1
Bijbel en toekomst
Trouw
K wartet
vandaac
Beroepings-
werk
BoekenetaiE
TROUW/KWARTET WOENSDAG 27 SEPTEMBER 1972
De socioloog ilr. G. Dekker schreef in ons blad van 5 september een artikel,
waarboven stond: "Het gaat meer om tweede auto dan om zoveelste kind'. Vandaag
ile reactie van de Groningse ethicus prof. dr. P. J. Roscam Abbiug (die wegens
verblijf buitenslands niet eerder op dr. Dekkers betoog kon ingaan).
ZIT HET 'EM
Nü JUIST IN DIE
TWEEDE AUTO?
door prof. dr. P. J. Roscam Abbing
'Het gaat meer om tweede auto dan om zoveelste
kind', stond er boven het artikel van dr. G. Dekker
en die titel is ontleend aan zijn conclusie, die ik in
zijn geheel weergeef:
'De conclusie moet wel zijn: bij het streven naar
een leefbare wereld moeten we bij ons in het wes
ten niet primair kijken naar onze bevolkingsgroei,
maar naar de toename van onze consumptie of rui
mer gezegd naar ons gebruik van de beperkte hoe
veelheid goederen en ruimte. De bevolkingsontwik
keling is een factor en daar moet ook zeker op ge
let worden, maar we zouden het ons te gemakkelijk
maken als we alleen op onze gezinsgrootte zouden
letten en niet op onze consumptie. Men zou kunnen
zeggen: niet het tweede of derde kind, maar de
tweede auto en het tweede huis brengen ons in
moeilijkheden. En het motto van de te voeren
reclamecampagne: 'veel te veel kinderen krijgen
straks geen leven. Geboortebeperking is noodzaak'
zou dan ook beter kunnen luiden: 'veel te veel kin
deren krijgen straks geen leven. Consumptiebeper
king is noodzaak'. Dat zou eerlijker zijn. En het
leidt want dat gevaar is aan de hernieuwde be
langstelling voor geboortebeperking verbonden
onze aandacht niet af van de zaken waar het wer
kelijk op vast zit'.
Dr. Dekker die herhaaldelijk mijn
naam noemt, is het niet met mij eens,
als ik zeg dat de kerk ook op het punt
van de gezinsplanning in het kader
van de bevolkingspolitiek leiding zou
moeten geven.
Op dit punt concludeert hij:
'Dit alles betekent, dat als de kerk
zich nu druk zou gaan maken voor
een beperking van de bevolkingsgroei,
zij niet veel anders kan doen dan
achter een reeds op gang zijnde ont
wikkeling aan hollen. Hoe moeilijk
het ook is om te erkennen: de beteke
nis van de kerk is ook op dit punt
veel geringer dan velen denken.
Terwille van het belang van de zaak.
en terwille van een brede oriëntatie
voor de lezer, moge ik hierop ingaan.
Ik ben blij dat er eindelijk een reac-
De redactie behoudt elch het recht voor om
ter opname in deze rubriek ontvangen me-
nlncMiitingen verkort weer te geven. Bij
publlkatlc wordt met dc naam van do
Inzender ondertekend. Brieven kunnen wor
den gezonden aan de heer Joh. C. Francken.
M'Cretarls van de hoofdredactie van Trouw-
Kwartet, Postbus 83S. Amsterdam
AR-partij
Zoals het zich laat aanzien, krijgen
wij als AR mensen weer ongeveer
dezelfde lijst voorgeschoteld als de
vorige maal. Goed ik wil niemand
krenken of beledigen, maar het is
toch algemeen bekend, dat vele AR
leden en AR gezinde mensen (ook
jongeren) nu eens wachten of man
nen die niet met de stroom (tijd
geest) meegaan, maar die vanuit het
evangelie het aandurven om wit wit
te noemen en zwart zwart. Of moeten
wij hiervoor bij de heer Jongeling
zijn of het N.E.V.? Laat do AR zich
in de komende tijd positief christelijk
opstellen: ik meen toch, al leven wij
in het jaar 1972, uat het nog altijd is
tegen de revolutie (op welke wijze of
misleidende christelijke vorm deze,
ook tegenwoordig tot ons komt) het
evangelie*. Of is dit niet meer het
AR devies? Ook de CHU zou dit ter
harte moeten nemen.
