Begiotingstekorten...wie zal dat betalen? Opnieuw: de automobilist. Alle autobelastingen omhoog. Méér betalen. Maar niet voor betere verkeersvoorzieningen. Méér betalen. Om begrotingstekorten te dekken. Cijfers. Maar het gaat om mensen. Zoete lieve Gerritje Uit het zwarte koffertje zijn op de derde dinsdag belastingvoorstellen komen rollen, die vooral weer de automobilist treffen. De aard van deze voorstellen en de onredelijkheid ervan willen wij hier uit de doeken doen. De regering wil de motorrijtuigenbelasting voor de personenauto met 25% verhogen. Ook de benzine zal onvermijdelijk weer duurder worden. Op dit moment drukt op een nieuwe personenauto 35% belasting. Volgend jaar zou dat zo'n 40% moeten worden. Dit betekent, dat u voor een auto, die zonder belastingen f 5000,- zou kunnen kosten, nu f 6750,- betaalt en straks f 7000,- moet neertellen. En de kosten van het kentekenbewijs zijn net al bijna verdubbeld. In 1972 betaalt de automobilist aan speciale auto belastingen: motorrijtuigenbelasting 986 miljoen benzine-accijns 1.875 miljoen dieselolie-accijns 56 miljoen bijzondere verbruiksbelasting op personenauto's 480 miljoen BTW over bijzondere verbruiks belasting en brandstofaccijnzen 331 miljoen Totaal 3.728 miljoen Rijksinkomsten dus ruim 3,7 miljard gulden. En de uitgaven? De rijks- en andere overheden samen besteden aan verkeersvoorzieningen niet meer dan de helft van dit bedrag. In 1973 wil de regering aan autobelastingen maar liefst 4196 miljoen gulden binnenhalen. Dus 468 miljoen méér dan dit jaar. En niet om dat extra geld te gebruiken voor aanleg en onderhoud van wegen. Want daarvoor heeft de regering nog geen 20% van dit bedrag uitgetrokken. Een steeds grotere wanverhouding tussen inkomsten en uitgaven. Die niet te verdedigen is met het argument, dat he t autoverkeer nog andere kosten veroorzaakt. Waarvoor dienen dan al deze verhogingen? Wil de regering op die manier het autogebruik beperken? Daar gelooft de regering blijkbaar zélf niet in. Want zij is er bij de ramingen van de belastinginkomsten voor volgend jaar van uitgegaan, dat het aantal auto's gewoon zal blijven groeien. Zijn de voorgestelde hogere autobelastingen dan geïnspireerd door zorg om ons milieu? Nee, want het leeuwendeel van het geld wordt voor heel andere doelen bestemd. Niet voor betere verkeersvoorzieningen. Niet voor meer en veiliger wegen. Niet om de problemen van het moderne autoverkeer op te lossen. Er is maar één conclusie mogelijk: het gaat in de éérste plaats om het stoppen van de gaten in de rijksbegroting. Met geld, dat voor een onevenredig deel wordt gehaald bij Zoete Lieve Gerritje: de automobilist. Wie achter de kille begrotingscijfers kijkt, ziet ook het volgende: Drie miljoen Nederlandse automobilisten. Die hun auto nodig hebben voor hun werk. Of voor hun recreatie. En die vinden, dat ze anno 19-nu récht hebben op het gemak en het plezier van een eigen auto. Dat die auto daarom niet meer kan worden weggedacht uit onze samenleving. Dat het onbillijkis om de groep, die nü net zijn aandeel in de welvaart wou nemen, in de vorm van een eigen wagentje, met hoge belastingen te straffen. Het openbaar vervoer, hoe onmisbaar ook, kan nooit meer dan een gedeeltelijk alternatief bieden. En dat kunnen óók subsidies niet verhelpen. Dit is een publikatie van de af deling Automobielen van de R.A.I.-vereniging. Van fabrikanten en importeurs van auto's. Een belangengroep dus. Maar het gaat hier óók om de belangen van vele anderen. Van een half miljoen vrachtauto- en taxichauffeurs, automonteurs, wegenbouwers en anderen, die hun bestaan direkt aan de auto ontlenen. En van drie miljoen automobilisten, van wie wij menen, dat hun en onze belangen hier óók samenvallen. Daarom vindt de R. A.I., dat er nu wel eens mag worden gewezen op deze onevenredige en daarom onbillijke lastenverdeling. Dat niet is in te zien, hoe het landsbelang en de belangen van zóvele Nederlanders met elkaar in strijd kunnen zijn. En dat ons parlement en onze regering daarover maar eens moeten nadenken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1972 | | pagina 12