vandaag
Beroepings-
werk
Financieringsfonds voor
volkshuisvesting bepleit
Motorrijder verongelukt
BIJ EEN HERDRUK
VAN SCHILDER
door dr. C. Rijnsdorp
Prof. dr. K. Schilder heeft in maart 1951 nog de derde druk verzorgd
van zijn november 1924 voor het eerst verschenen boek De Open
baring van Johannes en het sociale leven. En nu is er. bij de uitge
verij Ton Bolland te Amsterdam, een vierde druk uitgekomen, een
fotomechanische herdruk, ingeleid door ds. W. G. de Vries (356
biz.; prijs ƒ18,90). 'Alles bleef dus onveranderd, maar dit is geen
nadeel. Het gaat hier immers om de onveranderde boodschap van
God in en voor een snel-veranderende maatschappij. Daarin brengen
de ruim twintig jaren die tussen de derde en vierde druk liggen
geen verandering', zegt De Vries.
Dit is natuurlijk waar voor wat het
laatste bijbelboek zelf betreft. Maar
over een commentaar mag zo absoluut
niet gesproken worden. De boodschap
van God is niet identiek met een
beschouwing daarover, ook niet door
een theoloog van het formaat en met
de geniale inslag van Schilder. En
daar komt bij dat juist uitgerekend
de laatste twintig jaar de wereld in
grijpend hebben veranderd. De uitleg
gende en beschouwende commentator
staat ook zelf in de stroom van het
leven en hij is zelf voor een deel
product van eigen aanleg en levens
omstandigheden. Indien Schilder de
ze twintig Jaren nog had kunnen
meebeleven, dan zou hij, allemaal op
zijn eigen vakgebied, met veel zijn
geconfronteerd dat hem tot reken
schap zou hebben gedwongen. Daarom
had deze aankondiging van de vierde
druk wel wat genuanceerder gekund
Toch boelend
Toch is de herdruk van dit voor
de gemeente geschreven boek een
boeiende aangelegenheid. Ik geloof
dat we het nu beter kunnen beoorde
len dan toen in 1924 de eerste druk
verscheen. De grote rijkdom aan grote
woorden zien we nu samenhangen
met de verbalistische inslag zowel in
de literatuur als in de kanselstijl van
die tijd. Het expressionisme in do
toenmalige letterkunde kon zeer
woordenrijk zijn. Ook Schilder had
dat explosieve, middelpunt-vliedende,
dat grote ruimte voor zijn uiteenzet
tingen vereiste. De vaderlandse theo
logie was trouwens van oudsher
breedsprakig geweest. Ook het smeden
van neologismen was zeer geliefd en
Schilder deed dat graag en vaak, liefst
met Grieks en Latijn. Er zijn bladzij
den in dit boek die gewoon onlees
baar zijn door de opzichtige en gefor
ceerde terminologie. De vergelijking
van een preek met een maaltijd (licht
brood, zware kost, ik ga liever bi.i
Japie eten enz.) wijst op zichzelf a>
op die sterk verbalistische inslag in
theologie en kerk, waarbij men zich
met woorden voedt en meent daarin
de zaken gediend te hebben
Crisis en oorlog
In de crisisjaren en tegen de tweede
wereldoorlog aan was de Openbaring
van Johannes echt een boek om er
indrukwekkende preken over te ma
ken. Men was zelf nog niet onder hef
oordeel doorgegaan, leefde wel onder
de dreiging maar kon zich, om met
Ter Braak te spreken, nog 'lekker
voelen'. Vandaag echter is men zo
geschrokken van de apokalyptiek dei
werkelijkheid, dat men bang is gewor
den van de werkelijkheid der apo
kalyptiek.
De eer die Schilder toekomt is. dat
hij zijn exclusief Schrift- en kerkbe
grip serieus heeft genomen, juist ook
in de oorlog. Hij stond achter wat hij
schreef. Dit wetend, kan men de bijt*»
rige toon, die velen, juist van zijn
mede-christenen, zo onnodig gekwetst
heeft, verdragen. Hij was immers zelf
een gekwetste! Maar met alle eerbied
voor het geniale In Schilder vind ik
dit boek. op die afstand van tientallen
jaren, geen eerste-klas werk. Alles
wordt bezien vanuit het grondschema
waar-vals. Natuurlijk is er een ant'
these, maar die mag niet als een
zwart-wit schema worden gehanteerd
De nuance heeft In de bijbel, bij Jezus
en Paulus, een legitieme plaats. Schil
der had iets van de knecht uit de
gelijkenis, die het onkruid tussen de
tarwe wilde weghalen, op gevaar af
het goede kruid te beschadigen. Over
die gelijkenis heb ik hem nooit horen
preken.
