Opname in inrichting is niet altijd de oplossing «te i nann uu i dichtbij i4 Kritiek op psychiatrie voor belangrijk deel afkomstig van psychiater-zèlf {Euratom gewoon te gek J ""t UD Olieplas Zakjes Werk is werk en daarmee uit moeder alaaf avonturierster acupunctuur :OUW/KWARTET WOENSDAG 7 FEBRUARI 1973 RINNENLANDCOMMENTAAR T5/K7 Commentaar jHct overleven van Euratom, na een Jfluderwetse marathonzitting van de ropese ministerraad, verheugt ons Sr twee redenen en laat tenminste Ua vraagteken achter. Ten eerste is het besluit van de ilninisters een duidelijke morele over- ining voor de Europese Commissie, fc.wjtn dus voor de Europese gedachte of '""Swat daarvan over is. [adat de gemeenschappelijke organi- itie voor wetenscappelijk en tech- :h onderzoek vijf jaar van de hand m de tand had moeten leven omdat de listerraad het niet eens kon worden T de doelstellingen op langere ter- lijn, stelde de Commissie een vijfjarig •kprogramma op dat de oude opzet Euratom verliet die was niet meer levensvatbaar en realistische ■nieuwe doelstellingen bevatte. Het was ■ma eenmaal een feit dat kernreactoren ■Het in prettige supranationale samen- |(Éjwerking werden ontwikkeld, maar in ^moncurrerende nationale onderzoek- l^rentra. Er was minder commercieel maar niet minder noodzakelijk aeënt pderzoek dat met vrucht samen wai con worden aangepakt. dojHct nieuwe programma zou werk bie- r Zei jen aan 1600 personeelsleden en 730 et h mi,ioen Sf'den kosten. Dat is veel te fa reel, zei in de ministerraad vorige het Énaand de Franse bewindsman. Ge- onsti iteund door de Nederlandse staatsse- >üert cretaris Westerterp zei hij dat duizend fgCg( nan genoeg moest zijn. De Engelsen reiden dat er 'gesnoeid' moest worden, ke v tonder zich op getallen vast te leggen. nDe gebruikelijke impasse was weer jaar. De Europese Commissie werd inggevraagd, nieuwe voorstellen in te doi dienen voor een beperkter werkpro- orizt 'Geesteszieken' heeft de Amerikaans-Hongaarse psycho-analyticus Thomas Szasz eens resoluut ge zegd, bestaan niet'. Szasz bedoelde dat geesteszie ken niet 'ziek' zijn in de zin van de lichamelijke stoornis. Geesteszieken gedragen zich 'anders'. Ze overschrijden, soms zeer hinderlijk, gedragsnormen. Een arts zal er over het algemeen niet over piekeren een patiënt zonder diens instemming en tegen diens belang te behandelen, maar wie rechtvaardigt de omstandigheden, waarin zoge naamde geesteszieken worden 'behandeld' zonder hun toestemming en zonder het inzicht dat daar mee hun belang wordt gediend? Voor velen is een afwijkend mens gevaarlijk dan wel griezelig, en kan hij het beste worden opgebor gen. En die zgn. gek kan dan wel volhouden dat hij niet ziek is, maar zijn onvermogen om in te zien, dat hij wèl ziek is, wordt juist als voornaamste kenmerk van zijn aandoening gezien. Als hij behandeling en opname afwijst, weigert zich te onderwerpen aan het psychiatrisch gezag, wordt dat beschouwd als weer een teken van zijn ziekte. In de afwijzing van de afwijkende ander als krankzinnige, herkennen wij volgens Szasz de vroegere religieuze afwijzing van de ketter. De provocerende kritiek van Szasz en diens mede standers heeft na een aanvankelijke verguizing steeds meer vakbroeders en leken tot de conclusie gebracht dat er sterk moet worden getwijfeld aan de medische, morele of wettelijke rechtvaardiging voor onvrijwillig psychiatrisch in grijpen. Weliswaar zijn in Nederland de boeken van Szasz eerst onlangs vertaald, maar met name door het werk van Jan Foudraine ('Wie is van hout') is hier ook tot het grote publiek doorge drongen dat de tot dusver gebruikte methoden dringend op de helling moeten. In een reeks publikaties, boeken, congressen, radio- en t.v.