Tiemeyers laatste rol in
Ostrovsky's Het Woud
My Fair Lady van Forum
werd een groot succes
In België 50.000
protestanten
Residentie Orkest:
geen verloren avond
Stuk kwam niet helemaal uit de verf
Hohe Messe
onder Jochum
voortreffelijk
Geïnspireerde Jazz at the Philharmonic
Boekenetalage
Den Uyl: Biesheuvel
regeringsleider bij
vij f partij encoalitie
vandaag
Trouw
K warfet
TROUW/KWARTET MAANDAG 6 NOVKMBhK 1972
KUNST/KERK
T2/K
n
rp
door Ber Huising
ARNHEM Zaterdagavond gaf Toneelgroep Th eater de eerste voorstelling
Hans Tieraeijer zijn laatste rol wenste te spelen.
Daan-oor toonde de koningin zelfs
haar belangstelling. En burgemeester
en wethouders van Arnhem uiteraard.
En de commissaris van de koningin
voor Gelderland die, als enige. Hans
Tiemeijer na de voorstelling toesprak.
Hij vermeldde zijn grote rollen
Ubu, Job, Falstaff. Bloom, Puntilla
waren er bijvoorbeeld bij de stuk
ken die hij schreef, het vele werk dat
hij buiten het toneel voor het toneel
deed, en hij vertolkte de vrijwel alge
mene verwondering en teleurstelling,
dat Hans Tiemeijer afscheid wilde
nemen.
Die, toch beseffend dat hij het con
tact met het publiek zal gaan missen,
verklaarde dat hij geenszins gaat stil
leven, hij weet nog veel te doen,
maar dat hij zich, vijfenzestig al, en
na zijn vijfenveertig toneeljaren, te
oud voelt om nog weer te gaan wer
ken aan de nodige toneelverandering.
Voor zijn afsoheid van het oude, hem
vertrouwde, overigens nog hedendaag
se, toneel koos hij dus Het Woud van
Alexander Ostrovsky. Daarin is hij,
zichzelf eigenlijk, een oude, maar ook
arme en zwervende, toneelspeler, die
bij een rijke nioht onderdak en wat
geld zoekt. Maar met dat geld doet hij
goed, edelmoedig en theatraal mense
lijk. Een arm meisje kan er van
trouwen met haar geliefde. En hij
kan, voor hij weer berooid vertrekt,
die benepen geldgierige kleinburgers
breeduit de waarheid zeggen. Met een
claus uit Schillers RaUber. waarmee
Ostrovski de Russische censuur van
toen (1871) ontdook.
Ironisch
Hans Tiemeijer doet dat zwierig,
goedmoedig, natuurlijk met een mild
ironisch genoegen. Om hem heen ging
niet alles zo vanzelf in de juiste
doordachte tragi-komische sfeer. Het
leek of iedereen voor zichzelf had
gedacht en dat het onder regie van
Elise Hoomans niet tot een eenheid
was geworden.
Ostrovki werkte met romantische,
zelfs melodramatische, trekjes uit die
tijd en dat Rusland waar hier en nu
toch afstand-met-een-knipoog van ge
nomen zal moeten worden; en hij
bedoelde ook duidelijk een satire, die
nu nog geestig kan overkomen.
Henni Ori had dat helemaal door.
Die speelde die oude, gierige, zo-'
genaamde kuise, weduwe met een
veel te jonge minnaar, geweldig goed,
met een harde stugge autoriteit, met
al te vrouwelijke nauwelijks bedwon
gen zwakheden, en met een kostelijk
zenuwachtig kuchje na elke schijnhei
lige mooipraterij. Jan Verhoeven, de
dienstknecht, had dat ook: slaafs aan
de ene kant. brutaal alles wetend aan
de andere kant, en dat dan telkens
met een licht sarcastisch ondertoont
je.
v an Het Woud, waarin
door P. VEENSTRA
ROTTERDAM Onder leiding
van de onlangs 70 jaar geworden
dirigent Eugen Jochum werd za
terdagmiddag de VARA-mati-
nee in de Grote Doelenzaal
Bachs mis in b-mineur, de zoge
heten Hohe Messe uitgevoerd.
