erman Berserik ligt
r niet wakker van,
ij maakt het gewoon
Hubert Lampo helpt zijn
ïagisch realisme om zeep
2e druk!
M
mhsiESCDPLrsss:
Verblijf in
de 'tweede wereld'
Boekenetalage
F/KWARTET ZATERDAG 20 JANUARI 1973
Hubert Lam po
en de poesen', dat, alhoewel kort,
misschien daardoor de parel in de
oester van deze uitgave is. De inhoud
van het verhaal vertel ik niet, ik wil
het genot van de lezer niet vergallen.
In dit verhaal wordt een volmaakt
onzinnig geval zonder enige diepzinni
ge poespas verteld. Heerlijke, gekke
fantasie.
In 'De vingerafdrukken van Brahma',
toch wel langdradig geschreven, wordt
gespeeld met de gedachte, dat er zich
een vierdimensionale werkelijikheid
zou bevinden buiten of boven onze
drie-dimensionele. Lampo rekent de
tijd namelijk niet tot de dimensies. In
de vertelling komen beschrijvingen
van visoenen voor, die bewijzen dat
Lampo werkelijk schrijven kan.
Over Lampo's verteltrant ben ik toch
niet zo erg te spreken. Hij heeft een
bepaald toontje, een bepaald gebruik
van wendingen die vroeger wel stu
dentikoos genoemd werden: gewild-
geestig woordgebruik dat soms sterk
irriteert. Zo komt er in het eerste
verhaal een kantoomeisje, voor, dat
getypeerd wordt als 'schuddegatje' en
het hele vehaal door heet het meisje
zo.
Op pagina 92 lees ik: 'Ik keek eens
klaps geboeid op. Het was een engel
bij wijze van spreken, want engelen
dragen geen spannende jurken waar
hun gatje in afgetekend staat, en
hoge hakken. Het kon natuurlijk ook
een meisje uit een boek van Hubert
Lampo zijn.' Goedkoop. Het boek
staat vol met zogenaamde geestige
wendingen, die Lampo's magisch rea
lisme om zeep helpen. En dat is
.lammer, want hij doet soms verras
sende vondsten. Lampo kan niet strak
schrijven, hij versdert zijn taal met
tierlantijnen die op den duur als jeuk
werken. Resumerend moet ik zeggen,
dat Lampo's magisch realisme in deze
bundel lijdt aan quasi-diepeinnigheden
en goedkope geestigheid.
Hubert Lampo: 'Dc vingerafdrukken
van Brahma'. Bij Meulenhoff tc Am
sterdam. Aantal pagina's 248. Paper
back. Prijs ƒ15.50.
van alledag een andere realiteit is,
die zich soms in de gewone realiteit
manifesteert. Verder wordt in het
genre gespeeld met de gedachte, dat
er zich in ons onderbewustzijn oerou
de grondvormen bevinden, tot beeld
geworden weten van wat eenmaal ge
beurd is en bestond, archetypen.
Lampo heeft een vijftal magisch-rea-
listische verhalen gebundeld en onder
de titel 'De vingerafdrukken van
Brahma' doen uitgeven. Ze hebben
mij matig geboeid. Ik kan niet echt
griezelen van spookverhalen, omdat ik
niet in spoken geloof. En omdat ik
niet geloof, dat er dingen gebeuren
zoals Lampo die beschrijft, heb ik
gedurig het gevoel, bij de neus geno
men te worden. Toch is dat onbillijk,
werp ik mezelf tegen. Ik geniet van
Jeroen Bosch, Swift, Tolkien, Ray,
noem de fantasten maar op, en waar
om niet zo bijster van Lampo?
Bij de genoemden denk ik allereerst
aan de verbluffende fantasie en aan
de meesterlijke techniek van schilde
ren of schrijven. Hun werk schenkt
een genot dat ontstaat door het sa
mengaan van twee elementen: het
technisch vernuft en het verrassende.
Het moet echt helemaal een spel
blijven. Men moet bij dit spel niet
meta-fysisch gaan doen en er zeker
geen religieuze bijgedachten doorheen
vlechten, want dan gaat de auteur
doen alsof zijn magisch-realisme een
gewóón realisme is. Zeker, er komen
in de werkelijkheid onverklaarbare
dingen voor, maar hun realiteit is
boven twijfel verheven.
