HANS KUNG VRAAGT: WIE IS JEZUS?
In memoriam dr. J. A. de Koning
Zondag 4 februari
ZONDAG
VOOR HET
WERELD-
DIAKONAAT
Trouw
K wart et
vandaag
Beroepings-
werk
Simonis benoemt
nieuwe vicarissen
Gearresteerd op
verdenking meineed
Boekenetalagc
TROUW/KWARTET VRIJDAG 26 JANUARI 1973
KERK/BINNENLAND T2/K
Maandagmiddag om drie uur houdt de bekende Duitse r.k. theoloog Hans Küng
in de Dominicuskerk, Spuistraat 12, Amsterdam, een voordracht
onder de titel 'Was in der Kirche bleiben muss'.
Over Küng schrijft dr. N. J. van Eikema Hommes, gereformeerd emeritus-predikant
te Rotterdam, bijgaand artikel.
De theoloog Küng wordt zeer gewaardeerd, ook onder de geesteskind ren van de Reformatie, en dat
niet het minst om de klaarheid, eerlijkheid en moed, waarmee hij in zijn publikaties kerk en chris
tendom uit het slib van allerlei bijkomstigheden en onnodige dogma's wil bevrijden en opvoeren naar
de frisse hoogten van het nieuwtestamentisch getuigenis.
Ik denk aan zijn prachtig boek over
de kerk. Daarin staan bevrijdende
uitspraken over de kerk, die in stee
van gevangene van zichzelf, van zelf
gemaakte ideeën en theorieën, vor
men en wetten, gevangene van haar
Heer moet zijn, wil zij waarlijk vrij
zijn en haar dienstbetoon in deze
wereld vervullen. Ik herinner mij,
hoe ik enkele jaren geleden op een
zondag met dit dikke boek de kansel
opging en bij een prediking over de
kerk daaruit een fragment voorlas.
Toen werd het merkbaar stil. Vele
verbaasde gezichten zag ik, toen ik
vertelde, dat deze woorden niet waren
van een reformatorisch theoloog uit
de zestiende eeuw, maar van een
rooms-katholiek theoloog uit onze da
gen.
In 1970 verscheen zijn niet minder
meeslepend boek 'Onfeilbaar?' Daarin
bestrijdt hij als overbodig het dogma
van de onfeilbaarheid van de paus.
Men leest op pag. 137 de dappere
woorden: 'Het is een dwaalweg wan
neer een kerk, zonder daartoe ge
dwongen te zijn, dogma's produceert,
hetzij om kerk- en theologisch-poli-
tieke redenen (de twee Vaticaanse
dogma's over de paus), hetzij om
piëtistische propaganda-redenen (de
twee dogma's over Maria), vooral
wanneer de splitsing in de christen
heid daardoor dieper wordt'.
Ongeveer een maand geleden schreef
Küng in de Frankfurter Allgemeine
Zeitung een boeiend artikel over het
onderwerp 'Wie was Jezus?' Deze
vraag, sinds Celsus, de Voltaire der
oudheid en de eerste grote intellectue
le bestrijder van het christelijk ge
loof, honderden malen gesteld en be
antwoord tot op onze tijd toe, blijft
een beslissende kernvraag, door Jezus
trouwens zelf gesteld. Wij hebben de
indruk, dat deze vraag door Küng in
Amsterdam ook mede aangeroerd zal
worden. Ter oriëntatie lijkt 't ons daar
om dienstig enkele fragmenten uit dit
artikel weer te geven.
Küng schrijft (en ik geef nu zijn
betoog door): De 'Jezus-Mensenzoon' is
opnieuw omstreden. De historische fi
guur Jezus van Nazareth lijkt zich op
te lossen in een schaduwfiguur zonder
gelaat, zo ongeveer als die van Laotse.
