4
Nationale verzoening is voor
de neutralen geen holle leus
Wereldvoelselprogramma: hefboom voor de ontwikkeling
IT
'Alle partijen in Vietnam hebben behoefte aan vrede'
WOL
r
I OUW/KWARTET ZATERDAG 17 FEBRUARI 1973
BUITENIAND
Tll/Kll
I
AjRUS Zijn al die Zuidiviet-
miese neutralen hier, die het
jisgezind over de 'nationale
rzoening' hebben, idealistische
elaars? En lijden zij niet
m een grenzeloze zelfover-
batting of ten minste aan ma
loze naïviteit, als zij zo de na
ruk leggen op hun eigen rol in
toekomstige politieke verhou
den van hun land?
e vragen dringen zich onmiddellijk
als je hun optimistische uitlatin-
over de politieke toekomst van de
ütralen vergelijkt met hun huidige,
solute machteloosheid. Nationale
rzoening lijkt wel een erg cynische
gan in de Zuidvietnamese realiteit
i vandaag, waar de aanhangers van
isident Ngoeyen Van Thieu en die
het Bevrijdingsfront allesbehahe
monisch met elkaar samenleven en
neutralen ofwel hun mond moeien
liden, of in de gevangenissen en
jerkooien kreperen.
geacht hun onderlinge meningsver-
n'Jen op politiek, religieus en per-
in'ijk gebied, betekent de nationale
nening voer praktisch alle neutra-
bier, dat in de eerste plaats de
ijdende partijen in Zuid-Vietnsn
eikaar komen, waarna de twee
ics van Vietnam (d.w.z. Noord- en
id-Vietnam) zich als gelijkwaardige
•tners met elkaar verzoenen,
e is dat nu mogelijk? vraag je je
nu dc Zuidvietnamese regering
t behulp van een leger- en pot
ent van meer dan een miljoen man
ir. de laatste tijd alles in het werk
(ft gesteld oin iedereen uit te sc.*v>-
.vi, die om zijn te geringe loy'i-
als gevaarlijk voor het regime
■d beschouwd? Hoe kan men in
ernst verwachten, dat de Parijsc
toorden uitgevoerd worden, als de
eiing in Sa,;gon precies al die be-
jen daaruit schendt, die over
ke nobele zaken spreken als 'de
nocratische vrijheden van het
k', die dan nog eens ten overvloede
jeficeerd worden als 'persoonlijke
htid, vrijheid van het woord, vrij-
van drukpers, vrijheid van verga-
ïg. vrijheid van organisatie, vrij-
d van politieke activiteit, vrijheid
geloof, vrijheid van arbeid, het
it op bezit en het recht op vrij
ernemerschap'.
iemand zich in alle ernst voor-
len, dat de twee Zuidvietnamese
tijen volgens artikel elf 'tot natio-
i verzoening en eensgezindheid ko-
i, de haat en de vijandschap beëin-
n en alle daden van weerwraak
discriminatie verbieden jegens per
en of instellingen, die met de ene
andere partij hebben samenge-
kt'? Is iemand niet krankzinnig,
hij nog steeds gelooft in de uit-
ring van artikel twaalf, waarin
t dat 'de twee Zuidvietnamese par-
n onmiddellijk na het bestand in
geest van nationale verzoening en
dracht, wederzijds respect
nationale raad van nationale ver-
ïing en eendracht oprichten, die
Idrie gelijke segmenten bestaat'?
door Michael Stein
I begrip
■20.00
is bij
p Van Thoey, secretaris buitenland-
betrekkingen van de Vereniging
i Boeddhistische Vietnamezen in
buitenland en Ngoeyen Toeng,
•etaris van de Unie van Boeddhis
me Studenten in Europa, reageren
begrip op al die sceptische vragen,
betoog, dat zij hielden in een
-^-jnlang gesprek, waarbij ze elkaar
rtdurend aanvulden of uiterst be-
d onderbraken, is typerend voor
VTIOr inzichten van praktisch alle Zuid-
namese neutralen, die ik heb ont-
HHBt. Dat kon ook moeilijk anders,
at hun organisaties direct verbon-
zijn met de Verenigde Boeddhis-
he Kerk van Vietnam, één van de
ingrijkste neutrale instellingen
het land.
(■ren.
