'Ontwikkelingswerker verre van revolutionair' Is dichtbij i GS Jd omHM'ïil aar }mroep- erkiezingen ieuw kabinet Mr. L. P. J. Mazairac: vrijwilligerswerk vertechniseert 3/ 'Dat is ook onze opdracht niet' De oude schrijfmachine 'Tijdrovend' karwei Wetenschappelijk TD Drugs in perspectief Burgemeester op school ROUW/KWARTET WOENSDAG 13 SEPTEMBER 1972 BINNENLAND T5/K7 et plan voor omroepverkiezingen is m paar jaar geleden ontstaan in de jng van de creatieve omroep-mede- erkers. Het is toen naar buiten ge acht, er is over gepraat en gediscus- jerd, maar verder gebeurde er niets waarschijnlijk omdat creatieve om- ep-medewerkers andere zorgen aan rt hoofd hebben en de energie en entaliteit ontberen voor het vormen D een pressiegroep. it is jammer, want het was een [dig plan. Het is daarom verheugend l de Partij van de Arbeid zich nu inelijk wil inspannen voor de ver gelijking van dit idee. is een aardig plan. omdat het zijn tgangspunt vindt in het Nederlandse oroepbestel (dat waard is gehand- afd en verdedigd te worden), maar [dijk een aantal bezwaren wegneemt I yeven aan de uitwerking van dat Stel in de omroepwet van Vrolijk/ Dmpé. n van de bezwaren is dat de om- ipverenigingen in de strijd om het ntal elkaar soms minder bestrijden moeten bestrijden) met de hoeda- faeid van de programma's op radio televisie dan met de kwaliteit, de vang, de kleur en de bijlagen van de (grammabladen. 1 daarbij op dit ogenblik niemand cr de vraag durft te stellen naar het lerscheid tussen programmabladen gezinsbladen is gezien de gecompli- idheid van het vraagstuk (wie heeft sluitende definitie?) te begrijpen, ar toch ook een veeg teken, aange- D de omroepwet het gezinsblad als igrammablad verbiedt, l dergelijk wetsartikel is tegen de itergrond van de ontwikkelingen in verleden (het opkopen door de van de Televizier-lezers, die daar- als Avro-leden werden ingeboekt) verklaren maar daarom gezien kei 7 van de grondwet nog niet ider gek. Bij doorvoering van het van de Hilversumse programma kers zou heel wat van deze poes-pas der meer kunnen verdwijnen, ftndien worden de omroepvereni- gen dan ook van een hun door de opgelegde, maar voor omroepver- [ingen oneigenlijke taak ontheven: exploiteren en redigeren van een blad; een taak die voor kleine [machtigden als de VPRO en EO veel zgn. vijf gulden-leden een zeer re last moet vormen, lander voordeel van het plan is de op zichzelf in de tegenwoordi- ;tijk begrijpelijke, maar daarom niet minder vreemde) koppeling het bezitten van een luister- en vergunning aan het volwaardig lid van één van de zendgemachtigden, jens de wet hoeft per gezin voor aanwezige radio- en televisie-toe- len slechts éénmaal luister- en kijk- te worden betaald, maar voor het alen van het aantal leden van de dgemachtigden en aspirant-zendge- chtigden tellen alleen die leden mee, r naam gevonden worden in het m. van de betalers der luister- en gelden. betekent in de praktijk eenvoudig vrijwel alle getrouwde vrouwen en ünende kinderen het recht missen hun voorkeur voor een bepaalde Igemachtigde te laten blijken ter- daarentegen de houder van de erkaart wat de wetgever aangaat alle omroepverenigingen tegelijk even volwaardig lid kan zijn. zal cr in Nederland wel niemand die gebruik maakt van deze door wet gegeven gelegenheid om alle en te omarmen, maar het aantal >bc!e' leden is blijkens een onder- k toch vrij groot begrijpelijk tot zekere hoogte omdat voorkeur voor zendgemachtigde sympathie r de ander niet behoeft uit te ten. nadeel van het plan lijkt nu dat de *tc mogelijkheid: het zelf kleuren nuanceren van de voorkeur, verlo- dreigt te gaan. Misschien is het mm te overwegen in het thans tgestelde kiessysteem iedere Neder- der de kans te geven meer dan één n uit te brengen, die hij of zij dan maal aan een zendgemachtigde of 'irant kan geven, maar die hij ook lz eigen voorkeur kan verdelen over