-programma's zijn er pogingen gedaan om iets weg te nemen van de magie, die de psychiatrie al zo lang heeft omgeven. Er is daarbij van alles aan het licht gekomen. Onder andere dat er patiënten zijn die levenslang heb ben, omdat de bestaande voorzieningen onvoldoen de zijn, of om allerlei reden niet effectief ge bruikt worden. Dat er wel erg vaak wordt 'platge- spoten'. Dat veel patiënten onder het mom van 'therapie' zakjes moeten plakken. De kritiek op het systeem is overigens voor een belangrijk deel afkomstig van de psychiater zelf. En daarmee heeft hij zich in een uitermate moeilijke positie gemanoeuvreerd. Immers, ener zijds wordt hij in zijn rol als psychiater aangeval len, anderzijds weet hij niet hoe hij de steeds groeiende stroom patiënten moet verwerken. Kan zo'n man nog werken? Hoe reageert hij op de kritiek van zijn schrijvende collega's en van de buitenwacht? Ervaart hij die kritiek als frustre rend of als heilzaam? ETTEN-LEUR 'De kritiek op de psychiatrie geeft je een gevoel van onmacht', zegt de psychiater J. van Baar. 'Je weet dat veel kritiek terecht wordt geuit. Je weet dat veel collega's daar niet goed raad mee weten, een verdedigende houding gaan aannemen, zich autori tair gaan opstellen. Het is ook waar dat de psychiatrie gesloten en on doorzichtig is. Maar je weet ook, dat je na elk woord over een an dere manier van hulpverlenen wordt overspoeld door noodkreten, door aanvragen om hulp'. In dat heeft de Commissie praktisch van gesproken vertikt. In het 'nieuwe waa voorstel' liet zij voor de vorm 50 man en 55 miljoen gulden vallen maar daarmee was dan ook, kondigde zij aan, de bodem bereikt. Met minder Hydtöan 1550 man kon het gemeenschap pelijk onderzoekcentrum niet werken. Als de ministerraad dat niet accep teerde zou de Commissie, zo kon men hges[ begrijpen, het voorstel intrekken. En w®'ce, als er geen voorstel meer is, kan de ministerraad volgens de Europese ver- dragen ook geen besluit nemen. Dat zou het einde van Euratom hebben betekend. 3e i vand ^at dreigement heeft de Commissie in d ra de marathonzitting van gisternacht ratu keihard uitgespeeld. En de minister raad is door de knieën gegaan, zij het dat het vijfjarige programma een vier- jö f jarig werd, waardoor de bedragen die Jjj J ermee zijn gemoeid er nu wat kleiner (t uitzien. 1 °8 NJDe tweede reden voor onze vreugde is een heel zakelijke. Het niet onaanzien- lijke onderzoekapparaat van de Euro- Gemeenschappen is vijf jaar stel- taai selmatig beroofd van elk uitzicht op de toekomst, en daardoor hebben zo- L| wel het moreel van de medewerkers io als de doelmatigheid van het apparaat geleden. Dat kan nu ten goede veran- deren. i Ons vraagteken betreft het standpunt dat staatssecretaris Westerterp in deze J hele ontwikkeling heeft ingenomen. Dat hij zich vorige maand aan de Êni zijde van Frankrijk schaarde bij dege nen die Euratom maar wilden halve ren, was op zijn zachtst gezegd onge bruikelijk in het kader van de Neder landse opstelling binnen de Europese Gemeenschappen. Westerterp toonde zich bij die gele genheid wat geprikkeld omdat het gestroomlijnde programma dat de Commissie had ingediend, in ieder geval voorzag in de sluiting van de