Jdig*
.70
achtergronden van deze twee man
zijn in zoverre identiek, dat zij
len uit fel anti-communistische fa-
ies stammen. Dao Van Thoey, 35
oud en sinds dertien jaar in
nkrijk, is afkomstig uit Haiphong,
grootste Noordvietnamese haven-
I. Zijn ouders vluchtten in 1954
r het zuiden in panische angst,
dat er in die tijd allerlei geruchten
de ronde deden dat de Amerikanen de
atoombom zouden gebruiken om de
nederlaag van het Franse koloniale
leger tegen de nationalistisch-commu-
nistische Vietminh ongedaan te ma
ken. De familie leeft sindsdien in
Saigon. Ngoeyen Toeng komt uit Da-
nang, in het noorden van Zuid-Viet-
nam. Hij is 28 jaar oud en werd tien
jaar geleden door zijn ouders voor
zijn studie naar Frankrijk gestuurd.
Geen vaderland?
'Pas hier in Parijs begonnen we iets
van de werkelijke problemen van
Vietnam te begrijpen. In Vietnam is
alles op het anti-communisme inge
steld. De propaganda luidde: 'De com
munisten hebben geen vaderland,
geen familie en geen religie'. Dat
werd er bij ons op school al heel vroeg
ingestampt. Maar toen de oorlog werd
opgevoerd, begrepen we dat de eerste
stelling 'de communisten hebben
geen vaderland' in ieder geval niet
waar kon zijn. Niemand kon immers
beweren dat eerst de Vietminh en
later het Bevrijdingsfront anti-patriot
tische bewegingen waren. En ook de
tweede bewering over de familie
banden, die de communisten niet zou
den erkennen bleek volslagen on
zinnig te zijn. Anti-religieuze senti
menten waren daarentegen in het be
gin wel degelijk bij de communisten
aanwezig. Maar naarmate de strijd
heviger werd en de dictatuur van
Saigon groter, sloten zich steeds meer
mensen bij het Bevrijdingsfront aan,
die vaak ook godsdienstig waren. Zij
werden niet alleen door het Bevrij
dingsfront opgenomen, maar konden
daar vrijelijk hun religie belijden.
Wij, hier in Parijs, bevinden ons
natuurlijk in een geprivilegeerde posi
tie. Wij kunnen meer lezen en meer
kennis vergaren over wat zich dn
Vietnam afspeelt dan de mensen daar.
Maar ook in Vietnam zijn de zaken
veranderd. We kunnen dat merken
aan de brieven van onze familie. Mijn
oudere broers waren bijv. communis
ten-vreters. Ze zijn nu niet bepaald
communistisch geworden, maar hun
instelling is wel gewijzigd. De oorlog
en het Amerikaanse ingrijpen hebben
erg veel veranderd. De meesten van
mijn schoolkameraden die in Vietnam
zijn gebleven, zijn nu tegen de rege
ring in Saigon. Een deel van hen
heeft zich bij het Bevrijdingsfront
aangesloten; dé rest, die wèl tegen de
regering was, maar niet bij het Be-
vrij diingsfront wilde gaan, zit in de
gevangenis, werd vermoord of werd
in de oorlog gedood.
Een eenheid
Natuurlijk hebben de Parijse akkoor
den de militaire problemen alleen
maar ten dele opgelost en de politieke
problemen helemaal niet. Maar het
belangrijkste probleem is wel degelijk
opgelost: de Amerikanen hebben er
kend dat Vietnam een eenheid vormt;
ze hebben beloofd zich niet meer met
de interne aangelegenheden van Viet
nam te bemoeien en ze trekken zich
militair voorgoed uit Vietnam terug.
Alles hangt er nu van af, of de
Amerikanen de akkoorden inderdaad
uitvoeren. Doen ze dat niet, dan
breekt de oorlog weer uit Als de
Amerikanen dan nog eens gaan inter
veniëren, moeten ze dat op veel grote
re schaal dan tot dusverre doen, ten
einde alsnog te winnen. En dat lijkt
ons in de binnenlandse politieke con
stellatie van Amerika onmogelijk.
