'ZACHTE DOOD' zaait verwarring Onscherp Onbewezen Niet eens Dk praktisch isverstanden door Leo Kleyn Tegenstanders 'Schijnprobleem' J OUW/KWARTET ZATERDAG 3 FEBRUARI 1973 BINNENLAND leiding van de familie van ongenees lijk zieke patiënten. Op datzelfde congres vroeg de toen malige hoogleraar mr. A. A. M. van Agt: 'Wilt u mij eens uitleggen wat het verschil is tussen het niet meer bijvullen van een infuus en het om draaien van de knop waarop dat ding werkt?' Van Agt wilde met die vraag duidelijk maken dat naar zijn opvat ting de grens tussen passieve en actie- ve euthanasie bijzonder onscherp is. In werkelijkheid toonde hij aan hoe veel verwarring er bestaat rondom het vraagstuk van de euthanasie. Want wat Van Agt kennelijk be schouwde als actieve euthanasie ('het omdraaien van de knop': 'medisch handelen') is natuurlijk, bedrieglijk genoeg, evenzeer een nalatige hande ling als 'het niet meer bijvullen van een infuus', immers, in beide gevallen wordt de patiënt behandeling onthou den, en wie dat doet, pleegt slechts passieve euthanasie. Van Agt is niet de enige die vind: (of vond) dat de grens tussen passieve en actieve euthanasie vaag is. Van der Meer ziet die grens wel heel duidelijk en naar zijn zeggen is er geen enkele arts die er moeite mee heeft de scheidslijn te ontwaren. Het verschil tussen de twee vormen van euthana sie bij bijvoorbeeld de toediening van morfine, zit in de dosering; elke arts weet welke hoeveelheid wel en welke niet (op zeer korte termijn) dodelijk is. Van der Meer: 'Bij de vraag wat wel en wat niet geoorloofd is, moet je een goeie grens vaststellen. Het verschil tussen actieve en passieve euthanasie is de enige grens die ik zie. Die handhaaf ik; daar ga ik niet overheen. Als je dat wel doet, dan is er een kans dat je afglijdt.' Daarbij stelt Van der Meer uitdrukkelijk dat hij een praktisch en geen principieel onder scheid maakt. 'Wie geen principiële bezwaren heeft tegen passieve euthanasie, kan die ook niet hebben tegen actieve eutha nasie. Er is natuurlijk principieel geen verschil. Er is wel een duidelijk psychologisch verschil. Het maakt wel wat uit of je iemand die in het water ligt niet de hand reikt, of iemand in hel water duwt. Maar ik heb tegen actieve euthanasie geen principiële bezwaren; ik handel op praktische gronden.' Als Van der Meer het heeft over 'afglijden', denkt hij ook aan de Nazi-misdaden op het gebied van wat dan 'euthanasie' werd genoemd. Het mag dan waar zijn, vindt hij, dat die term misbruikt is, een aantal Duitse artsen heeft destijds dat misbruik toch maar niet doorzien. Ekelmans stelt daar in zijn al ge noemde voordracht tegenover, dat vrees voor de mogelijke consequenties van actieve euthanasie geen reden mag zijn een behoudend standpunt te blijven innemen. 'Deze vrees,' aldus Ekelmans. 'berust op de onbewezen stelling, dat de veronderstelde gevol gen afkeurenswaardig èn onvermijde lijk zijn'. Met deze en andere uitspraken zit Ekelmans op dezelfde golflengte als prof. dr. J. H. van den Berg, die in zijn in 1969 verschenen brochure 'Me dische macht en medische ethiek' stelt, dat de arts niet alleen het recht heeft om van verdere pogingen tot levensbehoud van zinloos menselijk leven af te zien, maar dat hij ook het recht en zelfs de plicht heeft dit leven door een dodende injectie te beëindigen. Van den Berg vindt dat de arts die plicht ook heeft ten aan zien van betrokkenen die daartoe niet de wens te kennen hebben gegeven, of liever: niet hebben kunnen geven. Hij