Grenoble: opnieuw een stukje schaats-malaise EEN ONE-NATION SPORT opmars in Nederlandse cijfers Moeten we eigenlijk wel so blij sijn Titelstrijd in Alma Ata ISU produceert slechts anti-reclame TROUW/KWARTET MAANDAG 29 JANUARI 1973 1500 m 5.000 m 2.04.38 1) 7.39.91 2) 2.05.04 2) 7.46.90 5) 2.07.00 5) 7.45.39 f 4) 2.07.74 (9/10) 7.50.82 7) 2.05.14 3) 7.47.12 6) 2.07.36 8) 7.38.49 r i) 2.09.81 15) 8.00.36 (13) 2.08.03 12) 7.59.76 (11) 2.09.54 14) 7.55.82 9) 2.06.84 4) 7.57.40 (10) 2.11.88 20) 7.51.13 8) 2.07.74 (9/10) 7.59.85 (12) 2.07.28 7) 8.13.24 (15) 2.11.83 19) 8.09.08 (14) 2.15.03 24) 8.14.69 (16) 2.07.26 6) 7.40.25 3) 1. Claeson (Zwe) 2. Van Helden (Ned) 3. Kuipers (Ned) 4. Derksen (Ned) 5. Kleine (Ned) 6. Van Dijk (Ned) 7. Fransson (Zwe) 8. Hagen (Noor) 9. Tsjekoeljajew (SU) 10. Ivanov (Su) 11. Bollerud (Noor) 12. Johansson (Zwe) 13. Vea (Noor) 14. Zawadski (Pol) 15. Krienbuhl (Zwit) Hans van Helden, de relevatie van het Europese amateurtoernooi, op weg naar een tweede plaats in het Stensen (Noor) eindklassement. 500 m 44.00 5) 43.93 4) 44.72 9) 44.87 (10) 46.07 (20) 46.69 (23) 44.56 7) 43.89 3) 43.85 2) 45.80 (16) 45.35 (13) 46.02 (18) 46.05 (19) 46.79 (24) 48.88 (28) 44.40 6) SPORT 10.000 m. 15.33.72 2) 15.45.22 6) 15.44.10 5) 15.37.59 3) 15.39.89 4) 15.32.12 1) 15.57.48 9) 16.06.61 (10) 16.09.60 (121 15.45.53 7) 15.51.77 81 16.13.29 (131 16.08.75 (11) 16.50.40 (151 16.31.10 (14) 15.26.22 (ged.) punten 178.237 179.541 180.797 181.412 181.490 181.598 182.740 182.874 183.092 183.096 184.012 185.250 186.239 188.161 192.914 179.156, (ged.) De vraag lijkt misschien ongewoon. Zij is het echter niet. Het feit dat Nederland in enkele maanden tijd een nieuwe kernploeg uit de grond heeft gestampt die het gat van de naar de profs overgestapte rijders (Schenk, Verkerk, Bols en Verheyen) direct kan opvullen is op zichzelf natuurlijk verheugend. Evenals de wetenschap, dat rijders als Van Helden, Kleine en Derksen bijna nog met de dag voor uitgaan en vooral Van Helden wel eens op korte termijn een 'Schenk-rol' zou kunnen gaan vervullen. Maar in wezen is deze ontwikkeling ook teke nend voor het niveau van het schaat- Reportages van Peter Onvlee sen als sportgebeuren. Vandaar de ontboezeming: 'Moeten we eigenlijk wel blij zijn. Is het echt zo'n prestatie om een hoofdrol te spelen?' Het antwoord op die laatste vraag luidt simpelweg: 'Nee'. Leen Pfrom- mer, de coach van de Nederlandse ploeg eerlijk: 'De situatie is ondanks de overstap van onze sport naar de profs ongewijzigd. Internationaal gaat het niet zo geweldig omdat het bij ons zo goed gaat. Ik geloof dat we nu moeten gaan kijken wat er bij de anderen fout gaat.' Het resultaat in Grenoble toonde met de complete 'nieuwe' Nederlandse ploeg in de top van het klassement de bloedarmoede van het internationale schaatsenrijden onomstotelijk aan. Het publiek, beide dagen met zo'n 500, 600 man opgekomen, moest behal ve de eerste echte sneeuwbui van dit seizoen in Grenoble ook een aantal hoogst oninteressante deelnemers aan zich voorbij laten gaan. Grenoble be wijst met bij voorbeeld de klassering van de 43-jarige Frans Krienblihl bij de laatste zestien (na 1969 in Inzeil voor de tweede keer in zijn opmerke lijke, maar voor de schaatssport in wezen blamerende loopbaan, die hem vorige week in Davos voor de zesde keer in successie de Zwitserse titel bracht met een