'Havik' Arie Groenevelt en het voorhoedegevecht dichtbij Groenevelt Onthouding Geen incidentele figuur, maar exponent van een stroming We snoepen onze monden leeg andbladen maandbladenmaandblad Grimmig Initiatieven Desem familiekwestie WINSTEN OMHOOG, LONEN GELIJK! tiESfc ■ROUW/KWARTET ZATERDAG 4 NOVEMBER 1972 BINNENLAND T5/K7 Voorzitter Groenevelt van de Indus triebond NVV meent, dat hij niet voor de rest van de vakbeweging door de knieën is gegaan. Hieruit volgt, dat hij lof voor de bereidheid om enig ge zichtsverlies te accepteren, misplaatst moet vinden. Anderen (ook binnen zijn eigen kring, zoals gisteren is gebleken) zien Groenevelts nieuwe positiekeuze echter wel degelijk als een stapje terug. En hij is slim genoeg om dat bij voorbaat onder ogen te hebben gezien. Dus verdient hij, zelfs al zou men zijn interpretatie van het compromis binnen het NW accepteren, tóch te worden geprezen, en wel omdat hij, zij het te elfder ure, voorlopig de schijn van een nederlaag heeft verkozen boven ont wrichting van de sociale verhoudingen in ons land, en van de vakbeweging meer in het bijzonder. In hoeverre de toch al beperkte infla- tiebestrijding die op grond van overleg tussen regering en bedrijfsleven moge lijk is, met de nu binnen de vakbewe ging bereikte overeenstemming gediend is, moet overigens worden afgewacht. De vakbeweging wil nu de c.a.o.'s voor 1973 voorzien van een zg. openbreek- clausule, op grond waarvan er in de loop van volgend jaar aan die c.a.o.'s kan worden gedokterd, als b.v. de winsten of de prijzen onverwacht sterk stijgen. Inderdaad is dat 'op zichzelf een vrij logische zaak', zoals vakbonds leider Brussel heeft gezegd. Maar het is eveneens een zaak waarover, ook binnen de vakbeweging zelf, licht een hooglopend meningsverschil kan ontstaan, wanneer het tijdstip van eventueel openbreken nadert. Eerst dan krijgen we er wat meer zicht op, hoe hoog de prijs is, die voor een herstel van de eenheid in de vakbewe ging (nu en misschien straks weer) en voor een behoorlijk overlegklimaat tus sen regering en bedrijfsleven moet wor den betaald. Dat Nederland zich in de politieke commissie van de assemblee der VN onthouden heeft van stemming over 'n resolutie waarin het Zuidafrikaanse apartheidsbeleid wordt veroordeeld lijkt een afwijking van het tot dusver gevolgde beleid. Er zijn inmiddels ver scheidene veroordelende resoluties ge passeerd, waar Nederland vóór stemde. Maar die gingen niet vergezeld van voornemens tot acties, zoals verbreking van alle betrekkingen, sancties, boycot en steun aan bevrijdingsbewegingen. De resolutie waar het nu om ging en die met 99 stemmen vóór, 5 tegen en 23 onthoudingen werd aangenomen, beval deze acties wel aan. En zulke resoluties heeft Nederland nooit ge steund. Het Antilliaanse lid van de Nederland se delegatie de heer C. W J. Jonckheer maakte ook duidelijk waarom: Neder land gelooft niet in een isolement van Zuid-Afrika. Om dezelfde reden had hij er ook bezwaar tegen gemaakt, dat de debatten in de politieke commissie niet door de Zuidafrikaanse delegatie werden bijgewoond. Dat Nederland niet, zoals de VS, Engeland, Frankrijk, Zuid-Afrika en Portugal, tegenstemde, maar zich met 22 andere, vooral westerse landen, onthield, bewijst overigens, dat het zich niet lijnrecht tegenover de Afrikaanse en Aziatische naties wilde opstellen, die natuurlijk niet aflaten deze zaak ter tafel te brengen. Maar veel meer dan een nuance verschil is dit onderscheid tussen Nederland en de tegenstemmers toch niet. De afwijzing van de Zuidaf rikaanse rassenpolitiek als strijdig met de rechten