Euratom-vestiging te Petten en daaro ver was niet overdreven veel overleg met Den Haag gevoerd. Het was mogelijk te veronderstellen dat deze wrevel tot het negatieve Nederlandse standpunt leidde, waarbij het de vraag blijft in hoeverre dat motief van groot staatsmanschap zou hebben getuigd. Nu is het merkwaardige dat tijdens de onderhandelingen de zaak-Petten als nog geregeld is. De onderzoekreactor daar blijft draaien als 'aanvullend pro ject' van Euratom, waaraan alleen "m! Nederland, België en West-Duitsland meebetalen. Die oplossing verschilt overigens voornamelijk wat de aanwe zigheid van het naamkaartje 'Euratom' betreft, met de toestand die zou zijn ingetreden wanneer Euratom de reac tor zou hebben teruggegeven aan de oorspronkelijke eigenaar, het Reactor centrum Nederland. Maar hoewel op dit punt de eer was gered, bleef Westerterp gisternacht tot het laatste moment het been stijf houden. Het speet hem, zei hij later, dat hij de ministerraad en de Commis sie niet had kunnen dwingen tot ver dere inkrimping. Waarom hem dat speet, is voor ons een groot vraagte ken gebleven. Intussen valt niet aan te ijitf nemen dat Euratom nu nog gevaar loopt. Wel probeert de staatssecretaris "1een crisissfeer te handhaven door te zeggen dat zijn toegeven nog door het Nederlandse kabinet moet worden goedgekeurd. En formeel heeft hij pi i daar natuurlijk gelijk in, maar wij kunnen ons niet voorstellen dat ons demissionaire kabinet er behoefte aan heeft, helemaal alleen Euratom alsnog de hals om te draaien. Jacques van Baar (50) is enkele maanden geleden als psychiater gaan werken bij de Stichting Het Hooghuys in Etten-Leur en bij de Sociaal- Psychiatrische Dienst in Breda. Het Hooghuys is een inrichting met onge veer 350 patiënten, die straks zal moeten uitgroeien 'tot het regionaal psychiatrisch ziekenhuis voor Breda en omstreken. De heer Van Baar was vijftien jaar geneesheer-directeur van Huize Padua in Boekei, maar hij gaf deze functie op om weer 'in het veld' te kunnen gaan werken. Hij behoort tot de groep psychiaters die er steeds minder gemakkelijk toe overgaan ie mand op te nemen in de inrichting. 'Een mens wordt ziek in relatie tot zijn omgeving en het is beter hem in zijn eigen omgeving te behandelen, dan hem in een inrichting het risico van vervreemding te laten lopen'. Zo'n opvatting klinkt heel aanneme lijk. Maar is het ook zo eenvoudig? Nee, zegt dokter Van Baar, een kal merend spuitje, opsluiten, een krank zinnigheidsverklaring en daarna een medicamenteuze behandeling. Het is allemaal veel gemakkelijker. Want zo dra je iemand weigert op te nemen om hem in zijn eigen omgeving veelal thuis dus te behandelen, wordt het moeilijk. Dan moet je veel weerstanden overwinnen'. Hij vertelt het verhaal van een boek houder uit de omgeving van Breda. Het gaat om een stille, rustige man. Een intellectueel, die plotseling zeer ondernemend werd. Hij ging overal naar toe, praatte honderd uit, wilde wanneer hem iets dwars zat onmiddel lijk 'zijn recht zoeken'. In café's, waar hij vroeger nooit kwam, was hij zeer vrijgevig. Van Baar: 'Hij was ont remd. In psychiatrische termen noe men we zo iemand manisch'. De boekhouder voelde zichzelf niet ziek, wel voelde hij een soort gedre venheid. Zijn vrouw vond de toestand echter onhoudbaar en verzocht om op name. Nu is er voor een onvrijwillige opname een rechterlijke machtiging nodig, waaraan een geneeskundige krankzinnigheidsverklaring aan vooraf moet