Hiertegen zondigt Lampo. zij het niet
in al zijn verhalen. Maar de geïrri
teerdheid ten aanzien van de ontspo
rende verhalen, vertroebelt het oor
deel over het geheel.
Lampo heeft in 'De Zwanen van Sto-
nehenge' beweerd, dat hij pas tijdens
het schrijven van 'De komst van Joa
chim Stiller' bemerkt heeft, dat hij
een Christus-roman schreef. Ik geloof
daar niets van. Hij liegt gewoon. Zó
onbewust werkt een schrijver niet.
Maar er is iets heel anders: zijn
Christus-figuur is geheimzinnig, maar
heeft geen functie. Het is zogezegd
een loze Christus. En dat is een
vervelende zaak. Christus is namelijk
niet geheimzinnig en is volstrekt
functioneel.
In het tweede verhaal van de hier
aangekondigde bundel komt Christus
eveneens voor in de gedaante van een
achterlijke jonge man. Het verhaal
heet: 'De zoon van meneer Davidson.'
De achterlijke jongen heet Josjue. Hij
woont met zijn oude vader en zijn
veel jongere moeder Mirjam in een
winkeltje, waar de verteller geregeld
over de vloer komt. Josjue wekt een
kind uit de dood op. Maar op een
gegeven ogenblik kan de verteller het
winkeltje niet meer terugvinden. Het
heeft nooit bestaan, het kén nooit
bestaan hebben, want op de plaats
ervan staat een oeroud ander pand.
Tk heb vergeefs getracht, het verhaal
te 'duiden' om er enige waardering
voor te kunnen opbrengen. Het is me
niet gelukt. Voor de vondst van het
niet-bestaande pand (die overigens bij
verschillende auteurs voorkomt) geldt
dat niet. Maar wat doet Christus in
dit verhaal? Hij is er slechts 'n quasi-
diepzinnig trekje in en daarom kan ik
geen waardering opbrengen. Ook het
eerste en derde verhaal zijn nogal
goedkoop. De twee beste zijn 'Clarissa
en de poesen' en 'De vingerafdrukken
van Brahma'. Van die twee heb ik
werkelijk genoten, vooral van 'Clarissa
Herman Berserik: 'Vrouw aan tafel' 1955, tempera op linnen.
fnan Berserik: 'Ons huis' 1968-'70tempera-olieverf op linnen.
r J. van Doorne
tekeningen en grafiek, waarvoor hij él
zijn verworvenheden gebruikte, dus
ook de kennis, de ervaring, die hij
had opgedaan in de gebonden kunst.
In een interview in deze krant zei
Berserik, 't was in 1960: 'De werke
lijkheid houdt veel meer verrassende
vormen in dan welke abstractie ook
tevoorschijn kan brenigen\ t Ls een
uitspraak, dat kun je hier in Venlo
zien, die hij heeft weten waar te
maken.
Verrassende vormen. Die zijn overal.
Gewoon en ongewoon. Het gammele
trammetje in Tunis, een naaimachine,
de compositie die je krijgt als je een
landschap beziet vanuit de voorruit
van een auto, met een stukje inte
rieur en een kwart zelfportret in de
spiegel. Dat's dan nog gewoon, hele
maal alledaags. Of de drie blikken
fietsertjes. Dat is eigenlijk ook heel
'gewoon', drie ouderwetse speelgoed
fietsjes met berijders, die in een krin
getje ronddraaien. Maar als je dat
geschilderd ziet, doet het heel absurd
aan. Net als die geschilderde oude
poppen, met of zonder (zeer duidelijk
zichtbare) mechaniek. Dan weet Ber
serik ook op een soms bijna ongeloof
lijke manier 'Danseresje' de
houterigheid van die mechanische be
weging te treffen, 't Absurde trekt
Berserik duidelijk. Maar niet het ab
surde van ik zou bijma zeggen: het
gebruikelijke broeierige soort. Een
blokkendoos, zo'n fijn ouderwets ge
val, met raampjes, puntdakjes en pi-
laartjes in een landschap is op zijn
minst een ongewone combinatie. Maar
't leverde een fijne en kleurrijke
aquarel op. En alles wat Berserik wil
is, dat je zijn werk ziet en bewondert
als schilderijen. 'Schilderkunst', zegt
hij, 'is schaars' en 'Het enige wat ik
zoek is rust, evenwicht en een beetje
poëzie'. En dat vind je op deze ten
toonstelling. Op allerlei verschillende
manieren. Er is eigenlijk een bij
zonderheid in de beeldende kunst
ook een goed gedoseerde hoeveelheid
humor, die overigens meestal in de
sfeer van de zelfspot ligt. Het unieke
'Zelfportret aan zee' b.v., beteuterd,
sproeterig en verbrand, de portretten,
die hij naar foto's maakte, van zich
zelf als jongetje van zes. als jongetje
van tien of het kostelijke zelfportret
in bad.