Over de theologische waarde van zijn
boek voor vandaag zullen vakgenoten
moeten oordelen: ik recenseer als be
langstellend gemeentelid en literator.
En dan valt mij toch op dat het
sociale leven in dit boek een veelszins
schimmige grootheid blijft. Het werk
is niet vrij van een zeker studeerka
mer- en kansel-triumfalisme, waarbij
de tegenstander gemakkelijk vernie
tigd kan worden, omdat hij afwezig
is. Hier ziet men het gevaar van een
eenzijdig-theologische benadering van
de vraagstukken der samenleving, die
door het toevoegen van nieuwe hoofd
stukken in 1951 niet verholpen is.
Schilder zal zelf gevoeld hebben dat
de sociologische documentatie in zijn
boek de zwakke zijde was. En wat is
fr sinds 1951 juist op sociologisch
gebied niet te doen geweest! Tenzij
men deze hele wetenschap als ver
dacht wil brandmerken, wat hier dan
ook gebeurt.
Schilder polemiseert met Nietzsche en
hij heeft van deze levens- en cultuur
filosoof het een en ander geleerd.
Van Goethe daarentegen, met diens
oog en begrip voor het gecompliceer
de. heeft hij niets geleerd. De sociale
werkelijkheid met haar verwikkelin
gen en verwikkeldheid komt nauwe
lijks in het vizier. De auteur had te
weinig geduld met gecompliceerde si-
Prof. dr. K. Schilder
tuaties en hakte de knopen liever
antithetisch door. Dit wijst op een
zeker rationalisme in zijn manier van
denken. Natuurlijk is deze herdruk
van historisch belang, maar ik ben
een beetje bang voor de onkritische
discipelen en vereerders van Schilder,
die, evenals de inleiders van deze
vierde druk, geen onderscheid zien
tussen de boodschap van God en een
nog zo indrukwekkende beschouwing
daarover. Waarin ik mij wel helemaal
vinden kan, dat is Schilders dramati
sche conceptie van kerk- en wereldge
schiedenis, want zo ziet 3e bijbel het
zelf ook.
WAAROM?
Vandaag lezen we verder in h
haal van Kain en Abel. Het
dat we hoorden was dat God op
en zijn offer geen acht sloe
lezen we dat Kain zeer toornl
'en zijn gelaat betrok'. De c
nenheid waarmee hij blijkba
offer gebracht heeft verandert
grimmige spanning. Z'n gelaat
staat er eigenlijk. We moeten 1
snel zeggen dat we zoiets niet
pen, want dit is nu juist bi
begrijpelijk. En zeker een grex
hagen over de man wiens offei
baar niet aanvaard wordt. Wa
hij anders? Er staat nog niet
Kain in toorn tegen-God ontb
Hier is een mens in nood.
zouden willen vragen wat
verkeerd aan Kain was zoui
misschien moeten zeggen dat
niet tot God wendde, dat hij G
aansprak met een vraag: v»
God? Dat doet hij niet. Wel
God het gesprek. God vraagt
waarom? God vraagt naar dat
ken gezicht van Kain. Hij
weer ontspannen als hij nu
handelt', d.w.z. het goede ai
vindt op deze situatie. Ook 1
den wij 'onderwezen' in de
met God. Hier is zo iets ond<
delijks, een niet aangenomen
'mijn God gaat aan mijn weg
Wij kennen die reactie van R
worden stroef tegen God. Wil
niet? wat helemaal het gev
hoeft te zijn dan wil ik He
We zetten de stekels op, we
ons op in ons zelf in een broei
wrok, zoals we dat kennen van
onderlinge verhoudingen. Maar
wil dat niet. Misschien hebben
nog niet gehoord, maar Hij opei
gesprek en Hij vraagt ons: wai
Waarom heb je geen vreugde er
je met een lang gericht? Dat
toch niet, zegt God. Dit moete
samen leren. Tegenover elkaar,
nu, hier in dit verhaal, tege
God. Ons leven is een verstooi
ven, het ligt allemaal niet vlak
God en ons, maar Hij wil me
spreken en Hij wil ons antwo«
die ene vraag: waarom? (Genesis
7).