begeeft zich daarmee, niet als enige overigens, op een terrein dat helemaal bezaaid ligt met voetangels en klemmen: dat van de onvrijwillige euthanasie. Wie zich daarop bevindt, stelt de vraag aan de orde of het geoorloofd is al dan niet na overleg met en toestemming van ouders of kinderen euthanasie te plegen op pas geboren lichamelijk of geestelijk ge handicapte kinderen of demente be jaarden. Omdat ook daarbij het be lang van de patiënt voorop staat (al thans, voorop behoort te staan), dient ook deze onvrijwillige euthanasie wel te worden onderscheiden van de Hit- leriaanse pseudo-euthanasie. Desondanks lopen velen, zeer begrij pelijk, bij de gedachte aan ongevraagde euthanasie de rillingen over de rug. Sporken, Menges en anderen die actie ve euthanasie niet zonder meer afwij zen. maken wel het voorbehoud dat er, in het algemeen, sprake moet zijn van vrijwilligheid. Sporken spreekt van het onvervreemdbare 'zelfbeschik kingsrecht van de mens in de allerbe langrijkste beslissing die een mens kart nemen'.- - Zijn visie wordt niet gedeeld door zijn hervormde collega Roscam Ab- bing, die in het tijdschrift 'Kerk en theologie' schrijft: 'Het komt mij voor, dat wij gerechtigd zijn om een kindje, dat bijv. volslagen idioot wordt geboren en ook idioot zal blij ven, al dadelijk bij het begin het leven te ontnemen.' De meningsver schillen over de oirbaarheid van on vrijwillige euthanasie liggen hoog op getast, niet alleen tussen ethici, maar ook tussen juristen en artsen. Er is dan ook wel het een en ander waarover te twisten valt. Van wat voor de een 'zinvol leven' is, onder kent de ander de zin niet De een vindt dat er alleen sprake is van communicatie als die wederkerig is (Ekelmans), de ander werpt tegen dat het niet terzake doet of bijvoorbeeld een demente patiënt al dan niet op zijn omgeving reageert (Van Till). De een vindt dat ook rekening moet worden gehouden met het belang van de ouders van bijvoorbeeld een Softe- non-baby (die wel eens niet tegen de moeilijkheden opgewassen zouden kunnen zijn), de ander vindt dat uitsluitend het belang van het kind geldt. Kortom, het wemelt van de haken en ogen. Bij de vrijwillige euthanasie, voorge staan door de al eerder genoemde Stichting vrijwillige euthanasie en ook door de in Vinkega (bij Noordwolde) opgerichte Nederlandse werkgroep vrijwillige euthanasie, komen die nete lige problemen ruiet aan de orde. Maar zelfs degenen die vinden dat vrijwilli ge euthanasie mogelijk moet worden gemaakt, zijn 't niet geheel met elkaar eens. De stichting meent al heel wat heil zaam werk te kunnen verzetten zon der dat de artikelen 293 en 294 van het wetboek van strafrecht worden gewijzigd, terwijl de werkgroep wets wijziging bovenaan haar lijstje van doelstellingen heeft gezet. Mevrouw K Sybrandy-Alberda, initiatiefneem ster van de werkgroep, zegt het on aanvaardbaar te vinden dat artsen in een rechtsvacuüm moeten leven en gedwongen zijn te liegen als zij actie ve euthanasie plegen. Veel brieven van artsen hebben haar gesterkt in die mening. De stichting is wat huiverig voor wetswijziging, omdat nieuwe wetten alweer achterhaald kunnen zijn op het ogenblik dat ze in werking tre den: de discussie over euthanasie is ten slotte nog volop aan de gang. Dit argument tegen wetswijziging wordt ook gehanteerd door mr. F. E. Fren- kel, die in Vrij Nederland schrijft wetswijziging een dubieuze zaak te vinden. De rechter, betoogt hij, hoeft iemand die zich naar de letter van de wet aan actieve euthanasie