Tiemeyers laatste rol in Ostrovsky's Het Woud My Fair Lady van Forum werd een groot succes In België 50.000 protestanten Residentie Orkest: geen verloren avond Stuk kwam niet helemaal uit de verf Hohe Messe onder Jochum voortreffelijk Geïnspireerde Jazz at the Philharmonic Boekenetalage Den Uyl: Biesheuvel regeringsleider bij vij f partij encoalitie vandaag Trouw K warfet TROUW/KWARTET MAANDAG 6 NOVKMBhK 1972 KUNST/KERK T2/K n rp door Ber Huising ARNHEM Zaterdagavond gaf Toneelgroep Th eater de eerste voorstelling Hans Tieraeijer zijn laatste rol wenste te spelen. Daan-oor toonde de koningin zelfs haar belangstelling. En burgemeester en wethouders van Arnhem uiteraard. En de commissaris van de koningin voor Gelderland die, als enige. Hans Tiemeijer na de voorstelling toesprak. Hij vermeldde zijn grote rollen Ubu, Job, Falstaff. Bloom, Puntilla waren er bijvoorbeeld bij de stuk ken die hij schreef, het vele werk dat hij buiten het toneel voor het toneel deed, en hij vertolkte de vrijwel alge mene verwondering en teleurstelling, dat Hans Tiemeijer afscheid wilde nemen. Die, toch beseffend dat hij het con tact met het publiek zal gaan missen, verklaarde dat hij geenszins gaat stil leven, hij weet nog veel te doen, maar dat hij zich, vijfenzestig al, en na zijn vijfenveertig toneeljaren, te oud voelt om nog weer te gaan wer ken aan de nodige toneelverandering. Voor zijn afsoheid van het oude, hem vertrouwde, overigens nog hedendaag se, toneel koos hij dus Het Woud van Alexander Ostrovsky. Daarin is hij, zichzelf eigenlijk, een oude, maar ook arme en zwervende, toneelspeler, die bij een rijke nioht onderdak en wat geld zoekt. Maar met dat geld doet hij goed, edelmoedig en theatraal mense lijk. Een arm meisje kan er van trouwen met haar geliefde. En hij kan, voor hij weer berooid vertrekt, die benepen geldgierige kleinburgers breeduit de waarheid zeggen. Met een claus uit Schillers RaUber. waarmee Ostrovski de Russische censuur van toen (1871) ontdook. Ironisch Hans Tiemeijer doet dat zwierig, goedmoedig, natuurlijk met een mild ironisch genoegen. Om hem heen ging niet alles zo vanzelf in de juiste doordachte tragi-komische sfeer. Het leek of iedereen voor zichzelf had gedacht en dat het onder regie van Elise Hoomans niet tot een eenheid was geworden. Ostrovki werkte met romantische, zelfs melodramatische, trekjes uit die tijd en dat Rusland waar hier en nu toch afstand-met-een-knipoog van ge nomen zal moeten worden; en hij bedoelde ook duidelijk een satire, die nu nog geestig kan overkomen. Henni Ori had dat helemaal door. Die speelde die oude, gierige, zo-' genaamde kuise, weduwe met een veel te jonge minnaar, geweldig goed, met een harde stugge autoriteit, met al te vrouwelijke nauwelijks bedwon gen zwakheden, en met een kostelijk zenuwachtig kuchje na elke schijnhei lige mooipraterij. Jan Verhoeven, de dienstknecht, had dat ook: slaafs aan de ene kant. brutaal alles wetend aan de andere kant, en dat dan telkens met een licht sarcastisch ondertoont je. v an Het Woud, waarin door P. VEENSTRA ROTTERDAM Onder leiding van de onlangs 70 jaar geworden dirigent Eugen Jochum werd za terdagmiddag de VARA-mati- nee in de Grote Doelenzaal Bachs mis in b-mineur, de zoge heten Hohe Messe uitgevoerd. Medewerkenden aan deze reproduktie, die daags daarop in het Amsterdamse concertgebouw werd herhaald, waren het oncertgebouworkest, het Groot Omroepkoor (ingestudeerd door Carel Laout) en de zangsolisten Agnes Gie bel, sopraan, Julia Hamari, alt, Wer ner Krenn, tenor en Peter van der Bilt, bas. Na de opening in een tamelijk lang zaam, maar verdedigbaar tempo, ont stond een herschepping in de ware zin van het woord. Kleinigheden als een soms wat te zacht klinkend clave- cimbel en