'Mijn werf is nu mijn hobby9 weedse koeien onderhouden ons natuurgebied Acties in Leeuwarden Kerk en toren gered, maar financiën zijn nog probleem proeven van rijksinstituut slagen: hl TERPSTRA: IK HEB GEEN TEKENINGEN, ALLES STAAT OP 'N PLANKJE Frans Janse K IN WATERLAND De van Wout Terpstra ligt aan roekervaart, een aftakking het Noordhollands kanaal Broek in Waterland. De be- >r, die naar de werf wil moet geduld oefenen totdat Terp met een wrikbootje over varen om hem op te halen. werkplaats, een houten jr, brandt de potkachel. De r hangt vol gereedschap en I staan bizar aandoende ma- Tferpstra is 70 jaar. Hij woont tig jaair in Broek dn Waterland, ■hij is afkomstig uit Friesland, hij werd geboren als zoon van een tjalkschipper, die de Zuiderzee bevoer met zijn zeilschip. Het water en schepen, voorail zeilschepen, heb ben hem nooit meer Losgelaten en als zeventigjarige zeilt hij nog steeds met zijn eeuwenooidie boeier op het IJssel- meer en op de Friese meren. Wout kan, evenals zijn ouidere broer Kees, dlie bij hem woont, 'allies' met zijn handen, van het bouwen van een schouw tot het maken van miniatuur schepen, hoewel geen van beiden ooit ook maar enige beroepsopleiding heb ben gehad ia het ontwerp,en van bo ten. Ik heb tot mijn vijfentwintigste bij mijn vader gevaren, een zeilschip na tuurlijk. We brachten mest van Fries land over de Zuiderzee naar de bol lenstreek, Lisse, Hilegom. 's Winters visten we op ansjovis op de Zuider zee. a.tJLMsuUJ o.-t* KM Avut* U- tekenaar Jaap van der Pol tekende één van de machines van Wout de lintzaag. Het geleidewiel boven is het wiel van een Dodge uit de de veren, waarmee de zaag op spanning wordt gehouden, stam- een oude Citroen, het aandrijfhuis komt weer uit de Dodge en de ener- geleverd door een wasmachinemotor, zoals bij alle bizarre, maar uit- functionerende machines van Wout Terpstra. Op mijn vijfentwintigste ben ik in dienst gegaan bij een echtpaar als schipper op hun jacht. Daar zijn we toen mee naar Zuid-Frankrijk gegaan, langs Antwerpen, de Schelde op, naar Parijs over de Noordfranse kanalen en via de Rhóne naar Zuid-Frankrijk en zo weer terug naar Amsterdam. Daar zei mijn patroon 'Terpstra, van de winter wordt er niet gevaren, maar in de zomer gaan we weer en dan blij ven we een jaar weg, en dan zie ik je graag terug. Chauffeur Dus ik stond op straat. Ik ben ook niet meer teruggegaan, want ik 'kwam een schipper tegen, diie tegen me zei: Terpstra ik ken een meneer, die is net uit Indië terug en die zoekt een schipper voor zijn jacht. Daar ben ik toen in dienst gegaan. Eerst als schip per, maar later ging de familie aan de Vecht wonen, in Loenen, en toen werd het jacht verkocht. Daar kwa men toien een paar kleinere boten voor in de plaats en wat ik toen moest doen, was vooral chaufferen. Ja, natuurlijk ook wel met die boten, maar toch vooral chaufferen. Daar heb ik ook alles van motoren geleerd, want ik onderhield de auto's zelf, ja meneer wou dat nou eenmaal zo. Daar heb ik elf jaar gechauffeerd; daarna kwam de crisis en toien ben ik eigenlijk uit nood hier naar Broek in Waterland gekomen. Alleen het huis stond er, het was eigenlijk een oude boerderij. De werkplaatsen en de hel lingen heb ik er zelf bijgebouwd. In het begin, toen ik hier net kwam, repareerde ik motoren voor de boe ren. Ja, als ik hoorde dat er