De parabel
van de watertoren
Wim, heb je nog blaadjes....?
vandaag
Beroepliigs-
werk
doov A. J. Klei
0
Bezetting wereldraad
kantoor opgeheven
TROUW/KWARTET ZATERDAG 24 FEBRUARI 1973
KERK T2/10
Ds. M. van den Bosch te Goes was de voorzitter van de commissie uit
de hervormde synode, die de 'Overwegingen over het belijden, leven en
werken van de Nederlandse Hervormde Kerk' ontwierp. In bijgaand artikel
leidt hij dit stuk in. De 'Overwegingen' zijn ten dienste van bespreking
in kerkeraden en kringen te bestellen door één gulden per exemplaar
te storten op girorekening 50292 van de quaestor-generaal van de
hervormde kerk (met vermelding: Overwegingen).
Tussen de steil-verticaal oprijzen
de toren van Kloetinge en het
kerkgebouw van mijn Goese wijk-
gemeente, dat meer horizontale
aspiraties heeft, staat een oude
watertoren. Van de provinciale
weg af, die zich door Goes slin
gert, is dit witte reservoir op ijle,
stalen poten duidelijk te zien.
Breedgemeten woon ik daar on
der. Piekerend over de impasse,
waarin ook de hervormde kerk
door de alom toegenomen polari
satie verkeert, wordt mijn blik
ongemerkt omhoog getrokken
naar dat witte gevaarte boven mij.
Opeens besef ik waarom. Ik word
immers gekweld door de contro
verse, die rondom het Getuigenis
ontstaan is tussen de meer verti
caal en de sterker horizontaal in
gestelde gelovigen in de kerk. Die
blikvanger van een watertoren
stelt mij evenwel voor ogen hoe
verticale pressie en horizontale
inzet met een vruchtbaar effect
verzoend kunnen worden.
De watertoren met zijn oude vormen
is een reservoir, waarin het voor de
mensen onontbeerlijke water zuiver
wordt bewaard op zo'n hoogte, dat het
onder dc nodige druk door de leidin
gen naar de huizen gestuwd kan wor
den. Dit alles heeft slechts zin wan
neer tegelijk op dat woonvlak een
breed net van buizen wordt onderhou
den en uitgebreid in de richting van
nieuw-ontgonnen gebieden. Het sa
menspel tussen de afdeling 'productie
en onderhoud' en de werkgroep 'dis
tributie en nieuwe werken' in het
waterleidingbedrijf is zelfs zo zeer op
elkaar afgestemd dat er geen nieuwe
leidingen worden gelegd of er moet
een aan de eisen voldoend reservoir
voor aanwezig zijn. Omgekeerd wordt
er geen water uit een toren naar een
woondistrikt gezonden zonder dat de
juiste druk daarvoor is uitgekiend.
Minder dan twee meter waterkolom-
druk is altijd te laag. Bij meer dan
tien meter worden de mensen bij het
openen van hun kraan weggespoten.
Voor ik het weet is de watertoren en
de bedrijvigheid daaromheen voor mij
een parabel geworden van een zinvol
kerkelijk leven anno 1973. Een gelij
kenis, die voor zichzelf spreekt. Het is
de apostolische roeping van de chris
tenen ten dienste te staan van het
Water des Levens, dat klaterend en
verfrissend de mensen in de wereld
wil bereiken om hen en hun omge
ving te vernieuwen. Het moet tegen
die achtergrond schuldige dwaasheid
genoemd worden, dat zij, die in de kerk
de zuiverheid en hoge herkomst van
dat Water des Levens willen behoe
den en anderen, die allereerst bezorgd
zijn om de horizontale doorwerking
daarvan, door gebrek aan begrip tegen
over elkaar komen te staan. De wa
tertoren verrijst voor ons als een
waarschuwend signaal!
Discussiestuk
Stel u de volgende extreme situatie
voor. In een waterleidingbedrijf ko
men werklieden voor, die doordra
vend in een zelfgekozen schema bui
zen leggen zonder attent te zijn op
een degelijke aansluiting op het wa
terreservoir en op de juiste druk. Uit
reaktie gaan personeelsleden van de
andere afdeling zo sterk de vertikale
lijn benadrukken, dat zij omwille van
de zuiverheid het waterreservoir drei
gen af te sluiten van de woonwereld
en de hoogtedruk te ver opvoeren.
