'ik vind architectuur
eigenlijk niet belangrijk'
Gerrit Herlaar:
leeft nog steeds
op een kruitvat
venentwintig jaar na de oorlog: meldingen van munitievondsten nemen toe
TT/kwartet zaterdag 10 ugi-tls it,-
BINNEMLANi, T1S/K15
een onzer verslaggevers
Iet fraaie Drentse dorp Rolde
iaat uitbreiden, ten gerieve van
>raren, ambtenaren en andere
jeuwe middenstanders, die in
PIorn Lssen een baan hebben en hier
n9'Sun tenten willen opslaan. De
loldense architect Gerrit Her
aar (40) is de man die aan de
ïdrij' rieg komt te staan van wat
traks Rolde-Zuid zal heten. De-
e week is namelijk bekend ge-
porden dat hij de door het ge-
icentebestuur uitgeschreven
me6 rijsvraag heeft gewonnen; zijn
uitwerp voor een brok nieuw
ktol> lolde werd door de jury uitge-
ozen, omdat de kenners waren
;etroffen door de wijze waarop
etracht is aansluiting met het
ude dorp Rolde te vinden en
oor de zeer moderne wijze
j jgraarop aan de ruimte tussen de
roningen vorm is gegeven'
citaat uit het juryrapport).
loals elke ordentelijke gemeente
chakelde ook Rolde een stedebouw-
undig bureau in voor de verkave-
ng van het terrein waarop ge-
SBkuwd moet worden. Rolde, koos,
■Bals vaker gebeurt, voor een zoge-
iamd vlekkenplan, dat wil zeggen
at op het terrein 'vlekken' overblij-
en, waarop architecten vrij zijn
aar eigen inzicht te bouwen (met
lachtneming van bepaalde restric-
omtrent de hoogte e.d.). In de
1 vliegt dan een makelaar of
elegger op die 'vlekken' af, en dan
amen er meestal brave standaard-
dossingen uit de bus. Maar Rolde
erliet op dit punt de welgebaande
egen, klopte niet bij een makelaar
1 belegger aan, maar vormde een
immissie ruimtelijke ordening, met
uk 'gewone' burgers er in, die de
todschap kreeg: bekijken jullie nu
ïns hoe we die vlekken zo fraai en
doelmatig mogelijk kunnen op
dien (de omschrijving is van deze
ïrichtgever)En zo kwam het tot
in prijsuitschrijving, waarbij de
(dracht niet was een soort van
mdkust op te zetten, maar te mik-
op premiewoningen.
'ild groen
■ijswinnaar Gerrit Herlaar woont
één van de zestien door hem
ibouwde huizen aan de Dr. Pi-
rdtlaan in Rolde. Aan de ene kant
an de weg staan bungalowtjes te
jken tussen voorbeeldige gazons
nette bloembedden, maar aande
erkant gaan de scheppingen van
chitect Herlaar goeddeels schuil
hter groen, dat wild opschiet con-
rm de gedachten en wensen van
i inmiddels via tv en tijdschriften
mdelijk bekende tekenleraar/tuin-
lan G. L. Ie Roy, die het 'terug
aar de natuur' nadrukkelijk in zijn
landel heeft geschreven,
errit Herlaar is een aanhanger van
it eerste uur van de heer Le Roy
i hij zegt: 'We hebben het niet
leen over brandnetels, zoals jij
isschien denkt, juist via mijn ge-
pekken met Le Roy ben ik bezig
iweest met de vraag: hoe ga je
limten vormen? En daar heb ik
tor mijn plan gebruik van kunnen
aken'.
AK- fgeknapt
h zitten inmiddels te praten in
nette gelegenheid in Borger, om
Architect Gerrit Herlaar
niet door de telefoon gestoord te
worden. Gerrit Herlaar begint zijn
alleszins geestdriftige uiteenzetting
met de opmerking: 'Ik vind architec
tuur eigenlijk niet belangrijk'.
