HANS KUNG VRAAGT: WIE IS JEZUS? In memoriam dr. J. A. de Koning Zondag 4 februari ZONDAG VOOR HET WERELD- DIAKONAAT Trouw K wart et vandaag Beroepings- werk Simonis benoemt nieuwe vicarissen Gearresteerd op verdenking meineed Boekenetalagc TROUW/KWARTET VRIJDAG 26 JANUARI 1973 KERK/BINNENLAND T2/K Maandagmiddag om drie uur houdt de bekende Duitse r.k. theoloog Hans Küng in de Dominicuskerk, Spuistraat 12, Amsterdam, een voordracht onder de titel 'Was in der Kirche bleiben muss'. Over Küng schrijft dr. N. J. van Eikema Hommes, gereformeerd emeritus-predikant te Rotterdam, bijgaand artikel. De theoloog Küng wordt zeer gewaardeerd, ook onder de geesteskind ren van de Reformatie, en dat niet het minst om de klaarheid, eerlijkheid en moed, waarmee hij in zijn publikaties kerk en chris tendom uit het slib van allerlei bijkomstigheden en onnodige dogma's wil bevrijden en opvoeren naar de frisse hoogten van het nieuwtestamentisch getuigenis. Ik denk aan zijn prachtig boek over de kerk. Daarin staan bevrijdende uitspraken over de kerk, die in stee van gevangene van zichzelf, van zelf gemaakte ideeën en theorieën, vor men en wetten, gevangene van haar Heer moet zijn, wil zij waarlijk vrij zijn en haar dienstbetoon in deze wereld vervullen. Ik herinner mij, hoe ik enkele jaren geleden op een zondag met dit dikke boek de kansel opging en bij een prediking over de kerk daaruit een fragment voorlas. Toen werd het merkbaar stil. Vele verbaasde gezichten zag ik, toen ik vertelde, dat deze woorden niet waren van een reformatorisch theoloog uit de zestiende eeuw, maar van een rooms-katholiek theoloog uit onze da gen. In 1970 verscheen zijn niet minder meeslepend boek 'Onfeilbaar?' Daarin bestrijdt hij als overbodig het dogma van de onfeilbaarheid van de paus. Men leest op pag. 137 de dappere woorden: 'Het is een dwaalweg wan neer een kerk, zonder daartoe ge dwongen te zijn, dogma's produceert, hetzij om kerk- en theologisch-poli- tieke redenen (de twee Vaticaanse dogma's over de paus), hetzij om piëtistische propaganda-redenen (de twee dogma's over Maria), vooral wanneer de splitsing in de christen heid daardoor dieper wordt'. Ongeveer een maand geleden schreef Küng in de Frankfurter Allgemeine Zeitung een boeiend artikel over het onderwerp 'Wie was Jezus?' Deze vraag, sinds Celsus, de Voltaire der oudheid en de eerste grote intellectue le bestrijder van het christelijk ge loof, honderden malen gesteld en be antwoord tot op onze tijd toe, blijft een beslissende kernvraag, door Jezus trouwens zelf gesteld. Wij hebben de indruk, dat deze vraag door Küng in Amsterdam ook mede aangeroerd zal worden. Ter oriëntatie lijkt 't ons daar om dienstig enkele fragmenten uit dit artikel weer te geven. Küng schrijft (en ik geef nu zijn betoog door): De 'Jezus-Mensenzoon' is opnieuw omstreden. De historische fi guur Jezus van Nazareth lijkt zich op te lossen in een schaduwfiguur zonder gelaat, zo ongeveer als die van Laotse. Tenminste als men de negatieve resul taten van het nieuwtestamentisch on- ADVERTENTIE) De red«ct!e behoudt tlch het recht voor om ter opname ln deze rubriek ontvangen me ningsuitingen verkort weer te geven. Bij publlkatle wordt met de naam van de Inzender ondertekend. Brieven kunnen wor- De Standaard Met bijzondere belangstelling keek ik vorige week naar het indrukwekkend overzicht van dr. J. J. Buskes over zijn levensloop. Eén uitspraak daarin geeft mij aanleiding tot een kleine aanvulling, nl. de opmerking dat in de jaren dertig de kerken de ogen dicht hadden voor het Hitleriaanse gevaar. Toch herinner ik mij dat er wel waren die het héél vroeg zagen. In de toenmalige 'Standaard' ver scheen vóór maart 1933 een artikel van wijlen ds. F. Dresselhuys (overle den in 1955), destijds predikant te Oldeboorn, waarin hij duidelijk maak te dat als Adolf Hitler onverhoopt eens aan de macht mocht komen, dit voor Europa een ernstige bedreiging zou betekenen. Het is moeilijk meer na te gaan hoeveel mensen hij daar mee de ogen geopend heeft, zoals de mijne. Pas na het drama van de tweede wereldoorlog heb ik gelegen heid gehad hem in een persoonlijke ontmoeting daarvoor dank te zeggen. Heerde G. L. Kuiper Psychiatrie Een recent artikel in Trouw/Kwartet zou de indruk kunnen wekken dat psychiaters en verplegend personeel kwaadaardige tirannen zijn die er be hagen in scheppen de aan hen toever- De Rotterdammer Nieuwe Haagse Courant Nieuwe Leidse Courant Dordts Dagblad Uitgaven van N.V. De Christelijke Pers Directie: Ing. O. Postma, F. Diemer. Hoofdredactie: Drs. J. Tamminga. Hoofdkantoor N.V. De Christelijke Pers: N.Z. Voorburgwal 276 - 280, A'dam. Postbus 859. Telefoon 020 - 22 03 83. Postgiro: 26 92 74. Bank: Ned. Midd. Bank (rek.nr. 69.73.60.768). Gem.giro X 500. trouwde patiënten te mishandelen, om daardoor hun persoonlijkheid te bre ken en hun van hun vrijheid te beroven. Dat er excessen voorkomen wil ik niet ontkennen, maar mijn ervaring is, dat het personeel van deze inrichtingen meer moeilijkheden ondervindt van patiënten dan de pa tiënten van het personeel. Gaarne zou ik een alternatief weten, wanneer een patiënt van uit een waandenkbeeld agressief wordt, er op los slaat (het heeft mij al eens enkele gebroken vingers gekost), voor het toedienen van (ik zou graag anders willen) kalmerende medicamenten. Hoogvliet M. M. W. Rietveld Golda Meir bij de paus Als de paus inderdaad bij het gesprek met Golda Meir gezegd heeft moeilijk te kunnen begrijpen dat het Joodse volk hardvochtig in eigen land op treedt en hij daarbij het oog heeft op de Arabische bevolking in de bezette gebieden, is dat een verbluffend staaltje van onbeschaamdheid. Wie de geschiedenis van het Joodse volk kent van de laatste 1500 jaar, weet dat de Joden het meest te lijden hebben gehad van de zijde van de r.-k. kerk. We denken, om maar iets te noemen, aan de moordpartijen van de kruis vaarders, aan de inquisitie en de brandstapels in Spanje en Portugal, om nog te zwijgen over het zwijgen van de officiële r.-k. instanties tijdens Hitier. Het zou de paus gesierd heb ben als hij de Israëlische premier vergeving had gevraagd voor alle mis daden in het verleden aan Israël be gaan. Zijndrccht W. van Veelen Abonnees Onze dagbladen hebben het financieel niet altijd even gemakkelijk, maar ik dacht, dat wij onze christelijke krant wel een beetje konden helpen. Ik las bijvoorbeeld, dat bejaarden, zich niet de weelde konden permitteren, een dagblad er op na te houden. Daar ben ik het niet helemaal mee eens. Maar toch kunnen wij het mes van twee kanten laten snijden en elkander hel pen. Kijk, wij jongeren, weten niet altijd wat we ouderen moeten geven op verjaardagen of feestdagen. Maar wist u dat zij bijzonder ingenomen zijn met een abonnement op een dag blad. Velp Rechts en links Ir Nederland inderdaad onregeerbaar? Zouden we dr. Ruppert deze vraag voorleggen, dan is de kans groot, dat hier een bevestigend antwoord zal worden gegeven. Het gaat natuurlijk ook hier weer om de 'steen der wij zen'. Progressief-confessioneel dat moet het worden. De 'linksen' zouden zo graag uit het kamp der 'confessio nelen' de 'progressieven' willen mobi liseren. En het dunkt me, dat dit een serieus verlangen is. Als dat rond is, dan blijven de rechtsconfessionelen over. En zo'n oplossing zou een grote opluchting betekenen. Nu is de tech niek van de computer ver gevorderd. Zou dan een simpele enquête niet kunnen bepalen, wat of er aan 'rechts' en 