er dan één club. 1 grote voordeel van een dergelijke Sling zou zijn dat de minderheids- fcpen hun kans behouden (zoals nu EO en de VPRO vooral dankzij de 'dgulden-regeling hun zendmachti- g hebben gekregen of behouden). J1 ^et NKV heeft thans ook het CNV gesproken dat na de verkiezingen tn rc8®ringscoalitie van progressieve ^confessionele partijen de voorkeur 'rdient boven elke andere oplossing, jjl zijn het daarmee eens, want afge- ,n van dc vraag of het beleid van Pn regeringscombinatie wel zoveel i» verschillen van dat van het kabi- j® leshcuvel wij geloven niet dat F het geval is cen fcit is in elk dat cen progressief-confessioneel »«>ond zich gesteund kan weten door jDn aan2>enlijk deel van de bevolking, ■fl. een massale steun zal bitter nodig JO om de zwarigheden de baas te Vee u ana Van een medewerker DEN HAAG De ontwikkelings werker, uitgezonden door de Stichting Nederlandse Vrijwilli gers (SNV) is even materialis tisch als zijn thuisblijvende land genoot. Mr. L. P. J. Mazairac, die acht jaar meedraaide in de SNV en nu afscheid nam als chef van de afdeling Jongeren Vrijwilli gers van het ministerie van Bui telandse Zaken (de administratie ve arm van de SNV) vindt dat nogal logisch: 'Wat wil je, je werkt toch met Nederlanders'. Dait de jonge Nederlanders maar hun eigen 'hachje kijken, blijkt ook uit het feit dat de belangstelling voor het vrijwilligerswerk de laatste maanden stabiel blijft, na de afgelopen jaren een steeds stijgende lijn te hebben vertoond. Met de werkloosheid, ook onder middelbaar en hoger geschoolde technici, op wie de SNV zich richt, zou men dit echter niet verwachten. Mr. Mazairac: 'Het effect van de de pressie is dat de jongens zeggen: blijf zitten waar je zit. De werkloosheid werkt in de hand dat zij niet langer denken na twee jaar wel weer aan de slag te komen. Maar we moeten daar niet dramatisch over zijn. Mocht blij ken dat de jonge mensen, die tot het werk in staat zijn, miet meer willen, dan doeken we het op. En het is ook zo dat wanneer de ontwikkelingslan den niet meer om ons vragen we zeggen: wij zijn klaar.' Een tweede factor die de knik in de stijgende lijn van de belangstelling volgens mr. Mazairac beïnvloedt, is dat de mensen jonger huwen. Het antwoord van de SNV hierop is dat de eis van het ongehuwd zijn van de vrijwilliger steeds minder scherp wordt gesteld. Het programma van de SNV past zich trouwens steeds aan. Het vertechni seert. Het gaat nu om de uitzending van technici, van vakbekwame mensen in uiteenlopende vakrichtingen. 'De beginperiode van de SNV,' zo zegt mr. Mazairac, 'heeft zich gekenmerkt door het doen wat je hand vond om te doen. Je zond mensen uit die de mogelijkheid van verandering aanga ven. Dat kon niet langer, je moet nu iets te bieden hebben, prestaties kun nen leveren.' Mr. Mazairac gelooft niet dat de SNV 'klaar' is. Zijn verwachting: 'Als wij kunnen aansluiten bij de lokale situa tie, zal het vrijwilligerswerk dit ont- wikkelingsdecennium zeker uitduren.' Dat wil dus zeggen zo lang de neus van het ontwikkelingswerk is. Want voor het volgende tiental jaren be staan geen plannen. 'Daarna is de beurt misschien aan de jeugd van het eigen land,' gist Mazairac. Kritieke situatie? Per 1 januari van dit jaar bevonden zich 525 Nederlandse vrijwilligers in ontwikkelingslanden. In de eerste helft van dit jaar werden slechts zestig jonge mensen uitgezonden. Voor dit jaar streeft de SNV toch weer naar 250 tot 300 uitzendingen, 'volgens Mazairac zo ongeveer het Ne derlandse uitzendmaximum. Een kri tieke situatie? Mr. Mazairac: 'Dat geloof ik niet. In de eerste helft van een jaar wordt altijd weinig uitgezonden. Daarbij komt dat in het eerste kwartaal van dat jaar besloten is 104 posten niet te vervangen. Dat betreft dus over drachtszaken. In de grote meerderheid van de gevallen waren we echt uitge werkt.' Maar er is niet aan de selectiekriteria getornd om de aantallen toch te ha len? Mr. Mazairac fel: 'Er is niet aan de selectienormen gepeuterd. Dat zou trouwens stom zijn.' Het hoeft trouwens niet, zo vertelt mr. Mazairac. De kwaliteit van de aanmeldingen is beter dan voorheen en de mentaliteit van de belangstel lenden is ook beter. 