Verkiezingen kunnen SPD nederlaag bezorgen
DieWahl
verloren?
Van Kongo naar Zaïre:
een riskante sprong
Brandts coalitie kampt met ongeloofwaardigheid
Moboetoe's doctrine sterk nationalistisch en rancuneus
TROUW/KWARTET ZATERDAG 22 JULI 1972
Buitenland Til Kif
door Jaap den Boef
De Westduitse kanselier Willy Brandt mag blij zijn dat de door hem voorgestelde vervroegde
Bondsdagverkiezingen pas op 3 december en niet over een week worden gehouden. De kans dat de
sociaal-democratische en liberale regeringspartijen dan door de oppositionele christen-democraten
verslagen zouden worden, is namelijk nogal groot Zelfs het weekblad Der Spiegel, dat Brandt wel
gezind is, houdt ernstig rekening met een nederlaag van de coalitiepartijen, al hebben ze de verkie
zingen zo ver mogelijk voor zich uit geschoven.
De strategen van de SPD en FDP meenden de zich verzettende christen-democraten in grote moeilijk
heden te hebben gebracht door op een vervroegde stembusstrijd aan te sturen. Zij dachten daardoor
de coalitie uit de moeilijkheden te halen, waarin die door het verloren gaan van haar meerderheid
in de Bondsdag verzeild was geraakt.
Het aftreden van 'superstar' Karl Schiller als minister van economische zaken en fianciën heeft
echter een lelijke streep door deze rekening gehaald.
Vanzelfsprekend doet men het thans
in sociaal-democratische kring voorko
men, dat er niets bijzonders aan de
hand is; dat het werk van Schiller
gewoon zal worden voortgezet en er
dus geen veranderingen in het rege
ringsbeleid komen; dat de eens zo
grote populariteit van Schiller bijna
geheel is verdwijnen, terwijl die van
zijn opvolger de vroegere minister
van defensie Helmut Schmidt juist
bijzonder groot zou zijn.
Hierbij vraagt men zich dan wel af,
waarom zowel sociaal-democratische
als liberale leiders hemel en aarde heb
ben bewogen om Schiller te doen
terugkomen op zijn besluit, afscheid
van Brandts kabinet te nemen. Het is
vooral de manier geweest, waarop
men hem in het kabinet voor voldon
gen feiten plaatste, die voor Schiller
aanleiding was. de eer aan zichzelf te
houden. Ook het feit, dat kanselier
Brandt hieraan zijn medewerking ver
leende, speelde een belangrijke rol
Solidariteit
Dit laatste is slechts ten dele waar,
omdat Brandt niets afwist van enige
samenzwering tegen Schiller (zijn mi
nister voor de kanselarij Horst Ehm-
ke was wèl van een en ander op de
hoogte). Bovendien had de kanselier
zijn superminister al veel te lang de
hand boven het hoofd gehouden.
Eensdeels siert het Brandt, dat hij
een bijzonder lastige maar briljante
minister niet zomaar aan de kant liet
zetten. Een te groot solidariteitsge
voel was er echter de oorzaak van.
Brandt stelde Schiller in staat, zich
weinig aan te trekken van de kritiek
van zijn collega's In het kabinet.
Dat de kanselier nog geen vijf maan
den voor de verkiezingen van 3 de
cember niet langer in staat bleek.
Schiller de helpende hand te reiken,
was een aanwijzing temeer dat Brandt
wel zijn sporen had verdiend met zijn
optreden op het terrein van de bui
tenlandse politiek, maar dat hij de weg
van de minste weerstand koos. als
zich binnen het kabinet moeilijkhe
den voordeden over wat gemakshalve
met 'binnenlandse politiek' kan wor
den aangeduid.
Deze weg van de minste weerstand
bewandelde Brandt telkens, wanneer
hij superminister Schiller tegenover
zijn rivalen in het kabinet ruggesteun
gaf. Die houding was begrijpelijk.
