TE SNELLE VERANDERING SPEELT ZWEDEN PARTEN De Zweed wordt verzorgd van de wieg tot het graf maar hij betaalt er voor [ROUW/KWARTET ZATERDAG 2 DECEMBER 1972 BUITENLAND T11/K13 Nieuwheid, luxe en moderne zakelijk heid zijn verschijnselen die de eerste indrukken van een Nederlands bezoe ker in Zweden bepalen. Ze worden onmiddellijk gevolgd door de impres sie van steriliteit. Hoge luxe flats met stalen raamkozijnen, veel glas, bak steen en beton. Het mensenmaaksel wordt onderbroken door uitgestrekte bossen in de fraaiste herfstkleuren. Op de brede wegen met kalm rijdend verkeer maximumsnelheid 70, 90 of 110 km passeren wij diverse middelgrote en kleinere bedrijven, roodbruin-houten boerderijen en ste nen bungalows. De meeste bouwwer ken zijn uitgevoerd in een strakke, rechtlijnige stijl. De tocht gaat van Gothenburg naar Stockholm. Het is de tweede ontmoeting met het moder ne Zweden na negen jaar. Een motel waar we de nacht door brengen, is riant ingericht en voor zien van alle gemakken; de tv ont breekt er niet. Het toiletpapier is zacht en fraai gedecoreerd en op tafel ligt een Zweedse bijbel. De kamer is naar Hollandse maatstaven ongezellig, maar wel praktisch ingericht. Het is het beeld dat wij steeds in Zweedse hotels en huizen te zien krijgen. Stockholm is op het eerste gezicht in negen jaar niet veranderd. Een wir war van wegen naar het centrum, soms in twee etages, voert ons naar de binnenstad. De eerste vernieuwin gen vallen op. Torenhoge flatgebou wen, Ahlens-warenhuis met branden de toortsen aan de voorgevel, het luxueuze nieuwe parlementsgebouw dat aan de buitenkant met alumini- umplaten is bekleed en van binnen een juweeltje is van moderne archi tectuur. Als een oase van rust temidden van grommend verkeer en wriemelende mensenmassa's vind ik de bibliotheek discotheek bij het parlementsgebouw op Sergels Torg een plein midden in Stockholm. Je kunt er kranten en boeken lezen of in sofa's van zwart nappa en staal een koptelefoon opzet ten en lui luisteren naar grammofoon platen, naar de radio of het geluid van de tv. De Zweden zijn opvallend goed ge kleed. Geen massa-confectie, maar be tere kwaliteit. Op de wegen zie je veel Volvo's en Saabs, auto's die in dit land aanzienlijk duurder zijn dan in Nederland. zeven uur 's avonds is Stockholm een dode stad. De mensen die er nog zijn, gebruiken him maal in een res taurant. Maar de meesten zijn al thuis, in de woonwijken buiten het centrum. Café-leven kent Zweden niet. Aloohol, die er duur is, wordt in staatswinkels verkocht, uitbundig in geslagen, maar veelal thuis geconsu meerd. Werkende vrouwen Na sluitingstijd haasten de Zweedse werknemer en zijn vrouw zich naar huis. Ruim de helft van de gehuwde vrouwen werkt minstens een paar uur per dag buitenshuis. Hun flat ligt vaak kilometers van het werk verwij derd, in de buitenwijken of voorste den zoals Farsta, Vëllingby waar ook premier Olof Palme woont en Bromma. Man en vrouw gaan meestal vroeg in de ochtend op pad en komen tussen zes en zeven uur 's avonds thuis. De kinderen worden zo moge lijk ondergebracht in een kindercrè che er zijn er veel te. weinig of bij een kennis of buurvrouw; soms worden ze thuis door een oppas ver zorgd. De gemiddelde Zweed werkt nard, ondanks beweringen dat de soci aal-democratie de arbeidslust zou ver minderen. Het is vaak een harde economische noodzaak, dat ook de vrouw uit werken gaat. Het leven is duur en de Zweedse regering moedigt de vrouwen aan een baan te nemen. Het is het beeld van het nieuwe Zweden. Het oude Zweden is in 1972 