'ZACHTE DOOD'
zaait verwarring
Onscherp
Onbewezen
Niet eens
Dk praktisch
isverstanden
door Leo Kleyn
Tegenstanders
'Schijnprobleem'
J
OUW/KWARTET ZATERDAG 3 FEBRUARI 1973
BINNENLAND
leiding van de familie van ongenees
lijk zieke patiënten.
Op datzelfde congres vroeg de toen
malige hoogleraar mr. A. A. M. van
Agt: 'Wilt u mij eens uitleggen wat
het verschil is tussen het niet meer
bijvullen van een infuus en het om
draaien van de knop waarop dat ding
werkt?' Van Agt wilde met die vraag
duidelijk maken dat naar zijn opvat
ting de grens tussen passieve en actie-
ve euthanasie bijzonder onscherp is.
In werkelijkheid toonde hij aan hoe
veel verwarring er bestaat rondom
het vraagstuk van de euthanasie.
Want wat Van Agt kennelijk be
schouwde als actieve euthanasie ('het
omdraaien van de knop': 'medisch
handelen') is natuurlijk, bedrieglijk
genoeg, evenzeer een nalatige hande
ling als 'het niet meer bijvullen van
een infuus', immers, in beide gevallen
wordt de patiënt behandeling onthou
den, en wie dat doet, pleegt slechts
passieve euthanasie.
Van Agt is niet de enige die vind: (of
vond) dat de grens tussen passieve en
actieve euthanasie vaag is. Van der
Meer ziet die grens wel heel duidelijk
en naar zijn zeggen is er geen enkele
arts die er moeite mee heeft de
scheidslijn te ontwaren. Het verschil
tussen de twee vormen van euthana
sie bij bijvoorbeeld de toediening van
morfine, zit in de dosering; elke arts
weet welke hoeveelheid wel en welke
niet (op zeer korte termijn) dodelijk
is.
Van der Meer: 'Bij de vraag wat wel
en wat niet geoorloofd is, moet je een
goeie grens vaststellen. Het verschil
tussen actieve en passieve euthanasie
is de enige grens die ik zie. Die
handhaaf ik; daar ga ik niet overheen.
Als je dat wel doet, dan is er een
kans dat je afglijdt.' Daarbij stelt Van
der Meer uitdrukkelijk dat hij een
praktisch en geen principieel onder
scheid maakt.
'Wie geen principiële bezwaren heeft
tegen passieve euthanasie, kan die
ook niet hebben tegen actieve eutha
nasie. Er is natuurlijk principieel geen
verschil. Er is wel een duidelijk
psychologisch verschil. Het maakt wel
wat uit of je iemand die in het water
ligt niet de hand reikt, of iemand in
hel water duwt. Maar ik heb tegen
actieve euthanasie geen principiële
bezwaren; ik handel op praktische
gronden.' Als Van der Meer het heeft
over 'afglijden', denkt hij ook aan de
Nazi-misdaden op het gebied van wat
dan 'euthanasie' werd genoemd. Het
mag dan waar zijn, vindt hij, dat die
term misbruikt is, een aantal Duitse
artsen heeft destijds dat misbruik
toch maar niet doorzien.
Ekelmans stelt daar in zijn al ge
noemde voordracht tegenover, dat
vrees voor de mogelijke consequenties
van actieve euthanasie geen reden
mag zijn een behoudend standpunt te
blijven innemen. 'Deze vrees,' aldus
Ekelmans. 'berust op de onbewezen
stelling, dat de veronderstelde gevol
gen afkeurenswaardig èn onvermijde
lijk zijn'.
Met deze en andere uitspraken zit
Ekelmans op dezelfde golflengte als
prof. dr. J. H. van den Berg, die in
zijn in 1969 verschenen brochure 'Me
dische macht en medische ethiek'
stelt, dat de arts niet alleen het recht
heeft om van verdere pogingen tot
levensbehoud van zinloos menselijk
leven af te zien, maar dat hij ook het
recht en zelfs de plicht heeft dit
leven door een dodende injectie te
beëindigen. Van den Berg vindt dat
de arts die plicht ook heeft ten aan
zien van betrokkenen die daartoe niet
de wens te kennen hebben gegeven,
of liever: niet hebben kunnen geven.
