ïrhard Keiler: hypocriet omwille van de centen
Wereldrecords
Punten
53
JfS
Prijzen
Agenda
IrOUW/KWARTET ZATERDAG 6 JANUARI 197.5
SPORT
T21/K21
DE DUBBELE BOEKHOUDING
VAN KEESSIE - KEESSIE
500 meter
Leo Linkovesi (Finland) 8-1-72 (Davos) 38.0
Erhard Keiler (WDld) 4-3-72 (Inzeil) 38.0
Hasse Börjes (Zweden) 4-3-72 (Inzeil) 38.0
1000 meter
Erhard Keiler (WDld) 4-3-72 (Inzeil) 1.18.5
1500 meter
Ard Schenk (Nederland) 16-1-71 (Davos) 1.58.7
5000 meter
Ard Schenk (Nederland) 4-3-72 (Inzeil) 7.09.8
10.000 meter
Ard Schenk (Nederland) 14-3-71 (Inzeil) 14.55.9
DEN HAAG Keessie-Keessie is nog altijd een begrip. Jarenlang
heeft die dubbele koosnaam als een synoniem gegolden. Een syno
niem voor daverende successen, voor hossende supporters op klom
pen, voor een massale belangstelling voor een mondiaal gezien
beperkte sport. Bijna voor het schaatsen zelf. Want zelfs toen
de kreet 'Ard en Keessie' van de tribunes werd gescandeerd, werd
Keessie als hét symbool gezien. Ard stond louter en alleen voorop
omdat het beter in het gehoor lag. Maar Keessie vormde het mid
delpunt. Keessie had de hoofdrol. Het schaatsen draaide om Kees
sie. En het was nog bijna waar ook. Toen de tribune 'Keessie' lang
zaam maar zeker begon te vergeten, toen tenslotte alleen nog maar
'Ard' over bleef, braken voor Keessie de sombere jaren uit zijn
schaatsleven aan. Zijn prestaties, die minder dan een handvol jaren
terug nog voldoende waren voor een nationale vreugdedans, wer
den nu achteloos terzijde geschoven. Keessie-Keessie sloot zich op.
Hij creëerde zelf een stukje wrok. Hij zette zich af tegen zijn om
geving. Hij zocht en vond een zondebok. Keessie heeft zichzelf
tal van maskers aangemeten. Zij werden hem afgerukt. Niet alle-
1 tegelijk. Langzaam. Eén voor één. Er vond een soort ontluis
tering plaats. De maskers werden 'vertaald'. Geheimzinnig heette
voortaan 'nukkig', 'eigenwijs'. Mysterieus werd vervangen door
'gespletenheid' of nog minder vleiende uitdrukkingen. Ten on
rechte. Net zoals de 'vertalingen' in zijn glorietijd overigens. Deze
uiterst gecompliceerde Keessie is niet onder één noemer te vangen.
In de na-dagen van zijn schaatscarriere is hij weer verenigd met
de man, aan wie hij zich ook in zijn groei naar de top optrok:
Anton Huiskes. Voor de zoveelste keer in zijn carrière manifesteert
de schaatser, die zich tweede kerstdag met een Noorse verloofde,
zich in een andere gedaante. Een gedaante, die veel lijkt op de
oude Keessie. Als 30-jarige hoopt hij het nog één keer te mogen
beleven. Die massale yel van de tribunes. Keessie-Keessie.
ALL-ROUNDKLASSE
(alle bedragen in Zweedse Kronen;
1 Kroon 0,664)
Eerste prijs: 50.000
Tweede prijs: 35.000
Derde prijs: 20.000
Vierde prijs: 14.000
Vijfde prijs: 11.000
Zesde prijs: 9.000
Zevende prijs: 8.000
Achtste prijs: 7.000
SPRINTERSKLASSE
(alle bedragen in Zweedse Kronen;
1 Kroon 0,664)
Eerste prijs: 35.000
Tweede prijs: 20.000
Derde prijs: 14.000
Vierde prijs: 11.000
Vijfde prijs: 9.000
Zesde prijs: 7.000
Zevende prijs: 6.000
Achtste prijs: 5.000
Voor de verbetering van een wereld
record wordt een premie uitgekeerd
van 25.000 Zweedse Kronen.
