1500ste
Zwarte Beertje
IHet
leven
van
een
strijdbaar
held
De schoonheid der
stille dingen
3 ÖUW/KW AKTKT ZATERDAG 13 JANUARI 1973
KUNST T13/K15
er iets is, dat als weerlegging kan dienen van de stelling, dat de
'arde van enig literair werk uitsluitend gevonden wordt op taal-
chnisch of stijl-technisch gebied, dan is dat wel het werk van Alex-
,CiderSolz;'enitsyn- Z^n Persoon en ziJn werk zijn van zeer grote be-
tenis voor de culturele en politieke ontwikkeling van het moderne
island, en dat niet omdat zij in Rusland bijval zouden oogsten, maar
adat zij exponenten zijn van het verzet tegen de Russische dicta-
Sander Isajevitsj Solzjenitsyn werd
[01 II december 1918 in Kislovodsk in
noorden van de Kaukasus geboren
lid van een geslacht van kleine
eren. Zijn vader, Isaj, had in de
P°a rste grote oorlog als artillerist ge-
tille^end; de zoon zou dat eveneens doen
de tweede oorlog, en wel als offi-
t. Hij werd met twee hoge onder-
eidingen begiftigd.
pier
erap
Sander werd geboren nadat zijn
Ier gestorven was. Aangezien deze
g bezit het zijne had kunnen noe-
n,. werd zijn moeder behandeld als
i lid van de vroegere onderdruk
te klasse. Zij, een vrouw van zeer
'oorlijke ontwikkeling, voedde haar
m Alexander onder heel behoeftige
handigheden op. De jongen had
helder verstand en een sterke wil.
studeerde literatuur te Moskou en
lalde een graad in de wis- en
lurkunde te Rostov. In 1941 werd
voor de dienst opgeroepen. Hij
stoen juist getrouwd. Het zou
fieri jaar duren voor hij zijn
uw terug zag. Zij is hem in die
niet trouw geweest, maar is met
|andere man gaan samenwonen.
1945 werd Solzjenitsyn gearres-
rö op grond van literaire notities
(in zijn papieren gevonden waren
die in onze ogen geen enkele
versiviteit openbaardén. Hij zou
"jaar in kampen doorbrengen. Hij
të in 1953 zijn vrijheid terug na-
Stalin gestorven was, en in 1957
d hij gerehabiliteerd. Maar zijn
'Iste strijd zou toen pas beginnen,
ids na zijn vrijlating begon hij te
lijven. Eerst kwam er 'De kamp
en de simpele ziel'. Daarna be-
hij aan zijn grote werk 'In de
!Ie cirkel'. Maar hij was ervan
rtuigd dat hij nooit iets in druk
hen. In 1962, tijdens de politieke
1 m Rusland, weet hij echter 'Eén
van Ivan Denisovitsj' in een van
wee officiële literaire tijdschriften
Rusland, 'Nov Mir* geplaatst te
Igen. Het manuscript was eerst aan
e'e gezaghebbende auteurs, onder
Sjolochov èn aan Chroesjtsjov ter
dkeuring toegezonden. Het boek
"te de auteur in één slag be
nd.
r met de val van Chroesjtsjov, die
verkeken had op de machtsver
langen binnen de partij, begon
stelselmatige ondermijning van
«utsyns positie. Vooral Sjolochov
hierin een judasrol spelen. Solzje-
werd langzaam maar zeker een
°na non grata en dat in de absn-
z>n. Maar hij is een moedig en
intelligent man en het is daaraan
te danken dat hij niet weer gevangen
genomen werd. In felle bewoordingen
verdedigde hij zijn zaak en soms die
van anderen. Een van de oorzaken
van zijn onaantastbaarheid was gele
gen in een feit. waaraan hijzelf niets
kon doen en nooit iets heeft willen
doen: zijn boeken als 'In de eerste
cirkel' en 'Kankerpaviljoen' versche
nen in het buitenland. Copieën van
zijn boeken werden door vrienden
gelezen en naar het buitenland ge
smokkeld. Weliswaar werd dit Solzje
nitsyn verweten, maar hij had toch al
een zó grote naam buiten Rusland,
dat hij omzichtig moest worden dood
gezwegen. Dat laatste kon niet meer,
toen de auteur in 1970 de Nobelprijs
voor literatuur kreeg. Zijn 'Augustus
14' en andere geschriften waren toen
al verschenen.
