erman Berserik ligt r niet wakker van, ij maakt het gewoon Hubert Lampo helpt zijn ïagisch realisme om zeep 2e druk! M mhsiESCDPLrsss: Verblijf in de 'tweede wereld' Boekenetalage F/KWARTET ZATERDAG 20 JANUARI 1973 Hubert Lam po en de poesen', dat, alhoewel kort, misschien daardoor de parel in de oester van deze uitgave is. De inhoud van het verhaal vertel ik niet, ik wil het genot van de lezer niet vergallen. In dit verhaal wordt een volmaakt onzinnig geval zonder enige diepzinni ge poespas verteld. Heerlijke, gekke fantasie. In 'De vingerafdrukken van Brahma', toch wel langdradig geschreven, wordt gespeeld met de gedachte, dat er zich een vierdimensionale werkelijikheid zou bevinden buiten of boven onze drie-dimensionele. Lampo rekent de tijd namelijk niet tot de dimensies. In de vertelling komen beschrijvingen van visoenen voor, die bewijzen dat Lampo werkelijk schrijven kan. Over Lampo's verteltrant ben ik toch niet zo erg te spreken. Hij heeft een bepaald toontje, een bepaald gebruik van wendingen die vroeger wel stu dentikoos genoemd werden: gewild- geestig woordgebruik dat soms sterk irriteert. Zo komt er in het eerste verhaal een kantoomeisje, voor, dat getypeerd wordt als 'schuddegatje' en het hele vehaal door heet het meisje zo. Op pagina 92 lees ik: 'Ik keek eens klaps geboeid op. Het was een engel bij wijze van spreken, want engelen dragen geen spannende jurken waar hun gatje in afgetekend staat, en hoge hakken. Het kon natuurlijk ook een meisje uit een boek van Hubert Lampo zijn.' Goedkoop. Het boek staat vol met zogenaamde geestige wendingen, die Lampo's magisch rea lisme om zeep helpen. En dat is .lammer, want hij doet soms verras sende vondsten. Lampo kan niet strak schrijven, hij versdert zijn taal met tierlantijnen die op den duur als jeuk werken. Resumerend moet ik zeggen, dat Lampo's magisch realisme in deze bundel lijdt aan quasi-diepeinnigheden en goedkope geestigheid. Hubert Lampo: 'Dc vingerafdrukken van Brahma'. Bij Meulenhoff tc Am sterdam. Aantal pagina's 248. Paper back. Prijs ƒ15.50. van alledag een andere realiteit is, die zich soms in de gewone realiteit manifesteert. Verder wordt in het genre gespeeld met de gedachte, dat er zich in ons onderbewustzijn oerou de grondvormen bevinden, tot beeld geworden weten van wat eenmaal ge beurd is en bestond, archetypen. Lampo heeft een vijftal magisch-rea- listische verhalen gebundeld en onder de titel 'De vingerafdrukken van Brahma' doen uitgeven. Ze hebben mij matig geboeid. Ik kan niet echt griezelen van spookverhalen, omdat ik niet in spoken geloof. En omdat ik niet geloof, dat er dingen gebeuren zoals Lampo die beschrijft, heb ik gedurig het gevoel, bij de neus geno men te worden. Toch is dat onbillijk, werp ik mezelf tegen. Ik geniet van Jeroen Bosch, Swift, Tolkien, Ray, noem de fantasten maar op, en waar om niet zo bijster van Lampo? Bij de genoemden denk ik allereerst aan de verbluffende fantasie en aan de meesterlijke techniek van schilde ren of schrijven. Hun werk schenkt een genot dat ontstaat door het sa mengaan van twee elementen: het technisch vernuft en het verrassende. Het moet echt helemaal een spel blijven. Men moet bij dit spel niet meta-fysisch gaan doen en er zeker geen religieuze bijgedachten doorheen vlechten, want dan gaat de auteur doen alsof zijn magisch-realisme een gewóón realisme is. Zeker, er komen in de werkelijkheid onverklaarbare dingen voor, maar hun realiteit is boven