WORDT HET WESTEN DOOR DE SOWJET-UNIE DEDREIGD? Waarom ontvangt Kremlin president die Noord-Vietnam laat bombarderen? Eisen kunnen V 77 17 Wij ontvingen 77 (UW/KWARTET VRIJDAG 7 JULI 1972 Huitcnland Til Kil Aan dë vooravond van president Nixons bezoek aan Moskou publiceerden wij éen artikel over de Russische buitenlandse politiek, dat in de Sowjet-Unie be denkingen heeft opgeroepen. Het artikel was geschreven door drs. M. van den Heuvel, medewerker van het Oost-Europa-instituut van de Universiteit van Amsterdam. Zijn bijdrage trok de aandacht van de heer J. Kornilow, politiek overzichtsschrijver van het Sowjet-persbureau Tass. Via de Russische ambassade in Den Haag ontvingen wij een brief van de heer Kornilow, waar- 2.6 nlot in in deze een andere visie op Moskou's buitenlandse politiek ontvouwt dan de C+Koa+chi jrn heer Van den Heuvel had gegeven. Nu het bezoek van minister Gromiko aan Nederland bij velen extra belang stelling wekt voor de Russische buitenlandse politiek, leek het ons zinnig, de brief van de heer Kornilow (met een weerwoord van de heer Van den Heuvel) af te drukken. Geachte heer redacteur, n Nederland ben ik ruim drie aar werkzaam geweest als cor espondent van het Sowjet-infor- matie-agentschap Tass en ik blijf ok thans de berichten van de lederlandse pers met aandacht in belangstelling volgen. Zo las k onlangs in 'Trouw/Kwartet' en artikel van Martin van den [euvel dat handelde over de bui- enlandse politiek van de USSR. laar aanleiding van dat artikel [ou ik enkele woorden in het mid- en willen brengen, temeer om- at ik de schrijver ervan op Hol- inds 'journalistieke kruiswegen' iel eens heb ontmoet. [et artikel in kwestie verscheen on er de kop "Vooral nationaal belang «paalt Russische buitenlandse poli- - iek'. De zin ervan komt neer op een oging om de lezers ervan te overtui- en, dat de nationale belangen van de SSR tegengesteld zijn aan die van e volken der westelijke landen, dat e Sowjet-Unie het Westen 'bedreigt' n dat de vredelievende initiatieven an de USSR hoofdzakelijk een 'pro- agandistisch doel' nastreven. Het rincipe van de vreedzame saraenwer- ing tussen staten met van elkaar erschillende maatschappelijke stelsels welk principe, naar men weet, de :rondslag voor de buitenlandse poli- iek der USSR vormt wordt door e schrijver in twijfel getrokken. lerdragen /at kan men nu naar aanleiding aarvan zeggen? De heer Van den leuvel zal natuurlijk niet ontkennen, at er in het politieke klimaat van uropa in de laatste tijd een belang- jke wijziging ten goede is ingetre- en, Het van kracht worden der ver ragen die door de USSR en Polen net de Duitse Bondsrepubliek werden fgesloten, alsook van de viermogend- edenovereenkomst inzake West-Ber- ijn, is door de publieke opinie in iuropa en in het overige deel van de wereld als een gebeurtenis van werke- i]k historische betekenis beschouwd. 11 deze appreciatie schuilt geen over- rijving: de politieke documenten raanan Jiier sprake is, leggen im- pers de onschendbaarheid van de be- taande Europese grenzen vast en ze geppen daardoor de voorwaarden lor het tenietdoen van alle overblijf- den van de 'koude oorlog'. In de na- irlogse geschiedenis en mogelijk in e hele geschiedenis van Europa is tt thans voor het eerst, dat niet één feering jegens een andere officiële rritoriale aanspraken laat gelden, n het waren met name de soeialisti- che staten, die daartoe het initiatief ebben genomen. Kan men in de nu dtstane situatie een 'bedreiging van et Westen' zien en een 'propagandis- $che stap van de USSR'? e onderhandelingen op het hoogste ih-eau die in Moskou tussen de USSR de Verenigde Staten hebben plaats ehad, vonden in de hele wereld