dichtbij De echte Falcon? Koel, licht, droog. ft. Wat nu? Herinneringen aan dr. Bruins Slot En Brucks had het niet meer Kaart voor een gevangene TROUW/KWARTET DONDERDAG 30 NOVEMBER 1972 BINNENLAND T11/K13 De verkiezingsuitslag is voor ons niets om erg opgewekt over te doen. De cijfers die de kiezers gisteren hebben geproduceerd, weerspiegelen meer dan ooit het succes van het streven naar polarisatie dat onze samenleving de laatste jaren politiek, maar ook maat- ichappelijk heeft beheerst. Het resul taat van dat streven ingezet om de duidelijkheid te bevorderen blijkt zonder mankeren, dat de regeerbaar heid van het land op zijn zachtst gd dubieus is geworden. Het ge volg is dat er een uitslag op tafel 1:"« waarmee weinig te beginnen valt. Fr zal een royale meerderheid gevon kunnen worden door een coalitie de progressieve en confessionele binaties, maar het is al te beke een dergelijk verbond onmogeliil. de linkse drie hun medewe'in- vorming van een meerderheid- ni de verkiezingen definitief h uitgesloten. Voorts is de meerderheid, van d vijf, van het kabinet-Bieshen drie confessionele partijen met en DS '70, tot precies één zetel ken. Daarbij komt nog dat er 7- duidelijke kiezersuitspraak ligt over het conflict dat het kabinet-Biesheuvel uit een deed vallen. DS'70, de stroming binnen het kabinet, die het in de overheidsmacht zocht, is op zijn re tour, maar de resultaten van de overi- meer voor het overleg geporteerde partijen, die in het kabinet vertegen woordigd waren, zijn te veelsoortig om te kunnen worden beschouwd als een kiezersuitspraak ten gunste van de lijn die in de grote tegenspeler van de heren Drees en De Brauw, minister Boersma, werd gepersonifieerd. Wanneer men het kiezersvotum over dit conflict wil afmeten naar het resul taat van de ARP tegenover dat van DS '70 dan heeft de lijn-Boersma het ge wonnen. Maar de twee andere confes sionele partijen, die zich evengoed met de methode Boersma hadden geïdentifi ceerd, hebben ernstig verlies geboekt. En daar staat dan weer tegenover, dat de WD die lange tijd tussen het standpunt van DS '70 en dat van de confessionelen heeft geaarzeld be langrijk heeft gewonnen. De winst van de ARP zal, meer dan in het standpunt van minister Boersma inzake de inflatiebestrijding, moeten worden gezocht in het gewicht dat de heer Biesheuvel als minister-president eenmaal in de weegschaal kon en. En de aanzienlijke winst van de WD zal, meer dan in 'de aarzeling 'tijdens de formatie van deze zomer, te vinden zijn in het optreden van lijs- aanvoerder Wiegel, die tijdens zijn campagne zonder terughouding heeft gespeeld op de begeerte naar vergro ting van eigen welvaart bij de kiezer. Het is deze verkiezingsthematiek van de WD die naar ons gevoel een her stel van de samenwerking van confes sionelen met de WD met of zon der DS'70 bijzonder onaantrekke lijk maakt. Het zou een constructie "zijn, die nog afgezien van zuiver cijfer matige bezwaren, ook de confessionele partijen zelf onwelkom zou moeten zijn, omdat de heer Wiegel na de enorme winst die hij heeft kunnen boeken, bij de formatie hoge eisen zal kunnen stellen, bij de inwilliging waar van KVP, ARP en CHU in ernstige mate aan het verwijt zouden worden bloot gesteld, dat zij aan 'rechts' heb ben moeten offeren. De uitslag van gisteren maakt een meerderheidskabi net dus een weinig begerenswaardig al ternatief. Anderzijds zit een levenskrachtig min derheidskabinet er ook niet in. De con fessionelen zullen, na het verlies dat zij gezamenlijk hebben geleden, niet goed staande kunnen houden, dat zij de eerst geroepenen zijn om zo'n kabinet op de been te helpen. Maar het resul taat van de progressieven is als geheel genomen ook niet zo zonnig, als zij waarschijnlijk hadden gehoopt. De PvdA mag haar winst gevoegelijk weg strepen tegen 't verlies, dat D'66 heeft geleden. De PPR is op haar kleine eentje verantwoordelijk voor de voor uitgang van het progressieve zeteltal. Deze winst naar ons dunkt