heeft schuldig gemaakt, geen straf op te leggen. Hij kan tot het oordeel komen dat ondanks de wettekst de verdachte, op grond van bepaalde omstandighe den, vrijuit gaat. Dat het tot een wetswijziging zal komen, lijkt vooralsnog niet erg waar schijnlijk, ook al moet de discussie over euthanasie in de Tweede Kamer nog beginnen en is het probleem zelfs ir. de vaste Kamercommissie voor volksgezondheid nog niet aan de orde geweest. Drs. A. D. W. Tilanus, fractievoorzit ter van de CHU en lid van de Kamer commissie, heeft te kennen gegeven dat hij in principe wel voor een wetswijziging te vinden zou zijn. Han- nie van Leeuwen (ARP) zegt die wetswijziging nog niet zo te zien zitten, al houdt dat niet een definitief 'nee' in, omdat ze het hele probleem eerst eens grondig in studie wil ne men. Voorlopig is ze geen voorstand ster van actieve euthanasie. Het Utrechts Nieuwsblad tekende de persoonlijke mening over euthanasie en wijziging van de euthanasie-wetge- ving van een aantal andere Kamerle den op. De KVP-er J. Heijmans zegt: 'Tegen actieve euthanasie zeg ik in het algemeen néé, maar bij uitzonde ring moet het mogelijk zijn.' Hij is 'niet priori tegenstander van het wij zigen van artikel 293, maar het moet wel na rijp beraad en heel voorzichtig gebeuren'. De WD-afgevaardigde mevrouw mr. E. Veder-Smit zegt actieve euthanasie af te wijzen en er helemaal niet zo zeker van te zijn 'dat het merendeel van het Nederlandse volk vóór legali sering van euthanasie is'. Het PvdA- Kamerlid dr. H. J. Roethof vindt het 'niet gewenst' en 'niet eenvoudig' arti kel 293 te veranderen. Hem rijzen de haren te berge als hij aan 'de eutha nasiewetgeving van het Derde Rijk' denkt. Als aansluiting daarop en om terug te keren tot het uitgangspunt van dit stuk, een laatste citaat van Menges, uit de inleiding van zijn proefschrift. De arts, die eventueel actieve euthanasie toepast, schrijft Menges, dient in ieder voorkomend geval zijn eigen geweten zorgvuldig te raadplegen. 'De gebeurtenissen in Na- zi-Duitsland hebben aangetoond, dat door de alles dekkende toestemming van Hitier deze gewetensfunktie in vele gevallen werd uitgeschakeld. Ve le duizenden zijn daarmee het slacht offer van moord geworden. Voor de kampioenen van een wettelijke rege ling tot toepassing van euthanasie wil ik dit met nadruk vaststellen.' A d H d> N V tc l ;_M, n het Friese dorp Noordwolde, de woon plaats van het artsen echtpaar Postma, werd onder auspiciën van El- seviers weekblad begin vorige maand een ge- 'jiej eksavond over euthanasie gehou- f t Een ogenblik zag het ernaar uit de discussie voortijdig beëindigd worden, toen het tot een hooglo- nde ruzie kwam tussen twee leden het forum, de Amsterdamse advo- r mr. dr. Benno Stokvis en de 25 mingse studentenpredikant Marcel M i 'P w bekende jurist wekte de veront- irdiging van zijn forumgenoot door 1 te merken: 'Wanneer in het ge- ek ook betrokken wordt de eutha- p ie op bijvoorbeeld misvormde of fmaakte kinderen, seniele demen- of volslagen idioten die door hun n :tand hun eigen wil niet meer r tjinen uiten en bij euthanasie afhan- jk zijn van de beslissing van ande- dan lopen we het gevaar aan het in van de weg te staan waar Hitier ;eëindigd.' predikant vond dat het geen pas Hitier erbij te slepen. Hij had tevoren kunnen weten dat het, r wie dan ook, zou gebeuren. Te- j standers van euthanasie (tot wie is kvis overigens beslist niet gere- d mag worden) willen in een :ussie over euthanasie nogal eens de praktijken van Hitier