Meppel C. Frederlks lid AR Partij
Auto-vloek?
bi een advertentie protesteert RAI
tegen de hoge autobelastingen (21.9).
Ik lees dat 3 miljoen automobilisten
het slachtoffer worden van deze belas
tingen. Mensen die (ik citeer) 'vin
den. dat ze anno 19- nu recht hebben
op het gemak en het plezier van een
eigen auto.' Ik vraag: is dit geen
waanzin? Hebben wij recht op onzp
(veel te) hoge welvaart, en op onze
auto? Beseffen we niet dat ons wel
vaartsniveau zo hoog is, dat de rest
van de wereld dat niveau nooit zal
De Rotterdammer
Nieuwe Haagse Courant
Nieuwe Leidse Courant
Dordts Dagblad
Uitgaven van
N.V. De Christelijke Pers
Directie:
Ing. O. Postma, F. Diemer
Hoofdredactie
J. de Berg (waarnemend)
Hoofdkantoor N.V. De
Christelijke Pers: N.Z.
Voorburgwal 276 - 280,
Amsterdam. Postbus 859.
Telefoon 020 - 22 03 83.
Postgiro: 26 92 74. Bank:
Ned. Midd. Bank (rek.nr.
69.73.60.768). Gem.giro
X 500.
mogen bereiken, omdat anders binnen
de kortst mogelijke tijd de wereld op
is? Als in China naar verhouding
evenveel auto's zouden rijden als hier
(1 op 4) dan zouden per jaar zo'n
200.000.000 het milieu vervuilen. Een
kind kan begrijpen dat dat nooit zal
gebeuren. M. a.w. datgene waar wij
menen recht op te hebben, zullen zij
nooit mogen bezitten, omdat dat de
ondergang van de wereld zou beteke
nen. Is dat recht? Nog iets. Voor de
radio hoorde ik een psychologe vertel
len dat we ermee moeten rekenen dat
in de toekomst een op de zes kinde
ren door een verkeersongeval zal wor
den gedood of gewond. Ze zei dood-
nuchter: 'Daar zullen we mee moeten
leren leven. 'Ik vraag nogmaals is dit
niet waanzinnig? Moeten we accepte
ren dat onze kinderen door auto's
worden overreden, enkel en alleen
omdat we vinden dat we 'anno 19- nu
recht hebben op het gemak en het
plezier van een eigen auto?' Is het
niet verstandiger vrijwillig afstand te
doen van een zo dubieus recht? Maar
ja. wie is er anno 19- nu nog bereid
afstand te doen van iets waarover hij
kan beschikken? Niemand toch zake''
Of.u misschien'
Apeldoorn J. C. Hardeman
Indonesië
Namens adoptiegroep 5 van Amnesty
International-Nederland wil ik reage
ren op het artikel van prof. Verkuyl
(Tr/Kw 14 september jl.) over de
kwestie der Indonesische politieke ge
vangenen. Het is niet onze taak om
commentaar te geven op de politieke
meningen over het huidige regiem
van prof. Verkuyl. maar wel om in te
gaan op zijn voorstellen welke
blijkbaar ook die zijn van de Indone
sische en de Nederlandse Raad van
kerken ten aanzien van de kwestie
der politieke gevangenen in Indone
sië. Deze voorstellen komen er op
neer, dat prof. Verkuyl niet pleit voor
onmiddellijke vrijlating, maar voor
snellere berechting en humaner be
handeling. Prof. Verkuyl schreef: 'Ve
len trachten vol te houden dat de
leiders van de Communistische Partij
Indonesië (PKI) geen vooraanstaande
rol in de organisatie van deze coup
hebben gespeeld. Het staat echter
vast, dat bepaalde leiders van de PKI
samen met een groep officieren daar
in ide coup van 1965» de hand
hebben gehad'. Volgens gegevens waar
over Amnesty beschikt worden thans
nog 60.000 tot 70.000 mensen gevan
gen gehouden, niet op grond van
bewezen feiten dat zij de hand hebben
gehad in de coup. maar op grond van
hun. soms zelfs alleen maar vermeen
de, politieke overtuiging. Deze men
sen wil prof. Verkuyl thans, na 7
jaar, alsnog doen berechten. Het
rechtsadagium: 'Geen strafbaar feit
zonder een voorafgaande wettelijke
bepaling', geldt ook in Indonesië. De