bijna voltooid verleden tijd. Zweden is in minder dan een eeuw van een tame lijk achterlijke, agrarische samenle ving veranderd in een verstedelijkte. Industriële maatschappij, in 1880 woonde nog slechts 20 procent van de bevolking in de steden; in 1940 was dit al 56 procent; nu is het 81. De groeiende trek naar de steden was voor velen keiharde onvermijdelijk heid om zich van een redelijk inko men te voorzien. Bij de steden be vond zich de industrie, die pas tegen het eind van de vorige eeuw in rap tempo tot ontwikkeling kwam. In 1871 nog leefde ruim 70 procent van de Zweden van de land- en bosbouw. Maar voor de snel toenemende bevol king bood de agrarische sector te weinig werkgelegenheid. Hoezeer het patroon van de werkgelegenheid in deze eeuw is gewijzigd, blijkt hieruit, dat in 1971 nog maar 7,3 procent van de Zweden emplooi vond in de land en bosbouw. Sociaal-democraten De Zweedse regeringen in de jaren 1880 tot 1930 waren hoofdzakelijk van conservatieve of liberale signatuur. Zij deden weinig aan de verdere ver betering van de levensomstandigheden van de grote massa laagbetaalde arbei ders. Toen in de jaren dertig de internationale economische crisis uit brak, leidde dit ook in Zweden tot massale werkloosheid, die op haar beurt het einde betekende van de liberaal-conservatieve periode. De so ciaal-democraten kwamen definitief aan de macht. Zijn slaagden erin door openbare werken te laten uitvoeren de werkloosheid te verdrijven. Onder de premiers Hjalmar Branting, Per Albin Hansson en Tage Erlander werd gestreefd naar het scheppen van een Zweeds 'volkstehuis', waarin ie dereen zich veilig en geborgen zou weten, en werd het land tenslotte de periode van de welvaartsstaat binnen geleid. Onder premier Olof Palme proberen de sociaal-democraten nu, met behoud van de welvaart, een einde te maken aan sociale en econo mische ongelijkheid, die het gevolg is van klassevoorrechten. Het oogmerk van 'volledige werkgelegenheid' heeft plaatsgemaakt voor het ideaal van 'werk voor allen', wat betekent dat ook ouderen, invaliden en andere so- ciaal-misdeelden de kans moeten krij gen aan de slag te komen. Het welvaartssysteem heeft in Zweden meer dan In andere Westeuropese landen bijgedragen tot vermindering van de inkomensverschillen. De wel vaart was mede te danken aan 158 jaar onafgebroken vrede, goede ver houdingen tussen werkgevers en werknemers, continuïteit in het be stuur en de economische hoogbloei van de jaren zestig. Er werd een stelsel van snel oplopende belastingen ingevoerd, dat de hoogste jaarinko mens tot maximaal 85 procent afroom de. Sociale wetten Het voornaamste instrument voor de herverdeling van het aan de overheid afgedragen geld was een doeltreffend systeem van sociale wetten, dat dn de jaren zestig voor een belangrijk deel was voltooid en dn andere landen grote bewondering wekte. Materieel gezien is het Zweedse experiment ge slaagd. In vergelijking met de overige Europese landen heeft Zweden nu gemiddeld per inwoner het hoogste aantal personenauto's, de meeste tele foon- en tv-bezitters, het hoogste aan tal studenten tussen de 20 en 24 jaar, het hoogste aantal voltooide woningen per 1000 inwoners en het hoogste inkomen per hoofd. De gemiddelde Zweed verdient 15.115 gulden per jaar bruto (in Nederland 9603 gulden). De medaille heeft echter een keerzij de. De prijzen zijn hoog, van de inkomens gaan forse bedragen aan belasting af en veel Zweden voelen zich ingesnoerd in een keurslijf van overheidsbemoeiingen, bureaucratie en agitatie tegen particuliere onderne mers. 