een motor stuk was, dan probeerde ik die boer zover te krijgen dat ik 'hem kon repareren. Als een ander het kan, kan ik het ook. Later heb ik van alles en nog wat gemaakt. Sieperskanren van tien ton in de oorlog. Maar ik trok toch weer naar de boten toe. Jol Ik doe nu kalm aan. Er ligt hier een Staverse jol van iemand, die hem zelf opknapt. In het begin ging dat niet zo best en dan werd hij moedeloos. Toen heb ik hem een paar dagen geholpen en nou gaat het zo aardig. Maar zijn tuig naai ik wel voor hem. Dat kost zo'n drie maanden. Amerikaans ka toen, ja. Nylon, dat is niks, dat heb ben ze allemaal tegenwoordig. Het is zo dun en als je door de wind gaat, kraakt het. Hebt u wel eens een nylon trui over uw hoofd uitgetrok ken? Nou ja, dat bedoel ik. Ik heb wel hulp. Mijn broer helpt ra* af en toe. Die woont hier op de wen op zijn bootje. Hij is 73. Tot zijl vijfenzestigste heeft hij gevaren, ali schipper op jachten. Vijftien jaar ge leden is hij getrouwd, maar zijn wouw kreeg aderverkalking en kwam in een inrichting en daarna werd het scheiden. Toen kwam hij vragen of hij hier kon komen. Dat kon natuur lijk. Maar na een tijdje wou hij niet altijd met zijn benen onder een ander zijn tafel blijven zitten en toen heeft hij een bootje gekocht en het in een jaar opgeknapt. Het is niet groot, maar er zit alles in. Een bed, een boekenkast etn televisie. Die hebben mijn kinderen en ik hem een keer voor zijn verjaardag gegeven, omdat hij altijd op de kleinkinderen past. Kees knapt ook wel eens een bootje op voor iemand en verder helpt hij mij. Hier, dit tjalkmodelletje heb ik Wout en Kees Terpstra op de terugweg naar het huis met de werf. Kees hanteert de wrikriem nog even als boom om los te komen van de wal. (Foto Wubbo de Jong) gebouwd, op zo'n schip zijn we gebo ren. Kees heeft het roer gemaakt, ja dat knutselen kunnen we niet laten, dat hebben we van vader. Ik heb nog een hulp, een knecht kun je het niet noemen. Barend komt elke dag op zijn fiets uit Amsterdam Oud- West. Maar hij is achtenzeventig dus ik zeg wel eens: Barend, het is koud en het regent, dus morgen moet je maar eens niet komen. Nou en dan komt hij toch en dan zegt 'ie: ja, het begon pas te regenen toen ik al over de pont was, baha, alsof het in Am sterdam nooit regent. Tja, ook een ouwe schipper hè. Vroeger bouwde ik hier hele schepen. BM's heb ik veel gebouwd, motor- jachtjes, schouwen. De laatste schouw, die ik gemaakt heb, was van ijzer. Ik heb de huid helemaal geklonken. Twintigduizend gaten heb ilk ervoor moeten boren. En dan zeggen ze wel eens: kun je dat niet beter lassen, maar dat vind ik niet mooi. Je moet er Iter een paar honderd kilo pla muur tegenaan gooien om bet toon baar te maken. Op een moderne werf kan dat natuurlijk niet meer, ik besteed er anderhalf keer zoveel tijd aan als met lassen, maar ik vind het nu eenmaal mooier. Baron van der Heuvel, de scheepsont werper, is hier geweest. Die zei: Terp stra, mag ik je tekeningen eens zien? Hoe doe je dat toch? Ik zeg: iik heb geen tekeningen, kom maar mee naar de schuur, daar heb ik alles op een plankje getekend, zoals ik het wil hebben. Voor mij is dat genoeg. Nou, ze snapten er geen barst van. Ik zeg: kijk, van die buitenste planken snij ik de punten af, maar de stukken, die overblijven gooi dik niet weg, die ge bruik ik dan als scheggen, dat