PKT en de daarmee verbonden organi
saties zijn pas na 11 maart 1966, na
de machtsovername van generaal Soe-
harto, tot illegale organisaties ver
klaard. Het is voor ons daarom onbe
grijpelijk waarom mensen, wier 'ver
grijp' is hun steun aan of hun lid
maatschap van de PKI of de daarmee
verbonden organisaties, op een mo
ment dat deze een legale politieke
partij was die 23 pet van de parle
mentszetels bezette, nu alsnog moeten
worden berecht. Na 7 jaar zitten deze
mensen nog vast. Wij willen derhalve,
in tegenstelling tot het pleidooi van
prof. Verkuyl voor snelle berechting,
pleiten voor onmiddellijke en onvoor
waardelijke vrijlating van deze groep
politieke gevangenen (de zgn. B-cate
gorie). Misschien zouden wij het roet
de mening van prof. Verkuyl eens
kunnen zijn wat betreft de groep van
categorie A-gevangenen, wanneer deze
gevangenen inderdaad worden be
schuldigd van actieve deelneming aan
de coup of de voorbereiding daarvan
(hetgeen nog steeds de vraag is).
Maar ook dan zou de vraag gesteld
kunnen worden of dit na 7 jaar
gevangenschap nog zinvol is. vooral
wanneer men zich realiseert dat een
adequaat rechtsapparaat voor een der
gelijk massaal proces ontbreekt
Amsterdam
B. Swildens
tie op niveau is verschenen. En erg
blij ben ik daarmee, dat dr. Dpkker
waarschuwt tegen de gevolgen van
een niet werkelijk nodige consumptie-
vergroting. Ik stel me graag achter
die waarschuwing, zij het op bepaalde
voorwaarden, die ik straks nog zal
noemen. Als dr. Dekker zegt: het is
fout om alleen te waarschuwen tegen
bevolkingsgroei en niet tegen con-
sumptiegroei trek ik mij dat per
soonlijk niet aan, omdat ik reeds
sinds jaar en dag ook tqgen die
consumptiegroei waarschuw. Ik be
hoor nu eenmaal tot de weinige Ne
derlanders die de moeite hebben ge
nomen een apart boek te schrijven
over dat probleem. In 1962 publiceer-
die ik mijn 'Ethiek van de geldbeste
ding.' In dat boek heb ik een fervent
pleidooi voor soberheid gehouden. Ik
stelde dat het de roeping van elk'
mens, en zeker van elk christen is.
om van datgene, wat men zogenaamd
eerlijk heeft verdiend, alleen dat te
besteden aan consumptie voor zich
zelf, wat men werkelijk nodig heeft.
De rest behoort men weg te geven,
terwille van anderen, die minder kun
nen consumeren dan zij nodig hebben
en terwille van kerkewerk en zending
die altijd geld te kort komen.
Toen, in 1962, hadden wij nog geen
oog voor de gevolgen van consumptie
voor het milieu en voor de uitputting
van bodemschatten. Dit laatste motief
is er nu bij gekomen. Over dat motief
spreekt dr. Dekker. Hij meent dat de
kwaliteit van het leven het meest
wordt bedreigd door overmatige con
sumptie. Daar nu maak ik „en zeven
tal opmerkingen bij.
Vanuit welk motief moet men het
meest overmatige consumptie bestrij
den? Dr. Dekker noemt alleen het
gevaar van milieubedreiging. In 1962
noemde ik dat gevaar niet, maar wel
het fatale, feit, dat wij veel consume
ren, terwijl anderen het nodige mis
sen en .kerkewerk en zending onvol
doende voortgang kunnen hebben.
Persoonlijk meen ik dat dit laatste
motief nog altijd het zwaarste moet
wegen. Wie geen christen is. zal zich
uiteraard niet aangesproken voelen
door de vraag om financiële steun door
kerk en zending. Maar christen en
Mensen
niet-christen kunnen beiden beseffen,
dat het onfatsoenlijk is om te maken
dat men het zelf erg goed heeft,
terwijl anderen buiten Nederland of
in ons land noodlijden of het onrecht
matig minder hebben.