'De voorlichting is blijkbaar goed geweest, want het is nu duidelijk wat voor soort mensen je krijgt. De aanmeldingen zitten bij voorbeeld beter in de beroepensector.' De teneur van de voorlichtingsfilms worden waarvoor de binnenlandse poli tiek zich geplaatst ziet. We kunnen niet wachten tot alle partij politieke ruzies zijn uitgevochten en uit de onderlinge strijd een duidelijke win naar tevoorschijn komt' schrijft het CNV ongeveer. Politici onder de pro gressieve partijen die tot het uiterste met het aanvaarden van regeringsver antwoordelijkheid willen wachten tot dat zij de hele macht kunnen grijpen, kunnen zich dit voor gezegd houden. De topleiders van de PvdA, i.e. de heren Den Uyl en Van der Louw, behoren niet tot deze polariseerders-tot de-dood-erop-volgt. Maar zij worden in hun bewegingsvrijheid natuurlijk wel beperkt door het diepe wantrouwen in de confessionele politiek dat terecht of ten onrechte bij een goed deel van hun aanhang nog bestaat. Hoe die aanhang te elfder ure er nog van te overtuigen dat men zich aan koud water niet kan branden? Er zijn naar ons gevoel twee mogelijkheden die beide hoog nodig zouden moeten worden uitgebuit. Ten eerste mag van de confessionele leiders zo langzamer hand een duidelijke handreiking in de richting van de progressieve drie wor den verwacht; een geste die de heer Den Uyl en kans biedt, zijn mensen over de brug te helpen. Vervolgens wordt het tijd dat het NW het voor beeld van beide andere vakcentrales volgt en even duidelijk aangeeft dat de tijd voor een progressief-confessioneel kabinet rijp is. Mr. L. P. J. Mazairac: 'Als de jonge mensen niet meer willen, doeken we het op.' van het afgelopen anderhalf jaar, die door Teleac voor de televisie werden uitgezonden, was dat vrijwilligerswerk voor iedereen bereikbaar is. 'Het eli taire karakter moest eraf, we brach ten er, wat wij dan noemen, 'het zoon van de bakker effect' in. Dat is nu afgelopen. We gaan nu laten zien hoe de problematiek ligt, hoe de vrijwilli- gcr erin past en ook hoe marginaal zijn plaats is. De vertechnisering van het programma valt sommigen tegen, maar het blijkt ook veel mensen aan te trekken.' De motieven van de jongeren om vrijwilliger te worden zijn de afgelo pen jaren niet veranderd, zegt Mazai rac. 'Deze zijn altijd gemengd. Men wil zich inzetten, men wil wat zien en ■meemaken. De pure idealist krijgt het moeilijk, want de confrontatie met het land is erg hard. En de pure avonturier heeft het ria veertien dagen wel gezien. Een balans tussen de motieven is noodza kelijk.' 'Het is ook een fabel, dat er zo enorm veel dienstplichtigen onder de vrijwil ligers zitten, die de dienst op die manier ontduiken. Die selecteer je er uit. Het is trouwens een forse prijs: 27 tegen zestien maanden.' Mr. Mazairac vindt, en dat constateer de hij vooral ook weer op zijn laatste rondreis langs de verschillende pro jecten vlak voordat hij afscheid nam van de SNV, dat de meerderheid van de vrijwilligers het goed doet. 'Een norm aanleggen is moeilijk. In de praktijk is de vrijwilliger niet de vakidioot die hij schijnt te zijn. Ze zitten er midden in en worden geap precieerd. Trouwens, iemand die niet weet hoe hij moet optreden, vliegt tegen de lamp. Want de tijd dat een Afrikaan geen mond durfde open te doen tegen een blanke is voorbij.' 