past preoies, no'U, die tekenaar, die van Niesten, die kon er helemaal geen wijs uit. Sanering Ik heb nog wat winterstalling, en, nou ja, je helpt natuurlijk wel eens iemand en verder knutsel ik nog wat. Ze hebben me weg willen saneren, maar dan moesten mijn hellingen weg en mijn schuren en dan mocht ik niks meer voor derden doen. Maar dan kon ik ook niks meer voor mezelf doen en 'ik wil hier natuurlijk blijven wonen. Dat gereedschap is trouwens verouderd, daar kan geen mens meer mee omgaan, dat kun je niet verko pen. Ik ben dus mooi blijven zitten. Kijk, op deze foto staat een houten schouw, die ik gebouwd heb, dn de spanten, snappen ze niets van hoe ik dat gedaan heb. Personeel wil ik niet hebben. Moei ik voor politieagent gaan spelen. Wat vroeger mijn bedrijf was daar heb ik nu mijn hobby van gemaakt. Laatst komt hier een vent en die zegt: Terpstra kun je even maar mijn motor kijken? Ik kijk en 'ik zeg: eerlijk man, die motor is ten eind, je moet een nieuwe hebben. Wat kost een nieuwe, zegt-ie. Ik vented hem dat. Kun je de ouwe er effe voor me uithalen en de nieuwe erin zetten, vraagt-ie. Ik zeg: luister, ik wil je best die nieuwe motor leveren voor de prijs die ik gezegd heb maar ik ga me daar niet die ouwe motor eruit slopen, dat doe ik niet meer. Wat ik nog graag eens zou willen doen, is een boetor bouwen, maar je kan zo slecht goed hout krijgen. Ik moet gewaterd Rijnlands eiken heb ben, maar dat is niet te krijgen. Slavonisch eiken, ja, Frans eiken, ja, maar geen Rijnlands en als je het kan krijgen is het rniet gewaterd en moet je daar zelf weer een paar jaar over doen. Slavonisch en Frans eiken is heel mooi, maar voor doosjes enzo. Teer, ragfijn, dat is niks voor een schip. Rijnlands eiken heeft kwasten en het is dwarreldg van draad. Daar moet je een boeier van maken. Ik heb zelf de oudste varende boeier van Nederland. Is in 1756 gebouwd. Vroeger heette hij De Bever, omdat het roerbeeld een gebeeldhouwde be ver was. Dat staat nu in het Scheep vaartmuseum in Amsterdam. Heb ik veertig jaar geleden gekocht in Haar lem en ik zei: Vader ga je mee hem ophalen? Toen mijn vader hem zag zei hij: wat heb je nou gekocht, dat schip was al rot toen ik nog geen zes jaar was. Maar ik heb hem hierheen gehaaid en opgeknapt. Het oude hout zit er nog in, maar ik heb er een ijzeren huid omheen gezet. LEEUWARDEN Het behoud van de Bonifatiustoren en -kerk mag dan vaststaan, de financiën vormen nog een onzeker element De Stichting Bonifa- tjiustoren, die ontstaan is uit 'n groep je spontane mensen, dat enkele jaren geleden bijeen kwam om de teren, die in het silhouet van Leeuwarden on misbaar is, te behouden, is echter vol moed. Deze mensen hebben voor een bijna hopeloze taak gestaan toen ze de af braak van de toren wilden voorkomen en tóch is hun actie eindelijk met succes bekroond. De voorzitter van de stichting, de heer O. Heidinga. lid van de Leeuwarder gemeenteraad voor de ARP, zegt: Ik ging met lood in de schoenen naar de katholieke 'kerkvoogdij van de Bonifatiusparo- chie. Ik had immers niets te bieden? De hele actie moest nog van de grond komen. De parochie kon begin 1969 niet anders dan besluiten kerk en toren af te breken. Maar men heeft bijzonder veel medewerking gegeven om toch nog tot een andere oplossing te komen; ik heb daar alle waardering voor.' De tekeningen