Na de dood van Chroesjtsjov heeft
Solzjenitsyn bloot gestaan aan een
onafgebroken stroom van verdachtma
kingen, pesterijen en dreigementen.
Het heeft hem niet klein kunnen
krijgen. De onderscheiding met de
Nobel-prijs maakte hem het leven nog
moeilijker. Wat was het geval? De
Zweedse regering zat met de toeken
ning van dc prijs in haar maag. De
Zweedse Akademie had de prijs toege
kend. maar die toekenning was niet
bevorderlijk voor de zo delicate rela
tie tussen Rusland en Zweden. Nu
wilde Solzjenitsyn de prijs niet in
Zweden in ontvangst nemen. Mis
schien twijfelde hij eraan of hij wel
een uitreisvisum zou krijgen, maar
hij vreesde nog veel meer. dat hij
niet naar Rusland zou mogen terugke
ren. En hij wilde en wil juist in
Rusland zijn strijd strijden. Wel wil
de hij de prijs in de Zweedse ambas
sade tc Moskou in ontvangst nemen.
Hij wilde zijn prijs in het openbaar
ontvangen. Dat heeft de Zweedse am
bassade, ongetwijfeld na ruggespraak
met Stockholm, op heel chicaneuze
wijze voorkomen. De prijs is nooit
uitgereikt.
Enige tijd geleden is de Nederlandse
vertaling van 'Alexander Solzje-
nitsvn/De Mens' van Hans Björkegren
uitgekomen. Björkegren is zeven jaar
correspondent voor een Zweedse cou
rant in Moskou geweest en heeft
boeken gepubheeerd over het culture
le leven in Rusland. Hij heeft ook
Solzjenitsyn in het Zweeds vertaald.
Het werk is voor ieder die belang
stelt in leven en werk van Solzje
nitsyn van het grootste belang, omdat
het de levensgeschiedenis van hem op
de voet volgt en tal van documenten
citeert, die van historische waarde
zijn. Zo bevat het verslagen van ge
sprekken, of liever, verhoren, die de
Schrijversbond de auteur heeft afge
nomen. Ook bevat het de tekst van
protesten die de auteur aan de autori
teiten heeft doen toekomen, protesten
die niet alleen hemzelf betroffen.
Solzjenitsyn is nu eenmaal een moe
dig man. Het boek wordt besloten
met de rede, de de auteur bij de
aanvaarding van de versierselen van
de Nobelprijs had willen houden. Het
is een schitterend pleidooi voor de
kunst, in vrijheid beoefend, waarin
gesteld wordt, dat de kunst meer dan
propaganda, dwang en wetenschappe
lijk bewijs dat kunnen, de mensheid
kan overtuigen van de waarheid ten
aanzien van het leed van. anderen, die
niet gekend worden.
Ik citeer (pagina 233): 'De kunst bezit
een wonderbaarlijk vermogen om
dwars door de verschillen in taal.
zeden en maatschappelijke structuren
heen, levenservaring door te geven
van de ene natie naar de andere
bijvoorbeeld een smartelijke nationale
ervaring van vele decennia lang, die
dat andere volk nooit gekend heeft
en weerhoudt onder gelukkige om
standigheden zodoende een heel volk
ervan een overbodige of foutieve of
zelfs een naar de ondergang voerende
weg te gaan en verkort daardoor de
kronkelwegen van de geschiedenis der
mensheid'.
Even verer zegt hij: 'Maar wee de
natie, waarvan de literatuur door in
grijpen van de machthebbers afgebro
ken wordt dit is niet slechts een
vergrijp tegen de 'vrijheid van druk
pers'. maar betekent ook. dat het hart
van die natie vergrendeld wordt'.
