Kerstens verhaal over deportatie was fantasie dichtbij i Jd i 'ijste weg oorwegen Himmlers masseur blies zaak buiten proportie op, onthult dr. L. de Jong 'Alle Nederlanders zouden naar het Oosten moeten' ]D Botbreuk 'siotherapeuten i"$ren eigen risico Uitgeslapen Kraan 'Mama is op de reddingboot' Zoekactie naar vermiste zeeman zonder resultaat Fusiecongres van jongeren uitgesteld huisdier vuil half-om-half zondagsrust C6 - OUW/KWABTET WOENSDAG 27 SEPTEMBER 1972 BINNENL A ND/COMMENT A AR T5/K7 t bestuur van de CHU heeft de jste weg gekozen door de ingrijpende ogingen die de kiesverenigingen in eerste opzet van de kandidatenlijst or de Tweede Kamer hadden aange- icht, te accepteren en geen gebruik maken van zijn bevoegdheid, de jjd te heropenen. De CHU beschikt er een procedure voor het aanwijzen i Kamerkandidaten die van hoog mocratisch gehalte is, en het is weer gebleken dat kan wel eens tig zijn. Commentaar spies Nf 'V-sei g. m e. lf )0 J( tussen hoeft de leiding van de Unie nederlaag wat ons betreft niet al tragisch op te nemen. Het 'linkse' in ididaten als mevrouw De Ruiter en heren Huijn en Van Dalen die ik op de lijst zijn gezakt is ons zo opgevallen. En wat het 'rechtse' lat opgeklommen kandidaten als de en Tolman en Van der Mei van hen ierscheidt, is evenmin in een oog- lag duidelijk. Het wordt helaas :n" lit uitgelegd door diegenen die gaar- misschien wel voor het gemak, in soort schablones denken., t uit de geschiedenis rondom deze de ididaatstelling duidelijk is geworden, r. K dat de aanhang van de CHU blijk- mi* r geen afscheid wil nemen van het Den iroe^e tyP0 van bedaarde, fat- nlijke en behoedzame, maar ook ral trage c.-h. politicus, een type dat vader en zoon Tilanus zulke spre ng1, ide voorbeelden had en heeft. UZ. ig: t optreden van de Unie zal ook de di nende jaren worden beheerst door beeld van een zekere passiviteit, voordeel daarvan is, dat een niet ij anzienlijke groepering een herken- gspunt in onze volksvertegenwoor- io ng behoudt, waaraan zij kennelijk oefte heeft. Een ernstig nadeel is nu dat een voortreffelijk Kamerlid als tmjui heer Bos is terechtgekomen op een die vermoedelijk niet direct ver- ip baar is. Het zou niet alleen voor de 14.C e, maar ook voor de hele Kamer verlies zijn, wanneer hij niet terug keren. jchóij de Noren niet tot de EEG willen 10°£ reden, is voor henzelf hinderlijker N] voor de Europese gemeenschap. ereerst hebben de Noorse kiezers 1 met bun negatieve uitspraak, die N7 swaar in theorie adviserend, maar andai feite beslissend is, een moeilijk politieke crisis op de hals laid. Hun regering geeft er de brui en de tegenstanders van de EEG nen een dermate bont gezelschap, het een heksentoer wordt, uit hun deren een ietwat solide kabinet te uteren. wat langere termijn zullen de No- bovendien ervaren, dat hun keus een betrekkelijk isolement weinig Jrderlijk is geweest voor de bloei hun economie. j ligt dan ook voor de hand, te fachten, dat ze zich op den duur wel eens zullen bedenken. De ei lmenten die de tegenstanders van "r EEG aanvoerden, wekten niet de is uk, voor onbepaalde tijd tegen har- [•j conomische overwegingen bestand "Jfjn. Het aandeel van de motieven een laag tot zeer laag redelijk- ,s i5 sgehalte (angst voor West-Duits- enteu de misvatting dat Noorwegen van souvereiniteit zou worden beroofd, Van bepaalde curieuze godsdiensti- i ezwaren nog maar te zwijgen) was jjvoor te