gaan. Tegenwerking Jacques van Baar:gevoel van onmacht Dokter Van Baar: 'Toen ik de familie duidelijk probeerde te maken, dat ik de man niet 'ziek' vond, dat ik die verklaring niet zou afgeven en dat er dus geen sprake zou zijn van gedwon gen opname, ondervond ik direct te genwerking. Er werd geprotesteerd. De vrouw reageerde: 'Die dokter is zelf gek. Hij moest eens meemaken wat ik allemaal meemaak'. Het valt in zo'n situatie niet mee iemand duidelijk te maken dat 'ziek- zijn* een betrekkelijk begrip is. Maar toen de vrouw mijn bedoelingen be greep, volgde er gesprekken met de kinderen en met collega's. Men raakte overtuigd van het belang om een gedwongen opname in een inrichting te voorkomen en iedereen bleek tenslotte bereid om dit experiment de behandeling thuis dus tot een goed einde te brengen. Ik ben toen begonnen met open ge sprekken met de man, zijn vrouw en zijn kinderen. Dat kan soms pijnlijk zijn, want in een gezin en in het huwelijk kan je jaren achtereen langs elkaar leven, elkaar ontwijken en dan kan zo'n open gesprek veel los woe len, maar ook verhelderen. Dat is niet altijd even prettig. Ondersteund met een geringe dosering van een kalme rend middel zijn we met z'n allen door de moeilijke periode heen geko men'. waren, maar die in de crisissituatie levensgroot naar boven kwamen. De mensen die bij dit experiment betrok ken waren, zullen in het vervolg waarschijnlijk ook niet meer zo snel afwijzend reageren, wanneer ze een afwijkend mens ontmoeten. Dokter Van Baar: 'Het maatschappe lijk systeem maakt het je niet gemak kelijk te experimenten. Want wanneer deze boekhouder zou zijn opgenomen, dan zou alles voor hem worden be taald. Nu betaalt er niemand iets. Het voorkómen van de opname heeft de gemeenschap veel geld bespaard. Maar die man heeft bijvoorbeeld veel rond jes gegeven in café's. Hij heeft in zijn gedrevenheid veel niet-functionele uit gaven gedaan. Wie betaalt die? Daar houdt niemand rekening mee. Mis schien hadden we in een inrichting sneller, professioneler kunnen wer ken. Maar we zijn in ieder geval het verwijt ontlopen: Je hebt me opgeslo ten. Je hebt me krankzinnig ver klaard'. Verwijt Preventief Met deze bijdrage van Huub Elzerman besluiten wij onze artikelenreeks over de geestelijke gezondheidszorg in Ne derland. De vorige artikelen verschenen op 12, 16, 18, 22 (alleen Trouw), 24 (Kwartet bladen), 26 en 30 januari en op 2 fe bruari. Dokter Van Baar wijst erop, dat deze man vroeger waarschijnlijk wèl krankzinnig zou zijn verklaard. Hij zou zijn opgenomen en voor de rest van zijn leven het brandmerk 'gek geweest' met zich meedragen. Dit is voorkomen. De man is toch geholpen en bovendien is er preventief ge werkt. Door de gesprekken is er bin nen het gezin meer zicht gekomen op de conflicten die vroeger verborgen De Amsterdamse psychiater Jan Fou draine heeft eens gezegd dat een aan tal patiënten ook na een jarenlang verblijf in een inrichting met behulp van arbeidsintensieve en daar om kostbare aanpak zou kunnen le ren hoe ze zich met hun handicap in de maatschappij kunnen handhaven. Volgens dit harde verwijt zouden er veel patiënten te lang in inrichtingen verblijven, soms zelfs levenslang een vegeterend bestaan moeten leiden. Jacques Van Baar zegt dat dat pro bleem over het algemeen wel wordt onderkend, en dat ook hij er van overtuigd is dat er te veel mensen in inrichtingen verblijven, die daar niet thuishoren. Met zijn verhaal over de boekhouder heeft hij willen illustre ren, dat het mogelijk is andere wegen te bewandelen. Er is volgens hem bijvoorbeeld in Breda een grote be reidheid om door samenwerking tus sen de Sociaal-Psychiatrische Dienst, de algemene ziekenhuizen, de inrich tingen, de ambulante zorg en het maatschappelijk werk, tot een operati onele eenheid te komen. 