Natuurlijk wil Thieu de akkoorden
niet eerlijk toepassen. Die brengen
hem geen enkel voordeel. Hij wil de
politieke gevangenen niet vrijlaten en
de vluchtelingen niet naar hun dor
pen terug laten gaan, uit angst dat ze
eenmaal onder zijn console van
daan met het Bevrijdingsfront of
de neutralen samenwerken. Natuur
lijk wil hij al die democratische maat
regelen, die in het akkoord staan, niet
uitvoeren, omdat zijn macht daardoor
automatisch bedreigd wordt. Maar
Thieu kan niet alles saboteren, omdat
dan de oorlog onherroepelijk opnieuw
zou uitbreken. Thieu weet dat hij die
strijd zonder de Amerikanen niet kan
wmnen en hij weet ook, dat de Ame
rikanen hem niet meer direct te hulp
zullen komen, hoogstens met wapens
en geld. Thieu zal dus een klein
gedeelte van de akkoorden wel uitvoe
ren.
Vluchtelingen
En geleidelijk, heel geleidelijk, zal
Thieu ook de andere bepalingen van
het akkoord moeten toepassen, zeer
tegen zijn zin. Daarbij spelen een
aantal elementen een rol, die ook
bepalend zijn voor de nationale ver
zoening, waar u niet in gelooft. Zo zal
een belangrijk deel van de vluchtelin
gen weer naar hun dorpen terugke
ren. In de steden krijgen zij officieel
50 piaster per persoon per dag aan
hulp van de regering, in werkelijk
heid veel minder of niets vanwege de
corruptie en de slechte organisatie.
Voor die 50 piaster kun je alleen
maar een paar koppen droge rijst
kopen. Een kop Chinese soep kost al
veel meer. Het is voor de vluchtelin
gen dan ook van levensbelang om
naar hun dorpen terug te keren en
hun leven daar opnieuw op te bou
wen. Dat belang is voor de meesten
nog urgenter, omdat zij als boeddhis
ten bij de graven van hun voorouders
moeten zijn om die te verzorgen. Er
zal dus een uitwisseling tot stand
komen van mensen uit de verschillen
de zones van Vietnam.
Die uitwisseling zal Thieu willen ver
hinderen, bang als hij is om zijn
greep op de bevolking te verliezen.
Hij zal dus zijn troepen opdracht
geven op de terugkerende burgers te
schieten. Maar in een groot aantal
gevallen zal het leger die orders ge
woon niet uitvoeren, omdat ook het
leger onderhevig is aan de sociale
druk. Gesteld dat alle mensen in alle
steden helemaal achter Thieu staan
(wat niet waar is), dan nog verkiezen
ze in overweldigende meerderheid de
vrede boven Thieu. Die behoefte aan
vrede uit zich in sociale druk, ook op
het leger. Scherpe bevelen van de top
zullen dan ook, indien ze te ver van
de maatschappelijke realiteit af staan,
aan de basis gesaboteerd worden.
Voordat het bestand inging, hebben
bijv. de regeringstroepen en de men
sen van het Bevrijdingsfront op locaal
gebied, ondanks de uitdrukkelijke be
velen van bovenaf, al onderlinge rege
lingen getroffen. Die sociale druk is
bij ons in Vietnam van groot belang.
Hij uit zich in veel grotere conventio
naliteit dan hier in Europa, met als
effect dat de discussies veel minder
scherp en veel langduriger zijn om
een zekere mate van overeenstemming
te bereiken.
Een ander, zeer belangrijk punt is dat
niet iedereen op het hoogste vlak in
Saigon even extremistisch is. Als
Thieu zich te onverzoenlijk opstelt,
komen de iets gematigden aan zijn
kant tegen hem in opstand en zullen
met de neutralen willen samengaan.
Om dat te verhinderen, moet Thieu
zich aan de nieuwe situatie aanpassen
en hun een stap voor zijn.
Het Bevrijdingsfront heeft van zijn
kant geen enkel belang bij het voort
zetten van de oorlog. De tijd werkt in
zijn voordeel. Het Bevrijdingsfront
heeft nl. een betere organisatie, een
duidelijker uitgewerkt maatschappe
lijk programma, een eigen ideologie
en wat het belangrijkste is het
heeft tegen de Amerikanen gestreden.
U zult misschien ook gehoord hebben,
dat de populariteit van Thieu steeg
op hetzelfde moment, dat hij zich
tegen de Amerikanen afzette. Aange
zien het Bevrijdingsfront zich als pa
triottische beweging sterk voelt in de
politieke confrontatie met Thieu, zal
het zich in zijn eigen belang inzetten
voor de uitvoering van het akkoord.