fors. voor de EEG is het te hopen, dat 2® Joren te eniger tijd op hun schre- terugkeren. Want in economisch cht mag hun land dan niet zoveel stellen, het heeft een stevige parle- ire traditie en de zuurdesem van nocratie in de Europese gemeen- zou enige versterking best kun- gebruiken. door J. Kuijk DEN HAAG De bundel 'stu dies over Nederland in oorlogs tijd' verdient niet alleen de aan dacht van belangstellenden in de geschiedenis van de tweede we reldoorlog, maar ook van de lief hebbers van de schelmenroman. Voor zo'n roman reikt dr. L. de Jong een volledig schema aan in zijn bijdrage aan deze bundel over Felix Kersten. Felix Kersten is een Fin, die in de oorlog Himmler als masseur (Arzt för manuelle Therapie, heette dat in het Duits) bijstond wanneer de leider van de SS wegens ellendige maagkrampen was uitgeschakeld - en dat kwam nog al eens voor. Toch werd Kersten in mei 1950 door de Nederlandse rege ring uitverkoren voor een opvallend hoge onderscheiding: grootofficier in de orde van Oranje-Nassau, welke on derscheiding hem op 17 augustus 1950 persoonlijk door prins Bemhard om de hals werd gehangen. - Want zo luidde de officië le motivering uit 1950 - Kersten heeft zich bijzonder verdienstelijk gemaakt voor het Nederlandse volk door een plan tot deportatie van alle Nederlan ders en Vlamingen naar Oost-Europa onder tafel te werken - althans: Ker sten heeft zijn invloed op Himmler heel sterk doen gelden om het plan uit te stellen tot na de oorlog. Een in die na-oorlogse jaren opzienba rende onthulling, die overdonderend veel aandacht kreeg van het eerste ogenblik af dat het verhaal werd gepubliceerd. Dat was in Nederland in 1948 in het boek 'Klerk en beul'. een soort mémoires van Kersten; ver taald ingeleid en zelfs enigszind gere digeerd door drs. J.M. den Uyl, die toen nog heel andere ambities koes terde dan nu. Aan de uitreiking van het lintje door prins Bernhard was een onderzoek naar de waarheid van het verhaal voorafgegaan door een commissie, waarin onder meer zitting had een zo eminent historicus als de Leidse dr. A.J.C. Röter. Met dat lintje was het verhaal voor binnen- en buitenland gecanoniseerd. 'Het verhaal klinkt zo fantastisch, zo ongeloofwaardig dat geen fantast het ooit zou kunnen bedenken', stelde jaren later nog een van enthousiasme kraaiende journalist in TROUW vast. Gefantaseerd Welnu: De Jong ontrafelt in zijn studie - een voorschot op het volgen de maand te verschijnen vierde deel van zijn geschiedenis over de tweede wereldoorlog - Kerstens legende. Het verhaal over de deportatie van het hele Nederlandse en Vlaamse volk is fantastisch, maar het is dan ook ge fantaseerd. De door Kersten aange voerde stukken zijn later opgesteld en de aangegeven dateringen zijn ver valst. Uit van anderen afkomstige- stukken mag dan blijken dat hij in een aantal gevallen mooi werk heeft gedaan voor de vrijlating van Neder landse gearresteerden of veroordeel den (hij bemiddelde bij het vertrek naar Zweden van duizend Nederlandse vrouwen uit Ravensbröck), maar voor de historische wetenschap is Kersten 17 augustus 1950: prins Bernhard reikt Felix Kersten de onderscheiding van grootofficier in de orde van Oranje Nassau uit. Het verhaal over het verdienste lijk werk, waarvoor deze onderscheiding toegekend werd, blijkt (zo onthult dr. L. de Jong nu) door Kersten gefantaseerd te zijn. 