ïrhard Keiler: hypocriet omwille van de centen Wereldrecords Punten 53 JfS Prijzen Agenda IrOUW/KWARTET ZATERDAG 6 JANUARI 197.5 SPORT T21/K21 DE DUBBELE BOEKHOUDING VAN KEESSIE - KEESSIE 500 meter Leo Linkovesi (Finland) 8-1-72 (Davos) 38.0 Erhard Keiler (WDld) 4-3-72 (Inzeil) 38.0 Hasse Börjes (Zweden) 4-3-72 (Inzeil) 38.0 1000 meter Erhard Keiler (WDld) 4-3-72 (Inzeil) 1.18.5 1500 meter Ard Schenk (Nederland) 16-1-71 (Davos) 1.58.7 5000 meter Ard Schenk (Nederland) 4-3-72 (Inzeil) 7.09.8 10.000 meter Ard Schenk (Nederland) 14-3-71 (Inzeil) 14.55.9 DEN HAAG Keessie-Keessie is nog altijd een begrip. Jarenlang heeft die dubbele koosnaam als een synoniem gegolden. Een syno niem voor daverende successen, voor hossende supporters op klom pen, voor een massale belangstelling voor een mondiaal gezien beperkte sport. Bijna voor het schaatsen zelf. Want zelfs toen de kreet 'Ard en Keessie' van de tribunes werd gescandeerd, werd Keessie als hét symbool gezien. Ard stond louter en alleen voorop omdat het beter in het gehoor lag. Maar Keessie vormde het mid delpunt. Keessie had de hoofdrol. Het schaatsen draaide om Kees sie. En het was nog bijna waar ook. Toen de tribune 'Keessie' lang zaam maar zeker begon te vergeten, toen tenslotte alleen nog maar 'Ard' over bleef, braken voor Keessie de sombere jaren uit zijn schaatsleven aan. Zijn prestaties, die minder dan een handvol jaren terug nog voldoende waren voor een nationale vreugdedans, wer den nu achteloos terzijde geschoven. Keessie-Keessie sloot zich op. Hij creëerde zelf een stukje wrok. Hij zette zich af tegen zijn om geving. Hij zocht en vond een zondebok. Keessie heeft zichzelf tal van maskers aangemeten. Zij werden hem afgerukt. Niet alle- 1 tegelijk. Langzaam. Eén voor één. Er vond een soort ontluis tering plaats. De maskers werden 'vertaald'. Geheimzinnig heette voortaan 'nukkig', 'eigenwijs'. Mysterieus werd vervangen door 'gespletenheid' of nog minder vleiende uitdrukkingen. Ten on rechte. Net zoals de 'vertalingen' in zijn glorietijd overigens. Deze uiterst gecompliceerde Keessie is niet onder één noemer te vangen. In de na-dagen van zijn schaatscarriere is hij weer verenigd met de man, aan wie hij zich ook in zijn groei naar de top optrok: Anton Huiskes. Voor de zoveelste keer in zijn carrière manifesteert de schaatser, die zich tweede kerstdag met een Noorse verloofde, zich in een andere gedaante. Een gedaante, die veel lijkt op de oude Keessie. Als 30-jarige hoopt hij het nog één keer te mogen beleven. Die massale yel van de tribunes. Keessie-Keessie. ALL-ROUNDKLASSE (alle bedragen in Zweedse Kronen; 1 Kroon 0,664) Eerste prijs: 50.000 Tweede prijs: 35.000 Derde prijs: 20.000 Vierde prijs: 14.000 Vijfde prijs: 11.000 Zesde prijs: 9.000 Zevende prijs: 8.000 Achtste prijs: 7.000 SPRINTERSKLASSE (alle bedragen in Zweedse Kronen; 1 Kroon 0,664) Eerste prijs: 35.000 Tweede prijs: 20.000 Derde prijs: 14.000 Vierde prijs: 11.000 Vijfde prijs: 9.000 Zesde prijs: 7.000 Zevende prijs: 6.000 Achtste prijs: 5.000 Voor de verbetering van een wereld record wordt een premie uitgekeerd van 25.000 Zweedse Kronen. Blijft een rijder per seizoen onder een prijzenbedrag van 30.000 Zweed se Kronen, dan wordt dit door de ISSL aangevuld tot dit bedrag. Professionals: 6 en 7 januari: De Uithof (Den Haag) World Cup: 22 en 21 januari: Skiën. Europese kam pioenschap: 10 en 11 februari: Go- tenburg: Wereldkampioenschap. Amateurs: heren: 13 en 14 januari: Heerenveen. Nederlands kampioen schap: Suikertoemooi op 22 januari (Groningen). 