Haagse hervormden van toen en gereformeerden van nu Werk en kerk - over en weer 1 Veranderingen van de moraal door ds. H. Wethmar vandaag Beroepings- werk lrouw K wartet TROUW/KWARTET ZATERDAG 16 DECEMBER 1972 KERK T2/1 Cartoon van Arend van Dam in de brochure Theologie aan de VU'. door A. J. Klei Bezoekers van de gereformeer de synode klampen bij gebrek aan beter wel eens een journa list aan en zo geviel het dat mij onlangs in Lunteren tijdens een koffiepauze werd gevraagd of ik nu ook niet vond dat ze beter hun mond konden houden dan aldoor onrust in de kerken te zaaien. Met 'ze' werden bedoeld degenen die op dat moment op het synodale matje moesten komen: professor Kuitert en dominee Wiersinga. Ik gaf als mijn mening dat deze beide theologen heel wat minder onrust teweeg hadden gebracht dan nijvere kerkbodescribenten die, vóórdat een bepaald nummer van Wending of een zeker proefschrift bij gemeente leden in de lectuurbak lag (als dat blad of dit boek daar ooit al terecht zou komen), breed gingen uitmeten wat er aan het ene mankeerde en waarom het andere niet deugde, en hoe gevaarlijk het allebei wel kon wezen. Maar goed. er lopen, dunkt me, genoeg gereformeerde mensen rond die als er in een synodale uitspraak iets gezegd wordt over zorgvuldig heid betrachten en zo, dit het liefst zó vertalen: en nou moeten de heren theologen voortaan maar voor zich houden wat ze hiervan of daarvan vinden, want je krijgt er niks als narigheid van. Nu heeft dat lange tijd in gerefor meerde kring als de hoogste wijs heid gegolden: mondje dicht, niks zeggen. En èls er iemand eens wat zei werd er net gedaan alsof hij 't niet gedaan had. Tenminste, an ders kan ik niet verklaren waarom geen gereformeerd mens op de ket ting is gesprongen toen de gerefor meerde professor Sizoo van de Vrije Universiteit in 1933 in een populair gesteld boekje over radio-activiteit de aarde zo'n drie miljard jaar gaf. De discussies, wil men: de onrust en verwarring, zijn pas vèr na de twee de wereldoorlog gekomen. Op een vergadering van gereformeerde pre dikanten zei de hervormde professor Berkhof: ja jongens, jullie hebben altijd gedaan alsof er niets aan de hand was, nu maken jullie mee wat wij al achter de rug hebben. Professor Berkhof zei dit niet met leedvermaak, hij stelde het alleen maar nuchter vast. Intussen blijft de vraag voor veel gereformeerden: moet dat nu, al die theologische inzichten zomaar op straat, kunnen ze dat niet beter binnenskamers af handelen? Wie de vraag zo stelt, bedoelt eigen lijk te zeggen: och, dat de geleerde heren es wat anders tegen bepaalde dingen aankijken is tenslotte hun zaak, als ze de gemeente haar ver trouwde standpunt maar niet afpak ken. Voor dit probleem stond in 1906 de Haagse hervormde predikant dr. J. A. Cramer: hij had een andere bij belbeschouwing dan het gros van de (orthodoxe) gemeente, moest hij die voor zich houden ofOp 21 okto ber van dat jaar preekte dr. Cramer in de Grote Kerk te Den Haag over Johannes 1 vers 26: 'Hij staat mid den onder u, die gij niet kent'. In zijn preek betoogde dr. Cramer dat de Haagse gemeente Jezus niet écht kende, omdat Hij verscholen bleef achter een star bijbel-geloof. Veertien dagen later preekte hij in de Kloosterkerk en bij die gelegen heid ging dr. Cramer in op de klacht dat hij de mensen de bijbel wilde ontnemen. Maar de prediker bleef er bij: de inspiratieleer was een omtuining van Gods woord, die alle werking van dat Woord belem merde en verhinderde. Hierna hield dr. Cramer nóg twee preken waarin hij duidelijk maakte hoe hij tegen