van de mens, is tot nu toe volstrekt vrijblijvend geschied. Ook hu manitaire steun aan bevrijdingsbewe gingen, zoals die b.v. door de Zweedse regering is gegeven, is er voor Neder land vooralsnog niet bij. Toegegeven: het is ook voor ons onvoorstelbaar, dat Nederland geen of ficiële relaties meer zou onderhouden met Zuid-Afrika. Langs die kanalen kunnen zich immers ook de spanningen voortplanten, die voortkomen uit een internationale veroordeling. Maar dan moeten die kanalen daar ook voor worden gebruikt. Helaas blijkt er in de praktijk maar bijster weinig van, dat de menigvuldige verbindingen die ons land met Zuid-Afrika heeft, ook wer kelijk onder die spanning staan. Hoeveel visa er ook worden geweigerd, hoeveel buitenlandse zendingsmede werkers er ook uit Zuid-Afrika worden gezet het heeft aan de officiële bejegening van Zuid-Afrika door de westerse landen niets veranderd. De regering-Vorster is er nog nooit zuur om aangezien. Ons land maakt zich dan ook aan hypocrisie schuldig, wanneer het een op zichzelf juiste visie op de zin van relaties met Zuid-Afrika ontkracht door die relaties niet zoveel mogelijk te benutten om pressie uit te oefenen. Dat westerse landen in de VN anders stem men dan de meeste Afro-Aziatische, zou nog gemotiveerd kunnen worden, als een effectief gebruik van de wester se betrekkingen met Zuid-Afrika kon worden aangetoond. Als dat niet kan, wordt onze geloofwaardigheid in de Derde Wereld alleen maar geschaad. EN Nederland wordt er ook niet ge loofwaardiger op, als het zich af schermt door een zo duidelijk blank- westerse stemmotivering te laten pre senteren door een Antilliaan. door Huub Elzerman AMSTERDAM Om de een van andere merkwaardige reden er zijn wel andere manieren om je tegenstanders belachelijk te maken hebben de publiciteitsmedia altijd geprobeerd Arie Groenevelt te ^vergelijken met een dier. Nadat kikker van koele kikker en kemphaan als onbevredigend ter zijde zijn geschoven, hebben vriend en vijand elkaar gevonden op de term 'havik'. Sindsdien staat Groene velt als de havik binnen de vakbeweging te boek. Alleen De Tijd heeft ter gelegenheid van het zojuist beëindigde conflict binnen het NW een nieuwe diere- naam bedacht: 'kalkoen'. Een kalkoen immers is altijd op zijn hoede, agres sief, opkomend voor zijn kuikens en zeer rood aangelopen. Bovendien vindt menigeen ook van Groenevelt dat hij als vakbondsbestuurder de kerstdagen maar niet moet halen. Nu is het bij het zoeken naar een bijpassende dierennaam niet gebleven. Van Groenevelt is gezegd dat hij hard, stug en monomaan is, een ge lijkhebberige doordrammer, een machtsusurpator, een overmoedige en herzenloze man. en een rechtstreekse revolutionair en dat hij een demo nisch spel speelt en zelfs kenmerken van Hitler in zich draagt. De reactie van Arie zal nog wel komen. Hij heeft evenals zijn ex-collega Harry ter Heide al eerder van een nauwelijks verholen minachting voor journalis ten blijk gegeven. Een voorproefje geeft een Industriebondvoorlichter: 'We hebben gewoon ingecalculeerd dat er twee weken stront over ons wordt uitgestort.' Groenevelt heeft meer geprobeerd duidelijk te maken, dat niet hij, maar het bondsbestiiur en meer nog de leden van die bond het beleid bepa len. Deze uitvlucht wordt hem even wel niet gegund. Want waarom ook zou men zich verdiepen in de taktiek en de strategie van de vakbeweging, kijken naar de werkwijze en opstel ling van bijvoorbeeld de Franse en Italiaanse vakbonden, zich druk ma ken over de beheersing en achter grond van het arbeidersprotest, wan neer de dader, de veroorzaker van de chaos, voor het grijpen is? Waarom gewacht tot de kerstdagen? In tal van commentaren is ook niet gewacht tot de kerst. Ook genuanceer de standpunten komen er op neer dat het tot de taak van het NVV behoort ,deze kalkoense haan vet te mesten, lees in te kapselen. Mocht dat misluk ken dan vindt ook menig vakbondscol lega dat Barbertje Groenevelt moet hangen. Gesteund Alleen de niet geringe strijdvaardig heid van Groenevelt en meer nog de solidariteit van zijn leden staan borg voor een overlevingskans. 