voor het katholieke bejaardentehuis Sint Jozef en een kleine parochiekerk die op de plaats van de Bonifatiuskerk en -toren zou den worden gebouwd lagen al klaar. Er was praktisch niemand die geloof de dat het onheil nog te keren was. Ook het gemeentebestuur zag aanvan kelijk niet veel kansen voor behoud, maar toen de gemeenteraad er in september over sprak lagen er enkele duizenden handtekeningen op tafel van Leeuwarders die de Bonifatiusto ren wilden behouden. En de raadsle den spraken uit, dat er alles gedaan moest worden om dat te bereiken. EINDELIJK AFBETAALD De Bonif aibiiusparochie is klein begon nen, heeft zich in de loop van de jaren uitgebreid en is later, toen de Wintersport Het door Wout Terpstra gebouwde tjalkmodel. Het model is ongeveer 40 centi meter lang. Zelfs de kooi in het vooronder ontbreekt niet. Kees heeft het roer gemaakt Volgende week gaan we naar de win tersport. Een paar jaar geleden trouw de mijn dochter. Ze zed: we zullen van het jaar wel niet naar de wintersport kunnen, want we moeten natuurlijk een receptie geven en dat kost teveel, dus het zit er niet aan. Ik zeg: maar je wilt toch wel graag naar de winter sport? Natuurlijk zegt ze. Ik zeg: dan ga je toch? En toen zijn ze gegaan en ze zijn op de wintersport getrouwd, maar toen moesten de vrouw en ik natuurlijk wel mee. Nou, en daarna zijn we ieder jaar gegaan. Dit jaar gaan we naar Noord-Tirol, naar een pension. Drie jaar geleden zijn we 's zomers in Noorwegen geweest, hebben we in de bergen in slaapzakken in een heel klein tentje geslapen. Dat skütsjesiilem dat ze nu in Fries land doen, dat vind ik maar niks. Al die commissies enzo.' Mevrouw Terpstra: 'Doe toch niet al tijd zo kritisch. De mensen hebben er todh plezier van? En met die kosten kan het tegenwoordig toah niet an ders?' Terpstra: 'Ja, dat is wel zo, maar van al die oommissies moet ik niks heb ben.' r Huib Goudriaan (SUM Kleine, hoornloze maar taaie koeien uit Zweden zullen stwaarschijnlijk in Nederland een nieuwe bestemming vinden: ;en' voor het onderhoud van onze natuurgebieden, en proef van het Rijksinstituut voor Natuurbeheer (RIN) slaagt, e Zweedse bergkoe de zogenaamde 'Fjallkoarna', in Scandi- met uitsterven bedreigd Nederlandse natuurbeheerders uit oblemen helpen. Overijssels CRM-reservaat Weerribben' (bij Steenwijk) het RIN vorig najaar vijf Fjall- i losgelaten. De dieren die in- ls voor een uitbreiding met vijf en hebben gezorgd, hebben als Ie open ruimten van het natuur- aat te begrazen. De dieren wor- ageschakeld, omdat de beheers- i van natuurgebieden en niet rendabele landbouwgronden, dit maken. n het RIN verbonden biologen sterveld en A. van Wijngaarden rukken dat gronden, die niet I door de mens als cultuur- worden gebruikt niet aan hun nnen worden overgelaten. 'Gras- 1 en heiden, die niet door de worden beheerd, zullen binnen h twintig jaar tot een bos En terwille van de verschei- id van ons landschap, de soor- 'jkdom van planten en dieren meer variatie, des te krachtiger evensgemeenschap) moeten er ruimten blijven. eag rijst wie het beheer betaalt, het maaien van duingrasland en sarden en het snijden van de rietvelden. In het reservaat, waar nu de Fjallkoeien rondlopen, wordt bij voorbeeld de rietcultuur verwaarloosd omdat deze te weinig oplevert. Ook laten steeds meer boeren de alleen over het water