'Ik vinid het een hoopvolle ontwikke ling, zegt dr. Van Baar, dat de weer stand om iemand snel op te nemen groeit. Maar het bieden van aangepas te hulp in het eigen milieu vereist een goede organisatie. Je moet altijd terug kunnen vallen op de inrichting, maar je hebt ook crisis-centra, sluisin- ternaten dagbehandeling en soepel werkende maatschappelijke zorg no dig'. Tenslotte wijst hij erop dat niet de indruk moet worden gevestigd dat alle patiënten i n de inrichting het slachtoffer zijn van maatschappelijke structuren. Er zijn ook patiënten die echt niet terug kunnen naar de maat schappij, omdat ze zich daar niet zouden kunnen handhaven. Ook ie mand die bijvoorbeeld bij een auto ongeluk een hersenbeschadiging heeft opgelopen, moet soms blijven. Daar is dan niets meer aan te doen. Dr. Van Baar: 'Ik wil met tact en strategie de mensen, die nog niet inzien dat het ook anders kan, overha len tot meer tolerantie. In de organi saties moet iedere werker zich bewust worden van zijn macht en zich afvra gen: wat doe ik aan de onvrijheid van mensen voor wie ik de zorg heb. Want het kriterium voor de geestelij ke gezondheidszorg is toch het zoeken naar innerlijke vrijheid? Het wezenlij ke probleem is de onvrijheid. Maar,, zo besluit hij, bij alle theoreti sche beschouwingen moet je wel blij ven beseffen dat er ook iets gedaan moet worden. Dat je anderen moet leren hoe zij het moeten doen. Dat is een uitdaging'. er? 'De benzine zal Europa over een jaar of wat de oren uitkomen tenzij we aardig drastische maatregelen nemen'. Daar zit je dan wel even tegenaan te hikken (om in dezelfde stijl te blij ven). De auteur van deze krasse uit spraak meent het namelijk heel se rieus. Het is professor Robert Deam van de universiteit van Londen, die met een ploeg deskundigen van Bri tish Petroleum heeft zitten uitreke nen hoe het nu staat met de olievoor raden. Dat leverde het eerste wiskun dige model van de wereldenergie markt op, en toen dat met de onver mijdelijke computer was doorgere kend voorspelde de BP-ploeg dat de benzineprijs in het Verenigd Konink rijk de komende twee jaar waar schijnlijk gaat kelderen. Wat wij aantonen, zegt prof. Deam, is dat er geen oliecrisis aan de hand is, ondanks al dat gedoe in Amerika. We hebben alleen een chemie-crisis. Het sóórt olie dat we uit de grond halen is niet meer het soort dat de mensen hebben willen, en dat wordt steeds erger. 'Maar dat heeft tot nog toe niemand begrepen'. Een van de belangrijkste factoren is de groeiende toepassing van ruwe olie uit Afrika en, binnenkort, uit de Noordzeebodem. Dat is allemaal veel lichtere olie dan het materiaal uit het Midden-Oosten, en daarom hoeft er minder aan geraffineerd te worden om er nafta van te maken, de grond stof voor benzine, kerosine en huis brandolie. Volgens het BP-model zullen de ko mende jaren de lagere raffinagekosten in de vorm van prijsverlagingen aan de consument moeten worden doorge geven. Tegelijk zal zware stookolie schaars en dus duurder worden. En daar zitten we dan met een ge brek aan de zware stookolie waar een flink stuk van de industrie en de