1 Bijbel en toekomst Trouw K wartet vandaac Beroepings- werk BoekenetaiE TROUW/KWARTET WOENSDAG 27 SEPTEMBER 1972 De socioloog ilr. G. Dekker schreef in ons blad van 5 september een artikel, waarboven stond: "Het gaat meer om tweede auto dan om zoveelste kind'. Vandaag ile reactie van de Groningse ethicus prof. dr. P. J. Roscam Abbiug (die wegens verblijf buitenslands niet eerder op dr. Dekkers betoog kon ingaan). ZIT HET 'EM Nü JUIST IN DIE TWEEDE AUTO? door prof. dr. P. J. Roscam Abbing 'Het gaat meer om tweede auto dan om zoveelste kind', stond er boven het artikel van dr. G. Dekker en die titel is ontleend aan zijn conclusie, die ik in zijn geheel weergeef: 'De conclusie moet wel zijn: bij het streven naar een leefbare wereld moeten we bij ons in het wes ten niet primair kijken naar onze bevolkingsgroei, maar naar de toename van onze consumptie of rui mer gezegd naar ons gebruik van de beperkte hoe veelheid goederen en ruimte. De bevolkingsontwik keling is een factor en daar moet ook zeker op ge let worden, maar we zouden het ons te gemakkelijk maken als we alleen op onze gezinsgrootte zouden letten en niet op onze consumptie. Men zou kunnen zeggen: niet het tweede of derde kind, maar de tweede auto en het tweede huis brengen ons in moeilijkheden. En het motto van de te voeren reclamecampagne: 'veel te veel kinderen krijgen straks geen leven. Geboortebeperking is noodzaak' zou dan ook beter kunnen luiden: 'veel te veel kin deren krijgen straks geen leven. Consumptiebeper king is noodzaak'. Dat zou eerlijker zijn. En het leidt want dat gevaar is aan de hernieuwde be langstelling voor geboortebeperking verbonden onze aandacht niet af van de zaken waar het wer kelijk op vast zit'. Dr. Dekker die herhaaldelijk mijn naam noemt, is het niet met mij eens, als ik zeg dat de kerk ook op het punt van de gezinsplanning in het kader van de bevolkingspolitiek leiding zou moeten geven. Op dit punt concludeert hij: 'Dit alles betekent, dat als de kerk zich nu druk zou gaan maken voor een beperking van de bevolkingsgroei, zij niet veel anders kan doen dan achter een reeds op gang zijnde ont wikkeling aan hollen. Hoe moeilijk het ook is om te erkennen: de beteke nis van de kerk is ook op dit punt veel geringer dan velen denken. Terwille van het belang van de zaak. en terwille van een brede oriëntatie voor de lezer, moge ik hierop ingaan. Ik ben blij dat er eindelijk een reac- De redactie behoudt elch het recht voor om ter opname in deze rubriek ontvangen me- nlncMiitingen verkort weer te geven. Bij publlkatlc wordt met dc naam van do Inzender ondertekend. Brieven kunnen wor den gezonden aan de heer Joh. C. Francken. M'Cretarls van de hoofdredactie van Trouw- Kwartet, Postbus 83S. Amsterdam AR-partij Zoals het zich laat aanzien, krijgen wij als AR mensen weer ongeveer dezelfde lijst voorgeschoteld als de vorige maal. Goed ik wil niemand krenken of beledigen, maar het is toch algemeen bekend, dat vele AR leden en AR gezinde mensen (ook jongeren) nu eens wachten of man nen die niet met de stroom (tijd geest) meegaan, maar die vanuit het evangelie het aandurven om wit wit te noemen en zwart zwart. Of moeten wij hiervoor bij de heer Jongeling zijn of het N.E.V.? Laat do AR zich in de komende tijd positief christelijk opstellen: ik meen toch, al leven wij in het jaar 1972, uat het nog altijd is tegen de revolutie (op welke wijze of misleidende christelijke vorm deze, ook tegenwoordig tot ons komt) het evangelie*. Of is dit niet meer het AR devies? Ook de