't Schepsel beeft eri staat verwonderd. Barth was en bleef theoloog-socialist 1 'I Sfefea I i vandaag Beroepings- werk Voorlopig akkoori fondsen-apothekei TROUW/KV ARTET ZATERDAG 27 MEI 1972 Kerk T2 f V ïm& PU lap? - >-.V Borculo 1925 Zeeland 1953 door A. J. Klei Op de zondag van de stormramp in Zeeland waren ze bij mij thuis wat later opgestaan dan gewoonlijk en zo kwam het dat wij de nieuwsberichten voor de radio niet gehoord hadden voor dat we naar de kerk gingen. Nauwelijks waren we binnen of de dienst begon. Een praatje vooraf was er niet meer bij. We hadden een dominee-van-elders, weet ik nog, een emeritus pre dikant van wie bekend was dat hij tegen gezangen was. Hij liet ter opening zingen psalm 29 vers 2: 's Heren stem. op 't hoogst geducht, rolt en klatert door de lucht, berst met vreselijk geluid op de grote waat'ren uit, klinkt met nadruk en vermogen heerlijk uit de hemelbogen, 't Schepsel beeft en staat verwon derd, als de God der ere dondert. Als ervaren kerkganger (en zo'n twintig jaar terug waren de mensen daarin meer ervaren dan nu) had je gauw genoeg in de gaten dat dit vers niet zomaar opgegeven werd: er was zeker iets gebeurd ergens, een blikseminslag met ernstige gevolgen of zo. Je vermoedens werden sterker tij dens het zogenaamde lange gebed en onder de preek wist je 't wel bijna zeker: een ongewone ramp. en dicht bij huis. Maar het blééf gissen, want zowel in het gebed als in de preek bleven de aanduidingen erg vaag. Merkwaardig eigenlijk, dat zo'n do minee niet aan het begin van de dienst een korte mededeling deed over de stormramp, of voordat hij ging bidden. Dit bedenk ik overi gens achteraf, ik herinner me dat je het toen vrij normaal vond in de kerk: dat on-ooncrete, dat bijna ter sluikse zo gauw het over tastbare zaken ging. Je zei alleen bij 't uitgaan: laten we thuis meteen de radio aanzetten, er is vóst iets ergs gebeurd! Ik herinnerde me de kerkdienst van zondag 1 februari 1953 opeens scherp, toen ik aangeland was op pagina 19 van het boekje 'Het bijbel onderwijs op de middelbare school' van dr. F. Bloemhof (uitgave Cal- lenbach. Nijkerk, 24 pag., prijs 1.95; opbrengst bestemd voor Cal- cuttaproject van prof. dr. J. Tinber gen). Dr. Bloemhof, bekend door o.a. zijn 'Eenvoudig leerboek der kerkge schiedenis' en 'De bijbelse Bood schap' (vier deeltjes, gesplitst naar gymnasium/atheneum en havo/ma vo), was eerst onderwijzer, daarna 'gewoon' hervormd predikant en nu sinds hij in 1958 godsdienstleraar werd in Leeuwarden, eervol ontsla gen predikant met de bevoegdheden van een emeritus (zo doen we dat en zo noemen we dat in de kerk). Welnu, op de 7e februari van dit jaar hield dr. Bloemhof op verzoek van het Lienward-college (de christe lijke scholengemeenschap waaraan hij als leraar verbonden is), een le zing over het bijbelonderwijs op de middelbare school. Zijn verhaal trok grote belangstelling en maakte een reeks vragen los. Velen zoiuden graag het betoog van dr. Bloemhof nog eens willen nalezen: Kan het niet in druk verschijnen? Dat kon. en nu hebben we dit boekje voor ons. Naar pagina 19. Daar vertelt dr. Bloemhof hoe hij als schoolkind het vreselijke onweer meemaakte op de dag van de ramp van Borculo. We waren allemaal bang, schrijft dr. Bloemhof, en toen nam onze mees ter het psalmboek en liet ons psalm 29 vers 2 zingen: 's Heren stem op 't hoogst geducht Dr. Bloemhof vervolgt dan (en nu komt er een lang citaat): 'Dat psalmvers had voor ons de kracht van een bewijs. Ik houd het ervoor, dat onze meester ons deze psalm ook liet zingen om ons ervan te doordringen, dat God door dit vreselijk omveer zijn bestaan weer eens had bewezen. Hij toas er toch nog! Hij had weer eens even met de vuist op de tafel der wereld gesla gen en tegen zijn verschrikte kinde