WORDT HET WESTEN DOOR
DE SOWJET-UNIE DEDREIGD?
Waarom ontvangt Kremlin president
die Noord-Vietnam laat bombarderen?
Eisen kunnen
V
77
17
Wij ontvingen
77
(UW/KWARTET VRIJDAG 7 JULI 1972
Huitcnland Til Kil
Aan dë vooravond van president Nixons bezoek aan Moskou publiceerden wij
éen artikel over de Russische buitenlandse politiek, dat in de Sowjet-Unie be
denkingen heeft opgeroepen. Het artikel was geschreven door drs. M. van
den Heuvel, medewerker van het Oost-Europa-instituut van de Universiteit
van Amsterdam. Zijn bijdrage trok de aandacht van de heer J. Kornilow,
politiek overzichtsschrijver van het Sowjet-persbureau Tass. Via de Russische
ambassade in Den Haag ontvingen wij een brief van de heer Kornilow, waar- 2.6 nlot in
in deze een andere visie op Moskou's buitenlandse politiek ontvouwt dan de C+Koa+chi jrn
heer Van den Heuvel had gegeven.
Nu het bezoek van minister Gromiko aan Nederland bij velen extra belang
stelling wekt voor de Russische buitenlandse politiek, leek het ons zinnig,
de brief van de heer Kornilow (met een weerwoord van de heer Van den
Heuvel) af te drukken.
Geachte heer redacteur,
n Nederland ben ik ruim drie
aar werkzaam geweest als cor
espondent van het Sowjet-infor-
matie-agentschap Tass en ik blijf
ok thans de berichten van de
lederlandse pers met aandacht
in belangstelling volgen. Zo las
k onlangs in 'Trouw/Kwartet'
en artikel van Martin van den
[euvel dat handelde over de bui-
enlandse politiek van de USSR.
laar aanleiding van dat artikel
[ou ik enkele woorden in het mid-
en willen brengen, temeer om-
at ik de schrijver ervan op Hol-
inds 'journalistieke kruiswegen'
iel eens heb ontmoet.
[et artikel in kwestie verscheen on
er de kop "Vooral nationaal belang
«paalt Russische buitenlandse poli-
- iek'. De zin ervan komt neer op een
oging om de lezers ervan te overtui-
en, dat de nationale belangen van de
SSR tegengesteld zijn aan die van
e volken der westelijke landen, dat
e Sowjet-Unie het Westen 'bedreigt'
n dat de vredelievende initiatieven
an de USSR hoofdzakelijk een 'pro-
agandistisch doel' nastreven. Het
rincipe van de vreedzame saraenwer-
ing tussen staten met van elkaar
erschillende maatschappelijke stelsels
welk principe, naar men weet, de
:rondslag voor de buitenlandse poli-
iek der USSR vormt wordt door
e schrijver in twijfel getrokken.
lerdragen
/at kan men nu naar aanleiding
aarvan zeggen? De heer Van den
leuvel zal natuurlijk niet ontkennen,
at er in het politieke klimaat van
uropa in de laatste tijd een belang-
jke wijziging ten goede is ingetre-
en, Het van kracht worden der ver
ragen die door de USSR en Polen
net de Duitse Bondsrepubliek werden
fgesloten, alsook van de viermogend-
edenovereenkomst inzake West-Ber-
ijn, is door de publieke opinie in
iuropa en in het overige deel van de
wereld als een gebeurtenis van werke-
i]k historische betekenis beschouwd.
11 deze appreciatie schuilt geen over-
rijving: de politieke documenten
raanan Jiier sprake is, leggen im-
pers de onschendbaarheid van de be-
taande Europese grenzen vast en ze
geppen daardoor de voorwaarden
lor het tenietdoen van alle overblijf-
den van de 'koude oorlog'. In de na-
irlogse geschiedenis en mogelijk in
e hele geschiedenis van Europa is
tt thans voor het eerst, dat niet één
feering jegens een andere officiële
rritoriale aanspraken laat gelden,
n het waren met name de soeialisti-
che staten, die daartoe het initiatief
ebben genomen. Kan men in de nu
dtstane situatie een 'bedreiging van
et Westen' zien en een 'propagandis-
$che stap van de USSR'?