een portatief, dat meesten tijds wat te weinig reliëf gaf, deden hoegenaamd geen afbreuk aan een totaalindruk, die de hoorder nog lang zal bijblijven (de Grote Doelenzaal was verheugend goed bezet). De interpretatie is een triomf gewor den voor de superieure zangkunst van het Groot Omroepkoor, terecht gezien als een der beste, zo niet hét beste ensemble van ons land op dit gebied. De dirigent kon zijn intenties steeds volkomen verwezenlijken. Ook de bij zonder ingewikkelde polyfonie van bijvoorbeeld de opening van het Cre do-gedeelte werd perfect gerealiseerd. Het orkestrale ensemble reageerde Koningin Juliana was bij de afscheidsvoorstelling van Hans Tiemeyer in de Stadsschouwburg te Arnhem. weer niets voor. Elise Hoomans, die het stuk met Joanna Bilski goed vertaalde, kreeg het, wat zij ook be doeld heeft, niet helemaal voor elkaar. Het Woud leek daardoor een minder boeiend werk, dan het kan zijn. Hel decor, een woud uiteraard, en de kostuums, Russisch natuurlijk, wer den ontworpen door Huub van Gestel. door R. N. DEGENS DEN HAAG Hot was weer een voorbeeldig assortiment van stuk ken eigentijdse muziek dat het Residentie Orkest de geïnteresseer den zaterdagavond aanbood. Typerend voor de vindingrijkheid waarmee door dit orkest propaganda voor de nieuwe muziek wordt bedreven is de manier waarop geprobeerd wordt het aantal ge- interesseerden uit te breiden. Boersheid Anita Menist, goed strak en bitter als de spionnerende huisbewaarster kon even. maar te weinig, loskomen in een gevoeligheidje als zij over haar ellende begon. Edmond Classen hield, als de houthandelaar die telkens stuk jes woud koopt voor te weinig, de stijve boersheid mooi val. Guy La- vreysen en Pauline van Rhenen speel den een boerse Romeo en Julia alsof zij in een ander istuk stonden, he lemaal op de sefieuze romantische toer. Arthur Boni lad over de andere toneelspeler, de ka eigen jolige opvat', Shakespeare-nar en arte-knecht teeglijl' dreven en niet le Ger Thijs is rede ge gesjeesde ische, een geheel ing, alsof hij een en commedia dell- deed. Mal over- vond ik. als de onbenulli- isiast, die op het geld van de weduwe aast, maar toch te slap. De zakelijke hebzucht, waarvoor ze zelfs liefde willen verhandelen, was in de gehele voorstelling niet goed soherp en hard aanwezig. Twee bur gerlijke bijfiguren van Henk Voges, en Jos Knipscheer stellen dan ook Drs. W. R. Seholtons, De onbekende Kierkegaard, zijn werken, zijn gebe den. Uitgeverij Ten Have n.v., Baarn, 188 biz., 11,50. Sixtus Scholtens (geb. 1925) is Kar meliet. filosoof en theoloog, gewezen leraar aan lycea, thuis in de gods dienstwetenschap en thans werkzaam in volwassenen-katechese. Na vooraf gaande publicaties over Kierkegaard, komt hij nu met dit boek over de on bekende Kierkegaard dwz de man van de binnenkamer. Scholtens spreekt over een bidstoel, maar over het meubilair van deze protestantse Deen zal wel geen zeker heid bestaan. In ieder geval bevat dit studieuze werk taltijke gebeden, inge lijst in zijn levensbeschrijving en met verwijzing naar zijn werken. In een tijd dat geroepen wordt om meer verinnerlijking en meditatie (Kle- mens Tilmann schreef er een dik 'werkboek' over van 338 dichtbedruk te bladzijden Haarlem 1972 is het goed de aandacht te vestigen op het christelijk gebed en het christe lijk mediteren van een zo weinig traditioneel en conventioneel man als de geniale Deense denker. Elke groep en richting heeft zijn eigen manier van bidden, ook wat toon en woordge bruik betreft. 