Fel is de aanval die Solzjenitsyn in
zijn rede doet op de Verenigde Na
ties, die hij ziet als Verenigde Rege
ringen, waarvan er vele niet gekozen
zijn door de naties. Hij zegt: 'In
baatzuchtige partijdigheid maakt de
meerderheid van de V.N. zich vol
naijver bezorgd over de vrijheid van
sommige volkeren, maar ontkent die
van anderen. Door opportunistisch tc
stemmen heeft men geweigerd parti
culiere klachten in behandeling te
nemen het kreunen, de kreten en
smeekbeden van particuliere, gewone
kleine mensen voor zo'n organisa
tie zijn zij al te onbelangrijke insec
ten. Hun beste document in 25 jaar
de Verklaring van de Rechten van
de Mens hebben de Verenigde
Naties niet verplicht kunnen stellen
voor de regeringen, niet tot een voor
waarde kunnen maken voor hun lid
maatschap zodoende zijn kleine
mensen overgeleverd aan de willekeur
van door hen niet gekozen regerin
gen'. (bladzijde 237).
Hierin spreekt de humanist. De grote
waarde van het werk van Solzjenitsyn
ligt in het openbaren van het leed
van de mens. veroorzaakt door een
regiem, dat eigen normen en eigen
positie ten koste van alles handhaven
wil, en de unieke waarde van de
enkele mens niet wenst te zien. Hier
is niet zozeer sprake van een gebrek
aan vermogen tot inleving, maar van
een weigering tot inleving. Het is do
absolute hoogmoed van de mes, d:e.
eenmaal met macht bekleed, alles in
ferieur acht aan zichzelf. Het is dit
anti-humanisme, waartegen Solzje
nitsyn zich verzet. Dat zijn realisme
allereerst de Russische samenleving
de spiegel voorhoudt, spreekt vanzelf.
Hij leeft in Rusland. Maar zeker gaan
zijn waarschuwingen verder dan tot
de Russische machthebbers.
In 1969 werd de auteur uit de Russi
sche Schrijversbond gestoten, zoge
naamd omdat hij door zijn werk in
het buitenland te laten verschijnen
(iets waaraan hij part noch deel had)
de vijanden van Rusland in de kaart
speelde. Hij antwoordt daarop in een
bittere, woedende brief, waaruit ik
nog graag iets citeer (pag. 170):
'De vijand luistert' dat is een
uitvlucht, deze eeuwige en voortdu
rende 'vijanden' wèl een basis voor
uw functies en uw bestaan, waarmee
gemakkelijk te manoeuvreren valt! Als
of er géén vijanden waren toen men
onmiddellijke openbaarheid in het
vooruitzicht stelde. Wat moest u be
ginnen zonder 'vijanden'? Gij zoudt
niet kunnen bestaan zonder 'vijan
den', de haat is uw vruchtbare atmo
sfeer geworden, een haat die voor het
racisme niet onderdoet. Maar op die
manier gaat het gevoel voor de mens
heid in haar geheel verloren r haar
ondergang wordt verhaast. Ja. als het
antarctisch ijs morgen zou smelten en
wij allemaal zouden veranderen in
een mensheid die op het punt staat te
verdrinken, wie zoudt ge dan 'de
klassestrijd' in het gezicht slingeren?
Om nog maar te zwijgen over hoe het
zal zijn, als de laatste nog levende
tweevoeters sten-end ronddolen over
de radioactieve aarde'.
Wij hebben, en dat is heel gelukkig,
een open oog voor het verraad van
figuren als Nixon. Deze Quaker is
exponent van grote kapitalistische en
conservatieve machten. Hij verraadt
het christelijke humanisme, de demo
cratie en het beste dat het Westen
aan denken en streven heeft voortge
bracht. Het communisme verraadt het
marxisme, dat een humane maatschap
pijleer is. Het is angstig om te beden
ken, dat bijna nergens op de aarde
een beginsel is van een democratie
die streeft naar ware gerechtigheid.
Het is niet minder angstig om te
bedenken dat de totalitaire regiems
op aarde verre in de meerderheid
zijn. Nixonisme zowel als communis
me plundert bij zijn morele verdedi
ging het arsenaal van het christelijk
humanisme. Het gaat altijd om de
bescherming van de mensheid en
nooit om de bescherming van de ei
gen machtspositie.