'Zij beschouwen mij als een kapitalist met mijn eigen hotel. Ze vinden dat ik er eigenlijk uit moet', vatte een Zweedse hotel-eigenaar zijn bezwaren tegen de sociaal-democrati sche regering samen. Het verzet van rechts tegen links (in de Zweedse terminologie: van blauw tegen rood) is de laatste jaren sterk gegroeid door de toenemende invloed van Nieuw Links in de sociaal-democratische par tij en de herleving van de wens om meer particuliere bedrijven te natio naliseren. Een sluimerend onbehagen dat een veel breder publiek heeft aangegre pen, betreft de radicale structurele omwentelingen die in Zweden in kor te tijd hebben plaatsgevonden. Het is een reactie op de snelle verandering van leef- en werkmilieu, op het door- door Chris Blankenburgh snijden van banden met het verleden en het afschaffen van vele oude Zweedse gewoonten en tradities. Deze vernieuwingen werden niet alleen door oprechte sociale bewogenheid veroorzaakt, maar vaak ook door eco nomische opvattingen gedicteerd. Bedrijfsleven Onder de Zweedse regeringseoonomen en vakbondsexperts en ook bij des kundigen uit het bedrijfsleven leefde al in een vroeg stadium het besef dat welvaart en sociale omwentelingen al leen mogelijk zijn bij voortdurende Zweden is ruim twaalf keer zo groot als Nederland, groter dan de Bene lux, Denemarken, Ierland, Zwitser land, Portugal en Griekenland sa men. In dit gebied wonen slechts ruim acht miljoen mensen. Dat is 18 per vierkante kilometer, tegen 356 in Nederland. Ruim 86 procent van de Zweden woont in de zuidelijke helft van het land. De afstand van het noordelijkste puntje tot het uiterste zuiden is 1574 km, terwijl de maximale breed te 499 km is .Dit langgerekte land bestaat voor zo'n 50 procent uit bos en voor 40 procent uit meren en woeste grond, zodat slechts tien pro cent van de grond in cultuur is gebracht. Zweden grenst in het wes ten aan Noorwegen, in het noorden aan Finland, terwijl de oostzijde wordt ingesloten door de Botnische Golf en de Oostzee. De geografische ligging van Zweden betekende een eeuwendurend isolement, waaraan het land zich pas Iaat wist te ont worstelen. De sporen van dit leven 'op zichzelf' zijn nog steeds merk baar in het leven van alledag, maar ook in de Zweedse politiek. In de jaren zestig kwam Zweden in de belangstelling als een sociaal democratisch land dat aan een nieu we maatschappijvorm werkte. Na 1932 het jaar waarin de sociaal democraten definitief aan de macht kwamen was een voorbeeldig stel sel van sociale voorzieningen opge bouwd. Het gemiddeld inkomen per hoofd was hoger dan waar ook in West-Europa. Met de gelijkstelling van man en vrouw was ernst ge maakt Het onderwijs was op nieuwe leest geschoeid. De Zweden hadden democratische rechten gekregen, die nog onbekend waren in de meer conservatieve, traditionele samenle vingen in de zuidelijker liggende landen. De invoering van al die maatregelen werd vergemakkelijkt door het feit dat Zweden tijdens de Tweede Wereldoorlog niet door de Duitsers werd bezet. Het land bleef neutraal. Er werden geen huizen vernield, de fabrieken bleven staan. En na de oorlog kon Zweden nauwelijks vol doen aan de vraag uit de door de oorlog zwaar gehavende landen. Daar kwam bij dat Zweden erin slaagde, optimale arbeidsvrede te handhaven, zodat stakingen tientallen Jaren een ongewoon verschijnsel waren. De opbouw van Zweden tot een hyper-moderne samenleving met een sociaal-democratisch signatuur was mogelijk dankzij een hoog welvaarts peil en een voortdurende economi sche groei. De Zweedse economie werd