Als iemand nu overweegt een tweede
auto aan te schaffen of een tweede
huisje te kopen, wat dan? Dan moe
ten wij natuurlijk niet te haastig
oordelen, want er zijn situaties denk
baar dat zoiets verantwoord kén zijn.
Als die tweede auto of dat huisje niet
werkelijk nodig is, waardoor zal ie
mand zich er dan van laten afhouden
om tot die aanschaf over te gaan,
gesteld, dat hij het wel kan betalen?
Het motief dat men daarmee mee
helpt aan de bedreiging van het mi
lieu, is wel reëel, maar voor mijn
besef toch betrekkelijk zwak. Veel
klemmender is het ethisch verwijt dat
men enigszins in weelde gaat baden,
terwijl men met het geld, dat men
daaraan gaat besteden, Jicht in duiste
re levens kan brengen, zelfs levens
kan redden. Vermoedelijk is dr. Dek
ker het daar wel mee eens.
Is een pleidooi voor geboortebeper
king in onze situatie minder urgent
dan een pleidooi voor consumptiebe
perking terwille van milieubescher
ming?
Naar ik meen moet men weten wat
men doet, als men zondermeer pleit
voor stabilisering van de consumptie.
Is het niet een geweldige versimpe
ling van het sociale vraagstuk, als men
de indruk wekt, dat de consumptie
uitbreiding hoofdzakelijk vastzit op de
toename van tweede auto en tweede
huisje? Voor zover ik weet, zit de
toename van het autopark en het
huizenbestand inderdaad niet alleen
vast op de bevolkingsgroei, maar wel
ook op het feit, dat de welstand, die
een deel van de bevolking heeft we
ten te bereiken, nu ook steeds meer
door het andere deel van de bevol
king wordt bereikt. En wie zal daarte
gen durven ageren? Een bevriezing
van de huidige consumptie zou bete
kenen dat men verandering onmoge
lijk maakt van consumptieverschillen,
die berusten op sociaal onrecht. Als
velen een auto hebben die zij niet
strikt behoeven of beroepshalve nodig
hebben, is er inderdaad wel een pro
bleem: waarom sommigen twee van
zulke auto's hebben doch is er te
vens een nog veel groter probleem:
waarom anderen niet één auto kunnen
hebben. Stel eens, dat wij inderdaad
meer ernst gaan maken met de nood
zaak van een betere inkomensverde
ling, dan zullen óf velen hun auto
moeten gaan missen, óf zeer velen
voor het eerst een auto mogen gaan
aanschaffen. Voor de aard van elks
behuizing geldt iets dergelijks.
Ieder begrijpt, dat als niet een deel,
maar in principe alle echtparen of
ongehuwden een auto zullen hebben,
er dan gigantische problemen ont
staan vanwege de volte, vanwege al
lerlei milieu-bederf. Waarschijnlijk
moet er dan een verbod van allerlei
luxe komen, of een rantsoenering van
allerlei niet strikt nodige consumptie
goederen. Hoe dat ook zij, dat gewel
dige probleem kan men niet onbe
sproken laten. Daarom kan men ook
niet zondermeer pleiten voor het te
gengaan van consumptie-groei met
handhaving van de huidige verdeling.
Daarom kan men dat evenmin laten
gelden als een duidelijk alternatief
voor het tegengaan .van bevolkings
groei.
Daarbij komt, dat, naar mijn inzicht,
de beperking van de bevolkingsgroei
wel degelijk van beslissend belang
blijft. Als de nieuwe generatie groter
zal zijn dan de huidige, wil dat zeg
gen, dat alle leden van die generatie
een moreel recht hebben op een be
paalde mate van welstand. Dan zal
dus in het algemeen de consumptie
naar verhouding toenemen, ook de
consumptie van die goederen die het
milieu bedreigen of bederven, tenzij
men een strakke rantsoering invoert,
die de kwaliteit van leven, voor het
besef van velen, ook niet bepaald zal
doen toenemen.
Het is werkelijk niet toevallig dat
bijvoorbeeld de deze zomer versche
nen: 'Blauwdruk voor overleving' (uit
gave van Stichting Raad voor Milieu
defensie) op blz 23 als éérste van de
zesentwintig maatregelen die genomen
moeten worden noemt: 'oprichting
van een voorlichtingsdienst voor de
stopzetting van de bevolkingsgroei'.