Nog steeds is de kerkdienst in geding.
Het ziet er naar uit dat dit nog wel
een tijdje zo zal blijven. De afkalving
van het aantal bezoekers niet over
al en niet overal in dezelfde mate en
om dezelfde oorzaken is een gege
ven waaromheen men zich bezinnen
moet. Men dient naar de werkelijk
heid ervan te vragen en naar de
oorzaken te zoeken om tot een beslis
sing te komen nl. gewoon doorgaan,
gewijzigd doorgaan of ermee ophou
den. Van al deze beslissingen is iets
terug te vinden in het boek 'Wat
vindt u van de kerkdienst' (Zomer en
Keuning. Wageningen; prijs 990).
Wij aarzelen niet om meteen te zeg
gen dat het bijzonder wenselijk is. dat
iedere predikant, voorganger of hoe
hij heten moge, van deze bundel op
stellen op z'n minst kennis neemt om
zo mogelijk daarmee zijn kerkdienst
kritisch te bezien.
In het Woord vooraf geeft de uitgever
een kleine verantwoording. De ver
minderde belangstelling voor de kerk
dienst en de roep om andere vormen
hebben hom resp aan dr. G. Dekker,
prof. dr. II. Jonker en Eimert Pruim
doen vragen om een sociologische,
theologische en prsktische doorlich
ting van het probleem. Verder wer
den aan een negental anderen (te
weten: dr. C. Graafland, ds. A. .1.
Hoorn. D. van Katwijk, prof. dr. G.
N. Lammens, ds. J Overduin. ds R.
.1. van Pagée, prof. dr P. Smits.
Herman Verbeek en ds. H. A. Visser)
een aantal pittige vragen gesteld, op
welke vragen hun artikel een ant
woord zon mopten geven. De heer D.
\an Katwllk is de enige niet-voorgan-
gcr en Herman Verbeek de enige
katholiek.
Echt protestants
De verzamelbundel is een echt prote
stants boek geworden. Wie kerkdienst
zegt. zegt preek en daar hebben bijna
alle bildraeers zich bewust of onbe
wust aan "^houden. Dat is aan de ene
kant begrijpelijk en misschien ook
wel terzake. Soms zeggen de mensen
het zelf heel duidelijk: 'Ik kom wel
eens naar uw preek luisteren'. 'Wie
preekt er zondag1' is voor vele kerk
gangers in plaatsen met meer kerken
en predikheren een uiterst belangrii-
ke vraag Daarin sluit de bundel bij
de realiteit aan. Aan de andere kant
is het jammer dat de preek zoveel
aandacht krijgt, want nog altijd zijn
er minstens twee brandpunten in de
protestantse eredienst, nl. de verkon
diging van het Woord en de bedie
ning van het Avondmaal.
Wie dit laatste niet verdisconteert en
daarbij de viering, zoals prof. Lam
mens het noemt, niet evenzeer tot
zijn recht laat komen heeft het niet
over de kerkdienst maar over de
preek.
Sociologen
burgerlijke gemeente) en zijn sociale
functie verloren heeft en daardoor
steeds meer gaat behoren tot het
patroon van een verleden tijd. De
kerkdienst is één van de werk- en
leefvormen van de kerk en heeft een
meer bescheiden functie dan vroeger
gekregen.
Theologen
een totale revisie op de helling en
daarbij dient bedacht te worden dat
er in de toekomst behoefte zal be
staan aan een veel grotere variatie in
bijeenkomsten.
Hierbij sluit de andere (godsdienst
socioloog prof. Smits aan als hij
pleit voor een grotere differentiatie
van 'diensten' in samenhang met het
feit dat wij ons bewust geworden zijn
sinds de 60er jaren dat het
godsdienstig geloof een meerdimensio
naal verschijnsel is. Beide relativeren
het verschijnsel van de teruggang in
het kerkbezoek enigermate, dr. Dek
ker doet dit door erop te wijzen dat
we deze problematiek ook eens op wat
langere baan moeten bekijken. Er zijn
wel meer tijden geweest waarin over
verminderd kerkbezoek geklaagd
werd. Prof. Smits vestigt er de aan
dacht op dat de kerkdienst zijn vroe
ger publiek karakter (een publiek
gebeuren binnen het geheel van de
Het is van sociologen bekend dat zij
z ch minder bezig houden met waar-
de-oordelen dan met het beschrijven
van een situatie met een mogeii.ike
opsporing van de oorzaken. De theolo
gen zijn hier minder terughoudend.