straatlengte voor sprong) wellicht ten overvloede dat het schaatsen Internationaal een nau welijks ontwikkelde tak van sport is. DEN HAAG (ANP) Hans van Helden zal volgend weekeinde In het Bisletstadlon van Oslo deelnemen aan de wereldkampioen schappen sprint. De Nederlandse herenploeg bestaat uit: Jos Valenti]n, Jan Bazen. Eppie Bleeker, Hans van Helden en Johnny Olof. Voorts zullen Sjaak de Koning en Jan Palsma vandaag naar Oslo reizen. ZIJ zullen op 7 en 8 februari In Drammen uitkomen In de landenwedstrljd Noorweggen-Nederland, waar ook de Grenoble-gangers rijden. Van de 28 deelnemers kon het over grote contingent als krabbelaar wor den afgeschreven. Naast Nederland handhaafden zich slechts Zweden (Broekman: 'We zijn bezig met de opbouw van een nieuwe ploeg') en Noorwegen (achter de gediskwalifi ceerde Stensen gaapt echter een groot gat), op 'afstand' speelde Rusland een zeer ondergeschikte rol en moest de deelname uit de overige landen (West-Duitsland, Italië, Oost-Duits- land, Frankrijk. Groot-Brittannië en de met één rijder bij de laatste zes tien vertegenwoordigende landen Po len en Zwitserland) als een formali teit Roos immers: 'De ISU is er ook voor de kleintjes' worden be schouwd. En dan te bedenken dat er naast deze twaalf krabbelaars uit deze landen nog vijf andere hadden afge zegd. Oostenrijk (Kronfuss), België (Piens) en Finland (Salakka en Hie- tala) waren hierdoor helemaal niet meer in Grenoble vertegenwoordigd. Vragen GRENOBLE Ook Grenoble kan worden bijgeschreven op de dit seizoen al aanzienlijke en waarschijnlijk nog veel langer wordende lijst van 'mislukte' schaatstoernooien met de schaatssport zelf als grote verliezer. Want ook al verliep het 67ste gevecht om de Euro pese titel sportief gezien tot aan de laatste 10.000 meterrit ondanks alles toch nog goed, Grenoble was toch een diep tragisch en sfeerloos gebeuren zonder hoogtepunten voor een handjevol toeschouwers on der de slechtst denkbare omstandigheden. standigheden tot 44,9 kwam en diezelfde sneeuw en regenval devalu eerde met de harde wind van zondag het gehele gebeuren tot een troostelo ze zaak. waaraan niemand enig plezier beleefde. Van de in totaal dus nog maar elf landen in dit 67e Europese kampioen schap speelde Nederland een niet he lemaal verwachte (Pfrommer voor de titelstrijd: 'Drie man bij de eerste tien, vijf man bij de beste dertien zou geen slecht resultaat zijn'), maar ook veel vragen oproepende hoofdrol. De voldoening over het bereikte resultaat de plaatsen twee tot en met zes voor achtereenvolgens Hans van Hel den, Harm Kuipers, Jan Derksen, Piet Kleine en Jappie van Dijk over heerste voorlopig echter. Pfrommer: 'Eigenlijk de plaatsen drie tot en met zeven omdat je Stensen niet mag vergeten, ook al is hij dan gediskwali- 'De keuze van Grenoble is fout', had Leen Pfrommer, de coach van de Nederlandse ploeg al ruim voor de eerste startschot verkondigd. Hoé ge lijk Pfrommer dit weekeinde kreeg, kon hij toen zelf nog nauwelijks ver moeden. Grenoble in alles nog nate- rend op het Olympische gebeuren van 1968 om de organisatiekosten bij voorbaat al zoveel mogelijk te druk ken werden bijvoorbeeld de bedrukte naamkaarten van '68 voor de loting nu aan de achterzijde met viltstift beschreven, waren ook de officiële armbanden van een nieuw kleurtje voorzien had daarbij vooral zater dag alles tegen. Een langdurige