een Jorme weerklank. Algemeen werd ikend, dat deze Moskouse ontmoe- Sg aan de top en de gemeenschappe- ;e documenten die in het verloop an de onderhandelingen werden aan- tnomen, een belangrijke internatio- ile betekenis bezitten, een wezenlij- e stap vormen naar het ontwikkelen in de betrekkingen tussen de USSR lin de VS en bijdragen tot het verste- 'jigen van de vrede en de veiligheid Ier volken. Een bijzonder belangrijke - Deed het Kremlin, door Nixon te ontvangen, geen afbreuk aan de solidariteit met zijn communistische bondgenoot Noord-Vietnam? betekenis is door de pers ook de Nederlandse gehecht aan de Sow- jet-Amerikaanse overeenkomst aan gaande het beperken van de strategi sche bewapening. In deze overeen komst heeft men volkomen gemoti veerd een stap gezien, die het gevaar van een conflict met raket- en kern wapens doet verminderen. Deze Sowjet-Amerikaanse ontmoeting is op zichzelf evenals haar vrucht bare resultaten niets anders dan de vreedzame coëxistentie in de praktijk. Dat is diezelfde vreedzame coëxisten tie, in de erkenning van welker prin cipe de heer Van den Heuvel een 'bedreiging' voor het Westen ziet. En is het soms alleen het ontwikke len van de betrekkingen tussen de Sowjet-Unie enerzijds en West-Duits- land en Amerika anderzijds dat de overwinning illustreert van de princi pes der vreedzame coëxistentie, prin cipes die voor een alzijdige en vrucht bare samenwerking tussen de staten ruime perspectieven openen? In dit verband zij erop gewezen, dat de goede betrekkingen tussen de USSR en Frankrijk, die voor het verstevigen van de Europese vrede en veiligheid van grote betekenis zijn, de proef van de tijd met succes hebben doorstaan. De banden, de contacten van de USSR met andere landen, ook met de landen van de Benelux, ontwikkelen zich op vertrouwenwekkende wijze. De heer J. Luns, algemeen secretaris van de NAVO en voormalig Nederlands minis ter van buitenlandse zaken, constateer de onlangs op een bijeenkomst in Mi laan: 'De jaren van wederzijds ostra cisme tussen het Oosten en het Westen kunnen thans worden beschouwd als tot het verleden te behoren, aangezien het tijdstip van de onderhandelingen, waar zozeer naar werd verlangd, is ingetreden'. Wij zien dus dat de frisse winden die thans in de wereld en in het bijzon der in Europa waaien, dermate sterk zijn, dat men hun invloed zelfs in het hoofdkwartier van de NAVO begint te voelen. Welk alternatief heeft de heer Van den Heuvel tegenover dit positieve proces te stellen, wanneer hij pro beert de waarde van de principes der vreedzame coëxistentie in twijfel te trekken? Het antwoord op die vraag moet luiden, dat een dergelijk alter natief er eenvoudig niet is. In het te Moskou ondertekende document aan gaande de grondslagen voor de weder zijdse betrekkingen tussen de USSR en de VS wordt terecht opgemerkt: 'Voor het onderhouden van de betrek kingen tussen de staten bestaat er in het atoomtijdperk geen andere grondslag dan de vreedzame coëxisten tie'. En nog een opmerking. Er zijn in Europa thans geen staten die niet in de een of andere vorm hun steun verlenen aan de door de Sowjet-Unie en de andere socialistische landen geopperde gedachte om een algemeen- Europese beraadslaging bijeen te roe pen ter bespreking van vraagstukken die de veiligheid en de samenwerking betreffen. Brede lagen van het pu bliek in dit werelddeel ijveren steeds actiever voor het verstevigen van de politieke veiligheid. Het jongste be wijs hiervoor is de onlangs in Brussel gehouden assemblee van kringen uit de openbaarheid, op welke bijeen komst men zich bezig heeft gehouden met de vraagstukken van veiligheid en samenwerking en waar ook verte