Daarvoor heeft het Bevrijdingsfront
in ieder geval de sympathie van de
neutralen nodig. En als Thieu niet
geïsoleerd wil raken, moet hij op zijn
beurt ook zijn betrekkingen met de
neutralen verbeteren.
De Nationale Raad, waarover in het
akkoord wordt gesproken, is slecht of
niet gedefinieerd. De drie zogenaamde
segmentpn hebben bovendien veto
recht, waardoor de Raad niet behoor
lijk functioneren kan. De Raad is dus
alleen formeel van belang, maar in de
praktijk onmachtig. Men moet zich
echter op die Raad niet blind staren.
Wij hebben 'n ons land drie regerin
gen, die alle door een groot aantal
landen zijn erkend en daardoor vol
kenrechtelijk legaal zijn: de regering
in Saigon, de Voorlopige Revolutio
naire Regering en de regering in
Hanoi. Voor ons is het probleem van
die drie regeringen en die twee Viet
namese staten nauwelijks reëel. Reëel
zijn de politieke, sociale, economische
en culturele problemen, die nu einde
lijk aangepakt moeten worden. Wij
zouden, als we niet als Vietnamezen
dachten, strikt formeel, in Noord- en
Zuid-Vietnam grote zuiveringen moe
ten doorvoeren, omdat veel leiders in
het noorden uit het zuiden komen, en
omgekeerd.
Neutralen
Om normalisatie in ons land te krij
gen, zonder dat er oorlog wordt ge
voerd en één van beide partijen
wordt uitgeroeid, is het noodzakelijk
de neutralen erbij te halen. Alleen de
neutralen zijn in staat om als buffer
te fungeren tussen de extremisten aan
beide kanten en in overleg met alle
partijen de politieke formules te vin
den voor een redelijke samenleving.
Als de neutralen niet worden inge
schakeld, zal de oorlog onvermijdelijk
opnieuw uitbreken. En dat wil het
Bevrijdingsfront niet en Thieu even
min.
Een zeer belangrijke factor voor de
nationale verzoening is de hechte fa
milie-structuur, één van de specifieke
Vietnamese kenmerken, die bij de.
communisten net zo aanwezig zijn als-
bij de andere groeperingen. Ik heb'
bijv. zes neven, die na de dood van
mijn oom door mijn vader werden
opgevoed. De oudste is officier bij de
Viet Cong, de drie volgenden moesten
in het regeringsleger dienst nemen.
Dacht u dat zij het prettig vinden
tegenover elkaar te staan en elkaar af
te maken? En zoals mijn familie, zijn
tienduizenden andere families uit el
kaar gescheurd.
Wij hebben in onze geschiedenis dui
zenden jaren voor onze onafhankelijk
heid gevochten. Om als Vietnamezen
te blijven voortbestaan, moeten wij
nu onderling vrede sluiten. Vrede
zonder nationale verzoening is uitge
sloten. En nationale verzoening zon
der de neutralen is eveneens onmoge
lijk. De neutralen zullen daarom inge
schakeld worden, niet omdat ze zo
machtig zijn, maar omdat ze samen
met de hechte familiebanden het
enige reëele bindmiddel zijn tussen
de Vietnamezen aan de verschillende
fronten. Met steun van de buitenwe
reld kunnen wij ervoor zorgen, dat de
nationale verzoening een realiteit
wordt, opdat wij, Vietnamezen, kun
nen blijven leven en u eindelijk van
het Vietnamese probleem verlost
wordt'.
Dit is het vierde en laatste artikel in
een serie over de neutrale krachten
in Zuid-Vietnam. De vorige artikelen
verschenen op resp. 3, 7 en 10 februa
ri.
>aar ei
rhillend
tot dui
synthfrj
rto*»
door Rob Foppema
'Hoewel er nog veel te doen is,
is er ook veel bereikt'. Het lijkt
een nietszeggende zin uit een
standaard gelegenheidstoe
spraak. Maar directeur Francis
co Aquino van het Wereldvoed
selprogramma (WFP) kan hem
lesgewenst waar maken. En de
waarheid achter zijn gemeen
plaats is ongemeen boeiend. Het
nu tienjarige- WFP is een van de
•limste vormen van ontwikke
lingshulp die ooit zijn bedacht.