e onderhandelingen op het hoogste
ih-eau die in Moskou tussen de USSR
de Verenigde Staten hebben plaats
ehad, vonden in de hele wereld een
Jorme weerklank. Algemeen werd
ikend, dat deze Moskouse ontmoe-
Sg aan de top en de gemeenschappe-
;e documenten die in het verloop
an de onderhandelingen werden aan-
tnomen, een belangrijke internatio-
ile betekenis bezitten, een wezenlij-
e stap vormen naar het ontwikkelen
in de betrekkingen tussen de USSR
lin de VS en bijdragen tot het verste-
'jigen van de vrede en de veiligheid
Ier volken. Een bijzonder belangrijke
-
Deed het Kremlin, door Nixon te ontvangen, geen afbreuk aan de solidariteit met zijn communistische bondgenoot Noord-Vietnam?
betekenis is door de pers ook de
Nederlandse gehecht aan de Sow-
jet-Amerikaanse overeenkomst aan
gaande het beperken van de strategi
sche bewapening. In deze overeen
komst heeft men volkomen gemoti
veerd een stap gezien, die het gevaar
van een conflict met raket- en kern
wapens doet verminderen.
Deze Sowjet-Amerikaanse ontmoeting
is op zichzelf evenals haar vrucht
bare resultaten niets anders dan de
vreedzame coëxistentie in de praktijk.
Dat is diezelfde vreedzame coëxisten
tie, in de erkenning van welker prin
cipe de heer Van den Heuvel een
'bedreiging' voor het Westen ziet.
En is het soms alleen het ontwikke
len van de betrekkingen tussen de
Sowjet-Unie enerzijds en West-Duits-
land en Amerika anderzijds dat de
overwinning illustreert van de princi
pes der vreedzame coëxistentie, prin
cipes die voor een alzijdige en vrucht
bare samenwerking tussen de staten
ruime perspectieven openen? In dit
verband zij erop gewezen, dat de
goede betrekkingen tussen de USSR
en Frankrijk, die voor het verstevigen
van de Europese vrede en veiligheid
van grote betekenis zijn, de proef van
de tijd met succes hebben doorstaan.
De banden, de contacten van de USSR
met andere landen, ook met de landen
van de Benelux, ontwikkelen zich op
vertrouwenwekkende wijze. De heer J.
Luns, algemeen secretaris van de
NAVO en voormalig Nederlands minis
ter van buitenlandse zaken, constateer
de onlangs op een bijeenkomst in Mi
laan: 'De jaren van wederzijds ostra
cisme tussen het Oosten en het Westen
kunnen thans worden beschouwd als
tot het verleden te behoren, aangezien
het tijdstip van de onderhandelingen,
waar zozeer naar werd verlangd, is
ingetreden'.
Wij zien dus dat de frisse winden die
thans in de wereld en in het bijzon
der in Europa waaien, dermate sterk
zijn, dat men hun invloed zelfs in het
hoofdkwartier van de NAVO begint te
voelen.
Welk alternatief heeft de heer Van
den Heuvel tegenover dit positieve
proces te stellen, wanneer hij pro
beert de waarde van de principes der
vreedzame coëxistentie in twijfel te
trekken? Het antwoord op die vraag
moet luiden, dat een dergelijk alter
natief er eenvoudig niet is. In het te
Moskou ondertekende document aan
gaande de grondslagen voor de weder
zijdse betrekkingen tussen de USSR
en de VS wordt terecht opgemerkt:
'Voor het onderhouden van de betrek
kingen tussen de staten bestaat er in
het atoomtijdperk geen andere
grondslag dan de vreedzame coëxisten
tie'.
En nog een opmerking. Er zijn in
Europa thans geen staten die niet in
de een of andere vorm hun steun
verlenen aan de door de Sowjet-Unie
en de andere socialistische landen
geopperde gedachte om een algemeen-
Europese beraadslaging bijeen te roe
pen ter bespreking van vraagstukken
die de veiligheid en de samenwerking
betreffen. Brede lagen van het pu
bliek in dit werelddeel ijveren steeds
actiever voor het verstevigen van de
politieke veiligheid. Het jongste be
wijs hiervoor is de onlangs in Brussel
gehouden assemblee van kringen uit
de openbaarheid, op welke bijeen
komst men zich bezig heeft gehouden
met de vraagstukken van veiligheid
en samenwerking en waar ook verte
genwoordigers uit Holland aanwezig
waren. Het spreekt wel vanzelf, dat
ook de heer Van den Heuvel aan de
kwestie van het bijeenroepen van een
pan-Europese beraadslaging (de zg.