'Ik weet me gesteund door medewerkers en kader leden', heeft Groenevelt gezegd. De leden moeten zeggen of ze vinden of we het goed hebben gedaan. Zo niet dan horen wel het wel en stappen we op.' Inmiddels is bekend geworden hoe de leden tegen de manoeuvres van hun voorzitter aankijken. 'Arie heeft het goed gedaan' is een veel gehoorde slogan. Unaniem zijn de leden ook in hun waardering voor de consequente uitvoering van de statutaire bepaling dat de leden het laatste beslissende woord hebben en dat de bestuurders uitvoerders zijn van de wil van de leden. Het is tamelijk onthullend dat dit soort geluiden in het vakbondswe zen anno 1972 nog steeds met nadruk moet worden gemaakt. Stroming Het is misschien in dit verband goed er op te wijzen dat Groenevelt geen incidentele figuur, maar een exponent van een stroming is. Een stroming die 180.000 leden telt en waarvan prof. P. J. A. ter Hoeven al eens heeft gezegd dat de wederopleving van het arbeidersprotest los moet worden gezien van maatschappij-kriti sche stromingen onder de intelligent- I sia. De strijd van de arbeider heeft ji volgens hem voornamelijk tot functie, de invloedverdeling binnen de vakbe weging grondig te wijzigen. Aan de leden zal een grotere macht toevallen, indien de huidige ontwikkeling zich voortzet. Ter geruststelling voegt hij er in 1971 aan toe dat de conflicten niet zo chaotisch behoeven te verlopen als thans nog zo dikwijls het geval is. Prof. Ter Hoeven wijst erop dat de sociaal-politieke crisis reeds geruime tijd in de meeste westelijke industrië le staten merkbaar is. In het bijzon der bij het oplopen van de conjunc tuur blijkt de traditionele protestbe- heersing, welke vooral via de vakbon den tot stand kwam, niet of nauwe lijks meer te functioneren. Directe acties van de werknemers hebben opmerkelijk veel succes, waar door het gegroeide sociaal-politieke bestel geleidelijk aan geloofwaardig heid inboet. Tot vreugde van elke maatschappij-hervormer, maar tot angst en sombere voorgevoelens van vele anderen komt volgens prof. Ter Hoeven in deze ontwikkeling geen conjunctureel, maar een structureel probleem aan de oppervlakte. We zul len er, eenvoudiger gezegd, nog meer van horen. Voorhoede De positiebepaling van Groenevelt is betrekkelijk eenvoudig. Hij is van mening dat de andere bonden achter hoedegevechten leveren en dat zijn bond bezig is met een voorhoedege vecht. De opdracht voor dat gevecht ontleent hij aan een congresresolutie, die in april '71 door het laatste con gres van de Metaalbedrijfsbond NW werd aangenomen. Daarin wordt ge steld dat: de vakbeweging zich niet kan en mag neerleggen bij de huidige kapita listische maatschappij-structuur, om dat die het kennelijk onmogelijk maakt om te komen tot een werkelijke belangenbeharti ging van de werknemers; democratische arbeidsverhoudingen; een economische ontwikkeling die gericht is op het scheppen van een leefbaarder samenleving. De irritatie over het uitblijven van fundamentele veranderingen, die in deze motie ligt opgehoopt, is later toen de metaal-, textiel-, chemie-, en fabrieksarbeidersbonden