Schiller was een vakman en Brandt
heeft ongeveer tien jaar lang een
onbeperkt vertrouwen gehad in de
scherpe kijk van zijn hooggeleerde
medewerker. De kanselier moest wel.
want voor hem was het terrein van
financiën en economie (zoals voor
zovele regerllngsleiders) terra incog
nita.
Ook kanselier Konrad Adenauer wist
wat het betekende, met een mond vol
tanden te staan tegenover een bijzon
der knappe minister van economische
zaken (de latere kanselier Ludwig
Erhard). Niet de kanselier, maar de
man van het 'economische wonder'
ging bij de kiezers met de eer strij
ken, hetgeen voor Adenauer een hard
gelag was. Bij Brandt speelde deze
factor wat Schiller betreft een te
verwaarlozen rol. Het feit, dat hij al
zijn kansen op het ene paard Schiller
moest zetten, veranderde daar echter
niet door.
Vijf jaar
Om de ontwikkelingen van de laatste
weken op hun juiste waarde te kunnen
beoordelen, moeten we meer dan vijf
jaar in de geschiedenis van de Bonds
republiek teruggaan. De sociaal-demo
craten zaten toen nog altijd in de
oppositiebanken en het was de vraag,
of Willy Brandt een 'eeuwige ver
liezer' bij Bondsdagverkiezingen
zou aanblijven als leider van de SPD.
Algemeen werd aangenomen, dat de
toen al populaire Helmut Schmidt
(die Schiller vorige week ging vervan
gen) met de leiding van de partij zou
worden belast en ook de kanseliers
kandidaat van de SPD zou worden.
Brandt zou als burgemeester van
West-Berlijn langzaam in de vergetel
heid zijn geraakt, als de liberale FDP
niet uit de regeringscoalitie met de
christen-democraten onder leiding van
Ludwig Erhard zou zijn gestapt.
De sociaal-democraten hadden ervaren
dat de SPD als oppositiepartij altijd
op het tweede plan zou blijven, zij
grepen dan ook gretig het aanbod van
de christen-democraten aan, een 'grote
coalitie' te vormen ander leiding van
Kurt Georg Kiesinger een compro
mis-kandidaat van CDU en CSU, die
als minister-president van de deelstaat
Baden-WUrttemberg bijzonder popu
lair was. Brandt werd minister van
buitenlandse zaken (en als troostprijs
vi ce-kanselier).
Als minister van economische zaken
bracht hij Karl Schiller mee. die bij
wijze van spreken tegen de christen
democratische 'wonderdokter' Ludwig
Erhard kon opbieden wat zijn opvat
tingen over de Westduitse economi
sche politiek betrof. De SPD was
terwille van de potentiële kiezers een
burgerlijke partij geworden, die zich
in weinig onderscheidde van de CDU
Willy Brandt
en de CSU. Zo ging zij ook de
verkiezingen van 1969 in, met 'medi
cijnman' Schiller als grote trekpleis
ter. Zonder Schiller zouden SPD en
FDP samen geen meerderheid in de
Bondsdag hebben behaald.
Te gering
Die meerderheid was echter zu ge
ring, dat de vorming van een coalitie
kabinet van sociaal-democraten en li
beralen geen politieke vanzelfspre
kendheid was. maar 'n onvermijdelijk
gevolg van de vastbeslotenheid van
SPD en FDP een eind te maken aan
de heerschappij van CDU en CSU, die
toen al 20 jaar bestond. Grote ver
deeldheid onder de christen-democra
ten stelden SPD en FDP in staat, met
een geringe meerderheid te regeren,
mede dank zij de 'Ostpolitik' van de
nieuwe kanselier, Willy Brandt.
De verlening van de Nobelprijs voor
de vrede aan de Westduitse kanselier
leek definitief een eind te maken aan
pogingen van de oppositie, de coalitie
De voorpagina van het weekblad 'Der Spiegel' van 10 juli liet geen twijfel
bestaan over de schade die het aftreden van Schiller dc positie van de SPD
kan berokkenen.
van Brandt en Walter Scheel (de
liberale minister van buitenlandse za
ken, tevens vice-kanselier) en de ver
dragen met Rusland en Polen in
moeilijkheden te brengen.