door de sociaal-democraten krachtig gestimuleerd. In tegenstel ling tot hun geestverwanten in het buitenland zagen zij al vrij vroeg af van een vérgaande nationalisatie van particuliere ondernemingen. Het Zweedse bedrijfsleven kon lange tijd' ongehinderd zijn gang gaan. De vak bonden waarin 95 procent van de Zweedse werknemers is georgani seerd, gaven alle steun aan noodza kelijke mechanisatie en automatise ring, als de bedrijfsleiding meende dat dit de produktiviteit en daarmee de algemene welvaart ten goede zou komen. Tot het einde van de jaren zestig kende Zweden geen werkloos heid. Er was zelfs een overspannen arbeidsmarkt, die met de 'import' van duizenden buitenlanders enigs zins kon worden verlicht. Diverse buitenlandse bezoekers heb ben Zweden beschreven als een soci aal-democratische modelstaat, waar gematigdheid 'de weg-van-het- midden' de toon aangeeft. Zwe den werd populair als laboratorium- staat. Sinsds 1969 wordt het Zweedse model echter bedreigd door een toe nemend aantal problemen. Het zijn kwesties van politieke sociale en vooral ook van economische aard. Tijdens een reportagerels door dit land hebben wij getracht, enig in zicht in deze moeilijkheden te krij gen. Een serie artikelen waarvan de eerste op deze pagina wordt afge drukt is hiervan het resultaat. In Taby, op 21 km ten noorden van Stockholm, is ruim acht jaar ge leden dit hoogbouwcomplex neergezet. Het is een voorbeeld van de moderne architectuur in Zweden. economische bloei. De financiering van de sociale voorzieningen en de hoge inkomens waren ervan afhanke lijk, of het bedrijfsleven, genationali seerd of niet, winst kon maken en de Zweéds'e exportpródukten overal ter wereld aan de man kon brengen. Dit betekende, dat de bedrijven ondanks de relatief hoge loonkosten in staat moesten zijn met het buitenland tp concurreren. Daartoe moest de pro duktiviteit hoog zijn. En om dit mo gelijk te maken moesten de modern ste technieken worden toegepast. Het betekende ook, dat niet-winstgevende bedrijven zo snel mogelijk moesten worden weggesaneerd. Maar voor een dergelijk beweeglijk en efficiënt pro- duktie-apparaat was een even mobiel arbeiders-arsenaal nodig. Het gevolg was, dat het particuliere bedrijfsle ven, in samenwerking met de vakbon den en met hulp van de overheid, de Zweedse werknemer tot een verplaats baar produktie-instrument maakte. Een werknemer, die, zonder dat hij er materieel op achteruit ging, van de ene op de andere dag in een ander bedrijf en naar een ander woon- en werkgebied kon worden overgeplaatst. Het is nu zo in Zweden, dat een arbeider die door een bedrijfssluiting op straat komt te staan, een goede werkloosheidsuitkering krijgt en wordt gesubsidieerd als hij zich snel wil omscholen en naar een ander werkgebied trekken. De rompslomp van het kopen en verkopen van een huis is voor de meesten geen pro bleem. Zo'n 80 procent van de Zweed se huizen wordt verhuurd. Ongeveer 70 procent van alle Zweden woont in flatgebouwen, die merendeels bezit zijn van gemeenten of van door de vakbonden opgerichte woningbouw verenigingen. De hulzen lopen, wat luxe en indeling betreft, niet al teveel uiteen. Ruim 60 procent van de hui zen in Zweden is minder dan dertig jaar oud. Ze zijn modern. Tot de vaste inventaris behoort in het alge meen een koelkast, een roestvrij sta len aanrecht, centrale verwarming, een elektrisch- of gasfornuis een bad of douche en warm en koud stromend water. Verhuizen behoeft geen achter uitgang in voorzieningen te beteke nen. Er zijn woningen genoeg in Zweden, vooral in de hoge flats die de laatste jaren wijksgewijs zijn opge trokken. tussen de 300 en 700 gulden per maand. Behalve met de hoge huren zijn vele stedelijke flatbewoners wei nig gelukkig met hun woning zelf en de woonomgeving. Margaretha Hedin, een vrouwelijke tandarts in Tyresö, vlak bij Stockholm, krijgt veel flatbe woners als patiënt in haar praktijk. 