twijfel verheven. Hiertegen zondigt Lampo. zij het niet in al zijn verhalen. Maar de geïrri teerdheid ten aanzien van de ontspo rende verhalen, vertroebelt het oor deel over het geheel. Lampo heeft in 'De Zwanen van Sto- nehenge' beweerd, dat hij pas tijdens het schrijven van 'De komst van Joa chim Stiller' bemerkt heeft, dat hij een Christus-roman schreef. Ik geloof daar niets van. Hij liegt gewoon. Zó onbewust werkt een schrijver niet. Maar er is iets heel anders: zijn Christus-figuur is geheimzinnig, maar heeft geen functie. Het is zogezegd een loze Christus. En dat is een vervelende zaak. Christus is namelijk niet geheimzinnig en is volstrekt functioneel. In het tweede verhaal van de hier aangekondigde bundel komt Christus eveneens voor in de gedaante van een achterlijke jonge man. Het verhaal heet: 'De zoon van meneer Davidson.' De achterlijke jongen heet Josjue. Hij woont met zijn oude vader en zijn veel jongere moeder Mirjam in een winkeltje, waar de verteller geregeld over de vloer komt. Josjue wekt een kind uit de dood op. Maar op een gegeven ogenblik kan de verteller het winkeltje niet meer terugvinden. Het heeft nooit bestaan, het kén nooit bestaan hebben, want op de plaats ervan staat een oeroud ander pand. Tk heb vergeefs getracht, het verhaal te 'duiden' om er enige waardering voor te kunnen opbrengen. Het is me niet gelukt. Voor de vondst van het niet-bestaande pand (die overigens bij verschillende auteurs voorkomt) geldt dat niet. Maar wat doet Christus in dit verhaal? Hij is er slechts 'n quasi- diepzinnig trekje in en daarom kan ik geen waardering opbrengen. Ook het eerste en derde verhaal zijn nogal goedkoop. De twee beste zijn 'Clarissa en de poesen' en 'De vingerafdrukken van Brahma'. Van die twee heb ik werkelijk genoten, vooral van 'Clarissa Herman Berserik: 'Vrouw aan tafel' 1955, tempera op linnen. fnan Berserik: 'Ons huis' 1968-'70tempera-olieverf op linnen. r J. van Doorne tekeningen en grafiek, waarvoor hij él zijn verworvenheden gebruikte, dus ook de kennis, de ervaring, die hij had opgedaan in de gebonden kunst. In een interview in deze krant zei Berserik, 't was in 1960: 'De werke lijkheid houdt veel meer verrassende vormen in dan welke abstractie ook tevoorschijn kan brenigen\ t Ls een uitspraak, dat kun je hier in Venlo zien, die hij heeft weten waar te maken. Verrassende vormen. Die zijn overal. Gewoon en ongewoon. Het gammele trammetje in Tunis, een naaimachine, de compositie die je krijgt als je een landschap beziet vanuit de voorruit van een auto, met een stukje inte rieur en een kwart zelfportret in de spiegel. Dat's dan nog gewoon, hele maal alledaags. Of de drie blikken fietsertjes. Dat is eigenlijk ook heel 'gewoon', drie ouderwetse speelgoed fietsjes met berijders, die in een krin getje ronddraaien. Maar als je dat geschilderd ziet, doet het heel absurd aan. Net als die geschilderde oude poppen, met of zonder (zeer duidelijk zichtbare) mechaniek. Dan weet Ber serik ook op een soms bijna ongeloof lijke manier 'Danseresje' de houterigheid van die mechanische be weging te treffen, 't Absurde trekt Berserik duidelijk. Maar niet het ab surde van ik zou bijma zeggen: het gebruikelijke broeierige soort. Een blokkendoos, zo'n fijn ouderwets ge val, met raampjes, puntdakjes en pi- laartjes in een landschap is op zijn minst een ongewone combinatie. Maar 't leverde een fijne en kleurrijke aquarel op. En alles wat Berserik wil is, dat je zijn werk ziet en bewondert als schilderijen. 