Dit blijft van primair belang en mag
dus niet gebagatelliseerd worden.
Bovendien moet men bedenken, dat
bevolkingsgroei niet is terug te
schroeven, terwijl de productie van
consumptiegoederen via een betere
verdeling, wel een zinvolle bestem
ming kan krijgen. De kinderen die er
eenmaal zijn, moet men ook ten volle
aanvaarden, en gelijk-op laten delen
in de welvaart. Als er echter intussen
hier en daar tweede huisjes worden
gebouwd, behoeft dat op zichzelf geen
fataliteit te zijn, want de bestemming
daarvan is wél 'terug te schroeven',
door ze op den duur te bestemmen
bijvoorbeeld voor hen, die ze als eer
ste en enige huis nodig hebben. Bij
Bij dit alles mag men niet vergeten dat
men naast de noodzaak van stabilise
ring van de bevolkings-grootte. niet
alleen moet letten op het probleem
van de consumptie-groei, maar ook op
het probleem van de uitputting van
de bodemschatten. Die uitputting
heeft plaats via de vergroting van de
consumptie. Die vergroting van de
consumptie heeft echter niet alleen
plaats doordat elke burger meer wil
consumeren, maar ook doordat er
meer burgers komen. Het potverteren
gaat verder, ook vanwege het feit, dat
wij om een of andere betrekkelijk
duistere reden niet bereid zijn onze
bevolkings-grootte te stabiliseren.
Dr. Dekker kan en wil niet ontkennen,
dat die groei toch aan het afnemen is.
factor is, die in dit alles meespeelt.
Hij meent echter, dat wij, wat dat
betreft, wel gerust kunnen zijn, om
dat die groei toch aan he tafnemen is.
Daar stel ik tegenover, dat er het
zogenaamde 'doorslip-effect' is, dat
maakt, dat zelfs als nieuwe echtparen
van nu af aan geen grotere gezinnen
nastreven dan van gemiddeld 2,1 kin
deren, onze bevolking zal doorgroeien
tot het jaar 2040 met een grootte van
16 h 17 miljoen. En in feite is er
geen sprake van, dat het nieuwe gezin
gemiddeld 2,1 kinderen zal bevatten.
Kan men in die situatie rustig blijven
zwijgen, en doen alsof er niet veel
aan de hand is?
EN
KLEINE VREDE 8
HU
Soms hoor je dat nog herhi eQ
grote oorlog is niet anders
optelsom van onze kleine o
Wanneer we in acht nemen t V<
rekenkunde ons nog al eens 25
steek laat als het aankomt 1(irj
oplossen van wereldproblemei
toch 'een kern van waarheid
om erkenning vraagt', zoals di
kant wel eens placht te zeggen e
niet precies wist hoe de preel a 11
ging. Dat is voor een deel w
maken samen de oorlog. Je
zekere zin al onze onlustgevoi
onbehagelijkheden, onze uitvj
driftbuien bij elkaar optellen 'a.
hoeft er maar iets te gebeurei
is mis. Zo ging het op ee ?iei
schaal tussen het persoonlijke
politieke in, ook in Rotterdu?
met de buitenlandse werkneme 0
wel eens gras en blad heeft m'
weet wat ik bedoel. De vlam i
maar het broeit door. Het r
hoe heviger het rookt hoe diiou
bent bij het moment dat de
een vlam in blaast en ineens [}Jir
weer het vuur. Goed, dat n
allemaal waar zijn. Er zit dus aar]
onze kleine oorlogen opgeteli
een grote oorlog. Maar dan 1 vc
ook zo kunnen zijn dat onze
vredesbedoelingen een grote
kunnen brengen. Waarschijnlij
fen we dit te weinig. Ik vind ada
niet zo gek, maar dan ook hi tre'
moeten we ook niet langer zo ve
pig doen over onze kleine v we
gingen. Ze kunnen opgeteld n v
schien wel vermenigvuldigd irts
en dan kan er iets van komei ?n
woorden van God worden we
ke vredespogingen aangespooindif
kan ook niet voor niets zijers
geeft ons geen geboden om
onledig mee te houden. Hij
omdat in het houden ervai
beloning ligt. Dus hoop voor
ne vrede. Hier en daar als ee "or
lend vuur dat wacht op de wi 5 1
Tk c
ai dk'
r Vis
Moet dus de kerk hier helefnaal over
zwijgen, hetzij omdat de zaak zelf niet
erg belangrijk is, hetzij omdat haar
uitspraken misschien minder effect
hebben dan wellicht gedacht wordt?