Onbehagen over deze verdragen en
over het financieel-economische beleid
van de coalitie leidde er echter toe.
dat kanselier Brandt zijn meerderheid
in de Bondsdag verloor. En als oppo
sitieleider Rainer Candidus Barzel het
geduld had kunnen opbrengen om
met het indienen van zijn 'construc
tieve motie van wantrouen' te wach
ten tot een beslissing over de 'Ostver-
trage' zou zijn gevallen, zou Brandt
thans vrijwel zeker leider van de
sociaal-democratische oppositie in de
Bondsdag zijn geweest, die het had
moeten opnemen tegen kanselier Rai
ner Candidus Barzel.
Deze meende echter dat de voor de
CDU gunstige uitslag van de verkie
zingen in de deelstaat Baden-
WUrttemberg (door Brandt en Scheel
tot een 'volksuitspraak over de ver
dragen met Rusland en Polen uitge
roepen) een vernietigende uitwerking
zou hebben op het prestige van de
kanselier. Brandts politieke leven werd
toen gered door enkele partijgenoten
van Barzel, die bij de geheime stem
ming over de 'constructieve motie van
wantrouwen' weigerden mee te wer
ken aan de val van Brandt en het op
losse schroeven zetten van de 'Ost-
vertrage'.
Eigenlijk had Brandt Schiller vorig
sche minister van financiën Alex
Möller weigerde, nog langer onder
het juk van zijn Schiller door te
gaan. Al te gemakkelijk koos Brandt
de zijde van zijn economische wonder
dokter die hij om diens verantwoor
delijkheid voor de verdere gang van
zaken te onderstrepen ook de por
tefeuille van financiën in handen
speelde.
De uittocht die het gevolg was van
Schillers optreden als 'superminister
weerhield de kanselier er niet van,
hem ook verder 'carte blanche' te ge
ven.
Brandt had een weg betreden, waarop
geen terugkeer mogelijk was. Het af
treden van Schiller paste dan ook
geenszins in de opzet van de kanselier.
Wat was het geval? Schiller was de
zelfde vakminister gebleven, die als
paradepaardje van de sociaal-democra
ten fungeerde die nog dolgraag se
rieus genomen wilde worden als rege
ringspartij. Vijf jaar na het eerste
optreden van Schiller in de 'grote
coalitie' van CDU/CSU en SPD waren
de doelstellingen van de SPD echter
veranderd, mede onder invloed van
het optreden van de Jonge socialisten
(Jusos), die een drastische hervor
ming van de maatschappelijke structu
ren eisten.
Opportunisme
Helmut Schmidt
jaar al voor de keus moeten plaatsen,
zijn beleid aan te passen aan het door
de coalitiepartijen gewenste hervor
mingsprogramma, of heen te gaan als
minister. De gelegenheid daartoe deed
zich voor toen de sociaal-democrati-
De SPD was al geruime tijd bezig
haar sociaal-democratische karakter te
verliezen en socialistische trekjes aan
te nemen. In de top wenste men
echter de 'oudere generatie' niet te
verontrusten en de grote tegemoetko
mendheid van Brandt tegenover Schil
ler valt voor een belangrijk deel te
verklaren uit deze min of meer oppor
tunistische houding van de partijlei
ding. Want behalve de kanselier was
ook de vroegere communist Herbert
Wehner (lange tijd de theoreticus van
de SPD) om zuiver tactische redenen
een tegenstander van Schillers heen
gaan. Deze tweeslachtige houding kan
zich gaan wreken, nu Schiller voor de
eer heeft bedankt tot aan de verkie
zingen van 3 december de schone
schijn op te houden.