'Beroepsbidders' zoals monniken en geestelijken kunnen hier (ik mag niet oneerbiedig zeggen 'technisch') veel leren, wanneer zij, zo verduren niet alleen Kierkegaards Seschriften, maar ook zijn gebeden de jd. Zo krijgen de bezoekers van de 'nor male' concertseries op aanvraag onder meer éénmaal een gratis toegangsbe wijs voor een concert in de avant- garde serie; een eventueel 'verloren avond' kost zo'n bezoeker dan ten minste geen geld, en daarvoor zijn wij Nederlanders nogal gevoelig. Het risico van zo'n verloren avond was met het programma van dit (der de) serle-K concert grotendeels ver meden door een zo groot mogelijke diversiteit; en gehoord de opvallend intense en langdurige bijvalsbetuigin gen heeft iedereen zich ditmaal in de Prins Willem-Alexander-zaal best ver maakt. Dat kon vrijuit, en voor de meer gevorderden in het luisteren naar eigentijdse muziek: probleem loos, bij de 'Pas de deux' uit 1961 van Otto Ketting, die daarmee een uiterst levendig en contrastrijk stuk met goed verwerkte Strawinsky-invloeden schreef. Dat kon ook bij het vrijblij vende, in hoofdaak esthetische klan kenspel dat Jean-Claude Eloy in 1963 bedacht voor 18 instrumenten en dat hij 'Equivalences' noemde. Twee stuk ken waarin orkestraal erg veel over hoop gehaald wordt, wat de luisteraar voor kennisgeving aanneemt. met dit eerste optreden in Nederland een uitstekende indruk maakte met een wat stereotiepe maar uiterst effec tieve dirigeertrant. AMSTERDAM Newportfestivals verhouden zich tot Jazz at the Phil- harmonic-concerten zo ongeveer als LP's tot 78-toerenplaten, waarop vroe ger in 3 min. alles moest worden waargemaakt. In Rotterdam 5 concer ten, zaterdagnacht in het Concertge bouw één. Déér 38 solisten, hier 7 renommé's, op de Deense bassist Or- sted Pedersen na allen in hun nada gen. En toch; hoeveel méér soberheid, noeste arbeid en uitstekende muziek kwam er over het podium. Norman Granz heeft zijn JATP weer opgepoetst, omdat er nog altijd geld aan te verdienen is, omdat ook zowel de jongere als oudere jazzfans nog best waardering kunnen opbrengen voor een goede jamsession. Roy El- dridge, Al Grey en Lockjaw Davis waren hier in april met de Basie- band. Peterson, Benny Carter en drummer Bellson figureerden in vroe gere Fhilharmonic-concerten. Het sep tet gaf na de pauze met blues, ballads en evergreens zeer geïnspireerde middlejazz ten beste, waarin het ni veau naar een climax groeide. Die climax was voor velen misschien het vertrouwde finalestuk 'Cottontail'. Voor mij was het Little Jazz Eldrid- ge, voortreffelijk op dreef in de blues en in zijn balladversie van 'Willow weep for me'. Slechts in de hoge tempi ziet de voormalige architect van het moderne jazztrompetspel het niet zo duidelijk meer zitten, maar in deze vorm hoeft Roy nog niet naar het rusthuis. Lockjaw voelt zich het best als hij roeren kan in driftige swing- brouwsels, de ballad ging als muzikaal statement aan hem voorbij. Altist Carter (jaargang '07, ja ja) was door een slechte geluidsbalans bij vlagen te horen, clean en sober, onpersoonlijker dan wijlen Hodges, maar goudeerlijk, met een glimlach in zijn toon. De ritmesektie, aanvankelijk wat stoterig, begeleidde gaaf en kreeg naarmate de nacht verstreek het juiste swingtoe rental te pakken. NOORDWIJKERHOUT Wanneer het tot een nieuwe vijfpartijencoalitie komt, is mr. Biesheuvel de enige kandidaat voor het minister-president schap. aldus luidt de conclusie van PvdA-lijsttrekker Den Uyl. Hij zei dit op het JOVD (de jongerenorganisatie van de VVD)-congres in Noordwijker- hout. Biesheuvel heeft met het pro fijtbeginsel sterk gepolariseerd. Zo'n kabinet is een gevaar voor het land en het mag niet voortgezet worden, aldus drs. Den Uyl. In de confessione len hebben, zo zei hij, de rechtsen, de Biesheuvels, de Schmelzers het voor het zeggen en mensen als Aantjes, die progressieve geluiden laat horen, wor den door Biesheuvel voor schut gezet. De vice-voorzitter van de KVP-Twee- de-Kamerfractie, drs. M. Pijnenburg, wilde