'De meesten houden er helemaal niet van om in die flats te wonen. Zij kunnen niet met de mensen in con tact komen. Het is zelfs al moeilijk om in aanraking te komen met de buren. Het is verschrikkelijk met die huizen. Je staat buiten en denkt: de zevende van onderen en de vierde van links dat is mijn huis', vertelt zij. Het leven op het platteland was vroe ger heel anders. Daar komen de mees te nieuwe flatbewoners vandaan. 'Vroeger kende je iedereen. Maar dan verhuis je en gaat dit allemaal weg. De hele gemeenschap wordt opgebro ken, de gemeenschapszin in de dorpen is door de trek naar de stad verdwe nen en nu kent niemand niemand meer', zegt Margareta Hedin. Hoge huren Vooral tegen nieuwe woonvormen groeit echter in Zweden verzet. De bezwaren richten zich hoofdzakelijk tegen flats in de grote steden. De nieuwe flats zijn duur, met huren van Volgens Wilhelm Paues, een top-func- tionaris van de Zweedse industriefe- deratie, is er in Zweden een verkeerd Onzekerheid huisvestingsbeleid gevoerd. 'Ik geloof dat het ten dele komt door idiote architecten en door een slechte ruim telijke ontwikkelingspolitiek. Zelfs in de kleine plaatsen met ongeveer 2000 mensen zie je flats staan met zes tot zeven verdiepingen. Dat is idioot. De huizen hadden in dit land met zoveel ruimte veel meer gespreid gebouwd moeten worden. Maar er werd steeds naar statussymbolen gestreefd.' De groei van de Zweedse steden en de ontwikkeling van de hoogbouw heeft een reeks ernstige sociale problemen veroorzaakt. Paues: 'In elke grotere stad heb je problemen. De mensen wonen in erg kleine flats. Er is niet genoeg ruimte voor de kinderen om te spelen, zodat ze op straat gaan of rondhangen in de ondergrondse. Wij hebben problemen met verdovende middelen, zoals jullie die ook in Hol land hebben. Je krijgt meer moeilijk heden op school, in het verkeer. De mensen moeten lange afstanden afleg gen naar het werk, soms 50 tot 60 km. Dat betekent zeer vroeg in de ochtend weggaan en de kinderen in een crèche achterlaten. Ze komen om half zeven of zeven uur thuis. Dit vermoeit de mensen. En een heleboel mensen beginnen er aan te twijfelen of het nog wel zo plezierig is in een grote stad te werken.' Niet alleen de ouderen verzetten zich tegen de flats en de grote steden. Uit een vorig jaar gehouden opiniepeiling bleek dat van de ondervraagde jonge ren tussen de 12 en 24 maar liefst 83 procent de stad zou willen inruilen voor wonen op het platteland of in kleinere woongemeenschappen. De agitatie in Zweden tegen het woonmi- lieu hangt samen met het gevoel van onzekerheid dat bij de mensen is teweeggebracht door de beweeglijk heid, de totaal vernieuwde omgeving, de te snelle overgang van een land- bouwsamenleving naar een mobiele, industriële en verstedelijkte maat schappij. De vraag rijst nu, of de verandering •in Zweden, die voor een belangrijk deel uit economische motieven is voortgekomen, in hetzelfde tempo moet voortgaan. Het is het vraagstuk van het afwegen van de economische baten tegen de sociale kosten van verandering. De Zweedse socia'al-democraten heb ben veertig jaar lang sociale verande ring gepredikt en doorgevoerd. Ze hebben zich gepresenteerd als de par tij