Medewerkenden aan deze reproduktie,
die daags daarop in het Amsterdamse
concertgebouw werd herhaald, waren
het oncertgebouworkest, het Groot
Omroepkoor (ingestudeerd door Carel
Laout) en de zangsolisten Agnes Gie
bel, sopraan, Julia Hamari, alt, Wer
ner Krenn, tenor en Peter van der
Bilt, bas.
Na de opening in een tamelijk lang
zaam, maar verdedigbaar tempo, ont
stond een herschepping in de ware
zin van het woord. Kleinigheden als
een soms wat te zacht klinkend clave-
cimbel en een portatief, dat meesten
tijds wat te weinig reliëf gaf, deden
hoegenaamd geen afbreuk aan een
totaalindruk, die de hoorder nog lang
zal bijblijven (de Grote Doelenzaal
was verheugend goed bezet).
De interpretatie is een triomf gewor
den voor de superieure zangkunst van
het Groot Omroepkoor, terecht gezien
als een der beste, zo niet hét beste
ensemble van ons land op dit gebied.
De dirigent kon zijn intenties steeds
volkomen verwezenlijken. Ook de bij
zonder ingewikkelde polyfonie van
bijvoorbeeld de opening van het Cre
do-gedeelte werd perfect gerealiseerd.
Het orkestrale ensemble reageerde
Koningin Juliana was bij de afscheidsvoorstelling van Hans Tiemeyer
in de Stadsschouwburg te Arnhem.
weer niets voor. Elise Hoomans, die
het stuk met Joanna Bilski goed
vertaalde, kreeg het, wat zij ook be
doeld heeft, niet helemaal voor
elkaar.
Het Woud leek daardoor een minder
boeiend werk, dan het kan zijn. Hel
decor, een woud uiteraard, en de
kostuums, Russisch natuurlijk, wer
den ontworpen door Huub van Gestel.
door R. N. DEGENS
DEN HAAG Hot was weer een voorbeeldig assortiment van stuk
ken eigentijdse muziek dat het Residentie Orkest de geïnteresseer
den zaterdagavond aanbood. Typerend voor de vindingrijkheid
waarmee door dit orkest propaganda voor de nieuwe muziek wordt
bedreven is de manier waarop geprobeerd wordt het aantal ge-
interesseerden uit te breiden.
Boersheid
Anita Menist, goed strak en bitter als
de spionnerende huisbewaarster kon
even. maar te weinig, loskomen in
een gevoeligheidje als zij over haar
ellende begon. Edmond Classen hield,
als de houthandelaar die telkens stuk
jes woud koopt voor te weinig, de
stijve boersheid mooi val. Guy La-
vreysen en Pauline van Rhenen speel
den een boerse Romeo en Julia alsof
zij in een ander istuk stonden, he
lemaal op de sefieuze romantische
toer. Arthur Boni lad over de andere
toneelspeler, de ka
eigen jolige opvat',
Shakespeare-nar en
arte-knecht teeglijl'
dreven en niet le
Ger Thijs is rede
ge gesjeesde
ische, een geheel
ing, alsof hij een
en commedia dell-
deed. Mal over-
vond ik.
als de onbenulli-
isiast, die op het
geld van de weduwe aast, maar toch te
slap. De zakelijke hebzucht, waarvoor
ze zelfs liefde willen verhandelen, was
in de gehele voorstelling niet goed
soherp en hard aanwezig. Twee bur
gerlijke bijfiguren van Henk Voges,
en Jos Knipscheer stellen dan ook
Drs. W. R. Seholtons, De onbekende
Kierkegaard, zijn werken, zijn gebe
den. Uitgeverij Ten Have n.v., Baarn,
188 biz., 11,50.
Sixtus Scholtens (geb. 1925) is Kar
meliet. filosoof en theoloog, gewezen
leraar aan lycea, thuis in de gods
dienstwetenschap en thans werkzaam
in volwassenen-katechese. Na vooraf
gaande publicaties over Kierkegaard,
komt hij nu met dit boek over de on
bekende Kierkegaard dwz de man van
de binnenkamer.