CHU zou dit ter harte moeten nemen. Meppel C. Frederlks lid AR Partij Auto-vloek? bi een advertentie protesteert RAI tegen de hoge autobelastingen (21.9). Ik lees dat 3 miljoen automobilisten het slachtoffer worden van deze belas tingen. Mensen die (ik citeer) 'vin den. dat ze anno 19- nu recht hebben op het gemak en het plezier van een eigen auto.' Ik vraag: is dit geen waanzin? Hebben wij recht op onzp (veel te) hoge welvaart, en op onze auto? Beseffen we niet dat ons wel vaartsniveau zo hoog is, dat de rest van de wereld dat niveau nooit zal De Rotterdammer Nieuwe Haagse Courant Nieuwe Leidse Courant Dordts Dagblad Uitgaven van N.V. De Christelijke Pers Directie: Ing. O. Postma, F. Diemer Hoofdredactie J. de Berg (waarnemend) Hoofdkantoor N.V. De Christelijke Pers: N.Z. Voorburgwal 276 - 280, Amsterdam. Postbus 859. Telefoon 020 - 22 03 83. Postgiro: 26 92 74. Bank: Ned. Midd. Bank (rek.nr. 69.73.60.768). Gem.giro X 500. mogen bereiken, omdat anders binnen de kortst mogelijke tijd de wereld op is? Als in China naar verhouding evenveel auto's zouden rijden als hier (1 op 4) dan zouden per jaar zo'n 200.000.000 het milieu vervuilen. Een kind kan begrijpen dat dat nooit zal gebeuren. M. a.w. datgene waar wij menen recht op te hebben, zullen zij nooit mogen bezitten, omdat dat de ondergang van de wereld zou beteke nen. Is dat recht? Nog iets. Voor de radio hoorde ik een psychologe vertel len dat we ermee moeten rekenen dat in de toekomst een op de zes kinde ren door een verkeersongeval zal wor den gedood of gewond. Ze zei dood- nuchter: 'Daar zullen we mee moeten leren leven. 'Ik vraag nogmaals is dit niet waanzinnig? Moeten we accepte ren dat onze kinderen door auto's worden overreden, enkel en alleen omdat we vinden dat we 'anno 19- nu recht hebben op het gemak en het plezier van een eigen auto?' Is het niet verstandiger vrijwillig afstand te doen van een zo dubieus recht? Maar ja. wie is er anno 19- nu nog bereid afstand te doen van iets waarover hij kan beschikken? Niemand toch zake'' Of.u misschien' Apeldoorn J. C. Hardeman Indonesië Namens adoptiegroep 5 van Amnesty International-Nederland wil ik reage ren op het artikel van prof. Verkuyl (Tr/Kw 14 september jl.) over de kwestie der Indonesische politieke ge vangenen. Het is niet onze taak om commentaar te geven op de politieke meningen over het huidige regiem van prof. Verkuyl. maar wel om in te gaan op zijn voorstellen welke blijkbaar ook die zijn van de Indone sische en de Nederlandse Raad van kerken ten aanzien van de kwestie der politieke gevangenen in Indone sië. Deze voorstellen komen er op neer, dat prof. Verkuyl niet pleit voor onmiddellijke vrijlating, maar voor snellere berechting en humaner be handeling. Prof. Verkuyl schreef: 'Ve len trachten vol te houden dat de leiders van de Communistische Partij Indonesië (PKI) geen vooraanstaande rol in de organisatie van deze coup hebben gespeeld. Het staat echter vast, dat bepaalde leiders van de PKI samen met een groep officieren daar in ide coup van 1965» de hand hebben gehad'. Volgens gegevens waar over Amnesty beschikt worden thans nog 60.000 tot 70.000 mensen gevan gen gehouden, niet op grond van bewezen feiten dat zij de hand hebben gehad in de coup. maar op grond van hun. soms zelfs alleen maar vermeen de, politieke overtuiging. Deze men sen wil prof. Verkuyl thans, na 7 jaar, alsnog doen berechten. Het rechtsadagium: 'Geen strafbaar feit zonder een voorafgaande wettelijke bepaling', geldt ook in Indonesië. De PKT en de