'een volstrekt onbetrouwbaar getuige'. De hele zaak van het deportatieplan is door Kersten buiten elke proportie opgeblazen. Er is niet meer dan een kern van waarheid in te onderkennen: een plan dat het prille stadium nooit heeft verlaten en dat voorzag in het stichten van een kolonie van Neder landse boeren in Wit-Rusland. Masseur De in 1960 in Stockholm op 61-jarige leeftijd overleden Kersten was geen arts, maar een masseur met zeer ei gen opvattingen en toepassingen, die van 1928 tot 1940 in Den Haag werkte en zijn relaties had in de beste krin gen, zoals dat heet. Hij heeft onder meer prins Hendrik behandeld. Kerstens na de oorlog bekend gewor den verhaal was dat hij in maart 1941 van Himmlers secretaris Rudolf Brainidlt een volledig uitgewerkt en door Hitier zelf ondertekend plan ter inzage had gekregen, waaruit bleek dat Hitier ter gelegenheid van zijn 52e verjaardag (20 april 1941) het deportatieplan persoonlijk zou afkon digen. In iets meer dan één jaar tijd zou het hele Nederlandse en Vlaamse volk gedwongen worden te vertrekken naar het gebied van Lublin; het ge heel onder leiding van Himmler per soonlijk en met hulp van SS-officie- ren, die al eerder met dit bijltje hadden gehakt in Estland, Letland en Litauen. Het aldus ontruimde Nederland (want ook de NSB-ers moesten weg) zou daarna verdeeld worden onder jonge SS-landbouwers - bedrijven van 60-100 hectare, zo was de opzet - met voor de stad Utrecht het wenkend perspectief van hoofdstad. Wat er met de andere dan agrarische bedrijven moest gebeu ren, was niet in het plan voorzien. Himmler, aldus nog steeds Kerstens versie, leed in die tijd echter juist aan schier ondraaglijke maagpijnen en Kersten wist de SS-ieider tijdens de massages duidelijk te maken dat een man in deze toestand fysiek niet geschikt was om een zo gigantisch karwei te leiden. Himmler liet zich overtuigen, ging nog eens met Hitier praten en nog net op tijd, drie dagen voor Hitiers verjaardag, werd besloten de hele verhuizing maar uit te stellen tot na de oorlog. De Jong heeft nu alle aanwezige stuk ken nog eens systematisch nagevlooid (en er zelfs nog een paar bijgevon den) - een stukje historisch handwerk leverend dat bewondering verdient, maar dat dodelijk is voor Kerstens reputatie als eerlijk man (zijn toewij ding blijft buiten beschouwing). Wat de door Kersten zelf overgelegde nota's en dagboeken aangaat, toont Dc Jong aan dat Kersten zelf die veel later, waarschijnlijk speciaal voor dit verhaal, heeft samengesteld; niet zon der sluwheid, maar toch eigenlijk ook op een vrij naïeve wijze. In elk geval is er geen enkele reden om aan te nemen dat de datering van de stukken juist is, want Kersten scharrende raar met dateringen om. Er is bijvoorbeeld een op 6 juli geda teerd stuk, waarin al sprake is van de verschijning van Kerstens memoires in Amerika in 1947 en de indruk die dat heeft gemaakt. Is dat al een veeg teken - ook heel wat belangrijke feitelijke gegevens kloppen niet. Zo constateert Kersten in de volgens eigen dateringen in het voorjaar van 1941 opgestelde stukken dat Himmler op 2 maart 1941 ernstig ziek lag in het hoofdkwartier van de Führer in Bruok an der Mur. Echter: op 2 maart 1941 was Himmler in Breslau en was het Flihrer-hoofdikwar- tier in verband met de veldtocht op de Balkan verplaatst naar het platte landsstation van het Oostenrijkse Mönnichkiirchen. Verder constateert- De Jong nogal droog dat uitgerekend iin de Duitse versie