondanks het geld is dat een groeiend aantal) hebben de vrije keus uit de lijst. Dat leidt tot een soort toptien, een groep zeer veelgevraagde schrijvers die re gelmatig op scholen verschijnen. 'Mar- ga Minco is erg populair en Hella Haasse. Vinkenoog wordt veel ge vraagd en, heel typisch, Jaap van der Merwe komt dit jaar ook op. Dat heeft natuurlijk te maken met zijn televisieoptreden. Er zit wel verande ring in: Paul Biegel, Rein Bloem. Martin Hartkamp komen sterk naar voren, J. F. Vogelaar zakt af. Ja, het is een soort toppop, met de marktme chanisme'. Schrijvers op school was aanvankelijk Anny Matti: artistieke aanvulling op ons onderwijs bedoeld voor het voortgezet onder wijs. Maar de laatste tijd komen er ook verzoeken vanuit het basisonder wijs. Kinderboekenschrijvers komen dan overdag een uur op school en praten 's avonds met de ouders, geven voorlichting over kinderboeken. De leraar Wat het voortgezet onderwijs betreft: schrijvers komen op alle 'soorten' scholen. 'Maar het is moeilijk om te zeggen hoe hun optreden verschilt per school. Je hebt misschien bij mavo's meer vragen als: Hoe lang bent u getrouwd en zo. Maar eigenlijk hangt alles af van de leraar. We hebben een detailhandelsschool waar prima lessen gegeven worden; terwijl soms op gymnasia starder over litera tuur gepraat wordt. Een goede leraar kan zijn klas en thousiast maken, en dan doet het er vaak niet toe wat voor soort leerlin gen er in die klas zitten. Je zou hoogstens kunnen zeggen dat leerlin gen van het beroepsonderwijs minder leestraining hebben en dat is dan soms moeilijk voor een auteur. Hoe wel, ook gymnasiasten lezen niet alle maal. Er zijn nu eenmaal kinderen die veel lezen en kinderen die het weinig doen. Dat heeft met fantasie te ma ken, met het verbeeldingsleven van het kind en niet veel met ontwikke lingsniveau'. Het lezen van boeken heeft concur rentie van de televisie gekregen en die ontwikkeling is overal merkbaar, zegt Anny Matti. 'Beeldverhalen spre ken ieder kind aan, het visuele aspect gaat overheersen. Dat heeft een wis selwerking op het lezen, al zal lezen altijd een rol blijven spelen. Het is nu één bron van informatie gewor den. terwijl het vroeger de bron van informatie bij uitstek was. Het boek is van zijn troon gestoten, het ver keert in een crisis. Maar het zal altijd blijven bestaan, daarvan ben ik over tuigd. Trouwens, de televisie stimu leert soms ook het lezen. De Bartjes vliegen toch maar de deur uit.' Negatieve reacties hoort het bureau 'Schrijvers op school' niet meer. Wel in het begin. 'Toen kregen we een reactie van een Haagse school, dat ze niet mee wilden doen. omdat de mees te schrijvers niet deugen. Ja. die uitspraak is bij ons wel spreekwoorde lijk geworden. We hebben daarna nooit meer zoiets gehoord. Nu schrij ven leerlingen ons wel dat ze dachten dat schrijvers altijd zo uit de hoogte deden, maar dat het ook maar gewone mensen bleken te zijn. Een auteur heeft toch blijkbaar nog een stigma. Als hij zich waar kan maken in de confrontatie met de leerlingen, gaat het er ook niet meer zo om of ze hem aardig vinden'. Volwassenen En tenslotte nog een project voor volwassenen: schrijvers op school be middelt ook bij Kunst in de Kamer, een project waarbij auteurs in de huiskamer thuis komen. Daar zitten dan kleine groepjes bijeen die de auteur vragen kunnen stellen en pro blemen voo.- kunnen leggen. 