van de vooruitgang, stilstand werd gezien als conservatisme en achteruit gang. Maar als er niet naar gevraagd wordt welke doelen de verandering dient of welke sociale schade ze aan richt, dan wordt de roep om verande ring een dogma, dat, als het maar lang genoeg wordt aangehangen, tot een nieuw conservatisme leidt, tot de behoudzucht van verandering-zonder meer. De Zweedse burger leeft in een staat die hem 'van de wieg tot het graf' verzorgt. Maar hij moet er naar draagkracht flink belasting voor beta len. Bij zijn tocht van de wieg naar het graf heeft een Zweed de volgende belangrijke sociale rechten en plich ten. Voor elk Zweeds kind krijgen de ouders 840 gulden kinderbijslag per jaar belastingvrij. Medische verzor ging, tandheelkundig advies, vitami nen, ijzer en inentingen voor moeder en kind zijn gratis. Gaat het kind naar school, dan betalen zijn ouders tot en met de middelbare school geen schoolgeld. Het kind ontvangt gratis boeken en wordt kosteloos voorzien van schoolmaaltijden. Voor wie ver van school woont, wordt een bijdrage in de reiskosten verstrekt. Studenten aan een universiteit krij gen, afhankelijk van het inkomen van hun ouders, een studielening tegen 6,75 pet rente. Deze bedraagt maxi maal 3381 gulden per termijn, waar van 612,50 niet behoeft te worden terugbetaald. Bovendien krijgen de ouders 581 gulden per studerend kind als extra bijdrage uitgekeerd. Gaat een Zweed trouwen; dan kan hij een lening van maximaal 5600 gulden sluiten voor de inrichting van zijn huis. Hij mag dan niet meer verdie nen dan 21.000 gulden per jaar en moet de lening in acht jaar aflossen tegen een rente van 6.75 pet. Kraamtoelage In Zweden werkte in 1969 47 procent van alle vrouwen. Ook bij de politie vinden zij emplooi. Wat de kleding betreft, wordt daar weinig onderscheid tussen man en vrouw gemaakt. Wordt een baby geboren, dan krijgt de moeder een kraamtoelage van 756 gulden. Heeft zij minsten 270 dagen achtereen in de ziektenverzeke- ring gezeten en als werkende vrouw minstens 1820 gulden per jaar ver diend, dan kan zij aanspraak maken op een uitkering van 0,70 tot 32,20 per dag - afhankelijk van haar inko men - gedurende een periode van maximaal 180 dagen. Zij wordt koste loos opgenomen in een kraamkliniek, krijgt gratis bijstand van een vroed vrouw en wordt kosteloos onderzocht. Preventieve geneesmiddelen kosten niets en haar tandartskosten worden voor driekwart gesubsidieerd. In verband met de hoge huren kun nen minder draagkrachtigen met één kind onder de 16 jaar een huursubsi die ontvangen van maximaal 504 gul den per jaar. Elk kind extra levert een aanvullend bedrag van 168 gulden op. Ziekte Wie in Zweden ziek wordt, heeft recht op gratis opname en medische behandeling in een ziekenhuis. Van de reiskosten naar de dokter wordt alles boven de ƒ4,20 terugbetaald. Specialistische tandheelkundige hulp kost niets. Een bezoek aan de huisarts komt op 4,90. Een telefonisch consult kost 1,40 en een doktersvisite aan huis 10,50. Daarbij zijn röntgenfoto's en laboratoriumproeven inbegrepen. Een wijkverpleegster is gratis. Noodzake lijke geneesmiddelen, zoals insuline voor suikerzieken, kosten niets. Voor medicijnen hoeft nooit meer dan 10,50 per ziektegeval te worden be taald. Invaliden en geestelijk onvolwaardi* gen kunnen zonder onkosten aan spraak maken op allerlei diensten. Kunstledematen, bandages, orthopedi sche schoenen, 'n invaliden-auto, kunst ogen en zelfs een pruik zijn gratis. Rolstoelen worden in drievoud gratis geleverd - een voor thuis, een voor buiten en een voor op het werk. Werkloosheid Een Zweed die werkloos wordt, krijgt maximaal 150 dagen lang en vijf da gen per week een basisuitkering van 12,60 tot 42.