23 januari (Deventer) 24 januari (Eindhoven) en 26 janua ri (Amsterdam), 27 en 28 januari; Grenoble: Europees kampioenschap 3 en 4 februari: wereldkampioen schap sprint Oslo; 7 en 8 februari: landenwedstrijd Noorwegen-Neder- land. Oslo; 17 en 18 februari: we reldkampioenschap, Deventer. Dames: 13 en 14 januari: Nederlands kampioenschap Heerenveen; 3 en 4 februari: wereldkampioenschap Oslo; 10 en 11 februari: Europees kampi oenschap Brandbu (Noorwegen); 24 en 25 februari: wereldkampioen schap Strömsund (Zweden). Jeugd: 6 en 7 januari: Nederlands kampioenschap jongens, Utrecht; 6 en 7 januari: Nederlands kampioen schap meisjes Assen; 20 en 21 janua ri ISU kampioenschappen jongens en meisjes, Assen. Korte baan: 23 en 24 februari: Ne derlands kampioenschap dames en heren eventueel op natuurijs. 973 zou zijn laatste schaatsjaar zijn eworden. Als alles bij het oude was ebleven. Wanneer er geen Johnny ilsson was geweest, die hem als erste had benaderd om over de plan- en voor een professionele schaats- ■oep te praten. Verkerk zag het al oor zich. 'In Deventer had ik af- id willen nemen. In de stad, die iverbrekelijk verbonden blijft aan val, die ik daar in 1966 maakte jdens het Europees kampioenschap, lat heeft mij bekend gemaakt, die 1. En het wereldrecord op de 10.000 ster in Inzeil. Toen ik al uitgescha- eld was voor de Europese titel. Zeg :es Verkerk en het publiek herin- rt zich die twee feiten onmiddel- l Die val en dat record.' hnny Nilsson heeft de carrière van rkerk echter gerekt. Voor Keessie d het een bijzondere betekenis dat als eerste werd benaderd. Hij elde zich weer groeien in de rol, hij zo graag speelt: die van leider, zag het ook als een ontsnapping de wereld, die hij de laatste jaren ornamelijk zelf rond zijn figuur geschapen. Een ontsnapping aan ensen, met wie hij moeilijk overweg Tegenover wie hij bijna een jandelijke houding aannam. Zoals »en Pfrommer. Daarom stelde hij di van meet af aan achter het plan. rader aarzelen. Kees Verkerk heeft ïmers niets te verliezen, et professionalisme grijpt hij met handen aan. Hij ziet het als de om nog één keer een hoofdrol te irtolken. 'Met Leen Pfrommer heb nooit optimaal overweg gekund, trok één man voor: Jan Bols. egrijpelijk, want hij is met Jan Bols i de kernploeg gekomen. Maar daar den de anderen onder. En ook Bols zelf. Want die overdreven aandacht kan wel eens averechts werken.' Kees Verkerk is van mening dat die be voorrechte positie van Jan Bols in allerlei zaken naar voren kwam. 'Neem het Nederlands kampioenschap. Tegen Eddy zegt Leen: Doe je best. Tegen Jan Bols zegt hij: pak 'em. Dat is niet gelijk voor mij. Daarmee geeft hij te kennen dat hij voor Jan meer voelt. Voor een trainer moeten al zijn pupillen gelijk zijn. Dat was bij Pfrommer niet zo.' Voor Kees Verkerk groeide de bevoor rechte positie van Bols, zoals Verkerk die zelf zag, uit tot een obsessie. 'Ik heb geprobeerd om mij ertegen te verzetten. Het waren kleine proble men. En dan ga je maar in een hoekje zitten en je gaat over die problemen nadenken. Je moet het allemaal zelf opvreten. Er is niemand om mee te praten. En zo worden kleine problemen grote problemen. En tenslotte wordt het één grote puinhoop.' Verkerk verklaart uit die problemen de neergaande lijn in zijn prestaties. 