Wanneer dat bedrijf toch al in span
ning verkeert over de vraag of het de
wereld daarbuiten wel op de geëigen
de wijze van voldoende water kan
voorzien, dreigt er door de voorko
mende extremiteiten een paniek te
ontstaan, die hele afdelingen via een
heilloze polarisatie tegen elkaar in
het harnas jaagt. Een goede directie
zal in zo'n situatie niet volstaan met
een officiële verklaring, waarin uit
eengezet wordt hoe vertikale zorg en
horizontale arbeid op elkaar aangewe
zen zijn.
Zeker zo belangrijk is dan dat de
betreffende afdelingen aan de hand
van een verhelderende nota samen
rond de tafel komen te zitten en
elkaar vinden omwille van de water
voorziening en de mensen, die daar
van leven moeten.
Zo juist is van de kant van de synode
der hervormde kerk een discussie-stuk
verschenen naar aanleiding van het
Getuigenis. Het draagt de titel: 'Over
wegingen over het belijden, leven en
werken van de Nederlandse Hervorm
de Kerk'.
Dit geschrift wil dezelfde funktie ver
vullen als de bovengenoemde directie
nota voor het gesprek van de rich
tingen binnen het waterleidingbedrijf.
De synode zag in haar novcmber-
vergadering af van het zenden van
een officiële verklarende en bemoedi
gende boodschap aan de gemeenten,
maar koos bewust voor het aanbieden
van een discussie-nota. Ik geloof dat
daarmee een belangrijke kans gegre
pen werd. Op zijn minst is daarmee
de schijn van een kerkelijk triomfalis
me en van een autoritair synodaal
eenrichtingsverkeer vermeden.
De nu verschenen Overwegingen zijn
een uitnodiging aan alle ambtsdragers
en gemeenteleden deze kans uit te
buiten. Sinds de hoogeerwaarde da
mes en heren, die leiding behoren te
geven, zo duidelijk hebben laten blij
ken hoe moeilijk zij de polarisatie
officieel kunnen bezweren en hoe wei
nig zij in deze van boven af willen
opleggen, is het zaak dat de kerk zelf
over de hele linie loskomt. Stelde dr.
O. Noordmans niet voor dat de hele
kerk met behoud van haar presbyteri-
aal-synodale struktuur in conferentie
zou gaan? Omwille van het Water des
Levens en de wereld, die daarvan
leven moet, is een nieuw kerkelijk
gesprek in gemeente, classis, provin
cie en land vandaag onontbeerlijk.
Als nu het grondvlak eens loskwam
als bij de algemene kerkvergadering...!
Juist uitgangspunt
Uiteraard kan men betwijfelen of de
discussie-nota die de hervormde syno
de nu als Overwegingen ter beschik
king stelt, een jiiist uitgangspunt en
goed geleide voor een gesprek tussen
voor- en tegenstanders van het Getui
genis biedt. Vooral de onverdeelde
bewonderaars van dat laatste hebben
al laten weten dat zij in het synodale
stuk weinig hoopgevends kunnen ont
dekken. Graag breek ik als gewezen
voorzitter van de commissie, die het
geschrift ontwierp toch juist tegeno
ver hen een lans voor de Overwegin
gen.
De teleurstelling, die zowel in het
Hervormd Weekblad als in De Waar
heidsvriend met betrekking tot het
synodale stuk geuit werd, komt voort
uit het feit, dat men er zo weinig van
de zeven geloofspunten van het Getui
genis in terugvindt. Ik maak er even
wel opmerkzaam op dat de synode bij
haar besluit van november 1971 haar
erkentelijkheid voor het geschrift van
prof. dr. G. C. van Niftrik c.a. aller
eerst toonde door de hoop uit te
spreken dat het Getuigenis zelf in
brede kringen gelezen zou worden.
Zeker nadat ds. M. Groenenberg in
de synode van februari 1972 nog
eens beklemtoond had dat het
Getuigenis niet hekommentarieerd
hoefde te worden, omdat het zelfstan
dig zijn werk al had gedaan, bleef
onze commissie weinig over dan een
concentratie op het haar voorgelegde
hoofdprobleem van de verhouding
van kerkelijk belijden en christelijk
leven in de maatschappij. Ik wil er
dus in goed vertrouwen op begrip
vanuit gaan, dat het Getuigenis eigen
standig mee blijft spreken in de dis
cussie. die de synodale nota wenst te
dienen.