'links' huist onder de drie grote confessionele partijen? Wanneer een dergelijke enquête nu eens gun stig uitvalt voor de 'linksen', wèl, laat Den Uyl dan toch rustig z'n gang gaan. Want dan komt hem dat toe. Meteen hebben we dan ook klaarheid gekregen in de situatie van de drie confessionele partijen: welk deel rechts en welk deel links is. En laten we dan de knoop maar meteen door hakken: één christelijk rechtse en één christelijk linkse partij. Zwanenburg T. Koops derzoek sedert de Verlichting aaneen rijgt en de positieve veronachtzaamt. Helaas hebben de kerken er veel te weinig aan gewerkt, om hun gelovi gen bestand tegen weer en wind ('wetterfest') te maken, opdat ze niet van elk nieuw boek zouden schrikken. Veel te weinig werden reeds kinderen bekend gemaakt met de belangrijkste resultaten van bijbelwetenschap in al le nuchterheid en redelijkheid. En dan beklaagt men zich, wanneer ie mand nu op zijn manier eenzijdig met kwasi-apostolische ijver verkondigt, dat zoveel van de kerstverhalen tot de hemelvaart zich niet zo heeft afge speeld, als het in de evangeliën wordt beschreven. Wie was deze Jezus van Nazareth? Rond tweeduizend jaar intensief nieuwtestamentisch onderzoek hebben voldoende materiaal en overeenstem ming geleverd. Echter niet om een biografie te schrijven (het oudste evangelie heeft niet eens een kerst verhaal), maar om de gestalte (bood schap, optreden, lot) helder te ont dekken. Helder en onvervangbaar. Niet te verwisselen met Mozes, Boedha, Mohammed en zelfs niet met Marx, Freud en Mao Tse-toeng. Was Jezus een man van de establish ment? Het verrast nog altijd menig een, wanneer men zegt: Jezus was geen priester. Hij was 'leek', leider van een lekenbeweging. Hij was ook geen theoloog van professie. Hij bouwde geen grote theorieën op. Hij preekte het spoedig komen van het rijk Gods op onwetenschappelijke wij ze, met de meest eenvoudige woorden. En spoedig geraakte Hij in conflict met de establishment. Was Hij een revolutionair? Er was een revolutionaire partij der zeloten ('ijveraars'). En velen. bijv. vandaag in Zuid-Amerika. beschouwen Hem zo. Maar het is onbetwistbaar duidelijk: Hij was geen politiek, geen sociaal revolutionair. Hij predikte niet de met geweld gepaard gaande omwente ling der maatschappelijke orde. Had Hij slechts een landhervorming of een opstand tegen de Romeinen georgani seerd, dan zou Hij reeds lang verge ten zijn. Hij predikte echter geweld loosheid. Was Hij dan misschien omgekeerd een ascetisch monnik? Er was in Jezus' dagen een zeer verbreide mon niksorde. Maar Hij trok zich aller minst uit de wereld terug, als de essenen. Hij stuurde ook niemand, die volmaakt wilde worden, naar het klooster van Qumran aan de Dode Zee. Was Hij dan tenslotte de man van 'n morele uitrusting, zoiets als een vro me moralist? Maar Jezus leerde geen vroomheidstechniek. Hij had geen be grip voor morele of zelfs juridische casuistiek, in alle vragen van de wets- uitlegging. moraal en orde anders, dan de verach ter van de Wet en haar God likwide- ren? Zo stierf Jezus: tussen twee misdadigers, in alle opzichten met de zondaren gelijkgesteld. Het mislukken van deze Godverlatene schijnt bewe zen en de God. die Hij verkondigt, meegestorven. Niet indelen Men heeft reeds veel van Jezus begre pen, wanneer men Mem niet wil indelen. Hij brengt de gangbare sche ma's tot ontploffing. Hij is uitdagend, maar naar rechts en links. 