Blijft een rijder per seizoen onder
een prijzenbedrag van 30.000 Zweed
se Kronen, dan wordt dit door de
ISSL aangevuld tot dit bedrag.
Professionals: 6 en 7 januari: De
Uithof (Den Haag) World Cup: 22
en 21 januari: Skiën. Europese kam
pioenschap: 10 en 11 februari: Go-
tenburg: Wereldkampioenschap.
Amateurs: heren: 13 en 14 januari:
Heerenveen. Nederlands kampioen
schap: Suikertoemooi op 22 januari
(Groningen). 23 januari (Deventer)
24 januari (Eindhoven) en 26 janua
ri (Amsterdam), 27 en 28 januari;
Grenoble: Europees kampioenschap
3 en 4 februari: wereldkampioen
schap sprint Oslo; 7 en 8 februari:
landenwedstrijd Noorwegen-Neder-
land. Oslo; 17 en 18 februari: we
reldkampioenschap, Deventer.
Dames: 13 en 14 januari: Nederlands
kampioenschap Heerenveen; 3 en 4
februari: wereldkampioenschap Oslo;
10 en 11 februari: Europees kampi
oenschap Brandbu (Noorwegen); 24
en 25 februari: wereldkampioen
schap Strömsund (Zweden).
Jeugd: 6 en 7 januari: Nederlands
kampioenschap jongens, Utrecht; 6
en 7 januari: Nederlands kampioen
schap meisjes Assen; 20 en 21 janua
ri ISU kampioenschappen jongens
en meisjes, Assen.
Korte baan: 23 en 24 februari: Ne
derlands kampioenschap dames en
heren eventueel op natuurijs.
973 zou zijn laatste schaatsjaar zijn
eworden. Als alles bij het oude was
ebleven. Wanneer er geen Johnny
ilsson was geweest, die hem als
erste had benaderd om over de plan-
en voor een professionele schaats-
■oep te praten. Verkerk zag het al
oor zich. 'In Deventer had ik af-
id willen nemen. In de stad, die
iverbrekelijk verbonden blijft aan
val, die ik daar in 1966 maakte
jdens het Europees kampioenschap,
lat heeft mij bekend gemaakt, die
1. En het wereldrecord op de 10.000
ster in Inzeil. Toen ik al uitgescha-
eld was voor de Europese titel. Zeg
:es Verkerk en het publiek herin-
rt zich die twee feiten onmiddel-
l Die val en dat record.'
hnny Nilsson heeft de carrière van
rkerk echter gerekt. Voor Keessie
d het een bijzondere betekenis dat
als eerste werd benaderd. Hij
elde zich weer groeien in de rol,
hij zo graag speelt: die van leider,
zag het ook als een ontsnapping
de wereld, die hij de laatste jaren
ornamelijk zelf rond zijn figuur
geschapen. Een ontsnapping aan
ensen, met wie hij moeilijk overweg
Tegenover wie hij bijna een
jandelijke houding aannam. Zoals
»en Pfrommer. Daarom stelde hij
di van meet af aan achter het plan.
rader aarzelen. Kees Verkerk heeft
ïmers niets te verliezen,
et professionalisme grijpt hij met
handen aan. Hij ziet het als de
om nog één keer een hoofdrol te
irtolken. 'Met Leen Pfrommer heb
nooit optimaal overweg gekund,
trok één man voor: Jan Bols.
egrijpelijk, want hij is met Jan Bols
i de kernploeg gekomen. Maar daar
den de anderen onder. En ook Bols
zelf. Want die overdreven aandacht
kan wel eens averechts werken.' Kees
Verkerk is van mening dat die be
voorrechte positie van Jan Bols in
allerlei zaken naar voren kwam.