Medegeroepenen
Mijns inziens heeft het nu door de
synode aangeboden stuk vanuit lie*
Evangelie grondig gelijk wanneer
het vertikaal-verontrusten en horizon
taal-geïnteresseerden oproept het
vriend-vijand-model van de polarisatie
in te ruilen voor een visie, waarbij
we samen naar Gods Woord luisteren
en in de andere gelovige de medege
roepene zien.
Wat in het tweede hoofdstuk van de
Overwegingen over het belijden van de
kerk gezegd wordt is niet minder
straf dan de taal, die in het Getuige
nis wordt gebruikt. Ik meen wel dat
de toon priesterlijker is en de vorm
geconcentreerder. Maar de afwijzing
van alle menselijke autonomie in de
theologie en van alle vereenzelviging
van Gods openbaring in Christus met
de bestaande orde of omverwerping
daarvan is vierkant en klaar. De lof
zang op Gods initiatieven en de eis
ons daartoe persoonlijk te bekeren
klinkt duidelijk door voor wie lezen
kan. Toegegeven moet worden dat de
vertikale lijn in het synodaal ge
schrift niet die allesbeheersende in
druk maakt als in het protest van
Van Niftrik c.s. Maar werd daarin
dan ook de dogmatiek niet scheef
getrokken om voor één hartekreet
aandacht te vragen? Laat er gespro
ken worden over de vraag of de
Overwegingen niet een evenwichtiger
en meer verantwoord kader voor het
belijden bieden, wat ik geloof?
Het derde hoofdstuk, dat theologisch
steunt op de in het slotkapittel gege
ven uitleg van psalm 12, stelt de
verantwoordelijkheid van de christen
in de wereld aan de orde. Onomwon
den wordt gesteld, wat velen in de
praktijk ervaren: dat we n.l. leven in
een godloze cultuur, waar voor bijbel
se gerechtigheid en evangelisch offer
geen ruimte is. Omdat Gods genade
voor zondaren een nieuwe weg open
legt, wordt de gelovige een navolging
van Christus toegeschreven, die ook de
vormen van onze samenleving doet
kraken.
Waar het om gaat
Waar alles in het aangeboden discus
sie-stuk om draait, is of we niet
samen met onze vertikale of horizon
tale interesse geroepen zijn de boze
macht van daadloze woorden en
woordloze daden te overwinnen. Er
valt te discussiëren over de vraag
welk gevaar van de twee in onze situa
tie groter is en welke extremiteit het
meest bestreden moet worden. Daar
om mogen er ook modaliteiten zijn,
die hun eigen accentuering in het
belijden leggen.
Beslissend zal wezen of we met onze
verschillende 'afdelingen' zozeer ge
meente van de vleesgeworden en ver
rezen Here Jezus zijn, dat we eikaars
lasten dragen en dus eikaars bewogen
heden overnemen. Dan zal hij, die
zich vooral horizontaal-maatschappe
lijk inzet, volledig openstaan, voor de
noodzaak aangesloten te zijn op de
stuwende Bron, die nabij is. Evenzeer
zal de ander, die vertikaal-theologisch
gericht staat op die Bron, zich veront
rust gaan bezighouden met de hori
zontale doorstroming van het Water
des Levens en met de maatschappelij
ke vernieuwing van Gods mensenwe
reld.
Professor van Itterzon en de heer
Wijkstra, dominee Buskes en profes
sor Jonker zouden elkaar en ons in
de hitte van het debat een beker
koud water reiken wanneer zij dit
samen realiseren.
De polarisatie in ons midden kan I
wijken.
Een eenvoudige watertoren tussen
twee Zeeuwse kerken herinnert
daaraan!
r
DE VREEMDELING
Het verhaal van Isaak bij de Filis
nen is één van de weinige verhaj
waarin Isaak de hoofdrol speelt.
