alternatieve 'Albert Heijn'
Derde-wereldwinkels
geen
Winkeliers de dupe van te ruime opzet
1/eel kritiek op resultaat van stadsreconstructie
HOUW/KWARTET ZATERDAG 30 SEPTEMBER 1972 BINiNENiLAM) T9/K11
TILBURGS NIEUWE HART
KLOPT NOG MAAR ZWAK
loor Huib Goudriaan
TILBURG Na dertien jaar slopen en bouwen ten behoeve van een Sloper' en mèt het afnemen van het door zandauto's, betonmolens en
vernieuwd 9tadshart kan Tilburg de balans opmaken en die balans 'kaalslag' opgeworpen stof, bekoelde de geestdrift over het aldus
tal volgens sommige Tilburgers niet helemaal positief uitvallen. een gemeentelijke brochure 'titanenwerk van het 72-miljoenen-
Reeds tegen het einde van de jaren zestig groeide er onbehagen: de plan, dat van een negentiende-eeuwse industriestad een echte, mo-
volksmond betitelde burgemeester mr. C. J. G. Becht als 'Kees de derne stad van de twintigste eeuw maakte, waar men mens kan zijn'.
In 1959 aanvaardde de gemeenteraad
het voorstel van B. en W. de recon
structie van het centrum aan te
pakken met een achtjarenplan, dat
naar de 72 miljoen gulden aan onren
dabele investeringen, het '72-miljoe
nenplan' werd gedoopt. Vorige week,
op dinsdag 19 september, gaf het
gemeentebstuur een receptie ter
gelegenheid van de bekroning van de
ilannen: de voltooiing van het elf
verdiepingen tellende stadhuis.
Maar een dag later, op woensdag 20
ieptember, trok in Tilburg een ge-
teurtenis de aandacht, die symptoma-
isch is voor de minder rooskleurige
anten aan de stadsvernieuwing. De
leer J. A. M. van Nuland (32), sinds
965 winkelier aan de Schouwburg-
ing, voorzitter van de winkeliersvere-
liging Schouwburgring en secretaris
in het Comité Tilburg Centrum,
aan zijn zaak te moeten
Volgens hem is dat het tries-
resultaat van een verkeerde opzet
de reconstructieplannen, waar
een overcapaciteit aan winkels
rgs hart is ontstaan. Van
Nuland: 'Bovendien zijn de afstanden
in het nieuwe centrum te groot, het
is te wijd gebouwd'. Hij is niet de
eerste, die de Schouwburgring een
onderdeel van de cityring, die om het
stadshart ligt vaarwel zegt: zes
andere middenstanders gingen hem
voor.
Alvorens in te gaan op de kritiek van
de Tilburgse groep 'Kritiese Planolo
gen', van de 'Werkgroep Binnenstad
Tilburg' en van de middenstanders,
dienen we de achtergronden van Til
burgs 72-miljoenenplan te weten. In
de jaren vijftig onderkende het ge
meentebestuur de noodzaak van het
aantrekken van vervangende werk
gelegenheid voor de stagnerende tex
tielindustrie. Een groot aantal voor
zieningen moest de stad aantrekkelijk
maken voor industrievestiging en het
centrum binnen het bereik van de
auto brengen. Dankzij het toen nog
unieke ringbanenstelsel kon het door
gaand verkeer al buiten de stad om.
Het centrum moest echter voor 'ver
stikking' worden gevrijwaard door de
aanleg van een zogenaamde cityring
een autoweg rond de binnenstad
die werd opgenomen in het 72-
miljoenenplan.
Andere belangrijke onderdelen van
het plan waren de aanleg van de
zogenaamde oost-west-boulevard, de
verhoging van de midden in de stad
liggende spoorweg (opdat het verkeer
niet meer zou stagneren door de over
wegen) en de sanering van de ver
krotte woonwijk Koningswei.