de bijbel aankeek. Bij de preek die dr. Cramer op 21 oktober hield, had hij zijn collega dr. J. H. Gerretsen onder zijn ge hoor. Op die manier werd deze bij de kwestie betrokken. Dr. Gerretsen gaf niet direct zijn standpunt, pas het jaar daarop, in 1907, publiceerde hij een geschrift dat als titel kreeg: 'De Schriftkritiek in haar beteekenis voor den tegenwoordigen tijd. Een woord tot de Haagsche Gemeente'. Dr. Gerretsen koos de vorm van een brochure, hij vond de kansel niet de plaats om deze dingen te bespreken. Dr. Gerretsen zag heel duidelijk het gevaar dat, als je eenmaal bij de bijbel onderscheid gaat maken tus sen vorm en inhoud, de deur voor willekeur wijd open staat: wat de één nog inhoud noemt, kan de an der tot de vorm rekenen. Toch zou dr. Gerretsen vanwege dit gevaar het historisch-wetenschappelijk on derzoek niet opzij zetten noch de resultaten daarvan negeren. Waarom niet? Omdat, aldus dr. Ger retsen. God wil dat wij het gevaar lijke standpunt van de zgn. Schrift- kritiek innemen. Want als het God behaagd had ons een bijbel te geven die in zijn vórm even vast was als in zijn inhoud, dan zouden wij die wel hebben ontvangen Ik neem nu over wat dr. G. Th. Scheers in 'Ernst en vrede' (bundel opstellen rondom de ethische theolo gie, in 1951 verschenen bij het zilve ren ambtsjubileum van prof. dr. Maarten van Rhijn) over het stand punt van dr. Gerretsen schreef. Dit is daarom ook actueel omdat de opstanding ter sprake komt. In de tegenwoordige debatten in de gere formeerde kerken hoor je vaak op merken: als je nu de historiciteit van Adam en Eva loslaat, wat let je dan om straks ook de opstanding van Christus als niet-gebeurd te be schouwen? Dr. Scheers over dr. Gerretsen: 'Hij loil geen kloof tussen de univer siteit en de kerk-. Dan wordt de kerk een methodistische secte en vervult ze haar roeping tegenover de wereld niet. De gemeente belijdt de opstanding van Christus niet op grond van de historische juistheid van de opstandingsberichten, maar omdat zij Zijn levendmakende kracht ondervonden heeft. Van deze geloofservaring (die iets anders is dan gevoelservaring) is God zelf de grond. Wanneer men op deze basis staat heeft men voor het historisch- wetenschappelijk onderzoek geen en kele vrees meer'. Een echt-ethisch verhaal, zegt mis schien een kenner. Ik zal niet bewe ren dat gereformeerde theologen het net zo zouden zeggen. Ik heb ze wél eens horen zeggen (en dat be doelde dr. Gerretsen toch ook) dat iemands gelóóf toch niet staat of valt met het ontmoeten van een nieuwe visie op de vorm waarin de bijbel tot ons is gekomen. De rooms-katholieke essayist Jan Taal. die van huis uit hervormd is (Haags hervormd, om precies te zijn), vertelt in zijn aardige autobio grafie 'Door vrij denken tot christe lijk geloven' (waaruit ik voor dit verhaal geplunderd heb) hoe het optreden van de dominees Cramer en Gerretsen veel rumoer verwekte. Vooral in dr. Gerretsen was men teleurgesteld. Deze kreeg in die pe riode bezoek van een paar ouderlin gen die hem smeekten Gods Woord toch niet aan te tasten. Gerretsen haalde een Grieks Nieuw Testament van Tischendorf voor de dag en liet zijn bezoekers zien, hoeveel verschil lende lezingen de handschriften soms hebben. Hij vroeg: wat vinden de broeders dat ik moet doen? Het antwoord luidde: geen Grieks lezen, dominee! Die gereformeerde synodebezoeker van nu en die bezorgde Haagse her vormde ouderlingen van toen lijken een beetje op elkaar: praat maar niet over de problemen, doe maar net of ze er niet zijn. Geen bericht is goed bericht, nietwaar? Maar