Van de medewerkers die zich met de
theologische zijde van de kerkdienst
bezig houden pleit de grote meerder
heid voor het behouden van de kerk
dienst. Bij enkelen moet men dan
zeggen: van de preekdienst. Onder
hen neemt dr. Graafland misschien
he' meest uitgesproken standpunt in.
Hij schrijft op een bijzonder enthousi
aste wijze over de prediking. Woor
den waarmee wij vaak van harte kun
nen instemmen. Toch vraagt men zich
af of hij niet te ver gaat als hij
beweert dat het aantal kerkgangers in
de traditionele kerkdiensten nog
steeds toeneemt. Bij meer schrijvers
in deze bundel is het gevaar van niet
buiten eigen kring te kijken te signa
leren. Men verheugt zich dan over de
toeloop van eigen diensten, en wij
met hen, maar verschrijft zich m.i.
wanneer men bv. ten aanzien van
Amsterdam opmerkt dat de avond
dienst van de bonders goed bezocht
wordt en dat even verderop ook ds.
Van Pagée voor een kerk vol (jonge)
Om met de sociologen te beginnen,
hun opmerkingen zetten het probleem
van de teruglopende kerkdiensten in
een breder kader. Dr. Dekker ziet de
kerkdienst in het raam van cultuuro
verdracht en collectief ritueel en con
stateert in beide gevallen zulke belang
rijke wijzigingen in onze samenle
ving dat hij niet kan inzien dat de
kerkdienst zal blijven als daarin niet
zeer belangrijke wijzigingen worden
aangebracht. De kerkdienst moet voor
mensen preekt om dan te constateren:
'En verder is er op de zondagavond in
Amsterdam kerkelijk niet veel meer
te beleven'. Dit lijkt me in strijd met
zijn sterke nadruk op het werken van
de Geest. Gelukkig dat die nog steeds
waait waarheen Hij wil.
Gemeente
Helaas moet ik zeggen dat de gemeen
te er in dit boek in menig opstel
bekaaid afkomt. Het lijkt af en toe
wel of het om 'publiek' gaat. Dat de
kerkdienst in wezen een samenkomen
van een gemeente is, die toegerust
moet worden tot dienstbetoon om
maar iets te noemen, komt eigenlijk
alleen bij Eimert Pruim en dan uiter
aard op een geheel experimentele wij
ze. en bij ds. Hoorn goed uit de verf.
Hier wreekt zich het verdwalen van de
kerkdienst naar de prediking. Datzelf
de geldt van 'de wereld'. Bij sommi
gen is zelfs een zekere beduchtheid
op te merken om hierover te spreken.
Men pleit wel voor concreet preken
en ingaan op de noden van de men
sen, maar te weinig komt de grote
vraag van de kerk in de wereld aan
de orde. Moet men daar zo bang voor
zijn? Mogen wij ook niet op een
heilzame wijze ontheven worden aan
onze persoonlijke, hier en daar onop
losbare moeilijkheden om gewezen te
worden op dat wat wij samen mogen
doen?
Deze korte bespreking laat niet toe
om op alle punten in te gaan. Maar u
hoeft verder niet bang te zijn dat er
niet bijzonder veel aan de orde komt.
Ik noem de vraag van de gedistantieer
de kerkelijkheid, de speurtocht naar
die experimentele diensten die zinnig
zijn en verband houden met de grote
opdrachten van de kerk. het leerhuis
en de viering van do presentie van de
Heer. Teveel om alles op te noemen.
Voor al deze vragen is het goed dat
er bijna gelijktijdig ook een andere
publikatie verschenen is. Ik bedoel
'De kerkdienst moet anders', een uit
gave van het gereformeerd jeugdwerk,
Zuid-Holland-Zuid, geschreven door
Peter de Bruin en Kees van der Leer
(p.a. Blauwweg 110, Dordrecht, prijs
4.50). Hierin wordt zeer concreet
uitgegaan van de stelling 'dat in de
traditionele kerkdiensten vele kansen
worden gemist voor een daadwerkelijk
ke heilsverkondiging in onze tijd'. De
schrijvers hebben het zich niet ge
makkelijk gemaakt, maar zijn puntig
op de problematiek ingegaan. De
waarde van het boekje ligt echter
vooral daar waar het concrete model
len van andere kerkdiensten aanbiedt.