'Schilderkunst', zegt hij, 'is schaars' en 'Het enige wat ik zoek is rust, evenwicht en een beetje poëzie'. En dat vind je op deze ten toonstelling. Op allerlei verschillende manieren. Er is eigenlijk een bij zonderheid in de beeldende kunst ook een goed gedoseerde hoeveelheid humor, die overigens meestal in de sfeer van de zelfspot ligt. Het unieke 'Zelfportret aan zee' b.v., beteuterd, sproeterig en verbrand, de portretten, die hij naar foto's maakte, van zich zelf als jongetje van zes. als jongetje van tien of het kostelijke zelfportret in bad. oog, geschilderd op hout, rare lucht schepen of het portret van een came ra aan zee, allemaal op een wonder lijk persoonlijke (herkenbare) manier gearrangeerd. En toch telkens hele maal anders. Als je ergens nu nog kurnt spreken van l'art pour 1'art is het hier. Herman Berserik heeft voor mijn gevoel de dingen die hij afbeeldt voor al gekozen om de schilderkunsti ge mogelijkheden die ze hem boden: er is nergens sprake van een symboli sche geladenheid. Hij benadrukt het 'zijn' van de dingen, ook van de 'vreemde' dingen, zonder dat hij het wonder van dat 'zijn' tracht te verkla ren. Hij verkeert kennelijk in de gelukkige omstandigheid, dat hij dat aanvaarden kan. Déze woorden van Berserik wilde ik tenslotte nog even doorge ven: 'Al met al hoop ik dat de beschouwer minstens zo veel plezier beleeft aan het zien van al deze zaken, als ik gehad heb om ze te maken'. Na Venlo gaat deze overzichtstentoon stelling naar het Haagse Gemeentemu seum, van 23 februari tot 8 april; daarna van 15 april tot 13 mei naar de Galerie de Zonnewijzer in Eindho ven en tenslotte is Berserik's werk van 18 mei tot 17 juni te zien in De Vaart te Hilversum. ADVERTENTIE Voor dit schilderij gebruikte hij een vreemde oude (spiegel?-)lijst, die he lemaal 'meespeelt'. Dat is steeds zo, als hij met materiaal gaat dollen. Dingen, die je bij vele anderen al gauw irriteren, doen je bij Berserik glimlachen. Zijn werken, waarin hij trompe d'oeil-effecten toepast (het be drieglijk echt schilderen bijvoorbeeld van een gebakje op een origineel tafelblad) blijven toch voluit schilde- Rijen, worden geen gepeuterde 'proe ven van bekwaamheid', hebben door alles heen ook iets mild spottends. Veel bizarre zaken dus, gekke, 'n beetje, maar toch ook weer niet hele maal griezelige, ouwe poppen, waar van o.a. de technische anatomie hem ook bijzonder lijkt tè interesseren, verminkte fietsframes, zomaar een Een bijzondere verhalenbundel voor iedereen, maar speciaal voor wie de gereformeerde wereld goed kent. J. Huisman in Trouw. Meulenhoff Editie f 15,50 MeulenhoffNederland G. Kruis ert Lampo behoort tot de st gelezen auteurs van België, werd in 1920 te Antwerpen iren, is journalist en criticus ekleedt een staatsbetrekking: is hoofdinspecteur Openbare aaj'. iotheken in Vlaanderen. 963 kreeg hij de driejaarlijke sprijs voor zijn roman: 'De komst Joachim Stiller'. Het kost hem moeite, Nederlandse uitgevers te til voor zijn werk, iets dat erop dat zijn boeken goed verkocht len. Dat is niet zo gemakkelijk te jpen, want zijn werk behoort tot genre, dat de gewone lezer niet ireekt en dat de literaire fijn er slechts dén weet te boeien als op magistrale wijze beoefend t. Ik doel op het magisch realis- welke vorm van realisme 'o een belangwekkend, maar niet systematisch boek gewijd heeft: Zwanen van Stonehenge.' Ik heb laatst genoemde boek geboeid ge- doch was er