opgingen in Arie Groenevelt de Industriebond NVV blijven be staan. Net zo goed als er irritatie in deze bond is blijven bestaan over het uitblijven van de jaren geleden aange kondigde beleidsstudie voor een nieu we maatschappijvisie van het NW. Vooral de metaalarbeiders bleken tij dens de oprichtingsbijeenkomst van de Industriebond NW op 15 okto ber 1971 nogal verontrust over het laten vallen van socialistische stok paardjes. Volgens de statuten van de Metaalbedrijfsbond NVV was een planmatige ordening van het gehele bedrijfsleven onmisbaar. Beschik kingsmacht en eigendom van de pro- duktiemiddelen dienden in handen van de gemeenschap te worden ge legd. Dit streven naar een centraal geleide economie werd afgezwakt toen Groe nevelt duidelijk maakte dat de Indus triebond NW zich niet kon veroorlo ven afwijkende bepalingen omtrent doel en beginselen op te nemen. De nieuwe afgezwakte tekst luidt: In Socialisme en Democratie het maandblad van de Wiardi Beekman- stichting (Kluwer, Deventer) staat de ze maand in een grimmig opstel van de oud-minister van financiën prof dr H. J. Hofstra, te lezen 'hoezeer het financiële overheidsbeleid in de atgelo- pen jaren in gebreke is gebleven.' Hofstra stelt daarvoor de partijen aan sprakelijk die de voorafgaande conser vatieve kabinetten hebben gesteund. 'De onbevredigende ontwikkeling van de overheidsfinanciën was het onver mijdelijke gevolg van een gebrek aan regeerkracht op bijna alle gebieden. Dat men onder deze omstandigheden de zo gewichtige portefeuille van fi nanciën toevertrouwde aan iemand die zich reeds door zijn eerste ambtsperio de een reputatie van igatengraver' had verworven (bedoeld is natuurlijk oud-miiinister Witteveen, red. Tr./Kw.). mag echter zwaar worden aangere kend' aldus Hofstra. De schrijver laat, ook in het verdere van zijn verhaal, de rol van de linkse oppositie tegen het kabinet De Jong onbesproken. De PvdA haxl in die jaren grote bezwaren tegen het beleid van Witteveen, maar niet omdat hij te veel, maar juist omdat hij te weinig uitgaf. Ook nu staat de pro gressieve combinatie niet als een groot bezuiniger bekend. Hofstra schrijft dat het wezenlijke probleem is: een gebrek aan verantwoorde bepa ling van prioriteiten, efficiency en behoorlijke planning. Daarpij had hij wat ons betreft mogen aantekenen dat de PvdA de afgelopen zes jaar even min in die lacune heeft voorzien. Dat de huidige regering intussen ge dwongen is geweest, op pijnlijke wijze in bestedingsprogramma's te snijden, begrijpt Hofstra. Maar hij meent dat zij het probleem niet bij de wortel heeft aangepakt: 'de conservatieve aap komt herhaaldelijk uit de mouw, roet name wanneer getracht wordt de klappen vooral daar te doen vallen waar een progressieve gedachtengang in het verleden bouwde.' De oud-minister noemt dan enige 'be trekkelijk willekeurig gekozen voor beelden' van verspilling van over heidsgelden en gebrek aan efficiency, schrijft dat elke overheidsactiviteit ei genlijk eens in de vijf jaar zou moe ten worden getoetst en concludeert: 'De enige mander om onze samenleving bestuurbaar te houden en de moge lijkheid tot nieuwe overheidstaken te openen is gelegen in een vereenvoudi ging van de regelingen en van de uitvoering beide: in een bewuste cam pagne tot een uiterste efficiency.' In hetzelfde nummer van S. en D. pleit mr. C. A. de Kam voor een diastische beperking van de groei van het energieverbruik, zeker in de wel varende landen tot maximaal 4 pro cent. In het buitenlands oeleid van Nederland zou een milieu-politieke opstelling een belangrijk element moeten worden. Wat de nationale