Nu is 'de mensheid' een abstract be
grip. Niemand weet wat de mensheid
wil, eenvoudig omdat de mensheid
geen wil heeft. Solzjenitsyn heeft dat
heel duidelijk gezien. Het gaat dan
ook niet om de mensheid, maar om
miljarden 'enkele' mensen, die hunke
ren naar een beetje geluk, een beetie
bezit, een beetje zekerheid en die
ernaar hunkeren te mogen zeggen en
schrijven wat ze willen.
Wie een klaar inzicht wil krijgen in
de machinaties van een op behoud
van macht beluste dictatuur, leze d't
boek. Het is een document van grote
waadde omdat h"t ons klaar doet zien.
dat b"t gebod 'Heb de mensheid lief'
zeer wel kan gehanteerd worden door
wie s'^chts zichzelf liefhebben, maa'-
dat h" go\f»{i 'Heb uw naaste lief'
dynapv-t is - onder e'k streven na?r
mach' H t b^ek 's voorzien van een
Tn'o'ri ng' ern uitgebreide l>terati'i-.-
lijst co een personenregister.
Hans Björkegren: 'Alexander Solzje-
nitsvn/de Mens'. Oorspronkelijke ti
tel: 'Alexander Solsjcnitsyn'. Vertaald
door drs. J. C. Tnrringa-T'mmrr. Bii
Holla din tc B .e Gebonden. Arr'i'
pagina'; 2"(l. P>"s 17."0.
Op de 1ste april 1955 stuurde de
Utrechtse uitgever Bruna het eerste
Zwarte Beertje de wereld in. Het
was 'De dood van apotheker
Dekkinga' van Tjeerd Adema.
Sindsdien zijn de Zwarte Beertjes
bij miljoenen van de persen gerold
(in 1966 besomde men het aantal op
twintig miljoen en daarna is men
ook bepaald niet zuinig geweest) en
nu zijn we aan Zwarte Beertje nr.
1500 toe. Nr. 1000, een dubbele
Simenon, is destijds met de nodige
tam-tam op de markt gebracht, maar
nr. 1500 wordt ons zomaar, tussen
de bedrijven door, toegeschoven.
Toch is er aanleiding bij dit
mijlpaaltje stil te staan, want nr.
1500 is een opmerkelijk boek omdat
het eigenschappen in zich verenigt
die zowel de liefhebbers van het
avonturen- en misdaadverhaal als
degenen die afvliegen op science
f iction of op een boek-met-een-idéé,
kunnen bevredigen. We willen maar
zeggen dat 'Mutant 59, de
plasticvreter' van Kit Pedler en
Garry Davis zo'n beetje model kan
staan voor verschillende genres, die
in de Zwarte Beertjes
vertegenwoordigd zijn. Het gaat
hierin over een groep experts die
een nieuwe, duurzame soort plastic
ontwikkeld heeft: aminostryreen, dat
her en der toegepast wordt, met
name als isolatiemateriaal.
Daarnaast houdt deze mensen het
probleem van de afvalverwerking
bezig en ze komen met een plastic
fles, die onder inwerking van het
licht verpulvert. Het wordt een
enorm succes, ook financieel (en de
leider van de groep gaat de zaken
minder indeëel en meer commercieël
bekijken). Intussen heeft elders in
Engeland (het boek is van Engelse
komaf) een stille onderzoeker zich
ook gezet aan de oplossing van het
probleem van de afbraak van plastic-
afval. Hij ontwikkelt een bacterie,
mutant 59, maar op het moment van
zijn ontdekking sterft hij aan een
hersenbloeding. 'Het proefbuisje
met de bacterieën vloog uit zijn
gevoelloze hand en sloeg te pletter
tegen de rand van de gootsteen,
een dun straaltje vloeistof liep langs
het porcelein naar beneden, in de
richting van de afvoerpijp En
toen was de kiem gelegd voor een
reeks catastrofale gebeurtenissen.
Mutant 59 komt de resten van de tot
stof uiteengevallen flessen tegen
en overal begeven plastic
isoleringen het. Dit alles wordt in
'De plasticvreter' op een even
overtuigende als meeslepende
manier verteld: de spanningen
binnen de groep experts, het
rusteloze gescharrel van de eenzame
onderzoeker, de angsten van mensen
dn de tunnels van de ondergrondse,
de totale ontreddering in het oude
Londen. Het knappe is dat de
auteurs nergens sensationeel doen of
met flauwe fantasieën aankomen
(wat dit betreft zou menige 'echte'
science fiction-roman hieraan een
voorbeeld kunnen nemen), maar de
zaak reëel maken. En zonder dat er
een waarschuwend vingertje omhoog
gaat besef je: het kèn ons uit de
hand lopen, het is ons al een beetje
uit de hand gelopen. Graag attentie
dus voor het 1500ste Zwarte Beertje!
