Praten over stotteren mag geen taboe zijn dichtbij Wereldraad (1) Groepstherapeut Kees Spee: ereldraad (2) op de plaat - pop op de plaat-popopde p ereldraad (3) Het stemmige pak van Leon Russell Kinderboeken Een avondje lekker griezelen DUW.'KWARTET DONDERDAG 24 AUGUSTUS 1972 BINNENLAND /COMMENT A R T5/K7 oiniiH'iitaar omfanteüjke verhalen zijn er over laatste zitting van het centraal uité niet te vertellen. Met de kwes- van het lidmaatschap van de rooms- holieke kerk is men geen steek leschoten. De orthodoxie (zowel eks als Russisch) houdt strak cr. vast aan haar visie op de kerke- c gemeenschap èn belemmert ee® delijke cri de coeur over de manier xop bij haar thuis met mensenrech- wordt omgesprongen zowel ten ichte van joden en evangeliserende istenen als ten opzichte van eerlijke rxisten. Soms komt men in de ver ing te zeggen: laten Nikodim en de en cr dan maar uitstappen, dat is hele last minder. Maar dan zullen umenische pioienrs als dr. Visser 't de eersten zijn om ons te verma- dat het weinig evangelisch is om die last af te willen. Bovendien is dan ook geen kunst meer om umenische beweging te willen zijn. oud-secretaris-generaal, die nog on- p zeer intensief betrokken was bij nekken over de mensenrechten in Sowjet-Unie, zal de laatste zijn om talrijke verbindingen met Russische een welke nu mogelijk zijn te ver een. Maar een last is het wel. Zij zonder twijfel op andere activi- van de wereldraad. is weinig oog voor, dat zijn felle ipagne tegen racistische minder en in Zuidelijk Afrika enerzijds en in stilte aankloppen voor de isenrechten in het Oostelijk blok erzijds niet alleen voortkomen uit ische overwegingen, maar vooral een grotere pijn over dingen die de isen worden aangedaan in naam het christendom, dan over wat in n van een niet-christelijke ideologie dt bedreven. door Dick Ringlever ZEIST Aan de loketten van het NS-station in Driebergen kijkt men er nauwelijks meer van op als er zo'n twintig jongelui om de beurt een praatje door het ronde glas komen maken. Zomaar, zon der een kaartje te kopen, alleen maar voor een gesprek van alledag. Ze zijn er aan gewend sinds enkele maanden geleden het regionaal instituut voor stottertherapie in Zeist van start ging en het stations- bezoek voor de cursusdeelnemers tot een vast programma-punt maakte. Het stationsloket: magisch oog voor stotteraars leze zitting is het centraal comité innen binnen te dringen in de :n van het internationale cconomi- verkeer met Zuidelijk Afrika. Dat «trekkingen, zoals ze thans functi- en de kans op ee vnerandering ten le minimaal maken, was in deze discussie geen vraag. Het ging er :n maar om of er via investeringen eze landen nog druk zou kunnen den uitgeoefend ten goede. De missie van het programma tot be ling van het racisme zag daar geen elijkheden meer toe en was tot de lusie gekomen: de wereldraad t, voorzover zij geld heeft zitten in imemingen die betrokken zijn bij steringen in Zuid-Afrika, dit eruit n. De aanbeveling aan de aange- n kerken luidde anders: die zou- eerst met hun aandelenportefeuille ten zwaaien om bedrijven onder te zetten hun belangen uit Zuid- ka terug te trekken. De discussie nu vooral over die laatste aanbe- ig. Een aantal vertegenwoordigers westerse kerken bracht daar tegen- waarom nu al op terugtrekking gen. mogen we asjeblieft eerst nog een proberen om via onze elen bedrijven zover te krijgen dat réi een beleid gaan voeren dat het lafrikaanse zwart-witschema door- kt? r kan men tegen aanvoeren dat het illusie is, alleen al gezien een rschuwing van het Amerikaanse ulaat in Johannesburg dat dit r schadelijke reacties zou veroor- n. Maar was het niet beter geweest Eventueel de actievoerende kerken te laten ontdekken? De resolutie daartoe strikt genomen de leden- len geen ruimte, maar in feite en J «n de Westduitse kerken zich die ite wèl voorbehouden. Zulke on eerlijkheden hadden voorkomen kun- worden