'God duide lijk nader dan de priesters. Tegelijk tegenover de wereld onbevangener dan de asceten. Meer moreel dan de moralisten. En meer revolutionair dan de revolutionairen. Waarvoor zette Hij zich in? Zijn boodschap was niet zo gecompliceerd als onze catechismussen. Hij verkon digde het komende Godsrijk. Dat de toekomst aan God behoort en dat alles vanuit dit uitgangspunt is te zien. En met het oog op dit komende rijk stelt Hij als hoogste norm niet een of andere wet of dogma, een kanon of paragraaf, maar de wil van God. Zijn wil geschiede! Dat klinkt vroom. Maar wat is die wil van God? Uit alles wat Jezus zegt en Hans Küng doet. wordt duidelijk: God wil niets anders dan het welzijn der mensen. Gods wil is het heil der mensen. Daarom schrikt Jezus, die wetsge- trouw leeft, niet terug voor een met de wet strijdig optreden. Hij toont geen begrip voor rituele correctheid. Reinheid voor God brengt alleen de reinheid des harten. Hij liet zich uitmaken voor vraat en drinker. Hij kende geen angstige houding tegeno ver de sabbat. Hij relativeert de wet, want de geboden zijn terwille van de mensen. Hij relativeert de tempel, de liturgie. Want verzoening en dagelijk se dienst hebben voorrang boven de liturgie. Daarom zet Hij zich in voor de liefde, die tegelijk vroom en ver standig wil zijn, die zich echter daar in zuiver bewijst, dat zij niemand uitsluit, dat zij bereid is tot de laatste inzet. Solidair Daarom is Hij solidair met alle min derwaardigen: de immorelen, schisma tici (Samaritanen), politiek gecompro- mitteerden (tollenaars), maatschappe lijk uitgestotenen en veronachtzaam den (melaatsen, zieken, ellendigen), zwakkeren (vrouwen en kinderen). Daarom waagt Hij het in plaats van wettelijke bestraffing, Gods vergeving te verkondigen, ja zelfs persoonlijk toe te delen en daarmede de omme keer en de vergeving tegenover de medemens mogelijk te maken. Juist voor de minder vromen een echte goede boodschap, een boodschap van het nieuwe begin, van genade, hoop, vrijheid, liefde en vreugde: een waar evangelie. Overtuigend beleefd door Hem, die het verkondigt, opvallend begeleid door charismatische daden, genezingen van ziekten en demonen signalen van het komende Gods rijk. Maar juist zo vormt Jezus een uitda ging zonder weerga voor het totaal religieus-maatschappelijk systeem (Wet) en zijn representanten. Met welke volmacht doet Hij dit eigenlijk, vragen vrienden en vijanden. Hier verkondigt iemand een merkwaardige vrijhei d voor God y mens. Predikt Hij niet een andere God: een God, die het in plaats van met de vromen, met de onvromen, de zondaars houdt? Doet Hij niet alsof Hij meer is dan Mozes, die de Wet gegeven heeft, meer dan Salomo, die de tempel ge bouwd heeft, meer dan Jona en de profeten? Hoe komt Hij ertoe met zulk een volmacht en pretentie te spreken en te handelen, uit een zeld zaam directe relatie tot God, die Hij in ergerlijke intimiteit zijn Vader noemt? Konden de hoeders van Wet, door prof. dr. H. J. Heering Het is niet eenvoudig een memori am te schrijven van een man die in vele kringen bekend was, die ook veelvuldig aan de weg timmerde en publiciteit voor zijn werk zocht en die toch een van de meest be scheiden mensen was die ik ken. Zo iemand recht te doen is geloof ik daarom niet eenvoudig, omdat wij gewend zijn in geestelijke zaken de betekenis van de organisatie te klei neren. En dr. J. A. de Koning was een groot organisator. Op de eeuwwisseling in Amsterdam geboren, leerde hij al jong in het loodgietersbedrijf van zijn vader, een godsdienstige, sociaal sterk mee levend man, alle verhoudingen en moeilijkheden van het maatschappe lijk leven kennen. Bewoog hem dat om predikant te willen worden? Wie vlak na de eerste wereldoorlog deze richting insloegen bekommer den zich doorgaans weinig om de diepste problematiek der godgeleerd heid: zij wilden de Heer dienen in de praktijk. De Koning promoveerde over Rathe- nau. de sociaal visionaire Duitse grootindustrieel, wiens geschriften thans opnieuw worden gelezen. Na de