Haagse hervormden van toen
en gereformeerden van nu
Werk en kerk - over en weer
1
Veranderingen
van de moraal
door ds. H. Wethmar
vandaag
Beroepings-
werk
lrouw
K wartet
TROUW/KWARTET ZATERDAG 16 DECEMBER 1972
KERK T2/1
Cartoon van Arend van Dam in de brochure Theologie aan de VU'.
door A. J. Klei
Bezoekers van de gereformeer
de synode klampen bij gebrek
aan beter wel eens een journa
list aan en zo geviel het dat mij
onlangs in Lunteren tijdens een
koffiepauze werd gevraagd of ik
nu ook niet vond dat ze beter
hun mond konden houden dan
aldoor onrust in de kerken te
zaaien.
Met 'ze' werden bedoeld degenen die
op dat moment op het synodale
matje moesten komen: professor
Kuitert en dominee Wiersinga. Ik
gaf als mijn mening dat deze beide
theologen heel wat minder onrust
teweeg hadden gebracht dan nijvere
kerkbodescribenten die, vóórdat een
bepaald nummer van Wending of
een zeker proefschrift bij gemeente
leden in de lectuurbak lag (als dat
blad of dit boek daar ooit al terecht
zou komen), breed gingen uitmeten
wat er aan het ene mankeerde en
waarom het andere niet deugde,
en hoe gevaarlijk het allebei wel
kon wezen.
Maar goed. er lopen, dunkt me,
genoeg gereformeerde mensen rond
die als er in een synodale uitspraak
iets gezegd wordt over zorgvuldig
heid betrachten en zo, dit het liefst
zó vertalen: en nou moeten de heren
theologen voortaan maar voor zich
houden wat ze hiervan of daarvan
vinden, want je krijgt er niks als
narigheid van.
Nu heeft dat lange tijd in gerefor
meerde kring als de hoogste wijs
heid gegolden: mondje dicht, niks
zeggen. En èls er iemand eens wat
zei werd er net gedaan alsof hij 't
niet gedaan had. Tenminste, an
ders kan ik niet verklaren waarom
geen gereformeerd mens op de ket
ting is gesprongen toen de gerefor
meerde professor Sizoo van de Vrije
Universiteit in 1933 in een populair
gesteld boekje over radio-activiteit
de aarde zo'n drie miljard jaar gaf.
De discussies, wil men: de onrust en
verwarring, zijn pas vèr na de twee
de wereldoorlog gekomen. Op een
vergadering van gereformeerde pre
dikanten zei de hervormde professor
Berkhof: ja jongens, jullie hebben
altijd gedaan alsof er niets aan de
hand was, nu maken jullie mee wat
wij al achter de rug hebben.
Professor Berkhof zei dit niet met
leedvermaak, hij stelde het alleen
maar nuchter vast. Intussen blijft de
vraag voor veel gereformeerden:
moet dat nu, al die theologische
inzichten zomaar op straat, kunnen
ze dat niet beter binnenskamers af
handelen?
Wie de vraag zo stelt, bedoelt eigen
lijk te zeggen: och, dat de geleerde
heren es wat anders tegen bepaalde
dingen aankijken is tenslotte hun
zaak, als ze de gemeente haar ver
trouwde standpunt maar niet afpak
ken.
Voor dit probleem stond in 1906 de
Haagse hervormde predikant dr. J.
A. Cramer: hij had een andere bij
belbeschouwing dan het gros van de
(orthodoxe) gemeente, moest hij die
voor zich houden ofOp 21 okto
ber van dat jaar preekte dr. Cramer
in de Grote Kerk te Den Haag over
Johannes 1 vers 26: 'Hij staat mid
den onder u, die gij niet kent'.
In zijn preek betoogde dr. Cramer
dat de Haagse gemeente Jezus niet
écht kende, omdat Hij verscholen
bleef achter een star bijbel-geloof.
Veertien dagen later preekte hij in
de Kloosterkerk en bij die gelegen
heid ging dr. Cramer in op de
klacht dat hij de mensen de bijbel
wilde ontnemen. Maar de prediker
bleef er bij: de inspiratieleer was
een omtuining van Gods woord, die
alle werking van dat Woord belem
merde en verhinderde. Hierna hield
dr. Cramer nóg twee preken waarin
hij duidelijk maakte hoe hij tegen
de bijbel aankeek.