geen keus doen tussen het pro gramma van de progressieve partijen en dat van de VVD, maar zo zei hij, in het verleden is gebleken dat met de VVD goed is samen te werken. De voorzitter van de JOVD noemde het liberaal manifest een 'vrij vaag en weinigzeggend urgentieprogramma', waarin een integrale visie op de we reldproblematiek ontbreekt. Hij noem de met name de kwalitatieve bewape ningswedloop en een bezinning op de problemen van de ontwikkelingslan den. Overhoop Volkomen in tegenstelling daarmee gebeurt er in 'Stille und Umkehr* van Bern Alois Zimmermann bijna niets, maar daarmee wordt in de luisteraar een heleboel overhoop gehaald. Mis schien komt dat door de wetenschap dat Zimmermann dit stuk enkele we ken voor zijn zelfmoord (in 1970) componeerde, als een afscheid. Maar al helpt een dergelijke wetenschap zo'n stuk 'plaatsen', met een soortge lijke context zouden bijvoorbeeld de genoemde werken van Ketting en Eloy geen duim diepgang méér gekre gen hebben. Zimmermann's 'Stille un Umkehr1 grijpt je naar de strot met alleen maar een voortdurend door klinkende toon (D) die door diverse Instrumenten als in een klank-estafet te, wordt overgenomen en door ande re heel subtiel wordt omspeeld, en die tenslotte in een accordeon, een zingende zaag en een paar contrabas sen uitklinkt. Allemaal op een heel laag pitje wat geluidssterkte betreft; maar het brandt heel diep door in je ziel. Heel wat dieper, wat mij betreft, dan Stra- winsky's 'Introitus in memoriam T. S. Eliot* en 'Requiem canticles' die ook onderdeel van dit programma waren (m.m.v. het Nederlands Kamerkoor) en die door de jonge Nederlandse dirigent Herbert Soudant werden ge dirigeerd. Het lag echt niet aan hem, want hij kan wel wat: dat bleek in de eveneens door hem gedirigeerde Equi valences. De rest van het programma, waarin nog de cantate 'Das Augenlicht' van Anton Webern en de 'Dans om het gouden kalf' uit de opera 'Mozes en Aaron' van Arnold Schönberg voor kwamen. stond onder leiding van Hans Gierster, een Westduitser die ENSCHEDE My Fair Lady, vrijdagavond uitgebracht door Opera Forum, samen met Willy Hofman, Piet Meerburg en Lars Schmidt die de rechten nog had den, is weer goed geworden. Een genoeglijk herkennen voor wie er al eerder van genoten, een prettige kennismaking voor de anderen. Daar is, om te beginnen, dat altijd weer pakkende, onverwoestbare, asse poesterverhaal: straatmeid wordt da me door spraaklessen. Vrij naar Shaws Pygmalion, waarvan in de ver brokkeling nog aardig wat Shaw-geest is overgebleven. Wat wij daarvan mis sen is vervangen door lekkere liedjes (Lemer-Gaaikema), vertrouwd klin kende muziek (Loewe), vlot dans werk, uitnemend gezet door Erik Bid- sted, en prachtige showscènes met de kostuumweelde van Cecil Beaton in de mooie, vele, vlug veranderende decors van Oliver Smith. De gehele onderneming is vakkundig en gedisciplineerd geregisseerd door Sven Age Larsen, die er alles van weet. en er alles wil uithalen, want hij doet al jaren weinig anders dan overal My Fair Lady regisseren. Dat zit dus allemaal goed al zijn er een paar taferelen (Ascot, baizaal) die onverwacht leeglopen, om te change ren misschien, en zou het geheel meer tempo kunnen hebben. Hel slot kan in de toekomst vermoedelijk wel twintig minuten eerder bereikt wor den. Er zit, onder leiding van Fons Rats, een best orkest in de bak, wat met een met de ouverture al een feeste lijke stemming oproept, maar het zou, wanneer er op het toneel weinig ge beurt, wat vlotter en vlugger kunnen swingen. De overgang van opera en operette naar Amerikaanse musical was op de première nog niet voltooid. Traditie My Fair Lady zelf is. naar een tradi tie blijkbaar, weer een nieuwelinge: Jannekc Lucardie, een