Opname in inrichting is
niet altijd de oplossing
«te
i
nann
uu
i
dichtbij
i4
Kritiek op psychiatrie voor belangrijk deel afkomstig van psychiater-zèlf
{Euratom
gewoon te gek
J ""t
UD
Olieplas
Zakjes
Werk is werk en daarmee uit
moeder
alaaf
avonturierster
acupunctuur
:OUW/KWARTET WOENSDAG 7 FEBRUARI 1973
RINNENLANDCOMMENTAAR
T5/K7
Commentaar
jHct overleven van Euratom, na een
Jfluderwetse marathonzitting van de
ropese ministerraad, verheugt ons
Sr twee redenen en laat tenminste
Ua vraagteken achter.
Ten eerste is het besluit van de
ilninisters een duidelijke morele over-
ining voor de Europese Commissie,
fc.wjtn dus voor de Europese gedachte of
'""Swat daarvan over is.
[adat de gemeenschappelijke organi-
itie voor wetenscappelijk en tech-
:h onderzoek vijf jaar van de hand
m de tand had moeten leven omdat de
listerraad het niet eens kon worden
T de doelstellingen op langere ter-
lijn, stelde de Commissie een vijfjarig
•kprogramma op dat de oude opzet
Euratom verliet die was niet
meer levensvatbaar en realistische
■nieuwe doelstellingen bevatte. Het was
■ma eenmaal een feit dat kernreactoren
■Het in prettige supranationale samen-
|(Éjwerking werden ontwikkeld, maar in
^moncurrerende nationale onderzoek-
l^rentra. Er was minder commercieel
maar niet minder noodzakelijk
aeënt pderzoek dat met vrucht samen
wai con worden aangepakt.
dojHct nieuwe programma zou werk bie-
r Zei jen aan 1600 personeelsleden en 730
et h mi,ioen Sf'den kosten. Dat is veel te
fa reel, zei in de ministerraad vorige
het Énaand de Franse bewindsman. Ge-
onsti iteund door de Nederlandse staatsse-
>üert cretaris Westerterp zei hij dat duizend
fgCg( nan genoeg moest zijn. De Engelsen
reiden dat er 'gesnoeid' moest worden,
ke v tonder zich op getallen vast te leggen.
nDe gebruikelijke impasse was weer
jaar. De Europese Commissie werd
inggevraagd, nieuwe voorstellen in te
doi dienen voor een beperkter werkpro-
orizt
'Geesteszieken' heeft de Amerikaans-Hongaarse
psycho-analyticus Thomas Szasz eens resoluut ge
zegd, bestaan niet'. Szasz bedoelde dat geesteszie
ken niet 'ziek' zijn in de zin van de lichamelijke
stoornis. Geesteszieken gedragen zich 'anders'. Ze
overschrijden, soms zeer hinderlijk, gedragsnormen.
Een arts zal er over het algemeen niet over
piekeren een patiënt zonder diens instemming en
tegen diens belang te behandelen, maar wie
rechtvaardigt de omstandigheden, waarin zoge
naamde geesteszieken worden 'behandeld' zonder
hun toestemming en zonder het inzicht dat daar
mee hun belang wordt gediend?
Voor velen is een afwijkend mens gevaarlijk dan
wel griezelig, en kan hij het beste worden opgebor
gen. En die zgn. gek kan dan wel volhouden
dat hij niet ziek is, maar zijn onvermogen om in
te zien, dat hij wèl ziek is, wordt juist als
voornaamste kenmerk van zijn aandoening gezien.
Als hij behandeling en opname afwijst, weigert
zich te onderwerpen aan het psychiatrisch gezag,
wordt dat beschouwd als weer een teken van zijn
ziekte. In de afwijzing van de afwijkende ander
als krankzinnige, herkennen wij volgens Szasz
de vroegere religieuze afwijzing van de ketter.
De provocerende kritiek van Szasz en diens mede
standers heeft na een aanvankelijke verguizing
steeds meer vakbroeders en leken tot de
conclusie gebracht dat er sterk moet worden
getwijfeld aan de medische, morele of wettelijke
rechtvaardiging voor onvrijwillig psychiatrisch in
grijpen. Weliswaar zijn in Nederland de boeken
van Szasz eerst onlangs vertaald, maar met name
door het werk van Jan Foudraine ('Wie is van
hout') is hier ook tot het grote publiek doorge
drongen dat de tot dusver gebruikte methoden
dringend op de helling moeten.