Tenminste als men de negatieve resul
taten van het nieuwtestamentisch on-
ADVERTENTIE)
De red«ct!e behoudt tlch het recht voor om
ter opname ln deze rubriek ontvangen me
ningsuitingen verkort weer te geven. Bij
publlkatle wordt met de naam van de
Inzender ondertekend. Brieven kunnen wor-
De Standaard
Met bijzondere belangstelling keek ik
vorige week naar het indrukwekkend
overzicht van dr. J. J. Buskes over
zijn levensloop. Eén uitspraak daarin
geeft mij aanleiding tot een kleine
aanvulling, nl. de opmerking dat in
de jaren dertig de kerken de ogen
dicht hadden voor het Hitleriaanse
gevaar. Toch herinner ik mij dat er
wel waren die het héél vroeg zagen.
In de toenmalige 'Standaard' ver
scheen vóór maart 1933 een artikel
van wijlen ds. F. Dresselhuys (overle
den in 1955), destijds predikant te
Oldeboorn, waarin hij duidelijk maak
te dat als Adolf Hitler onverhoopt
eens aan de macht mocht komen, dit
voor Europa een ernstige bedreiging
zou betekenen. Het is moeilijk meer
na te gaan hoeveel mensen hij daar
mee de ogen geopend heeft, zoals de
mijne. Pas na het drama van de
tweede wereldoorlog heb ik gelegen
heid gehad hem in een persoonlijke
ontmoeting daarvoor dank te zeggen.
Heerde
G. L. Kuiper
Psychiatrie
Een recent artikel in Trouw/Kwartet
zou de indruk kunnen wekken dat
psychiaters en verplegend personeel
kwaadaardige tirannen zijn die er be
hagen in scheppen de aan hen toever-
De Rotterdammer
Nieuwe Haagse Courant
Nieuwe Leidse Courant
Dordts Dagblad
Uitgaven van
N.V. De Christelijke Pers
Directie:
Ing. O. Postma,
F. Diemer.
Hoofdredactie:
Drs. J. Tamminga.
Hoofdkantoor N.V. De
Christelijke Pers: N.Z.
Voorburgwal 276 - 280,
A'dam. Postbus 859.
Telefoon 020 - 22 03 83.
Postgiro: 26 92 74. Bank:
Ned. Midd. Bank (rek.nr.
69.73.60.768). Gem.giro
X 500.
trouwde patiënten te mishandelen, om
daardoor hun persoonlijkheid te bre
ken en hun van hun vrijheid te
beroven. Dat er excessen voorkomen
wil ik niet ontkennen, maar mijn
ervaring is, dat het personeel van
deze inrichtingen meer moeilijkheden
ondervindt van patiënten dan de pa
tiënten van het personeel. Gaarne zou
ik een alternatief weten, wanneer een
patiënt van uit een waandenkbeeld
agressief wordt, er op los slaat (het
heeft mij al eens enkele gebroken
vingers gekost), voor het toedienen
van (ik zou graag anders willen)
kalmerende medicamenten.
Hoogvliet
M. M. W. Rietveld
Golda Meir bij de paus
Als de paus inderdaad bij het gesprek
met Golda Meir gezegd heeft moeilijk
te kunnen begrijpen dat het Joodse
volk hardvochtig in eigen land op
treedt en hij daarbij het oog heeft op
de Arabische bevolking in de bezette
gebieden, is dat een verbluffend
staaltje van onbeschaamdheid. Wie de
geschiedenis van het Joodse volk kent
van de laatste 1500 jaar, weet dat de
Joden het meest te lijden hebben
gehad van de zijde van de r.-k. kerk.
We denken, om maar iets te noemen,
aan de moordpartijen van de kruis
vaarders, aan de inquisitie en de
brandstapels in Spanje en Portugal,
om nog te zwijgen over het zwijgen
van de officiële r.-k. instanties tijdens
Hitier. Het zou de paus gesierd heb
ben als hij de Israëlische premier
vergeving had gevraagd voor alle mis
daden in het verleden aan Israël be
gaan.