energiepolitiek betreft doet de schrij ver o.a. deze suggesties: het staken van reclame voor energieverbruik, het afremmen van het huishoudelijk ener gieverbruik door betere warmte-isola- tie en dubbele beglazing van gebou wen en woningen en tenslotte het inschakelen van windkracht hij de pol derbemaling. men gaan behoren.' Om in zo'n tijd 'nog eens massaal te gaan beseffen dat het Evangelie uitdaging, opgave en gaive tegelijkertijd is', daarvoor heb je aldus Bogaers mensen nodig 'die het ideaal willen proberen voor te leven, met vallen en opstaan', 'per sonen die stilte, gebed en elkaar no- dig hebben om inspiratie op te doen en grotere onzelfzuchtigheid te berei ken.' AR-Staatkunde, maandblad van de Dr. A. Kuyperstichting, komt deze maand met een wat opgewonden stuk van oud-miinister drs. P. C. W. M. Bogaers over de nota van de Contact- raad van de drie confessionele partij en. Bogaers blijkt er zeer enthousiast over; zijn verhaal kan alleen maar de indruk versterken dat hij bezig is. weer rijp te worden voor het lidmaat schap van de KVP. Hij is in elk geval zeer geboeid door de gedachte van de 'Christen-democratische beweging' die de Contactraad geopperd heeft. Die beweging, aldus Bogaers, moet tot leven worden gebracht 'niet als een nieuwe politieke organisatie, maar wel als een de maatschappij doorde semende beweging van deze tijd; een beweging die in tal van maatschappe lijke activiteiten zou moeten doorwer ken die in het bijzonder ook verbon den zou dienen te zijn met hen die voor het algemene belang werkzaam zijn.' Bogaers is niet gelukkig met deze tijd, met zijn 'ongeduldige, materialis tische/hedonistische systeem', waarin •overspanning, overbelasting, het geen tijd hebben om eens rustig over de grote problemen na te denken, de angst voor de stilte en het schier onoplosbaar worden van telkens meer problemen tot de kwalijkste sympto- In Acta Politica, tijdschrift voor poli ticologie, tenslotte heeft drs. H. Borst lap voor ons uitgevlooid, hoe vaak, door wie, wanneer en waarom tussen 1888 en 1971 in de Staten-Generaal het recht van initiatief (het recht, wetsvoorstellen te doen) is gebruikt Het blijkt dat er in die tijd 132 initiatief-voorstellen zijn gedaan. Vijf tien procent ervan moet worden geru briceerd onder 'sociaal-economisch be leid' (maatregelen ten behoeve van de zwakkeren), 14 procent kiesrecht, 14 procent juridische aangelegenheden. De Hekelingse boer Braat van de Plattelands Partij, heeft vijf keer voorgesteld, de zomertijd af te schaf fen. een dergelijk voorstel is met even weinig succes door anderen nog vier keer herhaald. De periodes 1918-1,940 en 1967-1971 hebben een sterke opleving van het recht van initiatief te zien gegeven. Borstlap heeft uit de menigte van cijfers die hij op een rijtje heeft gezet, geconcludeerd, dat het recht van initiatief 'onmiskenbaar een in strument is in handen van de opposi tiepartijen', omdat die in 66 procent van de gevallen het voorstel deden. Wel hebben initiatieven van regerings gezinde fracties over het algemeen meer kans van slagen. Voorstellen die van 'gemengde' afkomst zijn (van re geringsgezinde èn oppositionele zij de) worden vrijwel allemaal aanvaard. De confessionele kabinetten uit de onderzoekperiode kregen de helft van alle initiatieven te verwerken. 'Wan neer er tevens liberalen in het kabi net zitting hebben, neemt de belang stelling duidelijk af. Zitten er een maal sociahsten in het kabinet, dan is de animo vrijwel geheel verdwenen', zo concludeert Borstlap. 