elektriciteitscentrales op draaien, ter wijl de benzine ons de oren uitkomt. Nu weten we sinds de Club van Rome wel dat op het lanceren van een wiskundig model meestal een pittige discussie tussen van mening verschil lende deskundigen volgt. Maar wat er ook van dit verhaal overblijft, merkwaardig is het zeker. Merkwaar diger nog is, dat het voor de Observer opgetekend werd door Gerald Leach, dezelfde die in november vorig jaar in opdracht van de OESO uitrekende dat de vraag, naar autobenzine al binnen tien jaar het aanbod zou kun nen overtreffen. En het gekke is, dat het een het ander niet eens hoeft uit te sluiten. Het ligt eraan met hoeveel auto's we straks willen rondrijden. 'Onze enige aarde' heeft het januari nummer van de UNESCO-Koerier, het maandblad van de VN-organisatie voor onderwijs, wetenschap en cul tuur, dat sinds kort ook in een Neder landse editie verschijnt Het gaat na tuurlijk over de VN-milieuconferentie van Stockholm, wat daaraan vooraf ging (de UNESCO-conferentie over mens en biosfeer van 1968 was een belangrijk stuk voorbereiding), en wat er zal moeten volgen (heel veel). Dat had allemaal binnen platgetreden paden kunnen blijven, maar het is een indrukwekkende en stimulerende demonstratie geworden van hoe je zo'n probleem in internationaal kader kunt uiteenzetten. De Amerikaan Lynton Caldwell levert een afgewogen openingsbeschouwing, 'Leefmilieu: pleidooi voor een wereld-politiek'. Barbara Ward vat haar boek 'Er is maar één aarde' samen, en dat is bepaald niet het slechtste dat over deze zaken geschreven is. Voorzitter Aurelio Peccei van de Club van Rome wordt geïnterviewd over 'zijn' wereldmodel en demonstreert dat hij het nog steeds niet begrepen heeft. Internationaal econoom Gunnar Myrdal heeft minder ruimte nodig om puntig uit te leggen dat dat model hem gestolen kan worden. De Brazili aan Josué de Castro legt uit dat het grootste milieuprobleem onderontwik keling is ('een onvermijdelijk gevolg van koloniale en economische exploi tatie'). Zijn landgenoot Miguel Ozorio de Almeida ontmaskert de 'mythe van het ecologisch evenwicht' en de Rus Nikolai Ressowski getuigt van een optimisme ('de biosfeer is tienmaal rijker dan men denkt') dat wel aanvechtbaar maar zeker boeiend is. Kortom: aanbevolen lectuur. Losse nummers 1,75, jaarabonnement 17.50 (Systemen Keesing. Amster dam). Nadat de plasticfabrikanten vorig jaar elkaar hadden uitgelegd dat plastic eigenlijk helemaal niet zo moordend is voor het milieu, en zich toen verbaasd hadden afgevraagd waarom ze dat niet eerder en duidelijker aan het publiek hadden verteld, zijn nu dan de makers van zakjes-plastic in het offensief gegaan. Uit onze brievenbus kwam tenminste een groot vouwblad van de Vereni ging van foliefabrikanten, waarin het allemaal nog een keer wordt uitge legd. Het enige probleem is eigenlijk dat mensen het ene ogenblik een plastic zakje uit hun auto gooien en zich het andere ogenblik ergeren aan de omstandigheid dat er in ons land steeds minder maagdelijke plekjes zijn te vinden. De vereniging wil er ook wat aan doen, aan het opvoeden van ons dan. Zij gaat al haar afnemers van bedrukt verpakkingsmateriaal vragen of deze tekst mag worden meegedrukt: 'Po lyethyleen kan geen kwaad, maar gooi 't niet op straat'. Er zijn wel eens beter lopende slagzinnen bedacht, maar het idee is natuurlijk toch aar dig. Wel jammer dat boterhamzakjes niet bedrukt zijn. Maar misschien komt dat ook nog. Wie nu naar de