dr. Gerretsen vond het van grote bete kenis als de Schriftkritiek zou wor den aanvaard: juist als het uiterlijk gezag van de bijbel wegviel, zou de gemeente geroepen worden het ge zag Gods door eigen geestelijk leven op deze wereld te realiseren. Gerret sen besloot zijn brochure aldus: 'Ziedaar dus ivaarom ik het met de Schriftkritiek waag. Zij is een zweepslag over onze trage zielen. Wat verlies scheen, zal blijken groote winst te zijn. Daarom, Ge meente van Christus, waag het bid dend met de zoo gevreesde Schrift kritiek. God wil het! Gij roept: een spooksel! een spooksel! Maar Chris tus zegt: Ik ben het'. Gereformeerden èn hervormden van nu lopen minder vlug te koop met de mérites van eigen geestelijk le ven dan de ethische broeders van toen. De gereformeerde prof. dr. H. M. Kuitert zegt het in zijn boekje 'Verstaat gij wat gij leest' zo: 'Het gezag van de bijbel is niet gered wanneer ieder aanvaardt dat de ezelin van Bileam gesproken heeft Het gezag van de Schrift hoog houden is: zich aan de Schrift onderwerpen. Maar dat ge beurt pas als men zich onderwerpt aan wat de Schrift zegt dat wij heden doen moeten'. 'Met onze wetenschap en techniek ver anderen wij de wereld zo grondig, dat wij zelf anders worden. Wij groeien op met andere vanzelfsprekendheden, een andere doxa. Niet alleen wij, ook de wereld en de verhoudingen tussen mens en wereld veranderen drastisch. Met name blijkt telkens weer dat de mens leeft in een gesloten systeem dat onder de last van de mensheid dreigt te bezwijken. Vóór de mensheid de wereld in regie kan nemen zal de mensheid zichzelf, zijn organisatievor men cn communicatiesystemen, zijn vanzelfsprekendheden en verlangens, zijn doxa en zijn moraal in regie moe ten nemen. Het is onze enige overle vingskans'. Dit is een groot citaat (blz. 58) uit een klein boekje van het Nederlands Ge- spreks Centrum'). Maar het toont toch duidelijk de boeiende ernst waarmee de gesprekspartners vanuit verschillende overtuigingen met elkaar de vraagstuk ken van ons samenleven en samen overleven aandurven. Het boekje met bijdragen van o.a. de hoogleraren De Graaf, Hulsman. Kuitert en drs. v .d. Ploeg, biedt veel materiaal in amper 77 bladzijden. Lang niet alles wordt als een vanzelfsprekendheid opgediend. Het gaat er m.i. juist om dat de lezer die dagelijks handelt in de sfeer die deze groep probeert te peilen, zelf gaat na denken. De verschillende niet ondertekende bij dragen zijn evenzoveel aangevertjes om over na te piekeren. Je herkent jezelf en je leefklimaat doordat de dingen op een rijtje worden gezet. Het boekje dal niet meer dan een gedachtenhulp wil zijn geeft vanuit -yerwhülende invals hoeken informatie1 en neemt door het zich onthouden van één dwingende richtlijn over de verandering van de moraal de lezer juist serieus. Soms merk je ook eens dat met name de theologie een grijzere wetenschap is die, door schade en schande geleerd, iets voorzichtiger formuleert (tenmin ste in dit boekje) dan een jongere wetenschap. Uit een kennelijk biologi sche bijdrage aan de bezinning op de verandering van de moraal haalde ik dit: 'De aapmens werd eerst technicus en vond de cultuurrampen uit. Toen werd hij ook nog ethicus. Dat was mogelijk, want de onzichtbare hand van de evolutie had hem reeds vatbaar gemaakt voor de contrastervaringen. De aap begint te vermoeden wat het bete kent mens te zijn'. (49). Het is niet nodig om dit als dogma te aanvaarden, en toch bijzonder geïnteresseerd te zijn .in dit inspireren de boekje, het zoveelste dat het Neder lands Gespreks Centrum ons