'De confrontatie van het ontwikke lingsland met de vrijwilliger is van groot belang. Het is positief voor de structuur van de wereld. De anecdoti- sche verhuodingen, van de blanke ach ter het bureau, verdwijnen.' Geen 'koloniaal' De vrijwilliger staat volgens Mazairac voor de opgave in zijn materialisti sche houding, een 'goed' van de wes terse cultuur, een cultuur die hij niet ■naast zich neer hoeft te leggen niet zodanig boven de mensen uit te steken, dat hij aan het verouderde beeld van de blanke appelleert: de koloniaal. Mazairac denkt dat de ge middelde vrijwilliger het beeld van de koloniaal niet zal oproepen. De vrijwilliger wordt door de mensen in één blok geplaatst met de missio naris en zendeling, meent Mazairac. Toch is er een verschil, geeft hij toe. 'Het verzorgingsniveau kan irritatie wekken bij de zendeling, dat hangt er ook vanaf hoe de vrijwilliger met zijn geld omgaat. Een zendeling bijvoor beeld woekert met zijn geld. Eén ding moeten we niet vergeten, dat een minimumfactor voor uitzending nodig Is. Maar het is natuurlijk hoogst irri tant voor een pater dóe al jaren om een auto zit te zeuren, dat zo'n jon gen uit Nederland direct met een auto komt voorrijden.' Geen revolutie Al met al zal Mazairacs conclusie, dat de gemiddelde vrijwilliger niet ge schikt zal zijn om als revolutionair dienst te doen, niet zo vreemd meer klinken. 'Sommigen zeggen dat we vrijwilligers moeten uitsturen om de bevolking van een bepaald land duide lijk te maken dat ze een rechts- reactionait bewind heeft.' Met de ge middelde vrijwilliger een onmogelijke zaak dus. Mazairac: 'Dat is onze op dracht ook niet. Je mag natuurlijk wel een zekere bewustwording teweeg brengen, maar onze keus is in of uit het land.' Die keus wordt bij de SNV bepaald door onder andere het volgende krite- rium: 'Kan de vrijwilliger in een land werken.' Volgens Mazairac wordt er absoluut niet naar de politieke koers van een land gekeken. 'Uit de erva ring blijkt dat we goede project keuzen gedaan hebben,' voegt hij er aan toe. Over één facet van zijn beleid in de afgelopen drie jaar, de periode waarin hij chef was, is Mazairac niet tevre den: de interne democratisering van de SNV, de vrijwüligerskant van de zaak. 'Hondsmoeilijk,' noemt hij dat Hij heeft ontdekt dat, wanneer de vrijwilliger eenmaal is uitgezonden, hij vooral geïnteresseerd is in het land en zijn eigen situatie en nauwe lijks meer in de SNV- als structuur, 'als experiment'. 'De, vrijwilliger zit schijnbaar ondergedompeld in zijn ei gen situatie. Er is desinteresse in de totaliteit Je ziet dat ook als hij terug is.' Illustrerend daarvoor is volgens Mazairac de kleine omvang van een kontaktgreop van teruggekeerde vrij willigers (KNV). 'Het spel van de democratie moet je leren,' verzucht Mazairac. Dominees hebben bij de ontwikkeling van de schrijfmachine een niet onaan zienlijke rol gespeeld. In de galerij van uitvindingen die langs vele omwe gen het ons vertrouwde mechaniekje hebben ontwikkeld prijken twee pre dikanten die het hunne hebben bijge dragen. In de hal van het hoofdgebouw van de technische hogeschool te Eindho ven is een tentoonstelling ingericht waar typemachines van 1880 tot de nieuwste electronische apparaten op dit gebied te zien zijn. De expositie, die door het studium generale werd georganiseerd, is vanaf vandaag te be zichtigen. Medewerking hebben ver leend het schrift- en schrijfmachine museum te Tilburg, ÏBM-Eindhoven en de afdeling onderwijs van Philips. De geschiedenis van de schrijfmachine bestrijkt in feite al meer dan 250 jaar, hoewel de nauwkeurige constructies van de eerste 'probeersels' niet meer precies bekend zijn. Het was een Engelse waterbouwkundige ingenieur die voor zover bekend de eerste succesvolle pogingen deed. Hij heette Henry Mill en had een (waarschijn lijk omvangrijk) apparaat ontwikkeld waarmee afzonderlijke letters op een stuk papier konden worden weergege ven. Maar de principes volgens welke hij 4e werk ging zijn niet meer pre cies bekend. Zijn eerste succes dateert uit 1714. Met enige reserve mogen we wel aannemen dat in Hit jaar de geschiedenis van de