wanneer blank en gekleurd fe wereldraad nog onbevangener laan nover elkaar gestaan hadden. En was in di' debat helaas niet het Kees Spee (42), een van de twee aan het instituut verbonden logopedisten: 'Dat loketbezoek hebben we ingevoerd als een praktische oefening. Gebleken is namelijk, dat stotteraars juist voor het loket ineens voor enorme proble men worden gesteld. Ze voelen het als een magisch oog, krijgen het benauwd en kunnen soms geen woord meer uitbrengen. Met deze oefening probe ren we hen over die angst heen te helpen'. Overigens is dat stationsbezoek nog maar één van de praktische elemen ten van de therapie. Bij een andere oefening worden de deelnemers de straat op gestuurd met de opdracht bepaalde boodschappen uit te voeren: de weg te vragen aan voorbijgangers, een telefoongesprek in een cel te voeren of een winkel binnen te stap pen. Dat alles om de spreekangst te ver drijven. 'Want', zegt Spee, 'de oorzaak van stotteren is voor het belangrijkste deel een pyschische. Natuurlijk zijn ademhalings- en bewegingsoefeningen nuttig en nodig, maar het allerbelang rijkste is de mentale training. De mensen moeten in de eerste plaats vrijuit over hun handicap leren pra ten en er om kunnen lachen. Ze moeten af van de spanning en zich niet opgelaten voelen als ze haperend spreken'. 200.000 In Nederland lopen ongeveer 200.000 mensen met zo'n handicap rond. Voor het grootste deel jongeren van het mannelijk geslacht. Meisjes tobben er, zo leert de praktijk, veel minder mee. Niet alleen omdat ze over het alge meen een fijner ontwikkelde spraakmotoriek hebben, maar ook zegt logopedist Spee omdat ze tijdens de opvoeding minder spannin gen te verwerken krijgen dan jon gens, aan wie meestal hogere eisen worden gesteld. Dat die spanningen vaas oorzaak zijn van het stotterverschijnsel, blijkt uit het feit, dat de handicap vaak tot uiting komt m de kleuterleeftijd als het kind naar de lagere school gaat én in de puberteitsjaren. Spee: 'Op latere leeftijd groeien de mensen er meestal weer overheen. Dat houdt duidelijk verband met hun persoon lijkheidsontwikkeling. Ze zijn mentaal sterker geworden, waardoor zij hun artgst voor de medemens kwijt raken en de handicap geheel verdwijnt'. Groepstherapie Die angst al op jonge leeftijd weg te nemen is het doel van het instituut. Een doel. dat men probeert te berei ken door toepassing van de groepsthe rapie. Een goede acht jaar geleden werd deze ontwikkeld door het Doe- tinchemse logopedisten-echtpaar Ton en Theo Schoenaker. Een theorie, waaruit toen het Centraal Instituut voor Stottertherapie in Duiven voort kwam, later gevolgd door de oprich ting van regionale instituten in Drachten, Geldermalsen en sinds- kurt in Zeist. Kees Spee daarover: 'Ik wil niets ten nadele van individueel werkende col lega's zeggen. Zij boeken uitstekende resultaten. Maar wij geven de voor keur aan groepsbehandeling. In die vorm, dat de mensen steeds zes dagen achtereen intern bij elkaar zijn en al die tijd ook intensief met elkaar op trekken .Op die manier leren ze met eikaar over hun handicap te praten, en elkaar op te vangen. Ze krijgen mentaal een stimulans en leren éf, dat praten over stotteren een taboe is Krijg je individueel les, dan ligt dat anders. Natuurlijk, het is voor een logopedist niet moeilijk een patient op zijn gemak te stellen. Maar wat gebeurt er als deze de deur uit is? Dan komt die angst weer terug. Ik geloof, dat deze therapie sneller werkt'. Vier weken Dal betekent overigens niet, dat deelnemers aan zo'n cursus al na een week van hun handicap af zijn. Er zijn in een tijdsbestek van een half jaai zeker vier van die weken nodig omdat te bereiken. Spee: 'Na die vier weken zijn de mensen over het algemeen wel over hun handicap heen. In ieder geval zijn ze wel zover mentaal getraind, dat ze verder op eigen benen kunnen staan. Zo nu en dan komt men nóg wel eens een weekend 'op herhaling', maar