daarmee verbonden organi saties zijn pas na 11 maart 1966, na de machtsovername van generaal Soe- harto, tot illegale organisaties ver klaard. Het is voor ons daarom onbe grijpelijk waarom mensen, wier 'ver grijp' is hun steun aan of hun lid maatschap van de PKI of de daarmee verbonden organisaties, op een mo ment dat deze een legale politieke partij was die 23 pet van de parle mentszetels bezette, nu alsnog moeten worden berecht. Na 7 jaar zitten deze mensen nog vast. Wij willen derhalve, in tegenstelling tot het pleidooi van prof. Verkuyl voor snelle berechting, pleiten voor onmiddellijke en onvoor waardelijke vrijlating van deze groep politieke gevangenen (de zgn. B-cate gorie). Misschien zouden wij het roet de mening van prof. Verkuyl eens kunnen zijn wat betreft de groep van categorie A-gevangenen, wanneer deze gevangenen inderdaad worden be schuldigd van actieve deelneming aan de coup of de voorbereiding daarvan (hetgeen nog steeds de vraag is). Maar ook dan zou de vraag gesteld kunnen worden of dit na 7 jaar gevangenschap nog zinvol is. vooral wanneer men zich realiseert dat een adequaat rechtsapparaat voor een der gelijk massaal proces ontbreekt Amsterdam B. Swildens tie op niveau is verschenen. En erg blij ben ik daarmee, dat dr. Dpkker waarschuwt tegen de gevolgen van een niet werkelijk nodige consumptie- vergroting. Ik stel me graag achter die waarschuwing, zij het op bepaalde voorwaarden, die ik straks nog zal noemen. Als dr. Dekker zegt: het is fout om alleen te waarschuwen tegen bevolkingsgroei en niet tegen con- sumptiegroei trek ik mij dat per soonlijk niet aan, omdat ik reeds sinds jaar en dag ook tqgen die consumptiegroei waarschuw. Ik be hoor nu eenmaal tot de weinige Ne derlanders die de moeite hebben ge nomen een apart boek te schrijven over dat probleem. In 1962 publiceer- die ik mijn 'Ethiek van de geldbeste ding.' In dat boek heb ik een fervent pleidooi voor soberheid gehouden. Ik stelde dat het de roeping van elk' mens, en zeker van elk christen is. om van datgene, wat men zogenaamd eerlijk heeft verdiend, alleen dat te besteden aan consumptie voor zich zelf, wat men werkelijk nodig heeft. De rest behoort men weg te geven, terwille van anderen, die minder kun nen consumeren dan zij nodig hebben en terwille van kerkewerk en zending die altijd geld te kort komen. Toen, in 1962, hadden wij nog geen oog voor de gevolgen van consumptie voor het milieu en voor de uitputting van bodemschatten. Dit laatste motief is er nu bij gekomen. Over dat motief spreekt dr. Dekker. Hij meent dat de kwaliteit van het leven het meest wordt bedreigd door overmatige con sumptie. Daar nu maak ik „en zeven tal opmerkingen bij. Vanuit welk motief moet men het meest overmatige consumptie bestrij den? Dr. Dekker noemt alleen het gevaar van milieubedreiging. In 1962 noemde ik dat gevaar niet, maar wel het fatale, feit, dat wij veel consume ren, terwijl anderen het nodige mis sen en .kerkewerk en zending onvol doende voortgang kunnen hebben. Persoonlijk meen ik dat dit laatste motief nog altijd het zwaarste moet wegen. Wie geen christen is. zal zich uiteraard niet aangesproken voelen door de vraag om financiële steun door kerk en zending. Maar christen en Mensen niet-christen kunnen beiden beseffen, dat het onfatsoenlijk is om te maken dat men het zelf erg goed heeft, terwijl anderen buiten Nederland of in ons land noodlijden of het onrecht matig minder hebben. Als iemand nu overweegt een tweede auto aan te schaffen of een tweede huisje te