voorna melijk voortgekomen uit gerechtvaar dige wrevel over tekortkomingen in de mondiale verhoudingen zal tot gel ding moeten komen, wanneer de sluit post in het dcelkabinet-Den Uyl zal moeten worden ingevuld. En dat zou de verdeeldheid in het linkse kamp over de bezetting van buitenlandse za ken en defensie alleen maar doen toe nemen. De PPR zal nu ook hogere eisen kunnen stellen bij de vorming van de 'progressieve volkspartij'. Waarschijnlijk zullen na deze uitslag zowel binnen het progressieve als het confessionele kamp middelpuntvlieden de krachten werkzaam worden. De po litiek moet zo enigszins mogelijk haar eigen problemen oplossen. Maar bij zo veel onzekerheid komt het extra-parle mentaire kabinet in het vizier. Voor de confessionele partijen houdt de verkiezingsuitslag een ernstige waarschuwing in. Hun optreden vormt blijkbaar voor steeds minder kiezers een bewijs voor de opvatting, dat er een verband behoort te bestaan tussen geloof en partijvorming (niet te verwar ren met het verband tussen geloof en Politiek). De deconfessionalisering gaat onverminderd voort Dr. W. Drees Sr. (links) en dr. Bruins Slot tijdens kabinetsfor maties in de jaren vijftig. EEN LEVEN VOL MOED door dr. W. Drees sr, oud-minister-president De helaas onvoltooid gebleven maar niettemin belangrijke herinne ringen van Bruins Slot, hebben mij ertoe gebracht mijn herinnerin gen aan hem nog eens te doordenken. Wij zijn met elkaar in nauw contact geweest in zeer verschillende omstandigheden. Eerst in de bezettingstijd, samenwerkend in bij zonder goede verstandhouding. Daarna tijdens de formatie van het kabinet Schermerhom-Drees, toen wij tevergeefs poogden hem voor het ministerschap van binnenlandse zaken te winnen. Vervolgens toen ik minister was en hij kamerlid in het bijzonder tijdens min minister-presidentschap en zijn voorzitterschap van de anti-revolutio naire fractie, toen wij bij kabinetsfor matie en bij de algemene begrotings debatten nog al eens tegenover elkaar kwamen te staan. Niet intussen in persoonlijk conflict maar principieel en zakelijk. In het laatste jaar van de bezetting ontmoetten wij elkaar ge regeld in de contact commissie van de illegaliteit. Hij heette er Swart. Er zijn in die commissie nu en dan belangrijke beslissingen gevallen o.a. inzake de vorming van de binnenland se strijdkrachten. Zijn voornaamste verzetswerk lag ech ter elders: in het redacteurschap van Trouw, behalve wat het ontstaan be treft. Maar allen die erbij betrokken waren hebben verschrikkelijk veel meegemaakt. Het zwaarst werd men getroffen toen een aantal mede werkers ir Duitse handen was geval len en toen de Duitsers deden weten dat hun leven slechts gespaard zou blijven als de uitgave van Trouw werd gestaakt. De vraag moet voor ieder die erover te beslissen had een pijniging zijn geweest. De beginselvastheid echter won het. Niet wijken voor een eis van bezetter, wat het ook kostte. Bruins Slot, ondanks de zachtmoedig heid die ongetwijfeld ook tot zijn eigenschappen heeft behoord, zal niet hebben geaarzeld. De contactcommissie, waarvan de le den voor drie vijfde werden aange wezen door sektoren van de grote ad viescommissie illegaliteit, die wegens haar talrijkheid tijdens de bezetting bezwaarlijk kon bijeenkomen, bestond uit een linker een midden en een rechter sektor, de O.D. terwijl ik voorzitter was namens het vaderlands comité waarin ik de politieke partij en en een aanvankelijk door Paul Scholten gepresideerde comité verte genwoordigde. Politiek en verzet Ten aanzien van het verzet was er meestal eenstemmigheid maar bij her haling waren er tegenstellingen ten aanzien van de houding aan te nemen in politiek opzicht. De tegenstellingen werden aangewakkerd doordat de re gering in Londen voortdurend meen de dat het verzet haar politiek kon adviseren. Zij veronderstelde een een heid c niet bestond. Bruins Slot en ik waren beide gekant tegen bemoeiingen van het, voor zo ver mogelijk gebundelde, verzet