noodza kelijk is dat niet'. Die ervaringen onderstreept de over tuiging van de wetenschap, dat stotte ren een kwaal is, die kan worden gene zen. In feite is het niet meer dan een contactstoornis. Hoe ernstig die stoor nis wordt gevoeld, hangt helemaal af van de wijze waarop de omgeving reageert. Spee: 'Door onbegrip van de omgeving verergert de handicap vaak. Zelfs ouders maken zich daar schuldig aan. Het is beter te doen alsof er door iriUem-jan-martin Sezegd: de wereldraad is hiermee maar begonnen aan een paar Ktotn te trekken, waarvan hij nog va lelijks weet waar die precies uitko- h' Van de Amerikaanse kerken zou va veel geleerd kunnen worden voor va verfijning van de technieken. Een 1 h< irikaanse predikant vertelde bij- atri beeld dat zijn kerk via een aan- ZwJ loudersactie een schip met chroom je ide haven van Philadelphia had pongen rechtsomkeert te maken, zwïj nike Westduitse kerken die op het doo ïblik met een studie bezig zijn over {e zaak zouden bijvoorbeeld hun 'elenportefeuille helemaal kunnen v£ :entreren in één bedrijf met be- ngt<en in Zuidelijk Afrika en van de 1 s verworven macht gebruik maken. }gei dan ook, nog niet lang geleden 5 de Zuidafrikaanse voorlichtings- irie tst eens op de huichelachtigheid van be 'en die de mond vol hebben over 'eiï 'n Afrika maar er wèl 'P zaken mee doen. Voorzover het dc wereldraad ligt zal daar ilu in geval iets aan gedaan worden. Toen Leon Russell ('The Master Of Space And Time') eind vorig jaar enigszins aangeschoten, maar evenzo goed in een blakende vorm de kille zakelijkheid van de nieuive RAI de tent uit joeg, gebeurde dat op een manier, die heel precies aansloot bij het beeld dat van Russells muzikale opvattingen via zijn eigen platen èn zijn bemoeienissen met het werk van anderen (Joe Cocker, Bob Dylan, De- lany Bonnie etc.) was komen over waaien: stampende en swingende pop muziek, stevig gegrondvest op zulke elementaire ingrediënten als rock-and- roll .gospel en blues. Gezellige-romme- lig in de eerste indruk, maar (vooral in het latere werk) toch strak geleid en het meest van alles: zeer energiek, hard en spontaan. Met dit idee voor ogen, is het jongste werkstuk van The Master, dat de titel CARNEY (Philips Stereo 6369 110 meekreeg, een nogal afwijkende plaat (al blijft het typisch Leon Russell). 'Over de hele' bekeken maakt de mu ziek vooral een meer 'bedachte' in druk, lijkt Carney meer het produkt van uren piekeren in de studeerkamer dan van even-gezellig-met-zijn-allen-er- tegenaan, een recept zoals gebruikt lijkt voor Carney's voorganger Leon Russell with The Shelter People en dat daar resulteerde in onverander lijk zeer direct materiaal (luister bij voorbeeld nog eens naar Crystal Clo set Queen. Alcatraz. Home Sweet Ook- lahoma, It Takes A Lot To Laugh/It Takes A Train To Cry). De onderha vige elpee bevat meer ingetogen en wat bespiegelende teksten dan ooit, de muziek heeft nogal eens een balla- de-achtig karakter (Me And Baby Ja- nen, My Cricket. This Masquearde) en zelfs waar als vanouds 'de beuk erin' gaat (Tight Rope, Roller Derby; meer niet dan deze twee, een beetje weinig eigenlijk), klinkt alles wat terughou dender en minder enthousiast dan we van Leon Russell gewend zijn. Een lieve plaat, maar zoals gezegd, het blijft allemaal wel degelijk Leon Russell en er valt derhalve genoeg te genieten. Tight Rope en Roller Derby werden reeds vermeld als exponenten van de swingende afdeling. Me And Baby Jane en This Masquerade getui gen van een subtiele melancholie, tr- wijl Cajun Love Song wat mij betreft ronduit hartverscheurend overkomt. Nummers als Magic Mirror en Man hattan Island Serenade zijn dan muzikaal gezien misschien wat ste reotiep opgebouwd, iets teveel het karakteristieke Russell-dreuntje. Maar echt zonder de maat zijn alleen het instrumentale titelnummer driekwar- minuut geknepen toetermuziek, voor stellende de veelsoortige herrie