A. J. K.
Floris Claesz. van Dyck: 'Maaltijd van brood, kaas en vruchten' (1613)
LAlexander Solzjenitsyn aan het graf van Ttvardowski.
door G. Kruis
Dat moesten de musea meer doen: zomaar tussendoor kleine 'thema'-
tentoonstellingen houden met werken uit eigen bezit. Zoals het Haar
lemse Frans Halsmuseum nu. Tot 1 maart zijn daar in een drietal za
len stillevens te zien van de zeventiende eeuw tot nu.
't Is een erg aantrekkelijke manier
van presenteren. Want hoe vaak zie je
de mensen in een museum niet een
beetje doelloos rondslenteren? Ze
worden door zoveel verschillende, zo
veel interessante e n voor velen ook
nog volkomen nieuwe dingen omge
ven. dat ze niet weten waar ze 't eerst
naar kijken moeten.
Niet dat een liefhebber daar wat deze
stillevens betreft geen moeite mee
zou hebben, maar aan één zo'n onder
werp heb je wat houvast, wordt je
wat directer bij de zaak bepaald, kun
je eventueel vergelijkingen maken en
gemakkelijker (voor jezelf) kiezen.
Vooral ook door de beperking, er is
niet teveel, 't blijft overzichtelijk. Dat
trekt vooral de niet zo erg gerouti
neerde museumbezoekers. Geen ken
ners dus, maar toch, dat blijkt uit
hun aanwezigheid, min of meer geïn
teresseerd.
En bij veel van die mensen, dat merk
je, is de schilderkunst uit de 17e
eeuw favoriet. De bewondering voor
goed en degelijk vakmanschap zit ons
Nederlanders al zo in het bloed en
daarnaast geldt de zuivere nabootsing
van de dingen waarmee ze omringd
worden, voor velen als de hoogste
vorm van kunst.
Op die manier kun je ook hier die
stillevens komen bekijken. Met de
nadruk op dat laatste woord. Het is
immers heel goed mogelijk te kijken
zonder werkelijk te zien. Maar als je
't op die manier doet, doe je jezelf
veel tekort.
Want dit soort schilderijen zijn echt
niet alleen maar imitaties van een
eerder waargenomen stuk werkelijk
heid al zal de nauwkeurige schil
derwijze de gedachten wel eens in die
richting leiden maar vooral volko
men op zichzelf staande objecten,
waarin zich een groot deel van de
verrukking weerspiegelt die de ma
kers, lang of kort geleden, bewoog.
De schoonheid van ogenschijnlijk zo
maar gerangschikte 'stilstaande din
gen' heeft de kunstenaars door alle
eeuwen heen al geïntrigeerd. Toen
de kerk nog hoofdzakelijk opdracht
geefster was en het onderwerp (dus)
religieus, was het stilleven alleen nog
maar onderdeel van een schilderij.
Maar ze konden het ook toen al niet
laten. Uit schilderijen van interieurs
waarin bijvoorbeeld Maria en het
Kind verkeren, kun je dikwijls delen
afzonderen, die op zichzelf pure en
heel aardse stillevens zijn. Een gedek
te tafel, een nis met een vaas bloe
men. vruchten hier en daar. een sta
pel boeken op een plank.
't Duurde dan ook niet lang of dat
'stilleven' werd het belangrijkste. Dan
kon je door een klein raam van een
keuken met tafels overladen met
vlees, gevogelte, brood, kaas, kannen,
kommen, schalen en borden, nog net,
in de verte, een glimp zien van de
heilige familie op de vlucht naar
Pi Vr (Maesz: 'Vaivfcas'
Egypte. Of iets van dien aard.
Keukenstukken werden stillevens van
gedekte tafels: banketten en de z.g.