'democratisering van het economisch levven op elk niveau, zodat alle machts uitoefening aan verantwoordingsplicht tegenover de betrokkenen is gebon den'. Deze op het eerste gezicht merkwaar dige manoeuvre van Groenevelt 'Het NW pikt een afwijkende tekst niet' verklaarde hij later met de opmerking dat de praktijk voor hem belangrijker is dan de theorie. 'Anti kapitalistisch, jawel, maar ik zie niets in holle frasen over onteigening van het particulier bezit en in nationalisa tie van de produktiemiddelen. Dit soort kreten heeft al zestig jaar zon der succes in onze statuten gestaan', aldus de heer Groenevelt. Conflicten worden door hem en in andere bonden wordt dat met de mond ook wel beleden gezien als onderdeel van een proces van vooruit gang. Langs een weg met conflicten kan de maatschappij geleidelijk wor den verbeterd. De stelling dat conflic ten zo fundamenteel zijn, dat dc be staande maatschappij totaal moet wor den verworpen, is niet de zijne. In de visie van Groenevelt moeten er wèl duidelijke stappen worden gezet op do weg naar het einde van het kapitalis me. Alleen voor dit doel wil hij zijn looneisen matigen. Blijft de herverde ling van inkomens, macht en invloed uit dan eist hij daarvoor in de plaats een 'kapitalistische prijs van 3,5 pro cent reëel 'Want', zegt Groenevelt, 'elke mati ging van de arbeiders, zonder dat daar iets tegenover staat, verdwijnt in de portefeuilles van dc aandeelhou ders. Het winstinkomen is vorig jaar met 500 miljoen gestegen.' Oorzaken Voor de strijdbare houding van de Industriebond NVV zijn verschillende oorzaken aan te wijzen. Om te begin nen heeft deze bond veel ervaring met het vakbondswerk binnen de on derneming. Dit heeft tot gevolg dat veel leden direct bij het vakbonds werk zijn betrokken. Daarbij ontwik kelde zich een sterk verlangen naar de invoering van een strijdvaardig arbeiderszelfbestuur. Een andere factor is dat de sectoren waarbinnen de Industriebond NVV werkzaam is, niet tot de meest inge slapen gebieden van het vakbondster rein behoren. Vooral onder de metaal arbeiders zijn vele militante kernen te vinden. De werkgevers in het Rijn mondgebied hebben dat al een paar keer aan den lijve ondervonden. De belangrijkste factor is ongetwijfeld de manier waarop de leden van de Indus triebond de laatste jaren met de ge volgen van de kapitalistische econo mie in aanraking zijn gekomen. Met name de massa-ontslagen in de metaal en in de textiel hebben veel onvrede en verbittering teweeg gebracht. Van Groenevelt is bekend dat hij destijds als districtsbestuurder van de metaalbond de onderhandelingen over de sluiting van de Demka heeft ge voerd. Toen heeft hij ook meegemaakt dat oudere werknemers zonder meer op straat werden gezet. Volgens insi ders heeft hem dit verschrikkelijk aangegrepen. Arie veranderde in een dag van een gematigd man in een bikkelharde onderhandelaar. Hoe bik kelhard, hebben nu ook zijn collega's ondervonden. Groenevelt stond en staat op het standpunt dat een vakbe weging, die fundamentele punten zo als een inkomensbeleid voor alle groe peringen (en niet alleen voor CAO- werknemers) zonder overleg met de achterban laat vallen, ongeloofwaardig is. Dit verwijt zal hèm niemand kun nen maken. 