Daardoor is het m.i. uitermate bruik
baar voor groepen jongeren en oude
ren die zich hiermee bezig houden.
Vaak wordt er geklaagd over kerkera
den en predikanten die deze boot met
alle middelen pogen af te houden.
Dat is verschrikkelijk jammer. Zij
beseffen misschien niet hoe hier mis
schien wel voorlopig voor 't laatst
groepen gemeenteleden zich willen in
spannen om mede hun kerk een ge
stalte te geven die bij deze tijd en bij
de mensen van deze tijd past. Het zal
niet altijd alles even rijp en over
dacht zijn. maar zijn kerkeraden daar
nu juist niet voor om samen met
geëngageerde gemeenteleden zich over
deze vragen te buigen? Wil 'Gemeente
in perspectief' ooit van de grond
komen dan zal men hier bereid moe
ten zijn om elkaar volkomen serieus
te nemen. Voordat alles wegholt naar
onduidelijke, door niets en niemand
gemotiveerde bewegingen, alleen ge
leid door een gezamenlijke frustratie.
De bij dit artikel geplaatste tekenin
gen zijn van Len Munnik en uit 'De
kerkdienst moet anders'.
NED. HERV. KERK
Beroepen: te Voorthuizen J. f
Roest, voorheen zendingspra
wonende te Hardinxveld-Giesse
te Nieuwveen J. Kaai, kand. ti
sterdam; te Nieuwerkerk J. Boe
te Woerden.
Bedankt: voor Hoorn C. F. J. Ai
fles te Terborg.
Beroepbaar: J. Kaai, Ernst Staes
50" te Amsterdam.
Afscheid: van Tzummarum en I
gum S. Tijmstra, ber. te Schiedaü
ÏMtrede: te llavelte J. A. LabriJ
Hnizum (cl. Leeuwarden).
GEREF. KERKEN
Aangenomen: naar Scheemda i
Sonnenveld, kand. te Vlaardingen,
bedankte voor Westmaes.
Beroepen: te Baarn W. J. v. d. I
te Krabbendijke, die dat beroep 1
aangenomen. j
Intrede: te Hollandscheveld G.J
ner uit Kamerik; te Duurswi
kand. N. Berghuis uit Wijnjeterp,
GEREF. KERKEN (Vrijgem.)
Beroepn: te Oldehove C. Stam, I
te Hoogeveen.
GEREF. KERKEN (VRIJGEM.)
Intrede: te De Bilt-Bilthoven J. 8
veld uit IJmuiden.
GEREF. GEMEENTEN
Afscheid: van Werkendam A. Hol
land. ber. te Krabbendijke. 18]
intrede te Genemuiden: M. G.I
uit Oudemirdum, 19 juli: intred
Oostland: W. Hage uit Krabbend!)
VRIJ EVANG. GEMEENTEN
Benoemd: tot predikant bij de Nl
landse gemeente in Bergen (wj
Duitsland) H. E. van der BS
lieerde (Gld.).
Van een verslaggever
DEN HAAG De Nationale Wqj
raad en het Nederlands Chsw
instituut voor Volkshuisvesting
ben minister Udink (vblkshuil
ting) meegedeeld, voor de finance
van de omvangrijke nieuwbouw
verbèterijigsprogramma's in de
ningbouw te moeten beschikken i
eên centraal financieringsfonds,
staat in een nota over de financi®
van de volkshuisvesting en de p
daarin van een centraal financien
fonds.
Beide federaties zijn van mening
een centraal financieringsfonds 1
de volkshuisvesting op korte ten
kan werken en een wezenlijke bij
ge kan leveren aan de omvang!
programma's van de regering op
terrein van de volkshuisvesting. I
Ook de Raad voor de Volkshui^
ting, aan wie de minister in n<J
ber 1970 advies vroeg over de fi|
cieringsproblematiek, heeft de iöj
ling van een centraal finandflO
fonds genoemd en zich er in begl
niet afwijzend over uitgelaten.
Van een correspondent
HELMOND —De 30jarig efabriek
beider Th. G. F. Timmermans
Deurne is in de Stationstraat in I
woonplaats omgekomen. Hij reed
zijn motor in een bocht van de
rechtdoor en botste tegen een
keerd staande personenauto.