oog, geschilderd op hout, rare lucht
schepen of het portret van een came
ra aan zee, allemaal op een wonder
lijk persoonlijke (herkenbare) manier
gearrangeerd. En toch telkens hele
maal anders. Als je ergens nu nog
kurnt spreken van l'art pour 1'art is
het hier. Herman Berserik heeft voor
mijn gevoel de dingen die hij afbeeldt
voor al gekozen om de schilderkunsti
ge mogelijkheden die ze hem boden:
er is nergens sprake van een symboli
sche geladenheid. Hij benadrukt het
'zijn' van de dingen, ook van de
'vreemde' dingen, zonder dat hij het
wonder van dat 'zijn' tracht te verkla
ren. Hij verkeert kennelijk in de
gelukkige omstandigheid, dat hij dat
aanvaarden kan.
Déze woorden van Berserik
wilde ik tenslotte nog even doorge
ven: 'Al met al hoop ik dat de
beschouwer minstens zo veel plezier
beleeft aan het zien van al deze
zaken, als ik gehad heb om ze te
maken'.
Na Venlo gaat deze overzichtstentoon
stelling naar het Haagse Gemeentemu
seum, van 23 februari tot 8 april;
daarna van 15 april tot 13 mei naar
de Galerie de Zonnewijzer in Eindho
ven en tenslotte is Berserik's werk
van 18 mei tot 17 juni te zien in De
Vaart te Hilversum.
ADVERTENTIE
Voor dit schilderij gebruikte hij een
vreemde oude (spiegel?-)lijst, die he
lemaal 'meespeelt'. Dat is steeds zo,
als hij met materiaal gaat dollen.
Dingen, die je bij vele anderen al
gauw irriteren, doen je bij Berserik
glimlachen. Zijn werken, waarin hij
trompe d'oeil-effecten toepast (het be
drieglijk echt schilderen bijvoorbeeld
van een gebakje op een origineel
tafelblad) blijven toch voluit schilde-
Rijen, worden geen gepeuterde 'proe
ven van bekwaamheid', hebben door
alles heen ook iets mild spottends.
Veel bizarre zaken dus, gekke, 'n
beetje, maar toch ook weer niet hele
maal griezelige, ouwe poppen, waar
van o.a. de technische anatomie hem
ook bijzonder lijkt tè interesseren,
verminkte fietsframes, zomaar een
Een bijzondere verhalenbundel
voor iedereen, maar speciaal voor
wie de gereformeerde wereld
goed kent. J. Huisman in
Trouw.
Meulenhoff Editie f 15,50
MeulenhoffNederland
G. Kruis
ert Lampo behoort tot de
st gelezen auteurs van België,
werd in 1920 te Antwerpen
iren, is journalist en criticus
ekleedt een staatsbetrekking:
is hoofdinspecteur Openbare
aaj'. iotheken in Vlaanderen.