Bij de preek die dr. Cramer op 21
oktober hield, had hij zijn collega
dr. J. H. Gerretsen onder zijn ge
hoor. Op die manier werd deze bij
de kwestie betrokken. Dr. Gerretsen
gaf niet direct zijn standpunt, pas
het jaar daarop, in 1907, publiceerde
hij een geschrift dat als titel kreeg:
'De Schriftkritiek in haar beteekenis
voor den tegenwoordigen tijd. Een
woord tot de Haagsche Gemeente'.
Dr. Gerretsen koos de vorm van een
brochure, hij vond de kansel niet de
plaats om deze dingen te bespreken.
Dr. Gerretsen zag heel duidelijk het
gevaar dat, als je eenmaal bij de
bijbel onderscheid gaat maken tus
sen vorm en inhoud, de deur voor
willekeur wijd open staat: wat de
één nog inhoud noemt, kan de an
der tot de vorm rekenen. Toch zou
dr. Gerretsen vanwege dit gevaar
het historisch-wetenschappelijk on
derzoek niet opzij zetten noch de
resultaten daarvan negeren.
Waarom niet? Omdat, aldus dr. Ger
retsen. God wil dat wij het gevaar
lijke standpunt van de zgn. Schrift-
kritiek innemen. Want als het God
behaagd had ons een bijbel te geven
die in zijn vórm even vast was als
in zijn inhoud, dan zouden wij die
wel hebben ontvangen
Ik neem nu over wat dr. G. Th.
Scheers in 'Ernst en vrede' (bundel
opstellen rondom de ethische theolo
gie, in 1951 verschenen bij het zilve
ren ambtsjubileum van prof. dr.
Maarten van Rhijn) over het stand
punt van dr. Gerretsen schreef. Dit
is daarom ook actueel omdat de
opstanding ter sprake komt. In de
tegenwoordige debatten in de gere
formeerde kerken hoor je vaak op
merken: als je nu de historiciteit
van Adam en Eva loslaat, wat let je
dan om straks ook de opstanding
van Christus als niet-gebeurd te be
schouwen?
Dr. Scheers over dr. Gerretsen:
'Hij loil geen kloof tussen de univer
siteit en de kerk-. Dan wordt de
kerk een methodistische secte en
vervult ze haar roeping tegenover
de wereld niet. De gemeente belijdt
de opstanding van Christus niet op
grond van de historische juistheid
van de opstandingsberichten, maar
omdat zij Zijn levendmakende
kracht ondervonden heeft. Van deze
geloofservaring (die iets anders is
dan gevoelservaring) is God zelf de
grond. Wanneer men op deze basis
staat heeft men voor het historisch-
wetenschappelijk onderzoek geen en
kele vrees meer'.
Een echt-ethisch verhaal, zegt mis
schien een kenner. Ik zal niet bewe
ren dat gereformeerde theologen het
net zo zouden zeggen. Ik heb ze
wél eens horen zeggen (en dat be
doelde dr. Gerretsen toch ook) dat
iemands gelóóf toch niet staat of
valt met het ontmoeten van een
nieuwe visie op de vorm waarin de
bijbel tot ons is gekomen.
De rooms-katholieke essayist Jan
Taal. die van huis uit hervormd is
(Haags hervormd, om precies te
zijn), vertelt in zijn aardige autobio
grafie 'Door vrij denken tot christe
lijk geloven' (waaruit ik voor dit
verhaal geplunderd heb) hoe het
optreden van de dominees Cramer
en Gerretsen veel rumoer verwekte.
Vooral in dr. Gerretsen was men
teleurgesteld. Deze kreeg in die pe
riode bezoek van een paar ouderlin
gen die hem smeekten Gods Woord
toch niet aan te tasten. Gerretsen
haalde een Grieks Nieuw Testament
van Tischendorf voor de dag en liet
zijn bezoekers zien, hoeveel verschil
lende lezingen de handschriften
soms hebben. Hij vroeg: wat vinden
de broeders dat ik moet doen? Het
antwoord luidde: geen Grieks lezen,
dominee!
Die gereformeerde synodebezoeker
van nu en die bezorgde Haagse her
vormde ouderlingen van toen lijken
een beetje op elkaar: praat maar
niet over de problemen, doe maar
net of ze er niet zijn. Geen bericht
is goed bericht, nietwaar? Maar dr.