In 1960 ging de raad akkoord met het
doorbraakplan, nodig voor het slopen
van Koningswei en de aanleg van de
cityring. Het architectenbureau Van
den Broek en Bakema ontwierp voor
het terrein van de voormalige woon
wijk een plein met een randbebou-
wing van winkels, kantoren en woon-
flats. Onder het plein, het huidige
Koningsplein, kwam een parkeergara
ge met een capaciteit van vierhonderd
auto's.
Inmiddels heeft het Koningsplein de
toegedachte functie van marktplein
gekregen, is er in 1971 een winkel
complex met bovenbouw van etagewo
ningen gereedgekomen en is in het
voorjaar van 1972 een cultureel cen-
Stadhuisplein met links het nieuwe stadhuis en rechts het paleis-raadhuis (in opdracht van koning Willem II vol-
in 1849). Het paleis-raadhuis blijft in gebruik voor het sluiten van huwelijken en is met een gesloten loopbrug
het nieuwe stadhuis verbonden.
trum met daarop 56 flatwoningen vol
tooid.
Een groot nadeel van het plein is dat
het docr de cityring wordt afgesneden
van het traditionele hart met de Heu
velstraat, de 'Kalverstraat' van Til
burg, en van het nieuwe stadhuis. De
ontwerpers wilden deze scheiding op
heffen door een langgerekte, trapsge
wijze hoger wordende bebouwing van
af de Heuvelstraat over de Schouw
burgring heen naar het Koningsplein.
Via een van roltrappen voorziene
voetgangerstunnel zou men gemakke
lijk van het ene naar het andere
winkelgebied kunnen komen.
Geen investeerders
Maar aan de bouw van deze zoge
naamde Katterug. met het daaraan
verbonden overdekte winkelcentrum,
kon tot nu toe niet worden begonnen
door afwezigheid van investeerders.
De gevolgen laten zich gemakkelijk
raden: het Koningsplein kan (nog)
niet functioneren. Het winkelende pu
bliek uit de Heuvelstraat komt er.
door het ontbreken van de Katterug,
niet toe het plein te bezoeken. Tot
overmaat van ramp werken de rol
trappen van de voetgangerstunnel
maar af en toe en is de tunnel aan de
zijde van de Heuvelstraat door ge
boomte min of meer aan het oog
onttrokken. De cityring dringt zich
nu als een wig tussen de ouderwetse,
intieme Heuvelstraat en het toch al
steriel en koud aandoende Konings
plein.
Intussen zitten de winkeliers, die
reeds panden in het volteoide deel op
het Koningsplein hebben betrokken,
met de brokken. De heer H. F. Wij-
chers, die daar een boetiek heeft:
'Zolang hier geen passage van publiek
komt, werk ik met verlies op het
ogenblik een verlies van vijfhonderd
gulden per week. Als je de Heuvel
straat als de kop van het lichaam
'stadshart' ziet en het complex hier
als de staart, kun je de gemeente
verwijten dat de romp de Katterug
niet eerst is gebouwd. Er zijn
weliswaar geen beleggers, maar dat
komt doordat de gemeente destijds
akkoord is gegaan met toezeggingen
van beleggers en niets heeft laten
tekenen. Daarbij komt dat 't Konings
plein nog steeds niet is 'aangekleed'
Boven: het oude Tilburg worstelde met de ovenvegen; onder: de verhoogde spoorbaan heeft aan dit
euvel een einde gemaakt.
het Praatpapier economisch onrenda-
bele voorzieningen als wonen, onder
wijs, cultuur (onontbeerlijk voor een
levend stadshart) wil bevorderen met -
overheidsgelden. De gemeente dient
daartoe gronduitgifte en grondprijzen
als beleidsinstrumenten te hanteren.
Telde het centrum in 1957 nog 7572
inwoners, thans zijn dat er nog 3876.
Geen wonder dat het Praatpapier
meer woningen wenselijk acht. Dit
laatste duidt op het groeiende inzicht
dat de in de jaren vijftig en zestig
nog rendspokende stedebouwkundige
theorie van scheiding en wonen,
werken, recreatie en verkeer, een
doodlopende weg is. Slechts een ver
scheidenheid en 'verdikking' van acti
viteiten schept immers een levend
stadscentrum.