herinne- De als behoudend bekend staande en J. Th. Joosten uit Echt kapit- een ingezonden brief een iburgse krant die als kop boven artikel had gezet: 'Hele dorp staat Mer euthanasie'; die kop had naar i mening moeten luiden: 'Hele r'p in het spoor van Adolf Hitier'. wijzingen naar Nazi-Duitsland be- i en voor een belangrijk deel op miskenning van de feiten. De rnichtung lebensunwerten Lebens', raan de Nazi's zich tussen 1939 en schuldig hebben gemaakt, heeft wezen niets met euthanasie s met moordjte maken. De huds- J. Menges Bat daaraan geen Je j fel bestaan Tn het proefschrift h. thanasie' in het derde rijk', waar hij vorig jaar is gepromoveerd, hij de voorstanders van euthana- en de Nazi's beslist niet op één stelt, blijkt alleen al hieruit dat de handelwijze van de Duitsers sequent bestempelt als 'euthana- hij zet het woord tussen aanha- stekens. Die door Hitier en zijn i'anten gepleegde 'euthanasie', zo kt hij in zijn inleiding duidelijk, ide niet de belangen van de pa- ten, maar slechts die van de staat. '- m beschikking waarin Hitier het do- van ongeneeslijk zieken regelde, ijft Menges, 'had slechts racisti- politieke en ekonomische drijf- in'. htoffers van de 'euthanasie-acties' en volwassen geesteszieken, licha- ijk en geestelijk gehandicapte kin- in, bewoners van concentratiekam- die niet meer konden werken en enlandse dwangarbeiders die door te onproductief waren geworden, iges betoogt in zijn dissertatie dat acties, die naar zijn schatting aan r dan 100.000 mensen het leven ben gekost, een uitvloeisel waren 'Hitler's rassenbiologische beze- leid'. Wie in de ogen van Hitier derwaardig was, moest uit de weg den geruimd, ten gunste van dege- lie hij als waardevol zag. st ideologische waren er ook prak- ie motieven. Geesteszieken legden r beslag op verpleegkundigen en ileeginrichtingen die hard nodig en voor gewonde soldaten. En in ':en waar niet gevochten werd, «t in elk geval worden gewerkt; dat niet (meer) kon, hoefde in de n van Hitler ook niet te leven. Bij selectie van patiënten die voor hanasie' in aanmerking kwamen, niet het psychiatrisch ziektebeeld doorslag, maar de mate van er- isonjgeschafctheid. 'ges wijst ook op de sfeer van eimzinnigheid waarin de Nazi's te k gingen. 'Van openheid was geen ike: schijnorganisaties, het gebruik valse namen, het schrijven van lelijk hypokriete troostbrieven en i misleiding van de behandelende en legden vanaf de aanvang der es een sluier van bedrog over de Hitler is er ook nooit toe gegaan de 'euthanasie' door mid- van een wet te legaliseren; de samoord werd bedreven op grond een persoonlijke beschikking van gekant is tegen euthanasie-zon- ianhalingstekens en denkt bij ges in goed gezelschap te zijn, )t enigszins bedrogen uit Passie- en, zij het onder voorbehoud, ac- e euthanasie acht hij, blijkens de 'ding van zijn proefschrift, geen ongeoorloofde handelingen. Wie nu in Nederland de toepassing van euthana sie bepleit, bedoelt iets anders dan de Nazi's. De studentenpredikant Marcel Krop schrijft in een artikel in Me disch Contact, het weekblad van de Koninklijke Nederlandsche maatschap pij tot bevordering der geneeskunst, dat het nu gaat 'om individuele men sen, wier recht door de overheid wordt beschermd en wier bestaan door veel medische zorg wordt om ringd'. Over euthanasie bestaan nogal wat misverstanden, en niet alleen door toedoen van Hitier. Ze zijn voor een deel te wijten aan de uiteenlopende definities die van het begrip in óm- loop zijn. Naar oorsprong is euthana