Leidse tijd wachtte De Koning geen dorpspastorie maar het secreta riaat van de vrijzinnig christelijke jeugdcentrale, waaraan hij bezielen de leiding en een hechte struktuur gaf, in de acht jaar dat hij daar werkte. In 1933 beroept de remon strantse gemeente te Utrecht hem als predikant voor een 'deel' van zijn tijd: hij is betrokken in allerlei interkerkelijk werk, aanvankelijk vooral onder vrijzinnigen. Hij wordt de oprichter van de vrijzinnig pro testantse centrale voor maatschappe lijk werk die zich in de moeilijke dertiger jaren vooral concentreerde op de zogenaamde werkeloze-kam- pen, waar duizenden jongeren weer wat uitzicht voor hun leven konden vinden. Enkele jaren later gaf hij de stoot tot het vluchtelingenwerk in de gezamenlijke kerken: Hitier was onze nabuur geworden. Geen wonder dat De Koning betrokken werd in de interkerkelijke beweging voor praktisch christendom, voorlo per van de wereldraad van kerken. Over zijn aandeel in het verzet tij dens de tweede wereldoorlog zweeg hij steeds. Na '45 verbreedde zich de aandacht tot de gehele oecumene en de gehele humaniteit, die hij van binnenuit bedreigd zag. Hij had een groot aandeel (tot zijn dood toe) in de Nederlandse jeugdgemeenschap, later ook in het Nederlands ge- sprekscentrum. Hij werd voorzitter van de landelijke Nederlandse pro testantenbond, voorzitter van de commissie voor evangelie en samen leving der remonstrantse broeder schap. En ik zal nog wel een en ander vergeten hebben. Toch is hij nooit een organisatie- man, een dure funktionaris gewor den. Hij bleef predikant, pastor vooral. Hij bleef ook ten volle mens, een eenvoudig gelovige met de grote gave der vriendschap. En het ging hem nooit om fraaie organisatie, maar steeds om de mens die geeste lijk of materieel geholpen moest worden. Wij lachten wel eens om zijn sociologen-jargon, maar in zijn aanpak moesten wij hem altijd weer gelijk geven. Zijn laatste zorg was zijn eerste: dat de kerken onvoldoende bewerktuigd zijn om de fundamentele verander ingen van deze tijd aan te kunnen. En ik voeg er aan toe: Als die publieke en tegelijk veelal anonieme werkers als dr. De Koning er niet waren geweest, dan had de kerk zonder werkelozen- en vluchtelingen werk der dertiger jaren, zonder breedheid van visie en kontakten van de jaren vijftig en zestig er tegenover God en en wereld heel wat beroerder voorgestaan. Dank aan de gelovige organisator die De Koning was. Nieuw leven Was met Jezus' dood alles uit? Hier moet men voorzichtig spreken. Als historisch feit staat vast: de van Jezus uitgaande beweging is eerst na zijn dood recht begonnen. Waarin heeft zij haar fundering? Wanneer wij door verschillende tegenstrijdige overleve ringen en later legendarische opsmuk heenzien, blijft het overeenstemmende getuigenis van de eerste christengene ratie, die haar geloof op een reëel wedervaren gefundeerd zag: de ter dood gebrachte leeft! Zijn dood was niet een sterven weg in het niets, maar op God gericht ('in Gott hun- ein'). Niet het hoe, wanneer en waar van het nieuwe leven, maar d&t is beslissend. Jezus de Godverlatene leeft mee, door, in God. Aan Hem is in de dimensie van die laatste reali teit, die wij God noemen, nieuw leven geschonken. Zijn boodschap, zijn hou ding, zijn persoon zijn gerechtvaar digd. Zijn weg was juist. Pas nu, in het licht van zijn nieuwe leven, wordt voor de discipelen duide lijk, hoe God en het was toch de ware God! van het bpgin af met Hem was, hoezeer Hij in zijn persoon voor God zelf en de mensen stond en staat, tegelijk plaatsvervanger, stede houder voor God en mensen. Pas nu wordt duidelijk, hoe juist het kruis niet een gebeuren van vloek en schan de is, maar van heil en verlossing en hoe met Hem