963 kreeg hij de driejaarlijke
sprijs voor zijn roman: 'De komst
Joachim Stiller'. Het kost hem
moeite, Nederlandse uitgevers te
til voor zijn werk, iets dat erop
dat zijn boeken goed verkocht
len. Dat is niet zo gemakkelijk te
jpen, want zijn werk behoort tot
genre, dat de gewone lezer niet
ireekt en dat de literaire fijn
er slechts dén weet te boeien als
op magistrale wijze beoefend
t. Ik doel op het magisch realis-
welke vorm van realisme
'o een belangwekkend, maar niet
systematisch boek gewijd heeft:
Zwanen van Stonehenge.' Ik heb
laatst genoemde boek geboeid ge-
doch was er daarna helaas toch
achter wat Lampo nu eigenlijk
magisch realisme bedoelt,
dan ook, de romans van Lampo
fantastisch, het zijn fantasieën,
tekend op de manier van het
sme. De vreemde zaken die zich
jn boeken voltrekken, voltrekken
in de realiteit, in de werkelijk-
van alle dag. Men kan dan het
sch-realisme al niet scherp om
men denkt erbij toch aan
'en als Nerval. Lovecraft of Jean
Het omschrijven van het ma-
realisme als een fantastisch rca
j e is iets te wijd: de science ficti-
■valt er beslist buiten. Veeleer
ndt in het genre gespeeld met de
pchte, dat er buiten de realiteit
nd.
r meer een heel plezierige bele-
een bezoek aam de overzichts-
jnstellimg van 'Hemman Berse-
oorjirerk, die tot 18 februari in het
eel Centrum Venlo gehouden
Ruim tachtig schilderijen, een
al etsen en litho's, dertig teke-
Over een periode van dertig
t Is niet, zoals je dat nogal eens
iep, 'het verhaal van een leven'
den. Want Berserik valt je
zijn kunst niet opdringerig
met zijn persoonlijke problema-
Hij heeft, zoals hij zelf zegt
joodschap en wil ook de wereld
reranderen. Althans niet door
1 van zijn kunst. Hij wil ge
schilderen. tekenen of grafiek
ien stuk werkelijkheid, brokjes
jks leven, die zo gewoon zijn,
er maar al te vaak met geslo-
jem aam voorbijgaat. En, omdat
'gewoon' zijn, ook in Berserik's
'versiert' hij ze. Hij noemt dat
e realiteit omzetten, ermee aan
ei gaan'. De manier waarop hij
raak doet kan misschien tot
het een gefluisterde, opmer-
;r surrealisme leiden. Maar
leeft het helemaal niets mee te
En 't is ook niet onder te
in bij welke richting van de
figuratie' ook. 'Ik wil vrijblij
vend zijn', zo schrijft hij ln de door
hem zelf samengestelde catalogus in
pocketvorm, 'niet alleen ten opzichte
van de beschouwer, die mag denken
wat hij wil, maar óók ten opzichte
van mijn onderwerp. Vandaar dat er
vreemde toestanden kunnen ont
staan. Maar ik denk wat ik wil
zo vreemd zijn die in de meeste
gevallen nou ook weer niet. 't Meeste
is terug te brengen. Neem bijvoor
beeld zo'n schilderij als 'Horloges
over het Westlantd', twee aan kettingen
hangende uurwerkjes, die boven een
landschap met kassen en schoorstenen
schijnen te hangen. Dat is, gezien de
verhoudingen, dus wel 'vreemd'. Maar
't kan net zo goed zijn, dat de horlo
ges voor het raam van bijvoorbeeld
een atelier dat uitkijkt op die kassen,
hangen. En dan is het weer heel
'gewoon'.
Wamt dat doet Herman Berserik dik
wijls, iets vanuit een venster weerge
ven, een landschap, de huizen aan de
overkant. Op de vensterbank staan
dan allerlei voorwerpen, een olielamp
of een kan met bloemen, die in
verhouding tot wat je 'in de verte'
ziet enorm groot lijken. Dat is dus in
feite nog niet eens 'vertekend', maar
een spel met het perspectief. De voor
beelden, die ik net noemde behoren
wel tot de eerste dingen van dien
aard, die Berserik maakte. Aan het
einde van de jaren vijftig. 'Sinds die
tijd', zegt hij, 'lig ik praktisch niet
meer wakker, van hoe moet het nou.