ren gezegd, dat zij niet moesten menen, dat Hij er niet meer bij teas. Op dezelfde manier hebben heel wat dominees de ramp in Zeeland te baat genomen om aan te tonen, dat God er toch nog is. Hij laat niet met zich spotten. Dat mag op kinde ren en mogelijk ook nog op sommige ouderen een diepe indruk maken, op onze middelbare scholieren niet. Die leren bij natuurkunde en aardrijks kunde en allerlei andere vakken wat er aan de hand is, wanneer zulke verschijnselen zich voordoen. Regen is een zaak van depressies of andere weerkundige omstandighe den. Onwéders en overstromingen zijn ook te verklaren. God als hypo these aanvoeren ter verklaring van zulk soort verschijnselen komt hun steeds meer als een naïef en verou derd standpunt voor. Daar hebben zij overigens ook gelijk in. Boven dien is zulk een verklaring niet in overeenstemming met de bijbel. Wel iswaar zien middelbare scholieren meestal niet, dat elke verklaring ook weer om een verklaring vraagt en .dat er tenslotte altijd een onver klaarbare rest overblijft. En dat dus de loetenschap dit soort theologen, die overal God invullen, waar hun verklaringen tekort schieten, nooit helemaal het gras voor de voeten kan wegmaaien. Ook ontgaat het hun vooralsnog, dat elke wetenschap abstraheert van de werkelijkheid en deze vanuit, ben bepaald gezichts punt. uitgaande van bepaalde, bij die wetenschap behorende vooron derstellingen, bekijkt Een feit is, dat de God, die men hun zogenaamd op grond van de bijbel heeft aange praat, naarmate zij wetenschappelijk verder komen een zachte dood sterft Maar, en dat is belangrijk, die God laten wij maar zeggen die verlegenheidsgod die overal wordt ingevoerd, waar onze min of meer wetenschappelijke verklaringen tekort schieten, is ook niet de God van de bijbel. Daarom is er ook niets verloren, wanneer kinderen deze God kwijtraken, al zijn er dan vele ouders, die menen dat hun kind bezig is zijn geloof te verliezen. Het is alleen maar bezig een aantal onhoudbare, onbijbelse opvattingen omtrent God te verliezen, opvattin gen die al lang achterhaald zijn en alleen nog maar voortbestaan, omdat eenmaal ingewortelde opvattingen een taai leven hebben. Jezus zou ze 'overleveringen der ouden genoemd hebben, waardoor het Woord van God krachteloos gemaakt wordt. De God van de bijbel is niet een God, die kan worden aangetoond en be wezen, een God wiens bestaan op grond van verifieerbare feiten kan worden vastgesteld. Evenmin als men omgekeerd zijn nïet-bestaan kan aantonen op grond, van verifieerbare feiten. Hij is niet een God. van wie men bij een fikse onweersbui kan zeggen: 'Hoor. daar heb je Hem weer!' Evenmin als men met een verwijzing naar Auschwitz kan be sluiten. dat Hij er blijkbaar met meer is. Want bepaalde feiten of gebeurtenissen worden pas als een daad van God gekwalificeerd door het geloof Ik ben inmiddels al onderaan op pagina 20 gekomen en stop nu met citeren, al zou ik best willen door gaan. want het verhaal van dr. Bloemhof is een nogal meeslepend verhaal. Niet omdat het uitbundig of schreeuwerig zou zijn, gelukkig niet, maar omdat het zo bijzonder rechtstreeks, zo zonder omwegen vanuit een persoonlijke betrokken heid is geschreven. Dit boekje moet gelezen worden door ieder die zich mèt dr. Bloemhof afvraagt hoe het komt dat zoveel jonge mensen zo weinig van de bijbel moeten hebben en hoe het komt dat de bijbel zo geleidelijk en geruisloos uit hun leven verdwijnt. Ik ga verder: dit boekje moet gele zen worden door iedereen die bij zichzelf merkt hoe de bijbel uit zijn bestaan wegglijdt. Uw Woord is mij een lamp voor mijnen voet.jaja, maar in de praktijk van het leven redderen we toch maar veiliger zelf en steken we liever ons eigen licht aan. Ik zou niet meer uit dr. BLoemhof's boekje citeren, daarom