Zijndrccht
W. van Veelen
Abonnees
Onze dagbladen hebben het financieel
niet altijd even gemakkelijk, maar ik
dacht, dat wij onze christelijke krant
wel een beetje konden helpen. Ik las
bijvoorbeeld, dat bejaarden, zich niet
de weelde konden permitteren, een
dagblad er op na te houden. Daar ben
ik het niet helemaal mee eens. Maar
toch kunnen wij het mes van twee
kanten laten snijden en elkander hel
pen. Kijk, wij jongeren, weten niet
altijd wat we ouderen moeten geven
op verjaardagen of feestdagen. Maar
wist u dat zij bijzonder ingenomen
zijn met een abonnement op een dag
blad.
Velp
Rechts en links
Ir Nederland inderdaad onregeerbaar?
Zouden we dr. Ruppert deze vraag
voorleggen, dan is de kans groot, dat
hier een bevestigend antwoord zal
worden gegeven. Het gaat natuurlijk
ook hier weer om de 'steen der wij
zen'. Progressief-confessioneel dat
moet het worden. De 'linksen' zouden
zo graag uit het kamp der 'confessio
nelen' de 'progressieven' willen mobi
liseren. En het dunkt me, dat dit een
serieus verlangen is. Als dat rond is,
dan blijven de rechtsconfessionelen
over. En zo'n oplossing zou een grote
opluchting betekenen. Nu is de tech
niek van de computer ver gevorderd.
Zou dan een simpele enquête niet
kunnen bepalen, wat of er aan
'rechts' en 'links' huist onder de drie
grote confessionele partijen? Wanneer
een dergelijke enquête nu eens gun
stig uitvalt voor de 'linksen', wèl, laat
Den Uyl dan toch rustig z'n gang
gaan. Want dan komt hem dat toe.
Meteen hebben we dan ook klaarheid
gekregen in de situatie van de drie
confessionele partijen: welk deel
rechts en welk deel links is. En laten
we dan de knoop maar meteen door
hakken: één christelijk rechtse en één
christelijk linkse partij.
Zwanenburg
T. Koops
derzoek sedert de Verlichting aaneen
rijgt en de positieve veronachtzaamt.
Helaas hebben de kerken er veel te
weinig aan gewerkt, om hun gelovi
gen bestand tegen weer en wind
('wetterfest') te maken, opdat ze niet
van elk nieuw boek zouden schrikken.
Veel te weinig werden reeds kinderen
bekend gemaakt met de belangrijkste
resultaten van bijbelwetenschap in al
le nuchterheid en redelijkheid. En
dan beklaagt men zich, wanneer ie
mand nu op zijn manier eenzijdig met
kwasi-apostolische ijver verkondigt,
dat zoveel van de kerstverhalen tot de
hemelvaart zich niet zo heeft afge
speeld, als het in de evangeliën wordt
beschreven.
Wie was deze Jezus van Nazareth?
Rond tweeduizend jaar intensief
nieuwtestamentisch onderzoek hebben
voldoende materiaal en overeenstem
ming geleverd. Echter niet om een
biografie te schrijven (het oudste
evangelie heeft niet eens een kerst
verhaal), maar om de gestalte (bood
schap, optreden, lot) helder te ont
dekken. Helder en onvervangbaar.
Niet te verwisselen met Mozes,
Boedha, Mohammed en zelfs niet met
Marx, Freud en Mao Tse-toeng.
Was Jezus een man van de establish
ment? Het verrast nog altijd menig
een, wanneer men zegt: Jezus was
geen priester. Hij was 'leek', leider
van een lekenbeweging. Hij was ook
geen theoloog van professie. Hij
bouwde geen grote theorieën op. Hij
preekte het spoedig komen van het
rijk Gods op onwetenschappelijke wij
ze, met de meest eenvoudige woorden.
En spoedig geraakte Hij in conflict
met de establishment.
Was Hij een revolutionair? Er was
een revolutionaire partij der zeloten
('ijveraars'). En velen. bijv. vandaag
in Zuid-Amerika. beschouwen Hem zo.