daarna helaas toch achter wat Lampo nu eigenlijk magisch realisme bedoelt, dan ook, de romans van Lampo fantastisch, het zijn fantasieën, tekend op de manier van het sme. De vreemde zaken die zich jn boeken voltrekken, voltrekken in de realiteit, in de werkelijk- van alle dag. Men kan dan het sch-realisme al niet scherp om men denkt erbij toch aan 'en als Nerval. Lovecraft of Jean Het omschrijven van het ma- realisme als een fantastisch rca j e is iets te wijd: de science ficti- ■valt er beslist buiten. Veeleer ndt in het genre gespeeld met de pchte, dat er buiten de realiteit nd. r meer een heel plezierige bele- een bezoek aam de overzichts- jnstellimg van 'Hemman Berse- oorjirerk, die tot 18 februari in het eel Centrum Venlo gehouden Ruim tachtig schilderijen, een al etsen en litho's, dertig teke- Over een periode van dertig t Is niet, zoals je dat nogal eens iep, 'het verhaal van een leven' den. Want Berserik valt je zijn kunst niet opdringerig met zijn persoonlijke problema- Hij heeft, zoals hij zelf zegt joodschap en wil ook de wereld reranderen. Althans niet door 1 van zijn kunst. Hij wil ge schilderen. tekenen of grafiek ien stuk werkelijkheid, brokjes jks leven, die zo gewoon zijn, er maar al te vaak met geslo- jem aam voorbijgaat. En, omdat 'gewoon' zijn, ook in Berserik's 'versiert' hij ze. Hij noemt dat e realiteit omzetten, ermee aan ei gaan'. De manier waarop hij raak doet kan misschien tot het een gefluisterde, opmer- ;r surrealisme leiden. Maar leeft het helemaal niets mee te En 't is ook niet onder te in bij welke richting van de figuratie' ook. 'Ik wil vrijblij vend zijn', zo schrijft hij ln de door hem zelf samengestelde catalogus in pocketvorm, 'niet alleen ten opzichte van de beschouwer, die mag denken wat hij wil, maar óók ten opzichte van mijn onderwerp. Vandaar dat er vreemde toestanden kunnen ont staan. Maar ik denk wat ik wil zo vreemd zijn die in de meeste gevallen nou ook weer niet. 't Meeste is terug te brengen. Neem bijvoor beeld zo'n schilderij als 'Horloges over het Westlantd', twee aan kettingen hangende uurwerkjes, die boven een landschap met kassen en schoorstenen schijnen te hangen. Dat is, gezien de verhoudingen, dus wel 'vreemd'. Maar 't kan net zo goed zijn, dat de horlo ges voor het raam van bijvoorbeeld een atelier dat uitkijkt op die kassen, hangen. En dan is het weer heel 'gewoon'. Wamt dat doet Herman Berserik dik wijls, iets vanuit een venster weerge ven, een landschap, de huizen aan de overkant. Op de vensterbank staan dan allerlei voorwerpen, een olielamp of een kan met bloemen, die in verhouding tot wat je 'in de verte' ziet enorm groot lijken. Dat is dus in feite nog niet eens 'vertekend', maar een spel met het perspectief. De voor beelden, die ik net noemde behoren wel tot de eerste dingen van dien aard, die Berserik maakte. Aan het einde van de jaren vijftig. 'Sinds die tijd', zegt hij, 'lig ik praktisch niet meer wakker, van hoe moet het nou. Ik maak het gewoon'. Daarvoor had hij het, naar eigen zeggen, veel moei lijker. 'Hij illustreerde, ontwierp boek omslagen, deed reclameweek een mens moet leven en dat ging hem erg gemakkelijk af. Het vrije schilde ren gaf meer moeilijkheden omdat hij ontdekte dat je wel op 2000 verschil lende manieren kon schilderen. 