In een reeks publikaties, boeken, congressen,
radio- en t.v.-programma's zijn er pogingen gedaan
om iets weg te nemen van de magie, die de
psychiatrie al zo lang heeft omgeven. Er is
daarbij van alles aan het licht gekomen. Onder
andere dat er patiënten zijn die levenslang heb
ben, omdat de bestaande voorzieningen onvoldoen
de zijn, of om allerlei reden niet effectief ge
bruikt worden. Dat er wel erg vaak wordt 'platge-
spoten'. Dat veel patiënten onder het mom van
'therapie' zakjes moeten plakken.
De kritiek op het systeem is overigens voor een
belangrijk deel afkomstig van de psychiater zelf.
En daarmee heeft hij zich in een uitermate
moeilijke positie gemanoeuvreerd. Immers, ener
zijds wordt hij in zijn rol als psychiater aangeval
len, anderzijds weet hij niet hoe hij de steeds
groeiende stroom patiënten moet verwerken. Kan
zo'n man nog werken? Hoe reageert hij op de
kritiek van zijn schrijvende collega's en van de
buitenwacht? Ervaart hij die kritiek als frustre
rend of als heilzaam?
ETTEN-LEUR 'De kritiek op de psychiatrie geeft je een gevoel
van onmacht', zegt de psychiater J. van Baar. 'Je weet dat veel kritiek
terecht wordt geuit. Je weet dat veel collega's daar niet goed raad
mee weten, een verdedigende houding gaan aannemen, zich autori
tair gaan opstellen. Het is ook waar dat de psychiatrie gesloten en on
doorzichtig is. Maar je weet ook, dat je na elk woord over een an
dere manier van hulpverlenen wordt overspoeld door noodkreten,
door aanvragen om hulp'.
In dat heeft de Commissie praktisch
van gesproken vertikt. In het 'nieuwe
waa voorstel' liet zij voor de vorm 50 man
en 55 miljoen gulden vallen maar
daarmee was dan ook, kondigde zij
aan, de bodem bereikt. Met minder
Hydtöan 1550 man kon het gemeenschap
pelijk onderzoekcentrum niet werken.
Als de ministerraad dat niet accep
teerde zou de Commissie, zo kon men
hges[ begrijpen, het voorstel intrekken. En
w®'ce, als er geen voorstel meer is, kan de
ministerraad volgens de Europese ver-
dragen ook geen besluit nemen. Dat
zou het einde van Euratom hebben
betekend.
3e i
vand ^at dreigement heeft de Commissie in
d ra de marathonzitting van gisternacht
ratu keihard uitgespeeld. En de minister
raad is door de knieën gegaan, zij het
dat het vijfjarige programma een vier-
jö f jarig werd, waardoor de bedragen die
Jjj J ermee zijn gemoeid er nu wat kleiner
(t uitzien.
1
°8 NJDe tweede reden voor onze vreugde is
een heel zakelijke. Het niet onaanzien-
lijke onderzoekapparaat van de Euro-
Gemeenschappen is vijf jaar stel-
taai selmatig beroofd van elk uitzicht op
de toekomst, en daardoor hebben zo-
L| wel het moreel van de medewerkers
io als de doelmatigheid van het apparaat
geleden. Dat kan nu ten goede veran-
deren.
i Ons vraagteken betreft het standpunt
dat staatssecretaris Westerterp in deze
J hele ontwikkeling heeft ingenomen.
Dat hij zich vorige maand aan de
Êni zijde van Frankrijk schaarde bij dege
nen die Euratom maar wilden halve
ren, was op zijn zachtst gezegd onge
bruikelijk in het kader van de Neder
landse opstelling binnen de Europese
Gemeenschappen.