Maar het is onbetwistbaar duidelijk:
Hij was geen politiek, geen sociaal
revolutionair. Hij predikte niet de
met geweld gepaard gaande omwente
ling der maatschappelijke orde. Had
Hij slechts een landhervorming of een
opstand tegen de Romeinen georgani
seerd, dan zou Hij reeds lang verge
ten zijn. Hij predikte echter geweld
loosheid.
Was Hij dan misschien omgekeerd
een ascetisch monnik? Er was in
Jezus' dagen een zeer verbreide mon
niksorde. Maar Hij trok zich aller
minst uit de wereld terug, als de
essenen. Hij stuurde ook niemand, die
volmaakt wilde worden, naar het
klooster van Qumran aan de Dode
Zee.
Was Hij dan tenslotte de man van 'n
morele uitrusting, zoiets als een vro
me moralist? Maar Jezus leerde geen
vroomheidstechniek. Hij had geen be
grip voor morele of zelfs juridische
casuistiek, in alle vragen van de wets-
uitlegging.
moraal en orde anders, dan de verach
ter van de Wet en haar God likwide-
ren? Zo stierf Jezus: tussen twee
misdadigers, in alle opzichten met de
zondaren gelijkgesteld. Het mislukken
van deze Godverlatene schijnt bewe
zen en de God. die Hij verkondigt,
meegestorven.
Niet indelen
Men heeft reeds veel van Jezus begre
pen, wanneer men Mem niet wil
indelen. Hij brengt de gangbare sche
ma's tot ontploffing. Hij is uitdagend,
maar naar rechts en links. 'God duide
lijk nader dan de priesters. Tegelijk
tegenover de wereld onbevangener
dan de asceten. Meer moreel dan de
moralisten. En meer revolutionair
dan de revolutionairen.
Waarvoor zette Hij zich in? Zijn
boodschap was niet zo gecompliceerd
als onze catechismussen. Hij verkon
digde het komende Godsrijk. Dat de
toekomst aan God behoort en dat
alles vanuit dit uitgangspunt is te
zien. En met het oog op dit komende
rijk stelt Hij als hoogste norm niet
een of andere wet of dogma, een
kanon of paragraaf, maar de wil van
God. Zijn wil geschiede!
Dat klinkt vroom. Maar wat is die wil
van God? Uit alles wat Jezus zegt en
Hans Küng
doet. wordt duidelijk: God wil niets
anders dan het welzijn der mensen.
Gods wil is het heil der mensen.
Daarom schrikt Jezus, die wetsge-
trouw leeft, niet terug voor een met
de wet strijdig optreden. Hij toont
geen begrip voor rituele correctheid.
Reinheid voor God brengt alleen de
reinheid des harten. Hij liet zich
uitmaken voor vraat en drinker. Hij
kende geen angstige houding tegeno
ver de sabbat. Hij relativeert de wet,
want de geboden zijn terwille van de
mensen. Hij relativeert de tempel, de
liturgie. Want verzoening en dagelijk
se dienst hebben voorrang boven de
liturgie. Daarom zet Hij zich in voor
de liefde, die tegelijk vroom en ver
standig wil zijn, die zich echter daar
in zuiver bewijst, dat zij niemand
uitsluit, dat zij bereid is tot de laatste
inzet.
Solidair
Daarom is Hij solidair met alle min
derwaardigen: de immorelen, schisma
tici (Samaritanen), politiek gecompro-
mitteerden (tollenaars), maatschappe
lijk uitgestotenen en veronachtzaam
den (melaatsen, zieken, ellendigen),
zwakkeren (vrouwen en kinderen).
Daarom waagt Hij het in plaats van
wettelijke bestraffing, Gods vergeving
te verkondigen, ja zelfs persoonlijk
toe te delen en daarmede de omme
keer en de vergeving tegenover de
medemens mogelijk te maken. Juist
voor de minder vromen een echte
goede boodschap, een boodschap van
het nieuwe begin, van genade, hoop,
vrijheid, liefde en vreugde: een waar
evangelie. Overtuigend beleefd door
Hem, die het verkondigt, opvallend
begeleid door charismatische daden,
genezingen van ziekten en demonen
signalen van het komende Gods
rijk.