'En ga daar maar eens de 2001e bij vin den!' Je zou kunnen zeggen dat hij die manier toch gevonden heeft: over al immers haal je zijn weaik er tussen uit Die eerste jaren was daar weinig sprake van. Uit 1943 en 1944 zijn hier nog een paar impressionistische 'vin geroefeningen', 'n wat onbeholpen ge schilderd gezicht op het Rijswijkse- plein, een Van Gogh-achtige 'Franse ambassade', 'n kleurrijk stilleventje uit 1945 is er ook nog. En dan gaan na de bezoeken aan Parijs allerlei invloeden een rol spelen. Hij noemt ze zelf, Marchand, Pignon en later de Duitse expressionist Beckmann. Maar dan komen ze plotseling los, de onversneden Berseriks. Schilderijtjes, KUNST T19/K15 door dr. H. S. Visscher De wereld van Robert Altman heeft iets schizofreens. Neem zijn succesfilm 'M.A.S.H.' Terwijl hij zich richt op de bloederigste en miserabelste kant van de oorlog en dat aspect allerminst verhult wordt het in Altmans visie een bulderende klucht die soms zelfs naar regelrecht slapstick door slaat. Je kunt er niet eens van zeggen dat hij op de geïnventeerde manier van Kubricks 'Strangelove' een anti-oorlogsfilm maakt. Het komt er alleen op neer, dat de zogeheten en ook als zodanig geaccepteerde 'normale' werke lijkheid in feite zó waanzinnig is. dat zij alleen in een soort van aangepaste schizofrenie benader baar en leefbaar is. De aanvangsbeelden van 'M.A.S.H.' helikopters, die op hun lan dingsgestel vastgebonden gewon den aanvoeren naar het hospitaal zijn typerend voor Altmans vi sie: het is de afschuwelijke werke lijkheid van de Koreaanse oorlog, maar die werkelijkheid is zo onbe naderbaar absurd, dat de waarne ming ervan het alleen weet te ■plaatsen' als een soort van surrea listische humor. Die specifieke wij ze van waarnemen is even kenmer kend voor wat tot op heden Alt mans beste film gebleven is: 'McCabe and mrs. Miller' een 'western' die zich in iedere meter tegen het stereotiepe, vaststaande patroon van de western afzet en een merkwaardig, on-af landschap schept, waarin vormen en hande lingen nooit tot echte omlijning en begrenzing komen. 'Images' is Altmans nieuwe film °n stelt, nu zeer expliciet, een hizofreen universum aan de or- Het is de wereld van een jonge, elegante vrouw die zicht baar en onherroepelijk in haar schizofrenie verzinkt, zoals McCabe ooit in zijn landschap verzinkt, als hij, dodelijk getroffen, insneeuwt tot er tenslotte slechts een nauwe lijks herkenbare menselijke vorm overblijft Maar door in 'Images' zijn vrouwelijke hoofdpersoon tot een schizofrene patiënte te maken, heeft de daaraan verbonden waar neming een nadrukkelijkheid en concreetheid gekregen, die de film op verschillende plaatsen niet ten goede komt. Er zit nogal wat ef- 'ectwerk in vooral ook op de 'eluidsband, waarvan de elektroni sche muziek op den duur toch als een te gemakkelijke 'trigger' voor een thrillerachtige suspense-sfeer gaat dienst doen. 'Images' is een film, die geheel vanuit de schizofrene situatie ge zien wil zijn, in tegenstelling tot de succesrijke film van Ken Loach, 'Family Life', waarin ook een schi zofrene jonge vrouw hoofdpersoon is. maar waarin de camera ons voortdurend identificeert met de blik van een superieure toeschou wer die vanuit een overduidelijke en normatieve realiteit de film is eigenlijk een illustratie van be paalde theorieën van de Engelse psychiater Laing observeert, wat er allemaal fout is aan de omgeving van het meisje en de behandeling die zij krijgt. In 'Images' weten wij niets met zekerheid. De werkelijkheid heeft haar objectieve soliditeit verloren en dus ook de ruimtelijke en tem porele categorieën die de 'normale' visie