Dit twijfelachtige voorrecht heeft nu
Schillers opvolger Helmut Schmidt,
één van de belangrijkste vertegen
woordigers van de 'rechtervleugel' in
de SPD. Helemaal 'ongeschoold' is de
nieuwe superminister niet, omdat hij
economie en politieke wetenschappen
heeft gestudeerd bij niemand minder
dan prof. Karl Schiller, zijn voorgan
ger. Een vakminister is Schmidt op
economische zaken en financiën ech
ter niet Brandt heeft de keus op hem
laten vallen, omdat het parlement op
reces is en het benoemen van een niet
reeds tot het kabinet behorende minis
ter 'technische moeilijkheden' ople
vert.
Bovendien is Schmidt de SPD-minis-
ter die vele jaren (om zoveel moge
lijk geld voor defensie in de wacht te
kunnen slepen) de belangrijkste be
strijder van Schillders politiek was.
Ook de grote populariteit die men
Schmidt (om nog niet aangetoonde
redenen) meent te moeten toeschrij
ven, zal een rol hebben gespeeld. Dit
neemt niet weg, dat de nieuwe super
minister slechts de 'lopende zaken'
hoeft te behartigen en er nauwelijks
aan zal toekomen, een eigen gezicht
te geven aan het financieel-economi
sche beleid van de Bondsrepubliek.
Hij zal daar zelfs geen gelegenhei
voor krijgen, omdat de linkervleug
van de partij er geen genoegen mi
zou nemen. Er zijn aanwijzingen d
kanselier Brandt en andere leides
van de SPD reeds besloten hebbe
een belangrijke plaats in te ruime
voor de ideeën van wat we gemal
halve 'Nieuw Links' kunnen noeme
Eén van de redenen die Schiller er te
brachten, demonstratief af te trede
was de wetenschap dat hij na i
verkiezingen van 3 december zou wo
den afgedankt.
Helaas maakt de SPD van Wil
Brandt thans de indruk een partij
zijn, die van twee walletjes wil ete
zij wil graag de activiteiten van i
linkervleugel haar zegen geven o
zoveel mogelijk jonge kiezers acht
zich te krijgen, maar tegelijkerti
doet zij alle moeite om de 'ouderen'
doen geloven dat aan de invloed w
die linkervleugel niet al te veel bet
kenis moet worden gehecht.
Zolang Schiller nog aan het bewii
was, had de SPD het daar nog ni
moeilijk mee. Na het vertek v
Schiller zal de benoeming van
conservatief ingestelde sociaal-den
craat Helmut Schmidt niet kunn
verhinderen, dat de SPD van Wi
Brandt in de ogen van veel kiezi
aan geloofwaardigheid zal verlieze
Brandt zal in de komende maand
ook nog een duidelijke keus moet
maken uit twee mogelijkheden: 1.
'aangepaste' voortzetting van het
nancieel-economisch en sociale beli
van de christen-democraten (zo
sinds 1969 is gebeurd), of 2. e
drastische ingreep in de maatschap]
lijke verhoudingen in de Bondsrej
bliek, met alle gevolgen daarvan.
In het eerste geval loopt de S!
gevaar heel wat jonge kiezers v
zich te vervreemden. Kiest Brai
voor de tweede oplossing, dan m
ter 'rechterzijde' een massale uittoi
uit zijn partij worden verwac
Slechts één ding is duidelijk: wel
keus de kanselier ook maakt
kans dat de coalitie haar meerderhi
in de Bondsdag verliest, is er in
geval.