Maar juist zo vormt Jezus een uitda
ging zonder weerga voor het totaal
religieus-maatschappelijk systeem
(Wet) en zijn representanten. Met
welke volmacht doet Hij dit eigenlijk,
vragen vrienden en vijanden. Hier
verkondigt iemand een merkwaardige
vrijhei d voor God y mens. Predikt
Hij niet een andere God: een God, die
het in plaats van met de vromen, met
de onvromen, de zondaars houdt?
Doet Hij niet alsof Hij meer is dan
Mozes, die de Wet gegeven heeft,
meer dan Salomo, die de tempel ge
bouwd heeft, meer dan Jona en de
profeten? Hoe komt Hij ertoe met
zulk een volmacht en pretentie te
spreken en te handelen, uit een zeld
zaam directe relatie tot God, die Hij
in ergerlijke intimiteit zijn Vader
noemt? Konden de hoeders van Wet,
door prof. dr. H. J. Heering
Het is niet eenvoudig een memori
am te schrijven van een man die in
vele kringen bekend was, die ook
veelvuldig aan de weg timmerde en
publiciteit voor zijn werk zocht
en die toch een van de meest be
scheiden mensen was die ik ken. Zo
iemand recht te doen is geloof ik
daarom niet eenvoudig, omdat wij
gewend zijn in geestelijke zaken de
betekenis van de organisatie te klei
neren. En dr. J. A. de Koning was
een groot organisator.
Op de eeuwwisseling in Amsterdam
geboren, leerde hij al jong in het
loodgietersbedrijf van zijn vader,
een godsdienstige, sociaal sterk mee
levend man, alle verhoudingen en
moeilijkheden van het maatschappe
lijk leven kennen. Bewoog hem dat
om predikant te willen worden?
Wie vlak na de eerste wereldoorlog
deze richting insloegen bekommer
den zich doorgaans weinig om de
diepste problematiek der godgeleerd
heid: zij wilden de Heer dienen in
de praktijk.
De Koning promoveerde over Rathe-
nau. de sociaal visionaire Duitse
grootindustrieel, wiens geschriften
thans opnieuw worden gelezen. Na
de Leidse tijd wachtte De Koning
geen dorpspastorie maar het secreta
riaat van de vrijzinnig christelijke
jeugdcentrale, waaraan hij bezielen
de leiding en een hechte struktuur
gaf, in de acht jaar dat hij daar
werkte. In 1933 beroept de remon
strantse gemeente te Utrecht hem
als predikant voor een 'deel' van
zijn tijd: hij is betrokken in allerlei
interkerkelijk werk, aanvankelijk
vooral onder vrijzinnigen. Hij wordt
de oprichter van de vrijzinnig pro
testantse centrale voor maatschappe
lijk werk die zich in de moeilijke
dertiger jaren vooral concentreerde
op de zogenaamde werkeloze-kam-
pen, waar duizenden jongeren weer
wat uitzicht voor hun leven konden
vinden. Enkele jaren later gaf hij
de stoot tot het vluchtelingenwerk
in de gezamenlijke kerken: Hitier
was onze nabuur geworden. Geen
wonder dat De Koning betrokken
werd in de interkerkelijke beweging
voor praktisch christendom, voorlo
per van de wereldraad van kerken.
Over zijn aandeel in het verzet tij
dens de tweede wereldoorlog zweeg
hij steeds. Na '45 verbreedde zich de
aandacht tot de gehele oecumene en
de gehele humaniteit, die hij van
binnenuit bedreigd zag. Hij had een
groot aandeel (tot zijn dood toe) in
de Nederlandse jeugdgemeenschap,
later ook in het Nederlands ge-
sprekscentrum. Hij werd voorzitter
van de landelijke Nederlandse pro
testantenbond, voorzitter van de
commissie voor evangelie en samen
leving der remonstrantse broeder
schap. En ik zal nog wel een en
ander vergeten hebben.