eerder merkten wij op hoe deze
vader tussen zijn vader Abraham
zijn zoon Jakob een beetje in ra
schaduw staat. Dat komt zelfs h om
duidelijk uit. Tot acht keer toe v
de naam Abraham. Er is hongersncl'
en dat noopt Isaak tot emigrate
Waarheen? Niet naar Egypte, 1
God hem weten. Hij moet maar
Gerar een plek zien te vinden,
dat herinnert, met de naam van'
koning, Abimelch, aan Abraham, i
belooft Isaak zijn hulp en de ze{
van zijn vader Abraham. En helem
overhuift diens naam het bestaan i
Isaak, als God zegt dat Hij die zeg
zal geven, 'omdat Abraham naar 1
geluisterd en mijn dienst in a an
genomen heeft'. De gezegei
vreemdeling in Gerar (ook van EI
stam Ger=vreemdeling). Intus! ee]
heeft dat 'omdat' wel eens vragen dc
rijzen. Is Abrahams trouw aan dr11
God de bewerkende oorzaak voor er'
zegen van zijn zoon? Zo sterk zal ngi
niet gezegd kunnen worden. De ze300
over Isaak was, om zo te zeggen al
die van Abraham ingebouwd. Het 132
er in. Waarom dan toch die vern
ding van Abrahams trouw en geho ,f
zaamheid? Het enige antwoord 1
zijn, dat de onderwijzing ons hier
leren dat God een God is die 'in
lijn der geslachten' werkt. Zo zout
we het vroeger zeer beslist gez«
hebben en het geeft ook precies w
wat de bedoeling is. Het geldt he,.
een verbond 'met uw nageslac
Daar zit een stuk troost in. Hij erc
niet veranderd. Goed, dit mag ng
speciale aartsvaderlijke zegen ziin
maar Hij is dezelfde. Ook voor vad l0£
en moeders met hun kinderen i h!
vandaag. Dat ligt vandaag wat moei n 1
ker. De werkelijkheid die wij zien !rs
vaak anders en voor sommigen ens
drietig. Soms zien we onze kindei,u
als vreemdelingen in een vreemd h' 21
en minder beschermd en veilig t
Isaak in Gerar. Maar toch zal er ni ®:ai
anders op zitten, dan dat we aan
gegeven vast houden. Hij is zo'n G
Misschien wacht Hij tot wij tot H
komen, om zo te zeggen, met o V
hand op dit woord. En misschien i
er dan nog wat bij gezegd miJ
worden. Dat weten ouders zelf
wel. (Genesis 26, 1-6). Ber
De man, die zich versprak.
Zij: Ik zat ook van die lippen-pommade koopen. die Kitty altijd gebruikt.
Hij (veïslroold): Jk zou het maar niet doen. Het smaakt afschuwelijk!
(London CoUxno
- Sommige runnen lijn nel «ls sigaren. Je moet ze niet uil laten gaanl -
Het lyceum dat ik bezocht, had geen
speciaal lokaal voor de overblijvers
en wij, de jongetjes van buiten,
moesten tussen de middag elders in
het deftige dorp onderdak vinden.
Het werd gewoonte dat we ons
brood opaten in de restauratie van
het tramstation. Het was er warm
en droog, je kreeg voor een
habbekrats een glas melkchocola
èn.je had er 'blaadjes'.
De man die bediende heette Wim:
Hij was een magere vent met altijd
een pet op en met een merkwaardig
rode gelaatskleur, iets wat je eerder
bij een dik iemand zou verwachten.
Als Wim onze vertering had
gebracht, vroegen wij steevast:
'Wim, heb je nog blaadjes.
Wim knikte dan van ja hij zei
nooit veel en legde een stapeltje
weinig zwaartillende lectuur bij ons
neer: De Lach, 't Amusantje en
Piccolo. Dat waren wel de
voornaamste der door ons begeerde
blaadjes. Van de beide laatste weet
ik weinig meer, ik ben zelfs niet
eens zeker of de namen goed zijn,
maar De Lach was onze favoriet.
Over De Lach deed je het langst.
Vóór je het van thuis meegebrachte
pakje brood openmaakte, bladerde je
het hele blad door om de loslopende
mopjes te bekijken en te lezen, dan
nam je de dubbele pagina
Lachfilmpjes voor je (een zéé van
grappen en tekeningen), een
vervolgens graaide je een
boterham uit je trommeltje.en
tenslotte kon je ongehinderd (want
je hoefde niet meer omslaan)
beginnen aan de gecombineerde
consumptie van stoffelijk en
geestelijk voedsel.
Zo heeft De Lach een paar jaar lang
een integrerend bestanddeel van
mijn leven uitgemaakt. Er was
niemand in de buurt om ons te
vertellen dat onze zinnen wel eens
geprikkeld zouden kunnen worden
door het weliswaar nog weinige,
maar toch wel schalkse bloot (zes
meisjes, op de blote rug
gekiekt, gestoken in bakkersmuts en
lange witte broek, kijken ons
verleidelijk aan en het onderschrift
jubelt: "t Is voor den bakker!').