In twee helften
De werkgroep Kritiese Planologen on
derstreept in een studie van december
1971 vooral de nadelen van ondoor
dachte verkeersdoorbraken. 'Ondanks
de wetenschap dat verkeersbanen
functiescheidende elementen zijn,
heeft men toch twee delen van het
centrum opgesplitst, waardoor de bei
de helften niet meer communiceren'.
De kritische planologen hekelen het
gebrek aan samenspraak met de bevol
king.
'De inspraak is zelfs voor de gemeen
teraad een farce als men doorbraak
voor de binnenstad gepresenteerd
krijgt, zonder structuurplan voor do
hele stad. De rollen worden dan om
gedraaid: door een verkeersplan wordt
een structuur gecreëerd'. Hier wordt
een teer punt aangeraakt, omdat veel
erop wijst dat het Koningsplein inder
daad werd aangelegd, omdat de sane
ring van de Koningswei en de ver
keersdoorbraken daartoe de gelegen
heid boden. Hierdoor is er volgens
een woerdvoerder van de groep
ook een overcapaciteit aan pleinen
ontstaan. Tilburg beschikt nu over
het Heuvelplein (een wandelplein met
terrassen), het Koningsplein en het
Stadhuisplein, alle op korte afsterd
van elkaar gelegen.
Hoe reageert burgemeester mr. C. G.
J. Becht Tilburgs burgervader
sinds 1957 op de kritiek? Mr.
Becht (62) enerzijds in Tilburg ge
waardeerd als een harde werker, die
met grote stuwkracht de broodnodige
reconstructie aanpakte, maar ander
zijds op de korrel genomen omdat
prestige-projecten zou hebben laten
bouwen, zegt dat de kritiek bevruch
tend heeft gewerkt. Hij komt niet
terug op zijn mening dat een
stadscentrum sterft als het autover
keer er niet wordt toegelaten. Hij
gelooft niet in 'volmaakte stadsplan
ning' maar in het compromis.
'Mijn credo als bestuurder is die om
standigheden te scheppen, die het ic
dere burger mogelijk maken op zijn
eigen manier het geluk na te streven'
Maar diie omstiainidii/ghieden kuinmen wel
eens zodanig uitpakken, dat een beju
beid plan zich als een onding ontpopt.
Burgemeester Becht, die dit niet be
twijfelt: 'Daarom zal een levende stad
altijd blijven bouwen en afbreken'.
En daarvoor is iets te zeggen.
Gebreken
Thans blijkt dat Tilburg eens ge
prezen als vooruitstrevende stad van
wege de doorbraken, die het verkeers-
vraagstuk oplosten niet is ontko
men aan de gebreken van de stede-
bouw van de jaren vijftig en zestig.
Gebreken als gespletenheid vam het
centrum na verkeersdoorbraken, te
absolute scheiding van werken en
wonen, recreatie en winkelen, vormen-
armoede en monotonie van de ge
bouwen, het aantasten van psychische
behoeften van herkenbaarheid en inti
miteit. Toch lijken harde verwijten
onirechtvaardiiig: Tilbungs bestuurders
en stedebouwkundigen werkten bin
nen de concepties en compromissen
van hun tijd. Wel zou een ernstig
verwijt op zijn plaats zijn, indien
geen aandacht werd geschonken aan de
huidige aandrang om bij te sturen.
Beerends: werk van lange adem
door Kees de Leeuw
AMSTERDAM In de korte
tijd van hun bestaan hebben de
wereldwinkels bij de Neder
landse bevolking al een be
hoorlijke bekendheid gekregen.