Toch is hij nooit een organisatie-
man, een dure funktionaris gewor
den. Hij bleef predikant, pastor
vooral. Hij bleef ook ten volle mens,
een eenvoudig gelovige met de grote
gave der vriendschap. En het ging
hem nooit om fraaie organisatie,
maar steeds om de mens die geeste
lijk of materieel geholpen moest
worden. Wij lachten wel eens om
zijn sociologen-jargon, maar in zijn
aanpak moesten wij hem altijd weer
gelijk geven.
Zijn laatste zorg was zijn eerste: dat
de kerken onvoldoende bewerktuigd
zijn om de fundamentele verander
ingen van deze tijd aan te kunnen.
En ik voeg er aan toe: Als die
publieke en tegelijk veelal anonieme
werkers als dr. De Koning er niet
waren geweest, dan had de kerk
zonder werkelozen- en vluchtelingen
werk der dertiger jaren, zonder
breedheid van visie en kontakten
van de jaren vijftig en zestig er
tegenover God en en wereld heel
wat beroerder voorgestaan. Dank
aan de gelovige organisator die De
Koning was.
Nieuw leven
Was met Jezus' dood alles uit? Hier
moet men voorzichtig spreken. Als
historisch feit staat vast: de van Jezus
uitgaande beweging is eerst na zijn
dood recht begonnen. Waarin heeft
zij haar fundering? Wanneer wij door
verschillende tegenstrijdige overleve
ringen en later legendarische opsmuk
heenzien, blijft het overeenstemmende
getuigenis van de eerste christengene
ratie, die haar geloof op een reëel
wedervaren gefundeerd zag: de ter
dood gebrachte leeft! Zijn dood was
niet een sterven weg in het niets,
maar op God gericht ('in Gott hun-
ein'). Niet het hoe, wanneer en waar
van het nieuwe leven, maar d&t is
beslissend. Jezus de Godverlatene
leeft mee, door, in God. Aan Hem is
in de dimensie van die laatste reali
teit, die wij God noemen, nieuw leven
geschonken. Zijn boodschap, zijn hou
ding, zijn persoon zijn gerechtvaar
digd. Zijn weg was juist.
Pas nu, in het licht van zijn nieuwe
leven, wordt voor de discipelen duide
lijk, hoe God en het was toch de
ware God! van het bpgin af met
Hem was, hoezeer Hij in zijn persoon
voor God zelf en de mensen stond en
staat, tegelijk plaatsvervanger, stede
houder voor God en mensen. Pas nu
wordt duidelijk, hoe juist het kruis
niet een gebeuren van vloek en schan
de is, maar van heil en verlossing en
hoe met Hem het rijk Gods reeds
aangebroken is.
Pas nu ontvangt zijn persoon een
definitieve en unieke betekenis voor
allen, die zich gelovend aan Hem
toevertrouwen. Pas nu worden ver
schillende titels en voorstellingen uit
het culturele milieu op Hem overge
dragen: Hij als de Messias Gods, de
Mensenzoon, de Zoon Gods, het vlees
geworden Woord, Gods definitieve
Openbaring. Pas nu vormt zich de
gemeenschap der gelovigen, die zijn
naam draagt en door zijn geest gedra
gen wordt Zo is uit de Verkondiger
der boodschap de Verkondigde gewor
den: Jezus Christus Hijzelf de
korte samenvatting en concrete vol
heid van de boodschap van het rijk
Gods. Dezelfde boodschap moet in een
nieuwe tijd vertaald worden in theo
rie en praktijk.
Aldus Küng. Hij besluit zijn indruk
wekkend artikel met de wens, dat
zijn lezers nadenken over wat Jezus
vandaag betekent en zou kunnen bete
kenen.