Voor zover ik weet, kan men eenvou
digweg niet bepalen wat het effect is
van kerkelijke uitspraken. Vroeger
ontstonden vele grote gezinnen wel
degelijk mede onder invloed van be
paalde kerken. Nu onthoudt de kerk
zich meestal van enige leiding op dit
punt, en wordt de gemiddelde gezins
grootte kleiner, hetzij omdat in het
algemeen meer welstand kleine gezin
nen tot gevolg heeft, hetzij omdat de
de betrokkenen uit zichzelf of via
voorlichting van elders, beseffen, dat
het in deze tijd ook moreel beter is
de gezinsgrootte klein te houden. Ik
voor mij meen, dat als de kerk zou
spreken, dat in vele gezinnen wel
degelijk invloed zou hebben.
Maar wie heeft ooit gezegd dat het
nut van kerkelijk spreken afhangt van
het kwantum van degenen die er naar
luisteren en zich er door laten oriënte
ren? De kerk spreke over wat onze
roeping is, en wachte af wie zich
daardoor wil laten aanspreken. Dan
ben ik het hartgrondig met dr. Dek
ker eens, dat de kerk natuurlijk niet
alleen moet spreken over de noodzaak
van beperking van gezinsgrootte, al
meen ik, dat zij wel óók daarover
moet spreken. Ieder wil wel geloven
dat hij en ik en velen met ons zouden
wensen dat de kerk ook duidelijker
zou spreken over andere zaken, o.a.
ook over sociaal ethische kwesties,
met name over de inkomensverdeling
en de geldbesteding.
NED. HERVORMDE KERK
Beroepen te Joure: A. E. de
Yerseke; te Opheusden: A. J.
te Woudenberg.
in
id
lei
RD(
ligt'
GEREF. KERKEN
Beroepen te Dordrecht: D. Bi|j
Haarlemmermeer (Oostzijde).
d
den
ave
sati
Beroepen te Andel: kand. W.
te 's-Gravenmoer;
Aangenomen naar Zwijndrec
Berg te Delfzijl, die bedank
voor Rotterdam-Overschie en
Soestdijk; de benoeming tot fu
ris in dienst v.h. deputaatscha] bo(
en Jeugd': H. Hogenhuis te Zw blJr
Bedankt voor Bergum: G. v.d ïch1
te Wezep; voor Wagenborgen:
Ziel te Bredevoort: voor Dracl
Fidder te Appingedam; vooi J
tensdijk: S. B. v.d. Molen te
smilde.
ïrb<
Hen
jlon
Set
Beroepbaar: kand. L. Prinsen,
stede 58, Amstelveen, die bil.
werd te Munnekezijl, Oostkap i hi
Twijzelerheide en geen andere
pen meer in overweging kan n iraj
Overleden: C. Spek (72) in ;er,
em. pred. van Ee (Fr.); ston
dien in Nijeveen.
GEREF. KERKEN (VRIJG.)
Beroepen te Hoek: H. E.
huis, kand. te Schildwolde.
CHR. GEREF. KERKEN
Beroepen te Mijdrecht: G. 1
Westzaan.
Bedankt voor Deventer: II.
Mussel.
GEREF. GEMEENTEN
Beroepen te Rotterdam-C.:
Poel te Yerseke.
H.
C.
A.
N- ot-
Schi
J.
pfam
door dr. C. Rijnsdorp
Een boek van een theoloog over de bijbel dat zich
toespitst op de toekomst, en een boek van acht
doctores op sociaal, economisch en politiek gebied
met bespiegelingen over de toekomst, laten zich
ongedwongen in één kort artikel aankondigen.
Prof. dr. R. Bijlsma schreef Het oude boek en de
nieuwe mens, met de ondertitel De bijbel: cul
tuurdocument en geloofsboek (Uitgeverij Ten Ha
ve N.V., Baarn, 112 blz., 7,90). De inhoud doet
hem kennen als een rechtgelovig, niet fundamen
talistisch man, die geboeid is door de verhouding
van de bijbel als cultuurdocument tot de bijbel als
geloofsboek.