'Een topprestatie is voor negentig procent van de man zelf afhankelijk. Maar dan blijft er nog tien procent over aan andere factoren. En dat kan van alles zijn. De trainer, de toestand thuis, het publiek. Als dat niet opti maal is, kun je maar voor negentig procent tot een topprestatie komen. En om het hoogste te kunnen berei ken moet je de volle honderd procent halen. Anders word je voorbijge streefd.' Een gesprek voeren met Kees Ver kerk is een moeilijke zaak. Hij bouwt een aantal theoriën op, waarvan de samenhang onduidelijk is. Niet zelden spreekt de ene theorie de andere volstrekt tegen. In vijf minuten kan Verkerk twee volmaakt tegenstrijdige beweringen doen. Dan blijkt dat hij zich maar heel moeilijk bloot geeft. Anton Huiskes spreekt in zo'n geval van een 'dubbele boekhouding.' "Dat heeft Kees altijd gehad. En ik geloof dat je hem die niet mag afnemen.' Niemand kan Verkerk beter typeren dan Huiskes. Hij is één van de weini gen, die hem aanvoelt. 'Het is niet eerlijk om Kees af te wegen tegen bijvoorbeeld Ard Schenk. Kees komt nu eenmaal uit een heel ander mi lieu. Zijn vader heeft een café, waar Kees zelf ook nogal veel zit. Mis schien voel ik hem wat beter aan omdat ik zelf ook een kasteleinszoon ben. Ik probeer hem altijd vanuit die achtergrond te benaderen. En ik kan niet anders zeggen dan dat ik met hem een goed contact heb. Logisch natuurlijk, want aan wie zou hij zich anders moeten optrekken om Ard te verslaan.' Verkerk is ambitieuzer dan hij in jaren is geweest. In de training werkt hij weer ouderwets. Zoals hij dat al die jaren onder Anton Huiskes heeft gedaan. Hij verschuilt zich niet meer achter doorzichtige smoesjes. En dat allemaal ter ere van Anton, de enige die hij volledig vertrouwt. 'Anton is de man. die mij altijd het meest heeft gewaardeerd.' Het feit dat hij en Roar Gronvold zijn gekozen als degenen, die binnen de profschaatsorganisatle de belangen van de rijders moeten verdedigen, heeft hem ontegenzeggelijk gesterkt. Kees Verkerk put daar weer een nieu we dosis morele doping uit. 'Het is een soort probleemraad. Als de rij ders iets hebben, kunnen zij ermee bij mij of bij Roar aankloppen. Wij gaan die problemen dan met Johnny Nilsson bespreken, die op zijn beurt weer contact kan opnemen met Edgar Neely. Op die manier hebben de rij ders toch een belangrijk stukje in spraak verworven.' Verkerk voelt zich van een last be vrijd. 'De wedstrijd in De Uithof beschouw ik als een soort Nederlands kampioenschap. Daarom hecht ik er persoonlijk ook zoveel waarde aan dat landgenoten tegen elkaar kunnen rij den. Ik zou wat graag een 10.000 meter tegen die lange (Ard Schenk red.) willen rijden. In het verleden was het zo dat een Nederlands kam pioenschap beslissend was voor uit zending naar de grote toernooien. Stel dat ik zesde was geworden. Dan had ik er niet. bii gezeten. En dan te bedenken dat ik tien jaar lang lid ben geweest van de kernploeg. Nu is dat anders. Al word ik achtste in Den Haag dan zit ik er nog bij. Dat betekent niet dat de profs zich van alles kunnen permitteren. Wie niet hard genoeg werkt, vliegt eruit. Zon der meer. Dat is gewoon keihard.' Verkerk zonder schaatsen lijkt een bijna onmogelijk fenomeen. Toch zal ook Kees het einde van zijn loopbaan zien naderen. Het is niet waarschijn lijk dat er aan het eind van de driejarige verbintenis, bij een eventu eel succes van de ISSL, een nieuw profcontract voor hem klaar zal lig gen. Maar wat zal Keessie zonder ijs moeten doen? Met dat probleem heb ben buitenstaanders zich meer bezig gehouden dan hijzelf. En Keessie zelf blijkt er wat zijn toekomstplannen betreft, een dubbele boekhouding op na te houden. 'Ik ben al eens in Japan en in Amerika gevraagd om als trainer te komen werken. Maar dat zie ik niet zo zitten. Jc krijgt daar totaal geen faciliteiten. In de zomer treed ik dikwijls op als speaker bij rolschaatswedstrijden. Dat doe ik dan voor een rolschaatsfabrikant. Ik sta daar ingeschreven als hulpvertegen woordiger. Maar dat is natuurlijk geen baan voor het hele jaar.' Evenals in zijn sportieve carrière laat Verkerk zich in zijn maatschappelijke carrière het beste leiden door Anton Huiskes. 