sneeuwval, in de loop van de middag overgaand in regen, spoelde de laatste theoretische kans op een ook organi satorisch en (met het oog op de concurrentiestrijd met de ISSL) pro pagandistisch geslaagd evenement weg. De neerslag maakte de sprint tot een bedroevend gebeuren met tijden die ver in de schaatsgesehiedenis ge zocht moeten worden. Terje Ander sens winnende tijd van 43.73 wordt pas weer in 1960 in negatieve zin overtroffen door de Rus Lev Zaitsev, die in Oslo onder erbarmelijke om- De vraag 'moest Grenoble nu zo no dig?', werd er door dit alles alleen maar actueler door. Een vraag, die al bij voorbaat was gesteld omdat de keus van de Franse plaats een zuiver 'politieke' was door de aanwezigheid van de Fransman Jean Heckly in het ISUbestuur, zoals de winterspelen van Grenoble in 1968 voot de toenma lige president de Gaulle ook een pres- tige-object betekenden. Cees Lap, de arts van de Nederlandse schaatsploeg, walgt nog van de sterk aan Duitse toestanden denkende openingsceremo nie, terwijl achter de fagade van het Olympische gebeuren een grote brok armoe schuilging en nog steeds schuilgaat Toch antwoordt Henny Roos, de voor zitter van de sectie hardrijden van de internationale schaatsunie ronduit 'ja' op de vraag of Grenoble nu weer zo nodig moest. 'Ja', ondanks de vele feilen. (De dopingscontrole bleek door gebrek aan kennis van de regle menten een farce, de onderbrenging van de ploegen in de dure hotels van Grenoble leek mooi, maar op een simpel glas melk moesten de rijders anderhalf uur wachten en begeleider Dick de Vroome kan zo nog een waslijst met niet al te best geregelde zaken opnoemen, wat hem en dokter Lap tot de slotsom bracht: Tedere keer opnieuw wanneer je zoiets hebt meegemaakt hoop je dat het de vol gende keer beter gaat, maar de ISU ziet toch steeds kans beslissingen te nemen die het belang van de rijders en de schaatssport niet dienen'). Roos: 'Ook wij wisten van tevoren dat het schaatsenrijden in Grenoble wei nig publiek zou trekken. Als wij wat betere omstandigheden hadden gehad (stralende zon, juist onder het vries punt en zeer snel ijs) was het geheel wat vrolijker geweest. Dan waren er ook wel meer mensen gekomen dan de vierhonderd Nederlanders van nu. Dan had je misschien 500 of 600 Fransen op de tribunes gekregen en bereik je je doel: Propaganda maken. Zeker door de televisie-uitzendingen van dit kampioenschap in Frankrijk. Als ISU ben je er namelijk niet alleen voor de sterke schaatslanden. Je bent er ook voor de kleintjes. Frankrijk is ook lid van de ISU en daarbij is de baan in Grenoble niet alleen voor de spelen gebouwd, maar ook met het doel propaganda te ma ken. Dat houdt in dat je als ISU ook eens een grote wedstrijd moet hou den; hetzelfde geldt trouwens ook voor Innsbruck. Dat je het nu zo slecht treft met het weer is een nare zaak. Dit zit gewoon tegen, daar valt niet tegen te vechen'. Dat laatste is slechts gedeeltelijk waar. Ook onder klimatologisch slech te omstandigheden kan een redelijke ijsvloer worden gemaakt. In Grenoble bleek dat onmogelijk. Leen Pfrom mer, die na afloop van het titeltoer- nooi bij zijn kritiek op de aanwijzing van Grenoble bleef: 'Het is bekend dat je onder deze omstandigheden de baan niet moet dweilen. Bij sneeuw val zijn handschuivers de enige oplos sing. In Grenoble kon het eenvoudig niet, omdat er geen geschikt materi aal