ietnam, een nachtmerrie
lie niet van wijken weet
OORAL NATIONAAL BELANG BEPAALT
USSISCHE BUITENLANDSE POLITIEK
fEf
HE
NT
0 L
'/KWARTET ZATERDAG 20 MEI 1972
Bnitenland TI9/K19
Ferry Versteeg
Noordvietnamese agressie over internationale grenzen bedreigt de vrijheid van het Zuidvietnamese volk
waar ergens ter wereld de vrijheid wordt bedreigt, staat ook onze vrijheid op het spel. Daarom ver-
len de koppige, unfaire, immorele Noordvietnamezen, die internationale afspraken schenden en elk
eus gesprek weigeren, een krachtdadig antwoord.
prai
iden als deze zijn tientallen mil-
westerlingen nog altijd op het
schreven. Toch weerspiegelen ze
implex van misvattingen, histo-
verdraaiingen en foutief gerich-
jrljki sie-neigingen, dat de hele Viet-
zaak in irrationele nevels hult
ectieve waarneming bemoeilijkt.
0lIdo< n iedereen met enig historisch
bijvoorbeeld weten, dat 'de
61 Vietnamese agressie over een in-
ionale grens', waarover in Was-
5n nog steeds officieel wordt
iken, een bewust gelanceerde
rheid is. Want de Geneefse con-
boi ie van 1954, het laatst beslissen-
lernationale legale forum, dat
iet de Vietnamese tragedie bezig
beschouwde Vietnam als één
)e conferentie erkende een 'mi-
demarcatielijn' tussen het
>n en zuiden van het land, maar
in artikel zeven nadrukkelijk,
eze lijn 'voorlopig' was en 'in
geval mag worden geïnterpre-
als een politieke of territoriale
imarcatielijn moest volgens de
fse conferentie worden opgehe-
a de nationale verkiezingen van
Maar, zoals president Eisenho-
ater openhartig toegaf, hebben
deze verkiezingen gesaboteerd,
de communisten aangevoerd
m4Ho Tsji Minh, de grote verzets-
III tegen de Japanners en de Fran-
fiiqr in 1956 de verkiezingen zou-
I Ifebben gewonnen. Daarom instal-
In de VS een sterk anti-commu-
9 th bewind in Saigon en daarom
I het de VS, die Vietnam ver
gil en niet de Vietnamezen.
j slechts een voorbeeld uit vele.
de vorig jaar onthulde Penta-
apers, samengesteld in opdracht
—Je Amerikaanse regering, tonen
j^Jioe de Amerikanen in de loop
iyk je jaren talrijke beschuldigingen
eanj Hanoi in elkaar draaiden om
lde' doelen in Vietnam te realiseren
JÏ'ïiinotheorie
tegen internationale afspraken
die van Genève in 1954
u g waard te zijn, als grootmach-
un vitale belangen bedreigd "ach-
'a*En de VS hebben lange tijd
dat hun veiligheid in Viet-
jndamenteel werd bedreigd. De-
jvatting werd uitgewerkt in de
lufl in 1949 ontwikkelde 'domino-
Ie', volgens welke Hanoi wordt
iipuleerd door een expansief en
zuchtig China. Een nederlaag
aigon zou, volgens deze theorie,
ii de inleiding vormen tot soort-
nederlagen in buurlanden en
n dominerende positie in Azië
van China, dat een regelrechte bedrei
ging voor Amerika zou vormen. Zo
rechtvaardigde president Johnson in
mei 1965 de massale troepentranspor
ten naar Vietnam met de uitroep:
'China's doel is niet alleen Zuid-Viet-
nam; het is heel Azië.'
Maar nu beleven we voor het eerst
een offensief van Noordvietnamezen
en Viet-Congstrijders, waarbij Peking
weinig meer wordt genoemd. En Dean
Rusks redevoering van oktober 1967
over 'het gele gevaar' zou na Nixons
recente bezoek aan China zelfs wat
obsceen klinken. Kortom de domino
theorie de voornaamste reden voor
de Amerikaanse interventie in Viet
nam is kennelijk niet meer geldig.
Sprekend was ook het bezoek, dat de
leiders van beide fracties in de Ame
rikaanse Senaat, Mike Mansfield en
Hugh Scott, tijdens het huidige offen
sief aan China brachten.
Wel menen sommige waarnemers,
dat Hanoi in Laos en Cambodja 'be
vriende' regeringen aan de macht wil
helpen. Maar als dat juist zou zijn,
zou daar veel minder de hand van een
oorlogzuchtige voorzitter Mao achter
steken, dan wel een expansionistisch
streven van Noord-Vietnam, dat door
de felle haat tussen z'n twee voor
naamste vrienden en helpers Rus
land en China grotendeels auto
noom kan opereren. Waarmee de
mondiale schrikbeelden Van de domi
no-theorie zijn vervangen door de
woelingen van een regionaal conflict,
dat buiten de vitale Amerikaanse be
langensfeer ligt. En omdat Washing
ton sinds 1968 de rol van 'wereldpoli
tieman' heeft afgezworen, zou alleen
dat al een reden moeten zijn om
Vietnam zo snel mogelijk te verlaten.