Ik maak het gewoon'. Daarvoor had
hij het, naar eigen zeggen, veel moei
lijker. 'Hij illustreerde, ontwierp boek
omslagen, deed reclameweek een
mens moet leven en dat ging hem
erg gemakkelijk af. Het vrije schilde
ren gaf meer moeilijkheden omdat hij
ontdekte dat je wel op 2000 verschil
lende manieren kon schilderen. 'En
ga daar maar eens de 2001e bij vin
den!' Je zou kunnen zeggen dat hij
die manier toch gevonden heeft: over
al immers haal je zijn weaik er tussen
uit
Die eerste jaren was daar weinig
sprake van. Uit 1943 en 1944 zijn hier
nog een paar impressionistische 'vin
geroefeningen', 'n wat onbeholpen ge
schilderd gezicht op het Rijswijkse-
plein, een Van Gogh-achtige 'Franse
ambassade', 'n kleurrijk stilleventje
uit 1945 is er ook nog. En dan gaan
na de bezoeken aan Parijs allerlei
invloeden een rol spelen. Hij noemt
ze zelf, Marchand, Pignon en later
de Duitse expressionist Beckmann.
Maar dan komen ze plotseling los, de
onversneden Berseriks. Schilderijtjes,
KUNST T19/K15
door dr. H. S. Visscher
De wereld van Robert Altman
heeft iets schizofreens. Neem zijn
succesfilm 'M.A.S.H.' Terwijl hij
zich richt op de bloederigste en
miserabelste kant van de oorlog
en dat aspect allerminst verhult
wordt het in Altmans visie een
bulderende klucht die soms zelfs
naar regelrecht slapstick door
slaat. Je kunt er niet eens van
zeggen dat hij op de geïnventeerde
manier van Kubricks 'Strangelove'
een anti-oorlogsfilm maakt. Het
komt er alleen op neer, dat de
zogeheten en ook als zodanig
geaccepteerde 'normale' werke
lijkheid in feite zó waanzinnig is.
dat zij alleen in een soort van
aangepaste schizofrenie benader
baar en leefbaar is.
De aanvangsbeelden van 'M.A.S.H.'
helikopters, die op hun lan
dingsgestel vastgebonden gewon
den aanvoeren naar het hospitaal
zijn typerend voor Altmans vi
sie: het is de afschuwelijke werke
lijkheid van de Koreaanse oorlog,
maar die werkelijkheid is zo onbe
naderbaar absurd, dat de waarne
ming ervan het alleen weet te
■plaatsen' als een soort van surrea
listische humor. Die specifieke wij
ze van waarnemen is even kenmer
kend voor wat tot op heden Alt
mans beste film gebleven is:
'McCabe and mrs. Miller' een
'western' die zich in iedere meter
tegen het stereotiepe, vaststaande
patroon van de western afzet en
een merkwaardig, on-af landschap
schept, waarin vormen en hande
lingen nooit tot echte omlijning en
begrenzing komen.
'Images' is Altmans nieuwe film
°n stelt, nu zeer expliciet, een
hizofreen universum aan de or-
Het is de wereld van een
jonge, elegante vrouw die zicht
baar en onherroepelijk in haar
schizofrenie verzinkt, zoals McCabe
ooit in zijn landschap verzinkt, als
hij, dodelijk getroffen, insneeuwt
tot er tenslotte slechts een nauwe
lijks herkenbare menselijke vorm
overblijft Maar door in 'Images'
zijn vrouwelijke hoofdpersoon tot
een schizofrene patiënte te maken,
heeft de daaraan verbonden waar
neming een nadrukkelijkheid en
concreetheid gekregen, die de film
op verschillende plaatsen niet ten
goede komt. Er zit nogal wat ef-
'ectwerk in vooral ook op de
'eluidsband, waarvan de elektroni
sche muziek op den duur toch als
een te gemakkelijke 'trigger' voor
een thrillerachtige suspense-sfeer
gaat dienst doen.
'Images' is een film, die geheel
vanuit de schizofrene situatie ge
zien wil zijn, in tegenstelling tot
de succesrijke film van Ken Loach,
'Family Life', waarin ook een schi
zofrene jonge vrouw hoofdpersoon
is. maar waarin de camera ons
voortdurend identificeert met de
blik van een superieure toeschou
wer die vanuit een overduidelijke
en normatieve realiteit de film
is eigenlijk een illustratie van be
paalde theorieën van de Engelse
psychiater Laing observeert,
wat er allemaal fout is aan de
omgeving van het meisje en de
behandeling die zij krijgt.