genwoordigers uit Holland aanwezig waren. Het spreekt wel vanzelf, dat ook de heer Van den Heuvel aan de kwestie van het bijeenroepen van een pan-Europese beraadslaging (de zg. Europese veiligheidsconferentie red.) niet stilzwijgend kon voorbij gaan. Maar hij tracht, om het zo eens uit te drukken, wat roet in het eten te gooien: de Sowjet-Unie zou voor een zo snel mogelijk bijeenroepen van deze beraadslaging ijveren, niet ten behoeve van de vrede, maar wegens zelfzuchtige doeleinden; zij zou er na melijk naar streven, de beraadslaging bijeen te roepen 'vanuit een voor haar voordelig standpunt' Maar de fundamentele principes voor de Europese veiligheid, voor welker erkenning en verwezenlijking de Sow jet-Unie en de andere socialistische landen pleiten, zijn toch algemeen bekend? Ze zijn duidelijk geformu leerd in de "Verklaring inzake de vrede, de veiligheid en de samenwer king in Europa', die in Praag reeds in januari van dit jaar is aangenomen. Deze fundamentele principes betref fen: de onschendbaarheid van de grenzen; het afzien van het gebruik van geweld, of het dreigen met ge weld, in de betrekkingen tussen de staten; vreedzame coëxistentie; het ontwikkelen van betrekkingen van goede nabuurschap, van samenwer king en van wederzijdse banden tus sen de staten; het verlenen van een zo groot mogelijke medewerking bij het oplossen van het ontwapeningspro bleem; en het ondersteunen van de Verenigde Naties. Tegen welk van deze principes verzet de heer Van den Heuvel zich? Een algemeen-Europese conferentie heeft ten doel om die positieve ten denties en processen te versnellen, die zich in Europa zo duidelijk zijn gaan aftekenen. Als gevolg van deze beraadslaging moet, om de woorden van de heer Van den Heuvel te gebruiken, 'een belangrijke politieke overwinning' worden behaald. Inder daad, maar het zal daarbij volkomen duidelijk zijn, dat het hier niet gaat om de overwinning van het ene sta tenblok op het andere. Een dergelijke benadering zou volkomen, maar dan ook volkomen in strijd zijn met de gedachte zelf van een pan-Europees forum. Waar het wèl om gaat, dat is om een politieke overwinning waar mee alle volken van Europa gebaat zijn. Nationaal belang 'De Russische buitenlandse politiek wordt bovenal door nationale belan gen bepaald', schrijft de heer Van den Heuvel en hij probeert daarbij met een te bewijzen, dat deze belangen tegengesteld zouden zijn aan die van de volken der landen van het Westen. Maar sedert wanneer is het streven om voor de Sowjet-staat de vrede te waarborgen en de onschendbaarheid te garanderen van datgene wat de Sowjet-burgers door hun arbeid ge schapen hebben, in strijd met het streven van andere volken? De fundamentele doelstellingen van de buitenlandse politiek der USSR vallen volkomen samen met het stre ven van miljoenen mensen in de verschillende landen, dat gericht is op vrede en op verlichting van de poli tieke spanning. Beweringen omtrent de 'agres siviteit van Moskou' klinken als een bijzonder scherpe dissonant in onze dagen, nu als gevolg van het ten uitvoer brengen van het Sowjet-vredesprogramma, dat werd aangenomen op het 24ste congres van de CPSU, praktische en (voegen we hieraan toe) zeer belangrijke stappen zijn gedaan in de richting van een internatio nale ontspanning. Wie is er ge baat bij het herhalen van oude dogma's, die ten doel hebben de buitenlandse politiek van de Sow jet-Unie in een kwaad daglicht te stellen, thans, nu in de wereld en met name in Europa duidelijk koers is gezet naar een verbete ring van het politieke klimaat? Hoogachtend. (w.g.) Jocri Kornilow. politiek overzichtschrijver van TASS. M. van den Heuvel tekent hierbij aten wij, voor alle