kunstjes van Ou wehands dolfijnen Sonny en Sanny gaat kijken, zal misschien hopen er weer dat jongetje te zien dat op de rug van een van de dieren door het bassin scheerde. Dat gebeurt al een poosje niet meer, maar nog steeds zijn er mensen die speciaal voor dat evenement naar de Greb- beberg komen. En daarom deelt de 'spreekstalmeester' van het dolfij nencircus het publiek op de tribu nes nog steeds mee, tussen alle vermaningen niets in het water gooien, geen flitslampjes gebruiken en programmapunten door, dat iedereen het jongetje wel uit z'n hoofd kan zetten. Hij komt niet meer, omdat het niet meer mag. Ouwehands meneer Langelaar is nog altijd een beetje kicaad, in elk geval diep teleurgesteld, als hij aan dat verbod terugdenkt. Zó hadden ze iets echt bijzonders en zó stond de arbeidsinspectie op d stoep, die verdere voorstellingen mèt jongetje verbood. De dolfij- nenruiter was nog te jong om te mogen 'werken'. Het was het ne genjarige zoontje van de chef-bad meester van de dierentuin, Wim van Dijk, die zelf als een rat zwemt en er vreselijk veel plezier in had net als de dolfijnen zelf trouwens. Als hij vrij was van school, zat Wim in de voorstelling, op zijn 'rijdier': woensdagmiddag, zaterdagmiddag en soms ook 's zon dags. Maar de arbeidsinspectie was streng: 'Of hij er nou wel of niet een vergoeding voor kreeg hij verdiende er niets mee, dat heb ik nog aangevoerd volgens de in spectie werkte hij en dat mocht niet.' En uitgepraat waren ze bij Ouwe hand. Ze hebben nog heel officieel geprobeerd ontheffing te krijgen, maar dat verzoek is afgewimpeld. 'De show was echt iets heel bijzon ders, maar draaide pas een paar weken toen ie alweer verboden werd. Toen was het net bekend geworden, er was een foto in een krant verschenen en prompt kwam ook de arbeidsinspectie. Het idee voor deze show kwam uit Amerika. Onze trainer had gehoord, dat ze het daar zo deden en toen zeiden wij: dat moet bij ons toch ook kunnen. Maandenlang hebben we intensief getraind om zo ver te komen. De mensen realiseren zich waarschijnlijk niet dat het zo moeilijk is; ze zijn verwend door tv-fïlms als Flipper en zo. Wim heeft van het verbod, zegt de heer Langelaar, erg veel verdriet gehad, en vermoedelijk de dolfij nen ook, want ze zijn alle drie erg op elkaar gesteld. Als Wim af en toe zijn vriendjes opzoekt, herken nen ze hem direct. 'Dat zie je aan de manier waarop ze heel hard en opgewonden gaan rondzwemmen en je hoort het soort zingen dat ze doen. En dan krijgt de jongen tranen in de ogen.' Jaar in jaar uit zoekt het NIPO uit, welke vrouw in dit land het meest bewonderd wordt en steeds weer staat een onoverwinnelijke Mies Bouwman bovenaan, zelfs met edn steeds hogere score. In 1969 kreeg ze zeven procent van de stemmen, daarna negen, in novem ber 1971 veertien en uit het onder zoek van een maand geleden komt ze met twintig procent als eerste naar voren. En het zijn aanzienlijk meer vrouwen dan mannen die tegen haar opzien. Op de twedde plaats staat Marga Klompé (vier procent) en verder komen in het lijstje van de 'beste' tien Golda Meir, Josephine Baker, Haya van Someren, Indira Ghandi, de freule, Christina Deutekom, Atje Keulen- Deelstra en Jasperien de Jong voor. Vijftien proednt vande on dervraagde mannen noemde 'mijn moeder' (ook wel 'mijn vrouw') en 'mijn moeder' was voor zes procent van de vrouwen de meest bewon derde dame ter wereld op dit moment althans. Mevrouw Winn Sargeant, over wie vorige