kopen, wat dan? Dan moe ten wij natuurlijk niet te haastig oordelen, want er zijn situaties denk baar dat zoiets verantwoord kén zijn. Als die tweede auto of dat huisje niet werkelijk nodig is, waardoor zal ie mand zich er dan van laten afhouden om tot die aanschaf over te gaan, gesteld, dat hij het wel kan betalen? Het motief dat men daarmee mee helpt aan de bedreiging van het mi lieu, is wel reëel, maar voor mijn besef toch betrekkelijk zwak. Veel klemmender is het ethisch verwijt dat men enigszins in weelde gaat baden, terwijl men met het geld, dat men daaraan gaat besteden, Jicht in duiste re levens kan brengen, zelfs levens kan redden. Vermoedelijk is dr. Dek ker het daar wel mee eens. Is een pleidooi voor geboortebeper king in onze situatie minder urgent dan een pleidooi voor consumptiebe perking terwille van milieubescher ming? Naar ik meen moet men weten wat men doet, als men zondermeer pleit voor stabilisering van de consumptie. Is het niet een geweldige versimpe ling van het sociale vraagstuk, als men de indruk wekt, dat de consumptie uitbreiding hoofdzakelijk vastzit op de toename van tweede auto en tweede huisje? Voor zover ik weet, zit de toename van het autopark en het huizenbestand inderdaad niet alleen vast op de bevolkingsgroei, maar wel ook op het feit, dat de welstand, die een deel van de bevolking heeft we ten te bereiken, nu ook steeds meer door het andere deel van de bevol king wordt bereikt. En wie zal daarte gen durven ageren? Een bevriezing van de huidige consumptie zou bete kenen dat men verandering onmoge lijk maakt van consumptieverschillen, die berusten op sociaal onrecht. Als velen een auto hebben die zij niet strikt behoeven of beroepshalve nodig hebben, is er inderdaad wel een pro bleem: waarom sommigen twee van zulke auto's hebben doch is er te vens een nog veel groter probleem: waarom anderen niet één auto kunnen hebben. Stel eens, dat wij inderdaad meer ernst gaan maken met de nood zaak van een betere inkomensverde ling, dan zullen óf velen hun auto moeten gaan missen, óf zeer velen voor het eerst een auto mogen gaan aanschaffen. Voor de aard van elks behuizing geldt iets dergelijks. Ieder begrijpt, dat als niet een deel, maar in principe alle echtparen of ongehuwden een auto zullen hebben, er dan gigantische problemen ont staan vanwege de volte, vanwege al lerlei milieu-bederf. Waarschijnlijk moet er dan een verbod van allerlei luxe komen, of een rantsoenering van allerlei niet strikt nodige consumptie goederen. Hoe dat ook zij, dat gewel dige probleem kan men niet onbe sproken laten. Daarom kan men ook niet zondermeer pleiten voor het te gengaan van consumptie-groei met handhaving van de huidige verdeling. Daarom kan men dat evenmin laten gelden als een duidelijk alternatief voor het tegengaan .van bevolkings groei. Daarbij komt, dat, naar mijn inzicht, de beperking van de bevolkingsgroei wel degelijk van beslissend belang blijft. Als de nieuwe generatie groter zal zijn dan de huidige, wil dat zeg gen, dat alle leden van die generatie een moreel recht hebben op een be paalde mate van welstand. Dan zal dus in het algemeen de consumptie naar verhouding toenemen, ook de consumptie van die goederen die het milieu bedreigen of bederven, tenzij men een strakke rantsoering invoert, die de kwaliteit van leven, voor het besef van velen, ook niet bepaald zal doen toenemen. Het is werkelijk niet toevallig dat bijvoorbeeld de deze zomer versche nen: 'Blauwdruk voor overleving' (uit gave van Stichting Raad voor