Westerterp toonde zich bij die gele
genheid wat geprikkeld omdat het
gestroomlijnde programma dat de
Commissie had ingediend, in ieder
geval voorzag in de sluiting van de
Euratom-vestiging te Petten en daaro
ver was niet overdreven veel overleg
met Den Haag gevoerd. Het was
mogelijk te veronderstellen dat deze
wrevel tot het negatieve Nederlandse
standpunt leidde, waarbij het de vraag
blijft in hoeverre dat motief van groot
staatsmanschap zou hebben getuigd.
Nu is het merkwaardige dat tijdens de
onderhandelingen de zaak-Petten als
nog geregeld is. De onderzoekreactor
daar blijft draaien als 'aanvullend pro
ject' van Euratom, waaraan alleen
"m! Nederland, België en West-Duitsland
meebetalen. Die oplossing verschilt
overigens voornamelijk wat de aanwe
zigheid van het naamkaartje 'Euratom'
betreft, met de toestand die zou zijn
ingetreden wanneer Euratom de reac
tor zou hebben teruggegeven aan de
oorspronkelijke eigenaar, het Reactor
centrum Nederland.
Maar hoewel op dit punt de eer was
gered, bleef Westerterp gisternacht tot
het laatste moment het been stijf
houden. Het speet hem, zei hij later,
dat hij de ministerraad en de Commis
sie niet had kunnen dwingen tot ver
dere inkrimping. Waarom hem dat
speet, is voor ons een groot vraagte
ken gebleven. Intussen valt niet aan te
ijitf nemen dat Euratom nu nog gevaar
loopt. Wel probeert de staatssecretaris
"1een crisissfeer te handhaven door te
zeggen dat zijn toegeven nog door het
Nederlandse kabinet moet worden
goedgekeurd. En formeel heeft hij
pi i daar natuurlijk gelijk in, maar wij
kunnen ons niet voorstellen dat ons
demissionaire kabinet er behoefte aan
heeft, helemaal alleen Euratom alsnog
de hals om te draaien.
Jacques van Baar (50) is enkele
maanden geleden als psychiater gaan
werken bij de Stichting Het Hooghuys
in Etten-Leur en bij de Sociaal-
Psychiatrische Dienst in Breda. Het
Hooghuys is een inrichting met onge
veer 350 patiënten, die straks zal
moeten uitgroeien 'tot het regionaal
psychiatrisch ziekenhuis voor Breda
en omstreken. De heer Van Baar was
vijftien jaar geneesheer-directeur van
Huize Padua in Boekei, maar hij gaf
deze functie op om weer 'in het veld'
te kunnen gaan werken. Hij behoort
tot de groep psychiaters die er steeds
minder gemakkelijk toe overgaan ie
mand op te nemen in de inrichting.
'Een mens wordt ziek in relatie tot
zijn omgeving en het is beter hem in
zijn eigen omgeving te behandelen,
dan hem in een inrichting het risico
van vervreemding te laten lopen'.
Zo'n opvatting klinkt heel aanneme
lijk. Maar is het ook zo eenvoudig?
Nee, zegt dokter Van Baar, een kal
merend spuitje, opsluiten, een krank
zinnigheidsverklaring en daarna een
medicamenteuze behandeling. Het is
allemaal veel gemakkelijker. Want zo
dra je iemand weigert op te nemen
om hem in zijn eigen omgeving
veelal thuis dus te behandelen,
wordt het moeilijk. Dan moet je veel
weerstanden overwinnen'.
Hij vertelt het verhaal van een boek
houder uit de omgeving van Breda.
Het gaat om een stille, rustige man.
Een intellectueel, die plotseling zeer
ondernemend werd. Hij ging overal
naar toe, praatte honderd uit, wilde
wanneer hem iets dwars zat onmiddel
lijk 'zijn recht zoeken'. In café's, waar
hij vroeger nooit kwam, was hij zeer
vrijgevig. Van Baar: 'Hij was ont
remd. In psychiatrische termen noe
men we zo iemand manisch'.
De boekhouder voelde zichzelf niet
ziek, wel voelde hij een soort gedre
venheid. Zijn vrouw vond de toestand
echter onhoudbaar en verzocht om op
name. Nu is er voor een onvrijwillige
opname een rechterlijke machtiging
nodig, waaraan een geneeskundige
krankzinnigheidsverklaring aan vooraf
moet gaan.