biedt om onze leefsituatie wat op te helderen. AD. Veranderingen van de moraal, publi- katie van het Nederlands Gespreks Cen trum, uitgave Bosch en Keuning, Baarn. Paperback, prijs 5,90. Met het boekje in de hand dat onder de titel 'Werk in kerk over en weer' is verschenen onder redactie van mr. J. Weitjens s.j., is het mogelijk het gesprek verder te voeren over de vraag: wat willen de kerken eigenijk als ze zich verdiepen in het werk in de bedrijfswereld? Het is met dat werk van de kerken een wonderlijke zaak: er is al meer dan twintig jaar bedrijfsapostolaat, er werken al vele jaren industrie-predikanten en toch valt het alle werkers op dit terrein moeilijk om in een korte formule weer te geven waar het om gaat. Eigenlijk is nooit de gedachte overheersend geweest om door kennismaking en begelei ding,"'zieltjes te winnen' voor de kerk, al is dat natuurlijk wél gedacht en argwanend gezégd. Ook is nooit de bedoeling geweest om een soort concurrentie te zijn voor vakbeweging of sociaal werk. Belangstelling voor de mensen, zoals deze voorop staat, raakt natuurlijk aan die terreinen: ze heb ben hun belangen en behoeften maar samenwerking met die organisaties en dien sten brengt toch ook een heel eigen terrein naar voren: de moeilijkheid om in het ingewikkelde bestel dat stuk 'eigenheid' en 'totaliteit' te vinden dat in alle botsende belangen verloren dreigt te gaan. Is het daarmee nu gezegd? Natuurlijk niet op geen stukken na. Laten we daarom, mee naar aanleiding van dit boekje, nog één gedachtenlijn wat uitwerken. Mensen die uit de kerk-wereld de industrie binnen willen moeten een speciaal jasje afleggen. Geen enkel traditioneel gezag kan mee. geen enkele bijbedoeling wordt aanvaard. Gevraagd naar hun reden van komen zeggen de kerkmensen dan bv: we willen leren wat hier omgaat en we willen solidair zijn met de mensen en hun vragen. Het leren wordt vooral: luisteren naar de wóórden. Alle ook bij theologen gebruikelij ke woorden als: vrijheid, macht, gerechtig heid, beheer, verantwoording, zeggenschap blijken vele dimensies méér te hebben dan ze gewend waren. Ze roepen heel andere werelden op. heel andere gevoelens wakker. Als dat inzicht groeit, wordt het moeilijk ze weer terug te vertalen naar bv. de zondagse verkondiging. De werkers worden soms ook in het bedrijf met argwaan bekeken. Dat komt vooral aan de orde als men probeert het 'solidair zijn' te praktizeren. Het verwijt van linksheid en rood-zijn ligt dan zó maar klaar. De interes se wordt dan meermalen gewantrouwd. De gesprekken die een groep aalmoezeniers en industriepredikanten hebben gevoerd naar aanleiding van hun 'open brief van vorig jaar over de gevoelens van onmacht die ze overal aantroffen en de noodzaak van meer medezeggenschap voor de mensen, bewijzen dat. Maar wie door die argwaan heen-komt en geaccepteerd wordt om persoon, intentie en inzet, leert de taal mee spreken, en de vragen mee-verstaan. Echter: het terug-rapporteren naar de ker ken wordt moeilijker. Je zou de mensen daar willen mee-nemen. maar ze blijven vaak buitenstaanders. Je zou de vertaal arbeid willen aanvatten, en de wérkelijke achtergronden van bekende woorden willen openleggen, maar men wil, voor de zondag vooral, liever bij het vertrouwde blijven. Het is vooral op dit punt dacht ik, dat dit gebleken echte sociale belangstelling: linkse sympathieën. De hier genoemde moeilijkhe den hebben te maken met de manier waar op de pastor 'overkomt': wat voor zicht krijgen de mensen op deze zich presenteren de werkers? De 'image' wordt vaak bepaald door