Europese veiligheidsconferentie
red.) niet stilzwijgend kon voorbij
gaan. Maar hij tracht, om het zo eens
uit te drukken, wat roet in het eten
te gooien: de Sowjet-Unie zou voor
een zo snel mogelijk bijeenroepen van
deze beraadslaging ijveren, niet ten
behoeve van de vrede, maar wegens
zelfzuchtige doeleinden; zij zou er na
melijk naar streven, de beraadslaging
bijeen te roepen 'vanuit een voor
haar voordelig standpunt'
Maar de fundamentele principes voor
de Europese veiligheid, voor welker
erkenning en verwezenlijking de Sow
jet-Unie en de andere socialistische
landen pleiten, zijn toch algemeen
bekend? Ze zijn duidelijk geformu
leerd in de "Verklaring inzake de
vrede, de veiligheid en de samenwer
king in Europa', die in Praag reeds in
januari van dit jaar is aangenomen.
Deze fundamentele principes betref
fen: de onschendbaarheid van de
grenzen; het afzien van het gebruik
van geweld, of het dreigen met ge
weld, in de betrekkingen tussen de
staten; vreedzame coëxistentie; het
ontwikkelen van betrekkingen van
goede nabuurschap, van samenwer
king en van wederzijdse banden tus
sen de staten; het verlenen van een zo
groot mogelijke medewerking bij het
oplossen van het ontwapeningspro
bleem; en het ondersteunen van de
Verenigde Naties. Tegen welk van
deze principes verzet de heer Van den
Heuvel zich?
Een algemeen-Europese conferentie
heeft ten doel om die positieve ten
denties en processen te versnellen,
die zich in Europa zo duidelijk zijn
gaan aftekenen. Als gevolg van deze
beraadslaging moet, om de woorden
van de heer Van den Heuvel te
gebruiken, 'een belangrijke politieke
overwinning' worden behaald. Inder
daad, maar het zal daarbij volkomen
duidelijk zijn, dat het hier niet gaat
om de overwinning van het ene sta
tenblok op het andere. Een dergelijke
benadering zou volkomen, maar dan
ook volkomen in strijd zijn met de
gedachte zelf van een pan-Europees
forum. Waar het wèl om gaat, dat is
om een politieke overwinning waar
mee alle volken van Europa gebaat
zijn.
Nationaal belang
'De Russische buitenlandse politiek
wordt bovenal door nationale belan
gen bepaald', schrijft de heer Van den
Heuvel en hij probeert daarbij met
een te bewijzen, dat deze belangen
tegengesteld zouden zijn aan die van
de volken der landen van het Westen.
Maar sedert wanneer is het streven
om voor de Sowjet-staat de vrede te
waarborgen en de onschendbaarheid
te garanderen van datgene wat de
Sowjet-burgers door hun arbeid ge
schapen hebben, in strijd met het
streven van andere volken?
De fundamentele doelstellingen van
de buitenlandse politiek der USSR
vallen volkomen samen met het stre
ven van miljoenen mensen in de
verschillende landen, dat gericht is op
vrede en op verlichting van de poli
tieke spanning.
Beweringen omtrent de 'agres
siviteit van Moskou' klinken als
een bijzonder scherpe dissonant
in onze dagen, nu als gevolg van
het ten uitvoer brengen van het
Sowjet-vredesprogramma, dat
werd aangenomen op het 24ste
congres van de CPSU, praktische
en (voegen we hieraan toe) zeer
belangrijke stappen zijn gedaan
in de richting van een internatio
nale ontspanning. Wie is er ge
baat bij het herhalen van oude
dogma's, die ten doel hebben de
buitenlandse politiek van de Sow
jet-Unie in een kwaad daglicht te
stellen, thans, nu in de wereld en
met name in Europa duidelijk
koers is gezet naar een verbete
ring van het politieke klimaat?
Hoogachtend.
(w.g.) Jocri Kornilow.
politiek overzichtschrijver
van TASS.