schrijfmachine begint. Niet geheel onbegrijpelijk zijn het vooral blinden geweest die (bij herha ling) de inspirators zijn geweest van de constructeurs. De uitgangspunten van de pioniers van de schrijfmachine zijn begrijpelij kerwijs nogal uiteenlopend geweest, met het gevolg dat de eerste appara ten nu eens leken op een clavecimbel, dan weer op een speeldoos. En verder was er natuurlijk geen sprake van serieprodüktie. Elk model ivas uniek. Het materiaal was in verreweg de meeste gevallen hout. Merkwaardige bijzonderheid is dat de mensen die achter het mechanische schrijfap- paraat plaatsnamen niet konden zien wat ze precies deden. De letters die ze aan het papier toevertrouwden wa ren niet te zien. Dat was ook niet nodig, daar de eerste machines im mers gedacht waren als hulpmiddelen voor blinden. In 1867 komt echter een machine op de markt die in serie gebouwd werd en zichtbaar schrift leverde. Het ap paraat was ontwikkeld door dominee Malling Hansen, die directeur was van een doofst ommeninstituut. Ook deze machine was in eerste instantie ontwikkeld voor gehandicapten. Ditmaal doofstommen die er wel dege lijk behoefte aan hadden te zien icat ze deden. Het apparaat van ds. Han sen had in latere versies een waarschuwingsbei, spatietoets en re- gelverzetter. Daarom werd deze machi ne een gewild artikel voor de handel. Constructeurs van geweren hebben zich ook met de schrijfmachine be moeid en met opmerkelijk succes. Zij waren van de gewerenfabriek Re- mington en zochten bewust naar een machine die algemene toepassing zou kunnen vinden en uiteraard in serie kon worden gebouwd. Zo ontstond de eerste Remington die vanaf 1876 we reldfaam verwierf. Een tweede dominee die zich met de ontwikkeling heeft bemoeid is blijkbaar een kleurrijke persoon geweest. Hij heeft zich naast de kan sel als constructeur en als oorlogsver slaggever verdienstelijk gemaakt. Hij heette Hantmond en construeerde een typemachine volgens een geheel nieuw principe, dat tot op de dag wn vandaag nog wordt toegepast. Hij ge bruikte geen type-armen, maar een cylinder. In die cylinder was een verwisselbare letterschijf aangebracht. Uiterst moderne schrijfmachines wer ken ook nu nog volgens dit systeem. De geschiedenis van de schrijfmachine is blijkbaar kleurrijk. Ook Henry Ford heeft bijvoorbeeld een typema chine in de handel gebracht, ofschoon hij er blijkbaar minder aan heeft verdiend dan aan zijn auto's. De ten toonstelling in Eindhoven weerspie gelt een groot stuk vernuft, niet in de laatste plaats door de demonstratie van machines die in het begin van de jaren '70 aan de markt kwamen met al hun subtiele verfijningen. Maar in de grond van de zaak is de typemachi ne gebleven wat hij was: Een letter, die via een lint op papier slaat. De expositie heet 'Getikt' niet bepaald een vondst. Voorbereiding Ook de voorbereiding van de vrijwilli ger is in de afgelopen tijd een moei lijk punt geweest, wil hij tenslotte kwijt. Deze vindi nu voor een groot deel in het gastland plaats, waardoor de overgang een stuk geleidelijker gaat. 'Men voelt zich beter voorbe reid,' zegt Mazairac. 'en dat is belang rijk. De voorbereiding is niet zozeer een technische zaak, als wel een per soonlijke.' Mr. Mazairac heeft zijn specialiteit, de vrijwilliger, losgelaten. Hij kan in zijn nieuwe functie, die van chef voorlichtingsdienst ontwikkelingssa menwerking van het ministerie van -buitenlandse zaken, meer aandacht gaan schenken aan het totale ontwik kelingsbeleid. Hij hoopt daarbij niet zoals kamerleden doen en ministei Langman deed op de Unctad III, 'aan de marge van het ontwikkelingswerk te prutsen'. 