Verdrag met Praag
Slechts een succes op het terrein v
de buitenlandse politiek kan SPD
FDP nog uitkomst brengen. Dat z<
kunnen gebeuren als de vervroeg
verkiezingen van 3 december in I
teken staan van een felle strijd tuss
voor- en tegenstanders van een r,
malisatieverdrag met Tsjechoslowaki
Er kan tegen die tijd een sfeer z
gegroeid die herinneringen oprot
aan de geladen stemming van enkt
maanden geleden rondom de ratifi
tic van de verdragen met Rusland
Polen. Een soortgelijk akkoord i
het bewind in Praag als inzet van
verkiezingen zou de emoties fel d(
oplaaien en de aandacht van talri
kiezers afleiden van de werkelih
problemen, die deze vervroegde \v
kiezingen noodzakelijk hebben it
maakt. r
Dan zou vice-kanselier Walter Scl c
nog gelijk kunnen krijgen met i
snierende opmerking dat de 'beu
king in november op de vraag 'Wit t
Schiller?' zal antwoorden: een bek 4
de Duitse dichter'. Te oordelen n
de interviews die de afgetreden mini
ter veelvuldig weggeeft, is hij echt
niet van plan, zo gauw in dp verge
heid te geraken.
door dr. G. J. C. van der Horst
In Zaïre, het voormalige Kongo, heb
ben zich een aantal spectaculaire ont
wikkelingen voorgedaan. De lage
grondstofprijzen voor het koper en de
mondiale economische malaise ver
oorzaakten een sterke economische te
ruggang. Salarlsvennlndering. toene
mende werkloosheid, en ontevreden
heid waren er het directe gevolg van.
Waarschijnlijk mede om deze onlust
gevoelens weg te nemen, heeft presi
dent Moboetoe een half jaar geleden
een massale campagne gestart onder
het motto Recours a l'Authenticité
(beroep op de oorspronkelijkheid).
De actie werd ingeluid door de mar
kante naamsverandering van Kongo in
Zaïre, de Invoering van een nieuw
volkslied en een nieuwe vlag. Na elf
Jaar onafhankelijkheid moest de de
mocratische republiek Kongo een
nieuw gezicht krijgen. De ingedron
gen westerse cultuurvormen moesten
verdwijnen en de Inwoners van Zaïre
dienden een authentieke levenswijze
te gaan telden. Het is op zichzelf een
loffelijk initiatief de oude Afrikaanse
cultuur nieuw leven In te blazen. Te
dikwijls wordt de westerse wijze van
teven klakkeloos overgenomen, met
name door de heersende elite, die
zich slechts ln dat levenspatroon ge
lijk of superieur acht aan de blanke.
Koninkrijk
Vernederd In de koloniale tijd. econo
misch uitgebuit in de ontwikkelings
fase na de onafhankelijkheid, voelt
men zich nog steeds tweederangs we
reldburgert. Toch behoeft Zaïre zich
niet over zijn afkomst te schamen.
Toen Diego Cao In 1482 de monding
van de Kongo ontdekte, trof hij er
het hecht bestuurde koninkrijk Kongo
aan. De geschiedenis van dit konink
rijk is beter bekend dan van enig
ander rijk in zwart Afrika. Er bestaan
vele geschreven documenten van Por
tugese, Spaanse en Italiaanse oor
sprong over de Kongolese dynastie,
die haar hoofdstad in San Salvador
(het huidige Angola) had. Uit deze
overlevering komt een duidelijk beeld
naar voren van het onderwijs, de
administratie en de technische presta
ties uit die tijd. De zestiende eeuw
was de gouden tijd waarin koning
Alfonso I regelmatig afgezanten naar
het Portugese hof stuurde. Ook stuur
den Kongolezen toen adellijke jonge
lieden naar Europa om aich daar te
bekwamen. Het bekendste voorbeeld
was Don Henrique, een zoon van
Alfonso, die op 11-jarige leeftijd naar
Lissabon werd gestuurd. In 1513 hield
hij een rede ln het Latijn voor het
kardinaalscollege in Rome. In de loop
van de achttiende eeuw ls dit rijk
door burgertwisten ten onder gegaan.