met politiek. Elke verzetsorganisatie die dat wilde kon zich politiek uiten, niet het verzet als zodanig. De linker sektor dacht er anders over en was ook geneigd in het verzet een belangrijke factor te zien voor de partijvorming na de bevrijding. Ik achtte de linker sektor, gaande van de communistische Waarheid tot het rooms katholieke Christofor, te hetero geen om later een bindend element te zijn. Wel zouden de bladen Parool en Vrij Nederland zeker hun invloed doen gelden ook na de bevrijding. Bruins Slot meende dat ook de mid den sektor, al wees zij bij de bespre kingen politieke bemoeiingen af, in feite toch min of meer politiek geo riënteerd was. Dat was echter bij daarbij aangesloten organisaties, b.v. van het artsen- en het studentenverzet die allen van een bepaalde groep wilden omvatten, uitgesloten. En dat bij mij in dat opzicht een zeker wantrouwen tegen ir. Neher zou heb ben bestaan, is een vergissing. Wij hadden elkaar leren kennen toen hij directeur was van de toen nog ge meentelijke telefoondienst en ik wet houder. Wij stonden voortdurend in zeer nauw contact met elkaar. Dat Schermerhorn en ik na de bevrij ding, toen Schouten en De Wilde als vertegenwoordigers van ae anti-revo lutionaire partij een regeling ten op zichte van het parlement afwezen, die tijdens de bezetting door de anti revolutionairen in de verschillende ondergrondse organisaties was aan vaard, alsnog een poging deden om deelneming van anti-revolutionairen aan het kabinet te verkrijgen en daartoe een beroep deden op Bruins Slot voor het ministerschap van bin nenlandse zaken, was een rechtstreeks gevolg van ons contact tijdens de bezet ting. Hij heeft na twee besprekingen tenslotte gemeend het niet te moeten doen. Dat daardoor slechts één anti revolutionair, mr. Meijnen, deel uitmaakte van het eerste kabinet waarin hij ter wille van de continuï teit van het departement van oorlog, waarvan hij secretaris-generaal was geweest, zitting had, en dat de anti revolutionaire partij zich niet wezen lijk vertegenwoordigd achtte, van 1946 tot 1952 geheel buiten de regering bleef, heb ik betreurd om algemene politieke redenen. Dat Bruins Slot gemeend had niet te kunnen toetre den ook omdat ik hem persoonlijk gaarne aan binnenlandse zaken had gezien. Openheid Hij liet mij terwijl hij al in het ziekenhuis lag een nummer van het orgaan der Vrije Universiteit toeko men, waarin het deel van zijn memoi res was opgenomen dat betrekking had op het overleg omtrent deze kwestie. Onze kijk op de gang van zaken liep op sommige punten uiteen, zoals niet verwonderlijk is bij herin neringen na 27 jaar, niet steunend op dokumentatie. In de brief waarin ik hem voor de toezending bedankte, schreef ik hem hoe mij de zaken voor de geest stonden. Ik voegde er uit drukkelijk aan toe, dat ik mij tegeno ver hem wilde uiten maar niet be doelde te vragen wijziging te brengen in zijn memoires. Hij antwoordde met de vraag of hij de brief in zijn geheel in de memoires kon opnemen, iets waarmee ik natuurlijk akkoord ging. Hij staat er ook in. Dit is een treffende getuigenis van de openheid van Bruins Slot en zijn bereidheid het inzicht van een ander tot uiting te doen komen. Intussen is de weergave van zijn herinneringen in de definitieve memoires vervangen door schriftelijke verslagen over de besprekingen die hij inmiddels had teruggevonden. Bruins Slot werd geen minister maar kamerlid. Wij kwamen daardoor tegenover el kaar te staan, in het bijzonder ten aanzien van de Indonesische kwestie, al is dat behalve wat Nieuw Guinea betreft niet in debatten tot uiting gekomen omdat het grote conflict een jaar na mijn optreden als minister president eindigde met de ronde-tafel- conferentie en de souvereiniteitsover- dracht en Bruins Slot pas later voor zitter werd van de anti-revolutionaire fractie. In het voorbijgaan merk ik op dat ik een verantwoordelijkheid als mij wordt toegeschreven, niet door Bruins Slot in zijn memoires maar in aanhaling