Scholtens spreekt over een bidstoel,
maar over het meubilair van deze
protestantse Deen zal wel geen zeker
heid bestaan. In ieder geval bevat dit
studieuze werk taltijke gebeden, inge
lijst in zijn levensbeschrijving en met
verwijzing naar zijn werken. In een
tijd dat geroepen wordt om meer
verinnerlijking en meditatie (Kle-
mens Tilmann schreef er een dik
'werkboek' over van 338 dichtbedruk
te bladzijden Haarlem 1972 is
het goed de aandacht te vestigen op
het christelijk gebed en het christe
lijk mediteren van een zo weinig
traditioneel en conventioneel man als
de geniale Deense denker. Elke groep
en richting heeft zijn eigen manier
van bidden, ook wat toon en woordge
bruik betreft. 'Beroepsbidders' zoals
monniken en geestelijken kunnen
hier (ik mag niet oneerbiedig zeggen
'technisch') veel leren, wanneer zij,
zo verduren niet alleen Kierkegaards
Seschriften, maar ook zijn gebeden de
jd.
Zo krijgen de bezoekers van de 'nor
male' concertseries op aanvraag onder
meer éénmaal een gratis toegangsbe
wijs voor een concert in de avant-
garde serie; een eventueel 'verloren
avond' kost zo'n bezoeker dan ten
minste geen geld, en daarvoor zijn
wij Nederlanders nogal gevoelig.
Het risico van zo'n verloren avond
was met het programma van dit (der
de) serle-K concert grotendeels ver
meden door een zo groot mogelijke
diversiteit; en gehoord de opvallend
intense en langdurige bijvalsbetuigin
gen heeft iedereen zich ditmaal in de
Prins Willem-Alexander-zaal best ver
maakt. Dat kon vrijuit, en voor de
meer gevorderden in het luisteren
naar eigentijdse muziek: probleem
loos, bij de 'Pas de deux' uit 1961 van
Otto Ketting, die daarmee een uiterst
levendig en contrastrijk stuk met
goed verwerkte Strawinsky-invloeden
schreef. Dat kon ook bij het vrijblij
vende, in hoofdaak esthetische klan
kenspel dat Jean-Claude Eloy in 1963
bedacht voor 18 instrumenten en dat
hij 'Equivalences' noemde. Twee stuk
ken waarin orkestraal erg veel over
hoop gehaald wordt, wat de luisteraar
voor kennisgeving aanneemt.
met dit eerste optreden in Nederland
een uitstekende indruk maakte met
een wat stereotiepe maar uiterst effec
tieve dirigeertrant.
AMSTERDAM Newportfestivals
verhouden zich tot Jazz at the Phil-
harmonic-concerten zo ongeveer als
LP's tot 78-toerenplaten, waarop vroe
ger in 3 min. alles moest worden
waargemaakt. In Rotterdam 5 concer
ten, zaterdagnacht in het Concertge
bouw één. Déér 38 solisten, hier 7
renommé's, op de Deense bassist Or-
sted Pedersen na allen in hun nada
gen. En toch; hoeveel méér soberheid,
noeste arbeid en uitstekende muziek
kwam er over het podium.
Norman Granz heeft zijn JATP weer
opgepoetst, omdat er nog altijd geld
aan te verdienen is, omdat ook zowel
de jongere als oudere jazzfans nog
best waardering kunnen opbrengen
voor een goede jamsession. Roy El-
dridge, Al Grey en Lockjaw Davis
waren hier in april met de Basie-
band. Peterson, Benny Carter en
drummer Bellson figureerden in vroe
gere Fhilharmonic-concerten. Het sep
tet gaf na de pauze met blues, ballads
en evergreens zeer geïnspireerde
middlejazz ten beste, waarin het ni
veau naar een climax groeide.
Die climax was voor velen misschien
het vertrouwde finalestuk 'Cottontail'.