'Neem het Nederlands kampioenschap.
Tegen Eddy zegt Leen: Doe je best.
Tegen Jan Bols zegt hij: pak 'em. Dat
is niet gelijk voor mij. Daarmee geeft
hij te kennen dat hij voor Jan meer
voelt. Voor een trainer moeten al zijn
pupillen gelijk zijn. Dat was bij
Pfrommer niet zo.'
Voor Kees Verkerk groeide de bevoor
rechte positie van Bols, zoals Verkerk
die zelf zag, uit tot een obsessie. 'Ik
heb geprobeerd om mij ertegen te
verzetten. Het waren kleine proble
men. En dan ga je maar in een
hoekje zitten en je gaat over die
problemen nadenken. Je moet het
allemaal zelf opvreten. Er is niemand
om mee te praten. En zo worden
kleine problemen grote problemen.
En tenslotte wordt het één grote
puinhoop.'
Verkerk verklaart uit die problemen
de neergaande lijn in zijn prestaties.
'Een topprestatie is voor negentig
procent van de man zelf afhankelijk.
Maar dan blijft er nog tien procent
over aan andere factoren. En dat kan
van alles zijn. De trainer, de toestand
thuis, het publiek. Als dat niet opti
maal is, kun je maar voor negentig
procent tot een topprestatie komen.
En om het hoogste te kunnen berei
ken moet je de volle honderd procent
halen. Anders word je voorbijge
streefd.'
Een gesprek voeren met Kees Ver
kerk is een moeilijke zaak. Hij bouwt
een aantal theoriën op, waarvan de
samenhang onduidelijk is. Niet zelden
spreekt de ene theorie de andere
volstrekt tegen. In vijf minuten kan
Verkerk twee volmaakt tegenstrijdige
beweringen doen. Dan blijkt dat hij
zich maar heel moeilijk bloot geeft.
Anton Huiskes spreekt in zo'n geval
van een 'dubbele boekhouding.' "Dat
heeft Kees altijd gehad. En ik geloof
dat je hem die niet mag afnemen.'
Niemand kan Verkerk beter typeren
dan Huiskes. Hij is één van de weini
gen, die hem aanvoelt. 'Het is niet
eerlijk om Kees af te wegen tegen
bijvoorbeeld Ard Schenk. Kees komt
nu eenmaal uit een heel ander mi
lieu. Zijn vader heeft een café, waar
Kees zelf ook nogal veel zit. Mis
schien voel ik hem wat beter aan
omdat ik zelf ook een kasteleinszoon
ben. Ik probeer hem altijd vanuit die
achtergrond te benaderen. En ik kan
niet anders zeggen dan dat ik met
hem een goed contact heb. Logisch
natuurlijk, want aan wie zou hij zich
anders moeten optrekken om Ard te
verslaan.'
Verkerk is ambitieuzer dan hij in
jaren is geweest. In de training werkt
hij weer ouderwets. Zoals hij dat al
die jaren onder Anton Huiskes heeft
gedaan. Hij verschuilt zich niet meer
achter doorzichtige smoesjes. En dat
allemaal ter ere van Anton, de enige
die hij volledig vertrouwt. 'Anton is
de man. die mij altijd het meest heeft
gewaardeerd.'
Het feit dat hij en Roar Gronvold zijn
gekozen als degenen, die binnen de
profschaatsorganisatle de belangen
van de rijders moeten verdedigen,
heeft hem ontegenzeggelijk gesterkt.
Kees Verkerk put daar weer een nieu
we dosis morele doping uit. 'Het is
een soort probleemraad. Als de rij
ders iets hebben, kunnen zij ermee
bij mij of bij Roar aankloppen. Wij
gaan die problemen dan met Johnny
Nilsson bespreken, die op zijn beurt
weer contact kan opnemen met Edgar
Neely. Op die manier hebben de rij
ders toch een belangrijk stukje in
spraak verworven.'