van een ander op de achter kant van het boek, afwijs. Waaróm kan men vinden in uiteenzettingen die ik elders heb gegeven. Voordat ik iets zeg over Nieuw Gui nea nog een paar andere punten, maar allereerst wil ik uiting geven aan mijn bewondering voor de presta tie die Bruins Slot heeft geleverd door vele jaren een actief waargeno men kamerlidmaatschap te combine ren met een even actief hoofdredac teurschap van Trouw dat hem ook na de bezettingsjaren dierbaar is geble ven. Uit zijn memoires, is mij boven dien nog duidelijker geworden dan het tevoren was, hoeveel hij ook op het gebied van de Europese eenheid heeft gepresteerd. Hij moet voordat hij ziek werd lichamelijk ijzersterk zijn geweest. Geestelijk een man van grote veerkracht en bovendien vol toewijding voor al wat hij op zich nam. Formatie en crisis Nu een paar opmerkingen over de formatie van 1956 en de kabinetscrisis in december 1958. Wij stonden daar bij in zeer verschillende posities en ook hier lopen onze herinneringen uiteen. Wat 1956 betreft zijn voor mij andere punten van belang geweest dan hij noemt, maar ik wil slechts iets zeggen over het feit dat ik vol gens hem op een gegeven ogenblik niet meer met Rorarae wilde praten. Zover is het niet gekomen maar ik begrijp de oorzaak van het misver- stand. Na een reeks van besprekingen met de fractievoorzitters was afgesproken dat ik de conclusies waartoe wij geko men waren zou formuleren en een eind-voorstel aan de fracties doen. Tot mijn verwondering reageerde Romme namens de K.V.P.fractie daarop niet enkel met een voorstel omtrent an dere formulering van sommige con clusies maar met een reeks van nieu we eisen. Daartegenover stelde ik dat over het eerste te praten was, maar dat ik het na onze besprekingen waar in hij alles aan de orde had kunnen stellen niet mogelijk achtte alsnog over nieuwe en ingrijpende eisen te (ADVERTENTIE) gaan onderhandelen. Andere partijen zouden zpals de PvdA dan ook deed, hunnerzijds weer met eisen kunnen komen. Niet dus: niet meer met Rom me praten, maar niet over nieuwe eisen praten. Breuk Dan de breuk in 1958. Die ontstond niet zoals Bruins Slot meent als gevolg van eisen van Burger, die fase was zij het met moeite alweer voorbij gegaan. De breuk kwam doordat een op zich zelf niet zeer belangrijk amendement op belasting voorstellen werd aangeno men, dat was toegelicht met de woor den: 'Wij allen eisen drastische verla ging van de rijks uitgaven'. Een on mogelijke zaak waarvan in het volgen de kabinet en daarna niet meer sprake is geweest. Ten aanzien van Nieuw Guinea heb ben wij vooral bij de formaties van 1952 en 1956 tegenover elkaar gestaan, omdat hij als voorzitter van de anti revolutionaire fractie, met de K.V.P., wilde dat in het program zou worden opgenomen, dat over Nieuw Guinea met Indonesië niet meer zou worden gesproken. Hoewel ik voorshands geen mogelijkheid zag tot overeen stemming te komen tussen Indonesië waar Sockamo de onvoorwaardelijke overdracht van Nieuw Guinea eiste, en Nederland, waar in elk geval de ka mers daartoe niet bereid waren, heb ik steeds de mogelijkheid van overleg open willen houden. De regering had in de korte tijd dat wij met Indonesië in een unie verbonden waren aangebo den de souvereiniteit aan de unie op te dragen, was later ook bereid het beheer eventueel aan de Verenigde Naties over te dragen, maar dit leidde niet tot een resultaat. Dat met Indonesië in geen geval meer over Nieuw Guinea zou worden gesproken is intussen pas opgenomen in het program van het kabinet De Quay. Ik zie de houding van Neder land inzake Nieuw Guinea als een zakelijke fout, niet als een morele fout. Het moest gaan om de bevolking van Nieuw Guinea, om de Papoea's. Die zijn door de overgang naar Indo nesië zeer geschaad. De enige gezonde oplossing zou zijn geweest, dat op den duur het gehele eiland, het aanvanke lijk Nederlands en aanvankelijk Au stralisch, één staat zou zijn geworden met een geleidelijk tot zelfbeschik king geschikt wordende bevolking. Voor Nederland zou het echter zake lijk veel beter zijn geweest als eerder tot overdracht was overgegaan. Soe- kamo zou ook dan op den duur er op uit zijn geweest Nederlandse belangen uit Indonesië te doen verdwijnen, maar het zou allicht niet zijn gebeurd op de ruwe wijze waartoe het nu is gekomen en die veel schade en leed heeft veroorzaakt. 