van Kerstens me moires het verhaal over de deportatie van de Nederlanders en Vlamingen niet voorkomt. Teveel ingewijden zou- crp een verslaggever HAAG Het Nederlands ge- :hap voor fysiotherapie vindt, een eigen bijdrage door de zieken- isverzekerden het hardst aankomt die groep patiënten, die voorna- geholpen wordt met fysische ie. Het genootschap zegt dit in commentaar op het wetsontv-erp 'invoering van een eigen risico. igen bijdrage voor fysische thera- I is onredelijk hoog ten opzichte Bde bijdragen aan de overige voor- Ijingen, mede doordat geen bijdrage J[handelserie, maar per afspraak Tt gevraagd, aldus het genootschap, [bij zo'n 4.000 leden zijn aangeslo- [economisch motief voor de eigen pge opbrengst 200 miljoen zou niet doorslaggevend zijn. Het genootschap stelt dat de minister van volksge- Bieid zich bij het ontwerpen van 7n dient te laten leiden door de Igen van de volksgezondheid. De iter bereikt met het wetsvoorstel wel, dat voor een sociaal-econo- 1 zwakke groep de therapiemoge- iden minder beschikbaar zullen «en dan thans het geval is. Er zijn allerhande mensen gepro moveerd op aardige onderwerpen. Wij moeien er nodig eens een paar uitpik- ken. Zo heeft dr. A. J. G. Nollen zich in Nijmegen ernstig verdiept in maat regelen om de twee helften van een gebroken bot zo snel mogelijk weer aan elkaar te krijgen. Dat is iets waar in principe het lichaam zelf wel voor zorgt. Als de stukken maar netjes tegen elkaar ge zet en onbeweeglijk vastgehouden worden, heb je alleen nog maar een heleboel geduld nodig: het groeit keu rig weer vast De vraag of het door toepassing van een kunstgreep ook met uat minder geduld zou lukken, is natuurlijk al oud. Al die weken met dat gips rond lopen is ook niet alles tenslotte. Een van de meest voor de hand liggende ideeën, is het eten van fos faat. Dat is tenslotte een van de belangrijkste bestanddelen van bot, en wie weet wordt de vorming van nieuw bot tussen de breukvlakken daar wel door bevorderd. Vijf jaar geleden hebben verscheidene onder zoekers inderdaad een dergelijke heil zame invloed gevonden. En sindsdien wordt in het buitenland, met name in Frankrijk en België, aan mensen met been- en andere breuken fosfaat ge voerd. Een dergelijke naar land be perkte toepassing is overigens op zich zelf een gedachte ivaard. Het vestigt de aandacht op het bestaan van wat je oneerbiedig wetenschappelijke mo-, deverschijnselen zou kunnen noemen. Eer} eigenlijk wel bekende zaak, waar vrij weinig over gepraat wordt. Door omstandigheden die soms wel, soms ook niet zijn na te speuren, wordt een bepaald wetenschappelijk inzicht hier wel en daar niet aanvaard. Het bedrijven van wetenschap is fin hel ideale geval) het zoeken naar 'de' waarheid: wat men vindt, blijkt vaak 'een' waarheid te zijn. Zoiets stemt tot wetenschappelijke bescheidenheid, en dat kan nooit kwaad. Terug naar dr. Nollen, die het fos- iaat-effect in alle bescheidenheid niet geloofde De proeven en studies zijn niet zorgvuldig genoeg geweest, vond hij. En hij probeerde het zelf beter te doen. Dat ging op een nogal grondige manier. Van gebroken botten in ver schillende stadia van genezing en al of met na toediening van fosfaat, werd de treksterkte bepaald, nadat de situatie rond het breukvlak eerst mi- kroskopisch was bestudeerd. Het was een simpele, zij hel harde methodp- meten hoe hard je aan beide helften moet trekken om ze weer van