Milieu defensie) op blz 23 als éérste van de zesentwintig maatregelen die genomen moeten worden noemt: 'oprichting van een voorlichtingsdienst voor de stopzetting van de bevolkingsgroei'. Dit blijft van primair belang en mag dus niet gebagatelliseerd worden. Bovendien moet men bedenken, dat bevolkingsgroei niet is terug te schroeven, terwijl de productie van consumptiegoederen via een betere verdeling, wel een zinvolle bestem ming kan krijgen. De kinderen die er eenmaal zijn, moet men ook ten volle aanvaarden, en gelijk-op laten delen in de welvaart. Als er echter intussen hier en daar tweede huisjes worden gebouwd, behoeft dat op zichzelf geen fataliteit te zijn, want de bestemming daarvan is wél 'terug te schroeven', door ze op den duur te bestemmen bijvoorbeeld voor hen, die ze als eer ste en enige huis nodig hebben. Bij Bij dit alles mag men niet vergeten dat men naast de noodzaak van stabilise ring van de bevolkings-grootte. niet alleen moet letten op het probleem van de consumptie-groei, maar ook op het probleem van de uitputting van de bodemschatten. Die uitputting heeft plaats via de vergroting van de consumptie. Die vergroting van de consumptie heeft echter niet alleen plaats doordat elke burger meer wil consumeren, maar ook doordat er meer burgers komen. Het potverteren gaat verder, ook vanwege het feit, dat wij om een of andere betrekkelijk duistere reden niet bereid zijn onze bevolkings-grootte te stabiliseren. Dr. Dekker kan en wil niet ontkennen, dat die groei toch aan het afnemen is. factor is, die in dit alles meespeelt. Hij meent echter, dat wij, wat dat betreft, wel gerust kunnen zijn, om dat die groei toch aan he tafnemen is. Daar stel ik tegenover, dat er het zogenaamde 'doorslip-effect' is, dat maakt, dat zelfs als nieuwe echtparen van nu af aan geen grotere gezinnen nastreven dan van gemiddeld 2,1 kin deren, onze bevolking zal doorgroeien tot het jaar 2040 met een grootte van 16 h 17 miljoen. En in feite is er geen sprake van, dat het nieuwe gezin gemiddeld 2,1 kinderen zal bevatten. Kan men in die situatie rustig blijven zwijgen, en doen alsof er niet veel aan de hand is? EN KLEINE VREDE 8 HU Soms hoor je dat nog herhi eQ grote oorlog is niet anders optelsom van onze kleine o Wanneer we in acht nemen t V< rekenkunde ons nog al eens 25 steek laat als het aankomt 1(irj oplossen van wereldproblemei toch 'een kern van waarheid om erkenning vraagt', zoals di kant wel eens placht te zeggen e niet precies wist hoe de preel a 11 ging. Dat is voor een deel w maken samen de oorlog. Je zekere zin al onze onlustgevoi onbehagelijkheden, onze uitvj driftbuien bij elkaar optellen 'a. hoeft er maar iets te gebeurei is mis. Zo ging het op ee ?iei schaal tussen het persoonlijke politieke in, ook in Rotterdu? met de buitenlandse werkneme 0 wel eens gras en blad heeft m' weet wat ik bedoel. De vlam i maar het broeit door. Het r hoe heviger het rookt hoe diiou bent bij het moment dat de een vlam in blaast en ineens [}Jir weer het vuur. Goed, dat n allemaal waar zijn. Er zit dus aar] onze kleine oorlogen opgeteli een grote oorlog. Maar dan 1 vc ook zo kunnen zijn dat onze vredesbedoelingen een grote kunnen brengen. Waarschijnlij fen we dit te weinig. Ik vind ada niet zo gek, maar dan ook hi tre' moeten we ook niet langer zo ve pig doen over onze kleine v we gingen. Ze kunnen opgeteld n v schien wel vermenigvuldigd irts en dan kan er iets van komei ?n woorden van God worden we ke vredespogingen aangespooindif kan ook niet voor niets zijers