'Beter goede tanden dan gouden tan den, 'goud of zilver in uw gebit is overbodig bezit' en 'geen suiker meer in je mond, dan blijven je tanden gezond'. Dat zijn een paar leuzen die de leden van de Utrechtse tandheel kundige studentenvereniging John To mes hebben bedacht om de actie die zij volgende week dinsdag gaan voe ren ter gelegenheid van hun vijftien de lustrum, kracht bij te zetten. Niet meer dan een kwart van ons volk stapt regelmatig naar de tand arts, zeggen die Utrechtse studenten. Het is droevig maar waar, constateren ze, dat we eigenlijk alleen maar wor den opgeleid tot 'putjesscheppers van de voedingsresten', omdat 'Nederland zich de mond leeg snoeptDaarom vestigen ze komende dinsdag met z'n allen de aandacht nadrukkelijk op het belang van een goede behandeling van landen en kiezen. Tweehonderd vijftig tandheelkundige studenten en mondhygiënisten delen elfduizend tu bes tandpasta en evenveel tandenbor stels uit, maar daar laten ze het niet bij. Want er zijn ook nog honderden Nederlanders, die wel een tandenbor stel in huis hebben, maar dat nuttige instrument onjuist hanteren of zelfs helemaal niet gebruiken. Voor zulke gevallen hebben ze een folder over het tandenpoetsen bij de handdie in een oplage van tienduizend exem plaren uordt verspreid. De wortel van het kwaad veel snoepen en verkeerde voedingsge woonten wordt ook stevig aange pakt: onder het bekende motto 'snoep verstandig, eet een appel' worden tienduizend appels uitgedeeld, verder een hele berg suikervrije kauwgom en dan nog tweeëndertigduizend folders over voeding en tandbederf. Al dit materiaal is voor een groot deel be schikbaar gesteld door de industrie; vooral de tandpastafabrikanten zien wel brood in het doel van de actie. Appels, folxlers, kauwgom, tandenbor stels en tandpasta worden uitgereikt aan de Utrechtse schooljeugd, een groot aantal onderwijsmensen en aan het publiek dat langs de 'gebitten- kraampjes' wandelt die her en der in Utrecht worden neergezet. Elke kraam is bemand door tien studenten, die alle inlichtingen over tandenpoet sen verstrekken en desnoods zelfs een voorstelling van de enig echte manier tan tandenpoetsen willen geven. En als de inwoners van Utrecht het na dinsdag nóg niet goed doen, dan we ten de tandheelkundige studenten het ook niet meer. De actie is de grootste die op dit gebied ooit in ons land is gevoerd en Het Ivoren Kruis en het Voorlich tingsbureau voor de voeding staan er Carmelo PernagaLlo (27) en zijn veer tienjarige vrouw Giuseppina zitten, sinds Carmelo vader respectievelijk schoonvader respectievelijk grootvader Pernagallo doodschoot, samen in een Siciliaanse cel. Ondanks al zijn 'vaderlijke' functies is het slachtoffer één en dezelfde man. Het zijn Carmelo en Giuseppina die de zaken zo ingewikkeld hebben ge maakt. Indertijd liepen ze samen weg, omdat de familie tegen het huwelijk was. Zij is de dochter van haar mans zuster, wat betekent dat haar moeder nu tevens haar schoonzuster is. haar eigen broers en zusjes neefjes en nichtjes en haar schoonvader ook haar grootvader, wat hij trouwens voor de trouwpartij ook al was. De nu vermoorde vader zat volgens Carmelo achter Giuseppina (klein dochter plus schoondochter van het slachtoffer dus) aan en niet zo'n beet je ook. Het is maar de vraag of Carmelo's vrouw dat zelf ook zo erg vond, want volgens de politie kwam Carmelo begin deze week thuis en vond in de stal zijn vader met Giusep pina 'in een houding die er niet om loog.' De doldriftige zoon pakje zijn jachtgeweer en schoot dat op de min naar, zijn vader, totaal leeg. Daarop nam het echtpaar al ruziënd de be nen, maar de politie kreeg ze gauw te pakken. dan ook met hun volle gewicht ach ter. De tandartsen hebben in de prak tijk gewoon geen tijd om voorlichting te geven. 