elkaar te krijgen. Op patiënten kon dokter Nollen dat natuurlijk niet proberen. Het was dan ook een serie konijnen die voor dit doel het haasje werd. Dat betekent, natuurlijk meteen weer een extra on zekerheid: zal het effect dat je bij het konijn vindt, ook voor mensen gelden Zeker weet je dat natuurlijk nooit, maar volgens dr. Nollen.: zeer waar schijnlijk wel. Hoe dan ook, bij de Nijmeegse proef konijnen bleek onomstotelijk dat fos faat niet helpt, en dat het eerder schadelijk is. Op de genezingssnelheid van de breuk zelf was geen enkele invloed aan te tonen, en elders gin gen er dingen mis. Want een breuk is niet de enige gelegenheid waarbij nieuw bot wordt gevormd. Een normaal bot wordt voortdurend 'omgebouwd', afgebroken en opnieuw gevormd. Onder normale omstandigheden zijn afbraak en op bouw aan elkaar gekoppeld, maar het toedienen van extra fosfaat blijkt dat evenwicht aan te lasten. Het netto resultaat is een verhoogde afbraak, waardoor het bot bros wordt, en dus gemakkelijker breekt. Wie met een gebroken been fosfaat eet. lijkt dus eerder aan zijn volgende beenbreuk te werken Toevallig ook in Mijmegen promoveer de H. J. C. Berger tot doctor in de sociale wetenschappen op het proef schrift: 'Kijk op de werkelijkheid van alledag'. Dat is een boeiende titel, en er zit ook een heel aardig idee achter. Dr. Berger heeft namelijk geprobeerd een iaat verwaarloosd onderwerp uit de psychologie van de grond te krijgen: de sociale intelligentie. Intelligent is niet zomaar intelligent. Een bijdehante kerel hoeft niet perse een knappe kop te zijn, en een schrander jochie nog geen uitgeslapen rekel. 'Knap' en 'schrander' doelen voornamelijk op de scherpzinnigheid waarmee mensen problemen van meer formele aard aanpakken en oplossen, terwijl 'bijdehand' en 'uitgeslapen' verwijzen naar iemands bedrevenheid in het maatschappelijk handelen. Die eerste intelligentie, de scherpzin nigheid, kunnen psychologen meten en in een getalletje uitdrukken (het beroemde IQ). Hoewel daarmee alle problemen bepaald niet de wereld uit zijn, want de psychologen hebben al weer een hele rij soorten scherpzin nigheid (met bijbehorende IQ's) on derscheiden, en over wat die afzon derlijk of in combinatie nou eigenlijk te betekenen hebben zitten zij elkaar geregeld in de haren. Maar die tweede intelligentie, de soci ale. is wat verwaarloosd in een hok je blijven liggen, omdat ze niet goed te meten viel. En dat is jammer, want voor het dagelijks leven is het bijde hand zijn van niet gering belang. Dr. Berger heeft geprobeerd de we tenschappelijke verwarring eerst wat op te helderen door sociale intelligen tie opnieuw te definiëren. Hij noemt het de begaafdheid zich open te stel len voor alledaags tussenmenselijk ge drag. En hij heeft geprobeerd een test te ontwikkelen die die begaafdheid kan meten, en dus vatbaar maken voor verder wetenschappelijk onderzoek. De resultaten daarvan vindt hij be vredigend: Het laat zich alles bijeen aanzien, dat we met het testontwerp op de goede weg zijn'. den het hebben kunnen lezen en een gevoel van bevreemding niet hebben kunnen onderdrukken. Waarom Aardig is ook dat De Jong niet vol staat met de constatering van deze vervalsingen en eigen legendevor ming, maar ook zoekt naar het 'waar om'. Wat heeft Kersten bewogen dit verhaal de wereld dn te sturen? Een nauwkeurig antwoord is natuurlijk niet te geven - welke historicus im mers