mooie, waardi ge lady, als zij dat eenmaal is. en een Songs verloren John van Dreelen is de eigengereide lady-schepper Higgins met alle erva ren bravour van het vak. meer ge kund dan gevoeld en met een be zwaar: hij zingt niet hij zegt. Wel Van een onzer verslaggevers ANTWERPEN Het aantal protestanten in België is de laatste zes jaar vrij sterk gegroeid. Het zijn er nu meer dan vijftigduizend. Op de totale bevolking is dat echter nog niet meer dan een half procent Eugen Jochum voortdurend met de grootst mogelij ke attentie op het sobere, maar alles zeggende gebaar van de dirigent, wiens visie vanuit een diep religieus besef was opgebouwd. De solisten hebben zonder uitzonde ring aan de verwachtingen voldaan met haar prachtige ver-dragende stem imponeerde Agnes Giebel, zoals vaker. Bijzondere hulde verdient Julia Ha mari, niet in het minst vanwege het feit, dat zij op korte termijn de ziek geworden Marga Hoffgen op werkelijk schitterende wijze verving en Werner Krenn en Peter van der Bilt laatstgenoemde opvallend op dreef in de aria 'Et in spiritum Sanctum' toonden geen inzinkingen tijdens het vele, vaak bijzondere moeilijke door hen te verrichte werk. Het publiek was, getuige een opvallend warm slot- appalaus, sterk onder de indruk van dit eerbetoon aan de grote Thomas- cantor. Vlnr. John van Dreelen, Joop Doderer en Janneke Lucardie in My Fair Lady. heerlijk slonzig bloemenmeisje in het begin. Zij neemt dadelijk in, zij speelt alle emoties met een warme inzet, die overkomt. Zij acteert verwonderlijk goed voor de eerste keer en zij zingt lief en muzikaal. Maar met te weinig volume nog en daar helpen de micro foontjes haar soms niet overheen. Joop Doderer is haar vermakelijke vader Doolittle, de filosoferende ver koopbare vuilnisman, die tegen zijn zin afzakt naar burgerfatsoen en hu welijk, een stevig brok werkelijkheid en nog kostelijk komisch ook. Met As 't effe kan en Als ik straks de kerk maar haal, is hij zingend en grappig dansend de spil van de levendigste, kleurigste straat- en marktscènes, waarin ballet en koor ook op zijn best zijn. goed en duidelijk maar er gaan een paar mooie songs aan verloren. Jacco van Renesse, leuk als de onbenullige Freddy, daarentegen zingt wel. Met het lied De straat waar jij woont, en met Doe iets, samen met Janneke, is er, evenals met Doderer, opeens die echte musicalsfeer Georgette Rejewsky als Higgins' moe der is zo'n broze, beheerste, ironische Britse lady helemaal. Harry Emmelot als kolonel Pickering doet met zijn gezwollen acteerstijl meer aan een oude Weense operette denken. Karin Larsen speelt ingehouden en correct de huishoudster. Van de bijrollen moeten genoemd worden: Max van Weeberg en Carel Swagerman als de jolige gabbers van Doolittle, Tineke van Leer, kort maar raak in drie figuren van marktwijf tot aan konin gin, Bridy van der Hoff, Daniel McLi- on, Brian Rowley als de opvallende dansers. Het premièrepubliek van En schede maakte met gelach, veel open doekjes, en een lang slotapplaus de eerste My-Fair-Lady-opvoering tot een doorslaand succes. Dit blijkt uit het nieuwe Jaarboek van de protestantse kerken in België. Het vorige, dat in 1966 uitkwam, gaf een totaal op van 43.647 protestanten. Het nieuwe boek noteert er 50.127. Dat betekent een groei van vijftien procent. Deze groei komt grotendeels door de vestiging vam protestanten uit het buitenland in België. Van de Belgische kerken zijn het vooral de pinkstergroepen, die zich uitbreiden. Het Jaarboek (te bestellen door twin tig gulden te storten op girorekening 1225856 van de heer L. W. Suurmond te Oosterbeek) geeft 304 bladzijden informatie over de kerken, het protes tants-christelijk onderwijs, jeugdwerk, evangelisatie-arbeid, sociaal werk, pers en een adreslijst