geeft ons geen geboden om onledig mee te houden. Hij omdat in het houden ervai beloning ligt. Dus hoop voor ne vrede. Hier en daar als ee "or lend vuur dat wacht op de wi 5 1 Tk c ai dk' r Vis Moet dus de kerk hier helefnaal over zwijgen, hetzij omdat de zaak zelf niet erg belangrijk is, hetzij omdat haar uitspraken misschien minder effect hebben dan wellicht gedacht wordt? Voor zover ik weet, kan men eenvou digweg niet bepalen wat het effect is van kerkelijke uitspraken. Vroeger ontstonden vele grote gezinnen wel degelijk mede onder invloed van be paalde kerken. Nu onthoudt de kerk zich meestal van enige leiding op dit punt, en wordt de gemiddelde gezins grootte kleiner, hetzij omdat in het algemeen meer welstand kleine gezin nen tot gevolg heeft, hetzij omdat de de betrokkenen uit zichzelf of via voorlichting van elders, beseffen, dat het in deze tijd ook moreel beter is de gezinsgrootte klein te houden. Ik voor mij meen, dat als de kerk zou spreken, dat in vele gezinnen wel degelijk invloed zou hebben. Maar wie heeft ooit gezegd dat het nut van kerkelijk spreken afhangt van het kwantum van degenen die er naar luisteren en zich er door laten oriënte ren? De kerk spreke over wat onze roeping is, en wachte af wie zich daardoor wil laten aanspreken. Dan ben ik het hartgrondig met dr. Dek ker eens, dat de kerk natuurlijk niet alleen moet spreken over de noodzaak van beperking van gezinsgrootte, al meen ik, dat zij wel óók daarover moet spreken. Ieder wil wel geloven dat hij en ik en velen met ons zouden wensen dat de kerk ook duidelijker zou spreken over andere zaken, o.a. ook over sociaal ethische kwesties, met name over de inkomensverdeling en de geldbesteding. NED. HERVORMDE KERK Beroepen te Joure: A. E. de Yerseke; te Opheusden: A. J. te Woudenberg. in id lei RD( ligt' GEREF. KERKEN Beroepen te Dordrecht: D. Bi|j Haarlemmermeer (Oostzijde). d den ave sati Beroepen te Andel: kand. W. te 's-Gravenmoer; Aangenomen naar Zwijndrec Berg te Delfzijl, die bedank voor Rotterdam-Overschie en Soestdijk; de benoeming tot fu ris in dienst v.h. deputaatscha] bo( en Jeugd': H. Hogenhuis te Zw blJr Bedankt voor Bergum: G. v.d ïch1 te Wezep; voor Wagenborgen: Ziel te Bredevoort: voor Dracl Fidder te Appingedam; vooi J tensdijk: S. B. v.d. Molen te smilde. ïrb< Hen jlon Set Beroepbaar: kand. L. Prinsen, stede 58, Amstelveen, die bil. werd te Munnekezijl, Oostkap i hi Twijzelerheide en geen andere pen meer in overweging kan n iraj Overleden: C. Spek (72) in ;er, em. pred. van Ee (Fr.); ston dien in Nijeveen. GEREF. KERKEN (VRIJG.) Beroepen te Hoek: H. E. huis, kand. te Schildwolde. CHR. GEREF. KERKEN Beroepen te Mijdrecht: G. 1 Westzaan. Bedankt voor Deventer: II. Mussel. GEREF. GEMEENTEN Beroepen te Rotterdam-C.: Poel te Yerseke. H. C. A. N- ot- Schi J. pfam door dr. C. Rijnsdorp Een boek van een theoloog over de bijbel dat zich toespitst op de toekomst, en een boek van acht doctores op sociaal, economisch en politiek gebied met bespiegelingen over de toekomst, laten zich ongedwongen in één kort artikel aankondigen. Prof. dr. R. Bijlsma schreef Het oude boek en de nieuwe mens, met de ondertitel De bijbel: cul tuurdocument en geloofsboek (Uitgeverij Ten Ha ve N.V., Baarn, 112 blz., 7,90). De inhoud doet hem kennen als een rechtgelovig, niet fundamen talistisch man, die geboeid is door de verhouding van de bijbel als cultuurdocument tot de bijbel als geloofsboek. Het is niet zo dat hij tussen die beide aspecten een bemiddelende positie wil innemen, maar