Hij begeeft zich daarmee, niet als
enige overigens, op een terrein dat
helemaal bezaaid ligt met voetangels
en klemmen: dat van de onvrijwillige
euthanasie. Wie zich daarop bevindt,
stelt de vraag aan de orde of het
geoorloofd is al dan niet na overleg
met en toestemming van ouders of
kinderen euthanasie te plegen op pas
geboren lichamelijk of geestelijk ge
handicapte kinderen of demente be
jaarden. Omdat ook daarbij het be
lang van de patiënt voorop staat (al
thans, voorop behoort te staan), dient
ook deze onvrijwillige euthanasie wel
te worden onderscheiden van de Hit-
leriaanse pseudo-euthanasie.
Desondanks lopen velen, zeer begrij
pelijk, bij de gedachte aan ongevraagde
euthanasie de rillingen over de rug.
Sporken, Menges en anderen die actie
ve euthanasie niet zonder meer afwij
zen. maken wel het voorbehoud dat
er, in het algemeen, sprake moet zijn
van vrijwilligheid. Sporken spreekt
van het onvervreemdbare 'zelfbeschik
kingsrecht van de mens in de allerbe
langrijkste beslissing die een mens
kart nemen'.- -
Zijn visie wordt niet gedeeld door
zijn hervormde collega Roscam Ab-
bing, die in het tijdschrift 'Kerk en
theologie' schrijft: 'Het komt mij
voor, dat wij gerechtigd zijn om een
kindje, dat bijv. volslagen idioot
wordt geboren en ook idioot zal blij
ven, al dadelijk bij het begin het
leven te ontnemen.' De meningsver
schillen over de oirbaarheid van on
vrijwillige euthanasie liggen hoog op
getast, niet alleen tussen ethici, maar
ook tussen juristen en artsen.
Er is dan ook wel het een en ander
waarover te twisten valt. Van wat
voor de een 'zinvol leven' is, onder
kent de ander de zin niet De een
vindt dat er alleen sprake is van
communicatie als die wederkerig is
(Ekelmans), de ander werpt tegen dat
het niet terzake doet of bijvoorbeeld
een demente patiënt al dan niet op
zijn omgeving reageert (Van Till). De
een vindt dat ook rekening moet
worden gehouden met het belang van
de ouders van bijvoorbeeld een Softe-
non-baby (die wel eens niet tegen de
moeilijkheden opgewassen zouden
kunnen zijn), de ander vindt dat
uitsluitend het belang van het kind
geldt. Kortom, het wemelt van de
haken en ogen.
Bij de vrijwillige euthanasie, voorge
staan door de al eerder genoemde
Stichting vrijwillige euthanasie en ook
door de in Vinkega (bij Noordwolde)
opgerichte Nederlandse werkgroep
vrijwillige euthanasie, komen die nete
lige problemen ruiet aan de orde. Maar
zelfs degenen die vinden dat vrijwilli
ge euthanasie mogelijk moet worden
gemaakt, zijn 't niet geheel met elkaar
eens.
De stichting meent al heel wat heil
zaam werk te kunnen verzetten zon
der dat de artikelen 293 en 294 van
het wetboek van strafrecht worden
gewijzigd, terwijl de werkgroep wets
wijziging bovenaan haar lijstje van
doelstellingen heeft gezet. Mevrouw
K Sybrandy-Alberda, initiatiefneem
ster van de werkgroep, zegt het on
aanvaardbaar te vinden dat artsen in
een rechtsvacuüm moeten leven en
gedwongen zijn te liegen als zij actie
ve euthanasie plegen. Veel brieven
van artsen hebben haar gesterkt in
die mening.
De stichting is wat huiverig voor
wetswijziging, omdat nieuwe wetten
alweer achterhaald kunnen zijn op
het ogenblik dat ze in werking tre
den: de discussie over euthanasie is
ten slotte nog volop aan de gang. Dit
argument tegen wetswijziging wordt
ook gehanteerd door mr. F. E. Fren-
kel, die in Vrij Nederland schrijft
wetswijziging een dubieuze zaak te
vinden. De rechter, betoogt hij, hoeft
iemand die zich naar de letter van de
wet aan actieve euthanasie heeft
schuldig gemaakt, geen straf op te
leggen. Hij kan tot het oordeel komen
dat ondanks de wettekst de verdachte,
op grond van bepaalde omstandighe
den, vrijuit gaat.