Voor mij was het Little Jazz Eldrid-
ge, voortreffelijk op dreef in de blues
en in zijn balladversie van 'Willow
weep for me'. Slechts in de hoge tempi
ziet de voormalige architect van het
moderne jazztrompetspel het niet zo
duidelijk meer zitten, maar in deze
vorm hoeft Roy nog niet naar het
rusthuis. Lockjaw voelt zich het best
als hij roeren kan in driftige swing-
brouwsels, de ballad ging als muzikaal
statement aan hem voorbij. Altist
Carter (jaargang '07, ja ja) was door
een slechte geluidsbalans bij vlagen te
horen, clean en sober, onpersoonlijker
dan wijlen Hodges, maar goudeerlijk,
met een glimlach in zijn toon. De
ritmesektie, aanvankelijk wat stoterig,
begeleidde gaaf en kreeg naarmate de
nacht verstreek het juiste swingtoe
rental te pakken.
NOORDWIJKERHOUT Wanneer
het tot een nieuwe vijfpartijencoalitie
komt, is mr. Biesheuvel de enige
kandidaat voor het minister-president
schap. aldus luidt de conclusie van
PvdA-lijsttrekker Den Uyl. Hij zei dit
op het JOVD (de jongerenorganisatie
van de VVD)-congres in Noordwijker-
hout. Biesheuvel heeft met het pro
fijtbeginsel sterk gepolariseerd. Zo'n
kabinet is een gevaar voor het land
en het mag niet voortgezet worden,
aldus drs. Den Uyl. In de confessione
len hebben, zo zei hij, de rechtsen, de
Biesheuvels, de Schmelzers het voor
het zeggen en mensen als Aantjes, die
progressieve geluiden laat horen, wor
den door Biesheuvel voor schut gezet.
De vice-voorzitter van de KVP-Twee-
de-Kamerfractie, drs. M. Pijnenburg,
wilde geen keus doen tussen het pro
gramma van de progressieve partijen
en dat van de VVD, maar zo zei hij,
in het verleden is gebleken dat met
de VVD goed is samen te werken.
De voorzitter van de JOVD noemde
het liberaal manifest een 'vrij vaag en
weinigzeggend urgentieprogramma',
waarin een integrale visie op de we
reldproblematiek ontbreekt. Hij noem
de met name de kwalitatieve bewape
ningswedloop en een bezinning op de
problemen van de ontwikkelingslan
den.
Overhoop
Volkomen in tegenstelling daarmee
gebeurt er in 'Stille und Umkehr* van
Bern Alois Zimmermann bijna niets,
maar daarmee wordt in de luisteraar
een heleboel overhoop gehaald. Mis
schien komt dat door de wetenschap
dat Zimmermann dit stuk enkele we
ken voor zijn zelfmoord (in 1970)
componeerde, als een afscheid. Maar
al helpt een dergelijke wetenschap
zo'n stuk 'plaatsen', met een soortge
lijke context zouden bijvoorbeeld de
genoemde werken van Ketting en
Eloy geen duim diepgang méér gekre
gen hebben. Zimmermann's 'Stille un
Umkehr1 grijpt je naar de strot met
alleen maar een voortdurend door
klinkende toon (D) die door diverse
Instrumenten als in een klank-estafet
te, wordt overgenomen en door ande
re heel subtiel wordt omspeeld, en
die tenslotte in een accordeon, een
zingende zaag en een paar contrabas
sen uitklinkt.
Allemaal op een heel laag pitje wat
geluidssterkte betreft; maar het
brandt heel diep door in je ziel. Heel
wat dieper, wat mij betreft, dan Stra-
winsky's 'Introitus in memoriam T. S.
Eliot* en 'Requiem canticles' die ook
onderdeel van dit programma waren
(m.m.v. het Nederlands Kamerkoor)
en die door de jonge Nederlandse
dirigent Herbert Soudant werden ge
dirigeerd. Het lag echt niet aan hem,
want hij kan wel wat: dat bleek in de
eveneens door hem gedirigeerde Equi
valences.