Verkerk voelt zich van een last be
vrijd. 'De wedstrijd in De Uithof
beschouw ik als een soort Nederlands
kampioenschap. Daarom hecht ik er
persoonlijk ook zoveel waarde aan dat
landgenoten tegen elkaar kunnen rij
den. Ik zou wat graag een 10.000
meter tegen die lange (Ard Schenk
red.) willen rijden. In het verleden
was het zo dat een Nederlands kam
pioenschap beslissend was voor uit
zending naar de grote toernooien. Stel
dat ik zesde was geworden. Dan had
ik er niet. bii gezeten. En dan te
bedenken dat ik tien jaar lang lid ben
geweest van de kernploeg. Nu is dat
anders. Al word ik achtste in Den
Haag dan zit ik er nog bij. Dat
betekent niet dat de profs zich van
alles kunnen permitteren. Wie niet
hard genoeg werkt, vliegt eruit. Zon
der meer. Dat is gewoon keihard.'
Verkerk zonder schaatsen lijkt een
bijna onmogelijk fenomeen. Toch zal
ook Kees het einde van zijn loopbaan
zien naderen. Het is niet waarschijn
lijk dat er aan het eind van de
driejarige verbintenis, bij een eventu
eel succes van de ISSL, een nieuw
profcontract voor hem klaar zal lig
gen. Maar wat zal Keessie zonder ijs
moeten doen? Met dat probleem heb
ben buitenstaanders zich meer bezig
gehouden dan hijzelf. En Keessie zelf
blijkt er wat zijn toekomstplannen
betreft, een dubbele boekhouding op
na te houden. 'Ik ben al eens in
Japan en in Amerika gevraagd om als
trainer te komen werken. Maar dat
zie ik niet zo zitten. Jc krijgt daar
totaal geen faciliteiten. In de zomer
treed ik dikwijls op als speaker bij
rolschaatswedstrijden. Dat doe ik dan
voor een rolschaatsfabrikant. Ik sta
daar ingeschreven als hulpvertegen
woordiger. Maar dat is natuurlijk
geen baan voor het hele jaar.'
Evenals in zijn sportieve carrière laat
Verkerk zich in zijn maatschappelijke
carrière het beste leiden door Anton
Huiskes. 'Ik ben met Anton in
Utrecht geweest. Anton Is directeur
van de dienst sport en spel van de
Katholieke Jeugdraad. En in het ka
der daarvan gaf hij schaatsonderricht
aan huismoeders in Utrecht. Ik was
daarbij. Anton vertelde hoe het moest
en ik deed het voor. Dat vond ik
machtig mooi werk. Ik was daar zo'n
beetje hulpje van Anton. Maar ik
besef wel dat ik die taak niet kan
overnemen, omdat ik geen MO-er ben.
Toch vind ik dat instrueren leuk
werk. Vooral met de jeugd. Misschien
dat er een kansje is dat ik straks jeugd
trainer kan worden. De vraag is al
leen of ik daarvan kan leven.'
Huiskes heeft nogal bedenkingen te
gen dat trainersschap 'Kees mist
daarvoor de basis. Als Kees zegt: ik
wil trainer worden, dan moet hij daar
toch eerst maar eens heel goed over
nadenken. Hij moet een goede kroeg
hebben. Of een camping. Als ik deze
drie jaar als coach bij de ISSL uitzit,
moet ik Kees maatschappelijk helpen.
Dat is mijn taak. Wanneer Kees in
dat geval straks niet maatschappelijk
zou zijn geborgen, schiet ik als coach
tekort. Maar ik twijfel er geen mo
ment aan dat hij het redt. Hij is
duidelijk praktisch intelligent.'