Ook andere bentoe-rijken rijn ln de
savannes, ten zuiden van het tropi
sche regenwoud, opgekomen. Bij
voorbeeld die van Bakouba, Balouba
en M'Siri. De nieuwe tijd is echter als
een wals over het verleden gegaan en
de oude cultuur leeft nog slechts in
vergeelde reisjournalen voort
Geen eenheid
De bevolking van Zaïre vormt geen
eenheid. Er bestaat geen bantoe-ras.
maar een bantoe-taal. waaruit de ver
schillende stammen talen ontstaan
rijn. Uit dit conglomeraat zoekt de
partij voor de nieuwe tijd een ontwik
kelingsmodel, geworteld in de 'traditi
onele Afrikaanse samenleving' en ge
voed door 'de bantoefilosofie'. Maar
deze onderneming schijnt complexer
te zijn dan ze op het eerste gezicht
lijkt. In hoeverre kan de overleefde
maatschappij-leer, die ontstaan is uit
een traditionele Afrikaanse stammen-
gemeenschap, de problemen van een
technisch tijdperk oplossen? De stra
tegie blijft gekunsteld zolang een dui
delijke omschrijving van het model
ontbreekt. Wat dat betreft ls het
Tanzaniaanse experiment uniek in
Afrika. Daar experimenteert men in het
socialisme met overheersende waarden
en normen van de oude samenleving:
solidariteit en gemeenschapszin. Een
Intensieve landbouwpolitiek is hier
van het gevolg geweest, waarbij ge
meenschappen in de geest van kib-
boetzim gesticht zijn. In zijn ujamaa-
ideologie heeft Nyerere uitdrukking
gegeven aan deze geest van solidari
teit en gemeenschapszin.
Rancune
Zo gerijpt is de authenticiteits-gedach-
te van Zaïre kennelijk niet. Zij is
antithetisch en stelt 'de bantoe-flloso-
fie' als tegenhanger van het westers
cultuurpatroon. Uit de gebruikte slo
gans is echter geen mensbeschouwing
of maatschappijleer te distilleren, die
de sociale en economische problemen
van het land kan oplossen. De doctri
ne is sterk nationalistisch en draagt
veel kenmerken '-an rancune jegens
de koloniale bezetter ;n zich. Hiervan
getuigt de beeldenstorm van oudjaar
1971. Op die dag werden alle
standbeelden van koloniale helden
van hun sokkel gelicht. Ook het reus
President Moboetoe, Josepth Désiré, die nu Moboetoe Sese Seko heet.
achtige beeld van Stanley, die uit
keek over 'zijn' rivier de Kongo, werd
in Kinshasa geslecht. Op nieuwjaars
morgen waren nog slechts de ïulnes
te bezichtigen.
De authenticiteit wordt voorts symbo
lisch beleden. Kongo werd vervangen
door Zaïre, verscheidene plaatsen en
provincies werden herdoopt. De be
kende Koperprovincie Katanga heet
nu Shaba. Ingrijpender was de
maatregel van de president van 15
februari, waarbij opgeroepen werd al
le persoonsnamen van buitenlandse
oorsprong te wijzigen in namen, ont
leend aan die van voorouders. Zelf
gaf hij het voorbeeld door zijn naam,
Moboetoe, Joseph Désiré, te wijzigen
in Moboetoe Sese Seko. Plotseling
stonden de Zaïrese kranten vol met
naamswijzigingen, waardoor er soms
een babylonische spraakverwarring
heerste.
Oppositie
Van kritiek op de nieuwe maatregel
was geen sprake tot in januari het
katholieke maandblad Afrique Chré-
tienne verscheen met een redactioneel
commentaar op de authenticlteits-poli-
tiek. Dit nummer heeft kardinaal Ma-
loela zijn kop gekost. In het artikel
werd de vraag gesteld in hoeverre de
oude Afrikaanse filosofie de actuele
problemen van de moderne wereld
kan oplossen. Het stuk vervolgt: 'We
hoeven niet meer als neger het recht
op te eisen om als 'waardig mens'
door de buitenwereld aanvaard te
worden. De inzet is niet meer de
erkenning van dit recht, maar de
uitoefening ervan We moeten tot da
den overgaan en door de verwezenlij
king ervan kunnen we onze waardig
heid als Afrikaan opleggen. Het gaat
er niet om slogans te uiten over onze
originaliteit, onze waarden Maar
we moeten voor het oog der wereld,
deze oorspronkelijkheid en deze
waarden in feiten omzetten'.