ziet het hart aan? - maar De Jong heeft wel een plausibele verkla ring. In 1943 is Kersten naar Zweden- gegaan dat echter na de oorlog geheel op naam gesteld werd van Folke Ber- nadotte, lid van het Zweedse Konink lijke Huis. Zelfs onitbrak in het offi ciële Zweedse verslag over het hulp werk in de oorlogsjaren de naam van Kersten. Kersten voelde zich door deze feiten en een telefoongesprek met Bernadot- be in hoge mate geïntdimidieerd. Maar hij had geen been om op te staan. Hij was vreemdeling in Stockholm (hij had nog steeds de Finse nationaliteit) en als hij zou worden uitgewezen, moest hij wel naar Finland. Te ver wachten was dat de Russen daar wei nig consideratie zouden hebben met de oud-masseur van Himmler. In die nood heeft Kersten zich tot Nederland gewend en is zijn verhaal - met de documenten - gegroeid tot het een eigen leven ging leiden. In Ne derland vond hij gehoor en geloof, o.a. bij prof. N.W. Posthumus die de Nederlandse regering voortdurend achter haar broek zat ten behoeve van Kersten. Het was ook op zijn aanspo ring dat de onderzoek-commissie aan de slag ging - zoals Posthumus ook de geestelijke vader is geweest van het Instituut voor Oorlogsdocumentatie dat nu tenslotte in deze publikatie deze zeepbel uit elkaar heeft laten spatten. Studies over Nederland in oorlogstijd, deel I, onder redactie van drs. A.H. Paape. 399 pagina's, geïllustreerd Uitg Martinus Nijhoff Den Haag. DEN HAAG Gistermiddag heeft de marine de zoekactie naar het vermiste bemanningslid van de Nederlandse kustvaarder 'Fiducia' zonder resultaat gestaakt. Men neemt aan dat de zee man, de 39-jarige Portugese kok V. E. Gomes, is verdronken. De Fiducia voer vijf mijl van het lichtschip Goe- ree. De zoekactie heeft in totaal dertien uur in beslag gfenomen. De Fiducia is eigendom van rederij Ripmester en Co te Rotterdam. De vermiste man was maandagnacht om één uur voor het laatst aan boord gezien. UTRECHT Het fusiecongres van de Christelijk Historische Jongeren Organisatie (CHJO) en de KVP-jonge- rengroepen, dat deze maand zou wor den gehouden, is in verband met de actuele politieke ontwikkelingen ver schoven naar 16 december. De beide in een federatie samenwerkende jon gerenorganisaties besloten in april tot een fusie in september. De CHJO heeft al een 'toetredingsbe- sluit' voor de fusie genomen. De KVPJG zal dit doen op een speciale hoofdbestuursvergadering in oktober. 'Allebei de jongens hebben in hun kamer een grote wand van zachtboard met middenin een schoolbord. Moet ik plotseling weg, dan schrijf ik op dat bord: mama is met de reddingboot mee. Dan weten ze waar ik ben'. Zo laat de eerste 'opstapster' ter we reld, mevrouw C. van der Haven- Eikelenboom uit het Zeeuwse Haam stede, haar zoontjes van zeven en acht weten, dat ze met de rest van de bemanning van de reddingboot 'Presi dent Jan Leis' ergens op zee is. De 'opstappers' zijn de niet-vaste beman ningsleden, die gewoon een baan aan de wal hebben en alleen inspringen als de boot moet uitvaren. Ze is 36 jaar, echtgenote van een vaak uithui zige gezagvoerder van een tanker, huisvrouw, vóór haar huwelijk ver pleegkundige dat is ze nu nog drie weken per jaar als ze voor de wijk zuster invalt leidster van de red dingsbrigade, die 's zomers zeventien kilometer Zeeuws strand in het oog houdt, ze doet werk voor het Rode Kruis-en leidt EHBO-ers op. Dat ze nu ook nog officieel tot be manningslid van de reddingboot is benoemd, is eigenlijk voortgevloeid uit al die verpleegervaring. 