Ongelooflijk knap
Wie dit verhaal heeft gelezen en
zeker wie een halve eeuw zich bezig
gehouden heeft met de bijbelse bood
schap en dat onder het vèrdragend
geschut van een Celsus, een Porphyri-
us, een Julianus de Afvallige, repre
sentanten van de stervende Griekse
cultuarwereld, onder het trommel
vuur van de Verlichting (Semmler,
Lessing), en tenslotte in de honderd
jaar loopgravenoorlog van de moderne
historische kritiek hij zal zeggen:
dit is ongelofelijk knap.
Zeer adrem is Küng's opmerking, dat
de kerken verzuimd hebben, haar ge
lovigen 'wetterfest' te maken door ze
tijdig op de hoogte te brengen van de
resultaten van bijbelwetenschap. Hoe
actueel is zijn opmerking (ik denk
hier aan de huidige infectie om het
evangelie te lezen door de bril van
Karl Marx), dat men reeds veel van
Jezus begrepen heeft, wanneer men
Hem niet wil indelen, omdat Hij de
gangbare schema's tot ontploffing
brengt!
Ik wil hier niet polemiseren. Alleen
meen ik, dat het nieuwe testament
meer zegt rondom het mysterie van
de opstanding. Bij Küng komt niet
duidelijk uit de verf, wat Lamparter
in zijn boekje 'Einsichten und Irrwe-
ge der modernen Theologie' heel raak
formuleert: 'Het paasgebeuren schiep
het paasgetuigenis en niet omge
keerd'. Hier ben ik dicht in de buurt
van Gunning, die zo eerlijk met het
Schriftprobleem heeft geworsteld. Van
hem las ik eens de treffende woorden:
'Indien Jezus niet waarlijk is opge
staan, dan is het geloof van de disci
pelen aan de opstanding groter won
der dan de opstanding zelve!' Het
nieuwe testament spreekt klaar en
onaantastbaar over de opstanding, ver
klaart daaruit geloof en wording van
de kerk en haar feestelijke verwach
ting. Feesten berusten trouwens op
feiten. Er is bij de boeren geen
oogstfeest, als de binnengehaalde
oogst niet een feit is. Er is geen
bruiloft of er moet een bruidspaar
zijn. Zo ook geen paasfeest zonder
paasgebeuren, de opstanding.
Bij deze klaarheid van het nieuwtesta
mentisch getuigenis en de vaagheid
van menig modern theoloog, moet ik
denken aan een geestig gedichtje van
A. W. Bronsveld:
Hij hecht niet aan de feiten
Alleen maar aan de idee
En daarom zet hij thé
Van water zonder thé!
Dat doet Hans Küng niet. Er zullen
stellig velen maandag naar hem ko
men luisteren. Hij is het waard, deze
grootmeester in de theologie, want hij
predikt de grootheid van Jezus. Ware
grootheid, zo formuleerde de beroem
de cultuurhistoricus Jacob Burckhardt
ware grootheid is enig in haar
soort en onvervangbaar. Dat geldt van
Jezus bij uitstek en daarvan spreekt
Küng in zijn artikel 'Wie was Jezus?'
Eindelijk is het zover. Er komt een
bestand in Vietnam. Voor miljoenen
jaren te laat en voor duizenden een
week te laat. De vraag leeft of mi
hier nog van dankbaarheid kan
ken. Vanzelfsprekend zullen straks i
len, vooral in de betwiste gebiede
dankbaar zijn als eindelijk de kano
nen zwijgen, de tanks niet meer dre
nend door hun dorpen trekken,
bommenwerpers niet langer als doo
ontbladering- en verderfzaaiende
gels de hemel verduisteren. Voor o
liggen de zaken anders. Ons zou bet
een diepe schaamte kunnen overv
len. Opvallend was in de toespra
van president Nixon de combina
van vrede en eer (peace and honou
Welke eer, is men geneigd zich af
vragen. Is het reëel om na zoveel ja
van weerzinwekkend geweld nog v
eer te spreken? Moeten wij persé i
de hel die wij elkaar aangedaan he
ben met eer te voorschijn komen?
kan mij wel voorstellen dat wij
heel deze zaak voor Gods aangezit
komen, en ook met de dank van
geteisterde miljoenen dat dit torme
in 't lest een eind heeft, maar e
opgetogen feeststemming zou daar
wel heel slecht passen, veeleer e
gebed: Heer, laat dit waar zijn en 1
dit waar blijven. Eerder beschaan
heid en bezorgdheid hoe het nu v
der moet. Want één ding staat va
wie dan ook bedankt moet word
geen mensen.