Dit blijkt onder meer uit een
NIPO-onderzoek, dat in
1970 ingesteld is in opdracht van
de Nationale Commissie
Ontwikkelingsstrategie
1970-1980, sinds de koffie-actie
van het Angola-comité en het
subsidie-rumoer daaromheen
beter bekend als de commissie-
Claus, zo genoemd naar
haar 'prinselijke' voorzitter
Uit dit onderzoek bleek dat 25
procent van de Nederlanders van
mening was, dat de wereldwinkels
'aan ontwikkelingshulp doen'; een
nogal vage opvatting van het werk, dat
de wereldwinkels doen. In de
statuten van de Landelijke Vereniging
van Wereldwinkels staat, dat de
vereniging tot doel heeft: 'die sociaal-
politieke herstructurering te
bevorderen, die nodig is om tot een
rechtvaardige wereldsamenleving te
komen.' En daf verplicht tot heel wat
meer dan alleen het 'aan
ontwikkelingshulp doen.'
Hans Beerends, secretaris van de
vereniging (40 jaar en in het
dagelijks leven stadskweker va^ de
gemeente Amsterdam) formuleert het
doel als volgt: 'Het ontmaskeren en
aanvallen van die belangengroepen,
die een rechtvaardiger verdeling van
macht en inkomen in de gehele
wereld in de weg staan, daarmee
tevens iets onthullend van de
agressieve opstelling van de
wereldwinkels.'
In april 1968 werd in Breukelen de
eerste wereldwinkel geopend, maar
daar ging nogal het een en ander aan
vooraf. In 1968 had namelijk in New
Delhi de tweede Unctadconferentie
plaats en hoewel de verwachtingen
hooggespannen waren en er
welklinkende resoluties en besluiten
werden genomen, liep de hele
conferentie toch uit op een totale
mislukking. De rijke landen voelden
zich niet verplicht de gezamenlijk
genomen besluiten uit te voeren. De
journalist Dick Scherpenzeel, die voor
de Novib deze tweede
wereldhandelsconferentie bijwoonde,
was diep onder de indruk van het
mislukken van deze conferentie door
de onwil van de rijke landen. Hij
wilde daaraan iets doen en langzaam
kwam bij hem het idee op van
'Unctadshops', die de Nederlandse
publieke opinie zouden kunnen
mobiliseren.
Tegelijkertijd speelde in 1968 de nu
zo bekende rietsuikeractie, waarbij
men aan de hand van het produkt
rietsuiker liet zien, hoe de
wereldhandel functioneert en hoe de
rijke landen stelselmatig door middel
van hoge belastingen op produkten
uit de ontwikkelingslanden deze
landen geen enkele kans geven om
hun produkten aan de rijke landen te
verkopen.
In de scriptie 'Wereldwinkels in
ontwikkeling', die hij schreef, toen
hij studeerde aan de sociale academie
De Horst, noemt Leendert Smit de
rietsuiker actie een symboolactie; een
symbool namelijk voor andere
onrechtvaardige structuren en
manipulaties door de rijke landen,
zoals bijvoorbeeld het geval is met
rijst, koper en koffie (Juan Valdez).
De initiatiefnemers van deze actie
zochten naar een mogelijkheid om de
rietsuikeractie een vervolg te geven
Er ontstond een uitwisseling van
ideeën (Unctadshop en rietsuikeractie)
en daaruit kwam een vaag model van
een Derde Wereldwinkel
Na die eerste wereldwinkel in
Breukelen kwamen er al vrij snel ook
dergelijke winkels in Amsterdam,
Haarlem en Rotterdam .Nu zijn er
ongeveer 150 wereldwinkels, verspreid
over heel Nederland, zodat terecht
gesproken kan worden van een heel
netwerk van informatie- en
actiecentra, die aan
mentaliteitsverandering in Nederland
doen. Voorzover daarover nog
misverstand mocht bestaan; het is
duidelijk, dat de wereldwinkel geen
alternatieve Albert Heijn wil zijn,
waar men alleen maar bijvoorbeeld
een produkt als rietsuiker kan kopen,
want dat kan men bij de grote Heijn
zelf ook.