hier alleen het ad vies: lees vooral het slot zorgvuldig. Het is waar, bij veel ouderen en jongeren verdwijnt de bijbel uit het gezichtsveld. O ja, er zijn er genoeg die nog wel in de bijbel 'geloven'. Je hebt er ook mooie teksten in staan en als ze op de televisie gein tjes met een bijbelwoord maken draai je de knop om: wat denken die rotjongens in Hilversum wel! Maar een toenemend aantal mensen ervaart de bijbel niet of niet meer als 'een schijnsel op ons pad. een eeuwig baken dat in de duisternis de schreden richt' (uit de nieuwe berijniing van psalm 119). En 'ge nieten' van vertrouwde klanken, bij voorbeeld via veel gevraagde gewij de muziek voor de radio, helpt niet. Aan de andere kant valt waar te nemen dat men zich dit verschijnsel bewust wordt. Daar schrijf ik de toenemende belangstelling aan toe voor. nu ja, voor zoiets als die lezing van dr. Bloemhof, en ik ver nam dat ouders zich hebben opgege ven voor een cursus van hem. Je kunt ook denken aan de enorme hoeveelheid meer en minder popu laire boeken en boekjes over vragen rondom de bijbel. Het werkje 'Ver staat gij wat gij leest?' van de Amsterdamse prof. dr. H. M. Kuitert kreeg al dertien drukken (en ik dacht: heus niet alleen vanwege de huidige problematiek in de gerefor meerde kerken)^ We vernemen tegenwoordig klaag zangen over het in onbruik raken van de bijbel, maar ik dacht dus dat je ook opgewekt kunt constateren hoe er her en der opnieuw en op een nieuwe manier naar de bijbel gekeken wordt. Niet om er oneerbie dig mee om te springen, zoals som migen denken, maar om er op een ongedachte manier mee bezig te zijn om hem waarempel! weer te gaan gebruiken. Dr. Bloemhof legde in de klas een paar hoofdconclusies uit het rapport van de club van Rome naast bepaal de bijbelgedeelten. 'Niet om mij met mijn leerlingen te verliezen in spci- aal-economische beschouwingen, maar om hun te laten zien en met de stukken op tafel duidelijk i?e maken, dat de bijbelse Boodschap, ons ook ten aanzien van dc concrete problemen niet in de steek laat' (tóch nog een citaatje uit 'Het bij belonderwijs op de middelbare school'). Van mijn godsdienstlessen op de- middelbare school weet ik alleen nog dat ik voor het eerst een domi nee ontmoette die niet tegen dansen was. De vader van een vriendje zei deskundig: wat wil je, die man is links-ethisch! Ik hoop niet dat wij dr. Bloemhof een etiket gaan opplakken. We doen beter aandachtig en onbevangen naar hem te luisteren. Marquardt heeft gelijk: door ds. Frits Kuiper Tegelijk met zijn bezoek aan ons land verscheen Marquardt's twee de grote boek. "Theologie und Sozialismus das Beispiel Karl Barths' (München/Mainz 1972, 374 blz. 34,80). De schrijver stelt daarin de grote leraar der kerk in deze eeuw als voorbeeld voor het zijns inziens onontkoombare verband tussen theologie enerzijds en socialisme anderzijds. Wat er ook tegen Marquardt's betoog moge zijn in te brengen en dat is er naar mijn mening wel degelijk velerlei het bijeengebrachte bewijsmateriaal is overtuigend. In deze zin, dat bewezen wordt, hoe na de meest diepgaande verande ring in zijn denken kort na het einde van de eerste wereldoorlog, waardoor Barth pas ten volle theoloog werd, hij altijd socialist ge bleven is. de nog zéér jonge Barth van 1912 en de meer dan tachtigjarige van 1967 soms misschien toch iets te reël na druk wordt gelegd. Al erkent Mar quardt wel degelijk óók diepgaande veranderingen. Ernstiger acht ik het. dat het kader van de wereldgeschiedenis, waarbin nen zich dit unieke stuk geestesge schiedenis voltrok, onvoldoende wordt in het oog gehouden. Dat treft te meer, omdat Marquardt het tijd-ge- bondene van Barth's theologie juist met nadruk als één van haar beste eigenschappen naar voren brengt. Hij weet dat Barth