het rijk Gods reeds aangebroken is. Pas nu ontvangt zijn persoon een definitieve en unieke betekenis voor allen, die zich gelovend aan Hem toevertrouwen. Pas nu worden ver schillende titels en voorstellingen uit het culturele milieu op Hem overge dragen: Hij als de Messias Gods, de Mensenzoon, de Zoon Gods, het vlees geworden Woord, Gods definitieve Openbaring. Pas nu vormt zich de gemeenschap der gelovigen, die zijn naam draagt en door zijn geest gedra gen wordt Zo is uit de Verkondiger der boodschap de Verkondigde gewor den: Jezus Christus Hijzelf de korte samenvatting en concrete vol heid van de boodschap van het rijk Gods. Dezelfde boodschap moet in een nieuwe tijd vertaald worden in theo rie en praktijk. Aldus Küng. Hij besluit zijn indruk wekkend artikel met de wens, dat zijn lezers nadenken over wat Jezus vandaag betekent en zou kunnen bete kenen. Ongelooflijk knap Wie dit verhaal heeft gelezen en zeker wie een halve eeuw zich bezig gehouden heeft met de bijbelse bood schap en dat onder het vèrdragend geschut van een Celsus, een Porphyri- us, een Julianus de Afvallige, repre sentanten van de stervende Griekse cultuarwereld, onder het trommel vuur van de Verlichting (Semmler, Lessing), en tenslotte in de honderd jaar loopgravenoorlog van de moderne historische kritiek hij zal zeggen: dit is ongelofelijk knap. Zeer adrem is Küng's opmerking, dat de kerken verzuimd hebben, haar ge lovigen 'wetterfest' te maken door ze tijdig op de hoogte te brengen van de resultaten van bijbelwetenschap. Hoe actueel is zijn opmerking (ik denk hier aan de huidige infectie om het evangelie te lezen door de bril van Karl Marx), dat men reeds veel van Jezus begrepen heeft, wanneer men Hem niet wil indelen, omdat Hij de gangbare schema's tot ontploffing brengt! Ik wil hier niet polemiseren. Alleen meen ik, dat het nieuwe testament meer zegt rondom het mysterie van de opstanding. Bij Küng komt niet duidelijk uit de verf, wat Lamparter in zijn boekje 'Einsichten und Irrwe- ge der modernen Theologie' heel raak formuleert: 'Het paasgebeuren schiep het paasgetuigenis en niet omge keerd'. Hier ben ik dicht in de buurt van Gunning, die zo eerlijk met het Schriftprobleem heeft geworsteld. Van hem las ik eens de treffende woorden: 'Indien Jezus niet waarlijk is opge staan, dan is het geloof van de disci pelen aan de opstanding groter won der dan de opstanding zelve!' Het nieuwe testament spreekt klaar en onaantastbaar over de opstanding, ver klaart daaruit geloof en wording van de kerk en haar feestelijke verwach ting. Feesten berusten trouwens op feiten. Er is bij de boeren geen oogstfeest, als de binnengehaalde oogst niet een feit is. Er is geen bruiloft of er moet een bruidspaar zijn. Zo ook geen paasfeest zonder paasgebeuren, de opstanding. Bij deze klaarheid van het nieuwtesta mentisch getuigenis en de vaagheid van menig modern theoloog, moet ik denken aan een geestig gedichtje van A. W. Bronsveld: Hij hecht niet aan de feiten Alleen maar aan de idee En daarom zet hij thé Van water zonder thé! Dat doet Hans Küng niet. Er zullen stellig velen maandag naar hem ko men luisteren. Hij is het waard, deze grootmeester in de theologie, want hij predikt de grootheid van Jezus. Ware grootheid, zo formuleerde de beroem de cultuurhistoricus Jacob Burckhardt ware grootheid is enig in haar soort en onvervangbaar. Dat geldt van Jezus bij uitstek en daarvan spreekt Küng in zijn artikel 'Wie was Jezus?' Eindelijk is het zover. Er komt een bestand in Vietnam. Voor miljoenen jaren te laat en voor duizenden een week te laat. De vraag leeft of mi hier nog van dankbaarheid kan ken. Vanzelfsprekend zullen straks i len, vooral in de betwiste gebiede dankbaar zijn als eindelijk