hij streeft naar een visie die aan beide gezichtspun ten volledig recht doet. Prof. Bijlsma is hoogleraar aan de Protestantse Theologische Faculteit te Brussel en leraar gods dienst aan de pedagogische academie Jan van Nassau te Utrecht. Men kan aan het boek merken dat het een didactische praktijk tot achtergrond heeft; het is helder geschreven, overzichtelijk ingedeeld (t.w bijbel en nieuwe tijd, wetenschap, geschiedenis, ethiek, toekomst)e n leent zich voor treffelijk voor voortgezette catechese en studie kringen. De bijbel is het boek van de daden van God en Jezus Christus is er de eenheid van (22/3). Zijn betrouwbaarheid ligt enkel in de God van wie wordt getuigd, en niet in de voorstellin gen, waarin dat getuigenis wordt gevat. (32). Al wat verteld wordt, heeft zowel een historische achtergrond als een historische bedoeling (59). Tussen pure wonderen als schepping en opstan ding en mirakuleuze verhalen over de profeet Elisa liggen de bijbelse wonderen in grote ver scheidenheid (64). De concreetheid van de gebo den is een belangrijk element bij het cultuurhis torisch onderzoek (74). De verhouding tot God is de gelijkblijvende kern in de wetten van de bijbel (75). Alle geboden in de bijbel zijn tijdgebonden en zijn alleen via die tijdgebondenheid ook alle gezaghebbend (78) Wij moeten de lijdgebonden- h - il en'InrT» i >n '»l.-n "n tp»oli:,k het ••e/ag v'i i het g 'bo.i ais Gods wil in die tijdgebonden heid volstrekt handhaven (80). De bijbel vraagt een naastenliefde, waarbij men zichzelf op het spel zet (86). De betekenis van de visionaire taal is niet altijd doorzichtig, maar nooit vaag (89). De hemel blijft de aarde trouw. Het is op de éérde, dat de hemel zal komen (99). Wat het evangelie tot een kracht maakt die de wereld openbreekt, blijkt de opstanding van Christus te zijn (104). Uitspraken als deze kunnen een indruk geven van geest en toon van dit verstandige boek. Reflekties op dc toekomst, het tweede werk, heeft als ondertitel: Nieuw sociaal/economisch politiek handelen. Het is samengesteld uit bijdragen van negen auteurs en uitgegeven door Het Wereldven ster te Baarn (112 blz., 10.90.). De opstellen zijn geschreven op verzoek van de Sektie voor Sociale Vragen (Kerk en Samenleving) van de Raad van Kerken in Nederland. Kerk en Samenleving heeft de studie van de vraagstukken van de technologi sche revolutie ter hand genomen. Het onderhavige boekje men wil het ook in het Engels laten verschijnen is bedoeld als bijdrage in de wereld-omspannende discussie, die in de komende jaren door het Departement voor Kerk en Samenle ving van de Wereldraad van Kerken zal worden gecoördineerd. Het gaat in deze bundel om de vraag: hoe verwerken wij de ons' ten dienste staande informatie over de technologische en economische vraagstukken in het samenleven? Een kernvraag is hoe de kerken op dewete n- sehappelijke en maatschappelijke ontwikkelingen zullen reflecteren. Want het gevaar is groot dat tallozen het in de kerk vertolkte evangelie niet verstaan en gaandeweg het contact verliezen. Al dus het Ten Geleide, dat de vrees uitspreekt dat de bestaande kerkstructuren niet het meest ge schikt zijn om nieuwe, zich mondiaal aandienende vraagstukken te venverken. Toch zal een kerkelij ke gemeente in deze technologische eeuw pas echt kunnen leven, 'wanneer zij op een direkte en sterk gemotiveerde wijze technologische kuituur en tegcnkultuur beide doorleeft' (11), Dr. M. G. Plattel schrijft over Het technologisch tijdvak, dr J. Tinb°rgcn over Waardering