'Het gaat om grondstof- prijzen en handelstarieven.' aldus mr Mazairac. Het schoonmaken van de wijzerplaat van de beroemde Big Ben in Londen Is een 'tijdrovend' karwei. De mannen die hier in de weer zijn, zitten ongeveer op 100 meter boven de begane grond. Vijfendertig Amerikaanse artsen en juristen uit Los Angeles maken mo- trp "P Jd We komen geleidelijk tot het inzicht dat alle stoffen die de geest beïnvloe den, ons in wezen voor hetzelfde probleem stellen. Het verschil tussen de ene drug en de andere is een zaak van lager niveau, hoogstens een com plicerende factor. Alcohol is voor de lichamelijke gezondheid van de ge bruiker minder gevaarlijk dan heroï ne, maar wordt zo veel meer gebruikt dat het toch een ernstige probleem voor de gemeenschap oplevert. Over het verschil in gevaar tussen de ene stof en de andere wordt nog wel steeds gediscussieerd, maar het is een academische kwestie geworden. Het probleem zit in de mensen, niet in de stoffen. De juiste vraag is: loopt deze man (of vrouw) meer risico dan die? Aan het woord is dr. David S. Bell, de Australische medicus die na het internationale drug-congres vorige week in Amsterdam probeerde te in ventariseren wat er nu eigenlijk was gebeurd. Op het gebied van de psycho-farmacologie, de studie van umt er precies met drugs in het lichaam gebeurt, zien we een grote vooruitgang. Tolerantie en fysieke afhankelijkheid worden gedetailleerd in kaart ge bracht. (Tolerantie is het verschijnsel dat een stof op den duur steeds minder uitwerking heeft, zodat de gebruiker steeds meer moet nemen om hetzelfde effect te bereiken; fysieke afhanelijkheid bestaat wanneer er ontwenningsverschijnselen optreden die het moeilijk maken om met drug gebruik op te houden). Maar tegelijkertijd komen wij er ach ter dat dit niet de grondmechanismen zijn van drug-afhankelijkheid. Het sleutelverschijnsel is de psychische af hankelijkheid, het niet meer kunnen missen van het effect. En op dat punt kunnen we alleen nog maar de bui tenkant van de verschijnselen bekij ken. Deze verschuiving van het zwaarte punt heeft bijvoorbeeld tot gevolg dat zei dr. Harold Trigg, een kliniek in er veel minder gepraat wordt in ter men van 'soft' en 'hard' drugs (waar bij 'hard' dan slaat op optreden van fysieke onafhankelijkheid en/of tole rantie. Dat in deze termijn hasj 'soft' is betekent niet dat het' ook veilig is, hoogstens dat hetniet gevaarlijker is dan alcohol. Maar het vrijgeven van cannabis zal de problemen in de sa menleving niet verminderen. Het zou leiden tot meer gebruik en dus meer problemen, zei dr. Bell aan het slot van zijn samenvatting. Die relaties tussen drug-gebruik en samenleving waren een steeds terug kerend thema op het. congres: aan de ene kant het probleem dat misbruik oplevert voor de maatschappij, aan de andere kant factoren in de maatschap pij die misbruik bevorderen. De be langrijke vraag is niet waarom men sen veel drinken, zei een psychiater op een gegeven moment, de vraag is vjaarom zo véél mensen veel drinken. METHODEN Misschien de meest directe confronta tie tussen drugs en de (Amerikaanse) maatschappij leverde in Amsterdam de uitgebreide discussie over methadon. Dat is een op zichzelf tot verslaving leidend narcoticum dat in Amerika op vrij grote schaal wordt gebruikt voor de behandeling van heroïne-verslaaf- den. In tegenstelling tot heroïne ver wekt methadon geen roes, waardoor de gebruiker in principe normaal een beroep kan uitoefenen of een oplei ding volgen. Zowel de meeste als de langste erva ring met methadon-onder hou dsp ro- gramma's is opgedaan in New York (zes jaar, 20.000 patiënten) en als een soort wetenschappelijke stoomwals presenteerden de verantwoordelijke mensen in Amsterdam hun verbluffen de resultaten. Kijk maar, zei dr. Fran ces Gearing, van de patiënten die in 1964-'66 binnenkwamen is 65 procent nog steeds onder behandeling, en dat is niet te vergelijken met de oude methode: een ontwenningskuur waar na de patiënt verder van drugs af moet blijven. Dat helpt misschien in één procent van de gevallen. Zeker, New York bijvoorbeeld, die per jaar 9000 ontwenningskuren