Gerretsen vond het van grote bete
kenis als de Schriftkritiek zou wor
den aanvaard: juist als het uiterlijk
gezag van de bijbel wegviel, zou de
gemeente geroepen worden het ge
zag Gods door eigen geestelijk leven
op deze wereld te realiseren. Gerret
sen besloot zijn brochure aldus:
'Ziedaar dus ivaarom ik het met de
Schriftkritiek waag. Zij is een
zweepslag over onze trage zielen.
Wat verlies scheen, zal blijken
groote winst te zijn. Daarom, Ge
meente van Christus, waag het bid
dend met de zoo gevreesde Schrift
kritiek. God wil het! Gij roept: een
spooksel! een spooksel! Maar Chris
tus zegt: Ik ben het'.
Gereformeerden èn hervormden van
nu lopen minder vlug te koop met
de mérites van eigen geestelijk le
ven dan de ethische broeders van
toen. De gereformeerde prof. dr. H.
M. Kuitert zegt het in zijn boekje
'Verstaat gij wat gij leest' zo:
'Het gezag van de bijbel is niet
gered wanneer ieder aanvaardt dat
de ezelin van Bileam gesproken
heeft Het gezag van de
Schrift hoog houden is: zich aan de
Schrift onderwerpen. Maar dat ge
beurt pas als men zich onderwerpt
aan wat de Schrift zegt dat wij
heden doen moeten'.
'Met onze wetenschap en techniek ver
anderen wij de wereld zo grondig, dat
wij zelf anders worden. Wij groeien op
met andere vanzelfsprekendheden, een
andere doxa. Niet alleen wij, ook de
wereld en de verhoudingen tussen
mens en wereld veranderen drastisch.
Met name blijkt telkens weer dat de
mens leeft in een gesloten systeem dat
onder de last van de mensheid dreigt
te bezwijken. Vóór de mensheid de
wereld in regie kan nemen zal de
mensheid zichzelf, zijn organisatievor
men cn communicatiesystemen, zijn
vanzelfsprekendheden en verlangens,
zijn doxa en zijn moraal in regie moe
ten nemen. Het is onze enige overle
vingskans'.
Dit is een groot citaat (blz. 58) uit een
klein boekje van het Nederlands Ge-
spreks Centrum'). Maar het toont toch
duidelijk de boeiende ernst waarmee de
gesprekspartners vanuit verschillende
overtuigingen met elkaar de vraagstuk
ken van ons samenleven en samen
overleven aandurven. Het boekje met
bijdragen van o.a. de hoogleraren De
Graaf, Hulsman. Kuitert en drs. v .d.
Ploeg, biedt veel materiaal in amper 77
bladzijden. Lang niet alles wordt als
een vanzelfsprekendheid opgediend. Het
gaat er m.i. juist om dat de lezer die
dagelijks handelt in de sfeer die deze
groep probeert te peilen, zelf gaat na
denken.
De verschillende niet ondertekende bij
dragen zijn evenzoveel aangevertjes om
over na te piekeren. Je herkent jezelf
en je leefklimaat doordat de dingen op
een rijtje worden gezet. Het boekje dal
niet meer dan een gedachtenhulp wil
zijn geeft vanuit -yerwhülende invals
hoeken informatie1 en neemt door het
zich onthouden van één dwingende
richtlijn over de verandering van de
moraal de lezer juist serieus.
Soms merk je ook eens dat met name
de theologie een grijzere wetenschap is
die, door schade en schande geleerd,
iets voorzichtiger formuleert (tenmin
ste in dit boekje) dan een jongere
wetenschap. Uit een kennelijk biologi
sche bijdrage aan de bezinning op de
verandering van de moraal haalde ik
dit: 'De aapmens werd eerst technicus
en vond de cultuurrampen uit. Toen
werd hij ook nog ethicus. Dat was
mogelijk, want de onzichtbare hand van
de evolutie had hem reeds vatbaar
gemaakt voor de contrastervaringen. De
aap begint te vermoeden wat het bete
kent mens te zijn'. (49).
Het is niet nodig om dit als
dogma te aanvaarden, en toch bijzonder
geïnteresseerd te zijn .in dit inspireren
de boekje, het zoveelste dat het Neder
lands Gespreks Centrum ons biedt om
onze leefsituatie wat op te helderen.
AD.