'Er blijkt behoefte aan te bestaan. Het is wel een welvaartsverschijnsel, de mensen hebben er nu wel geld voor over om een kunstenaar thuis te ha len. Maar het is toch leuk. Je hebt het wel op een dorp. waar dan een ijverige huisvrouw een groep echtpa ren uitnodigt die aan cultuur willen doen en met vragen zitten. Nou, als die mensen die vragen hebben, dan mogen ze ze toch ook stellen? En dat kan dan.' Nws. 19.00 Nws.) Nws.) roor rous. ids) cijn leger heeft, kan worden afge- uit betrouwbare berichten volgens loekpl, Fe 'skonings troepen niet meer pikken over munitie (die achter en grendel wordt gehouden in Ie door burgers bewaakte depots), conclusie dringt zich dan ook op, de voorgestelde export van 'hon den en honderden' mogelijke op- "kraaiers wel eens zou kunnen beo- meer bij te dragen tot de verdedi- van Hassan zelf dan tot de snsie van Syrië. Wat moet een schrijver op school doen? Dichter en schrijver K. Schippers: 'Ik zie niets in een schrijver die voor de klas gaat staan en pedant of bescheiden uit 'eigen werk' gaat voorlezen. Alsof je daarmee iemand enthousiast voor welk boek dan ook zou kunnen maken. De enige manier waarop dat Schrijvers op School-idee zin heeft, is om te proberen het denken met puzzels, raadsels, spelletjes of merkwaardige anecdotes te activeren. Als een schrijver voor een klas gaat staan, moet hij kunnen improviseren en op z'n minst snel kunnen aantonen dat zijn ideeën voor een ander goed bruikbaar of minstens gek of merkwaardig zijn. Als dat niet lukt, kan hij net zo goed thuis blijven. Simon Vinkenoog, een heel ander soort auteur, zegt, vlak voor een les die hij op een Amsterdamse havoschool geeft: 'Tien jaar geleden sprak ik nogal eens voor studenten en nu dus regelmatig voor scholieren. Dat is een enorm verschil, niet alleen uiterlijk, kleding en zo, maar vooral de manier van optreden. Ze slikken lang niet alles meer'. Zijn les (hij heeft drie weken achter elkaar les gegeven in vier verschillende klassen) is een combinatie van wat Schippers slecht en goed noemt; hij leest een stuk eigen werk voor en toont daarna in de discussie aan dat hij ideeën en gedachten heeft die voor de leerlingen op z'n minst bijzonder zijn. Een paar citaten uit zijn stuk: 'Ik ben een idealist en een utopist, maar dat waren en zijn niet de geringsten Wat deed Simon Vinkenoog in onze klas? Hij was zichzelf. Was dat alles? Hij kon niet anders Leer inclusief te denken, niet tegen maar mét de ander. Alles tërwille van meer leefbaarheid, eenheid tegenover versplintering, helderheid in een tijd van verwarring Het ga jullie wel. Jullie zijn lieve kinderen en als je denkt dat dat niet zo is. doe er dan wat aan'. Het vragen stellen na dit persoonlijke stukje proza komt wat moeizaam op gang. En dan begint het met vragen als: Neemt u zichzelf serieus? (Ja, verschrikkelijk, zegt SV). U heeft schijt aan de regels van het spel, waarom? Als u zegt dat u nietsdoen soms heerlijk vindt, bent u een profiteur. Vinkenoog gaat overal vriendelijk op in. zegt dat hij eigenlijk niet aan sport doet, dat hij geen groot cafébezoeker is, omdat het thuis zo gezellig is. Hij vindt het prima als mensen anders denken dan hij en wil altijd proberen uit te vinden waarom die mensen anders denken. Hij vindt het koningshuis best. ook omdat de koningin in haar kersttoespraken ongeveer hetzelfde zegt als hij altijd doet. Hij wil zijn wereld openleggen voor de Simon Vinkenoog: mijn wereld openleggen voor de leerlingen leerlingen en als ze dat een waardeloze kletswereld vinden, dan is dat jammer. Eén vraag brengt Vinkenoog in verwarring: Hoe vandaleert u? 'Wat is dat', zegt hij. 