voorhanden was' Dat de ISU en vooral de schaatssport met dit soort opvoeringen als Greno ble niet is gediend, komt bij de heer Roos en zijn mede-ISU-bestuurders echter niet op. De crisis in deze sporttak ten spijt. Pfrommer fel: 'Als blijkt dat er voor een Olympische Spelen geen belangstelling is, als blijkt dat er voor een dameskampi oenschap eveneens geen belangstelling is, dat de sport er niet door omhoog komt, dan moet je zoiets verder ver geten. Hoe triest misschien ook dat er een kijnstijsbaan door verloren gaat. Nu bereik je je doel niet en doe je afbreuk aan de sport door met minde re omstandigheden genoegen te ne men'. Maar ook voor dit verlies zal wel een plaatsje op de ongetwijfeld nog langer wordende verlieslijst van de schaatssport kunnen worden gevon den. Grenoble vormt op dit ogenblik in ieder geval het voorlopig diepte punt op die lijst. GRENOBLE 'Moeten we', zo klonk na afloop van de voor Neder land zeker niet onbevredigend verlopen Europese titelstrijd, waarin alle vijf de rijders zich bij de beste zes klasseerden en Hans van El- den en Harm Kuipers zich tot de laatste afstand in het gevecht om het kampioenschap handhaafden, 'moeten we eigenlijk wel zo blij zijn met dit resultaat?' Van onze speciale verslaggever GRENOBLE Op de wonder- baan van Alma Ata zullen de komende jaren ook nlet-Russi- sche schaatsenrijders en -rijd sters tijdens grote toernooien in actie komen. Rusland dat in 1971 het Europese dameskampi oenschap organiseerde in Lenin grad en in 1962 voor de laatste keer optrad als organisator van een wereldkampioenschap heren (in Moskou) zal zich kandidaat stellen voor de organisatie van het dameskampioenschap in 1973 en de herentitelstrijd in 1974. Viktor Kapitanow, Rus sisch bestuurslid van de ISU: 'Moskou komt eigenlijk niet meer voor de organisatie van zo een toernooi in aanmerking. Het weer is er of te koud of te warm. In Alma Ata zijn de omstandigheden veel beter. De beste resultaten van onze rij ders komen daar ook tot stand. Enerzijds door hun goede licha melijke conditie, anderzijds door het bij tijden uitsteken de Ijs. Je moet met die tijden ook voorzichtig zijn. Het zijn goede resultaten van onder an dere Tsjigankow, maar pas tij dens kampioenschappen blijkt hoeveel waarde je eraan moet toekennen'. gend jaar moet er trouwens ook wat te leren overblijven.' Relief Dat de Nederlandse prestaties in komende weken (en zeker seizoen) op een hoger plan liggen, staat vrijwel vast. prestaties ook internationaal liëf te laten behouden, zal het nodig zijn, dat ook de concurrentie een hoger niveau komt. lingshulp aan de andere (ook aan de Skandinavische) is bij welhaast een voorwaarde, kelingshulp, dlie tot nog toe lijks is gegeven, want hoe valt het dit licht te rijmen, dat tijdens trainingscursushet afgelopen jaar tober in Noorwegen, de enige landse inbreng bestond uit. Roos, de vice-voorziiüter van de Of zoals de Amerikaanse Diana lum na afloop stelde: 'Wat heeft een bijeenkomst nu voor waarde ik daar mensen als Pfrommer tegenkom?' Pfrommer daarover: symposium was in het Dombas. De Noren hebben daar teld hoe je moest schaatsen, is daar geweest met uitzondering Nederlandse trainers. We hebben woon geen uitnodiging gehad, mezelf had ik geen zin de kosten betalen.' Harm Kuipers, minder overtuigend dan verleden jaar, maar nietJ temin toch op het ere-podium. ficeerd. Het is echter