Ook kwam geen mens ons vertellen
dat wij waarempel toch wel konden
weten dat er andere uitingen van
esprit te koop waren dan
dijenkletsers als: 'Och dokter, ik had
graag dat mijn man van 't jaar met
me naar Italië reist. Welke ziekte
kunt u me aanraden?'
We lazen de blaadjes die Wim naast
onze dubbele boterhammen met kaas
neervleide volstrekt onbevangen.
Tussen de middag vonden we de lol
van De Lach niet laagstaand en op
school vonden we de avonturen van
Odysseus niet hoogstaand. We
beleden op z'n best met de mond
dat onze blaadjes na een week in de
prullemand verdwenen en dat
Homerus de eeuwen verduurde.
Maar. zoals gezegd, geen sterveling
vroeg ons om een getuigenis.
Daarna is De Lach uit mijn leven
verdwenen. De kapper die ik had
(hij-heeft in deze langharige tijd
zijn winkel moeten sluiten, helaas),
wou 'die rommel' niet en zette zijn
cliëntèle uitsluitend Ons Amsterdam
en De Groene voor. Uit wat ik in de
krant las begreep ik dat De Lach de
bakkermutsen en zo wegliet, gans
blote meisjes in een wei neerlegde en
daarna op een divan (dus zonder
beschermende grassprieten), maar
tenslotte toch de strijd tegen de
sexbladen moest opgeven.
Dank zij uitgeverij Skarabee ln
Laren (N.H.) kan ik nu toch nog
afscheid nemen van De Lach, want
in.de Skarabee Facsimile-reeks
kwam uit: 'Dc Lach Een
fascinerende selectie uit de
jaargangen 1924-1972', samengesteld
door Leonard de Vries (na de
inleiding van Ad van den Ouden,
oud-hoofdredacteur van De Lach
krijg je ruim 150 pagina's uit vele
jaargangen van dit 'blaadje'; prijs
19,90). Het kan inmiddels
duidelijk zijn dat bij het
doorbladeren van dit boek mijn
gedachten zich vermenigvuldigden:
Wim. heb je nog blaadjes.
Wat ik niet wist is dat De Lach als
ordentelijk familieblad begonnen is.
compleet met rubrieken 'Voor onze
kleuters' en 'Voor moeder de
vrouw'. Vooral van de laatste werd
veel werk gemaakt, getuige het
'Aanschouwelijk onderricht in
beschaafde vormen' en ik heb
zorgvuldig waargenomen 'Hoe een
dame een zakdoek moet oppakken
en hoe ze het.niet moet doen'.
Maar ja, dit is een schrale troost
voor degenen die betreuren dat de
ontwikkeling ertoe geleid heeft dat
je in 1924 met 'Die ondeugende
verpleegstertjes' (die met een 'page
kopje' en cilles aan 'heel wat
beroering' wekten) levensvatbaar
bent en in 1972 met een naakte
Teresa voor de boekenkast ter ziele
gaat.
Om deze rubriek vandaag nog wat
degelijkers mee te geven, meld ik
dat het onlangs geplaatste verhaal
over 'Bolland, Wisse en de nadere
reformatie' me een paar aardige
brieven opleverde, waarin lezers
verhaalden van hun ontmoetingen
met professor Wisse. Iemand bracht
als jongeman zijn attestatie bij
Wisse (toen nog dominee). 'Je moet
altijd vroeg in de kerk komen',
sprak Wisse zijn nieuw gemeentelid
ernstig toe, 'want 't is bij mij altijd
erg vol!'
Prof. dr. P. Hendrix stuurde mij
zijn 'De visie van Bolland op de
godsdienst' toe, de rede die hij in
Leiden uitsprak bij de
Bollandherdenking op 14 februari
1972 (uitg. Universitaire Pers.