haar oplegt. Scènes die wij een tijdlang als objectieve werke lijkheid gezien hebben, blijken opeens al lang in een tweede we reld vergleden te zijn. Soms is het trouwens geen 'verglijden', maar een abrupte sprong, zoals in som mige delen waarin Cathryns vroe gere. al jaren geleden gestorven Franse minnaar in één seconde tijd verandert in de gestalte van haar echtgenoot. Juist die blik semsnelle wisselingen van 'norma le' werkelijkheid naar 'tweede we reld' en omgekeerd maakt de schi zofrene patiënt zo verbijsterend en onachterhaalbaar en Altman heeft daaraan enkele van de sterk ste gedeelten van zijn film gewijd; bijvoorbeeld in het begin van de film, als Cathryn een normaal tele foongesprek voert en het gesprek onderbroken wordt door een vreemde, derde stem, die in feite haar eigen stem is, zonder dat ze die herkent. Je zou zo'n fragment wel een aantal keren achter elkaar willen zien om te ontdekken, hoe verschrikkelijk knap en onmerk baar je mét Cathryn méé uit de normale koers geslagen kunt worden en er niet achter kunt komen wat er feitelijk gebeurt, terwijl we het toch vóór onze ogen zién gebeuren. Het is dan ook pas geleidelijk dat wij, toeschouwers, ontdekken hoe volmaakt er iets mis is met dit jonge, elegante vrouwtje, dat in haar 'tweede wereld' het gebrek aan wezenlijke communicatie met haar steenrijke, onbenullige echt genoot compenseert. De wereld die zij zélf oproept, is de wereld van het sprookjesboek dat zij schrijft; als 'monologue intérieure leest de stem van Susannah York die het boek ook inderdaad zelf ge schreven heeft er soms gedeel ten uit voor: een Tolkien-achtige sprookjeswereld van duidedijk Kel tische signatuur, die telkens weer verglijdt in haar eigen gekwelde binnenwereld. Als haar echtgenoot haar 'overspanning* wil verhelpen door met haar naar hun buiten huis in Ierland te gaan, valt die binnen-wereld samen met haar 'ob jectieve' buitenwereld, waarin zie de Keltische mythologie en cultuur voortdurend een 'twee de wereld' achter de vliesdunne huid van de werkelijkheid leeft Daar treft ons dan ook telkens weer die typische 'M.A.S.H.'-Alt- manblik, waarin een gewone of zelfs idyllische werkelijkheid ver vreemdt en spookachtig wordt; prachtig voorbeeld: de wandeling die Cathryn met haar jonge vrien dinnetje maakt toit zij abrupt bij het zien van de zwart-witte hond waarvan je eigenlijk ook nooit weet of hij nu 'echt' bestaat of niet, naar huis terugkeert om daar haar imaginaire vroegere minnaar te vermoorden. Susannah York speelt haar rol fantastisch: breek baar. onwaarschijnlijk mooi, veelal verwezen of met een merkwaardig waanzinnig lachje. Film heeft het vermogen om men tale beelden concreet te maken- Maar aangezien ook de meest con crete filmbeelden altijd 'schimmen' zijn, ligt daar ook een gevaar. Aan dat gevaar is Altman niet ontko men in de scènes tussen Cathryn en haar gestorven Franse minnaar. Hij is te concreet, d.w.z. even con creet als Cathryn in haar kwaliteit van 'filmbeeld'; als een nieuwe 'Harvey' duikt hij op de meest onverwachte momenten op en al leen door heel nadrukkelijke toe standen als Cathryn over zijn lijk heenstapt zonder het zelfs op te merken ontdekken we zijn imaginaire kwaliteit. Veel sterker is de relatie met de vriend van haar echtgenoot met wie ze voorheen ook een kortstondige ver houding gehad heeft doordat de vriend ook realiter nog over huis komt. Déér ontstaat dan wer kelijk een versmelting van 'eerste' en 