Het wordt genoteerd. Architect Her
laar gaat verder:
'Weet je dat verscheidene adspirant-
kopers op het uiterlijk van mijn
huizen in Rolde zijn afgeknapt? Van
binnen vonden ze het geweldig
jij ook? dank jemaar, zeiden ze,
van buiten tóónt het zo weinig. Nou
't spijt me erg, maar voor geglazuur
de stenen of een bewerkelijke deur
partij moeten ze bij mij niet zijn,
allemaal flauwekul. Het gaat mij om
de wóónsituatie, en dét bedoel ik als
ik zeg dat ik architectuur niet be
langrijk vindt. Ga maar na. Waarom
zijn we zo gek op zo'n Drents boer
derijtje, of een arbeidershuisje
ik wil je straks het oude dorp Rolde
nog laten zienwaarom vinden
we zo'n ouwe bedoening zo mooi?
Om de architectuur? Natuurlijk
niet, want die stelt niks voor, maar
vanwege de situering van zo'n huis.
En ik ben tot de ontdekking geko
men dat zoiets tenslotte gewoon een
kwestie van méten is, van zoveel
meter naar voren of naar achteren,
van zoveel meter tussenruimte.
Waarom bloeit de Brink in ons dorp
zo mooi op? Omdat de toegangsweg
ernaartoe aan het eind iets smaller
wordt en dan is de verrassing van
de ruimte des te groter, en boven
dien krijg je hierdoor, omgekeerd,
dat deze ruimte tegelijk een veilige
beslotenheid suggereert.
In zo'n oud dorp is dat zo gegroeid,
dat éne huis is niet met die bedoe
ling wat meer naar voren gebouwd,
maar het resultaat is toch maar
geweldig. En neem zo'n straatje,
waarin een schuur het uitzicht op
het koor van de kerk belemmert
D'e schuur moeten ze nooit gaan
afbreken voor 't mooi, die schuur
moet iuist b'Liven staan, want hij
markeert het straatje niet alleen,
maar heeft bovendien iets in petto:
je loopt er langs en dan zie je
oneens de kerk compleet staan, stoer
en wel. Waarom' vinden de mensen
nieuwbouw saai? Omdat zulke din
gen ontbreken. Noem het maar ge-
.voon leuke hoekjes. En wat ik nu
probeer is in nieuw-Rolde aanslui
ting te krijgen op het oude Rolde'.
Niet copiëren
De vraag ligt voor de hand of je op
die manier niet archaïserend te
werk gaat, of je niet iets doet dat
neerkomt op old finish.
Gerrit Herlaar: 'Alsjeblieft niet! Ik
copieer niet! Als ik even op een
rijtje mag zetten hoe ik aan de gang
ging. Ik ben begonnen met het te
bouwen terrein te inventariseren.
Hoe ziet de grond er uit, hoe is de
waterloop, zijn er bijvoorbeeld aar
dige slootjes,, slingert ergens mis
schien nog een pad, en hoe zit het
met de begroeiing? Goed, en wat
ik hiervan' dacht te kunnen gebrui
ken in mijn plan, tekende ik in.
Daarbij was ik met het oude dorp
bezig: waarom vind je dat doorkijkje
zo leuk, wat is nou het aantrekkelij
ke van dat steegje? Ik heb al gezegd
dat mijn analyse me tot de overtui
ging bracht dat het een kwestie van
maten is, zoveel meter vooruit of
achteruit. Nu ga ik in mijn plan
niet alles schots en scheef zetten,
dat zou trouwens ook een onrenda
bel gebruik van de grond zijn. Hier
over gesproken: mijn plan voorziet
in tachtig huizen, terwijl op dit
terrein er maar 65 hoeven staan.