de kano nen zwijgen, de tanks niet meer dre nend door hun dorpen trekken, bommenwerpers niet langer als doo ontbladering- en verderfzaaiende gels de hemel verduisteren. Voor o liggen de zaken anders. Ons zou bet een diepe schaamte kunnen overv len. Opvallend was in de toespra van president Nixon de combina van vrede en eer (peace and honou Welke eer, is men geneigd zich af vragen. Is het reëel om na zoveel ja van weerzinwekkend geweld nog v eer te spreken? Moeten wij persé i de hel die wij elkaar aangedaan he ben met eer te voorschijn komen? kan mij wel voorstellen dat wij heel deze zaak voor Gods aangezit komen, en ook met de dank van geteisterde miljoenen dat dit torme in 't lest een eind heeft, maar e opgetogen feeststemming zou daar wel heel slecht passen, veeleer e gebed: Heer, laat dit waar zijn en 1 dit waar blijven. Eerder beschaan heid en bezorgdheid hoe het nu v der moet. Want één ding staat va wie dan ook bedankt moet word geen mensen. NED. HERV. KERK Beroepen: te Rijswijk (ZH): C. Dij meester te Vreeland; te Onstwedde: T. Cazander te Middelharnis; te Z termeer: I. Kok te Baarn. CHR. GEREF. KERKEN Beroepen te Haamstede en Zierikz J. C. L. Starreveld te Kornhorn. ROTTERDAM (KNP). Bisschop monis heeft naast dr. C. Braun drs. W. van der Ende twee niei vicarissen benoemd. Het zijn dr. J. M. van Paassen, momenteel- stul tenpastor in Delft, en de oud-hoi aalmoezenier van de luchtmacht Vroom. Zij. zijn respectievelijk be met de zorg voor katechese, jongei pastoraat en onderwijs en die kerk en samenleving. Als reden voor deze uitbreid noemt de persdienst van het bisd de sterke toename van het werk bissehop en vicarissen. Gezamen achtten de leden van het dioces bestuurscollege het wenselijk, 'dat accentverschillen en de verscheit heid in geloofsbeleving, die juist verstedelijkte Rotterdamse diocees kenmerken, binnen het bestuur het bisdom voldoende tot gelding 1 ven komen'. ARNHEM De officier van just te Arnhem heeft de 28-jarige stud J. M. uit Amsterdam, op verdenk van meineed laten arresteren. M. t in het geruchtmakende proces te de 35-jarige autohandelaar A. T. uit Sneek als getuige decharge Hij verklaarde toen onder ede dat de avond van de brandkastkraak het stationspostkantoor te Apeldo in de nacht van 30 op 31 januari I bij B. thuis in Sneek met hem geschaakt. De procureur-generaal het hof te Arnhem achtte de ver ringen van M ongeloofwaardig er strijd met de waarheid. Bij de s ons postkantoorroof werd voor q veer één miljoen gulden buitgemai Jan Greshoff, Toen Nijgh Ditmar, 's-Gravenhage 1972 f 1 Zoals de colofon van dit mooie gaafje mededeelt: 'Toen' is het gewerkte, laatste gedicht van Gresshoff, door zijn vrouw same steld uit de nagelaten papieren, nagedachtenis in 1972 uitgegeven In het gedicht spreekt Greshoff Mea Nijland-Verwey, aan wie Toe opgedragen, over Dood en Leven, Literatuur en Werkelijkheid en de Vergankelijkheid en over Verl Tijd. Zo spreekt hij bijvoorbeel van hoe hij deliteratuur gulzig tiekloos opnam: uit 'een hunke naar Het echte, het goede, mooie Misschien was dat level werkelijkheid Niet zo. Maar hadden geen behoefte Aan 1 lijkheid Weet jij nog hoe 't beg Wat opeens de poëzie Openbaar Dit is leven, dit is de werkelijkhr Wanneer de mensheid om mij te gortig maakte, Vluchtte ik jij, in het gedicht Dit reddend v Dat elke storm doorstond.' De h nering aan dit alles doet hem bij schrijven beven van geluk en hij de stemmen uit het verleden van Verwey, Van Eyck, van Bloei deze herinnering levend, is de komst van de dood niet erg: hij z mestvaalt verruilen voor 'een sp veld'. Men zal begrijpen dat dit met recht 'voorbij, voorbij, voorbi

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1973 | | pagina 2