wilde, dat theologie bedreven werd op grond van de bijbel, maar niet zonder óók de krant te lezen. De juist weergegeven feiten worden daardoor soms onvoldoende duidelijk geplaatst in hun historisch verband. Ik geef daarvoor hier één voorbeeld, mede als aanvulling bij Marquardt's betoog. Om de aard van dit onontkoombare verband aan te geven, maakte ik in het opschrift boven dit artikel ge brutk van een verbindingstreepje: the oloog-socialist. Dat deden Thurney- sen's vrienden ook. toen zij aan deze naaste vrienden en trouwste mede stander van Barth bij zijn 70ste "er- jaardag in 1958 de bundel 'Gottes- dienst-Menschendienst' aanboden. Evenals die twee onontkoombaar bij elkander horen, zo ook hier theologie en socialisme. In beide gevallen kan en mag de volgorde niet worden om gekeerd. Hoewel ik in mijn welkomst artikel voor Marguardt in dit blud van 8 maart j.l. er op wees. dat het socialisme voor Barth's theologisch denken het stimulerend uitgangspunt geweest is, moest de theologie noodza kelijkerwijze volstrekt de voorrang krijgen. Zo volstrekt, dat alle andere zaken daar nooit meer naast, maar uitsluitend onder geplaatst konden en moesten worden. Terecht heeft Marquardt ook nu. evenals in zijn eerste grote boek over 'Israël im Denken Karl Barths' afge zien van een vferklaring van Barth's theologische ontwikkelingsgang uit diens persoonlijke aanleg en karakter. Bij deze grootmeester in het vak overheerste de zaak namelijk inder daad de persoon. En de keuze van citaten acht ik alleszins verantwoord. Dat neemt niet weg, dat op de onmis kenbare éénheid in denkstructuur van Koude oorlog Tegen het einde van zijn eerste hoofdstuk gaat Marquardt in op de vraag, of Barth 'Stalinist' was. Die vraag beantwoordt hij uiteraard ont kennend. In 1949 had Barth echter in een voordracht over 'die Kirche -rwi- schen Ost und West' het volstrekt zinloos genoemd, 'een man van het formaat van Jozef Stalin met de char latans, zoals Hitier Göringenz. Pro/, dr. K. Barth geweest zijn, ook maar voor een ogen blik in één adem te willen noemen'. Barth erkent daarbij volledig, dat het sociale vraagstuk in Sowjet-Rusland 'met zéér vuile en bebloede handen op een ons met recht woedend maken de wijze' werd aangepakt. Maar Barth weigerde toen, en ook later na het Russische optreden in Hongarije en nog weer later in Tsjechoslowakije, uit hetgeen óók hem 'met recht woedend' maakte, de conclusie te trekken dat hij als leraar der kerk in de koude oorlog behoorde mee te doen. Marquardt toont met de stukken aan, dat Barth wel degelijk begreep, dat het Westen meende zich tegen de Russen te moeten bewapenen. Maar met het weigeren van de van hem verlangde kerkelijke dienst in deze koude oorlog, demonstreerde hij te gen de gehele strekking van de Wes terse politiek na 1945. Daarvan laat Marquardt te weinig zien. En juist Prof. dr. F. W. Marquardt met deze kerkelijke dienstweigering gaf de ouder wordende Barth gestalte aan de uitleg van Romeinen 13, die de nog jonge in de beide edities van zijn 'Römerbrief had beproefd. Zal hij daarvoor nog eens nu na -ijn dood de in het derde vers van dit hoofdstuk in het vooruitzicht gestelde 'lof' mogen ontvangen? Vooralsnog is Barth's inzicht, dat alléén in samen werking met de door communisten geregeerde staten de mensheidsvragen van nu zullen kunnen worden aange vat, nog geenszins algemeen aanvaard. Ook niet door de velen, die Barth als leraar van de kerk willen erkennen. Portret De Evangelische Pressedienst meldt en men heeft het al in dit blad kunnen lezen uat het voornemen heeft bestaan om op het boek een portret van de dertig jarige Barth de rode dominee van het Zwitserse Safenwil af te beelden tussen por tretten van Marx en Lenin. Barth dus op de plaats, waar volgens communis tische