In 'Images' weten wij niets met
zekerheid. De werkelijkheid heeft
haar objectieve soliditeit verloren
en dus ook de ruimtelijke en tem
porele categorieën die de 'normale'
visie haar oplegt. Scènes die wij
een tijdlang als objectieve werke
lijkheid gezien hebben, blijken
opeens al lang in een tweede we
reld vergleden te zijn. Soms is het
trouwens geen 'verglijden', maar
een abrupte sprong, zoals in som
mige delen waarin Cathryns vroe
gere. al jaren geleden gestorven
Franse minnaar in één seconde
tijd verandert in de gestalte van
haar echtgenoot. Juist die blik
semsnelle wisselingen van 'norma
le' werkelijkheid naar 'tweede we
reld' en omgekeerd maakt de schi
zofrene patiënt zo verbijsterend en
onachterhaalbaar en Altman
heeft daaraan enkele van de sterk
ste gedeelten van zijn film gewijd;
bijvoorbeeld in het begin van de
film, als Cathryn een normaal tele
foongesprek voert en het gesprek
onderbroken wordt door een
vreemde, derde stem, die in feite
haar eigen stem is, zonder dat ze
die herkent. Je zou zo'n fragment
wel een aantal keren achter elkaar
willen zien om te ontdekken, hoe
verschrikkelijk knap en onmerk
baar je mét Cathryn méé
uit de normale koers geslagen
kunt worden en er niet achter kunt
komen wat er feitelijk gebeurt,
terwijl we het toch vóór onze ogen
zién gebeuren.
Het is dan ook pas geleidelijk dat
wij, toeschouwers, ontdekken hoe
volmaakt er iets mis is met dit
jonge, elegante vrouwtje, dat in
haar 'tweede wereld' het gebrek
aan wezenlijke communicatie met
haar steenrijke, onbenullige echt
genoot compenseert. De wereld die
zij zélf oproept, is de wereld van
het sprookjesboek dat zij schrijft;
als 'monologue intérieure leest de
stem van Susannah York die
het boek ook inderdaad zelf ge
schreven heeft er soms gedeel
ten uit voor: een Tolkien-achtige
sprookjeswereld van duidedijk Kel
tische signatuur, die telkens weer
verglijdt in haar eigen gekwelde
binnenwereld. Als haar echtgenoot
haar 'overspanning* wil verhelpen
door met haar naar hun buiten
huis in Ierland te gaan, valt die
binnen-wereld samen met haar 'ob
jectieve' buitenwereld, waarin
zie de Keltische mythologie en
cultuur voortdurend een 'twee
de wereld' achter de vliesdunne
huid van de werkelijkheid leeft
Daar treft ons dan ook telkens
weer die typische 'M.A.S.H.'-Alt-
manblik, waarin een gewone of
zelfs idyllische werkelijkheid ver
vreemdt en spookachtig wordt;
prachtig voorbeeld: de wandeling
die Cathryn met haar jonge vrien
dinnetje maakt toit zij abrupt bij
het zien van de zwart-witte hond
waarvan je eigenlijk ook nooit
weet of hij nu 'echt' bestaat of
niet, naar huis terugkeert om daar
haar imaginaire vroegere minnaar
te vermoorden. Susannah York
speelt haar rol fantastisch: breek
baar. onwaarschijnlijk mooi, veelal
verwezen of met een merkwaardig
waanzinnig lachje.
Film heeft het vermogen om men
tale beelden concreet te maken-
Maar aangezien ook de meest con
crete filmbeelden altijd 'schimmen'
zijn, ligt daar ook een gevaar. Aan
dat gevaar is Altman niet ontko
men in de scènes tussen Cathryn
en haar gestorven Franse minnaar.
Hij is te concreet, d.w.z. even con
creet als Cathryn in haar kwaliteit
van 'filmbeeld'; als een nieuwe
'Harvey' duikt hij op de meest
onverwachte momenten op en al
leen door heel nadrukkelijke toe
standen als Cathryn over zijn
lijk heenstapt zonder het zelfs op
te merken ontdekken we zijn
imaginaire kwaliteit. Veel sterker
is de relatie met de vriend van
haar echtgenoot met wie ze
voorheen ook een kortstondige ver
houding gehad heeft doordat
de vriend ook realiter nog over
huis komt. Déér ontstaat dan wer
kelijk een versmelting van 'eerste'
en 'tweede' wereld, die alle gebeu
ren volkomen vervreemdt.