beelden die de mensen al van te voren hadden, die ze graag willen herkennen en die soms ook nog, onwillekeurig, worden versterkt door taal en optreden. Het duurt lang voor de méns die komt ook wordt herkend. Maar dat probleem, en daar gaat het me hier om, geldt ook voor veel anderen dan pastores. Ook voor geëngageerde vakbonds mensen. En zeker óók voor veel werkgevers. Dat aspect mis ik wat in de opstellen: de geweldige spanningen waarin gewerkt wordt, maken dat velen werken met sjablo ne-voorstellingen van elkaar. Zo wordt het 'gezicht van het gezag' (ook buiten de onderneming) een mij steeds meer intrige rend probleem. De soms onstellende blun ders op dit terrein, en de goed bedoelde maar slecht begrepen pogingen tot nader kontakt verhinderen veel voortgang die on getwijfeld zou kunnen worden gemaakt. Waarom kan er niet óók eens ongelijk worden erkend, schuld beleden voor een. verkeerd uitgevallen beslissing? Waarom is de integere menselijkheid zo vaak verbor gen? Het oude idee dat er voldoende 'af stand' moet zijn om dat overbodig te maken kan tegenwoordig gerust worden vergeten: de publiciteitsmedia tonen zelfs de kleine onregelmatigheden in gezicht en gedrag. En het verbergen van fouten achter 'economi sche wetmatigheden' werkt, beiderzijds, on gelooflijk irritant. Wat dat betreft stem ik graag in met de opmerkingen die van een vakbondsmedewer ker worden aangehaald op pag. 101: het is een moeizaam Werk, een-vermenselijking van de industriële samenleving te bevechten en met de oproep op pag. 76 voor 'vorming', wederzijds, van degenen die het belangrijke werk in de ondernemingsraad moeten op bouwen. Mijn opmerking hierboven is dan ook bedoeld als een iets verdere doorden king van de daar wel héél kort genoemde 'oproep tot bekering'. Een boekje om velen tot nadenken en hopenlijk tot mee-praten te brengen! Ds. II. Wethmar, doopsgezind predikant te Rotterdam en voorzitter van het centraal interkerkelijk bureau voor het bedrijfsle ven, bespreekt 'Werk en kerk over cn weer'. Ondertitel: Peilingen in de bedrijfs- werkelijkheid voor wie het evangelie wil lezen in feitelijke situaties. Door mr. J. Weitjens s.j. Uitg. Gooi en Sticht, Hilver sum. Prijs: 10.90 gen' weggeven, maar uit de praktijk spreken. De redacteur, die ook zelf nogal wat bijdraagt, pater J. Weitjens, is al lang bekend doordat hij de uitgave 'Peilingen' verzorgt, die een goede naam heeft in een kring van geïnteresseerden. Hij treedt hier naar voren met een verzameling stukken die informatief zijn én vragen stellen, die gericht zijn op praktijk-mensen die wat willen doordenken en op theologen die de praktijk-vragen moeten, leren verwerken. De meeste artikelen vragen om nader ge sprek: daar zijn ze ook voor geschreven. Met aanbeveling zou ik graag noemen uit de derde afdeling: de beschrijving van de Eu ropoort 'van binnenuit', door G. G. Bongers, zelf werker in dat gebied en de overden kingen van H. J. W. Hanekamp: de mens en zijn werk, werk voor de pastor. Met deze laatste schrijver zou ik graag nog eens verder praten over het volgende: Hij beschrijft de moeilijkheden van veel hedendaagse pastores in dezelfde zin als hierboven gebeurde: enerzijds weinig ge waardeerd als behorend tot een 'conserva tief lichaam, anderzijds gewantrouwd bij boekje zijn dienst kan doen. Het beweert niet zozeer, het vraagt om verder gesprek. Het draagt stof aan voor groepen die samen, al overleggend, verder willen komen. Er zijn mensen aan het woord, die weten waar ze het over hebben, die geen 'beschouwin- STERK VERHAAL Het zou van weinig eerbied