Het werk, dat een wereldwinkel doet.
omvat veel meer en de verkoop van
produkten uit de derde wereld is
slechts een middel om aan de hand
van deze produkten. zoals koffie uit
Tanzania of rietsuiker uit Cuba, iets
te vertellen van de ongunstige
handelsstructuren, zoals Hans
Beerends het formuleert. We hebben
met de verkoop van deze produkten
op zich niet de pretentie, dat we iets
doen voor de ontwikkelingslanden. Je
kan dat als een symbolische verkoop
beschouwen, maar het gaat ons vooral
om de informatie en het
daadwerkelijk actievoeren.
Een voorbeeld daarvan, aldus
secretaris Beerends, is de koffieactie
van het Angola-comité geweest,
waarvan het succes voor 75 procent
op rekening van de wereldwinkels kan
worden geschreven. Daarnaast zetten
de wereldwinkels zich ook in voor
acties van het Medisch Comité
Nederland-Vietnam. het Suriname-
comitc, de groep Strohalm en het
Brazilië-comité.
I-Ians Beerends vindt, dat de
wereldwinkels steeds meer een
onmisbare plaats zijn gaan innemen
als katalysator van andere
actiegroepen. Omdat er over heel
Nederland een netwerk ligt van
wereldwinkels kunnen deze ook
fungeren als distributiekanaal en
gebleken is, dat de meeste
actiegroepen daarvan wel degelijk en
dankbaar gebruik maken. Het idee
van importbevordering, waardoor ook
in die landen meer werkgelegenheid
zou worden geschapen, is steeds meer
losgelaten. Dit bijvoorbeeld in
tegenstelling tot de stichting SOS, die
houtsnijwerk, aardewerk en
vlechtwerk importeert uit
ontwikkelingslanden en van mening
is, dat daarmee daadwerkelijke hulp
wordt geboden. Deze
kunstnijverheidsproduklen zijn ook in
de wereldwinkels verkrijgbaar. 'Het is
natuurlijk wel leuk. als iemand een
beeldje koopt, maar het is een
tijdelijke noodmaatregel. Wil jc echt
iets veranderen, dan moet dat toch
via structuurverbetering', zegt Hans
Beerends.
De in het begin opgerichte stichting
Landelijke Wereldwinkels, is dit jaar
omgezet in een landelijke vereniging
van wereldwinkels. Dit gebeurde
nadat zich de afgelopen jaren nogal
wat strubbelingen hadden voorgedaan
tussen de wereldwinkels en de 'top.'
Er was wantrouwen ontstaan ten
opzichte van het toenmalige bestuur,
dat voorstander was van een eigen
importcentrale, noodzakelijk om een
goed functionerend landelijk
secretariaat te financieren.
Vooral de regio Noord-Holland
maakte zich daarbij tolk van die
wereldwinkels, die vonden dat op
deze manier de autonomie van de
winkels werd aangetast en bang
waren, dat cr een overheersend
bureaucratisch apparaat zou ontstaan.
Men wilde liever het aantal te
importeren produkten zoveel mogelijk
beperken en, waar nodig, deze
produkten via de bestaande
handelskanalen invoeren. Bovendien
wilde men, dat het accent bij het
landelijk secretariaat vooral op de
actiekant kwam te liggen. Een
opiniepeiling wees uit, dat de
en de waterafvoer niet werkt, waar
door het regelmatig onder water staat
wat overigens nu door TNO wordt
onderzocht'.
Het ontbreken van een 'loop' vanuit
de Heuvelstraat, bedreigt ook de
Schouwburgring. Deze kritiek kan
worden aangevuld met opmerkingen
uit het 17 augustus jl. in een infor
mele raadsvergadering besproken
'Praatpapier Tilburgs Stadscentrum'.
Het Praatpapier: 'De Schouwburgring
ligt aan de rand van het centrum en
dèt in een situatie van vermoedelijke
overcapaciteit van het winkelap
paraat' Het Praatpapier is samenge
steld door een groep gemeenteambte
naren in opdracht van B. en W..
waarbij werd benadrukt dat B. en W.
zich zouden distanciëren van het re
sultaat en het stuk slechts ter discus
sie aan de raad zouden voorleggen.