sie een Grieks woord dat 'goede dood' of 'zachte dood' betekent. De ethicus Paul Sporken omschrijft in zijn boek je 'De laatste levensfase. Stervenshulp en euthanasie' het begrip als: 'hulp bieden om goed te sterven en wel door opzettelijke verkorting van het stervensproces'. Beter, want vollediger is de definitie van de onlangs opgerichte Stichting vrijwillige euthanasie. Deze stichting verstaat onder euthanasie: 'levensver- kortend medisch handelen of nalaten ten aanzien van een ongeneeslijke patiënt in diens belang'. De woorden 'in diens belang' zijn essentieel; ze doen de nazistische variant van eutha nasie als verwerpelijk door de mand vallen. Mevrouw mr. H. A. H. baro nesse Van Till-d'Aulnis de Bourouil, in 1970 gepromoveerd op het proef schrift 'Medisch-juridische aspecten van het einde van het menselijk le ven'. betitelt onder meer deze variant, conform de opvattingen van Menges, als 'pseudo-euthanasie op sociale indi catie'. De definitie van de stichting heeft betrekking op zowel actieve ('hande len') als passieve ('nalaten') euthana sie. Hoewel passieve euthanasie vol gens artikel 450 van het wetboek van strafrecht een overtreding is, staan maar weinigen er afwijzend tegeno ver. Een in maart 1972 door de afde ling studie en onderzoek van de NOS uitgevoerde enquête wees uit dat van elke tien Nederlanders er twee a drie elke vorm van euthanasie afkeurden. Het onderzoek werd uitgevoerd na uitzending van drie programma's uit de NCRV-televisieserie 'Een milde dood', die op euthanasie betrekking had. Er zullen weinig artsen en verpleeg kundigen te vinden zijn, die dit standpunt delen. In medische kringen wordt passieve euthanasie veelal als een legale handeling beschouwd. Van deze vorm van euthanasie is sprake als bepaalde maatregelen achterwege worden gelaten, omdat ze toch geen genezing brengen, of als wordt over gegaan tot toediening van medicijnen die de pijn verzachten of stillen, maar daarnaast er onvermijdelijk toe bij dragen dat de dood spoediger in treedt. Zo wordt passieve euthanasie gepleegd als bijvoorbeeld bij een ten dode opgeschreven kankerpatiënt een long ontsteking niet meer wordt behan deld, of als die kankerpatiënt morfine krijgt toegediend in niet direct dode lijke, maar op den duur wel levensbe- kortende doses. In dit laatste geval is euthanasie gericht op het welzijn (pijnbestrijding) van de patiënt en daarom niet in strijd met de eed van Hippocrates, waaraan de arts is gebon den en waarin sprake is van maatre gelen die 'de patiënt ten nutte zijn'. Ondanks artikel 450 hoeft de arts die passieve euthanasie pleegt, ook niet of nauwelijks beducht te zijn voor een straf- of tuchtrechtelijke vervolging. In 1969 oordeelde het Amsterdamse gerechtshof dat de narcotiseur van Mia Versluis, in vrijwel letterlijke zin tot lijdend voorwerp van een geruchtmakende affaire geworden, de grenzen van het oirbare niet had overschreden, toen hij vijf maanden na de operatie de ouders van het meisje had voorgesteld ermee in te stemmen dat de ademhalingsappara- tuur werd verwijderd. Al eerder had het medisch tuchtcollege in Zwolle zich in gelijke zin uitgesproken. Vormt passieve euthanasie nauwelijks een punt van discussie, heel anders is het gesteld met actieve euthanasie, waarbij opzettelijk een handeling wordt verricht ter verkorting van het leven van de patiënt. Over de oirbaar heid daarvan lopen de meningen, ook onder artsen, ver uiteen. Het is bij het gesprek daarover, dat de schrik beelden van de nazistische