De resultaten (tijden) worden tot punten herleid. Basis voor deze punten-
berekening vormt het zogenaamde 500 m resultaat. De 500 metertijd levert het
aantal punten van de seconden op. De 1000 metertijd wordt omgezet in secon
den en gedeeld door 2, de 1500 meter door 3, de 5000 meter door 10 en de
10.000 meter door 20.
De vier wereldrecords leveren het volgende puntentotaal op:
500 meter: 38.0 38 seconden: 1 38.000 pnt
1500 meter: 1.58.7 118,7 seconden: 3 39.567 pnt
5000 meter: 7.09.8 429,8 seconden: 10 42.980 pnt
10000 meter: 14.55.9 895,9 seconden: 20 44.795 pnt
De rijder met het minste aantal punten is winnaar van de gehele wedstrijd.
Een rijder, die drie afstanden wint is ongeacht zijn puntentotaal zeker van de
overwinning indien hij ook de vierde afstand reglementair heeft beëindigd.
Schaatscentrum De Uithof
GERS
fan onze speciale verslaggever
EN HAAG Het kenteken op
e groene Porsche begint met de
itters MEK. München Erhard
eller. De populariteit van gele
enheids-journalist-, tv-commen-
itor-student in de tandheelkun-
e Erhard Keiler reikt aanzien-
jk verder dan het belang van de
ihaatssport in West-Duitsland.
wee Olympische medailles, in
renoble en in Sapporo, hebben
rhard Keiler ver boven de na-
onale belangstelling voor zijn
port uitgetild. Erhard Keiler is
en symbool. En als zodanig
ordt hij ook behandeld. Vandaar
at kenteken. Slechts de Duitse
;ehoorzaamheid aan de admini-
tratieve wetten is er oorzaak van
at achter dat MEK niet 3800 kon
forden toegevoegd. 38,00 de tijd,
ie Erhard Keiler nodig heeft om
e 500 meter te voltooien.
'hard veller heeft het vorig seizoen
haaldelijk aangekondigd: na Sappo-
is het 'schluss'. Afgelopen. De
luitser hield zich zo strikt aan
afspraak, dat hij zelfs in het
'reldkampioenschap in Eskilstuna
iet aan de start verscheen. Niettemin
Erhard Keiler erbij toen in au-
"stus de nieuwe profgroep in Stock-
'jffl werd gepresenteerd.
:r: 'Ik had inderdaad een punt
ir mijn carrière gezet na de re-
lwedstrijden in Inzeil. In een
f aan de Westduitse schaatsbond
'i? ik uiteengezet waarom. Het kostte
'ij teveel tijd. En er stond niets
üenover. Ik werd gekozen tot de
®st geklede man van het jaar in
est-Duitsland. En toen was er een
hna in mij geinteresseerd. Er wer-
fn kostuums gemaakt, die mijn
aam droegen. Ik kreeg daar geld
en dat hield in dat ik niet meer
amateur zou kunnen uitkomen. Ik
WTINt ""I-I
er<
(AKEN
D
;handil
werd al vrij vroeg door de ISSL
benaderd. Maar het kwam mij alle
maal voor als een geweldige grap. Ik
geloofde er eenvoudig niet in. Later
is mij pas duidelijk geworden dat het
ernst was. In juli heb ik het contract
getekend, later dan de anderen'.
Sprinters en all-rounders worden in
de profschaatsorganisatie niet gelijk
beloond. Het minimum-salaris komt
voor beide groepen weliswaar neer op
25000 Zweedse kronen (ongeveer
17000 gulden) per jaar, maar het
prijzengeld van de all-rounders ligt
aanzienlijk hoger. Voor de top-evene-
menten is er voor de all-rounders
154.000 Zweedse kronen per toernooi
beschikbaar, voor de sprinters 96.000
Zweedse kronen.