'komt dat van vandaal? Nou, ik weet het niet. Ik maak legpuzzels als hobbie. maar dan maak ik niets stuk, ik maak juist iets heel'. Na afloop zeggen een paar kinderen dat ze graag tot een goed gesprek hadden willen komen en dat dat jammer genoeg niet gelukt is. Het volgende uur in een andere klas gebeurt dat wel, worden er indringende vragen gesteld en komt er een betere discussie van de grond. De lessen van schrijvers staan of vallen niet alleen met de inzet van de schrijver, maar ook met de inzet van de leerlingen. Zoals dat wel vaker op school het geval is. i Disc, eek), ra, t< Doe. 5 Spol Jourm J hoslo' ournïi .30 P» ncert. eter_ serber. lm uil irtrep. Leut 19.15 1 onze Haagse redactie N HAAG De SER zal op ver- k van de regering advies uitbren- over de richtlijnen van de EEG r de publikatieplicht van besloten nootschappen. In het voorstel van Europese commissies van de EEG ■dt voor de besloten vennootschap een rukmere publikatieplicht J rgeschreven dan nu in Nederland c. dt. Onlangs heeft het PPR-lid Van 111 rkim in de Tweede Kamer geïnter neerd over de publikatieplicht van besloten vennootschappen in Ne tland en bij de internationale con- ,Jns. ministerraad heeft gisteren het G-voorstel besproken en besloten SER advies te vragen. Voor wijzi- van de wet is het SER-advies ig. De commissie vennootschaps- hten onder voorzitterschap van 'f. Van der Grinten heeft inmiddels ;r deze zaak ook een rapport uitge- zcht. Pater Hoefnagels is terug met een portie forse maatschappij-kritiek. Hij was, alweer ruim tien jaar geleden, één van de eersten in ons land die de vakbeweging het spoor terug van de harmonie naar de klassenstrijd voor hield. Voor een gewillig gehoor zou het niet moeilijk zijn deze vrome pater-jezuïet zelfs af te schilderen als de geestelijke vader van Arie Groenp- velt. In het februari-nummer van 'Streven' schetst Hoefnagels nu het dilemma waarin vakbeweging en maatschappij zich op het ogenblik bevinden. De maatschappij vraagt om een politiek, die gericht is op het welzijn van allen en daarvoor is de medewerking van de vakbeweging voorwaarde. Echter de leiders van de vakbeweging kun nen deze medewerking niet verzeke ren. Stellen zij zich volkomen loyaal op ten opzichte van 'het algemeen belang' dan verliezen zij de greep op hun achterban en daarmee vervalt tegelijk de mogelijkheid om reële me dewerking te verzekeren. Dat wijst op een fundamentele onge rijmdheid van onze maatschappelijke situatie. De op het liberale concurren tiebeginsel bouwende maatschappij heeft om te kunnen functioneren de solidariteit van de werknemers nodig, zoals deze in de vakbeweging is gerea liseerd. Maar aan de andere kant moet de op solidariteit aangewezen vakbeweging opereren in een maat schappelijk kader dat juist het tegen deel van de solidariteit begunstigt, want deze maatschappij is gebaseerd op het: Teder voor zich en God voor ons allen'. Hoefnagels vraagt zich af hoe in deze situatie nog een beroep kan worden gedaan op de maatschappelijke verant woordelijkheid van een groep burgers (de werknemers) als dezelfde maat schappij er niet aan denkt van de beheerders van het produktiekapitaal een op het algemeen belang gericht investeringsbeleid te vragen. Het is waar dat op lange termijn het gezamenlijk arbeidersbelang afhangt van de algemene welvaart van de maatschappij, maar dat betekent in Hoefnagels betoog niet dat het alge mene arbeidersbelang onverbrekelijk verbonden is met een door kapitaalbe- langen beheerste maatschappij als de onze. 