'Ik kan me nog goed herinneren ivat er in Monster gebeurde. Dominee Brucks was met Joop meegereden in die ouwe vrachtwagen die ze toen hadden. Dat ioas een oud kreng, hoor, die wagen. Ze stopten op het markt plein van Monster. Daar zouden ze beginnen met een serie van vijf bij eenkomsten in de openlucht. Er wa ren jongelui die een platform in me kaar begonnen te zetten, ze zetten de microfoons en de luidsprekers neer. Het was er niet zo rustig, daar op de markt. Het stond er eigenlijk al vol met hippies toen we kwamen en er stonden lui van een of andere motor gang- Die droegen allemaal leren jeks en helmen. Ze leken wel wat op de 'Hells Angels' uit Amerika. Op een gegeven moment stapte de leider van die club naar de wagen toe en zei tegen Brucks: 'We komen hier een happening organiseren, ouwe,' 'Waar?' vroeg Brucks. 'Precies op de plaats ivaar jij nou staat met je rotwagen,' zei die vent en hij stak een grijnzend hoofd en een stevige vuist door het portierraampje. Ik ge loof dat Brucks het op dat moment niet meer had. Enfin we begonnen met de samenkomst, want we konden nou niet meer terug, want dan waren we afgegaan als een gieter, dat be grijp je. Nou moest tk zelf wel even lachen, want zodra we op het platform ston den en begonnen te zingen: 'Welk een vriend is onze Jezus,- toen kwamen er drie naar voren met van die voetbal toeters en die begonnen daar vlak voor onze neus op te blazen, nou, we konden ons zelf niet meer horen. Dat was lachen dus van die lui daar. Toen begonnen ze ook nog stenen tegen de wagen te gooien. Op een gegeven moment was het een vreselij ke rotzooi daar en toen kwamen ook de politie en de brandweer nog. 'Brucks liep naar een van de micro foons en riep: 'Stop!' Het werd even stil. Toen zei hij: 'Ik zie dat we hier een stel muzikanten hebben. Waarom komen jullie niet op het podium om ons te helpen?' Er hing een ijzige stilte. Ze weigerden. Toen riep Brucks tegen de anderen: 'Waarom góóien jullie ze niet op het podium?' 'Ja, ja, gooi ze erop!' riepen ze, want voor een geintje was ieder een wel te vinden. Nou ze werden er inderdaad opgesineten, die jongens met hun toeters. Brucks zei toen te gen ons: 'Nou gaan we zingen Welk een vriend is onze Jezus, en dat doen we net zolang tot ze niet meer kun nen. Al moet het twintig keer. Dus denk erom: telkens opnieuw.' Nou, toen hebben we vreselijk plezier ge had. We hebben het zes keer hele maal doorgezongen. In het begin blie zen die lui zo hard ze konden maar ze teerden steeds meer moe en op het laatst konden ze niet meer. Ze vroe gen toen aan Brucks of ze er weer af mochten. Ze hebben die avond wel even flink voor paal gestaan. Wat later wilde Brucks gaan preken, maar weer begonnen ze te schreeuwen en iemand riep: Donder op met je geloof. Toen riep Brucks: 'Laten we een afspraak maken. Iedereen mag op het podium komen en zeggen wat hij te zeggen heeft en degenen die geen lef genoeg hebben houden hun mond. Is dat okee?' 'Jaf rieven ze. Een vaar seconden later stond er al een op het podium.' Dit is het begin van een hoofdstukje uit een pas bij Kok in Kapen uitge komen boekje van Youth for Christ- directeur ds. George Brucks, dat 'God mag het weten' heet en ivaarin hii een aantal meisjes en jongens aan het woord laat over drugs, sex, geloof enz. Hijzelf schreef het laatste hoofd stukje onder de titel 'Wat ik zeggen wou'. Het boekje telt 104 pagina's en kost 6,90. Nu het toch tegen Sinterklaas loopt, willen we op nog een boekje attende ren, dat eenzelfde geestelijk klimaat ademt. Het is 'Je kunt het geloven of niet' van Sipke van der Land, waarin door hem gehouden radio- en televi sietoespraken gebundeld zijn. Het is ook bij Kok in Kampen verschenen (72 pagina's, prijs 5.90). 