op een kermisterrein) en het door gita rist Don Preston meegecomponeerde Acid Annapolis, dat dan wel als grap bedoeld kan zijn (de heren lachen zich rot na afloop), maar daarom nog niet minder vervelend is. Al met al een goede plaat, al zie ik Russell liever in een minder stemmige 'outfit'. Maar dat is een andere zaak. Verder met LONG JOHN ÉILVER (Grunt Records FTR-1007) van het zeer standvastige gezelschap JEFFER SON AIRPLANE ,dat alvorens we tot de muziek over gaan —r eerst maar eens een prijs moet hebben voor de vrolijkste hoezen van het westelijk halfrond. Werd de vorige keer de elpee Bark verpakt in een grote pa pieren zalt, die hier vanwege beswa ren van de Amerikaanse posterijen zonder de bijbehorende vislucht in de winkels kwam te liggen: ditmaal is het voor de handige knutselaar onder de popliefhebbers mogelijk om van de hoes een heus sigarenkistje te fabrice ren, inhoudende negen stuks 'Perfect Dream' (made from natural tobac cos... taste the difference). Niet mis allemaal, maar helaas is de muziek deze keer wat minder. Alle bekende (smakelijke) Airplane-ingrediënten zijn weliswaar aanwezig: Grace Slick is iveer zeer opgewonden bezig. Jorma Kaukonen en de oude violist Papa John Cr each doen prima solistisch werk, en ook de ritme-sektie zit zeer soepel, maar om de een of andere reden komt het er toch allemaal niet zo erg uit. Waarschijnlijk ligt dat aan de nummers, die in de meeste geval len niet puntig genoeg zijn, ze slente ren een beetje drenzerig naar een eind zonder dat er al te verrassende wendingen te constateren vallen. De thema's zijn te mager om het vier minuten (hier zo'n beetje het gemid delde) of langer te kunnen uitzingen; daarvoor gebeurt er toch te weinig. Uitzonderingen vormen twee stukken van Paul Kantner. The Son Of Jesus en het bijna monumentale Alexander The Medium. Het laatste vooral een typisch Airplane-nummer met zijn cli- max-gewijze opbouw, gedreven zang en een schitterende solo van Jorma Kaukonen. Tot besluit enige aandacht voor de zogeheten 'CRUISIN'-serie, de jongste bijdrage in het kader van de popre gressie, die steeds ivijder om zich heen begint te grijpen. Het betreft hier negen elpees, die tesamen een uitstekend overzicht geven van wat er op popgebied plaatsvond in de jaren '55 tot en met '63. Het bijzondere aan deze serie is verder, dat voor elke plaat (en dus voor elk jaar) gekozen werd voor een opzet, waarbij de oor spronkelijke opnamen aan elkaar ge praat worden door de disc-joclceys uit die jaren. Zo valt op Cruisin' 1956 (HET ENIGE E XEMPLAAR UIT DE SERIE. DAT DE FIRMA Negram ten behoeve van een recensie in deze bladen wenste af te staan) Robin Seymour van het Detroitse station WKMH te beluisteren, druk in de weer met Chuck Berry, The Platters, The Mello Kings en meer van derge lijke ouwe gasten, alles onder het motto Bobbin' With Robin. Andere jaren worden verzorgd door o.m. Russ 'Weird Beard' Knight, Arnie 'Woo Woo' Ginsburg en Dick Biondi. Lief hebbers moeten er wel snel bij zijn. De eerste import was pijlsnel uitver kocht. Aangespoelde drenkelingen blijven stof leveren voor avontuurlijke jeugd verhalen, getuige twee van de vier neuwe jongensboeken, die bij De Fontein in De Bilt uitgekomen zijn. In Dc drie depemdo's van Ruard Danser spoelt de scheepsjongen Vin- vent Robbers op een vreemde kust aan. Hij valt met zijn neus midden in het wilde westen, waar de oude woud loper Hawk zijn leermeester wordt. Samen zitten ze een paar goudrovers achterna en zo langzaamaan wordt Vince(nt) de hoofdpersoon in deze western. Ruard Lanser laat Vincent in nog een boek optreden: Dc man met het zilveren geweer. Vincent leidt nu een zwervend bestaan en ontdekt dat zijn doodgewaande mak ker destijds ook in deze contreien aangespoeld is, maar nu deel uitmaakt van een bende: waarom? Tot zover over deze verhalen, die de welgebaan- de wegen van het genre gaan zonder al te gemakkelijk in