'ontbijtjes', visstillevens, tabaksstuk
jes, het vanitas-stilleven. bloem- en
algemene pronkstukken. En van dat
alles is hier wel een voorbeeld te
zien. Je krijgt ook enig idee van de
ontwikkeling.
Eerst hier bij vroeg zeventiende
eeuwse Haarlemmers als Floris van
Dyck en Floris van Schooten is er
nog weinig onderling verband tussen
de voorwerpen op de tafels. Ze staan
zo opgesteld, dat je ze, stuk voor
stuk, goed kunt zien. Zoveel mogelijk
vrij van elkaar. Maar al gauw. een
generatie later al. gaan de schilders
veel meer aandacht besteden aan het
geheel, aan compositie en voordracht.
En dan belanden we meteen bij de
allergrootsten op dit gebied, bij Pie-
ter Claesz en Willem C. Heda. Zijn
'Banketje met bramenpastei' is voor
mij het mooiste van de hele collectie.
Tafelstillevens, ongelooflijk knap ge
schilderd, van schilderijen, die de wat
koele eenvoud hebben van een schrale
ochtendmaaltijd tot weelderig opgetas
te culinaire uitstallingen. Jachtstuk-
ken, en de eigenlijk wel wat tegen
strijdige vanitas-schilderijen.
Met de bekende symbolen van vergan
kelijkheid zoals schedels, horloges,
verlepte bloemen en uitgebrande
kaarsen. Memento mori Schilders,
die dachten tc sterven maar doorgin
gen met leven.
Fel en volop te leven, met hun liefde
voor de schoonheid van een bloem, de
schoonheid van een schedel ook. Ge
obsedeerd door de wonderlijke licht
val op tin of koper. Met aandacht
voor het kleinste detail, voor iedere
kleurschakering, voor de minste schit
tering op een glas. En terwijl ze dan
zo bezig waren de mensheid te ver
kondigen. dat het eigenlijk allemaal
niet zo erg van belang was, hechtten
ze belang aan ieder reukje in een
stuk papier, aan ieder plooitje van
een afhangend tafelkleed of een slier
tje tabak.
En zo beland je dan weer bij het
stilleven in het algemeen. Waarvan je
zo gemakkelijk en bijna moeiteloos
kunt genieten. Vandaar misschien de
zekere minachting ervoor in de zeven
tiende eeuw al,
In 1678 schriift Samuel van Hoogstra
ten in zijn 'Inleyding tot de Hooge
Schoole der Sehilderkonst' dat de
sclrlders. die zich bezig hielden met
'veelvervige ruikers in potten en va
zen; Wijntrossen en schoone Pers en
Abrikoos, of Meloen en Citroen en
een helderen Wynroomer op een
zwa/igeren Dis:'witte en geverfde Pa-
peljoentjes, Haegdis en Tantarel,
.Muyzijkboek en Vanitas: keukens met
allerlev kost. van Vlees en Visch. en
bekoorlijk Wiltbraet moeten weten
dat zij maer gemeene Soldaten en in
h"' voU'egc van de konst zijn'. Stille
vens schrijft hij dan verder voor
mogen 'alleen maer als u'tspanningen
van de kunst zijn die niet anders dan
voor oen lust of als in spel van een
goc- Meester behoorden ggmaekt te
h orden'.
Maar ze gingen door, in de zeventien
de. maar ook in de hier niet zo
goed aan hun trekken komende
achttiende en negentiende eeuw. Ze
maakten ook toen echt wel wat an
ders dan oversierlijke en superweel-
derige boeketten, of vogeltjes die ele
gant dood hangen te zijn tussen een
kleurrijke mengeling van allerhande
tedere bloempjes.
En in deze eeuw, waarin ze op zoveel
verschillende manieren deden, telkens
weer anders. Herman Kruyder. Char
ley Toorop. H. F. Boot. Kees Verwey,
Le Fauconnier, Jaap Nanninga. Rei-
nier Lucassen en Rudi van de Wint.
Anders, maar altijd weer met die
liefde en de aandacht voor de dage
lijkse dingen, gewoon en ongewoon,
sober of rijk.
'n Duidelijke, nuchtere presentatie,
zonder overbodige poespas. Dus niet
alleen voor ingewijden, maar werke
lijk voor iedereen!