Waar was ik? O ja, ik ben er niet
op uit oude dingen over te poten in
De door Gerrit Herlaar in Rolde gebouwde huizen gaan goeddeels schuil achter uild opschietend
groen.
r Dick Ringlever
nentwintig jaar na de oorlog lijkt Nederland nog steeds op een
vat te leven, op nog onvoorstelbaar grote partijen munitie, die
jds als blindgangers de grond ingingen en in de hitte van het
cht vergeten zijn. De omvang van dat kruitvat is moeilijk te
n, maar alleen al de vondsten van vorig jaar tonen aan, dat de
m nog lang niet in zicht is: 7300 geschutgranaten, 1450 mortier-
aten, 450 raketten, 115 bommen, 143 landmijnen, vijf zeemijnen,
hand- en geweergranaten, 5000 kilogram kleinkalibermunitie en
3000 kilogram explosieven.
Verrassing in het oude Rolde, wie de schuur gepasseerd is, ziet opeens de kerk in volle glorie.
Architect Gerrit Herlaar
een nieuw dorp, maar na mijn
analyse en interpretatie van de, zeg
maar, leuke hoekjes in oud-Rolde
was al mijn aandacht er op gespitst
zulke elementen in mijn plan in te
brengen en ze te realiseren via wat
ik op het terrein aan bruikbaars
vond'.
Keuzemogelijkheid
Hoe bijvoorbeeld?
Architect Herlaar: 'Bijvoorbeeld
door een bestaande sloot niet dicht
te smijten, maar in te passen in je
plan. Je kunt de werking ervan
eventueel nog versterken door zo'n
sloot uit te laten lopen in een
vijver. Ik heb ook met i groen een
houtwal gemaaktgeprojecteerd,
moet ik zeggenwaarachter je
auto's kunt parkeren, want niet ie
dereen wil op blik uitkijken. Ik heb
liet wonen aan een knus, smal
straatje mogelijk gemaakt, of aan
een open plek of aan een stenen
pleintje. Zulk soort dingen. Op die
manier bied je voor mensen werke
lijk een keuzemogelijkheid, nl. ook
in hun wóónsituatie, want die is
niet bekeken met een L-vormige ka
mer of een doorzon-vertrek, laat
staan met een buitenlamp zus of een
afdakje zo. Enfin, over architectuur
heb ik het al gehad. En nog iets.
Ook het groen wat je aanbrengt
moet wezenlijk iets met de straat te
maken hebben, je moet de dingen
met elkaar in relatie brengen. Dat
ontbreekt in veel nieuwbouwbuur-
ten. Daar kun je in stille laantjer
van die lichtmasten tegenkomen, die
aan een rijksweg thuishoren, in
plaats van lantaarns waarvan je
zegt: die horen hier dat past hier.
Dat is nu maar een klein punt,
maar probeer je eens in te denken
wat de keus van een goeie lantaarn
betekent. Nog eens, ik heb het oudt
dorp niet nagebootst, maar me wel
als opdracht gesteld iets van de
grond te krijgen dat net als het
oude Rolde een verscheidenheid van
'leuke hoekjes' biedt. Ik hoef hier
toch geen duur verhaal over woon-
milieu en zo aan vast te knopen?'
tericht van vorige week uit Ca-
m over kinderen, die op een
ing één mortiergranaat uit het
groeven, steekt bij déze aantal-
■at schriel af en geeft maar een
fragmentarisch beeld van het
ïlijke gevaar. Want deze melding
r maar één van de bijna driedui-
die in een jaar binnenkomen bij
intrale militaire post achter de
iden rond Culemborg, ofwel
ïieel bij de sectie explosieven
mingsdienst (EOD) van de
tkwartiermeester-generaal.
het vreemde is', zegt het hoofd
leze dienst, luitenant-generaal E.