Dit gebeurde in de informele raads
vergadering. B. en W. zullen nu een
samenvatting van deze discussie laten
opstellen.
Inmiddels heeft het Praatpapier bijge
dragen aan een versneld onderzoek
naar de waarschijnlijke overcapaciteit
aan winkels en aan de voorbereiding
van een structuurplan voor de bimmen-
stad (er werd steeds met deelplannen
gewerkt).
De opstellers van het Praatpapier noe
men als doelstelling voor een eventu
eel structuurplan: versterking van het
stadscentrum alls centrale ontmoetings
plaats. Hiervoor achten zij noodzake
lijk: het oprichten van een openbaar
lichaam dat dit streven bevordert en
coördineert, vernieuwing (rehabilita
tie) inplaats van sanering van wonin
gen, behoud van onderdelen van de
stad dae de sfeer stimuleren, terugdrin
gen van de overcapaciteit van het
winkelapparaat (de loopafstanden van
af het centrale attraetiepunt, de Heu
velstraat, mogen niet groter zijn dan
vierhonderd meter), meer showrooms
en kantoren met loketfunctie in de
Schouwburgring inplaats van winkels,
ontplooiingskansen voor het Konings
plein, 'stoffeniing' van het centrum
en aainieg van een sitaidspark, verbete
ring van het openbaar vervoer doch
geen afsluiting van het centrum voor
de personenauto. Opmerkelijk is dat
Derde wereldwinkel: net van informatiecentra
meerderheid zich achter de regio
Noord-Holland plaatste. En daarmee
werd ook de verenigingsstructuur een
feit.
In zijn scriptie schrijft Leendert
Smit, die een jaar parttimesecretaris
is geweest van de stichting, dat hij
het lichte vermoeden heeft, dat de
wereldwinkels wel een landelijk
apparaat willen voor allerlei zaken,
maar dat dit de winkels zelf geen
geld mag kosten en de autonomie van
de winkels volstrekt niet mag
aantasten. Dat hier een spanningsveld
ligt, is duidelijk, laat hij er
waarschuwend op volgen.
Hans Beerends daarover: 'Juist nu de
stichting is omgezet in een vereniging
en we twee betaalde full-time
krachten hebben aangetrokken, is de
communicatie enorm verbeterd'.
Communicatie-stoornis kon er volgens
hem ontstaan door de groei die de
wereldwinkels hebben doorgemaakt
en door de opvatting
'importbevordering als doel of als
middel.' Alle wereldwinkels zijn nu
autonoom, het bestuur wordt door
hen gekozen cn dc uiteindelijke
beslissing over het te voeren beleid
ligt bij dc ledenraad, waarin
afgevaardigden van alle wereldwinkels
zitten.
Binnenkort wordt in Utrecht een
eigen centrum betrokken, omdat de
ruimte in de Sjaloom-boerderij in
Odijk veel te klein is. Frans Ernst cn
Jaap Steigstra zullen dit centrum als
nieuw aangetrokken krachten gaan
bemannen. De eerste krijgt de taak
voor de interne communicatie te
zorgen, terwijl de laatste de scholing
ter hand zal nemen
Hans Beerends beschouwt het werk
dat de wereldwinkels doen als 'werk
van lange adem.' Stomweg doorgaan,
tot het klimaat er rijp voor wordt.
Het is ook geen kwestie van elke
maand resultaat zien. Als voorbeeld
haalt hij de Unctad II aan, waarvoor
bij het publiek nauwelijks
belangstelling bestond. Bij Unctad III
echter bestond er vanuit Nederland
enorm veel aandacht voor deze
wereldhandelsconferentie. 'Dat is naar
mijn idee gedeeltelijk ook te danken
aah het wereldwinkel-werk. Uit dit
soort zaken blijkt duidelijk, dat je het
publiek warm kan krijgen voor iets.
Dat het klimaat in Nederland
verandert ten gunste van de Derde
Wereld- Zij het langzaam, dat wel.'
-J