Dat het tot een wetswijziging zal
komen, lijkt vooralsnog niet erg waar
schijnlijk, ook al moet de discussie
over euthanasie in de Tweede Kamer
nog beginnen en is het probleem zelfs
ir. de vaste Kamercommissie voor
volksgezondheid nog niet aan de orde
geweest.
Drs. A. D. W. Tilanus, fractievoorzit
ter van de CHU en lid van de Kamer
commissie, heeft te kennen gegeven
dat hij in principe wel voor een
wetswijziging te vinden zou zijn. Han-
nie van Leeuwen (ARP) zegt die
wetswijziging nog niet zo te zien
zitten, al houdt dat niet een definitief
'nee' in, omdat ze het hele probleem
eerst eens grondig in studie wil ne
men. Voorlopig is ze geen voorstand
ster van actieve euthanasie.
Het Utrechts Nieuwsblad tekende de
persoonlijke mening over euthanasie
en wijziging van de euthanasie-wetge-
ving van een aantal andere Kamerle
den op. De KVP-er J. Heijmans zegt:
'Tegen actieve euthanasie zeg ik in
het algemeen néé, maar bij uitzonde
ring moet het mogelijk zijn.' Hij is
'niet priori tegenstander van het wij
zigen van artikel 293, maar het moet
wel na rijp beraad en heel voorzichtig
gebeuren'.
De WD-afgevaardigde mevrouw mr.
E. Veder-Smit zegt actieve euthanasie
af te wijzen en er helemaal niet zo
zeker van te zijn 'dat het merendeel
van het Nederlandse volk vóór legali
sering van euthanasie is'. Het PvdA-
Kamerlid dr. H. J. Roethof vindt het
'niet gewenst' en 'niet eenvoudig' arti
kel 293 te veranderen. Hem rijzen de
haren te berge als hij aan 'de eutha
nasiewetgeving van het Derde Rijk'
denkt.
Als aansluiting daarop en om terug
te keren tot het uitgangspunt van
dit stuk, een laatste citaat van
Menges, uit de inleiding van zijn
proefschrift. De arts, die eventueel
actieve euthanasie toepast, schrijft
Menges, dient in ieder voorkomend
geval zijn eigen geweten zorgvuldig te
raadplegen. 'De gebeurtenissen in Na-
zi-Duitsland hebben aangetoond, dat
door de alles dekkende toestemming
van Hitier deze gewetensfunktie in
vele gevallen werd uitgeschakeld. Ve
le duizenden zijn daarmee het slacht
offer van moord geworden. Voor de
kampioenen van een wettelijke rege
ling tot toepassing van euthanasie wil
ik dit met nadruk vaststellen.'
A d
H d>
N V
tc l
;_M,
n het Friese dorp
Noordwolde, de woon
plaats van het artsen
echtpaar Postma, werd
onder auspiciën van El-
seviers weekblad begin
vorige maand een ge-
'jiej eksavond over euthanasie gehou-
f t Een ogenblik zag het ernaar uit
de discussie voortijdig beëindigd
worden, toen het tot een hooglo-
nde ruzie kwam tussen twee leden
het forum, de Amsterdamse advo-
r mr. dr. Benno Stokvis en de
25 mingse studentenpredikant Marcel
M i 'P
w bekende jurist wekte de veront-
irdiging van zijn forumgenoot door
1 te merken: 'Wanneer in het ge-
ek ook betrokken wordt de eutha-
p ie op bijvoorbeeld misvormde of
fmaakte kinderen, seniele demen-
of volslagen idioten die door hun
n :tand hun eigen wil niet meer
r tjinen uiten en bij euthanasie afhan-
jk zijn van de beslissing van ande-
dan lopen we het gevaar aan het
in van de weg te staan waar Hitier
;eëindigd.'