De rest van het programma, waarin
nog de cantate 'Das Augenlicht' van
Anton Webern en de 'Dans om het
gouden kalf' uit de opera 'Mozes en
Aaron' van Arnold Schönberg voor
kwamen. stond onder leiding van
Hans Gierster, een Westduitser die
ENSCHEDE My Fair Lady,
vrijdagavond uitgebracht door
Opera Forum, samen met Willy
Hofman, Piet Meerburg en Lars
Schmidt die de rechten nog had
den, is weer goed geworden. Een
genoeglijk herkennen voor wie
er al eerder van genoten, een
prettige kennismaking voor de
anderen.
Daar is, om te beginnen, dat altijd
weer pakkende, onverwoestbare, asse
poesterverhaal: straatmeid wordt da
me door spraaklessen. Vrij naar
Shaws Pygmalion, waarvan in de ver
brokkeling nog aardig wat Shaw-geest
is overgebleven. Wat wij daarvan mis
sen is vervangen door lekkere liedjes
(Lemer-Gaaikema), vertrouwd klin
kende muziek (Loewe), vlot dans
werk, uitnemend gezet door Erik Bid-
sted, en prachtige showscènes met de
kostuumweelde van Cecil Beaton in
de mooie, vele, vlug veranderende
decors van Oliver Smith.
De gehele onderneming is vakkundig
en gedisciplineerd geregisseerd door
Sven Age Larsen, die er alles van
weet. en er alles wil uithalen, want
hij doet al jaren weinig anders dan
overal My Fair Lady regisseren. Dat
zit dus allemaal goed al zijn er een
paar taferelen (Ascot, baizaal) die
onverwacht leeglopen, om te change
ren misschien, en zou het geheel
meer tempo kunnen hebben. Hel slot
kan in de toekomst vermoedelijk wel
twintig minuten eerder bereikt wor
den.
Er zit, onder leiding van Fons Rats,
een best orkest in de bak, wat met
een met de ouverture al een feeste
lijke stemming oproept, maar het zou,
wanneer er op het toneel weinig ge
beurt, wat vlotter en vlugger kunnen
swingen. De overgang van opera en
operette naar Amerikaanse musical
was op de première nog niet voltooid.
Traditie
My Fair Lady zelf is. naar een tradi
tie blijkbaar, weer een nieuwelinge:
Jannekc Lucardie, een mooie, waardi
ge lady, als zij dat eenmaal is. en een
Songs verloren
John van Dreelen is de eigengereide
lady-schepper Higgins met alle erva
ren bravour van het vak. meer ge
kund dan gevoeld en met een be
zwaar: hij zingt niet hij zegt. Wel
Van een onzer verslaggevers
ANTWERPEN Het aantal protestanten in België is de laatste zes
jaar vrij sterk gegroeid. Het zijn er nu meer dan vijftigduizend. Op
de totale bevolking is dat echter nog niet meer dan een half procent
Eugen Jochum
voortdurend met de grootst mogelij
ke attentie op het sobere, maar alles
zeggende gebaar van de dirigent,
wiens visie vanuit een diep religieus
besef was opgebouwd.
De solisten hebben zonder uitzonde
ring aan de verwachtingen voldaan
met haar prachtige ver-dragende stem
imponeerde Agnes Giebel, zoals vaker.
Bijzondere hulde verdient Julia Ha
mari, niet in het minst vanwege het
feit, dat zij op korte termijn de ziek
geworden Marga Hoffgen op werkelijk
schitterende wijze verving en Werner
Krenn en Peter van der Bilt
laatstgenoemde opvallend op dreef in
de aria 'Et in spiritum Sanctum'
toonden geen inzinkingen tijdens het
vele, vaak bijzondere moeilijke door
hen te verrichte werk. Het publiek
was, getuige een opvallend warm slot-
appalaus, sterk onder de indruk van
dit eerbetoon aan de grote Thomas-
cantor.
Vlnr. John van Dreelen, Joop Doderer en Janneke Lucardie in
My Fair Lady.
heerlijk slonzig bloemenmeisje in het
begin. Zij neemt dadelijk in, zij speelt
alle emoties met een warme inzet, die
overkomt. Zij acteert verwonderlijk
goed voor de eerste keer en zij zingt
lief en muzikaal. Maar met te weinig
volume nog en daar helpen de micro
foontjes haar soms niet overheen.