geeft, werkt in feite maar door 3000 patiënten, want ze komen telkens terug als het weer misgegaan is. En het helpt echt, zei mevrouw Gea ring, van onze patiënten komt per jaar gemiddeld maar anderhalf pro cent in de gevangenis terecht, en bij de oude methode is dat tachtig pro cent. En maar een derde van onze patiënten loopt in de werkloosheids-, wet. Het is wel wenselijk, zei dr. Trigg, dat een methadon-programma ook alle andere vormen van psychische en maatschappelijke hulpverlening ter beschikking stelt. Eenderde van de patiënten heeft trouwens betrekkelijk weinig van die extra hulp nodig. SAMENLEVING Daar kwam dan toch de samenleving even om de hoek kijken. Het was boeiend om de volgende dag mee te maken hoe zijn collega dr. Ed Senay uit Chicago het het hele probleem precies van de andere kant benader de. Vanuit ons gezichtspunt, zei Se nay, is de behoefte van de patiënt aan opiaten of vervangingsmiddelen een minder belangrijke overweging bij het stopzetten van de behandeling. Onze grondstelling is dat iemand die zichzelf door drug-gebruik de grond in werkt, in de eerste plaats behoefte heeft aan het weer opbouwen (of misschien voor het eerst opbouwen) van echte menselijke relaties. Dat te bereiken is het doel van de behande ling, en dan zeggen cijfers mij weinig over succes. Ook, al heeft iemand die geregeld onder behandeling is een vaste baan, dan is het nog best moge lijk dat hij veronder zijn capaciteiten werkt, stevig aan de drank is en aan een chronische depressie leidt. En in zo'n geval is de behandeling geen succes. Het gaat niet zozeer om al of niet gebruiken van bepaalde drugs, het gaat om een vastgelopen mens, met culturele, maatschappelijke, psycholo gische en biologische behoeften, en de enige zinvolle behandeling zal met al die behoeften hebben te rekenen. Als je bijvoorbeeld iemand alleen maar op de kliniek ziet, en mets weet van zijn erbarmelijke woonomstandigheden en daar dus ook niets aan dóét, dan heb je al goed kans dat je behandeling faalt. Aldus dr. Senay, wiens boeiende be schrijving van hoe zijn medewerkers en hij het probleem dan wél aanpak ken, hier jammer genoeg te ver zou voeren. Nog even een uitsmijter uit Science van 11 augustus (uit een erf informatief verhaal over methadon: pag. 502). Zou het kunnen zijn, dat de enige reden waarom de maatschap pij zich zo vreselijk druk maakt over heroïne is, dat de verslaafden misda den plegen en dus niet kunnen wor den genegeerd, in tegenstelling tot alcoholisten, die alleen maar ongeluk ken krijgen en hun vrouw slaan? menteel een niet-alledaagse studiereis door Europa. Ze gaan langs Europese sexcentra om een onderzoek in te stellen naar de theorie dat onderdruk king van de seksualiteit in een samen leving leidt tot agressie en oorlogen. Op grond van deze theorie zou men verwachten dat Zweden en Denen het minste collectieve geweld demonstrc ren. Dit schijnt ook door de cijfers te worden bevestigd. Dit zegt dr. Willi am Bryant, directeur van het Ame rikaanse instituut voor hypnose, die de reis leidt. Hij vertelde verder dat de groep niet alleen met deskundigen gaat praten maar ook de praktijk zal bezien. Daartoe zullen gesprekken worden gevoerd met 'bluebell-meisjes' in het Parijse Lido, er zullen horde len worden bezocht in Hamburg en pornografiewinkels in Denemarken Dit alles op wetenschappelijk niveau, zo wil dr. Bryant wel kwijt. Burgemeester A. Remery van Nieuw Vossemeer (N.B.) verschijnt sinds kort iedere maand een half uur voor de zesde klas van de basisschool. Hij vertelt de leerlingen dan over de gang van zaken bij zijn gemeente en kan dan meteen horen hoe de jeugd over bepaalde dingen denkt. Hij is van plan om de kinderen ook eens op het gemeentehuis uit te nodigen. "Wilt u af en toe blaffen? Fifi kijkt om deze tijd altijd naar Lassie."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1972 | | pagina 7