van de i. i .hiiohig (voorbeeldig in cnrr.p.e Iheid en helderheid), dr. H. M. de Lange over Nieuwe sociale en ekonomische doeleinden, dr. H. J. van Zuthem over Participatie en beleid als uitdagin gen voor de kerk, dr. W. Albeda over Vernieu wing van stelsels en strukturen, dr. J. M. M. de Valk over Een nieuwe mens. Mogelijkheden en grenzen van mentaliteitsbeïnvloeding, dr. Albert van den Heuvel over Heeft de kerk een toe komst?', waarna dr. C. P. van Andel de reeks besluit met Theologische notities. Om een vluchti ge indruk van het geheel te geven, citeer ik enkele pregnante uitspraken zonder naams ver melding. Natuurlijk moet men deze aanhalingen in hun verband lezen, maar het gaat ermee als met flarden van een gesprek: ze roepen voor de goede verstaander een hele situatie op. Eenvou- digheidshalve laat ik de aanhalingstekens weg. Het gedrag van de mens als consument en produ cent dient geregeld te worden (16). Wij worden momenteel het product van ons eigen product (17). Iedere rebellie loopt het gevaar een operatie te verrichten op het politiek lichaam met instru menten, die besmet zijn met dezelfde ziekte waaraan de patiënt bezig is te overlijden (20). Men spreekt terecht in onze tijd van de 'opstand der middelen' (22). Voor de jonge generatie is de wellfarestate even vanzelfsprekend als de rechts staat (36). De maatschappij verandert te lang zaam, gemeten aan de eisen welke nieuwe situa ties ons stellen, maar deze maatschappij verandert ook te snel, afgemeten aan wat mensen, individu eel en collectief, kunnen verwerken (51). Waarom is het kopen van een auto, waardoor wordt bijgedragen aan de dood en verminking van vele duizenden per jaar, niet aan een speciale vergun ning onderworpen en de aanschaf van een revol ver of geweer wel? Is onze industriële moraal achtergebleven bij de feitelijke veranderingen? (64). Lijfsbehoud dwint tot supranationale struk turen (71). De mens is zowel schepper als schep sel van zijn structuren (80). In de eerste plaats hebben we internationaal opgeleide voorgangers nodig (99). Vooral in onze samenlevingen moet men zelfs misschien wel klein zi.in om succesvol voor vernieuwing te werken 104 lift h S Li Ike Rosen: Modern Borduren titel: Sticken Modern). Viers'' Margreet Busink. Aant. pag. 1 kj1* (kleuren-) foto's, 63 patronen. Uitgeverij Helmond NV, Hl Prijs 24.50. aan rdig Nu eens een handwerkboek v a borduurster die in deze tijd vajond geprezen en aangemoedigde 1 teit', waar het de uitvoering gen idee/ontwerp betreft, aa minderwaardigheidsgevoel haa len meer kan ontkomen. Ike Rosen dern Borduren' is geschrevei Ann handwerksters die de steun v goed ontwerp en ook de ide pier Voor zinnige practische wt ken niet kunnen missen. E hoeft niemand zich voor te sc Het fleurige boek, vol zonn bruikbare ideeën, geeft zelfs de met twee linkerhanden een ka len die handen en goede wil he exp smaakvol borduurwerk te prod i v Met titels vol fantasie en uitgi ferd toelichtingen passeren kleun van tafellakens, placemats, kussens, theemutsen, bordu voor feestdagen, enz de revui aantrekkelijk, zeker voor begi Cl II gen. is het feit dat al het g< borduurwerk in hoofdzaak uit) t is in dc eenvoudige steelste jï kettingsteck. van welke steken dien nog duidelijke schematia keningen zijn gegeven. Rid voor het evt. vergroten van de tekende patronen en het overb x op de stof hiervan ontbreken min. Kortom, een verleidelijk boek. hi it J pa \\e< Coi van latei

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1972 | | pagina 2