van zevenhonderd predikanten, evangelisten, godsdienst leraars en onderwijzers. Het aantal fulltimers in kerkelijk werk en evan gelisatie-arbeid blijkt sterk te stijgen. Er zijn beduidend meer activiteiten op maatschappelijk gebied gekomen. Opvallend is daarbij de toename van het aantal bejaardentehuizen. Het zou echter onjuist zijn, daaruit tot een vergrijzing van het Belgische protes tantisme te concluderen, want de poorten van deze instellingen staan doorgaans ook open voor niet-protes- tanten. Het protestantisme concentreert zich in België duidelijk in vier gebieden: Brussel (13.300 protestanten), Charle roi en omgeving (6.800), Antwerpen (5.500) en de Borinage (3.300). De minste protestanten zijn te vinden in de oostelijke provincies Limburg en Luxemburg, maar de samensteller van het Jaarboek, de heer J. K. Overbeeke, vertelt in een nawoord, dat de spits van het evangelisatie werk zich thans juist op deze provin cies gaat richten. Gerekend naar de taalgebieden ligt het zwaartepunt van het Belgisch pro testantisme duidelijk in«het zuiden: in het Franssprekende deel van het land is 0,86 procent van de bevolking pro testant. terwijl dit percentage onder de Vlamingen maar 0,33 bedraagt. Het Belgische protestantisme 'lijdt sterk aan versplintering. De vijftig duizend protestanten vallen uiteen in meer dan twintig kerken: protestantse kerk van België 15.680; hervormde kerk van België 10.221; vrije evangelische gemeenten BEZ 4.965; pinksterbeweging (minstens vier groepen) vergaderingen van gelovigen (twee groepen) gereformeerde kerken leger des heils baptistengemeenten (meerdere groepen) mennonieten-zending zes kleinere groepen, d.o. ge- ref. gemeenten en chr. ge- ref. kerken, die vanuit Ne derland in Antwerpen wer ken, en lutheranen buitenlandse kerken 5.780 4.390; 2.905; 2.117; 1.350; Uitgeweken Hongaren weten wat muziek is door PIET VISSER AMSTERDAM In elk geval; revoluties zijn toch wel omstan digheden 'to make the best of it'. Wie dat niet wil geloven moet maar eens luisteren naar de Philharmonica Hungarica, een vijftig, zestig muzikanten die zich na de Hongaarse Opstand van 1956 naar Wenen hebben 'terug getrokken' en daar met behulp van een 'aantal vèr-ziende lieden gezamenlijk een orkest hebben opgericht. Het staat nu onder leiding van de 30- jarige Fransman Jacques Delacote. maar vergeet intussen niet, dat ze onder leiding van Antal Dorati alle Symfonieën van Vader Haydn voor Decca op de plaat hebben vastgelegd! Zaterdagmiddag speelden ze in de Grote Zaal op het VARA-matinee-op- de-Vrije-Zaterdag. Heel groot was de toeloop niet, en de wegblijvers heb ben daarmee ongelijk gekregen. Er viel inderdaad veel, vooral veel mu ziek, te genieten: Het orkest speelt 'een goede noot', de dirigent staat inderdaad voor zijn taak en het en semble sluit als een bus. De Haydns 'Paukenslag'-symfonie (Nr. 94 in C) werd beheerst gebracht, en dat is eigenlijk alles wat dit muzikaal hoog waardig en probleem loos 'niemandal- letje' (excusex du peu!) vraagt. Der tig minuten van de fraaiste muziek waarvan Haydn het geheim bezat. Ragfijn en mild van klank was deze 'schilderachtige' muziek. En daarna een briljante uitvoering van de melodieuze en ritmisch zo gecompliceerde 'Dansen uit Galanta', die Kodaly in 1933 schreef. Melodieu ze gegevens in een boeiende en gecul tiveerde orkestklank in een sterk rit mische en muzikale eenheid. De Vier de van Brahms hebben ze dan toch maar aangedurfd, en ze zijn er ten volle in geslaagd om dit 'proefstuk van instrumentaal spel' in een genu anceerde klank van het podium de zaal in te brengen. Hier en daar de inzet van het Andante met een verzadigde hoornklank, een mooi ensemblespel dat zich niet tevreden stelt met de noten-alleen. Alles bijeen