stereotiepen te vervallen. Oordeel van een elfjarige recensent: hardstikke goed! De twee de schipbreukeling komen we tegen in De schat in het oerwoud van Dick Dreux. Nu gaat het om de scheepsjon gen Art van Stellingwerf, die op een vlaams piratenschip terecht komt, op weg naar schatten in de zuidameri- kaanse oerwouden: een en ander gesi tueerd in de 17e eeuw. Jan Volckerts- zoon van dezelfde Dick Dreux (die trouwens méér historische jongens boeken op zijn naam heeft staan) speelt in de tijd van Floris V, de eerste vorst die begreep dat je meer aan werkende dan aan vechtende mannen hebt, aldus de auteur, die zijn lezertjes ook nog als volgt toe spreekt: 'Als je dit boek in onze eigen taal hebt kunnen lezen, dan heb je dat om te beginnen aan hèm (Floris V dus, red.) te danken, want hij gaf de Nederlandse taal haar kans'. Inmid dels kan duidelijk zijn dat deze jon gensboeken van Vlaamse komaf zijn. wat jc ook wel merkt aan een soms weelderig taalgebruik en weinig scru pules jegens heftige romantiek. Maar wat praat ik? De al eerder geciteerde jeugdige recensent had een gunstig oordeel. Deze boeken tellen 150 a 160 pagina's, zien er goed verzorgd uit en kosten ƒ7.90 per stuk. In 'Het land op de 10e verdieping' laat Frank Herzen een paar kinderen naar de bovenste verdieping van een bejaardenflat gaan en via sprekende dieren en een visite bij een oud vrouwtje worden deze kindertjes dan geconfronteerd met milieuverontreini ging en het bejaardenprobleem. Ik dacht dat je de jeugd wel op een wat volwassener manier met deze zaken in aanraking kon brengen dan hier ge beurt. Dit gevoegd bij 't feit dat de schrijver de portier ('het verschrikke lijk oude mannetje') plat laat praten ('allenig', 'ze ben") en tegen een paar stevige bastaardvloeken niet op ziet, maakt me niet geestdriftig voor dit boek. De tekeningen van Otto Dicke zijn leuk, dat wel. Het is een uitgave van Sijthoff, Leiden; de prijs is 6,—. niets „an de hand is, wordt dan gezegd. Maar ze vergeten, dat de stot teraar juist graag over zijn probleem praat. Zodra hij merkt, dat er niet over gepraat wordt, gaat hij het spel letje meespelen en probeert zijn stot teren te verbergen, wat natuurlijk weer extra spanningen veroorzaakt. Stotteren is dus een handicap, die op sociaal terrein ligt. Dat betekent, dat je de genezing ook op dit vlak tot stand moet proberen te brengen. Dat we dat in groepen doen, is een lo gisch gevolg daarvan'. Hoe komen de patiënten terecht bij het instituut? Veelal via artsen, psychiatrische afdelingen van zieken huizen, medisch opvoedkundige bu reaus en logopedisten. Spee: 'Hoewel wij menen, dat het wegnemen van de handicap vooral op het vakgebied van de logopedist ligt, hebben we goede contacten met de medici. Onder meer werken wij nauw en zeer prettig sa men met het academisch ziekenhuis in Utrecht, waar men veel in deze zgn. Doetinchemse methode ziet'. Trouwens ook steeds meer ouders blijken van de waarde ervan over tuigd te raken. Dat bewijst, volgens Spee, ook het feit, dat op verscheide ne plaatsen spontaan gespreksgroepen zijn ontstaan, waarin behalve ouders van stotterende kinderen ook anderen samen over opvoedingsaspecten pra ten. 'Dat de ouders worden ingescha keld, is zeer belangrijk omdat zij het nauwste bij de opvoeding zijn betrok ken. Vandaar het jongste initiatief in het Duivense instituut: de gezinsthe rapie. Deze besta;.t daaruit, dat gedu rende de weekends gezinnen met stot terende kindéren worden samenge bracht. Op die manier ervaren ook de ouders hoe je de gehandicapte de juiste helpende hand kunt bieden. Zij leren beseffen, dat je juist n.et c' e patiënten geen verstopper'je moet spe len. Met te zwijgen over stotteren vererger je de handicap alleen maar. De patient moet óf van die spreek angst en dat bereik je alleen maar door er samen óver te praten'. 