verheugend dat we geen gat hebben laten vallen ach ter Claeson en Stensen. Stensen zou slechts 0.4 punten boven Van Helden zijn uitgekomen en dat biedt uitzich ten. Misschien zelfs al voor het we reldkampioenschap in Deventer'. De rijders die het daar, in Deventer, moeten doen zijn de met zilver en brons in het eindklassement gekroon de Hans van Helden en Harm Kuipers en de nu als laatste Nederlander ge- eindigde nationale kampioen Jappie van Dijk. Pfrommer: 'De klassering van Van Dijk geeft geen juist beeld. Jappie heeft het, met Piet Kleine trouwens, erg slecht getroffen op de vijfhonderd meter. Jappie verspeelt daar normaal ook wel op, maar geen twee seconden. Breng je dat verschil tot de normale proporties terug, tot één seconde, dan was hij in het klassement achter Hans van Helden de tweede Nederlander geweest, nog juist voor Harm Kuipers. Jappie heeft de lange afstanden trouwens geweldig gereden. Hij heeft Stensen op de 5.000 meter verslagen en kwam op de tien duizend meter ook tot een knappe tijd. Hij heeft op die afstanden het verschil met Jan Derksen met 1.8 tot 0.1 punt terug weten te brengen'. Verrassing De grote verrassing voor Pfrommer zelf was het rijden van Jan Derksen. 'Hij is de enige die me in de volgorde wat heeft verrast. Bij de nationale kampioenschappen lag hij duidelijk achter, nu wringt hij zich tussen de overige Nederlanders in; Hij had na tuurlijk het geluk van het late starten op de vijfhonderd meter, toen de omstandigheden wat beter waren. Hij heeft zijn in Davos gekregen extra kans zonder meer waargemaakt. Zoals de hele ploeg sterk heeft gereden. Na de wedstrijden van vorige week in Davos had ik daar ook wel hoop op, vooral op de 1500 en 5000 meter werd er sterk gereden. Nu gebeurde dat opnieuw. Met uitzondering van die vreemde vijfhonderd meter (Jan Derk sen: 'Die afstand heeft het toernooi voor mij gemaakt, mijn 5000 meter was nu relatief slecht') is het gewel dig gegaan.' De huldiging waarbij Sten Stensen ontbrak. V.l.n.r. Hans van Helden (tweede), de nieuwe kampioen Göran Claeson en rechts Harm Kuipers, die op de derde plaats in het eindklassement beslag legde. Leen Pfrommer ziet in de goede re sultaten de beloning voor de vele inspanningen die zijn nieuwe ploeg zich heeft getroost Hij zegt: 'Ik vraag me wel eens af of het inderdaad alleen maar aan een betere trainings methode ligt. Hebben al die andere ploegen er ook zoveel voor over? Bouwen die ook hun seizoen zo inten sief op als wij doen? Ik geloof dat in de motivatie ook een stuk verschil ligt. De vooruitgang is nog steeds te zien.' Een voorbeeld: 'Hans van Hel den verbeterde zijn persoonlijke re cord op de tienduizend meter met maar liefst 35 seconden. Hij zegt daar zelf over: 'In Davos wees Pfrommer me op de verkeerde beweging die ik maakte. Er is op getraind. Nu heb ik de hele tien kilometer gedacht: Schou der erin. Misschien ging het nog niet helemaal goed, Leen riep af en toe: schaatsen'. En ook: 'Zestig meter voor het ingaan van de laatste ronde van mijn vijfduizendmeterrace doet een supporter plotseling een stap op het ijs. Ik krijg een schrikreactie. Zoiets heb ik nog nooit meegemaakt. Ik ben blij dat ik niet viel. Het kostte me wel seconden. Ik heb de afgelopen maanden al veel van Pfrommer ge leerd. Maar nog niet alles. Voor vol-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1973 | | pagina 8