Tegenwerking
Jacques van Baar:gevoel van onmacht
Dokter Van Baar: 'Toen ik de familie
duidelijk probeerde te maken, dat ik
de man niet 'ziek' vond, dat ik die
verklaring niet zou afgeven en dat er
dus geen sprake zou zijn van gedwon
gen opname, ondervond ik direct te
genwerking. Er werd geprotesteerd.
De vrouw reageerde: 'Die dokter is
zelf gek. Hij moest eens meemaken
wat ik allemaal meemaak'.
Het valt in zo'n situatie niet mee
iemand duidelijk te maken dat 'ziek-
zijn* een betrekkelijk begrip is. Maar
toen de vrouw mijn bedoelingen be
greep, volgde er gesprekken met de
kinderen en met collega's. Men raakte
overtuigd van het belang om een
gedwongen opname in een inrichting
te voorkomen en iedereen bleek
tenslotte bereid om dit experiment
de behandeling thuis dus tot een
goed einde te brengen.
Ik ben toen begonnen met open ge
sprekken met de man, zijn vrouw en
zijn kinderen. Dat kan soms pijnlijk
zijn, want in een gezin en in het
huwelijk kan je jaren achtereen langs
elkaar leven, elkaar ontwijken en dan
kan zo'n open gesprek veel los woe
len, maar ook verhelderen. Dat is niet
altijd even prettig. Ondersteund met
een geringe dosering van een kalme
rend middel zijn we met z'n allen
door de moeilijke periode heen geko
men'.
waren, maar die in de crisissituatie
levensgroot naar boven kwamen. De
mensen die bij dit experiment betrok
ken waren, zullen in het vervolg
waarschijnlijk ook niet meer zo snel
afwijzend reageren, wanneer ze een
afwijkend mens ontmoeten.
Dokter Van Baar: 'Het maatschappe
lijk systeem maakt het je niet gemak
kelijk te experimenten. Want wanneer
deze boekhouder zou zijn opgenomen,
dan zou alles voor hem worden be
taald. Nu betaalt er niemand iets. Het
voorkómen van de opname heeft de
gemeenschap veel geld bespaard. Maar
die man heeft bijvoorbeeld veel rond
jes gegeven in café's. Hij heeft in zijn
gedrevenheid veel niet-functionele uit
gaven gedaan. Wie betaalt die? Daar
houdt niemand rekening mee. Mis
schien hadden we in een inrichting
sneller, professioneler kunnen wer
ken. Maar we zijn in ieder geval het
verwijt ontlopen: Je hebt me opgeslo
ten. Je hebt me krankzinnig ver
klaard'.
Verwijt
Preventief
Met deze bijdrage van Huub Elzerman
besluiten wij onze artikelenreeks over
de geestelijke gezondheidszorg in Ne
derland.
De vorige artikelen verschenen op 12,
16, 18, 22 (alleen Trouw), 24 (Kwartet
bladen), 26 en 30 januari en op 2 fe
bruari.
Dokter Van Baar wijst erop, dat deze
man vroeger waarschijnlijk wèl
krankzinnig zou zijn verklaard. Hij
zou zijn opgenomen en voor de rest
van zijn leven het brandmerk 'gek
geweest' met zich meedragen. Dit is
voorkomen. De man is toch geholpen
en bovendien is er preventief ge
werkt. Door de gesprekken is er bin
nen het gezin meer zicht gekomen op
de conflicten die vroeger verborgen
De Amsterdamse psychiater Jan Fou
draine heeft eens gezegd dat een aan
tal patiënten ook na een jarenlang
verblijf in een inrichting met
behulp van arbeidsintensieve en daar
om kostbare aanpak zou kunnen le
ren hoe ze zich met hun handicap in
de maatschappij kunnen handhaven.
Volgens dit harde verwijt zouden er
veel patiënten te lang in inrichtingen
verblijven, soms zelfs levenslang een
vegeterend bestaan moeten leiden.