traditie Friedrich Engels be hoort te prijken. Daarvan zou zijn afgezien, omdat in het bijzonder bloed- en aanverwanten er bezwaar tegen zouden hebben gemaakt. Ik meen, dat Barth's inderdaad diep gaande verwantschap met het denken van Marx en zijn nog dieper gaande interesse voor ^et optreden van Lenin met reden door Marquardt zijn in het licht gesteld. Maar Barth werd juist niet hun leerling. Hij wees aan geheel de christenheid de weg tot diepgaande herbezinning op de bijbel. Dóór van uitgaande zou hij ook zijn kritiek op Lenin en Marx hebben willen funde ren. Marquardt vestigt mijns inziens te veel aandacht op Barth's sympathie voor de 'linkse' oppositie tegen Lenin. Vooral na de tweede editie van zijn Römerbrief' was hij daarvoor te zake-" lijk geworden. Maar ook vroeger reeds, in Safenwil, wilde Barth die zakelijkheid, zoals .n een klaarblijke lijk pas bij de laatste revisie van de -drukproeven op blz 305 toegevoegde aantekening, door de schrijver wordt toegegeven. Fundering Het is de grootheid van Barth's levens werk geweest, dat hij niet getracht heeft zijn keuze voor het socialisme, noch zijn bezwaren tegen de pogingen tot verwerkelijking daarvan in onze eeuw. met een beroep op woorden van profeten en apostelen te onder steunen. Hij was er van overtuigd, dat de bijbel zélf de mensen in onze dagen overtuigen moest van het heil loze van nationalistische en reactio naire politiek, terwijl ze er zich door moesten opgeroepen weten tot het betrachten van sociale gerechtigheid in wereldwijd verband. Dit boek van Marguardt over Barth als theoloog socialist wijst op meer dan één plaats MEER OVER DE MENS We lezen vandaag de eerste ve van het zg. tweede scheppingsvej (Genesis 2, 4-7). De man die dit samengesteld heeft moet over tweede verhaal beschikt hebben hij hier invoegt. Er staat een j titel boven: Dit is de geschiedenis verwekkingen, de nakomelingso van de hemel en de aarde, toei geschapen werden. Het doet de) aan dergelijke titels als het gaa het verhaal van iemand, b.v. Abraham (11,27)' Het gaat nu on verhaal van de mens. Er zijn a lende verschillen met het e hoofdstuk. De stijl is nuchter v lend, tegenover het streng geco neerde eerste scheppingsverhaal God heet nu HERE God, of Jj Elohim, volgens Van Selms een I gang naar het gebruik van de Jahve. De schrijver zou iemand) boerenafkomst geweest kunnen Hij weet van de noodzaak vat regen om iets te doen uitspnj Dat is niet in strijd met het 6 verhaal, want ook de regen is va HERE God. Hij heeft het ook ovi dauw waarvan hij de zegenrijke king kent. Maar er was nog I mens! Daar gaat het nu om. De 4 is prachtig en rijk maar het wad is op de mens. De mens is nieti uitstulpsel, een wrat op de aard) iets dat eruit voorkomt. Hij is mi grond verbonden en tegelijk an| Dat wil het verhaal zeggen als spreekt in het beeld van de pq bakker: toen formeerde de HERE de mens (adam) van stof ui\ aardbodem (adama) en blies de lej adem in zijn neus. Geen wetensj pelijke bepaling van de mens lichaam en ziel, maar een stuk p king van waar hij thuis hoort, q aarde, en van wie hij het leven 1 van God. En dat is allemaal troot voor mensen van onze tijd, dief afvragen wie zij eigenlijk zijnf waarom ze er 'zijn en waartoe, worden ingeleid in een stuk zelj, nis. We zijn geen wezens uit' andere wereld, we zijn van de a en van stof. We zijn niet hq wezens of zoiets, maar beschef behorend tot wat er al is, voor: Maar we zijn er tegelijk nief opgesloten. Er is een 'tegenover' mogen ons leven niet verliezen ei; zelf -.Is een uitstulpsel of een 'natuur' beschouwen. Er is onsf drukkelijk gezegd, dat we het P van God kregen. Onuitgesproken j in zijn bedoeling, maar duidelij zijn herkomst. Van God. Niet mj dan dat. NED. HERV. KERK Beroepen: te Hedel: Catsburg t