pseudo- euthanasie opdoemen. In een artikel in het Nederlands tiid- schrift voor gerontologie concludeert de internist J. Schouten kort en krachtig: 'Nooit ofte nimmer heeft de arts of dp 'maatschapnii' het recht actieve euthanasie, dus het opzettelijk beëindigen van het mensertik leve", toe te passen'. Od een vorig jaar in Den Haag gehouden congres over eu thanasie zeiden ook de neuroloog dr. J. M. J. Tans en de geriater dr. F. .T. G. Oostvogel actieve euthanasie onge oorloofd te vinden. De rooms-katholieke ethicus dr. Paul Sporken, die op dat congres ook het woord voerde, zei actieve euthanasie onder voorbehoud (evenals Menges dus) aanvaardbaar te vinden. De her vormde ethicus prof. dr. P. J. Roscam Abbing schrijft in zijn onlangs ver schenen boek 'Toegenomen verant woordelijkheid' dat 'vrijwillige, actie ve euthanasie onder omstandigheden ook door een christen mag worden aangevraagd'. De (gereformeerde) ju rist mr. J. Ekelmans uit Den Haag, bestuurslid van de Stichting vrijwilli ge euthanasie, betoogde twee jaar ge leden in een voordracht voor vakgeno ten dat 'de medicus ook de plicht tot stervenshulp heeft, indien de betrok kene welbewust zelf uitdrukkelijk ver klaart dit te willen'. Met 'stervens hulp' bedoelde hij actieve euthanasie. De juriste mevrouw Van Till, ook bestuurslid van de Stichting vrijwilli ge euthanasie, neemt een wat gema tigder standpunt in. Zij vindt, blij kens haar voordracht op het eerder genoemde Haagse euthanasie-congres, actieve euthanasie 'slechts toelaatbaar in de gevallen waarin ook passieve euthanasie zou zijn geoorloofd, maar met zekerheid voor de patiënt een lang en ongewenst lijden zou mee brengen dat niet op andere wijze kan worden weggewerkt'. Met de veronderstelling dat het lijden van de patiënt 'op andere wijze kan worden weggewerkt', zit mevrouw Van Till in het straatje van die artsen die zeggen dat actieve euthana sie een overbodige ingreep is. De arts dr. O. M. de Vaal verkondigt in de door hem samengestelde medische encyclopedie de mening dat het eu thanasieprobleem een 'schijnprobleem' is, omdat 'de moderne geneeskunde in een hoogontwikkeld land in staat is ieder lijden als het moet met drastische ingrepen en middelen te verzachten of weg te nemen'. 'Ook het verzoek van zieken, gedood te worden,' schrijft hij even verderop, 'is een steeds terugkerend motief voor het ter sprake brengen van euthana sie. Maar wanneer een zieke zélf moet aandringen op de dood, en dat bij herhaling doet, betekent dit dat de zieke medisch en psychiatrisch wordt verwaarloosd.' Met andere woorden: een arts die op de juiste wijze passie ve euthanasie pleegt, hoeft nooit zijn toevlucht te nemen tot actieve eutha nasie. De Vaal wordt daarin door veel colle ga's bijgevallen. Zo luidt een van de stellingen bij het proefschrift van Menges: 'Bij een aan de regels der geneeskunst beantwoordende stervens begeleiding bestaat over het alge meen geen behoefte aan een sterkere verkorting van het leven dan de be strijding van lijden en pijn vereist.' Dr. C. Leering, geneesheer-directeur van het verpleeghuis Regina Pacis in Arnhem, zegt in een interview met NRC Handelsblad: 'Elk lijden is weer beheersbaar door medisch-biologische middelen.' Sporken laat zich in dezelfde zin uit, als hij in 'De laatste levensfase' schrijft: 'Door toediening van medica menten kan een medicus alle pijn wegnemen of minstens zeer sterk ver minderen, hetgeen een zeer belangrij ke zaak is.' Wel voegt hij daaraan toe: 'De emotionele pijnen