'Ommezwaai' Bruins Slot echter heeft nog tijdens het kabinet De Quay zijn houding zowel ten aanzien van Indonesische conflict in het algemeen, als ten op zichte van Nieuw Guinea gezien als fout, niet alleen zakelijk maar ook zedelijk. Die 'ommezwaai' heb ik slechts uit de verte als buitenstaander gevolgd, maar met intense belangstel ling en met diep respect. Naast de moed getoond gedurende de bezetting gaf hij nu blijk van een zeldzame morele moed. Terecht zegt in de inleiding tot de memoires Ben van Kaam dat het ih wezen meer was dan een politieke ommezwaai, het was een bekering. Bruins Slot zag zijn plicht als christen anders dan te vo ren en getuigde daarvan. Dat daaraan veel innerlijke strijd aan vooraf ging en dat zijn publieke getuigenis een stroom van verwijten vooral van me de anti-revolutionairen over hem heen heeft doen gaan, ligt voor de hand. De mogelijkheid zich vrij te blijven uiten in Trouw zal hem hebben ge sterkt en veel voldoening hebben ge geven. Hij heeft, schrijft hij, geen gelukkige dagen beleefd in de politiek, maar hij was gelukkig in het verzet en na 1963. In wezen een gelukkig begin en een gelukkig einde, na een leven van strijdersmoed en van morele moed. Een van de activiteiten van Amnesty International, die al jaren de publieke aandacht vestigt op de mensen, die om hun politieke of godsdienstige over tuiging onrechtmatig gevangen gezet zijn, is de jaarlijkse kerstkaartenactie. Iedereen kan speciale kaarten sturen naar zulke gevangenen, voor wie zo'n groet van buitenaf een grote morele steun betekent, omdat hij en ook de autoriteiten van zijn land weet niet vergeten te zijn. Hoe meer kaarten een gevangene krijgt, hoe groter zijn kans op een betere behandeling. Peter Vos tekende dit jaar de Amnesty-kaart. Een hoopvolle tekening, waarop zoveel zingende vogels staan dat ze, al zijn ze op het eerste gezicht niet mak kelijk te vinden, zelfs binnen de gevangenismuren te horen moeten zijn. Wie op postgiro 454000 van Amnesty International, Amsterdam, 3,25 stort (voor vijf kaarten plus porto) krijgt behalve de kaarten ook een lijst met naam en adres van politieke gevangenen thuisgestuurd. miljoen pakjes in handen krijgt en die dan ook nog moet afleveren, ge looft zelf niet meer dat vandaag of later verstuurde presentjes de ontvan ger nog op tijd zullen bereiken. Wat niet wegneemt dat zoiets wat later natuurlijk ook welkom zal zijn, mits het een leuk cadeautje is. Behalve de posterijen hebben ook de spoorwegen wagonladingen vol werk, maar dat zit 'm meer in de kerstda gen en oud en nieuw. Wel een half miljoen hier en in West-Duitsland werkende vreemdelingen willen die dagen in hun eigen buitenland vieren en daarom hebben de Duitse spoorwe gen 169 extra treinen voor Italië. Joegoslavië, Griekenland en Turkije klaargezet. Vanuit Rotterdam vertrek ken op 15 en 16 december twee extra treinen speciaal voor de Spanjaarden. Alle anderen kunnen met zgn. grens- landtreinen naar Keulen voor de ove rige extra verbindingen. In elk geval is iedereen zo op tijd thuis. pleeidee Het advertentieblad Journaal 2000 geeft een paginaatje 'mannen-sugge sties' voor Sinterklaas onder de kop: 'Sint, geef hem dit jaar wat anders'. Daar staan aardige ideeën in, maar ook tamelijk onzinnige tips, zoals: een pleeradio met closetrolhouder ('afleiding bij de stoelgang", 39); een schriftelijke garantie dat hij een jaar lang niet hoeft af te wassen ('tracht meteen voor uzelf een afwas machine los te peuteren'); een bordje 'pers' voor in de auto' (vanaf 4,50); een judoka-pyjama 41,95). pakjes Sinterklaaspakketjes die nu nog ver stuurd moeten worden, kunnen maar beter thuis blijven. De PTT, die in een week als deze meer dan anderhalf 'Ik zei hem dat hij zijn bureau moest schoonmaken.'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1972 | | pagina 13