Jacques Van Baar zegt dat dat pro
bleem over het algemeen wel wordt
onderkend, en dat ook hij er van
overtuigd is dat er te veel mensen in
inrichtingen verblijven, die daar niet
thuishoren. Met zijn verhaal over de
boekhouder heeft hij willen illustre
ren, dat het mogelijk is andere wegen
te bewandelen. Er is volgens hem
bijvoorbeeld in Breda een grote be
reidheid om door samenwerking tus
sen de Sociaal-Psychiatrische Dienst,
de algemene ziekenhuizen, de inrich
tingen, de ambulante zorg en het
maatschappelijk werk, tot een operati
onele eenheid te komen.
'Ik vinid het een hoopvolle ontwikke
ling, zegt dr. Van Baar, dat de weer
stand om iemand snel op te nemen
groeit. Maar het bieden van aangepas
te hulp in het eigen milieu vereist
een goede organisatie. Je moet altijd
terug kunnen vallen op de inrichting,
maar je hebt ook crisis-centra, sluisin-
ternaten dagbehandeling en soepel
werkende maatschappelijke zorg no
dig'.
Tenslotte wijst hij erop dat niet de
indruk moet worden gevestigd dat
alle patiënten i n de inrichting het
slachtoffer zijn van maatschappelijke
structuren. Er zijn ook patiënten die
echt niet terug kunnen naar de maat
schappij, omdat ze zich daar niet
zouden kunnen handhaven. Ook ie
mand die bijvoorbeeld bij een auto
ongeluk een hersenbeschadiging heeft
opgelopen, moet soms blijven. Daar is
dan niets meer aan te doen.
Dr. Van Baar: 'Ik wil met tact en
strategie de mensen, die nog niet
inzien dat het ook anders kan, overha
len tot meer tolerantie. In de organi
saties moet iedere werker zich bewust
worden van zijn macht en zich afvra
gen: wat doe ik aan de onvrijheid van
mensen voor wie ik de zorg heb.
Want het kriterium voor de geestelij
ke gezondheidszorg is toch het zoeken
naar innerlijke vrijheid? Het wezenlij
ke probleem is de onvrijheid.
Maar,, zo besluit hij, bij alle theoreti
sche beschouwingen moet je wel blij
ven beseffen dat er ook iets gedaan
moet worden. Dat je anderen moet
leren hoe zij het moeten doen. Dat is
een uitdaging'.
er?
'De benzine zal Europa over een jaar
of wat de oren uitkomen tenzij we
aardig drastische maatregelen nemen'.
Daar zit je dan wel even tegenaan te
hikken (om in dezelfde stijl te blij
ven). De auteur van deze krasse uit
spraak meent het namelijk heel se
rieus. Het is professor Robert Deam
van de universiteit van Londen, die
met een ploeg deskundigen van Bri
tish Petroleum heeft zitten uitreke
nen hoe het nu staat met de olievoor
raden. Dat leverde het eerste wiskun
dige model van de wereldenergie
markt op, en toen dat met de onver
mijdelijke computer was doorgere
kend voorspelde de BP-ploeg dat de
benzineprijs in het Verenigd Konink
rijk de komende twee jaar waar
schijnlijk gaat kelderen.
Wat wij aantonen, zegt prof. Deam, is
dat er geen oliecrisis aan de hand is,
ondanks al dat gedoe in Amerika. We
hebben alleen een chemie-crisis. Het
sóórt olie dat we uit de grond halen
is niet meer het soort dat de mensen
hebben willen, en dat wordt steeds
erger. 'Maar dat heeft tot nog toe
niemand begrepen'.
Een van de belangrijkste factoren is
de groeiende toepassing van ruwe olie
uit Afrika en, binnenkort, uit de
Noordzeebodem. Dat is allemaal veel
lichtere olie dan het materiaal uit het
Midden-Oosten, en daarom hoeft er
minder aan geraffineerd te worden
om er nafta van te maken, de grond
stof voor benzine, kerosine en huis
brandolie.
Volgens het BP-model zullen de ko
mende jaren de lagere raffinagekosten
in de vorm van prijsverlagingen aan
de consument moeten worden doorge
geven. Tegelijk zal zware stookolie
schaars en dus duurder worden.
En daar zitten we dan met een ge
brek aan de zware stookolie waar een
flink stuk van de industrie en de
elektriciteitscentrales op draaien, ter
wijl de benzine ons de oren uitkomt.