Joop Doderer is haar vermakelijke
vader Doolittle, de filosoferende ver
koopbare vuilnisman, die tegen zijn
zin afzakt naar burgerfatsoen en hu
welijk, een stevig brok werkelijkheid
en nog kostelijk komisch ook. Met As
't effe kan en Als ik straks de kerk
maar haal, is hij zingend en grappig
dansend de spil van de levendigste,
kleurigste straat- en marktscènes,
waarin ballet en koor ook op zijn
best zijn.
goed en duidelijk maar er gaan een
paar mooie songs aan verloren. Jacco
van Renesse, leuk als de onbenullige
Freddy, daarentegen zingt wel. Met
het lied De straat waar jij woont, en
met Doe iets, samen met Janneke, is
er, evenals met Doderer, opeens die
echte musicalsfeer
Georgette Rejewsky als Higgins' moe
der is zo'n broze, beheerste, ironische
Britse lady helemaal. Harry Emmelot
als kolonel Pickering doet met zijn
gezwollen acteerstijl meer aan een
oude Weense operette denken. Karin
Larsen speelt ingehouden en correct
de huishoudster. Van de bijrollen
moeten genoemd worden: Max van
Weeberg en Carel Swagerman als de
jolige gabbers van Doolittle, Tineke
van Leer, kort maar raak in drie
figuren van marktwijf tot aan konin
gin, Bridy van der Hoff, Daniel McLi-
on, Brian Rowley als de opvallende
dansers. Het premièrepubliek van En
schede maakte met gelach, veel open
doekjes, en een lang slotapplaus de
eerste My-Fair-Lady-opvoering tot een
doorslaand succes.
Dit blijkt uit het nieuwe Jaarboek
van de protestantse kerken in België.
Het vorige, dat in 1966 uitkwam, gaf
een totaal op van 43.647 protestanten.
Het nieuwe boek noteert er 50.127.
Dat betekent een groei van vijftien
procent. Deze groei komt grotendeels
door de vestiging vam protestanten uit
het buitenland in België. Van de
Belgische kerken zijn het vooral de
pinkstergroepen, die zich uitbreiden.
Het Jaarboek (te bestellen door twin
tig gulden te storten op girorekening
1225856 van de heer L. W. Suurmond
te Oosterbeek) geeft 304 bladzijden
informatie over de kerken, het protes
tants-christelijk onderwijs, jeugdwerk,
evangelisatie-arbeid, sociaal werk, pers
en een adreslijst van zevenhonderd
predikanten, evangelisten, godsdienst
leraars en onderwijzers. Het aantal
fulltimers in kerkelijk werk en evan
gelisatie-arbeid blijkt sterk te stijgen.
Er zijn beduidend meer activiteiten
op maatschappelijk gebied gekomen.
Opvallend is daarbij de toename van
het aantal bejaardentehuizen. Het zou
echter onjuist zijn, daaruit tot een
vergrijzing van het Belgische protes
tantisme te concluderen, want de
poorten van deze instellingen staan
doorgaans ook open voor niet-protes-
tanten.
Het protestantisme concentreert zich
in België duidelijk in vier gebieden:
Brussel (13.300 protestanten), Charle
roi en omgeving (6.800), Antwerpen
(5.500) en de Borinage (3.300). De
minste protestanten zijn te vinden in
de oostelijke provincies Limburg en
Luxemburg, maar de samensteller
van het Jaarboek, de heer J. K.
Overbeeke, vertelt in een nawoord,
dat de spits van het evangelisatie
werk zich thans juist op deze provin
cies gaat richten.
Gerekend naar de taalgebieden ligt
het zwaartepunt van het Belgisch pro
testantisme duidelijk in«het zuiden: in
het Franssprekende deel van het land
is 0,86 procent van de bevolking pro
testant. terwijl dit percentage onder
de Vlamingen maar 0,33 bedraagt.