Het is niet zo dat hij tussen die beide aspecten
een bemiddelende positie wil innemen, maar hij
streeft naar een visie die aan beide gezichtspun
ten volledig recht doet.
Prof. Bijlsma is hoogleraar aan de Protestantse
Theologische Faculteit te Brussel en leraar gods
dienst aan de pedagogische academie Jan van
Nassau te Utrecht. Men kan aan het boek merken
dat het een didactische praktijk tot achtergrond
heeft; het is helder geschreven, overzichtelijk
ingedeeld (t.w bijbel en nieuwe tijd, wetenschap,
geschiedenis, ethiek, toekomst)e n leent zich voor
treffelijk voor voortgezette catechese en studie
kringen. De bijbel is het boek van de daden van
God en Jezus Christus is er de eenheid van
(22/3). Zijn betrouwbaarheid ligt enkel in de God
van wie wordt getuigd, en niet in de voorstellin
gen, waarin dat getuigenis wordt gevat. (32). Al
wat verteld wordt, heeft zowel een historische
achtergrond als een historische bedoeling (59).
Tussen pure wonderen als schepping en opstan
ding en mirakuleuze verhalen over de profeet
Elisa liggen de bijbelse wonderen in grote ver
scheidenheid (64). De concreetheid van de gebo
den is een belangrijk element bij het cultuurhis
torisch onderzoek (74). De verhouding tot God is
de gelijkblijvende kern in de wetten van de bijbel
(75). Alle geboden in de bijbel zijn tijdgebonden
en zijn alleen via die tijdgebondenheid ook alle
gezaghebbend (78) Wij moeten de lijdgebonden-
h - il en'InrT» i >n '»l.-n "n tp»oli:,k het ••e/ag
v'i i het g 'bo.i ais Gods wil in die tijdgebonden
heid volstrekt handhaven (80). De bijbel vraagt
een naastenliefde, waarbij men zichzelf op het spel
zet (86). De betekenis van de visionaire taal is
niet altijd doorzichtig, maar nooit vaag (89). De
hemel blijft de aarde trouw. Het is op de éérde,
dat de hemel zal komen (99). Wat het evangelie
tot een kracht maakt die de wereld openbreekt,
blijkt de opstanding van Christus te zijn (104).
Uitspraken als deze kunnen een indruk geven van
geest en toon van dit verstandige boek.
Reflekties op dc toekomst, het tweede werk, heeft
als ondertitel: Nieuw sociaal/economisch politiek
handelen. Het is samengesteld uit bijdragen van
negen auteurs en uitgegeven door Het Wereldven
ster te Baarn (112 blz., 10.90.). De opstellen zijn
geschreven op verzoek van de Sektie voor Sociale
Vragen (Kerk en Samenleving) van de Raad van
Kerken in Nederland. Kerk en Samenleving heeft
de studie van de vraagstukken van de technologi
sche revolutie ter hand genomen. Het onderhavige
boekje men wil het ook in het Engels laten
verschijnen is bedoeld als bijdrage in de
wereld-omspannende discussie, die in de komende
jaren door het Departement voor Kerk en Samenle
ving van de Wereldraad van Kerken zal worden
gecoördineerd. Het gaat in deze bundel om de
vraag: hoe verwerken wij de ons' ten dienste
staande informatie over de technologische en
economische vraagstukken in het samenleven?