Doopnamen
De kardinaal van Kinshasa werd als
de kwade genius achter dit artikel
gezien en in grove termen betichtten
de autoriteiten hem van een oneerlij
ke oppositie. Onder sterke druk van
de regeringspartij moest Maloela op
11 februari Zaïre verlaten. Hij ver
blijft nog steeds in Rome. In het
kielzog van de kardinaal werden nog
vier buitenlandse priesters uitgewe
zen.
De confrontatie met de roomskatholie-
ke kerk richtte zich ook nog op een
ander front. In het kader van de
naamsveranderingen was het de partij
een doorn in het oog dat de roomska-
tholieke kerk als vanouds heiligen
namen bij de doop meegaf. De partij
droeg de kerk op voortaan uitsluitend
te dopen met authentieke Zaïrese na
men. Toen van de zijde van Rome
bevestigd werd. dat de doop- en heili
gennamen ontkoppeld konden worden,
werd de'e mededeling door de pers in
Zaïre ten onrechte geïnterpreteerd als
zou de paus kardinaal Maloela gede
savoueerd hebben. Zaterdag 19 febru
ari werd tot feestdag geproclameerd
en in het hele land werden marsen
demonstraties gehouden ter vief
van deze 'overwinning' op Maloela.
Op bevel van het Bureau Politii
werd in deze tijd het grootsemina
Johannes XXIII in Kinshasa geslol I
omdat het bisschoppencollege i
toegestemd had in de installatie j
de JMPR, de jeugdbeweging van
partij, in het seminarie. Nadat
secretaris van het college, pater Jl
mans. door de autoriteiten uitgewe
was. is het college voor de druk
het Bureau Politique gezwicht,
staat heeft daarop het seminarie op
april weer geopend. Q
Door haar sterke positie en het
organisatie heeft de rooms-katholi
kerk zich kritischer opgesteld dan
andere religieuze groeperingen. 1
kan men van de protestantse ker li
aan opbouwende kritiek verwacl a
wanneer zij over 50 verschillende i
dingen verdeeld zijn? Met het doel1
godsdienstige groepen vast in de h
te krijgen, heeft de minister
justitie op 7 januari besloten,
slechts drie protestantse kerken
Zaïre toegelaten zullen blijven, die
de Eglise du Christ au Zaïre (natii e
le protestantse raad van kerken) J n
ticiperen Dc fundamentalistische r
dingsgenootschappen en de daa:*,.
voortgekomen kerken, kunnen i
moeilijk vinden in deze raad,
officieel lid is van de wereldraad g
kerken, Spanningen en breuken in
protestantse missies zijn daarom i s
uitgesloten. Een zekere rechtvaar! je
heid kan aan deze justitiële eis i
ontzegd worden, >.ndat het land v e
nig gediend is met een dergel
grote veelvuldigheid van geloofs r
kondiging.
Mobilisatie
Een volk dat uitsluitend leeft bij
gratie van ontwikkelingshulp, k
zijn afhankelijkheid nooit te bot
Tenzij het ontwikkelingsland de til
den met de neo-koloniale help
doorsnijdt en een zelfstandige eed
mische politiek voert, zullen de afh ic
kelijkheid en uitbuiting immer i rl,
ven. Een dergelijke politiek, die vc
lopig tot een isolement leidt, vei ai
de steun van de gehele bevolk er
Indien de Recours 1'Authenticity te
Zaïre deze mobilisatie in Zaïre be fe
deren zal en niet de aandacht van
fundamentele economische crisis
leidt, zal haar betekenis van werk
ke waarde voor de Afrikaanse we er
zijn. Het is echter zeer de vraag o ar
zich tot dit niveau verheffen zaL