Cathryns gespletenheid doet haar
zichzelf zien als 'de andere'. Voor
het eerst materialiseert die dubbel
gestalte zich als zij op een bergtop
uit de auto stapt en zichzelf dan
mét de auto ziet aankomen bij het
buitenhuis, dat in de diepte aan
haar voeten ligt. In de loop van de
film wordt de afstand tussen de
beide figuren steeds kleiner, tot
Cathryn op het laatst van vlakbij
met haar geconfronteerd wordt.
Het zwaartepunt is dan al lang
verlegd: er wordt niet meer waar
genomen vanuit de Cathryn-van-de-
bergtop, maar vanuit die van de
'tweede wereld'. In die visie is de
eerste Cathryn de vijandin en
de tweede Cathryn laat haar dan
ook in een afgrond storten. Dat is
natuurlijk imaginair, maar wie is
er dén in de afgrond terechtgeko
men? Was het haar man die
immers al vaker in de buitenreali
teit de 'drager' van haar imaginai
re gestalten geweest is? Er is een
kort shot. waarin we hém als het
dode slachtoffer in het ravijn zien
liggen. Maar is dat werkelijk zo
of is het een beeld uit de 'tweede
wereld'? Zo eindigt de film in een
complete verwarring, die door Alt
man zeer bewust geprojecteerd is.
Evenals in 'M.A.S.H.' is het eigen
lijk de buitenwereld, die met 'schi
zofrene' trekken behept is- Zie
Cathryns echtgenoot: de meest on
benullige figuur die er in jaren op
het doek g^zet is. Vol flauwe grap
jes, opgaand in zijn foto-hobby en
in de jacht. Volkomen onbegrij
pend ten aanzien van wat er met
zijn vrouw gebeurt. Een man die
men zou kunnen haten, al wekt hij
lachlust op. Maar we moeten er op
bedacht zijn dat we hem voortdui
rend met Cathryns ogen zien; een
man vol dwanghandelingen een
neurasthenische figuur. Misschien
ls hij dat wel. Misschien ook niet
Welke wereld is 'gekker': die van
hem of van haar.Altman geeft
aanknopingspunten genoeg voor
een (leken-)diagnose: eenzaamheid,
frigiditeit, ambivalentie t.a.v.
zwangerschap. Maar hij maakte er
geen 'case-history' van. Het ging
hem om de schizofrene 'blik*. Het
ging hem ook om het thriller-
effect. Dat laatste is niet de sterk-
ite kant van de film.
Informatie ln woord en beeld over
Uitgave Moussault, Amsterdam
56-60 blz. f 6.90
Een nieuwe serie die op bevattelijke
beknopte, overzichtelijke wijze infor
matie wil geven. Er gaan verschillen
de series lopen. In de geschiedenis
reeks lazen we drie deeltjes van Annet
van Battum: de middeleeuwen (in
twee delen) en de renaissance. Ver
der verscheen van dr. G. E. de Groot
een boekje over 'Levensvormen uit
het verleden'. Dit soort uitgaven past
goed in de meer en meer gepropa
geerde idee van de permanente edu
catie men zou zoiets moeten com
bineren met bijv. een televisieserie.
Het zijn geen 'droge' leerboekjes,
maar populaire uiteenzettingen, waar
in nog heel wat algemeen minder be
kende zaken uit de doeken worden
gedaan. Een en ander wordt kleurrijk
geïllustreerd en in een typografisch
mooi jasje gestoken.
W, F. S,
De afsluitdijk: recht door zee, door
dr. J. M. Fuchs en W. J. Simons
Uitgave Knoop en Niemeijcr, Haren
120 blz. f 12.50
Zowaar een nieuw boek over de Af
sluitdijk en de Zuiderzeewerken.
Nieuws mag men na zoveel jaren niet
verwachten, maar Fuchs en Simons
geven op de van hen welbekende wij
ze een betrouwbaar en helder samen
vattend verhaal, waarin zowel de his
torie als het toerisme het volle pond
krijgen. Foto's en kaartjes vullen het
geschrevene aan.
W. F. S.