Keiler: 'Als ik in Londen was geweest
bij de eerste bespreking zou dat niet
gebeurd zijn. Dan hadden sprinters
en all-rounders gelijk op gedeeld. Lin
kovesi heeft het waarschijnlijk alle
maal niet zo goed begrepen door wat
taalkundige problemen, maar ik had
het niet geaccepteerd. Ik zal dan ook
alles in het werk stellen om volgend
seizoen wel een gelijke verdeling te
bewerkstelligen. Tenslotte komt zeker
de helft van het publiek voor de
sprintersklasse. Nederland is in dat
opzicht misschien een uitzondering,
maar ik weet zeker dat het in de
andere schaatslanden wel ongeveer zo
ligt'.
Erhard Keiler heeft het profcontract
geaccepteerd omdat hij verwacht er
veel munt uit te kunnen slaan. Het
amateur-schaatsen heeft hem ondanks
zijn neven-activiteiten - toch een lieve
cent gekost.
Keiler: 'Ik heb door dat schaatsen
twee jaar studie verloren. Twee jaar
lang had ik al tandarts kunnen zijn.
In West-Duitland betekent dat een
verlies van 50.000 mark netto per
jaar. Dat geld hoop ik nu terug te
kunnen winnen. Vorig seizoen had ik
last van een achillespees-blessure Dat
is nu weer over. Ik heb mijn studie
voorop gesteld Het komende voorjaar
hoop ik daarmee helemaal klaar te
komen. Maar volgend seizoen wil ik
nog één jaar volop trainen. Dan wil
ik alles winnen wat er te winnen valt.
Mijn doel: de financiering van de
apparatuur, die ik als tandarts nodig
heb. Dat komt neer op zo'n anderhal
ve ton. Om dat te bereiken is natuur
lijk wel nodig dat het aantal wedstrij
den wordt uitgebreid'.
De formule, die de International Ska
ting Union voor sprinters hanteert, is
in het verleden dikwijls onderwerp
geweest van gerechtvaardigde kritiek.
Keiler liep daarin voorop. Hij ging
van de stelling uit dat je het publiek
veel meer kan boeien met 4 x 500
meter dan met 2 x 500 en 2 x 1000
meter. De nieuwe proforganisatie mis
te een kans voor open doel door
niettemin toch de oude afstanden in
het programma op te nemen. .Erhard
Keiler ontpopte zich plotseling als
een der felste bestrijders van vernieu
wingen in dit opzicht.
Keiler: 'Dat is inderdaad een beetje
hypocriet. Maar het gaat bij de pro
fessionals nu eenmaal om het geld.
En ik ben bevoordeeld als er een 1000
meter wordt gereden. Want op die
afstand ben ik het sterkst. Op de 500
meter heb ik nogal wat te vrezen van
Linkovesi en Börjes. Eventueel ver
lies op die afstand kan ik weer goed
maken op de 1000 meter. En dan is er
nog een reden, waarom die oude for
mule wat mij betreft voorlopig nog
wel gehandhaafd mag blijven. Dat is
de vergelijking met de amateurs.
Je moet straks een parallel kunnen
trekken. De verschillen moeten mar
kant zijn. Dan zal het publiek zich tot
ons richten. Een groot voordeel vind
ik de bepaling dat alle tijden electro-
nisch moeten worden opgenomen. 38
seconden blank hebben Linkovesi en ik
gereden. Maar die tijden zijn met de
hand gestopt. En dat scheelt tienden
van seconden. Het enige echte record
is in mijn ogen die 38,30 seconden,
die ik electronisch heb laten registre
ren. Maar als wij uitgaan van die 38
seconden blank geloof ik niet dat ik
daar nog ooit onder zal komen. Zeker
niet als ik in aanmerking neem dat
alleen de 'electronische' tijden tellen'.
De Olympische sprintkampiocn heeft
zich de afgelopen maanden nogal op
gewonden over de houding van de
amateurorganisatie. In het boulevard
blad Bildzeitung, waarin Keiler een
column heeft, trok hij fel van leer
tegen de ISU.