Veranderingen van de moraal, publi-
katie van het Nederlands Gespreks Cen
trum, uitgave Bosch en Keuning,
Baarn. Paperback, prijs 5,90.
Met het boekje in de hand dat onder
de titel 'Werk in kerk over en weer'
is verschenen onder redactie van mr.
J. Weitjens s.j., is het mogelijk het
gesprek verder te voeren over de
vraag: wat willen de kerken eigenijk
als ze zich verdiepen in het werk in
de bedrijfswereld? Het is met dat
werk van de kerken een wonderlijke
zaak: er is al meer dan twintig jaar
bedrijfsapostolaat, er werken al vele
jaren industrie-predikanten en toch
valt het alle werkers op dit terrein
moeilijk om in een korte formule weer
te geven waar het om gaat.
Eigenlijk is nooit de gedachte overheersend
geweest om door kennismaking en begelei
ding,"'zieltjes te winnen' voor de kerk, al is
dat natuurlijk wél gedacht en argwanend
gezégd. Ook is nooit de bedoeling geweest
om een soort concurrentie te zijn voor
vakbeweging of sociaal werk. Belangstelling
voor de mensen, zoals deze voorop staat,
raakt natuurlijk aan die terreinen: ze heb
ben hun belangen en behoeften maar
samenwerking met die organisaties en dien
sten brengt toch ook een heel eigen terrein
naar voren: de moeilijkheid om in het
ingewikkelde bestel dat stuk 'eigenheid' en
'totaliteit' te vinden dat in alle botsende
belangen verloren dreigt te gaan.
Is het daarmee nu gezegd? Natuurlijk niet
op geen stukken na. Laten we daarom,
mee naar aanleiding van dit boekje, nog
één gedachtenlijn wat uitwerken. Mensen
die uit de kerk-wereld de industrie binnen
willen moeten een speciaal jasje afleggen.
Geen enkel traditioneel gezag kan mee.
geen enkele bijbedoeling wordt aanvaard.
Gevraagd naar hun reden van komen zeggen
de kerkmensen dan bv: we willen leren wat
hier omgaat en we willen solidair zijn met
de mensen en hun vragen.
Het leren wordt vooral: luisteren naar de
wóórden. Alle ook bij theologen gebruikelij
ke woorden als: vrijheid, macht, gerechtig
heid, beheer, verantwoording, zeggenschap
blijken vele dimensies méér te hebben dan
ze gewend waren. Ze roepen heel andere
werelden op. heel andere gevoelens wakker.
Als dat inzicht groeit, wordt het moeilijk ze
weer terug te vertalen naar bv. de zondagse
verkondiging.
De werkers worden soms ook in het bedrijf
met argwaan bekeken. Dat komt vooral aan
de orde als men probeert het 'solidair zijn'
te praktizeren. Het verwijt van linksheid en
rood-zijn ligt dan zó maar klaar. De interes
se wordt dan meermalen gewantrouwd. De
gesprekken die een groep aalmoezeniers en
industriepredikanten hebben gevoerd naar
aanleiding van hun 'open brief van vorig
jaar over de gevoelens van onmacht die ze
overal aantroffen en de noodzaak van meer
medezeggenschap voor de mensen, bewijzen
dat.
Maar wie door die argwaan heen-komt en
geaccepteerd wordt om persoon, intentie en
inzet, leert de taal mee spreken, en de
vragen mee-verstaan.
Echter: het terug-rapporteren naar de ker
ken wordt moeilijker. Je zou de mensen
daar willen mee-nemen. maar ze blijven
vaak buitenstaanders. Je zou de vertaal
arbeid willen aanvatten, en de wérkelijke
achtergronden van bekende woorden willen
openleggen, maar men wil, voor de zondag
vooral, liever bij het vertrouwde blijven.
Het is vooral op dit punt dacht ik, dat dit
gebleken echte sociale belangstelling: linkse
sympathieën. De hier genoemde moeilijkhe
den hebben te maken met de manier waar
op de pastor 'overkomt': wat voor zicht
krijgen de mensen op deze zich presenteren
de werkers? De 'image' wordt vaak bepaald
door beelden die de mensen al van te voren
hadden, die ze graag willen herkennen
en die soms ook nog, onwillekeurig, worden
versterkt door taal en optreden. Het duurt
lang voor de méns die komt ook wordt
herkend.