Nu weten we sinds de Club van Rome
wel dat op het lanceren van een
wiskundig model meestal een pittige
discussie tussen van mening verschil
lende deskundigen volgt. Maar wat er
ook van dit verhaal overblijft,
merkwaardig is het zeker. Merkwaar
diger nog is, dat het voor de Observer
opgetekend werd door Gerald Leach,
dezelfde die in november vorig jaar
in opdracht van de OESO uitrekende
dat de vraag, naar autobenzine al
binnen tien jaar het aanbod zou kun
nen overtreffen. En het gekke is, dat
het een het ander niet eens hoeft uit
te sluiten. Het ligt eraan met hoeveel
auto's we straks willen rondrijden.
'Onze enige aarde' heeft het januari
nummer van de UNESCO-Koerier, het
maandblad van de VN-organisatie
voor onderwijs, wetenschap en cul
tuur, dat sinds kort ook in een Neder
landse editie verschijnt Het gaat na
tuurlijk over de VN-milieuconferentie
van Stockholm, wat daaraan vooraf
ging (de UNESCO-conferentie over
mens en biosfeer van 1968 was een
belangrijk stuk voorbereiding), en
wat er zal moeten volgen (heel veel).
Dat had allemaal binnen platgetreden
paden kunnen blijven, maar het is
een indrukwekkende en stimulerende
demonstratie geworden van hoe je
zo'n probleem in internationaal kader
kunt uiteenzetten. De Amerikaan
Lynton Caldwell levert een afgewogen
openingsbeschouwing, 'Leefmilieu:
pleidooi voor een wereld-politiek'.
Barbara Ward vat haar boek 'Er is
maar één aarde' samen, en dat is
bepaald niet het slechtste dat over
deze zaken geschreven is.
Voorzitter Aurelio Peccei van de Club
van Rome wordt geïnterviewd over
'zijn' wereldmodel en demonstreert
dat hij het nog steeds niet begrepen
heeft. Internationaal econoom Gunnar
Myrdal heeft minder ruimte nodig om
puntig uit te leggen dat dat model
hem gestolen kan worden. De Brazili
aan Josué de Castro legt uit dat het
grootste milieuprobleem onderontwik
keling is ('een onvermijdelijk gevolg
van koloniale en economische exploi
tatie'). Zijn landgenoot Miguel Ozorio
de Almeida ontmaskert de 'mythe van
het ecologisch evenwicht' en de Rus
Nikolai Ressowski getuigt van een
optimisme ('de biosfeer is tienmaal
rijker dan men denkt') dat wel
aanvechtbaar maar zeker boeiend is.
Kortom: aanbevolen lectuur. Losse
nummers 1,75, jaarabonnement
17.50 (Systemen Keesing. Amster
dam).
Nadat de plasticfabrikanten vorig jaar
elkaar hadden uitgelegd dat plastic
eigenlijk helemaal niet zo moordend
is voor het milieu, en zich toen
verbaasd hadden afgevraagd waarom
ze dat niet eerder en duidelijker aan
het publiek hadden verteld, zijn nu
dan de makers van zakjes-plastic in
het offensief gegaan.
Uit onze brievenbus kwam tenminste
een groot vouwblad van de Vereni
ging van foliefabrikanten, waarin het
allemaal nog een keer wordt uitge
legd. Het enige probleem is eigenlijk
dat mensen het ene ogenblik een
plastic zakje uit hun auto gooien en
zich het andere ogenblik ergeren aan
de omstandigheid dat er in ons land
steeds minder maagdelijke plekjes
zijn te vinden.
De vereniging wil er ook wat aan
doen, aan het opvoeden van ons dan.
Zij gaat al haar afnemers van bedrukt
verpakkingsmateriaal vragen of deze
tekst mag worden meegedrukt: 'Po
lyethyleen kan geen kwaad, maar gooi
't niet op straat'. Er zijn wel eens
beter lopende slagzinnen bedacht,
maar het idee is natuurlijk toch aar
dig.
Wel jammer dat boterhamzakjes niet
bedrukt zijn. Maar misschien komt
dat ook nog.