voor i bijbel en tegelijk van een zekere li heid getuigen wanneer wij de geseh denis aan het slot van de verwoest: van Sodom oversloegen. Het verhi is gauw verteld. Nadat Lot zich m zijn dochters in de bergen gevesti heeft en dus de eenzaamheid hei opgezocht is de cultuur hem machtig geworden? horen we a gesprek tussen de beide meisjes, vrezen over te blijven. Waar moet ze een man vandaan halen? vreemd plan ontstaat in hun veree zaamd brein Ze zullen hun vad dronken voeren om zodoende bij ht te liggen Dat doen ze, twee nacht aaneen. Beiden geven daarna het ven aan een kind en de volken van i Moabieten en de Ammonieten oi staan. Feitelijk het laatste wat v van 'de rechtvaardige Lot' (2 Peti 2) lezen. Het verhaal is uitermi zakelijk. Alleen de overwegingen n de zusters worden ons meegedeti Wat Lot bij dit alles gedacht het ontgaat ons. Ook ontbreekt de vero: deling van deze incest-handelingt De rechtvaardige Lot heeft onder gj deloze mensen geleefd, maar wordt verder verzwegen. De bijbal een sterk boek. De verhalen word niet bijgevijld voor otize salons leeskringen Zo is het leven, is m geneigd te denken, hoewel dat ni veel zegt. Of misschien toch wel. gaat het waar mensen verdolen \V; ze op het leven zonder hoop ri aangewezen Dan verschaffen ze zii zelf hoop. Blijkbaar geen situatie c moralistisch op neer te zien ethisch te rubriceren. Waar wij elki ontvallen gaan zulke dingen op gq komen. En de Heer raapt de brokl op Tot twee keer toe lezen we Deuteronomium van de zonen ,v Lot. Israël mag ze geen kwaad dof De situatie is mensen te mach geweest en God loopt er achter a In Moab en Ammon wonen ook mi sen! Straks dwalen in Moab een m en een vrouw en hun twee zonen 1 laatste twee vinden er vrouwen 1 als alle mannen gestorven zijn kec Orpa terug met de Moabitische, Re En nog later gaan de lijnen door na Jezus van Nazareth En in het nieui testament lopen de Moabieten oni andere namen door de verhalen hef als Arabieren en dan zijn we weer I onze eigén hopeloze situaties, waai alleen hoop is bij Hem, die in 1 midden staat. NE DHERVORMDE KERK Bedankt: voor Oudewater: J. Vroeg deweij te Emmeloord. Intredeop 20 december: te Poed oyen: drs. A. C. v. d. Sluijs, kand. Oude-Tonge. GEREF KERK Beroepen: te Hoek van Holland: Haaima, kand. te Amsterdam die beroep heeft aangenomen. Benoemd: tot geestelijk verzorger 1 jaardentehuis 'Goederee' te Den B der: D. D. van Ginhoven, em. pred. tijdelijke dienst te Medemblik. Afscheid: van Utrecht-Zuid: H. Sch benoemd tot geestelijk verzorg psych. ziekenhuis 'Vogelenzang' Bennebroek. Aangenomen: naar Haren (Gr): d K. Dijk te Oostwold (Old.), die 1 dankt voor Groningen-Zuid. GEREF KERKEN (VRIJG) intrede: te Hoogkerk: S. Cnossen i Vollenhoven. GEREF KERKEN (VRIJG BUITI VERB) intrede: te Steenwijk: J. Stuij i Wieringermeer. CHR GERDF KERKEN Intrede op 21 december: te Oud-Bt erland: drs. C. W. Buijs, kand. Hasselt. GEREF GEMEENTEN Beroepen: te Rotterdam-Alexanderp der: D. Hakkenberg te Dordrecht. BAPTISTEN GEMEENTEN Intrede: te Treebeek: H. C. v. d. Fli te Vrieschelo; te Emmer-Erfscheidi veen: J Tromp te Sittard-Heerlen. De Rotterdammer Nieuwe Haagse Courant Nieuwe Leidse Courant Dordts Dagblad Uitgaven van N.V. De Christelijke Pers Directie: Ing. O. Postma, F. Diemer. Hoofdredactie: Drs. J. Tamminga. Hoofdkantoor N.V. De Christelijke Pers: N.Z. Voorburgwal 276 - 280, A'dam. Postbus 859. Telefoon 020-22 03 83. Postgiro: 26 92 74. Bank: Ned. Midd. Bank (rek.nr. 69.73.60.768). Gem.giro X 500. i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1972 | | pagina 2