Groot, 'dat het aantal melain-
aarlijks toeneemt. De laatste tijd
met een dikke honderd. Met1 die
zijn alle prognoses diep de
in geboord. Vlak na de oorlog
nog gedacht, dat alles wel bin-
jaar zou zijn opgeruimd,
dat er sinds 1960 elk jaar
naar boven komt, is nauwelijks
te voorspellen wanneer we van
soul af zijn. Dat kan tien jaar
maar ook veel langer.'
ontwikkeling vooral het laat-
flecennium zo explosief is, laat
gemakkelijk verklaren. Met de
van de bouwactiviteiten,
van het aardgasnet en de
omvang groeiende kabelwer-
vaii ptt, wordt meer dan ooit ie
in de vaderlandse bodem ge-
En groter dan ooit tevoren is
°ok de kans, dat behalve vet
vergeten oorlogstuig naar boven
komt. Luitenant-kolonel De Groot:
'We zijn nu zelfs op het punt. dat
onze 45 monteurs (van landmacht,
luchtmacht, marine en het burger-
hulpverleningskorps van binnenlandse
zaken) het karwei nauwelijks meer
kunnen klaren. De meesten maken
zesdaagse werkweken. Als het zo door
gaat, hebben we meer mensen nodig.
Het lijkt wel lopende band-werk te
worden.'
Honderden
Met voorbeelden uit zijn lijvig archief
illustreert hij, dat lang niet alle kar
weien zich beperken tot het onschade
lijk maken van één granaat. Heel
vaak gebeurt het, dat één melding
wekenlang hard werken betekent voor
de monteurs. Zoals deze maand nog in
de stad Groningen, waar men bij
graafwerk stuitte op voorwerpen, die
normaliter niet in de grond worden
gevonden. Toen de monteurs een on
derzoek instelden, bleken er 77 grana
ten en twee magnesiumbommen te
moeten worden gedemonteerd. Een
soortgelijke ervaring heeft men in
Roermond gehad, waar vier 500 kilo-
gram-bommen en één bom van 250
kilo naar boven werden gehaald.
Vermeldenswaard is ook de vondst
van een paar jaar terug in een zwem
bad bij Tienaarloo. Duikende zwem
mers hadden daar een handvol grana
ten naar boven gebracht. Toen de
EOD werd ingeschakeld, werden 400
granaten, waaronder zeer gevaarlijke
Dit komt nog steeds uit de Nederlandse bodem
fosforgranaten opgevist. In de oorlog
waren ze als niet meer te gebruiken
munitie door militairen in het water
gedumpt.
'Dergelijke vondsten worden nog elk
jaar bij tientallen gedaan', zegt sectie
hoofd De Groot. 'Vooral in gebieden,
waar in de oorlog is gevochten. Als je
de kaart bekijkt, zie je dat de meeste
meldingen uit het zuiden komen. Uit
Brabant, vooral uit het Oosten, kwam
vorig jaar zo'n 22 procent van de
meldingen, uit Limburg twintig pro
cent, uit Gelderland zelfs dertig pro
cent. Als je dat met spelden gaat
uitbeelden, zie je er precies de op
mars-routes van de geallieerden in.
Vooral de streek rond Arnhem en
wordt omgesprongen, illustreert hij
met ervaringen van zijn monteurs in
Zeeland. 'Na die ontploffing in
Zeeuws-Vlaanderen zijn we verder
gaan speuren naar zeemijnen. En wat
zagen we: verscheidene bewoners van
buitenhuisjes hadden ze als decoratie
links en rechts van het tuinhek gezet.
Na een kwast fraaie verf zagen ze er
erg onschuldig uit, maar toen we de
boel onderzochten, bleken er toch
vier bij te zijn, die nog volledig
intact waren. De mensen hadden al
die tijd niet geweten welke gevaren
ze liepen.Als je die algemene on
achtzaamheid kent. verbaas je je ero
ver, dat het aantal ongelukken nog zo
beoerkt is. Per jaar gaat het gemid
deld maar om enkelingen.'