Maar dat probleem, en daar gaat het me
hier om, geldt ook voor veel anderen dan
pastores. Ook voor geëngageerde vakbonds
mensen. En zeker óók voor veel werkgevers.
Dat aspect mis ik wat in de opstellen: de
geweldige spanningen waarin gewerkt
wordt, maken dat velen werken met sjablo
ne-voorstellingen van elkaar. Zo wordt het
'gezicht van het gezag' (ook buiten de
onderneming) een mij steeds meer intrige
rend probleem. De soms onstellende blun
ders op dit terrein, en de goed bedoelde
maar slecht begrepen pogingen tot nader
kontakt verhinderen veel voortgang die on
getwijfeld zou kunnen worden gemaakt.
Waarom kan er niet óók eens ongelijk
worden erkend, schuld beleden voor een.
verkeerd uitgevallen beslissing? Waarom is
de integere menselijkheid zo vaak verbor
gen? Het oude idee dat er voldoende 'af
stand' moet zijn om dat overbodig te maken
kan tegenwoordig gerust worden vergeten:
de publiciteitsmedia tonen zelfs de kleine
onregelmatigheden in gezicht en gedrag. En
het verbergen van fouten achter 'economi
sche wetmatigheden' werkt, beiderzijds, on
gelooflijk irritant.
Wat dat betreft stem ik graag in met de
opmerkingen die van een vakbondsmedewer
ker worden aangehaald op pag. 101: het is
een moeizaam Werk, een-vermenselijking van
de industriële samenleving te bevechten
en met de oproep op pag. 76 voor 'vorming',
wederzijds, van degenen die het belangrijke
werk in de ondernemingsraad moeten op
bouwen. Mijn opmerking hierboven is dan
ook bedoeld als een iets verdere doorden
king van de daar wel héél kort genoemde
'oproep tot bekering'.
Een boekje om velen tot nadenken en
hopenlijk tot mee-praten te brengen!
Ds. II. Wethmar, doopsgezind predikant te
Rotterdam en voorzitter van het centraal
interkerkelijk bureau voor het bedrijfsle
ven, bespreekt 'Werk en kerk over cn
weer'. Ondertitel: Peilingen in de bedrijfs-
werkelijkheid voor wie het evangelie wil
lezen in feitelijke situaties. Door mr. J.
Weitjens s.j. Uitg. Gooi en Sticht, Hilver
sum. Prijs: 10.90
gen' weggeven, maar uit de praktijk
spreken. De redacteur, die ook zelf nogal
wat bijdraagt, pater J. Weitjens, is al lang
bekend doordat hij de uitgave 'Peilingen'
verzorgt, die een goede naam heeft in een
kring van geïnteresseerden. Hij treedt hier
naar voren met een verzameling stukken
die informatief zijn én vragen stellen, die
gericht zijn op praktijk-mensen die wat
willen doordenken en op theologen die de
praktijk-vragen moeten, leren verwerken.
De meeste artikelen vragen om nader ge
sprek: daar zijn ze ook voor geschreven. Met
aanbeveling zou ik graag noemen uit de
derde afdeling: de beschrijving van de Eu
ropoort 'van binnenuit', door G. G. Bongers,
zelf werker in dat gebied en de overden
kingen van H. J. W. Hanekamp: de mens en
zijn werk, werk voor de pastor. Met deze
laatste schrijver zou ik graag nog eens
verder praten over het volgende:
Hij beschrijft de moeilijkheden van veel
hedendaagse pastores in dezelfde zin als
hierboven gebeurde: enerzijds weinig ge
waardeerd als behorend tot een 'conserva
tief lichaam, anderzijds gewantrouwd bij
boekje zijn dienst kan doen. Het beweert
niet zozeer, het vraagt om verder gesprek.
Het draagt stof aan voor groepen die samen,
al overleggend, verder willen komen. Er
zijn mensen aan het woord, die weten waar
ze het over hebben, die geen 'beschouwin-
STERK VERHAAL
Het zou van weinig eerbied voor i
bijbel en tegelijk van een zekere li
heid getuigen wanneer wij de geseh
denis aan het slot van de verwoest:
van Sodom oversloegen. Het verhi
is gauw verteld. Nadat Lot zich m
zijn dochters in de bergen gevesti
heeft en dus de eenzaamheid hei
opgezocht is de cultuur hem
machtig geworden? horen we a
gesprek tussen de beide meisjes,
vrezen over te blijven. Waar moet
ze een man vandaan halen?