predikant vond dat het geen pas
Hitier erbij te slepen. Hij had
tevoren kunnen weten dat het,
r wie dan ook, zou gebeuren. Te-
j standers van euthanasie (tot wie
is kvis overigens beslist niet gere-
d mag worden) willen in een
:ussie over euthanasie nogal eens
de praktijken van Hitier herinne-
De als behoudend bekend staande
en J. Th. Joosten uit Echt kapit-
een ingezonden brief een
iburgse krant die als kop boven
artikel had gezet: 'Hele dorp staat
Mer euthanasie'; die kop had naar
i mening moeten luiden: 'Hele
r'p in het spoor van Adolf Hitier'.
wijzingen naar Nazi-Duitsland be-
i en voor een belangrijk deel op
miskenning van de feiten. De
rnichtung lebensunwerten Lebens',
raan de Nazi's zich tussen 1939 en
schuldig hebben gemaakt, heeft
wezen niets met euthanasie
s met moordjte maken. De huds-
J. Menges Bat daaraan geen
Je j fel bestaan Tn het proefschrift
h. thanasie' in het derde rijk', waar
hij vorig jaar is gepromoveerd,
hij de voorstanders van euthana-
en de Nazi's beslist niet op één
stelt, blijkt alleen al hieruit dat
de handelwijze van de Duitsers
sequent bestempelt als 'euthana-
hij zet het woord tussen aanha-
stekens. Die door Hitier en zijn
i'anten gepleegde 'euthanasie', zo
kt hij in zijn inleiding duidelijk,
ide niet de belangen van de pa-
ten, maar slechts die van de staat.
'- m beschikking waarin Hitier het do-
van ongeneeslijk zieken regelde,
ijft Menges, 'had slechts racisti-
politieke en ekonomische drijf-
in'.
htoffers van de 'euthanasie-acties'
en volwassen geesteszieken, licha-
ijk en geestelijk gehandicapte kin-
in, bewoners van concentratiekam-
die niet meer konden werken en
enlandse dwangarbeiders die door
te onproductief waren geworden,
iges betoogt in zijn dissertatie dat
acties, die naar zijn schatting aan
r dan 100.000 mensen het leven
ben gekost, een uitvloeisel waren
'Hitler's rassenbiologische beze-
leid'. Wie in de ogen van Hitier
derwaardig was, moest uit de weg
den geruimd, ten gunste van dege-
lie hij als waardevol zag.
st ideologische waren er ook prak-
ie motieven. Geesteszieken legden
r beslag op verpleegkundigen en
ileeginrichtingen die hard nodig
en voor gewonde soldaten. En in
':en waar niet gevochten werd,
«t in elk geval worden gewerkt;
dat niet (meer) kon, hoefde in de
n van Hitler ook niet te leven. Bij
selectie van patiënten die voor
hanasie' in aanmerking kwamen,
niet het psychiatrisch ziektebeeld
doorslag, maar de mate van er-
isonjgeschafctheid.
'ges wijst ook op de sfeer van
eimzinnigheid waarin de Nazi's te
k gingen. 'Van openheid was geen
ike: schijnorganisaties, het gebruik
valse namen, het schrijven van
lelijk hypokriete troostbrieven en
i misleiding van de behandelende
en legden vanaf de aanvang der
es een sluier van bedrog over de
Hitler is er ook nooit toe
gegaan de 'euthanasie' door mid-
van een wet te legaliseren; de
samoord werd bedreven op grond
een persoonlijke beschikking van
gekant is tegen euthanasie-zon-
ianhalingstekens en denkt bij
ges in goed gezelschap te zijn,
)t enigszins bedrogen uit Passie-
en, zij het onder voorbehoud, ac-
e euthanasie acht hij, blijkens de
'ding van zijn proefschrift, geen
ongeoorloofde handelingen. Wie nu in
Nederland de toepassing van euthana
sie bepleit, bedoelt iets anders dan de
Nazi's. De studentenpredikant Marcel
Krop schrijft in een artikel in Me
disch Contact, het weekblad van de
Koninklijke Nederlandsche maatschap
pij tot bevordering der geneeskunst,
dat het nu gaat 'om individuele men
sen, wier recht door de overheid
wordt beschermd en wier bestaan
door veel medische zorg wordt om
ringd'.