vriendelijk- fid, maar aannemen, dat Korni- w mij niet goed 'begrepen' eeft. Hij schuift mij tenminste n aantal dingen in de schoenen, e ik absoluut niet geschreven sb en ook niet geschreven zou illen hebben. Zo schrijf ik ner- ?ns in mijn artikel over de 'be ziging van het Westen' door de >wjet-Unie, waar Kornilow het el driemaal over heeft, noch 'er de 'agressiviteit van Moskou' ok probeer ik niet te bewijzen, t de Russische nationale belan- 'n tegengesteld zouden zijn aan van het Westen. Men kan er- 'er twisten, of ik, zoals Korni- beweert, probeer de Russi- ïhe buitenlandse politiek in een *raad daglicht te stellen of in een licht dat er alleen maar wat gUc somberder uitziet dan de Prawda graag wil. Laat ik nog eens recapituleren wat ik geschreven heb. Het grootste deel van mijn artikel is gewijd aan een poging om aan te tonen, dat niet de marxisti sche ideologie, maar het Russische nationale belang grotendeels de Russi sche buitenlandse politiek bepaalt. Ik bestrijd uitvoerig de stellingen van onze gewezen ambassadeur in Moskou, jhr. mr. G. Beelaerts van Blokland, dat het marxisme van de Sowjet-Unie zonder meer een agressieve wereld macht maakt. De bedreiging van het Westen door de Sowjet-Unie vanwege haar ideologie wijs ik dus van de hand. In het laatste gedeelte van mijn arti kel wijs ik erop, dat het leerstuk van de 'vreedzame coëxistentie' weliswaar een agressievere inhoud heeft dan men in het Westen vaak denkt (denk aan de talloze fulminaties tegen we tenschapsmensen en kunstenaars dat Westerse ideeën krachtig moeten wor den bestreden), en dat men niet licht vaardig met de Russen in zee moet gaan, maar dat het toch de laatste jaren een aantal malen gelukt is om in onderhandelingen n»»t het Kremlin tot redelijke resultaten te komen Nu is het grappige dat Kornilow, als een echte marxist-leninist, eigenlijk mijn onderschatting van de ideologie had moeten bestrijden. Maar hij kijkt wel uit: uitspraken over 'de onvermij delijke zegepraal van het communis me' zouden de Westerse bezorgdheid alleen maar vergroten. Hij richt zich dus tegen mijn opmerkingen die af breuk zouden kunnen doen aan het idee van de door het Kremlin begeer de Europese Veiligheidsconferentie. Hij doet dat 'op zijn Russisch' door het zo'n beetje zo voor te stellen, dat ik tegen die conferentie ben. Welnu, dat beweer ik niet en ben ik niet. Ik juich de toenemende ontspanning in Europa even hard toe als Kornilow. al zou ik graag, behalve het Kremlin, ook bondskanselier Brandt daarvoor willen honoreren. Van Kornilows huidige reactie kan men, met enige overdrijving, zeggen, dat hij daarin alles doet om mijn gelijk (dat het Russische nationale belang de buitenlandse politiek be paalt) te bewijzen. Hij schrijft im mers over een 'vruchtbare samenwer king* met Bonn en Washington, ter wijl men zich afvraagt, wat, anders dan het nationale belang, het Kremlin tot die samenwerking drijft. Waarom samenwerking met het 'Westduitse militarisme', waaraan de Sowjet-pers zoveel duizenden krantenkolommen heeft gewijd? Waarom samenwerking met de Verenigde Staten, terwijl dat land nota bene talloze bommenladin- gen op de communistische bondgenoot van de Sowjet-Unie. Noord-Vietnam. afwerpt? Correspondent Wat moet met name het Nederlandse 'werkende volk' wel denken van de samenwerking van Moskou met deze twee 'bolwerken van de reactie'? Dat zelfde volk waarvoor Kornilow zoveel sympathie toonde, toen hij als Tass- correspondent in zijn 'zonnige' brie ven uit Den Haag schreef, dat er in Nederland sprake was van een 'stille bezetting' door Bonn, dat onze rede ring alles deed 'om het de Westduitse fascisten naar de Lin te maken', dat de Bundeswehr