Keiler: 'Ik vind het belachelijk dat de
professionals in hun groei geremd
worden door de ISU. Een boycot van
banen, die faciliteiten verlenen aan
professionals is ronduit lachwekkend.
Als alle baandirecties op hun beurt
de ISU zouden boycotten, waar blijft
die organisatie dan? Ik vind het rede
lijk dat de ISU een vergoeding krijgt
voor de amateurs, die overgaan naar
de profs. Maar daarmee moet de kous
af zijn. Wanneer er samengewerkt zou
worden, komt dat beide organisaties
ten goede. Stel dat de baan in Inzeil
voor de profs zou worden opengesteld.
Dat zou stellig zoveel publiek trek
ken, dat er een extra wedstrijd voor
de amateurs kan worden georgani
seerd. Het is doodgewoon kortzichtig
heid van de ISU'.
Erhard Keiier zou in dat geheel bijna
zelf nog een belangrijke rol hebben
gespeeld. Na Saporro was er sprake
van dat hij op bestuurlijk niveau een
hoge post zou gaan bekleden.
Keiler: 'Wanneer ik geen prof was
geworden, zou ik gekozen zijn tot
voorzitter van de Westduitse schaats
bond. Alles was al geregeld. Maar
toen ik dat profcontract had getekend,
trok ik mijn kandidatuur in. Toen is
Richard Vorhammer de man gewor
den, die op.de stoel van Schwabl is
gaan zitten'
De Münchense adspirant-tandarts
heeft zich onmiddellijk na zijn
schaatscarrière belangeloos ontfermd
over een jeugdig Duits talent. Een
duidelijk bewijs dat hem de toekomst
van de Duitse schaatssport wel ter
harte gaat
'In Walter Köppen zag ik wel wat.
Vorig seizoen deed hij nog 43 secon
den over de 500 meter. Nu heeft hij
al 41,8 seconden gedraaid. Maar erg
veel talent zie ik hier niet rijden. Dat
komt ook omdat er buiten Inzeil nog
steeds geen kunstijsbanen zijn. Al
jarenlang wordt er gesproken over de
aanleg van banen in andere streken
van Duitsland. Maar het blijft bij
praten. En nu na de Olympische Spe
len ziet het er nog veel somberder
uit. Er is geen geld voor de sport.
Vorig jaar kreeg iedere topsporter een
toelage van de Sporthilfe. Die is nu al
teruggedraaid tot de helft'.
Erhard Keiler heeft door zijn studie
beslommeringen vrij weinig tijd ge
had om te trainen. In zijn contract
met de ISSL Is ook uitdrukkelijk de
bepaling opgenomen dat in dit eerste
seizoen de studie prevaleert.
'Ik train alleen in de weekeinden,
verder waag ik mij niet op het ijs.
Het kost mij eenvoudig teveel tijd om
telkens die 120 kilometer tussen In
zeil en München te overbruggen. Af
gelopen zomer heb ik getraind met
mijn windhond. Die heb ik gekregen
na een weddenschap met de redactie
van Bildzeitung. Als ik in Sapporo
zou winnen, kreeg ik een windhond'.
Als rechtgeaarde Duitser stuit het
Keiler tegen de borst dat alles in de
ISSL zo provisorisch geregeld is. Hij
werd bijvoorbeeld niet In kennis ge
steld van het feit dat een trainings
wedstrijd een dag was vervroegd,
waardoor hij de eerst dag van een
meerkamp miste.
'Dat zijn nu typisch Amerikanen. Als
er Duitsers in het bestuur hadden
gezeten, was dat nooit gebeurd. Maar
van de andere kant: wie neemt er nu
zo'n geweldig risico om een proforga
nisatie op te zetten? Dat had geen
Duitser aangedurfd. Daar moet je
toch wel Amerikaan voor zijn'.
Erhard Keiler wordt in Den Haag in het nieuwe ISSL-pak gestoken.