'Door dit werk ben ik in contact gekomen met de mannen van de 'Jan Leis'. Ze zeiden-: we hebben pas een nieuwe zuur stof koffer en een afzuigapparaat aan boord, demonstreer dat eens voor Van tijd tori tijd gaat het NIPO na, hoeveel Nederlanders echt zelf last hebben van lucht- en watervervuiling of dat denken te hebben. Een vergelij king tussen zo'n onderzoek deze maand en eentje vorig jaar maart laat zien, dat het met die last beslist niet muider geworden is. Precies evenveel mensen als vorig jaar vertelden hun ondervragers last van vervuilde lucht te hebben en van vuil water zelfs nog twee procent meer dan toen. Veertien procent antwoordde dat het er beter op wordt met de luchtverontreiniging, twaalf procent vond dat water en lucht bepaald slechter gewdrden zijn dan een goed jaar geleden. Het NIPO vroeg die mensen ook, of ze een week tevoren nog last van stank of vies water gehad hadden. Met alle soorten vervuiling bleek er zo kort geleden wel wat aan de hand geweest te zijn: de meesten hadden hinder van uitlaatgassen, veel ook van stank van fabrieken en dan kwa men vaak luchtjes van vuilverbran ding, slecht drinkwater, smerig zwem water, stinkende grachten en sloten en ook nog vies viswater voor. Nog veel meer mensen dan die deze ver schijnselen nog maar net geconsta teerd hadden, vertelden -vel eens last van dat alles te hebben. ons. Toen hebben ze natuurlijk ge dacht: die moeten we hebben, want ik heb met die apparatuur vroeger in het ziekenhuis al ervaring opgedaan, ook een beetje in de operatiekamer. Dat is allemaal al een paar maanden geleden begonnen en ik had het stil willen houden, maar bij het afscheid van de havenmeester is het toch be kend geworden'. Haar speciale taak is de schipbreuke lingen en gewonden te verzorgen. 'Ik hoef heus geen trossen los te gooien, maar als het zo uitkomt, kan ik het wel'. Zeeziekte? Daar heeft ze geen last van, nog niet gehad tenminste. 'Wel eens een onwel gevoel, dat kwam door m'n lege maag. Maar een paar koppen koffie en je voelt je weer kiplekker'. Hoe kan ze al die taken bijhouden? 'De bevolking is hier fantastisch, er is een enorme samenwerking. Als het nodig is, vangt de moeder van een vriendje de jongens op en anders kunnen ze zich zelf best redden. Ze kunnen -hun eigen brood klaarmaken, kleden zichzelf sinds hun vierde zelf aan, weten precies hoe laat ze naar school moeten. Ze weten: mama doet dat werk alleen om de mensen te helpen. Mijn man vindt het fijn dat ik zoiets omhanden heb als hij weg is en zelf vind ik het ook f ijn. Je beni er voor elkaar. Dat is mijn instelling: Ik hoop dat de jongens later ook zo zullen zijn'. 'Haar katten 'heten Ot en Sien. Ze zijn heel in de verte Siamezerig en uitge voerd in nuances van fluweelzwart korthaar. Fikse broer Ot heeft een witte bef en loopt als een jonge advocaat die op zijn grote kans wacht. Zus Sien heeft een meer terugdein zende natuur en loert bangelijk naar vreemde ogen, om bij toch goedbe doelde toenadering ongeveer schrei end in Martine's oksel te kruipen. Ze zijn anderhalf jaar en werden voor het eerst door Martine aan haar war me hart gesloten, toen ze het daglicht nog maar nauwelijks konden verdra gen'. Dit 'warme hart hoort toe aan Marti ne Bijl, over wie het kersvers van de pers gerolde eerste (oktober-) num mer van Ons Huisdier een