Het Belgische protestantisme 'lijdt
sterk aan versplintering. De vijftig
duizend protestanten vallen uiteen in
meer dan twintig kerken:
protestantse kerk van België 15.680;
hervormde kerk van België 10.221;
vrije evangelische gemeenten
BEZ 4.965;
pinksterbeweging (minstens
vier groepen)
vergaderingen van gelovigen
(twee groepen)
gereformeerde kerken
leger des heils
baptistengemeenten (meerdere
groepen)
mennonieten-zending
zes kleinere groepen, d.o. ge-
ref. gemeenten en chr. ge-
ref. kerken, die vanuit Ne
derland in Antwerpen wer
ken, en lutheranen
buitenlandse kerken
5.780
4.390;
2.905;
2.117;
1.350;
Uitgeweken Hongaren
weten wat muziek is
door PIET VISSER
AMSTERDAM In elk geval;
revoluties zijn toch wel omstan
digheden 'to make the best of it'.
Wie dat niet wil geloven moet
maar eens luisteren naar de
Philharmonica Hungarica, een
vijftig, zestig muzikanten die zich
na de Hongaarse Opstand van
1956 naar Wenen hebben 'terug
getrokken' en daar met behulp
van een 'aantal vèr-ziende lieden
gezamenlijk een orkest hebben
opgericht.
Het staat nu onder leiding van de 30-
jarige Fransman Jacques Delacote.
maar vergeet intussen niet, dat ze
onder leiding van Antal Dorati alle
Symfonieën van Vader Haydn voor
Decca op de plaat hebben vastgelegd!
Zaterdagmiddag speelden ze in de
Grote Zaal op het VARA-matinee-op-
de-Vrije-Zaterdag. Heel groot was de
toeloop niet, en de wegblijvers heb
ben daarmee ongelijk gekregen. Er
viel inderdaad veel, vooral veel mu
ziek, te genieten: Het orkest speelt
'een goede noot', de dirigent staat
inderdaad voor zijn taak en het en
semble sluit als een bus. De Haydns
'Paukenslag'-symfonie (Nr. 94 in C)
werd beheerst gebracht, en dat is
eigenlijk alles wat dit muzikaal hoog
waardig en probleem loos 'niemandal-
letje' (excusex du peu!) vraagt. Der
tig minuten van de fraaiste muziek
waarvan Haydn het geheim bezat.
Ragfijn en mild van klank was deze
'schilderachtige' muziek.
En daarna een briljante uitvoering
van de melodieuze en ritmisch zo
gecompliceerde 'Dansen uit Galanta',
die Kodaly in 1933 schreef. Melodieu
ze gegevens in een boeiende en gecul
tiveerde orkestklank in een sterk rit
mische en muzikale eenheid. De Vier
de van Brahms hebben ze dan toch
maar aangedurfd, en ze zijn er ten
volle in geslaagd om dit 'proefstuk
van instrumentaal spel' in een genu
anceerde klank van het podium de
zaal in te brengen. Hier en daar
de inzet van het Andante met
een verzadigde hoornklank, een mooi
ensemblespel dat zich niet tevreden
stelt met de noten-alleen. Alles bijeen
een waardevolle presentatie van een
jong orkest dat zich stilaan weet waar
te maken.
Aparte evangelische
bisschop voor O-Berlijn
BERLIJN (UPI) Een synode van
de Oostberlijnse evangelische kerk
heeft zaterdag een bisschop voor Oost-
Berlijn gekozen: Albrecht Schönherr,
voorzitter van de evangelische kerk in
Oost-Duitsland. Tot nog toe was Kurt
Scharf (die van de Oostduitse rege
ring niet in Oost-Berlijn mocht optre
den) althans in naam bisschop van
heel Berlijn.