het Nederlandse leger wilde 'opslokken', en dat we in alles ondergeschikt waren aan de NAVO en het Pentagon? Begrijp mij goed: ik juich de overeen komsten tussen Washington en Mos kou evenzeer toe als ik de Amerikaan se Vietnampolitiek afkeur, en ik hoop dat de verdragen van Moskou nog maar een begin zullen zijn. Maar het was mij niet onsympathiek geweest, als Breznjew gezegd had: met Washington onderhandelen we niet zolang dat zo'n Vietnampolitiek voert Dat zou meer indruk hebben gemaakt dan Kornilows bewering, dat er in januari jl. een Verklaring inzake vre de. veiligheid en 'onschendbaarheid van grenzen' is aangenomen in Praag. Zo'n opmerking betekent nu voor mij 'een scherpe dissonant', al wil ik de buitenlandse politiek van het Kremlin, bij goede wederzijdse garanties voor een echte souvereini- teit óók in Oost-Europa, niet ten eeuwigen dage aan de Russische bezet ting van Tsjechoslowakije ophangen. Zonneklaar Het lijkt me echter zonneklaar, dat he* Russische nationale belang Brezn jew er in mei jl. toe heeft gebracht overeenkomsten met Nixon af te slui ten. Deze overeenkomsten betekenen immers mede een aanzienlijke verho ging van de nationale veiligheid van de Sowjet-Unie, maar gaan ze niet ten koste van de Russische solidariteit met Noord-Vietnam? En ook als men meent dat Breznjew c.s. geleid door de gedachte van de vreedzame coëxis tentie, alles moeten doen om de ont spanning te bevorderen, dan behoeft men Nixon nog niet in het Kremlin te ontvangen. Ook heeft men omwille van de vreedzame coëxistentie geen kolen aan Franco te leveren tijdens een staking van Spaanse mijnwerkers of machinerieën te leveren aan de Griekse kolonels. Op dit soort kwes ties gaat Kornilow wijselijk niet in Ten slotte dit. Ik vind het een goe de zaak, dat Russische journalis ten reageren op westerse artike len. Van mij zouden ze elke week in alle Nederlandse kranten een hele pagina mogen hebben om hun ideeën uiteen te zetten. Dan komen we misschien tot een ech te discussie. Wat mij betreft, ik wil ook wel eens een artikel voor de Prawda schrijven. Als Korni low dat voor 'elkaar kan krijgen, hoor ik wel van hem. Van een oneer verslaggeefsters STRAATSBURG Na een dag waar op zo'n honderd jongelui uit de ver schillende lidstaten van de EEG, de leden van het Europese parlement met spandoeken toeroepen: 'Het parle ment moet niet vragen, maar eisen.' zitten de leden van het Europese parlement wat ontmoedigd bij elkaar. Eisen kunnen ze niet Het parlement kan alleen een advies uitbrengen, een advies aan de raad van ministers, die dit, zonder aan iemand verantwoor ding verschuldigd te zijn. naast zich neer kan leggen. Niet alleen veroor zaakt dit allerlei frustraties, maar ook laksheid cn onverschilligheid nemen bij de parlementsleden toe. Toen dan ook de afgelopen week ontwikkelingshulp op de agenda stond, was aan het aantal aanwezige leden bepaald niet af te lezen dat ieder parlementslid dit nu zo'n belang rijke zaak vindt. Ook in ons nationa le parlement komt het natuurlijk re gelmatig voor dat slechts de specialis ten bij de behandeling van een op zich belangrijke zaak in de Kamer aanwezig zijn. Maar wordt er over die kwesties gestemd, dan zal doorgaans ieder kamerlid bij rijn fractie belang rijke argumenten moeten aanvoeren om zich voor zijn absentie te veront schuldigen. Maar in het Europees parlement zijn redenen als 'Ondertussen wordt mijn eten koud als ik ga stemmen.' of 'Dan mis ik het feestje bij de burgemeester van Straatsburg,' zwaar genoeg om het ook bij de stemming te laten afweten. Zo liet bij de stemming over de ontwikkelingshulp zes-zevende deel van het parlement zijn gezicht hele maal niet