- per dag. Per kind onder de 16 krijgt hij dagelijks 1,40 extra. Is hij na die periode nog zonder werk dan valt hij onder de staats-rehabilitatieregeling. Dit levert hem ll/12de deel van zijn vroeger inkomen op met een minimum 'van 380 en een maximum van 560 gulden per maand. Hij mag dan geen bezit hebben dat meer waard is dan 70.000 gulden en moet in de drie voorgaande jaren minstens 24 maanden hebben gewerkt. Een werkloze krijgt boven dien toelagen voor omscholing, voor werk ver van huis en andere vormen van bijstand. De Zweed gaat officieel met pensioen als hij 67 jaar wordt. Vaak gebeurt dit eerder, Maar op die leeftijd heeft hij recht op een staatsbejaardenuitke- ring (ongeveer onze AOW-uitkering) Een echtpaar, waarvan beide partners 67 jaar zijn, krijgt per jaar 6762 gulden AOW. Is een van hen jonger dan 67, dan ontvangt de ander 4347 gulden AOW. Dit bedrag krijgt ook een alleenstaande bejaarde. Zweedse bejaarden kunnen voorts aanspraak maken op huursubsidie, een invaliden- uitkering en gratis sociale hulp, bij voorbeeld van een bejaardenverzorg ster. Pensioen Sinds 1963 wordt de AOW verhoogd met een aanvullend pensioen, de ATP. Deze aanvulling wordt berekend uit het bedrag dat iemand heeft ver diend in de 15 jaar, waarin hij zijn hoogste inkomens trok. Deze regeling is bedoeld om bejaarden die hard hebben gewerkt blijvend te laten meegenieten van de welvaartsstijging. Om het maximale ATP-bedrag te ont vangen moet een Zweed minstens 30 jaar hebben gewerkt. In die periode verzamelt hij een aantal punten die worden gebruikt voor de latere vast stelling van zijn aanvullend pensioen. Bovenop zijn AOW krijgt hij dan 60 procent van het gemiddelde inkomen dat hij verdiende tijdens zijn 'beste' 15 jaren. Indien in een Zweeds gezin de kost winner of kostwinster komt te overlij den, krijgt de overblijvende partner, die kinderen onder de 16 thuis heeft, een pensioenuitkering van 4347 gul- de'rt per jaar. De kinderen ontvangen jaarlijks 1206,50 De overblijvende partner kan nog een extra aanvulling op het pensioen incasseren van 434,70 per jaar en in bepaalde geval len aanspraak maken op huursubsidie. Bij deze opsomming van uitkeringen en voorzieningen zijn uitkeringen van de werkgever of de vakorganisaties buiten beschouwing gelaten. Boven dien moet rekening worden gehouden met het Zweedse prijspeil, dat onge veer een kwart tot de helft hoger ligt dan in Nederland. Belasting Tegenover Öe sociale rechten staan plichten, voornamelijk belastingplich ten. Ruim 40 procent van de Zweedse staatsinkomsten is afkomstig uit in komsten- en weeldebelastingen. De Skandinaviska Enskilda Bank, een van de grootste Zweedse banken, heeft een overzicht gegeven van de snel oplopende belastingdruk in Zweden. Het overzicht vermelde de de bedra gen in Amerikaanse dollars (één dol lar is ca. 3,30). dat we hieronder afdrukken. bruto inkomen belasting belasting als in US$ in US v. h. ink. 1000 30 3% 1500 220 15% 2000 220 21% 3000 790 26% 4000 1170 29% 6000 2110 35% 8000 3310 41% 10000 4530 45% 20000 10980 55% 40000 25830 65% 50000 33530 67% De totale druk op het jaarinkomen van inkomsten- en weeldeblasting mag niet zwaarder zijn dan 85 procent. Evenals de inkomstenbelasting zijn de weeldebelasting, het successierecht, en de belasting op giften in Zweden snel oplopend (progressief).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1972 | | pagina 13