'Ik ben met Anton in Utrecht geweest. Anton Is directeur van de dienst sport en spel van de Katholieke Jeugdraad. En in het ka der daarvan gaf hij schaatsonderricht aan huismoeders in Utrecht. Ik was daarbij. Anton vertelde hoe het moest en ik deed het voor. Dat vond ik machtig mooi werk. Ik was daar zo'n beetje hulpje van Anton. Maar ik besef wel dat ik die taak niet kan overnemen, omdat ik geen MO-er ben. Toch vind ik dat instrueren leuk werk. Vooral met de jeugd. Misschien dat er een kansje is dat ik straks jeugd trainer kan worden. De vraag is al leen of ik daarvan kan leven.' Huiskes heeft nogal bedenkingen te gen dat trainersschap 'Kees mist daarvoor de basis. Als Kees zegt: ik wil trainer worden, dan moet hij daar toch eerst maar eens heel goed over nadenken. Hij moet een goede kroeg hebben. Of een camping. Als ik deze drie jaar als coach bij de ISSL uitzit, moet ik Kees maatschappelijk helpen. Dat is mijn taak. Wanneer Kees in dat geval straks niet maatschappelijk zou zijn geborgen, schiet ik als coach tekort. Maar ik twijfel er geen mo ment aan dat hij het redt. Hij is duidelijk praktisch intelligent.' De resultaten (tijden) worden tot punten herleid. Basis voor deze punten- berekening vormt het zogenaamde 500 m resultaat. De 500 metertijd levert het aantal punten van de seconden op. De 1000 metertijd wordt omgezet in secon den en gedeeld door 2, de 1500 meter door 3, de 5000 meter door 10 en de 10.000 meter door 20. De vier wereldrecords leveren het volgende puntentotaal op: 500 meter: 38.0 38 seconden: 1 38.000 pnt 1500 meter: 1.58.7 118,7 seconden: 3 39.567 pnt 5000 meter: 7.09.8 429,8 seconden: 10 42.980 pnt 10000 meter: 14.55.9 895,9 seconden: 20 44.795 pnt De rijder met het minste aantal punten is winnaar van de gehele wedstrijd. Een rijder, die drie afstanden wint is ongeacht zijn puntentotaal zeker van de overwinning indien hij ook de vierde afstand reglementair heeft beëindigd. Schaatscentrum De Uithof GERS fan onze speciale verslaggever EN HAAG Het kenteken op e groene Porsche begint met de itters MEK. München Erhard eller. De populariteit van gele enheids-journalist-, tv-commen- itor-student in de tandheelkun- e Erhard Keiler reikt aanzien- jk verder dan het belang van de ihaatssport in West-Duitsland. wee Olympische medailles, in renoble en in Sapporo, hebben rhard Keiler ver boven de na- onale belangstelling voor zijn port uitgetild. Erhard Keiler is en symbool. En als zodanig ordt hij ook behandeld. Vandaar at kenteken. Slechts de Duitse ;ehoorzaamheid aan de admini- tratieve wetten is er oorzaak van at achter dat MEK niet 3800 kon forden toegevoegd. 38,00 de tijd, ie Erhard Keiler nodig heeft om e 500 meter te voltooien. 'hard veller heeft het vorig seizoen haaldelijk aangekondigd: na Sappo- is het 'schluss'. Afgelopen. De luitser hield zich zo strikt aan afspraak, dat hij zelfs in het 'reldkampioenschap in Eskilstuna iet aan de start verscheen. Niettemin Erhard Keiler erbij toen in au- "stus de nieuwe profgroep in Stock- 'jffl werd gepresenteerd. :r: 'Ik had inderdaad een punt ir mijn carrière gezet na de re- lwedstrijden in Inzeil. In een f aan de Westduitse schaatsbond 'i? ik uiteengezet waarom. Het kostte 'ij teveel tijd. En er stond niets üenover. Ik werd gekozen tot de ®st geklede man van het jaar in est-Duitsland. En toen was er een hna in mij geinteresseerd. Er wer- fn kostuums gemaakt, die mijn aam droegen. Ik kreeg daar geld en dat hield in dat ik niet meer amateur zou kunnen uitkomen. Ik WTINt ""I-I er< (AKEN D ;handil werd al vrij vroeg door de