Een kernvraag is hoe de kerken op dewete n-
sehappelijke en maatschappelijke ontwikkelingen
zullen reflecteren. Want het gevaar is groot dat
tallozen het in de kerk vertolkte evangelie niet
verstaan en gaandeweg het contact verliezen. Al
dus het Ten Geleide, dat de vrees uitspreekt dat
de bestaande kerkstructuren niet het meest ge
schikt zijn om nieuwe, zich mondiaal aandienende
vraagstukken te venverken. Toch zal een kerkelij
ke gemeente in deze technologische eeuw pas echt
kunnen leven, 'wanneer zij op een direkte en
sterk gemotiveerde wijze technologische kuituur
en tegcnkultuur beide doorleeft' (11),
Dr. M. G. Plattel schrijft over Het technologisch
tijdvak, dr J. Tinb°rgcn over Waardering van de
i. i .hiiohig (voorbeeldig in cnrr.p.e Iheid
en helderheid), dr. H. M. de Lange over Nieuwe
sociale en ekonomische doeleinden, dr. H. J. van
Zuthem over Participatie en beleid als uitdagin
gen voor de kerk, dr. W. Albeda over Vernieu
wing van stelsels en strukturen, dr. J. M. M. de
Valk over Een nieuwe mens. Mogelijkheden en
grenzen van mentaliteitsbeïnvloeding, dr. Albert
van den Heuvel over Heeft de kerk een toe
komst?', waarna dr. C. P. van Andel de reeks
besluit met Theologische notities. Om een vluchti
ge indruk van het geheel te geven, citeer ik
enkele pregnante uitspraken zonder naams ver
melding. Natuurlijk moet men deze aanhalingen
in hun verband lezen, maar het gaat ermee als
met flarden van een gesprek: ze roepen voor de
goede verstaander een hele situatie op. Eenvou-
digheidshalve laat ik de aanhalingstekens weg.
Het gedrag van de mens als consument en produ
cent dient geregeld te worden (16). Wij worden
momenteel het product van ons eigen product
(17). Iedere rebellie loopt het gevaar een operatie
te verrichten op het politiek lichaam met instru
menten, die besmet zijn met dezelfde ziekte
waaraan de patiënt bezig is te overlijden (20).
Men spreekt terecht in onze tijd van de 'opstand
der middelen' (22). Voor de jonge generatie is de
wellfarestate even vanzelfsprekend als de rechts
staat (36). De maatschappij verandert te lang
zaam, gemeten aan de eisen welke nieuwe situa
ties ons stellen, maar deze maatschappij verandert
ook te snel, afgemeten aan wat mensen, individu
eel en collectief, kunnen verwerken (51). Waarom
is het kopen van een auto, waardoor wordt
bijgedragen aan de dood en verminking van vele
duizenden per jaar, niet aan een speciale vergun
ning onderworpen en de aanschaf van een revol
ver of geweer wel? Is onze industriële moraal
achtergebleven bij de feitelijke veranderingen?
(64). Lijfsbehoud dwint tot supranationale struk
turen (71). De mens is zowel schepper als schep
sel van zijn structuren (80). In de eerste plaats
hebben we internationaal opgeleide voorgangers
nodig (99). Vooral in onze samenlevingen moet
men zelfs misschien wel klein zi.in om succesvol
voor vernieuwing te werken 104
lift
h S
Li
Ike Rosen: Modern Borduren
titel: Sticken Modern). Viers''
Margreet Busink. Aant. pag. 1 kj1*
(kleuren-) foto's, 63 patronen.
Uitgeverij Helmond NV, Hl
Prijs 24.50. aan
rdig
Nu eens een handwerkboek v a
borduurster die in deze tijd vajond
geprezen en aangemoedigde 1
teit', waar het de uitvoering
gen idee/ontwerp betreft, aa
minderwaardigheidsgevoel haa len
meer kan ontkomen. Ike Rosen
dern Borduren' is geschrevei Ann
handwerksters die de steun v
goed ontwerp en ook de ide
pier Voor zinnige practische wt
ken niet kunnen missen. E
hoeft niemand zich voor te sc
Het fleurige boek, vol zonn
bruikbare ideeën, geeft zelfs de
met twee linkerhanden een ka len
die handen en goede wil he exp
smaakvol borduurwerk te prod i v
Met titels vol fantasie en uitgi ferd
toelichtingen passeren kleun
van tafellakens, placemats,
kussens, theemutsen, bordu
voor feestdagen, enz de revui
aantrekkelijk, zeker voor begi Cl II
gen. is het feit dat al het g<
borduurwerk in hoofdzaak uit) t
is in dc eenvoudige steelste jï
kettingsteck. van welke steken
dien nog duidelijke schematia
keningen zijn gegeven. Rid
voor het evt. vergroten van de
tekende patronen en het overb x
op de stof hiervan ontbreken
min.
Kortom, een verleidelijk boek.
hi
it J
pa
\\e<
Coi
van
latei