vreemd plan ontstaat in hun veree
zaamd brein Ze zullen hun vad
dronken voeren om zodoende bij ht
te liggen Dat doen ze, twee nacht
aaneen. Beiden geven daarna het
ven aan een kind en de volken van i
Moabieten en de Ammonieten oi
staan. Feitelijk het laatste wat v
van 'de rechtvaardige Lot' (2 Peti
2) lezen. Het verhaal is uitermi
zakelijk. Alleen de overwegingen n
de zusters worden ons meegedeti
Wat Lot bij dit alles gedacht het
ontgaat ons. Ook ontbreekt de vero:
deling van deze incest-handelingt
De rechtvaardige Lot heeft onder gj
deloze mensen geleefd, maar
wordt verder verzwegen. De bijbal
een sterk boek. De verhalen word
niet bijgevijld voor otize salons
leeskringen Zo is het leven, is m
geneigd te denken, hoewel dat ni
veel zegt. Of misschien toch wel.
gaat het waar mensen verdolen \V;
ze op het leven zonder hoop ri
aangewezen Dan verschaffen ze zii
zelf hoop. Blijkbaar geen situatie c
moralistisch op neer te zien
ethisch te rubriceren. Waar wij elki
ontvallen gaan zulke dingen op gq
komen. En de Heer raapt de brokl
op Tot twee keer toe lezen we
Deuteronomium van de zonen ,v
Lot. Israël mag ze geen kwaad dof
De situatie is mensen te mach
geweest en God loopt er achter a
In Moab en Ammon wonen ook mi
sen! Straks dwalen in Moab een m
en een vrouw en hun twee zonen 1
laatste twee vinden er vrouwen 1
als alle mannen gestorven zijn kec
Orpa terug met de Moabitische, Re
En nog later gaan de lijnen door na
Jezus van Nazareth En in het nieui
testament lopen de Moabieten oni
andere namen door de verhalen hef
als Arabieren en dan zijn we weer I
onze eigén hopeloze situaties, waai
alleen hoop is bij Hem, die in 1
midden staat.
NE DHERVORMDE KERK
Bedankt: voor Oudewater: J. Vroeg
deweij te Emmeloord.
Intredeop 20 december: te Poed
oyen: drs. A. C. v. d. Sluijs, kand.
Oude-Tonge.
GEREF KERK
Beroepen: te Hoek van Holland:
Haaima, kand. te Amsterdam die
beroep heeft aangenomen.
Benoemd: tot geestelijk verzorger 1
jaardentehuis 'Goederee' te Den B
der: D. D. van Ginhoven, em. pred.
tijdelijke dienst te Medemblik.
Afscheid: van Utrecht-Zuid: H. Sch
benoemd tot geestelijk verzorg
psych. ziekenhuis 'Vogelenzang'
Bennebroek.
Aangenomen: naar Haren (Gr): d
K. Dijk te Oostwold (Old.), die 1
dankt voor Groningen-Zuid.
GEREF KERKEN (VRIJG)
intrede: te Hoogkerk: S. Cnossen i
Vollenhoven.
GEREF KERKEN (VRIJG BUITI
VERB)
intrede: te Steenwijk: J. Stuij i
Wieringermeer.
CHR GERDF KERKEN
Intrede op 21 december: te Oud-Bt
erland: drs. C. W. Buijs, kand.
Hasselt.
GEREF GEMEENTEN
Beroepen: te Rotterdam-Alexanderp
der: D. Hakkenberg te Dordrecht.
BAPTISTEN GEMEENTEN
Intrede: te Treebeek: H. C. v. d. Fli
te Vrieschelo; te Emmer-Erfscheidi
veen: J Tromp te Sittard-Heerlen.
De Rotterdammer
Nieuwe Haagse Courant
Nieuwe Leidse Courant
Dordts Dagblad
Uitgaven van
N.V. De Christelijke Pers
Directie:
Ing. O. Postma,
F. Diemer.
Hoofdredactie:
Drs. J. Tamminga.
Hoofdkantoor N.V. De
Christelijke Pers: N.Z.
Voorburgwal 276 - 280,
A'dam. Postbus 859.
Telefoon 020-22 03 83.
Postgiro: 26 92 74. Bank:
Ned. Midd. Bank (rek.nr.
69.73.60.768). Gem.giro
X 500.
i