DE LEEGTE
We moeten niet vergeten dat we no
steeds bezig zijn met de verhalen va
de man tot wie God gezegd had: g
uit uw land.naar het land dat Ik
wijzen zal. Abram is een man op reis
Niet alles van de lange reis wordt on
verteld. Het gaat niet om zijn reisvet
haal en nog minder om zijn levensgt
schiedenis. Daar kan je met een koge
doorheen schieten, zei Noordmans al
Tussen Genesis 16 en 17 is zo'n lee
te, daar kan wel een hele kanonat
doorheen. Dertien jaren liggen e
tussen de geboorte van Ismaël en ziji
besnijdenis. Dertien jaren waarvan w
niets af weten. Is Abram gaan berus<
ten? Of doen zijn telkens terugkeren
de opstandigheden er nu verder nie
meer toe? Heeft Sarai hem verde
met rust gelaten met haar oplossinge:
van de moeilijkheid? Er is een leegt
die niet opgevuld wordt. Het leve
met de Stem kan jaren schijnbaar aai g
ons overlaten. Er is van alles te doe
dat misschien wel met dp Stem t
maken heeft, maar het wordt nie
belangrijk genoeg geacht. Het is eei t
tijd van wachten op God. Moet d
aartsvader ook dit soort geduld leren
Leven met een belofte die niet iede
dag herhaald wordt, maar die er dt
niettemin wel is? Dat kan spanninf
meebrengen. Onze tijden zijn Gi
tijden blijkbaar niet. En intussen vj
glijden de jaren. De aartsvader
negenennegentig jaar oud als de
RE opnieuw aan hem verschijnt. V(
God mag het zijn als de dag va
gisteren, maar dertien jaar is ni<
niets. Ons leven is blijkbaar niet ee
continu-bedrijf in de dialoog. W
woeden, althans zo schijnt het, som
hele tijden aan ons zelf overgelatei
Wij zijn mensen en moeten lere
leven. Niet op eigen kracht, maar
'de stoot tot een eeuwige beweging
zoals Kierkegaard dat noemde. Da
mag óns niet verdrieten. Hij
Dezelfde en het blijft zoals het afge
sproken is ook al blijven de hemelei
voor het oog gesloten en is het be
staan bewolkt en tegelijk bevolkt me
mensen en dingen. Heeft Abram mis
schien van het Hagar-incident geleeri
dat een mens die leegte van he
wachten niet met eigengemaakt jj
zekerheden moet opvullen?
De Rotterdammer
Nieuwe Haagse Courant
Nieuwe Leidse Courant
Dordts Dagblad
Uitgaven van
N.V. De Christelijke Pers
Dagelijks bestuur: B. Bol, Den
Haag: dr. E. Bleumink, Paters-
wolde; mr. G. C. van Dam,
Nootdorp; W. A. Fibbe, Rot
terdam; J. Lanser, Utrecht;
drs. J. W. de Pous, Den Haag;
J. Smallenbroek, Wassenaar.
Overige leden van het alge
meen bestuur: K. Abma, Am
sterdam; H. A.de Boer, IJmui-
den; Th. Brouwer, Assen; mr.
dr. J. Donner, Den Haag; J.
van Eibergen, Schaarsbergen;
mr. K. van Houten, Wagenin-
gen; ds. C. I. Hylkema, Bilt-
hoven; Jac. Huijsen, Delft;
mevrouw M. C. E. Klooster-
man-Fortgens, Voorschoten;
mevrouw J. G. Kraayeveld-
Wouters, Heerhugowaard;
prof. dr. G. N. Lammens,
Naarden; ds. F. H. Lands
man, Den Haag; H. de Moolj,
Rijnsburg; H. Ottevanger, Bui
tenpost; mr. dr. J. Ozinga,
Lunteren; dr. A. Veerman,
Rijswijk (Z.H.); H. H. Wem-
mers. Den Haag; drs. R. Zijl
stra, Oosterland (Zld.).
Directie:
Ing. O. Postma, F. Diemer
Hoofdredactie:
J. de Berg (waarnemend)
Hoofdkantoor N.V. De
Christelijke Pers: N.Z.
Voorburgwal 276 - 280,
Amsterdam. Postbus 859.
Telefoon 020 - 22 03 83.
Postgiro: 26 92 74. Bank:
Ned. Midd. Bank (rek.nr.
69.73.60.768Gem.giro
X 500.