Over euthanasie bestaan nogal wat
misverstanden, en niet alleen door
toedoen van Hitier. Ze zijn voor een
deel te wijten aan de uiteenlopende
definities die van het begrip in óm-
loop zijn. Naar oorsprong is euthana
sie een Grieks woord dat 'goede dood'
of 'zachte dood' betekent. De ethicus
Paul Sporken omschrijft in zijn boek
je 'De laatste levensfase. Stervenshulp
en euthanasie' het begrip als: 'hulp
bieden om goed te sterven en wel
door opzettelijke verkorting van het
stervensproces'.
Beter, want vollediger is de definitie
van de onlangs opgerichte Stichting
vrijwillige euthanasie. Deze stichting
verstaat onder euthanasie: 'levensver-
kortend medisch handelen of nalaten
ten aanzien van een ongeneeslijke
patiënt in diens belang'. De woorden
'in diens belang' zijn essentieel; ze
doen de nazistische variant van eutha
nasie als verwerpelijk door de mand
vallen. Mevrouw mr. H. A. H. baro
nesse Van Till-d'Aulnis de Bourouil,
in 1970 gepromoveerd op het proef
schrift 'Medisch-juridische aspecten
van het einde van het menselijk le
ven'. betitelt onder meer deze variant,
conform de opvattingen van Menges,
als 'pseudo-euthanasie op sociale indi
catie'.
De definitie van de stichting heeft
betrekking op zowel actieve ('hande
len') als passieve ('nalaten') euthana
sie. Hoewel passieve euthanasie vol
gens artikel 450 van het wetboek van
strafrecht een overtreding is, staan
maar weinigen er afwijzend tegeno
ver. Een in maart 1972 door de afde
ling studie en onderzoek van de NOS
uitgevoerde enquête wees uit dat van
elke tien Nederlanders er twee a drie
elke vorm van euthanasie afkeurden.
Het onderzoek werd uitgevoerd na
uitzending van drie programma's uit
de NCRV-televisieserie 'Een milde
dood', die op euthanasie betrekking
had.
Er zullen weinig artsen en verpleeg
kundigen te vinden zijn, die dit
standpunt delen. In medische kringen
wordt passieve euthanasie veelal als
een legale handeling beschouwd. Van
deze vorm van euthanasie is sprake
als bepaalde maatregelen achterwege
worden gelaten, omdat ze toch geen
genezing brengen, of als wordt over
gegaan tot toediening van medicijnen
die de pijn verzachten of stillen, maar
daarnaast er onvermijdelijk toe bij
dragen dat de dood spoediger in
treedt.
Zo wordt passieve euthanasie gepleegd
als bijvoorbeeld bij een ten dode
opgeschreven kankerpatiënt een long
ontsteking niet meer wordt behan
deld, of als die kankerpatiënt morfine
krijgt toegediend in niet direct dode
lijke, maar op den duur wel levensbe-
kortende doses. In dit laatste geval is
euthanasie gericht op het welzijn
(pijnbestrijding) van de patiënt en
daarom niet in strijd met de eed van
Hippocrates, waaraan de arts is gebon
den en waarin sprake is van maatre
gelen die 'de patiënt ten nutte zijn'.
Ondanks artikel 450 hoeft de arts die
passieve euthanasie pleegt, ook niet of
nauwelijks beducht te zijn voor een
straf- of tuchtrechtelijke vervolging.
In 1969 oordeelde het Amsterdamse
gerechtshof dat de narcotiseur van
Mia Versluis, in vrijwel letterlijke
zin tot lijdend voorwerp van een
geruchtmakende affaire geworden, de
grenzen van het oirbare niet had
overschreden, toen hij vijf maanden
na de operatie de ouders van het
meisje had voorgesteld ermee in te
stemmen dat de ademhalingsappara-
tuur werd verwijderd. Al eerder had
het medisch tuchtcollege in Zwolle
zich in gelijke zin uitgesproken.
Vormt passieve euthanasie nauwelijks
een punt van discussie, heel anders is
het gesteld met actieve euthanasie,
waarbij opzettelijk een handeling
wordt verricht ter verkorting van het
leven van de patiënt. Over de oirbaar
heid daarvan lopen de meningen, ook
onder artsen, ver uiteen. Het is bij
het gesprek daarover, dat de schrik
beelden van de nazistische pseudo-
euthanasie opdoemen.