'tweede' wereld, die alle gebeu ren volkomen vervreemdt. Cathryns gespletenheid doet haar zichzelf zien als 'de andere'. Voor het eerst materialiseert die dubbel gestalte zich als zij op een bergtop uit de auto stapt en zichzelf dan mét de auto ziet aankomen bij het buitenhuis, dat in de diepte aan haar voeten ligt. In de loop van de film wordt de afstand tussen de beide figuren steeds kleiner, tot Cathryn op het laatst van vlakbij met haar geconfronteerd wordt. Het zwaartepunt is dan al lang verlegd: er wordt niet meer waar genomen vanuit de Cathryn-van-de- bergtop, maar vanuit die van de 'tweede wereld'. In die visie is de eerste Cathryn de vijandin en de tweede Cathryn laat haar dan ook in een afgrond storten. Dat is natuurlijk imaginair, maar wie is er dén in de afgrond terechtgeko men? Was het haar man die immers al vaker in de buitenreali teit de 'drager' van haar imaginai re gestalten geweest is? Er is een kort shot. waarin we hém als het dode slachtoffer in het ravijn zien liggen. Maar is dat werkelijk zo of is het een beeld uit de 'tweede wereld'? Zo eindigt de film in een complete verwarring, die door Alt man zeer bewust geprojecteerd is. Evenals in 'M.A.S.H.' is het eigen lijk de buitenwereld, die met 'schi zofrene' trekken behept is- Zie Cathryns echtgenoot: de meest on benullige figuur die er in jaren op het doek g^zet is. Vol flauwe grap jes, opgaand in zijn foto-hobby en in de jacht. Volkomen onbegrij pend ten aanzien van wat er met zijn vrouw gebeurt. Een man die men zou kunnen haten, al wekt hij lachlust op. Maar we moeten er op bedacht zijn dat we hem voortdui rend met Cathryns ogen zien; een man vol dwanghandelingen een neurasthenische figuur. Misschien ls hij dat wel. Misschien ook niet Welke wereld is 'gekker': die van hem of van haar.Altman geeft aanknopingspunten genoeg voor een (leken-)diagnose: eenzaamheid, frigiditeit, ambivalentie t.a.v. zwangerschap. Maar hij maakte er geen 'case-history' van. Het ging hem om de schizofrene 'blik*. Het ging hem ook om het thriller- effect. Dat laatste is niet de sterk- ite kant van de film. Informatie ln woord en beeld over Uitgave Moussault, Amsterdam 56-60 blz. f 6.90 Een nieuwe serie die op bevattelijke beknopte, overzichtelijke wijze infor matie wil geven. Er gaan verschillen de series lopen. In de geschiedenis reeks lazen we drie deeltjes van Annet van Battum: de middeleeuwen (in twee delen) en de renaissance. Ver der verscheen van dr. G. E. de Groot een boekje over 'Levensvormen uit het verleden'. Dit soort uitgaven past goed in de meer en meer gepropa geerde idee van de permanente edu catie men zou zoiets moeten com bineren met bijv. een televisieserie. Het zijn geen 'droge' leerboekjes, maar populaire uiteenzettingen, waar in nog heel wat algemeen minder be kende zaken uit de doeken worden gedaan. Een en ander wordt kleurrijk geïllustreerd en in een typografisch mooi jasje gestoken. W, F. S, De afsluitdijk: recht door zee, door dr. J. M. Fuchs en W. J. Simons Uitgave Knoop en Niemeijcr, Haren 120 blz. f 12.50 Zowaar een nieuw boek over de Af sluitdijk en de Zuiderzeewerken. Nieuws mag men na zoveel jaren niet verwachten, maar Fuchs en Simons geven op de van hen welbekende wij ze een betrouwbaar en helder samen vattend verhaal, waarin zowel de his torie als het toerisme het volle pond krijgen. Foto's en kaartjes vullen het geschrevene aan. W. F. S.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1973 | | pagina 15