'De enige werkelijke oplossing van onze problemen is een maatschappij organisatie waarin redelijkerwijze ver antwoordelijkheid van de arbeiders gevraagd kan worden voor het alge meen belang. Voorwaarde daar voor is dat de belangen van het kapitaal ondergeschikt zijn aan de belangen van alle mensen die in ver houdingen van 'maat-schap' hun leven moeten ontplooien.' In hetzelfde nummer van 'Streven' een uitvoerig pleidooi van de Belgi sche ethicus Harry Berghs voor het positief waarderen van het weigeren van militaire dienst (ook in het be lang van de krijgsmacht zelf, die immers alleen maar gediend kan zijn met gemotiveerde mensen). Berghs bepleit o.a. verruiming van de moge lijkheden van dienstweigering in de Belgische en Nederlandse wet, (want 'als de wetgever wil dat de dienstwei geraar tegen elke oorlog is, vraagt hij teveel', gezien de verschillende vor men van oorlog), maar ook het aan wezig laten van de dienstweigeraar in de maatschappij. De principiële dienstweigeraar 'kan niet toelaten tot niet gereduceerd te worden. Hij zoekt immers niet alleen subjectief de innerlijke vrede van het geweten; hij wil objectief vrede be werken in de wereld. Daarom wil hi.i aanwezig zijn als een levend protest tegen mensonwaardige structuren, dip hij wil veranderen.' In het februari-nummer van het ar chitectenblad 'Plan' bespreekt Henk Bakker het boek 'After the Planners' van de Amerikaanse hoogleraar Ro bert Goodman (van het MIT in Cam bridge), waarin de vloer wordt aange veegd met Amerikaanse en Europese architectentradities. Goodman legt in zijn boek de nadruk op de kleine schaal en de directe omgeving tegenover de 'vernieuwers' van steden. Eén van de opmerkelijk ste conclusies van Bakker echter als hij de Amerikaanse en de Europese situatie vergelijkt: 'De Europese en de Nederlandse cultuurpatronen bie den aanmerkelijk méér weerstand te gen schaalvergroting, overheersing van grote concerns en eenzijdige eco nomische groei dan in de USA, he* land van de onbegrensde mogelijkhe den. Taalbarrières, nationale en regio nale tradities, historisch gegroeide landsgrenzen, culturele verschillen in één bevolking (de Nederlandse verzui ling!) zij zijn van uit Amerikaans oogpunt irrationeel en belachelijk. Maar ze bieden mogelijkheden tot ver zet tegen de door Goodman gewraakte ontwikkelingen. Je moet in Nederland dus heel voorzichtig zijn met de alge hele verwerping van de bestaande or de, omdat er in die zelfde orde zoveel tegenstrijdige elementen en tradities zitten.' Simon Vestdijk, de grote Neder landse romanschrijver die op 23 maart 1971 is overleden, zal in zijn geboorteplaats Harlingen worden geëerd met een standbeeld. Op za terdag 28 april zal het door me vrouw Vestdijk worden onthuld. Het standbeeld stelt één van zijn bekendste romanfiguren voor: An ton Wachter, een jongen uit Lah- ringen (duidelijk afgeleid van Harlingen). Achter deze figuur gaat de schrij ver zélf schuil en de beeldhouw ster Suze Berkhout uit Leeuwar den heeft dan ook getracht de trekken van de jonge Vestdijk uit de tijd waarin hij in Harlingen naar de HBS ging, aan Anton Wachter mee te geven. Daarvoor heeft zij gebruik gemaakt van jeugdfoto's en bovendien sprak zij met de vrouw, die als Ina Damman in het werk van Vestdijk naast Anton Wachter, voorkomt ('Terug tot Ina Damman', 1934). Kort voor zijn dood is Vestdijk nog eens in Harlingen geweest. Hij heeft er alleen zijn jeugdjaren doorgebracht, maar die jaren zijn op zijn werk ongetwijfeld van in vloed geweest. Na de Harlinger tijd heeft hij medicijnen gestu deerd en hij maakte vele reizen ondermeer als scheepsarts naar Oost-Indië. Toch heeft Friesland hem bij het schrijven van een aantal boeken