M. van den Heuvel tekent hierbij
aten wij, voor alle vriendelijk-
fid, maar aannemen, dat Korni-
w mij niet goed 'begrepen'
eeft. Hij schuift mij tenminste
n aantal dingen in de schoenen,
e ik absoluut niet geschreven
sb en ook niet geschreven zou
illen hebben. Zo schrijf ik ner-
?ns in mijn artikel over de 'be
ziging van het Westen' door de
>wjet-Unie, waar Kornilow het
el driemaal over heeft, noch
'er de 'agressiviteit van Moskou'
ok probeer ik niet te bewijzen,
t de Russische nationale belan-
'n tegengesteld zouden zijn aan
van het Westen. Men kan er-
'er twisten, of ik, zoals Korni-
beweert, probeer de Russi-
ïhe buitenlandse politiek in een
*raad daglicht te stellen of in een
licht dat er alleen maar wat
gUc
somberder uitziet dan de Prawda
graag wil.
Laat ik nog eens recapituleren wat ik
geschreven heb. Het grootste deel van
mijn artikel is gewijd aan een poging
om aan te tonen, dat niet de marxisti
sche ideologie, maar het Russische
nationale belang grotendeels de Russi
sche buitenlandse politiek bepaalt. Ik
bestrijd uitvoerig de stellingen van
onze gewezen ambassadeur in Moskou,
jhr. mr. G. Beelaerts van Blokland,
dat het marxisme van de Sowjet-Unie
zonder meer een agressieve wereld
macht maakt. De bedreiging van het
Westen door de Sowjet-Unie vanwege
haar ideologie wijs ik dus van de
hand.
In het laatste gedeelte van mijn arti
kel wijs ik erop, dat het leerstuk van
de 'vreedzame coëxistentie' weliswaar
een agressievere inhoud heeft dan
men in het Westen vaak denkt (denk
aan de talloze fulminaties tegen we
tenschapsmensen en kunstenaars dat
Westerse ideeën krachtig moeten wor
den bestreden), en dat men niet licht
vaardig met de Russen in zee moet
gaan, maar dat het toch de laatste
jaren een aantal malen gelukt is om
in onderhandelingen n»»t het Kremlin
tot redelijke resultaten te komen
Nu is het grappige dat Kornilow, als
een echte marxist-leninist, eigenlijk
mijn onderschatting van de ideologie
had moeten bestrijden. Maar hij kijkt
wel uit: uitspraken over 'de onvermij
delijke zegepraal van het communis
me' zouden de Westerse bezorgdheid
alleen maar vergroten. Hij richt zich
dus tegen mijn opmerkingen die af
breuk zouden kunnen doen aan het
idee van de door het Kremlin begeer
de Europese Veiligheidsconferentie.
Hij doet dat 'op zijn Russisch' door
het zo'n beetje zo voor te stellen, dat
ik tegen die conferentie ben. Welnu,
dat beweer ik niet en ben ik niet. Ik
juich de toenemende ontspanning in
Europa even hard toe als Kornilow. al
zou ik graag, behalve het Kremlin,
ook bondskanselier Brandt daarvoor
willen honoreren.
Van Kornilows huidige reactie kan
men, met enige overdrijving, zeggen,
dat hij daarin alles doet om mijn
gelijk (dat het Russische nationale
belang de buitenlandse politiek be
paalt) te bewijzen. Hij schrijft im
mers over een 'vruchtbare samenwer
king* met Bonn en Washington, ter
wijl men zich afvraagt, wat, anders
dan het nationale belang, het Kremlin
tot die samenwerking drijft. Waarom
samenwerking met het 'Westduitse
militarisme', waaraan de Sowjet-pers
zoveel duizenden krantenkolommen
heeft gewijd? Waarom samenwerking
met de Verenigde Staten, terwijl dat
land nota bene talloze bommenladin-
gen op de communistische bondgenoot
van de Sowjet-Unie. Noord-Vietnam.
afwerpt?
Correspondent
Wat moet met name het Nederlandse
'werkende volk' wel denken van de
samenwerking van Moskou met deze
twee 'bolwerken van de reactie'? Dat
zelfde volk waarvoor Kornilow zoveel
sympathie toonde, toen hij als Tass-
correspondent in zijn 'zonnige' brie
ven uit Den Haag schreef, dat er in
Nederland sprake was van een 'stille
bezetting' door Bonn, dat onze rede
ring alles deed 'om het de Westduitse
fascisten naar de Lin te maken', dat
de Bundeswehr het Nederlandse leger
wilde 'opslokken', en dat we in alles
ondergeschikt waren aan de NAVO en
het Pentagon?