'Hi. Hi! Ik ben uw gastheer in de onderaardse gewelven van de ver schrikking, ik bewaak die gewelven, ik zal u amuseren met een misselijk makend verhaal uit mijn griezelcollec tie, een verhaal dat u de rillingen over *x rug zal bezorgen. Es even kijkenOh nee niet kijken! Ik weet een lekker bloederig verhaal! Het heet... BLINDE GANGEN' Lezers van griezelverhalen toeten nu al waar ze aan toe zijn: hier volgt een verhaal dt niet bij voorkeur 's a- vonds gelezen moet worden, als men alleen thuis is en de gordijnen voor de ramen zacht heen en weer flap peren in de wind. Het verhaal gaat dan ook over een oud, verveloos toch tig, slecht onderhouden huis, waar een slecht mens arme blinde mannen en vrouwen mishandelt en uitzuigt, daarbij geholpen door een bloeddor stige hond. Het Stripschrift, het tijdschrift van het Stripscluip dat zich en doel selt belangselling e wekken voor strips in het algemeen en de Nederlandse strip in het bijzonder (uitgegeven door Levisson MPS, Rijswijk ZH) heeft een speciaal griezelnummer sa mengesteld, waarin een soort geschi edenis en overzicht van de horror strips uit Amerika geschetst wordt, een uitgebreide literatuurlijst is opge nomen en enkele huiveringwekkende strips zijn afgedrukt. Omdat bij dit soort strips de scheidslijn tussen gru wel en at ire niet altijd cherp te trekken i, en omdat griezelverhalen van vroeger voor ons nauwelijks eng genoeg zijn (vergelijk de griezelfilms die de VPRO uitzond) was het niet eens zo makkelijk om een paar ge schikte voobeelden van dit zeer spe ciale genre uit te zoeken. Dat met name de gruwelstrips slechte literatuur en een bedreiging voor onze schooljeugd zouden zijn, vindt heldin waardeloos Afgezien van de vraag, of je wel zin hebt je druk te maken over uitkerin gen als een kind uit je gezin over lijdt, is het toch erg pijnlijk in een verkeersmemorandum van de ANWB over jeugdverkeersbrigades te lezen, dat zo'n kind voor verzekeringmaat schappijen niet meer dan tweeduizend gulden waard is. Wordt het briga- diertje tijdens het beschermen van andere kinderen op de weg aangere den en blijft het daardoor levenslang invalide, dan is de uitkering hoger. Over het bedragje dat wordt uitbe taald als het kind door zo'n verkeers ongeluk sterft, lezen we: 'Het bedrag bij overlijden zal laag gehouden kun nen worden, omdat geen sprake is van kostwinnerschap.' Verzekeraars vinden kennelijk dat de prijs van een schoolkind met tweeduizend gulden ik betaald Is. De prijs van kleurentelevi sie of een tweedehands auto. reuzengraf Bij Noord-Barge in de gemeente Em- men hebben archeologen een dertig eeuwen oud graf blootgelegd, dat 21 meter lang is en 12 meter hreed. De cycloop, die Odysseus zondag op het scherm ontmoet, zou er in gepast hebben, maar dit reuzengraf was al leen zo groot, zegt archeoloog Kooi, omdat er een belangrijk iemand in begraven is, wiens as in een urn teruggevonden is. het bestuur van het Stripschap onzin. Inderdaad zijn horrorstrips niet erg geschikt voor kinderen, maa dan meer omdat ze de satirische ondertoon niet begrijpen, dan omdat deze strips 'slecht' zouden 2ijn. En zolang de namen van schrijvers als Ray Brad bury en Edgar Allan Poe aan de gruwelstrips verbonden zijn, is het met de literaire waarde van deze strips ook zo droevig niet gesteld. Bij de presentatie van dit nummer was ook de Amerikaan Forrest J. Ackerman aanwezig, specialist in science finction en horror, eigenaar van zo'n 100.000 boeken en tijdschrif ten over dit onderwerp. Ackerman schreef niet alleen horrorverhalen, maar speelde ook in een film mee, waain hij door het monster van Frankenstein vermoord werd. Een man die zoiets meegemaakt heeft, en desondanks zijn 13 kamers tellende huis zó volgestouwd heeft met griezel- dingen dat hijzelf nu ergens anders moet wonen, is zelf bijna SF gewor den. Zoals een bestuurslid van het Stripschap dan ook vriendelijk op merkte: 'Mr. Ackerman ivil na zijn dood ingevroren worden, en wordt dan waarschijnlijk zélf