Maartensdijk; te Goudswaard: R' Steur te Garderen. Aangenomen: naar Boven-BeL (Lent); P. S. A. Lefeber, kant, Leiden die bedankte voor BrouL haven en voor Opperdoes; naar S« deren: J. G. Eelderink te Nieuw^ sterdam. Beroepbaar: kand. J. G. Bos, Heil| laan 2 te Zuidbroek. GEREF KERKEN Beroepbaar: (wegens herstructur in de classis Drachten); H. Béna Hoornsterzwaag. GEREF. GEMEENTEN Bedankt: voor Werkendam: Chr. Poel ie Yerseke; voor Middelhf C. de Ridder te Nunspeet; voor lem: F. Harinck te Den Haag-Z. VRIJ EVANG. GEMEENTEN ÏJ duidelijk in deze richting. Maar de betoogtrant is mijns inziens minder eenvoudig bijbels dan Barth het van een geliefde leerling zou verlangd hebben. Misschien, dat het kleine boekje van Marquardt samen met Gollwitzer 'Reich Gottes und Sozialis mus bei Karl Barth', dat binnenkort verschijnen moet, mij in dit opzicht meer zal voldoen, Maar juist ook in zijn gedachtenwisseling met zo vele vakgenoten, die Barth's politieke po sitie-keuze afwijzen, waarvan dit grote boek vol is, was een meer recht streeks bijbelse fundering van de dis cussie mij welkom geweest. Volk der joden Marquardt had dit grote boek bedoeld als proeve van bekwaamheid om op academisch nivau theologie te mogen doceren. Hopelijk zal het hem niet te zeer ontmoedigen, dat het als zodanig werd afgewezen. Mijn verzekering in dit artikel, dat hij in zijn beschrijving van Barth's positie kiezen in de poli tiek gelijk heeft, berust op een bijna vijftig jarige omgang met diens werk. maar is uiteraard allerminst onfeil baar. Marquardt deed meer dan mij in mijn inzicht bevestigen, hij heeft dat in menig opzicht verrijkt en ver diept. Ik hoop en vertrouw, dat hij zijn werk op dit terrein zal voortzet ten in het bijzonder door het nauwe verband te laten zien van Barth's keuze voor het socialisme met diens laat ontwaakte liefde voor het volk der Joden. Beide kwamen namelijk voort uit zijn verstaan van de gerech tigheid Gods, zoals betuigd in Oud en Nieuw Testament. Van daaruit alléén zou een laatste woord over het optre den "an deze leraar der kerk in onze dagen kunnen worden gesproken, die helaas aan het schrijven van het laat ste deel van zijn Kirchliche Dogmatik waarin de wereldproblemen onder eschatologisch licht hadden moeten worden geplaatst niet meer is toegekomen. Beroepen: te Amsterdam-W.: G., bert te Gorinchem. BAPT. GEMEENTEN n Aangenomen: naar Den Haag: M,. hen te Zwolle I GEREF. KERKEN (vrljg.; B V.) nl Beroepen: te Heemstede: J. C. J1 te Velp. r_ NED. HERV. KERK Afscheid: van Jutrijp: A. van bergen, ber. te Bolsward; van Oi beek: H. A. Winkel, ber. te Blot daal; van Naarden: J. A. Mulder gens emeritaat; van Amstelveeir tenveldert: M. Hiniopen wegens «J ritaat. Intrede: te Hoogeveen: P. Kiksti Opperdoes. GEREF. KERKEN Afscheid: van Sneek: J. G. BrinWs ber. te Utrecht-N.; van Westmaal A. Zwaai. ber. te Beekbergen;*! Giessen-Rijswijk (NB); R. S. EllgeL ber. te Noordwijk; van Heen waard: J. O. C. Bouma, ber. te Hl sum. Intrede: TE Zevenhuizen (Gr): J.| mantsverdriet uit Haren. GEREF. GEMEENTEN IN NED. 30 mei: Afscheid: van Gouda: F. lan, ber. te Vlaardingen. Van een correspondent UTRECHT De ziekenfondsorga ties en de koninklijke maatschi ter bevordering der pharmacie hé overeenstemming bereikt over voorlopige overeenkomst voor het 1972 die voorziet in de gebruike hoging van het abonnementshonfi um (tot ƒ9,64 per verzekerde jaar) en van de vergoeding per af ring 1,377)- De onderhandelingen zijn in okt vorig jaar al gestart, maar over aantal belangrijke problemen is geen overeenstemming bereikt, apothekers hebben een extra hoging gevraagd in verband mé stijging van het aantal 'verrichtini de ziekenfondsen voelen daar tol toe niets voor. j i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1972 | | pagina 2