In een artikel in het Nederlands tiid-
schrift voor gerontologie concludeert
de internist J. Schouten kort en
krachtig: 'Nooit ofte nimmer heeft de
arts of dp 'maatschapnii' het recht
actieve euthanasie, dus het opzettelijk
beëindigen van het mensertik leve",
toe te passen'. Od een vorig jaar in
Den Haag gehouden congres over eu
thanasie zeiden ook de neuroloog dr.
J. M. J. Tans en de geriater dr. F. .T.
G. Oostvogel actieve euthanasie onge
oorloofd te vinden.
De rooms-katholieke ethicus dr. Paul
Sporken, die op dat congres ook het
woord voerde, zei actieve euthanasie
onder voorbehoud (evenals Menges
dus) aanvaardbaar te vinden. De her
vormde ethicus prof. dr. P. J. Roscam
Abbing schrijft in zijn onlangs ver
schenen boek 'Toegenomen verant
woordelijkheid' dat 'vrijwillige, actie
ve euthanasie onder omstandigheden
ook door een christen mag worden
aangevraagd'. De (gereformeerde) ju
rist mr. J. Ekelmans uit Den Haag,
bestuurslid van de Stichting vrijwilli
ge euthanasie, betoogde twee jaar ge
leden in een voordracht voor vakgeno
ten dat 'de medicus ook de plicht tot
stervenshulp heeft, indien de betrok
kene welbewust zelf uitdrukkelijk ver
klaart dit te willen'. Met 'stervens
hulp' bedoelde hij actieve euthanasie.
De juriste mevrouw Van Till, ook
bestuurslid van de Stichting vrijwilli
ge euthanasie, neemt een wat gema
tigder standpunt in. Zij vindt, blij
kens haar voordracht op het eerder
genoemde Haagse euthanasie-congres,
actieve euthanasie 'slechts toelaatbaar
in de gevallen waarin ook passieve
euthanasie zou zijn geoorloofd, maar
met zekerheid voor de patiënt een
lang en ongewenst lijden zou mee
brengen dat niet op andere wijze kan
worden weggewerkt'.
Met de veronderstelling dat het lijden
van de patiënt 'op andere wijze kan
worden weggewerkt', zit mevrouw
Van Till in het straatje van die
artsen die zeggen dat actieve euthana
sie een overbodige ingreep is. De arts
dr. O. M. de Vaal verkondigt in de
door hem samengestelde medische
encyclopedie de mening dat het eu
thanasieprobleem een 'schijnprobleem'
is, omdat 'de moderne geneeskunde in
een hoogontwikkeld land in staat is
ieder lijden als het moet met
drastische ingrepen en middelen te
verzachten of weg te nemen'.
'Ook het verzoek van zieken, gedood
te worden,' schrijft hij even verderop,
'is een steeds terugkerend motief voor
het ter sprake brengen van euthana
sie. Maar wanneer een zieke zélf moet
aandringen op de dood, en dat bij
herhaling doet, betekent dit dat de
zieke medisch en psychiatrisch wordt
verwaarloosd.' Met andere woorden:
een arts die op de juiste wijze passie
ve euthanasie pleegt, hoeft nooit zijn
toevlucht te nemen tot actieve eutha
nasie.
De Vaal wordt daarin door veel colle
ga's bijgevallen. Zo luidt een van de
stellingen bij het proefschrift van
Menges: 'Bij een aan de regels der
geneeskunst beantwoordende stervens
begeleiding bestaat over het alge
meen geen behoefte aan een sterkere
verkorting van het leven dan de be
strijding van lijden en pijn vereist.'
Dr. C. Leering, geneesheer-directeur
van het verpleeghuis Regina Pacis in
Arnhem, zegt in een interview met
NRC Handelsblad: 'Elk lijden is weer
beheersbaar door medisch-biologische
middelen.'