Begrijp mij goed: ik juich de overeen
komsten tussen Washington en Mos
kou evenzeer toe als ik de Amerikaan
se Vietnampolitiek afkeur, en ik hoop
dat de verdragen van Moskou nog
maar een begin zullen zijn.
Maar het was mij niet onsympathiek
geweest, als Breznjew gezegd had: met
Washington onderhandelen we niet
zolang dat zo'n Vietnampolitiek voert
Dat zou meer indruk hebben gemaakt
dan Kornilows bewering, dat er in
januari jl. een Verklaring inzake vre
de. veiligheid en 'onschendbaarheid
van grenzen' is aangenomen in
Praag. Zo'n opmerking betekent nu
voor mij 'een scherpe dissonant', al
wil ik de buitenlandse politiek van
het Kremlin, bij goede wederzijdse
garanties voor een echte souvereini-
teit óók in Oost-Europa, niet ten
eeuwigen dage aan de Russische bezet
ting van Tsjechoslowakije ophangen.
Zonneklaar
Het lijkt me echter zonneklaar, dat
he* Russische nationale belang Brezn
jew er in mei jl. toe heeft gebracht
overeenkomsten met Nixon af te slui
ten. Deze overeenkomsten betekenen
immers mede een aanzienlijke verho
ging van de nationale veiligheid van
de Sowjet-Unie, maar gaan ze niet ten
koste van de Russische solidariteit
met Noord-Vietnam? En ook als men
meent dat Breznjew c.s. geleid door
de gedachte van de vreedzame coëxis
tentie, alles moeten doen om de ont
spanning te bevorderen, dan behoeft
men Nixon nog niet in het Kremlin
te ontvangen. Ook heeft men omwille
van de vreedzame coëxistentie geen
kolen aan Franco te leveren tijdens
een staking van Spaanse mijnwerkers
of machinerieën te leveren aan de
Griekse kolonels. Op dit soort kwes
ties gaat Kornilow wijselijk niet in
Ten slotte dit. Ik vind het een goe
de zaak, dat Russische journalis
ten reageren op westerse artike
len. Van mij zouden ze elke week
in alle Nederlandse kranten een
hele pagina mogen hebben om
hun ideeën uiteen te zetten. Dan
komen we misschien tot een ech
te discussie. Wat mij betreft, ik
wil ook wel eens een artikel voor
de Prawda schrijven. Als Korni
low dat voor 'elkaar kan krijgen,
hoor ik wel van hem.
Van een oneer verslaggeefsters
STRAATSBURG Na een dag waar
op zo'n honderd jongelui uit de ver
schillende lidstaten van de EEG, de
leden van het Europese parlement
met spandoeken toeroepen: 'Het parle
ment moet niet vragen, maar eisen.'
zitten de leden van het Europese
parlement wat ontmoedigd bij elkaar.
Eisen kunnen ze niet Het parlement
kan alleen een advies uitbrengen, een
advies aan de raad van ministers, die
dit, zonder aan iemand verantwoor
ding verschuldigd te zijn. naast zich
neer kan leggen. Niet alleen veroor
zaakt dit allerlei frustraties, maar ook
laksheid cn onverschilligheid nemen
bij de parlementsleden toe.
Toen dan ook de afgelopen week
ontwikkelingshulp op de agenda
stond, was aan het aantal aanwezige
leden bepaald niet af te lezen dat
ieder parlementslid dit nu zo'n belang
rijke zaak vindt. Ook in ons nationa
le parlement komt het natuurlijk re
gelmatig voor dat slechts de specialis
ten bij de behandeling van een op
zich belangrijke zaak in de Kamer
aanwezig zijn. Maar wordt er over die
kwesties gestemd, dan zal doorgaans
ieder kamerlid bij rijn fractie belang
rijke argumenten moeten aanvoeren
om zich voor zijn absentie te veront
schuldigen.