NED. HERV. KERK
Beroepen: te Rijswijk (ZH): C. Dij
meester te Vreeland; te Onstwedde:
T. Cazander te Middelharnis; te Z
termeer: I. Kok te Baarn.
CHR. GEREF. KERKEN
Beroepen te Haamstede en Zierikz
J. C. L. Starreveld te Kornhorn.
ROTTERDAM (KNP). Bisschop
monis heeft naast dr. C. Braun
drs. W. van der Ende twee niei
vicarissen benoemd. Het zijn dr.
J. M. van Paassen, momenteel- stul
tenpastor in Delft, en de oud-hoi
aalmoezenier van de luchtmacht
Vroom. Zij. zijn respectievelijk be
met de zorg voor katechese, jongei
pastoraat en onderwijs en die
kerk en samenleving.
Als reden voor deze uitbreid
noemt de persdienst van het bisd
de sterke toename van het werk
bissehop en vicarissen. Gezamen
achtten de leden van het dioces
bestuurscollege het wenselijk, 'dat
accentverschillen en de verscheit
heid in geloofsbeleving, die juist
verstedelijkte Rotterdamse diocees
kenmerken, binnen het bestuur
het bisdom voldoende tot gelding 1
ven komen'.
ARNHEM De officier van just
te Arnhem heeft de 28-jarige stud
J. M. uit Amsterdam, op verdenk
van meineed laten arresteren. M. t
in het geruchtmakende proces te
de 35-jarige autohandelaar A. T.
uit Sneek als getuige decharge
Hij verklaarde toen onder ede dat
de avond van de brandkastkraak
het stationspostkantoor te Apeldo
in de nacht van 30 op 31 januari I
bij B. thuis in Sneek met hem
geschaakt. De procureur-generaal
het hof te Arnhem achtte de ver
ringen van M ongeloofwaardig er
strijd met de waarheid. Bij de s
ons postkantoorroof werd voor q
veer één miljoen gulden buitgemai
Jan Greshoff, Toen Nijgh
Ditmar, 's-Gravenhage 1972 f 1
Zoals de colofon van dit mooie
gaafje mededeelt: 'Toen' is het
gewerkte, laatste gedicht van
Gresshoff, door zijn vrouw same
steld uit de nagelaten papieren,
nagedachtenis in 1972 uitgegeven
In het gedicht spreekt Greshoff
Mea Nijland-Verwey, aan wie Toe
opgedragen, over Dood en Leven,
Literatuur en Werkelijkheid en
de Vergankelijkheid en over Verl
Tijd. Zo spreekt hij bijvoorbeel
van hoe hij deliteratuur gulzig
tiekloos opnam: uit 'een hunke
naar Het echte, het goede,
mooie Misschien was dat level
werkelijkheid Niet zo. Maar
hadden geen behoefte Aan 1
lijkheid Weet jij nog hoe 't beg
Wat opeens de poëzie Openbaar
Dit is leven, dit is de werkelijkhr
Wanneer de mensheid om mij
te gortig maakte, Vluchtte ik
jij, in het gedicht Dit reddend v
Dat elke storm doorstond.' De h
nering aan dit alles doet hem bij
schrijven beven van geluk en
hij de stemmen uit het verleden
van Verwey, Van Eyck, van Bloei
deze herinnering levend, is de
komst van de dood niet erg: hij z
mestvaalt verruilen voor 'een sp
veld'. Men zal begrijpen dat dit
met recht 'voorbij, voorbij, voorbi