Leiden). Prof. Hendrix verwerkt in
zijn betoog ook persoonlijke
herinneringen. Hij ging als student
wel eens met Bolland mee naar
Wisse. Prof. Hendrix:
'Eens greep hij mij midden op de
Breestraat, toen wij bij dominee
Wisse in een zware preek waren
geweest, bij de jas en zei mij: 'Die
man beseft zelf niet, wat voor
diepzinnigheden hij zegt. Zeg jij mij
nu eens, jongen: waar zijn wij
geweest? Zijn wij in het Licht
geweest, in de leerzaal der Zuivere
Rede? (en ik: neen professor). In de
duisternis; was het onzin, wat die
man zei? (en ik weer: neen
professor). Maar waar dan? Zeg het
maar, jongen: wij zijn geweest.
en ik moest antwoorden: in de
schemering. Dat was de sfeer van de
godsdienst: de schemering, het
sprookje van de Waarheid. Vandaar
nok de spreuk uit de Leerzaal der
Zuivere Rede: de ware preek voor
vrome gelovigen komt van wijze
ongelovigen.'
Hf/: Je oogen stralen als
diamanten.
Zij: Ca door; vertel me nog
«W wat meer van diamanten.
NatuurlijkJan, kom ik graag
luisteren n»ar je voordracht over
de relativiteitstheoriet
NED. HERV. KERK
Aangenomen: naar Genemuiden Aj
d. Vlist te Giessendam.
Bedankt: voor Woudenberg (toez.)Ln
C. Schuurman te Putten, voor Hoe„„;
laken en voor Lunteren C. v. d. B
te Katwijk aan Zee.
Beroepbaar en toegelaten tot
evang. bediening: S. Boonzaaijer J
phaseweg 173 Utrecht, A. C. Kortle
Oosteinde 52 Oud-Alblas (niet
roepb.) ,C. van Dorp kand. Ramstr
Utrecht.
Afscheid: van Ammerstol W. v.
Ven wegens em., van Hendrik
Ambacht M. H. G eertsema ber.
Hazerswoude, van Balk C. G. Wieg
ber. te Geldermalsen, van Katwijk
Rijn A. Makkenze ber. te Joure,
Middelharnis H. D. Hoogstraten
noemd tot cursus- en vormingsleii
Oud Poelgeest, te Oegstgeest,
Brunssum D. J. Monshouwer ber.
Haarlem-Schoten.
Intrede: te Lemele P. J. MacKaa/k
voorheen secr. Raad voor de zendii
Overleden: J. J. van der Krift (55)
Ermelo was predikant te Renswoui ec,
Katwijk aan Zee, Ermelo en Veem 6.'
daal, S. W. Kok (45) te Deven
(em. pred. van St. Laurens).
GEREF. KERK v
Afscheid: van Joure H. J. Lambt^,!
Heerspink weg. em„ van Ooster-1 ifóö
kerk A. Wildschut ber. te Haarle «ter
Nrd. «o.
Intrede: te Oostermeer kand. C. Te SoVi
stra te Emmeloord. 'er 4
'IJtir
GEREF. KERKEN (VRIJGEM.) ,k
Intrede: te Hasselt kand. L. J. Joo er 1
te Hattem.
CHR. GEREF. KERKEN
Intrede: op 2 maart te Nieuwe Peki
drs. R. Hol kand. te Apeldoorn
GEREF. GEMEENTEN
Beroepen: te Oudemirdum L. Block »ot.
Beekbergen, te Oostkapelle P. Hi'arii
koop te Kampen.
Bedankt: voor Spijkenisse F. Harii
-J—-Iiiooc r. xidiu
te Den Haag-Z., voor Lethbridge *02
nada) Ch. v. d. Poel te Yerseke- 3.1J
GEREF. GEM. IN NED.
Bedankt: voor Chilliwaek A. Wink
Veenendaal.
NEW YORK (Reuter) Een grofcES'
van 18 leden van de militante Jood ;est
Defensieliga heeft donderdagavond
een bezetting van 72 uur het geboi 17
van de wereldraad van kerken in N«
York verlaten. Zij deed dit toen
wereldraad zich bereid had verklaag 7^
te praten over de eisen betreffende
Joden in de Sowjet-Unie, Irak
Syrië.
De 18 bezetters hadden onder me
een schenking geëist van 625.000 1
lar voor een aantal Joodse 'bevrl
dingsgroeperingen', die Joden in
drie genoemde landen willen help jjg
naar Israël te komen. De Wereldra fctei
liet hen weten dat overwogen 1 Js;21
worden 25.000 dollar beschikbaar
stellen.
JMI
ong.
vijti
0.32
ong
91
238,
ïarii
I2.5(
a Ho