zien. Immers, zo redeneerde men, of de zaak nu wordt aangeno men of afgeketst, invloed op het Eu ropese beleid daarvan blijft toch mi nimaal of nihil Daar komt dan nog bij dat de Europe se parlementariërs over hun gedrag in het Europees parlement geen enkele verantwoording hoeven af te leggen aan hun fracties in het nationale parlement. Vooral de socialist Vrede- ling, al veertien jaar in het Europees parlement, vindt dit een onhoudbare situatie. Zowel naar boven (raad van Europese ministers) als naar onderen (de fractie van het nationale parle ment, en indirect de kiezer die hem gekozen heeft) is er geen sprake van dat het Europese parlement zo een democratische functie kan vervullen, meent hij. OPROEP De liberaal Berkhouwer (genoemd als aanstaand voorzitter van het Europese parlement) deed in zijn speech een oproep aan de nationale parlementen om vooral geen genoegen te nemen met een verschuiving van nationale competenties van de regeringen naar grotere bevoegdheden voor de Euro pese raad van ministers, zonder dat daarbij het Europese parlement daad werkelijk bevoegdheden krijgt als controlerend orgaan. Hij zei dit voor al tegen de achtergrond van de top conferentie, die wei eens de Europese raad van ministers versterkt in het zadel zou kunnen zetten. IN EIGEN BOEZEM De D'66'er Engwirda wil het accent heel anders leggen. Het parlement moet ook eens de hand in eigen boezem steken, meent hij. 'In de kor te tijd dat ik hier zit, heb ik het vaak meegemaakt dat er nog geen tien procent bij de stemmingen aanwezig was. Dat vind ik een aanfluiting', riep hij uit. Hij vroeg de medeparlements leden om de roep om bevoegdheden geloofwaardiger te maken door hierin in ieder geval verandering te bren gen. Aan de voorzitter stelde hij voor de stemmingen aan het begin van de vergaderingen te houden. Nu gebeurd dat vaak nog op de gekste tijden, al naar gelang het tijdstip van behandeling van een bepaalde zaak. Binnen het Europese parlement is een overgrote meerderheid voor de uitbreiding van de bevoegdheden van het parlement, als beleid-controlerend orgaan. Triest is dat deze zaak in de nationale parlementen nog wel eens anders ligt. Zo zal het Franse parle ment. goed voorzien van gaullisten, voorlopig de wensen van Berkhouwer niet in vervulling laten gaan. GEEN CONTROLE En het aan democratische, maar ook aan nationale tradities rijke, Enge land zal voorlopig na de toetreding ook nog wel een tijdje dc kat uit de boom willen kijken. Zo kan de EEG in 1973 als tweede economische macht in de wereldrangorde de geschiedenis ingaan met een bestuur waarop een democratische controle voorlopig nog uit moet blijven. Zij die er toch voor zullen blijven strijden, zullen zeker in de naaste toekomst niet meer kunnen uitspreken dan de bekende tekst op het spandoek van een jonge demon strant van dc Europese federalisten- 'I had a dream - Martin van den Heuvel. Opvoeding tot ongehoorzaamheid (Verslag uit de praktijk van de niet- autoritaire opvoeding), door G. Bott. Uitg. In den Toren, Baarn. 125 blz ƒ8,50. Thuisgym door Riet Vastenhoud. De huisvrouwengymnastiek van de radio in 250 oefeningen. Uitg. van het Jan Luitingfonds, Studie- en Publicatie Fonds van de Kon. Ned. Ver. van Leraren en Onderwijzers in de Licha melijke Opvoeding, Zeist. 2e druk. Het boekje heeft 98 pags., kost ƒ8,90 en is te verkrijgen door storting van dit bedrag op gironummer 570532 t.n.v. K.N.V.L.O., Ztnendorflaan 9 te Zeist. Het nieuwe Kookboek .door H. H. F. Henderson, H. Toors en H.M. Callen- bach. Uitg. Zomer en Keuning, Wage- ningen. Achtste druk van Neerlands Kookboek. 463 blz - 16,90.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1972 | | pagina 11