het meest unieke onderdeel van zijn collectie'. Om het griezelverhaal uit het begin ale maken: de arme blinden sluiten de hond en zijn baas op en timmeren een doolhof met scheermesjes in de wanden. Ze laten de man los, die een uitweg zoekt en zich daarbij lelijk verwondt. Dan wordt ook de hond losgelaten die zo'n honger heeft, dat hij zijn baasje achterna zit. Dan valt het licht ui. Voeg bij zo'n verhaal de vreselijke plaatjes van rollende ogen, slechte gebitten en kwijlende hondebekken, en het zal iedere griezelliefhebber duidelijk zijn. dat hij onverwijld het Stripschrift moet kopen. Al toen ze geboren werd, stond Nina Stryukowa in het brandpunt van de (Russische) belangstelling, omdat zij moeder Yewgenia's elfde kind was. Daarmee verdiende mama de hoogste Sowjet-titel voor moeders die van 'moeder-heldin', maar haar nu volwas sen dochter heeft haar glansrijk ver slagen. Nina is nu zelf tot heldin uitgeroepen, omdat ze sinds haar hu welijk met Yacow Levenets. 25 jaar geleden, al zeventien kinderen ter wereld heeft gebracht. Nina en Yacow vinden dat heel normaal, want niet alleen zij komt uit een groot gezin, Yacow was er ook een van de zestien. Het echtpaar, dat het hele Russische volk ten voorbeeld gesteld is als ten minste één familie die een steentje bijdraagt om het angstwekkend snel dalende geboortepeil omhoog te bren gen, woont sinds de eerste dag van zijn huwelijk in de Siberische stad Novosibirsk. Het is een keurig stenen huisje van één verdieping, met alle comfort, maar wel een beetje krap voor z'n negentienen, met bovendien nog vijf kleinkinderen De elf oudsten werken al en brengen samen maande lijks zo'n 5500 thuis waar nog eens een kleine 2500 aan kinderbijslag bijkomt, zodat er een piepklein vakan tiehuisje buiten de stad af kon. Moeder-heldin Nina vindt dat je echt gezinsgeluk alleen bereikt met een hoop kinderen en heldinnenman Ya cow zegt: 'Als we oud zijn, zitten we tenminste nooit alleen met al die kinderen verboden? Sinds in diverse landen duidelijk ge worden is dat honden een eigen w.c.- tje met eigen hondeluchtjes best kun nen waarderen, heeft ook de Franse badstad Nice er eentje neergezet. Op de bewuste plek, vanwaar men een fraai uitzicht op het badend volkje heeft, mócht een hond voorheen n flit. Er hing zelfs al bijna twintig - jaar een groot gemeentelijk bord met 'verboden voor honden' en een onbc- grijpeiijk éénrichtingsverkeerscirkel tegen liet muurtje, een verbod dat nog steeds niet is weggehaald. Die honden, voor wie dat bord altijd al wartaal is geweest, maakt dat niet zoveel uit, maar wat denk je nou als mens van zo'n losplaats met 'verboden voor honden er naast? onkosten Je ziet zo het verschil tussen een 1 gewone toerist en een congresganger: de laatste kan alles bij zijn bedrijf declareren en geeft dus twee- tot driemaal zoveel uit als de gewone 1 geveltjeskijker. Volgens het vakblad Horeca besteedt '.o'n congresganger per dag tussen de honderd en honderd- vijftig gulden. En dat moet ie alle maal na afloop van de congresdag, dus meestal 's avonds en misschien 's nachts, stuksmijten. Je vraagt je af, 1 waar dat geld naar toe gaat. Natuurlijk zijn de hotels blij met zulke klanten en ze treffen het, want, aldus Horeca, de trek in internationa le congressen neemt sterk toe. In 1959 werden er, alles her en der in de wereld bij elkaar geteld, 1758 con gressen gehouden en tien jaar later waren dat er al 40DC. Maar dat is nog maar een habbekrats vergeleken bij wat er voor 1980 verwacht wordt: 32.000 congressen met in totaal zes tien miljoen deelnemers, acht keer zoveel als al dat soort bijeenkomsten aan mensen noteerden tussen 1959 en 1939. Bijna driekwart van alle COO- gressen in 1970 is in" Europa gehou> den, waarvan ons land een mals graantje meepikte. 10: r i'ii t I i i <JEaC^{N^4vj£ 'Waar heb jij jc vak geleerd?"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1972 | | pagina 7