een waardevolle presentatie van een jong orkest dat zich stilaan weet waar te maken. Aparte evangelische bisschop voor O-Berlijn BERLIJN (UPI) Een synode van de Oostberlijnse evangelische kerk heeft zaterdag een bisschop voor Oost- Berlijn gekozen: Albrecht Schönherr, voorzitter van de evangelische kerk in Oost-Duitsland. Tot nog toe was Kurt Scharf (die van de Oostduitse rege ring niet in Oost-Berlijn mocht optre den) althans in naam bisschop van heel Berlijn. DE LEEGTE We moeten niet vergeten dat we no steeds bezig zijn met de verhalen va de man tot wie God gezegd had: g uit uw land.naar het land dat Ik wijzen zal. Abram is een man op reis Niet alles van de lange reis wordt on verteld. Het gaat niet om zijn reisvet haal en nog minder om zijn levensgt schiedenis. Daar kan je met een koge doorheen schieten, zei Noordmans al Tussen Genesis 16 en 17 is zo'n lee te, daar kan wel een hele kanonat doorheen. Dertien jaren liggen e tussen de geboorte van Ismaël en ziji besnijdenis. Dertien jaren waarvan w niets af weten. Is Abram gaan berus< ten? Of doen zijn telkens terugkeren de opstandigheden er nu verder nie meer toe? Heeft Sarai hem verde met rust gelaten met haar oplossinge: van de moeilijkheid? Er is een leegt die niet opgevuld wordt. Het leve met de Stem kan jaren schijnbaar aai g ons overlaten. Er is van alles te doe dat misschien wel met dp Stem t maken heeft, maar het wordt nie belangrijk genoeg geacht. Het is eei t tijd van wachten op God. Moet d aartsvader ook dit soort geduld leren Leven met een belofte die niet iede dag herhaald wordt, maar die er dt niettemin wel is? Dat kan spanninf meebrengen. Onze tijden zijn Gi tijden blijkbaar niet. En intussen vj glijden de jaren. De aartsvader negenennegentig jaar oud als de RE opnieuw aan hem verschijnt. V( God mag het zijn als de dag va gisteren, maar dertien jaar is ni< niets. Ons leven is blijkbaar niet ee continu-bedrijf in de dialoog. W woeden, althans zo schijnt het, som hele tijden aan ons zelf overgelatei Wij zijn mensen en moeten lere leven. Niet op eigen kracht, maar 'de stoot tot een eeuwige beweging zoals Kierkegaard dat noemde. Da mag óns niet verdrieten. Hij Dezelfde en het blijft zoals het afge sproken is ook al blijven de hemelei voor het oog gesloten en is het be staan bewolkt en tegelijk bevolkt me mensen en dingen. Heeft Abram mis schien van het Hagar-incident geleeri dat een mens die leegte van he wachten niet met eigengemaakt jj zekerheden moet opvullen? De Rotterdammer Nieuwe Haagse Courant Nieuwe Leidse Courant Dordts Dagblad Uitgaven van N.V. De Christelijke Pers Dagelijks bestuur: B. Bol, Den Haag: dr. E. Bleumink, Paters- wolde; mr. G. C. van Dam, Nootdorp; W. A. Fibbe, Rot terdam; J. Lanser, Utrecht; drs. J. W. de Pous, Den Haag; J. Smallenbroek, Wassenaar. Overige leden van het alge meen bestuur: K. Abma, Am sterdam; H. A.de Boer, IJmui- den; Th. Brouwer, Assen; mr. dr. J. Donner, Den Haag; J. van Eibergen, Schaarsbergen; mr. K. van Houten, Wagenin- gen; ds. C. I. Hylkema, Bilt- hoven; Jac. Huijsen, Delft; mevrouw M. C. E. Klooster- man-Fortgens, Voorschoten; mevrouw J. G. Kraayeveld- Wouters, Heerhugowaard; prof. dr. G. N. Lammens, Naarden; ds. F. H. Lands man, Den Haag; H. de Moolj, Rijnsburg; H. Ottevanger, Bui tenpost; mr. dr. J. Ozinga, Lunteren; dr. A. Veerman, Rijswijk (Z.H.); H. H. Wem- mers. Den Haag; drs. R. Zijl stra, Oosterland (Zld.). Directie: Ing. O. Postma, F. Diemer Hoofdredactie: J. de Berg (waarnemend) Hoofdkantoor N.V. De Christelijke Pers: N.Z. Voorburgwal 276 - 280, Amsterdam. Postbus 859. Telefoon 020 - 22 03 83. Postgiro: 26 92 74. Bank: Ned. Midd. Bank (rek.nr. 69.73.60.768Gem.giro X 500.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1972 | | pagina 2