vanwege het moeten weggaan, het afscheid van geliefde personen enzovoorts, kunnen soms nog veel erger zijn dan de lichamelijke pijnen.' Sporken pleit daarom met nadruk voor een goede stervensbegeleiding, maar. geeft hij toe, 'er kunnen zich situaties voor doen, waar de beste stervensbegelei ding op een bepaald ogenblik niet meer kan helpen.' De (gereformeerde) internist dr. C. van der Meer, hoogleraar aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, zegt het in principe met de opvatting van De Vaal c.s, eens te zijn, al vindt hij dat De Vaal zich wat al te kras uitdrukt. Hij is dan ook mede 'omdat het niet zo hard nodig' is, een tegenstander van actieve euthanasde: 'Je kunt zo veel maatregelen nemen om het lij den van de patiënt te verzachten.' Van der Meer wijst er ook op, dat de ervaring hem heeft geleerd dat bij voorbeeld familieleden van een pa tiënt die over 'ondraaglijk lijden' spreken, vaak hun eigen gevoelens op de patiënt projecteren. En familiele den die zo'n laatste levensfase 'ont luisterend' vinden, meent hij, hoeven helemaal niet de gevoelens van de patiënt zelf te vertolken. Deze opvat ting van Van der Meer stemt overeen met die van de arts J. J. M. Michels, geneesheer-directeur van een ver pleeghuis in Beek (bij Nijmegen), die twee jaar geleden op een congres over juridische problemen in en om het ziekenhuis opmerkte, dat zelden of nooit de ongeneeslijk zieke patiënten zelf om euthanasie vragen, maar dat die vraag vrijwel altijd komt van de familie, die er niet meer tegenop kan. Michels stelde dat er veel te weinig aandacht wordt besteed aan de bege De 45-jarige arts mevrouw G. E. Postma-van Boven staat op 7 februari terecht voor de recht bank in Leeuwarden, omdat zij ervan wordt verdacht haar moe der, mevrouw M. van Boven- Grevelink, in oktober 1971 van het leven te hebben beroofd door toediening van een dode lijke hoeveelheid morfine. Blij kens de tenlastelegging heeft mevrouw Postma gehandeld 'op het uitdrukkelijk en ernstig ver langen' van haar moeder. Arti kel 293 van het wetboek van strafrecht luidt: 'Hij die een an der op zijn uitdrukkelijk en ern stig verlangen van het leven be rooft, wordt gestraft met gevan genisstraf van ten hoogste twaalf jaren'. Artikel 294, dat ook op euthanasie betrekking heeft, luidt: 'Hij die opzettelijk een an der tot zelfmoord aanzet, hem daarbij behulpzaam is of hem de middelen daartoe verschaft, wordt, indien de zelfmoord volgt, gestraft met gevangenisstraf van Foto Wubbo de Jong ten hoogste drie jaren'. Zelf moord is niet strafbaar. Mevrouw Postma heeft de dode lijke injectie gegeven in het rooms-katholieke verpleegtehuis Mariënhof in Oosterwolde, waar haar moeder, die ongeneeslijk ziek was, werd verpleegd. Zij trad daarbij niet op als behan delend arts van haar moeder. Een rechterlijke uitspraak zal daarom als jurisprudentie niet die betekenis hebben die velen ervan verwachten. De tegenstanders van (passieve) eu thanasie zullen vooral gezocht moetfen worden onder als zeer behoudend te boek staande rooms-katholieken en protestanten. Zo zei ds. H. G. Abma, Tweede-Kamerlid voor de SGP, on langs in een interview met De Tele graaf: 'Pijn en lichamelijk en geeste lijk lijden kunnen een uitverkiezing zijn van de Goddelijke Voorzienig heid. Het bekorten van dat lijden is een ingreep tégen die voorzienigheid. Sterker: euthanasie begint bij het ver zachten van de pijn die ons door God wordt geschonken.'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1973 | | pagina 17