ISSL benaderd. Maar het kwam mij alle maal voor als een geweldige grap. Ik geloofde er eenvoudig niet in. Later is mij pas duidelijk geworden dat het ernst was. In juli heb ik het contract getekend, later dan de anderen'. Sprinters en all-rounders worden in de profschaatsorganisatie niet gelijk beloond. Het minimum-salaris komt voor beide groepen weliswaar neer op 25000 Zweedse kronen (ongeveer 17000 gulden) per jaar, maar het prijzengeld van de all-rounders ligt aanzienlijk hoger. Voor de top-evene- menten is er voor de all-rounders 154.000 Zweedse kronen per toernooi beschikbaar, voor de sprinters 96.000 Zweedse kronen. Keiler: 'Als ik in Londen was geweest bij de eerste bespreking zou dat niet gebeurd zijn. Dan hadden sprinters en all-rounders gelijk op gedeeld. Lin kovesi heeft het waarschijnlijk alle maal niet zo goed begrepen door wat taalkundige problemen, maar ik had het niet geaccepteerd. Ik zal dan ook alles in het werk stellen om volgend seizoen wel een gelijke verdeling te bewerkstelligen. Tenslotte komt zeker de helft van het publiek voor de sprintersklasse. Nederland is in dat opzicht misschien een uitzondering, maar ik weet zeker dat het in de andere schaatslanden wel ongeveer zo ligt'. Erhard Keiler heeft het profcontract geaccepteerd omdat hij verwacht er veel munt uit te kunnen slaan. Het amateur-schaatsen heeft hem ondanks zijn neven-activiteiten - toch een lieve cent gekost. Keiler: 'Ik heb door dat schaatsen twee jaar studie verloren. Twee jaar lang had ik al tandarts kunnen zijn. In West-Duitland betekent dat een verlies van 50.000 mark netto per jaar. Dat geld hoop ik nu terug te kunnen winnen. Vorig seizoen had ik last van een achillespees-blessure Dat is nu weer over. Ik heb mijn studie voorop gesteld Het komende voorjaar hoop ik daarmee helemaal klaar te komen. Maar volgend seizoen wil ik nog één jaar volop trainen. Dan wil ik alles winnen wat er te winnen valt. Mijn doel: de financiering van de apparatuur, die ik als tandarts nodig heb. Dat komt neer op zo'n anderhal ve ton. Om dat te bereiken is natuur lijk wel nodig dat het aantal wedstrij den wordt uitgebreid'. De formule, die de International Ska ting Union voor sprinters hanteert, is in het verleden dikwijls onderwerp geweest van gerechtvaardigde kritiek. Keiler liep daarin voorop. Hij ging van de stelling uit dat je het publiek veel meer kan boeien met 4 x 500 meter dan met 2 x 500 en 2 x 1000 meter. De nieuwe proforganisatie mis te een kans voor open doel door niettemin toch de oude afstanden in het programma op te nemen. .Erhard Keiler ontpopte zich plotseling als een der felste bestrijders van vernieu wingen in dit opzicht. Keiler: 'Dat is inderdaad een beetje hypocriet. Maar het gaat bij de pro fessionals nu eenmaal om het geld. En ik ben bevoordeeld als er een 1000 meter wordt gereden. Want op die afstand ben ik het sterkst. Op de 500 meter heb ik nogal wat te vrezen van Linkovesi en Börjes. Eventueel ver lies op die afstand kan ik weer goed maken op de 1000 meter. En dan is er nog een reden, waarom die oude for mule wat mij betreft voorlopig nog wel gehandhaafd mag blijven. Dat is de vergelijking met de amateurs. Je moet straks een parallel kunnen trekken. De verschillen moeten mar kant zijn. Dan zal het publiek zich tot ons richten. Een groot voordeel vind ik de bepaling dat alle tijden electro- nisch moeten worden opgenomen. 