Wie nu naar de kunstjes van Ou
wehands dolfijnen Sonny en Sanny
gaat kijken, zal misschien hopen er
weer dat jongetje te zien dat op
de rug van een van de dieren door
het bassin scheerde. Dat gebeurt
al een poosje niet meer, maar nog
steeds zijn er mensen die speciaal
voor dat evenement naar de Greb-
beberg komen. En daarom deelt de
'spreekstalmeester' van het dolfij
nencircus het publiek op de tribu
nes nog steeds mee, tussen alle
vermaningen niets in het water
gooien, geen flitslampjes gebruiken
en programmapunten door, dat
iedereen het jongetje wel uit z'n
hoofd kan zetten. Hij komt niet
meer, omdat het niet meer mag.
Ouwehands meneer Langelaar is
nog altijd een beetje kicaad, in elk
geval diep teleurgesteld, als hij
aan dat verbod terugdenkt. Zó
hadden ze iets echt bijzonders en
zó stond de arbeidsinspectie op d
stoep, die verdere voorstellingen
mèt jongetje verbood. De dolfij-
nenruiter was nog te jong om te
mogen 'werken'. Het was het ne
genjarige zoontje van de chef-bad
meester van de dierentuin, Wim
van Dijk, die zelf als een rat
zwemt en er vreselijk veel plezier
in had net als de dolfijnen zelf
trouwens. Als hij vrij was van
school, zat Wim in de voorstelling,
op zijn 'rijdier': woensdagmiddag,
zaterdagmiddag en soms ook 's zon
dags. Maar de arbeidsinspectie was
streng: 'Of hij er nou wel of niet
een vergoeding voor kreeg hij
verdiende er niets mee, dat heb ik
nog aangevoerd volgens de in
spectie werkte hij en dat mocht
niet.'
En uitgepraat waren ze bij Ouwe
hand. Ze hebben nog heel officieel
geprobeerd ontheffing te krijgen,
maar dat verzoek is afgewimpeld.
'De show was echt iets heel bijzon
ders, maar draaide pas een paar
weken toen ie alweer verboden
werd. Toen was het net bekend
geworden, er was een foto in een
krant verschenen en prompt kwam
ook de arbeidsinspectie. Het idee
voor deze show kwam uit Amerika.
Onze trainer had gehoord, dat ze
het daar zo deden en toen zeiden
wij: dat moet bij ons toch ook
kunnen. Maandenlang hebben we
intensief getraind om zo ver te
komen. De mensen realiseren zich
waarschijnlijk niet dat het zo
moeilijk is; ze zijn verwend door
tv-fïlms als Flipper en zo.
Wim heeft van het verbod, zegt de
heer Langelaar, erg veel verdriet
gehad, en vermoedelijk de dolfij
nen ook, want ze zijn alle drie erg
op elkaar gesteld. Als Wim af en
toe zijn vriendjes opzoekt, herken
nen ze hem direct. 'Dat zie je aan
de manier waarop ze heel hard en
opgewonden gaan rondzwemmen en
je hoort het soort zingen dat ze
doen. En dan krijgt de jongen
tranen in de ogen.'
Jaar in jaar uit zoekt het NIPO
uit, welke vrouw in dit land het
meest bewonderd wordt en steeds
weer staat een onoverwinnelijke
Mies Bouwman bovenaan, zelfs
met edn steeds hogere score. In
1969 kreeg ze zeven procent van de
stemmen, daarna negen, in novem
ber 1971 veertien en uit het onder
zoek van een maand geleden komt
ze met twintig procent als eerste
naar voren. En het zijn aanzienlijk
meer vrouwen dan mannen die
tegen haar opzien. Op de twedde
plaats staat Marga Klompé (vier
procent) en verder komen in het
lijstje van de 'beste' tien Golda
Meir, Josephine Baker, Haya van
Someren, Indira Ghandi, de freule,
Christina Deutekom, Atje Keulen-
Deelstra en Jasperien de Jong
voor. Vijftien proednt vande on
dervraagde mannen noemde 'mijn
moeder' (ook wel 'mijn vrouw') en
'mijn moeder' was voor zes procent
van de vrouwen de meest bewon
derde dame ter wereld op dit
moment althans.