week in deze krant is be richt dat ze met een papoea-stam- hoofd in de afgelegen Baliemvallei op West Irian is getrouwd, bezorgt de Indonesische autoriteiten aardig wat kopzorgen. De Amerikaanse anthropologe, die zich een plekje in het hart van stamhoofd Obaha- rok kocht door hem elf varkens n vijf fraaie lappen stof te offreren, is volgens de heer Soenarjo van het ministerie van sociale zaken niet meer dan een avonturierster die dit huwelijk in de verste verte niet serieus neemt. En dat maakt de autoriteiten juist zo bezorgd, want als mevrouw Sargeant de stamwetten overtreedt maakt ze een leuke kans opgegeten te wor den, net als Michael Rockefeller, zoon van de gouverneur van New York, die indertijd in die buurt verdwenen is en nooit meer terug gevonden. Dat mevrouw Sargeant, nu 42 de wetten van 'haar' stam gaat over treden, lijkt wel zeker. Want vol gens zoon Jimmy zal ze het in elk geval weer tamelijk gouw uitma ken met haar papoeaman, zoals ze dat ook deed met een Dajak, met wie ze van 1968 tot 1969 gdtrouwd is geweest. 'Moeder', vertelt Jimmy, 'bestudeert de seksuele ge woonten en zo van allerlei stam men en daarna gaat ze er een boek over schrijven. Dit is gewoon de beste manier om het materiaal bij elkaar te krijgen. Nee, ze weet heel goed wat ze doet. Laat maar schuiven.' Dit is prinses Beppy de Eerste de tot nog toe enig echte Prin ses Carnaval. Sinds De Brielse car navalsvereniging 'de rlkkejagers' haar heeft uitverkoren, troont ze aan het hoofd van haar carnavals- volkje. Helemaal soeverein Is ze overigens niet, want ze is nog altijd onderhorig aan haar al eer der gekozen prins-fcestgemaal Car naval. Omdat deze prins Appy zich niet zo happy voelde met alleen maar mannen om zich heen, besloot de raad van elf unaniem mevrouw Bep Herlaar-Smit aan hem toe te voegen. En zo zijn hunne konin klijke hoogheden Appy en Beppy tot elkaar gekomen. Acupuntuur, de in China beproef de 'naald'-methode om pijnen te verdoven, slaagt vaker niet dan wel. Dat beweert althans de Zwitserse anestesist prof. Marcel Gemperle, directeur van het instituut voor anesthesie van de universiteit van Genève die volgens eigen zeggen in China zelf de methode gedurende drie weken grondig heeft bestu deerd. Prof. Gemperle is bezorgd over de wat hij noemt 'politiek gemotiveerde' snel groeiende senti menten van mensen in het westen over acupunctuur en terugkeer naar de natuurgeneeswijze. Dat gaat, vindt Herr Professor, hier en daar wat op hysterie lijken en daar zal hij dan ook met kracht tegen optreden. De westerse medi sche ethiek zou niet moeten toe staan dat er zelfs maar aan acu punctuur voor westerse patiënten wordt gedacht, laat staan met die patiënten er over gepraat zonder dat men hier beschikt over 'gede tailleerde en eerlijke gegevens die de bewering kunnen ondersteunen dat de methode absoluut succesvol zal zijn.' Nu komen deze nagatieve conclu sies natuurlijk maar van één man en het is maar de vraag of de uiterst zwartkijkende professor een eeuwenoude methode als de acu punctuur in drie weken wel gron dig genoeg hedft kunnen bestude ren. En dat 'de meeste Chinese medici die een moderne opleiding gehad hebben' zijn scepsis delen, zegt ook niet veel, want prof. Gem perle bedoelt de meesten van de artsen die hij daar gesproken heeft en dat waren er ook maar een paar. 'Je hebt de draadjes weer verkeerd vastgemaakt, Slmpkins.'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1973 | | pagina 7