bereikbare hooi landen in de steek. Volgens Ooster- veld en Van Wijngaarden beslaat de oppervlakte aan grasland en heide binnen de Nederlandse natuurgebie den thans 65.000 hectare. De Rijkso verheid en de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten hebben een snel stijgend deel hiervan in beheer. Bovendien beschikt Nederland over 100.000 hectare nauwelijks rendabele landbouwgronden: laaggelegen veenge bieden in Holland, Noord-West-Over ijssel en Friesland, oude veenkolonia le gronden en droge zandgronden. Mocht in de toekomst ook de land bouw in de komkleigebieden tussen de grote rivieren niet meer rendabel zijn, dan komt hier nog eens 100.000 hectare bij. Een deel hiervan zal wor den bebost, een ander deel voor de recreatie worden bestemd, maar som mige cultuurlandschappen en halfna- tuurlijke landschappen zullen moeten blijven zoals ze nu zijn, vanwege hun de gelukkigste kalveren van D/ederland natuurwetenschappelijke waarde en landschappelijke schoonheid. Het beheer /an deze gebieden, waar van er een aantal landschapsparken zal worden, is en komt gedeeltelijk in handen van boeren, die hiervoor wor den betaald. Waar dat niet het geval is kan voor het korthouden van de begroeiing der open ruimten de me thode van afgrazen worden toegepast. De RIN-werkgroep 'Begrazing' waar toe Oosterveld en Van Wijngaarden behoren, neemt sinds 1970 proeven met daarvoor geschikte dieren. Een geschikt soort moet aan de volgende eisen voldoen: De dieren moeten in staat zijn te leven van een schraal menu; Ze moeten weinig vatbaar zijn voor ziekten en parasieten; Ze moeten geen veterinaire pro blemen geven, dus bijvoorbeeld geen hulp nodig hebben bij geboorten; Ze moeten in staat zijn het gehe le jaar buiten te lopen, desnoods met een eenvoudig afdak als stalling; Ze moeten achter een niet te dure afrastering te houden zijn; Ze moeten geen problemen geven met mensen die in de natuur ontspan ning zoeken: niet agressief zijn. Van Wijngaarden en Oosterveld kwa men met deze eisen terecht bij de zogenaamde 'primitieve' rassen van de landbouw-huisdieren. Het woord 'pri mitief' is overigens niet op zijn plaats, want deze rassen kunnen zich onder moeilijke omstandigheden beter redden dan de hoogproduktive rassen. Beschikbare 'primitieve' rassen zijn: het Drentse heideschaap, het Veluwse heideschaap (dat in het Deelerwoud een 'begrazingstaak' heeft), IJslandse, Shetlandse en New Forest ponies en Noorse Fjordepaarden, geiten (te ge bruiken voor het opruimen van jonge berken op heiden), Zweedse bergkoei- en en Schots Langhoornvee. Met de Zweedse bergkoeien werd enkele jaren geleden een proef met positief resultaat genomen in een kraanvogelreservaat aan het Müritz- meer in de DDR. Dit gebied werd vroeger gebruikt als hooiland. Maar met het oog op de kosten werd er nog nauwelijks gemaaid. Het terrein werd te ruig en de kraanvogels bleven steeds meer weg. Er werd toen een kleine kudde Fjallkoeien in losgelaten die erin slaagden het terrein 'open te grazen.' De Fjallkoeien hebben het voordeel dat ze de winter vrijwel zonder stal ling doorstaan en zich in leven kun nen houden met twijgen en boom schors. Worden de dieren de vrijheid gegeven, dan is melken ook niet meer nodig: de melkproduktie richt zich geheel op de behoefte van de kalve ren. Volgens de heer Oosterveld heeft de begrazings-methode, in tegenstelling tot maaien en afbranden, nog het gunstige gevolg, dat de verscheiden heid van planten (dus van insecten en andere dieren, die afhankelijk zijn van de planten) wordt bevorderd. Koeien of schapen grazen namelijk niet steeds op dezelfde plaatsen en bemesten ook niet dezelfde plaatsen. Hierdoor ontstaan overgangssituaties in de bodem, die aan verschillende soorten planten kansen bieden. De proef in Overijssel met de Fjall koeien is tot nu toe goed verlopen. 