Mevrouw Winn Sargeant, over wie
vorige week in deze krant is be
richt dat ze met een papoea-stam-
hoofd in de afgelegen Baliemvallei
op West Irian is getrouwd, bezorgt
de Indonesische autoriteiten aardig
wat kopzorgen. De Amerikaanse
anthropologe, die zich een plekje
in het hart van stamhoofd Obaha-
rok kocht door hem elf varkens n
vijf fraaie lappen stof te offreren,
is volgens de heer Soenarjo van
het ministerie van sociale zaken
niet meer dan een avonturierster
die dit huwelijk in de verste verte
niet serieus neemt. En dat maakt
de autoriteiten juist zo bezorgd,
want als mevrouw Sargeant de
stamwetten overtreedt maakt ze
een leuke kans opgegeten te wor
den, net als Michael Rockefeller,
zoon van de gouverneur van New
York, die indertijd in die buurt
verdwenen is en nooit meer terug
gevonden.
Dat mevrouw Sargeant, nu 42 de
wetten van 'haar' stam gaat over
treden, lijkt wel zeker. Want vol
gens zoon Jimmy zal ze het in elk
geval weer tamelijk gouw uitma
ken met haar papoeaman, zoals ze
dat ook deed met een Dajak, met
wie ze van 1968 tot 1969 gdtrouwd
is geweest. 'Moeder', vertelt
Jimmy, 'bestudeert de seksuele ge
woonten en zo van allerlei stam
men en daarna gaat ze er een boek
over schrijven. Dit is gewoon de
beste manier om het materiaal bij
elkaar te krijgen. Nee, ze weet
heel goed wat ze doet. Laat maar
schuiven.'
Dit is prinses Beppy de Eerste de
tot nog toe enig echte Prin
ses Carnaval. Sinds De Brielse car
navalsvereniging 'de rlkkejagers'
haar heeft uitverkoren, troont ze
aan het hoofd van haar carnavals-
volkje. Helemaal soeverein Is ze
overigens niet, want ze is nog
altijd onderhorig aan haar al eer
der gekozen prins-fcestgemaal Car
naval.
Omdat deze prins Appy zich niet
zo happy voelde met alleen maar
mannen om zich heen, besloot de
raad van elf unaniem mevrouw
Bep Herlaar-Smit aan hem toe te
voegen. En zo zijn hunne konin
klijke hoogheden Appy en Beppy
tot elkaar gekomen.
Acupuntuur, de in China beproef
de 'naald'-methode om pijnen te
verdoven, slaagt vaker niet dan
wel.
Dat beweert althans de Zwitserse
anestesist prof. Marcel Gemperle,
directeur van het instituut voor
anesthesie van de universiteit van
Genève die volgens eigen zeggen in
China zelf de methode gedurende
drie weken grondig heeft bestu
deerd. Prof. Gemperle is bezorgd
over de wat hij noemt 'politiek
gemotiveerde' snel groeiende senti
menten van mensen in het westen
over acupunctuur en terugkeer
naar de natuurgeneeswijze. Dat
gaat, vindt Herr Professor, hier en
daar wat op hysterie lijken en
daar zal hij dan ook met kracht
tegen optreden. De westerse medi
sche ethiek zou niet moeten toe
staan dat er zelfs maar aan acu
punctuur voor westerse patiënten
wordt gedacht, laat staan met die
patiënten er over gepraat zonder
dat men hier beschikt over 'gede
tailleerde en eerlijke gegevens die
de bewering kunnen ondersteunen
dat de methode absoluut succesvol
zal zijn.'
Nu komen deze nagatieve conclu
sies natuurlijk maar van één man
en het is maar de vraag of de
uiterst zwartkijkende professor een
eeuwenoude methode als de acu
punctuur in drie weken wel gron
dig genoeg hedft kunnen bestude
ren. En dat 'de meeste Chinese
medici die een moderne opleiding
gehad hebben' zijn scepsis delen,
zegt ook niet veel, want prof. Gem
perle bedoelt de meesten van de
artsen die hij daar gesproken heeft
en dat waren er ook maar een
paar.
'Je hebt de draadjes weer verkeerd vastgemaakt, Slmpkins.'