'Ze hebben het te druk met het trekken van tanden en kiezen en het vullen van gaten', zegt Willem Pijls, voorzitter van de lustrumcom missie. Toch is die voorlichting brood nodig; sombere cijfers illustreren dat duidelijk: 99.8 procent van het Neder landse volk heeft geen gaaf gebit meer. Voor snoep gaven we vorig jaar driehonderdvijftig miljoen gulden uit en voor drop, als we die even buiten het etiketje 'snoep' laten vallen, apart nog eens vijfenzestig miljoen. Onderweg - Na zondag mag ieder een weer gewoon thuisblijven. Mor gen worden nl. om 10 en II uur in het oecumenische kerkje Blauwkapel aan de oude weg van Utrecht naar Hilversum de laatste van de 73 'on- derweg-diensten'van het seizoen ge houden, die tot vandaag ruim 13.000 mensen, al ff niet 'onderweg' trokken. Traditiegetroue zullen in deze slot- diensten de verkeersslachtoffers, hun nabestaanden en de gewonden cen traal staan. MP* (de Jongeheer H. Wiegel) Voor 'alle rechtzinnige Nederlanders die genoeg hebben van terreur, dicta tuur en manipulatie door en van allerlei linkse zogenaamd pro gressieve minderheden, die van het door de eeuwen heen religieuze, ge hoorzame maar vooral fatsoenlijke Ne derland een soort 4e republiek wen sen te maken' heeft de Stichting bui tengewone produkties in Sittard een aantal inderdaad opmerkelijke pro- dukten gemaakt: posters en stickers, waarmee o.a. plakploegen, jongeren centra, boekhandels en café's 'propa ganda' kunnen maken voor vier poli tieke partijen: DS'70, ARP, WD en KVP. Een van deze 'propagandapos- ters' die voor de WD van 'jongeheer Wiegel' is hierbij afgedrukt. 'U zult nu ongetwijfeld opmerken: en de CHU dan? Welnu: de CHU is een unie en geen partij; bovendien be hoeft zij geen propaganda. Al jaren lang staat zij pal voor stabiliteit, denk maar aan het dappere optreden van de Heer de Geer in 1940', aldus de stichting, die er bij zet dat het in het belang van 'vooral onze jonge genera tie' is op 29 november te kiezen voor 'een stabiele regering, waardoor een einde kan komen aan de overal heer sende wanorde in sociaal, economisch en cultureel opzicht. Onze jongeren zullen dan weer kunnen leven in en werken aan een maatschappij waarin opnieuw zoals in de dertiger jaren en direct na de tweede wereldoorlog or de, tucht, anti-communisme, discipline en bezitsvorming als deugden worden erkend'. Een greep uit de bijgevoegde 'eigen tijdse en pakkende', ook wel 'zeer ludiek en avant-gardistisch' genoemde teksten die bij de posters passen: 'Wiegel, 30 jaar jong en toch een oude man'; 'D estem van Andriessen lijkt best wel op die van Gilbert O'Sullivan'; 'Barend Biesheuvel is een jongen van stavast'; 'DS'70, progres sief en toch voor de Nato'. De stichting, vier jaar geleden opge richt, omdat te weinig voor jongeren geschukte culturele manifestaties naar Limburg kwamen en vrijwel allemaal in de randstad plaatsvonden, organi seert sindsdien onder het hoofdje 'kulturele projekten' o.a. het jaarlijks pinkpop-festival, dat dit jaar door twintigduizend jongeren bezocht werd. De sarcastisch bedoelde verkie zingsstunt al zal Frits van Rijsen van de stichting dat woord niet in de mond willen nemen is de eerste onderneming van de afdeling informa tieve projekten, 'omdat wij politiek ook cultuur vinden. Wij vinden dat een aantal partijen onvoldoende steun krijgt, met name van de jongeren'. Of dat nou de op de posters genoemde partijen zijn of juist die andersden kenden, mag iedereen van hem voor zichzelf uitmaken. Ook of de tekst 'Jezus is terug op aarde' op het ARP- pamflet in dit verband wel zo nodig had gemoeten, al verklaart Van Rij sen dat als een bewust verband met de Jesus Movement, die de jeugd van nu zo aanspreekt 'Goed, je gaf hem een landkaart, een paar speldjes, plaatjes en zegels, maar verkocht Je ook benzine?'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1972 | | pagina 7