Het meest in het oog lopende pro
bleem in ontwikkelingslanden is dat
honderden miljoenen mensen er on-
I D voldoende te eten hebben. Dat komt
w I» niet of nauwelijks doordat de we
reld als geheel onvoldoende voedsel
produceert. Als we alles netjes ver
deelden zou er ongeveer genoeg zijn.
(Hoewel juist dit jaar op een dra
matische manier dreigt duidelijk te
maken dat we wel op het randje
balanceren, nu graanoogsten in Rus
land en Azië gelijktijdig mislukten).
Maar het grootste probleem is toch
niet dat er geen eten is, alleen dat
het op de verkeerde plaatsen aanwe
zig is: landen waar geen honger
lieerst, verbouwen meer dan ze op
tv Hdlfkunnen. En dan doen ze het soms
nog opzettelijk kalm aan, want over
schotten bederven de markt.
.Internationale handel als manier om
J Qf het wel aanwezige voedsel te krijgen
®TiWl op cte plaatsen waar het nodig is,
blijkt slecht of niet te werken,
otavwg Want de landen die het nodig heb-
mk/nh ben- zijn onderontwikkeld en dus
weinig koopkrachtig. Als ze het geld
LINQi *1 vrij kunnen maken, betekent het
toch in ieder geval dat ze in het
buitenland minder andere dingen
kunnen kopen, en die andere dingen
hebben ze nu juist nodig om hun
onderontwikkelde economie op te
vijzelen. Zo blijft het grondpro
bleem bestaan.
FINANCIëLE ZAAK
En als een ontwikkelingsland dan
toch voedsel invoert, blijkt binnen
de landsgrenzen weer net zo'n moei
lijkheid te bestaan. De bevolkings
groepen die honger hebben, zijn
niet helemaal toevallig nu juist
de groepen die geen geld hebben om
meer eten te kopen, ook al zou het
er zijn. Honger is in overtreffende
mate een financieel probleem, zowel
op het nationale als op het interna
tionale vlak.
Daar is natuurlijk op een radicale
manier iets aan te doen door voed
sel niet te verkopen maar te geven.
Dat gebeurt ook wel, met name in
acute noodsituaties, maar het lost op
den duur niets op. De grondoorza
ken van de honger blijven bestaan,
noodzakelijke ontwikkelingen kun
nen er zelfs door worden vertraagd.
Aan dat soort hulp heeft het We
reldvoedselprogramma tot nog toe
tien procent van zijn middelen moe
ten besteden. De rest van zijn voed
selhulp gebruikt het WFP als een
bijzonder doeltreffende hefboom om
economische ontwikkeling op gang
te helpen.
FILIPPIJNEN
Hoe dat werkt, is bijvoorbeeld mee
te maken op Leyte, een eiland in
het zuiden van de Filippijnen. Er
wonen ruim een miljoen mensen.
Meer dan tien procent lijdt aan
schistosomiase, een tropische ziekte.
veroorzaakt door kleine wormpjes.
Dat is niet alleen menselijk, maar
ook economisch funest: zolang de
werkkracht van een aanzienlijk deel
van de bevolking is aangetast zal
Leyte een probleemgebied blijven.
Schistosomiase wordt niet van mens
op mens overgebracht. Eitjes van de
wormpjes komen met uitwerpselen
in het water terecht, ontwikkelen
zich in een bepaald soort waterslak,
en de wezentjes die daar uit komen
kunnen via de huid weer mensen
besmetten. De enige effectieve be
strijding van de ziekte bestaat uit
het bestrijden van de waterslak, ge
combineerd met sanitaire maatrege
len om uitwerpselen zo veel moge
lijk uit het water te houden.
Studies met hulp van de Wereldge
zondheidsorganisatie, de Voedsel- en
landbouworganisatie en nog wel een
paar instellingen van de Verenigde
Naties verricht, toonden aan dat de
slak onder controle te krijgen was
maar ten koste van grote inspannin
gen. Hij voelt zich thuis in dichtge
groeid moerassig gebied en dus zat
een kwart van Leyte (1600 vierkante
kilometer) er vol mee. De oplossing:
op die delen van het eiland waar
mensen in de buurt zijn, de moeras
sen droogleggen, begroeiing uit ri
viertjes en bevoeliingskanalen ver
wijderen. Verder de traditionele ma
nier van rijst verbouwen (plantjes
dicht op elkaar en daartussen nog
onkruid) radicaal veranderen, want
ook daar woont de waterslak.