'Er is geen reden om aan te nemen dat het niet goed zou gaan', aldus de heer Oosterveld. 'De dieren bevinden zich in een moerassig terrein met drijvende stukken, maar dat is geen probleem:- het zijn lichte koetjes en in Zweden waren ze laagveen gewend. De heer Van Wijngaarden: 'De kalve ren zijn zo vrij dat ik ze de gelukkig ste kalveren van Nederland noem!' Gezicht op de Bonifaciustoren te Leeu warden. binnenstad steeds meer ontvolkte, weer geslonken. Ze telt nu nog 1669 zielen, die niet meer voldoende kerk gangers opleveren om zelfs maar de helft van de zitplaatsen in de kerk te vullen. Voor deze parochie was het herstel van de steeds meer in verval rakende toren, waarvan allerminst vaststond dat hij op de Monumenten lijst zou komen, een onmogelijke op gave. Men was al lang blij dat de kerk en toren eindelijk waren afbe taald. De parochie heeft in 1882 een moedig, maar ook wel wat overmoedig besluit genomen toen ze de bekende bouw meester P. H. J. Cuypers opdracht gaf tot het bouwen van een zo monumen tale kerk en toren. Pas enkele jaren geleden zijn deze gebouwen helemaal schuldenvrij gekomen. Maar met de nu met de Stichting getroffen rege ling zal de parochie geen financiële risico's meer lopen. De gebouwen zijn voor een gulden overgedragen en voor hetzelfde bedrag huurt de kerkvoogdij voor onbepaalde tijd de kerk, zodat de diensten er in kunnen blijven plaats* vinden. Wél zal de kerkvoogbij voor het onderhoud van de kerk moeten zorgen, Maar daar staat tegenover dat ze de pastorie kan verhuren aan de stichting Lerarenopleiding Ubbo Em- mius. Verder krijgt ze ook de op brengst van de verhuur van een aan tal parkeerplaatsen. De stichting, die de toren in onder houd krijgt, zal op een heel andere manier de eindjes aan elkaar moeten knopen. Ze komt al vast voor nog niet te schatten, maar in ieder geval vrij hoge kosten te staan als in de komen de zomer de toren een voorlopige opknapbeurt krijgt 'We gaan er al leen het hoogst noodzakelijke aan doen', vertelt voorzitter Heidinga. 'We kunnen niet op de restauratie wach ten want dan zou het wel eens te laat kunnen zijn. De toestand van de to ren is zodanig, dat er wel eens stenen naar beneden kunnen vallen.' Momenteel is er al een kapitaaltje van een halve ton. bijeengebracht door enkele acties, zoals de verkoop van zogenaamde 'bouwstenen.' 'Aan het winnen van donateurs hebben we nog niet veel gedaan', aldus de heer Heidinga, 'maar nu we zeker weten dat de toren behouden kan blijven zullen we daaraan gaan beginnen. We hebben er 250, maar dat moeten enke le duizenden worden. Er verschijnt dezer dagen een boekje met een volle dige beschrijving van kerk cn toren en dat geven we cadeau aan ieder die voor minstens een tientje donateur wordt.' Zie verder pagina T21, K19, kolom 7.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1973 | | pagina 17