38 seconden blank hebben Linkovesi en ik gereden. Maar die tijden zijn met de hand gestopt. En dat scheelt tienden van seconden. Het enige echte record is in mijn ogen die 38,30 seconden, die ik electronisch heb laten registre ren. Maar als wij uitgaan van die 38 seconden blank geloof ik niet dat ik daar nog ooit onder zal komen. Zeker niet als ik in aanmerking neem dat alleen de 'electronische' tijden tellen'. De Olympische sprintkampiocn heeft zich de afgelopen maanden nogal op gewonden over de houding van de amateurorganisatie. In het boulevard blad Bildzeitung, waarin Keiler een column heeft, trok hij fel van leer tegen de ISU. Keiler: 'Ik vind het belachelijk dat de professionals in hun groei geremd worden door de ISU. Een boycot van banen, die faciliteiten verlenen aan professionals is ronduit lachwekkend. Als alle baandirecties op hun beurt de ISU zouden boycotten, waar blijft die organisatie dan? Ik vind het rede lijk dat de ISU een vergoeding krijgt voor de amateurs, die overgaan naar de profs. Maar daarmee moet de kous af zijn. Wanneer er samengewerkt zou worden, komt dat beide organisaties ten goede. Stel dat de baan in Inzeil voor de profs zou worden opengesteld. Dat zou stellig zoveel publiek trek ken, dat er een extra wedstrijd voor de amateurs kan worden georgani seerd. Het is doodgewoon kortzichtig heid van de ISU'. Erhard Keiier zou in dat geheel bijna zelf nog een belangrijke rol hebben gespeeld. Na Saporro was er sprake van dat hij op bestuurlijk niveau een hoge post zou gaan bekleden. Keiler: 'Wanneer ik geen prof was geworden, zou ik gekozen zijn tot voorzitter van de Westduitse schaats bond. Alles was al geregeld. Maar toen ik dat profcontract had getekend, trok ik mijn kandidatuur in. Toen is Richard Vorhammer de man gewor den, die op.de stoel van Schwabl is gaan zitten' De Münchense adspirant-tandarts heeft zich onmiddellijk na zijn schaatscarrière belangeloos ontfermd over een jeugdig Duits talent. Een duidelijk bewijs dat hem de toekomst van de Duitse schaatssport wel ter harte gaat 'In Walter Köppen zag ik wel wat. Vorig seizoen deed hij nog 43 secon den over de 500 meter. Nu heeft hij al 41,8 seconden gedraaid. Maar erg veel talent zie ik hier niet rijden. Dat komt ook omdat er buiten Inzeil nog steeds geen kunstijsbanen zijn. Al jarenlang wordt er gesproken over de aanleg van banen in andere streken van Duitsland. Maar het blijft bij praten. En nu na de Olympische Spe len ziet het er nog veel somberder uit. Er is geen geld voor de sport. Vorig jaar kreeg iedere topsporter een toelage van de Sporthilfe. Die is nu al teruggedraaid tot de helft'. Erhard Keiler heeft door zijn studie beslommeringen vrij weinig tijd ge had om te trainen. In zijn contract met de ISSL Is ook uitdrukkelijk de bepaling opgenomen dat in dit eerste seizoen de studie prevaleert. 'Ik train alleen in de weekeinden, verder waag ik mij niet op het ijs. Het kost mij eenvoudig teveel tijd om telkens die 120 kilometer tussen In zeil en München te overbruggen. Af gelopen zomer heb ik getraind met mijn windhond. Die heb ik gekregen na een weddenschap met de redactie van Bildzeitung. Als ik in Sapporo zou winnen, kreeg ik een windhond'. Als rechtgeaarde Duitser stuit het Keiler tegen de borst dat alles in de ISSL zo provisorisch geregeld is. Hij werd bijvoorbeeld niet In kennis ge steld van het feit dat een trainings wedstrijd een dag was vervroegd, waardoor hij de eerst dag van een meerkamp miste. 'Dat zijn nu typisch Amerikanen. Als er Duitsers in het bestuur hadden gezeten, was dat nooit gebeurd. Maar van de andere kant: wie neemt er nu zo'n geweldig risico om een proforga nisatie op te zetten? Dat had geen Duitser aangedurfd. Daar moet je toch wel Amerikaan voor zijn'. Erhard Keiler wordt in Den Haag in het nieuwe ISSL-pak gestoken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1973 | | pagina 21