Uit een proef op kleine schaal bleek
dat die aanpak inderdaad doeltref
fend was. Bovendien bleken goed
gewiede rijstvelden een hogere op
brengst op te leveren, en onder
controle gebrachte moerassen wer
den nieuwe rijstvelden. Dat was
voor de Filippijnen aanleiding om
voor 26 dorpen in zes zwaar besmet
te provincies van de eilandenrepu
bliek een vijfjarenprogramma op te
stellen ter bestrijding van schistoso
miase.
Veel kapitaal was er (gelukkig) niet
nodig. Waterpanten kun je met mes
sen klein krijgen, moerassen met de
spade. Dat betekende naar schatting
630.000 man-dagen vrijwilligerswerk
uit de plaatselijke bevolking. En
daar kon het Wereldvoedselprogram
ma inspringen. Deze afzonderlijke
VN-organisatie maakte het voor de
vrijwilligers mogelijk, zich voor dit
soort niet direct produktieve arbeid
vrij te maken. Voor elke werkdag
krijgt een man voor zichzelf en zijn
gezin een compleet rantsoen voe
dingsmiddelen: tarwemeel, melkpoe
der, bonen, vis in blik, spijsolie,
gedroogd fruit.
De actie zal pas geslaagd zijn als,
na afloop van het vijfjarenprogram
ma, de gemeenschap ook zonder de
ze stimulans, met vrijwillige arbeid
de waterlopen vrij van onkruid
houdt. Dan kan dan ook: de mensen
hebben dan ervaren dat de nieuwe
methoden succes hebben, en de ei
gen voedselproduktie moet tegen die
tijd voldoende verbeterd zijn. Met
voedselhulp als hefboom is dan een
blijvend stuk ontwikkeling bereikt
FLINKE GROEI
Dat is één project. Het WFP heeft
er in zijn tienjarig bestaan 530 ge
steund met hulp tot een tegenwaar
de van ruim 750 miljoen dollar. Het
is een betrekkelijk bescheiden be
drag, gezien tegen het totaal van de
ontwikkelingshulp. Maar de groei
van het programma is opmerkelijk
geweest In 1963 werd een proefpe
riode van 3 jaar begonnen met jaar
begrotingen van 32 miljoen dollar.
Onder de energieke directie van dr.
A. H. Boerma (die na vijf jaar
vertrok om de wat vastgelopen
Voedsel- en landbouworganisatie
FAO te gaan leiden) bleek de for
mule een succes te kunnen worden.
De omvang van het werk is intussen
verviervoudigd.
De opzet is zakelijk en doeltreffend.
Regeringen kunnen ontwikkelings
projecten aanmelden voor voedsel
steun, waarbij zij de economische
doelstellingen op korte en lange ter
mijn moeten aangeven. Het WFP
overtuigt zich ervan dat het project
realistisch en waardevol is. Het
wordt dan goedgekeurd door een
intergoevernementele commissie. Er
wordt een gedetailleerd plan opge
steld, en het WFP en het ontvan
gende land overtuigen zich er we
derzijds van dat de toegewezen hulp
inderdaad tot het gewenste resultaat
zal leiden. Tijdens de uitvoering
blijft men het project volgen, om te
zien of er misschien wijzigingen no
dig zijn. Ook wordt zo vastgesteld
welk soort werk het meest met
voedselsteun gediend is.
Zo krijgen Egyptische boeren die
zich in het 'nieuwe land' langs het
Aswan-stuwmeer vestigen voedsel
hulp die geleidelijk afneemt naarma
te hun eigen produktie op gang
komt. Zo wordt in India door arbei
ders die WFP-rantsoenen eten het
Radjasthankanaal gegraven dat een
miljoen hectare woestijn moet be
vloeien. Zo worden landbouwvoor-
lichters in Senegal opgeleid en we
gen aangelegd in Peru. En zo wordt,
om eens verrassend dicht bij huis te
komen, de bestrijding van malaria
in Turkije verbeterd. Het zijn stuk
voor stuk geen wereldschokkende
dingen. Maar het helpt
I