maand blad van de gelijknamige Haagse uit geverij een zoetig, geëxalteerd ver haal afdirukt. Het gaat over 'deze frêle hoofse vrouw met haar intieme stijl', die 'accentloos Amsterdams' spreekt wat dat dan ook mag zijn en zo dol op poezen is, de enige overeen komst tussen Martine en het nieuwe d ierenblad. Voor het overige is dit 'Huisdier' een blad vol informatie over en foto's van allerlei dierlijke onderwerpen, een niet op één snort gespecialiseerd ma gazine voor gewone huisdierenliefheb bers. Er is een Dierenspreekuur in opgenomen, waarin de medische me dewerker vanwege dit eerste nummer zelf even wat vragen heeft bedacht en zich voor de gelegenheid achtereen volgens een zich achter de oren krab bende hond, een sleetje-rijdende hond, een hijgende keeshond, een te vaak jongende poes en een voor ko nijntjes allergisch dochtertje heeft aangeschaft. In dit nummer verder o.m. artikelen over rashonden, het houden van huisdieren, dierenasiels, huisdieren fotograferen, siervissen, katten, de papegaai thuis en door Han Rensenbrink over apen, die niet in een mensengezin thuishoren. Het schijnt de bedoeling te zijn dat de vrouwen, willen ze tenminste een beetje meelopen met de mode, bin- nenkort allemaal met zo'n soort half-; om-half hoofd rondlopen. Het lange haar raakt wat uit, het korte, ietwat krullerige, komt er voor in de plaats. Waarom hot haar bovenop het hoofd moet krullen en waarom het vanaf de kruin weer glad moet valen, weten alleen de Parijse haute coiffuriers, die deze stijl uitgedacht hebben. 'Het is jammer dat uw enige werkdag samenvalt met onze enige rustdag'. Dat heeft de pastoor van de St. Pau- luskerk in Sittard schriftelijk te ho ren gekregen van het actiecomité Zon dagsrust in die stad, dat er voor gezorgd heeft dat de koster de afgelo pen zondag voor gek aan het klokke- touw heeft staan trekken. Er kwam geen geluid uit de kerktoren: het comité had de klepel uit de klok gehaald, omdat, zeggen zij in hun brief aan de pastoor, 'elke zondag vóór negen uur al met meer dan tweehonderd slagen de welverdiende nachtrust voor harwerkende mensen werd verstoord'. De schrijvers, die zeggen in verband met het gevoel voor gerechtigheid van de pastoor liever anoniem te willen blijven, heb ben in hun brief nog een stukje Genesis (hoofdstuk 8 vers 22) gedeel telijk en een tikje verdraaid geci teerd: 'De flatbewoner denkt slechts 'dag en nacht, zomer en winter, non;t houden ze op', om met uw woorden te spreken. Daarom voelden wij ons ge roepen onze medemens van minstens één ongestoorde zondagmorgen te la ten genieten en door het weg hal<i van de klepel een eind te maken aan uw wekelijkse klokkenterreuri, aldus de briefschrijvers, die het verder heb ben over 'het voor de omgeving bar baarse folterwerktuig dat zich op het dak van uw vooruitgeschoven missie post bevindt'. Haarlem meldt ons de uitvinding van een hoofdkraan voor het gas, die zichzelf bij het uitbreken van brand automatisch sluit. En dat is erg nut tig, zegt de firma, want als het echt warm wordt, wil de gasmeter nog wel eens smelten, en dat levert een forse extra brandhaard op. De firma heeft ons bovendien een nieuw woord ge leerd. Het systeem is namelijk voorlo pig alleen leverbaar voor de eenpijp- klepkraan (die hoort bij de eenpijp- gasmeter). Aan de meerpijpklepkraan wordt nog gewerkt. Een trap na

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1972 | | pagina 7