800.000 ton
Desondanks blijft overste De Groot
bij zijn waarschuwing oorlogstuig
nooit aan te raken en direct de poli
tie te bellen. Een zaak, waarop hij
nooit teveel zegt te kunnen aandrin
gen. Zeker nu is gebleken, dat het
kruitvat onder de Nederlandse bodem
voorlopig niet lijkt te zijn uitgeput.
'Ik ben ervan overtuigd, dat we nog
vele jaren munitie zullen opgraven.
Een eenvoudig rekensommetje leert
dat. Als je weet. dat in de oorlog
ongeveer acht miljoen ton munitie
door de geallieerden naar het conti
nent is gebracht, als je óók weet, dat
ongeveer vier miljoen ton daarvan is
gebruikt en dat daarvan grofweg tien
procent, dus 400.000 ton, uit blindgan
gers bestond, dan wordt wel duidelijk,
dat er nog vele tienduizenden tonnen
in Europa onder de grond moet lig
gen. En als je daar dan ook nog eens
het Duitse aandeel bij optelt, kom je
aan het dubbele. Dat ligt natuurlijk
niet allemaal in Nederland, maar dat
wij toch een flinke portie van cat
spul binnen de grenzen hebben, staat
we! vast. Het wachten is alleen op het
moment, dat we het naar boven kun
nen halen.
Groesbeek is berucht Daar is zoveel
geschoten, dat onze mensen er nog
steeds bijna dagwerk hebben. Een
ander gebied, dat vol spelden zit, is
Zeeuws-Vlaanderen. Daar wordt voor
al de laatste tijd ook nog al wat
gevonden, evenals trouwens in de
streek rond Velzen: we halen het er
gewoon met karrevrachten vandaan.'
Blindgangers
Voor zeker 98 procent betreffen deze
vondsten munitie uit de oorlog. En
ret grootste deel daarvan wordt ge
vormd door zogenaamde blindgangers,
granaten en bommen, die niet gefunc
tioneerd hebben.
De Groot: 'De munitie, die na de
oorlog nog intact was, is snel opge
ruimd en vaak weer gebruikt. Maar
met die blindgangers hebben we meer
problemen. Die liggen vaak meters
onder de grond verborgen en nie
mand weet, dét ze daar liggen. In
oorlogstijd wordt er nu eenmaal niet
zoveel aandacht geschonken aan een
niet-ontplofte granaat of bom. Boven
dien zijn ze gevaarlijker. Een granaat,
die intact is, kan je meestal zonder
risico vervoeren. Van een blindganger
weet je niets. Je weet niet hoelang
het ontstekingsmechanisme heeft ge
werkt. Eén seconde of langer? Zo'n
projectiel alleen maar aan te raken,
houdt een enorm risico in. De kans is
niet uitgesloten, dat het gelijk explo
deert. Alleen vakmensen kunnen dat
beordelcn. Voor de leek is het levens
gevaarlijk spul'.
Verbazing
Daarom verbaast, het de heer De
Groot, dat er vaak door de vinders
nog zo luchthartig mee wordt omge
sprongen. In dit verband noemt hij
het gebeurde in een dorp in Zeeuws-
Vlaanderen, waar vorig jaar een zee
mijn bij een sloper werd binnenge
bracht. 'De man had er geen flauw
Luitenant-kolonel De Groot
idee van dat er nog <»xplosieven inza
ten en begon er lustig op los te
timmeren. Toen de boel begon te
sissen, nam hij de benen, maar hij
kon niet voorkomen, dat de boel de
lucht in vloog. Schade: twee miljoen
gulden.
Als dat kinderen overkomt, kan ik
het nog begrijpen. De tien kinderen,
die vorig jaar ook in Zeeuws-
Vlaanderen bij het spelen met een
granaat op een speelplaats werden
gewond, kun je moeilijk iets kwalijk
nemen. Ze wisten niet beter. Maar
van volwassenen verwacht je meer
vèrstand.'
Hoe zorgeloos er vaak met oorlogstuig