Sporken laat zich in dezelfde zin uit,
als hij in 'De laatste levensfase'
schrijft: 'Door toediening van medica
menten kan een medicus alle pijn
wegnemen of minstens zeer sterk ver
minderen, hetgeen een zeer belangrij
ke zaak is.' Wel voegt hij daaraan toe:
'De emotionele pijnen vanwege het
moeten weggaan, het afscheid van
geliefde personen enzovoorts, kunnen
soms nog veel erger zijn dan de
lichamelijke pijnen.' Sporken pleit
daarom met nadruk voor een goede
stervensbegeleiding, maar. geeft hij
toe, 'er kunnen zich situaties voor
doen, waar de beste stervensbegelei
ding op een bepaald ogenblik niet
meer kan helpen.'
De (gereformeerde) internist dr. C.
van der Meer, hoogleraar aan de Vrije
Universiteit in Amsterdam, zegt het
in principe met de opvatting van De
Vaal c.s, eens te zijn, al vindt hij dat
De Vaal zich wat al te kras uitdrukt.
Hij is dan ook mede 'omdat het niet
zo hard nodig' is, een tegenstander
van actieve euthanasde: 'Je kunt zo
veel maatregelen nemen om het lij
den van de patiënt te verzachten.'
Van der Meer wijst er ook op, dat de
ervaring hem heeft geleerd dat bij
voorbeeld familieleden van een pa
tiënt die over 'ondraaglijk lijden'
spreken, vaak hun eigen gevoelens op
de patiënt projecteren. En familiele
den die zo'n laatste levensfase 'ont
luisterend' vinden, meent hij, hoeven
helemaal niet de gevoelens van de
patiënt zelf te vertolken. Deze opvat
ting van Van der Meer stemt overeen
met die van de arts J. J. M. Michels,
geneesheer-directeur van een ver
pleeghuis in Beek (bij Nijmegen), die
twee jaar geleden op een congres over
juridische problemen in en om het
ziekenhuis opmerkte, dat zelden of
nooit de ongeneeslijk zieke patiënten
zelf om euthanasie vragen, maar dat
die vraag vrijwel altijd komt van de
familie, die er niet meer tegenop kan.
Michels stelde dat er veel te weinig
aandacht wordt besteed aan de bege
De 45-jarige arts mevrouw G. E.
Postma-van Boven staat op 7
februari terecht voor de recht
bank in Leeuwarden, omdat zij
ervan wordt verdacht haar moe
der, mevrouw M. van Boven-
Grevelink, in oktober 1971 van
het leven te hebben beroofd
door toediening van een dode
lijke hoeveelheid morfine. Blij
kens de tenlastelegging heeft
mevrouw Postma gehandeld 'op
het uitdrukkelijk en ernstig ver
langen' van haar moeder. Arti
kel 293 van het wetboek van
strafrecht luidt: 'Hij die een an
der op zijn uitdrukkelijk en ern
stig verlangen van het leven be
rooft, wordt gestraft met gevan
genisstraf van ten hoogste
twaalf jaren'. Artikel 294, dat ook
op euthanasie betrekking heeft,
luidt: 'Hij die opzettelijk een an
der tot zelfmoord aanzet, hem
daarbij behulpzaam is of hem
de middelen daartoe verschaft,
wordt, indien de zelfmoord volgt,
gestraft met gevangenisstraf van
Foto Wubbo de Jong
ten hoogste drie jaren'. Zelf
moord is niet strafbaar.
Mevrouw Postma heeft de dode
lijke injectie gegeven in het
rooms-katholieke verpleegtehuis
Mariënhof in Oosterwolde, waar
haar moeder, die ongeneeslijk
ziek was, werd verpleegd. Zij
trad daarbij niet op als behan
delend arts van haar moeder.
Een rechterlijke uitspraak zal
daarom als jurisprudentie niet
die betekenis hebben die velen
ervan verwachten.
De tegenstanders van (passieve) eu
thanasie zullen vooral gezocht moetfen
worden onder als zeer behoudend te
boek staande rooms-katholieken en
protestanten. Zo zei ds. H. G. Abma,
Tweede-Kamerlid voor de SGP, on
langs in een interview met De Tele
graaf: 'Pijn en lichamelijk en geeste
lijk lijden kunnen een uitverkiezing
zijn van de Goddelijke Voorzienig
heid. Het bekorten van dat lijden is
een ingreep tégen die voorzienigheid.
Sterker: euthanasie begint bij het ver
zachten van de pijn die ons door God
wordt geschonken.'