Maar in het Europees parlement zijn
redenen als 'Ondertussen wordt mijn
eten koud als ik ga stemmen.' of 'Dan
mis ik het feestje bij de burgemeester
van Straatsburg,' zwaar genoeg om
het ook bij de stemming te laten
afweten. Zo liet bij de stemming over
de ontwikkelingshulp zes-zevende deel
van het parlement zijn gezicht hele
maal niet zien. Immers, zo redeneerde
men, of de zaak nu wordt aangeno
men of afgeketst, invloed op het Eu
ropese beleid daarvan blijft toch mi
nimaal of nihil
Daar komt dan nog bij dat de Europe
se parlementariërs over hun gedrag in
het Europees parlement geen enkele
verantwoording hoeven af te leggen
aan hun fracties in het nationale
parlement. Vooral de socialist Vrede-
ling, al veertien jaar in het Europees
parlement, vindt dit een onhoudbare
situatie. Zowel naar boven (raad van
Europese ministers) als naar onderen
(de fractie van het nationale parle
ment, en indirect de kiezer die hem
gekozen heeft) is er geen sprake van
dat het Europese parlement zo een
democratische functie kan vervullen,
meent hij.
OPROEP
De liberaal Berkhouwer (genoemd als
aanstaand voorzitter van het Europese
parlement) deed in zijn speech een
oproep aan de nationale parlementen
om vooral geen genoegen te nemen
met een verschuiving van nationale
competenties van de regeringen naar
grotere bevoegdheden voor de Euro
pese raad van ministers, zonder dat
daarbij het Europese parlement daad
werkelijk bevoegdheden krijgt als
controlerend orgaan. Hij zei dit voor
al tegen de achtergrond van de top
conferentie, die wei eens de Europese
raad van ministers versterkt in het
zadel zou kunnen zetten.
IN EIGEN BOEZEM
De D'66'er Engwirda wil het accent
heel anders leggen. Het parlement
moet ook eens de hand in eigen
boezem steken, meent hij. 'In de kor
te tijd dat ik hier zit, heb ik het vaak
meegemaakt dat er nog geen tien
procent bij de stemmingen aanwezig
was. Dat vind ik een aanfluiting', riep
hij uit. Hij vroeg de medeparlements
leden om de roep om bevoegdheden
geloofwaardiger te maken door hierin
in ieder geval verandering te bren
gen. Aan de voorzitter stelde hij
voor de stemmingen aan het begin
van de vergaderingen te houden. Nu
gebeurd dat vaak nog op de gekste
tijden, al naar gelang het tijdstip van
behandeling van een bepaalde zaak.
Binnen het Europese parlement is
een overgrote meerderheid voor de
uitbreiding van de bevoegdheden van
het parlement, als beleid-controlerend
orgaan. Triest is dat deze zaak in de
nationale parlementen nog wel eens
anders ligt. Zo zal het Franse parle
ment. goed voorzien van gaullisten,
voorlopig de wensen van Berkhouwer
niet in vervulling laten gaan.
GEEN CONTROLE
En het aan democratische, maar ook
aan nationale tradities rijke, Enge
land zal voorlopig na de toetreding
ook nog wel een tijdje dc kat uit de
boom willen kijken. Zo kan de EEG
in 1973 als tweede economische macht
in de wereldrangorde de geschiedenis
ingaan met een bestuur waarop een
democratische controle voorlopig nog
uit moet blijven. Zij die er toch voor
zullen blijven strijden, zullen zeker in
de naaste toekomst niet meer kunnen
uitspreken dan de bekende tekst op
het spandoek van een jonge demon
strant van dc Europese federalisten- 'I
had a dream
- Martin van den Heuvel.
Opvoeding tot ongehoorzaamheid
(Verslag uit de praktijk van de niet-
autoritaire opvoeding), door G. Bott.
Uitg. In den Toren, Baarn. 125 blz
ƒ8,50.
Thuisgym door Riet Vastenhoud. De
huisvrouwengymnastiek van de radio
in 250 oefeningen. Uitg. van het Jan
Luitingfonds, Studie- en Publicatie
Fonds van de Kon. Ned. Ver. van
Leraren en Onderwijzers in de Licha
melijke Opvoeding, Zeist. 2e druk.
Het boekje heeft 98 pags., kost ƒ8,90
en is te verkrijgen door storting van
dit bedrag op gironummer 570532
t.n.v. K.N.V.L.O., Ztnendorflaan 9 te
Zeist.
Het nieuwe Kookboek .door H. H. F.
Henderson, H. Toors en H.M. Callen-
bach. Uitg. Zomer en Keuning, Wage-
ningen. Achtste druk van Neerlands
Kookboek. 463 blz - 16,90.