uit zijn respectabele oeuvre geïnspireerd. Eén van zijn beste romans, 'De koperen tuin' (1950) speelt in Leeuwarden. Harlingen heeft het als een plicht gezien de herinnering aan Vestdijk in de vorm van een standbeeld te bewaren. Er is voor dit doel een centraal comité gevormd en dat gaf de opdracht voor dit beeld aan Suze Berkhout, die bekend is door onder meer de beeldeti van Bartje, Ot en Sien en Afke's Tiental. Het beeld zal in het hart van de stad geplaatst worden op het kruispunt van de Voorstraat, de Simon Stijlstraat en de Sint Jacob- straat. Het komt praktisch vóór het huis icaarin Simon Vestdijk gewoond heeft en dat ook herin nert aan de zeventiende eeuwse Friese zeeheld Tsjerk Hiddes, die in het nabije Sexbierum geboren werd en als admiraal vanuit Har lingen zijn spectaculaire tochten ondernam. Voor hem is bij de Harlinger haven een monument op gericht. De plaats waar het standbeeld van Anton Wachter komt is vooral aantrekkelijk omdat deze binnen kort in een gebied, dat uitsluitend voor voetgangers bestemd is, zal worden opgenomen. Het centraal comité, dat het geld voor het standbeeld heeft ingeza meld, heeft onder meer subsidies gekregen van het provinciaal be stuur, het gemeentebestuur en het Anjerfonds. Het comité heeft overi gens niet alleen voor het stand beeld geijverd; het bereidt ook een Vestdijk-tentoonstelling in de schouwburg Trebol voor. Daar zal veel van het werk van de roman schrijver te zien zijn en vooral op zijn relatie met Harlingen zal de nadruk worden gelegd. Vestdijk iverd in de Friese haven stad geboren op 17 oktober 1898 als zoon van een gymnastiekleraar, die in de kleine gemeenschap op de voorgrond trad als regisseur van operettes en die actief aan het plaatselijk muziekleven deelnam. De HBS-tijd van Vestdijk in deze stad is vooral herkenbaar in 'Te rug tot Ina Damman'. De Friese literator dr. Anne Wadman heeft deze roman eens gekarakteriseerd als 'de geschiedenis van een jeugd liefde in de tijd van de Harlinger HBS-erfenis. Die liefde is het won derlijke product van verwrongen puberteitsteerheden en eigen in beelding, beleefd door een voor zijn jaren zeldzaam intelligente kleinburgerlijke romanticus.' Vol gens Wadman geeft Vestdijk een scherp beeld van het Harlinger stadsleven in die tijd (zo'n zestig jaar geleden) Interessante bijzonderheden over de Harlinger jaren van de schrij ver geeft ook het boekje 'Simon Vestdijk en Lahringen' van Nol Gregoor. De beeldhouwster Suze Berkhout vertelt, dat het beeld 1.85 meter hoog zal worden. Het is momenteel bij de bronsgieter, de Rijnlandse kunstgieterij te Leiden. Het zal op een klein voetstuk worden ge plaatst. Anton Wachter wordt uit gebeeld met schooltas en pet. 'Ik heb geprobeerd een goede gelij kenis te bereiken aan de hand van jeugdfoto's,' aldus de beeldhouw- ster 'Uiteraard heb ik het costuum van die tijd genomen. De vrouw, die in het boek Ina Damman was, heeft me verteld hoe Vestdijk z'n schooltas droeg en ook over zijn persoonlijkheid ben ik van haar heel u-at icijzer geworden. Hij was bescheiden, bedeesd, een beetje verlegen. Aan de hand van derge lijke gegevens kun je zo ongeveer de houding bepalen. Zelf heb ik Vestdijk niet bekend, maar ik heb wel veel van hem gelezen. Ook Ina Damman natuurlijk. Sommige men sen vinden het wat taai, maar ik heb het in de trein opnieuw in één ruk uitgelezen Beeldhouwster Suze Berkhout met het ontwerp voor het beeld van Anton Wachter. 'Ja, dit is het huis met de ondergelopen kelder

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1973 | | pagina 7