Vietnamisering
Sinds Richard Nixon in 1968 de fail
liete Vietnam-boedel van Lyndon
Johnson overnam, heeft hij zich in
derdaad ingezet voor een 'eervolle'
afbouw van de Vietnamese nachtmer
rie. Hij lanceerde daarom zijn vietna-
miseringsplan, dat terugtrekking van
het leeuwendeel van de Amerikaanse
grondtroepen behelsde, alsmede de
opbouw van een machtig Zuidvietna-
mees leger van ruim een miljoen
man, dat met Amerikaanse lucht-, ma
rine- en andere materiële steun Hanoi
op afstand zou moeten houden, ofwel
tot concessies bewegen. Nixon dacht
op deze manier een eervolle Ameri
kaanse aftocht, de overleving van het
regime-Thieu en zijn eigen herverkie
zing als president veilig te stellen-,
Zonder overmatig succes, zoals nu
blijkt.
Behalve vietnamisering heeft Nixon
ook de 'grote-mogendheden-diploma-
tie' gebruikt om uit de Vietnamese
impasse te raken. Al tijdens zijn ver
kiezingscampagne in 1968 sprak hij
over de grote mogelijkheden van de
'totale diplomatie' om vrede in Viet
nam te bereiken. Als president heeft
hij met Henry Kissinger de 'Ras-
poetin van het Witte Huis' de op
dit terrein braak liggende kansen bij
zonder knap benut. De internationale
verhoudingen werden tot voor kort
gedomineerd door de Amerikaans-Rus
sische tegenstelling. Maar vooral sinds
Nixon China bezocht en deze opko
mende grootmacht daarmee uit het
ghetto van de internationale politiek
haalde, worden de mondiale relaties
beheerst door de driehoek Washing-
ton-Mosko u-Peking.
Rusland en China
Binnen dit kader verkeert Amerika
thans in de fortuinlijke positie te
kunnen flirten met Moskou en Pe
king, terwijl de vijandschap tussen
beide 'socialistische broeders' dermate
fundamenteel is, dat zij slechts kun
nen streven naar goede relaties met
de VS. Het is duidelijk, dat Nixons
bewegingsvrijheid in de internationa
le politieke arena hierdoor aanzienlijk
vergroot is. Zo kan Rusland in de
nieuwe driehoekige konstellatie bij
voorbeeld niet meer op Amerikaanse
chantage reageren met toenadering
tot China (wat Amerika wel kan),
terwijl China zich voor geen enkele
prijs tot Moskou zal richten (wat
Amerika ook kan).
Men ziet nu het voor Nixon zonnige
verschijnsel, dat zowel Rusland als
China belang hebben bij goede rela
ties met de VS. China hoeft zo niet
meer te vrezen voor Amerikaanse in
terventies, terwijl een onheilspellende
Amerikaans-Russische 'samenzwering'
waardoor de Russen zich tegenover
China meer zouden kunnen permitte
ren wordt bemoeilijkt. Ook voor
Moskou zijn de voordelen van goede
relaties met Washington duidelijk.
Niet alleen, omdat zoiets de kans op
een Amerikaans-Chinese coalitie ver
kleint. Want Rusland wenst ook ont
spanning aan z'n westgrenzen, grotere
economische samenwerking met de
VS en een akkoord met dat land over
beperking van de strategische wapens.
Allemaal voorwaarden om de Russi
sche bevolking eindelijk het tijdperk
van de massa-consumptie te kunnen
binnenleiden.
In deze nieuwe situatie heeft Nixon
alles gedaan om China en Rusland tot
de nodige inschikkelijkheid in de
Vietnamese kwestie te dwingen. In
Washington werd al hoopvol gespecu
leerd over een Noord-Vietnam, dat
beroofd van Russische en Chinese
hulp, de keus zou resten tussen een
vredesregeling op Amerikaanse voor
waarden, ofwel te worden weggebom
bardeerd tot 'een voetnoot in de ge
schiedenis.' Maar het pakte anders uit
en Nixon werd geconfronteerd met de
grenzen van zijn 'totale diplomatie'.
Want al zijn Rusland en China nu
zeer gevoelig voor goede betrekkingen
met Amerika, ook Vietnam is voor
beiden van groot belang. Voor de
Russen, omdat zij momenteel bezig
zijn de Chinese aartsvijand in heel
Azië in te kapselen; en voor China
om deze Russische omsingeling te
doorbreken. Als Rusland zou toegeven
aan Amerikaanse druk en Hanoi in de
steek zou laten, zouden de Chinezen
zonder twijfel inspringen. En het om
gekeerde is evenzeer waar.
Het is bijzonder interessant om de
ontwikkeling van deze Chinees-Russi
sche patstelling die Nixon thans
met grof diplomatiek en militair ge
schut tracht te doorbreken gedu
rende de afgelopen maanden aan de
hand van berichten uit de New York
Times te volgen. De Russen, die de
Chinezen de laatste jaren als voor
naamste wapenleveranciers van Hanoi
hebben verdrongen, pleegden begin
februari in Moskou intensief overleg
met de Noordvietnamezen. Waar
schijnlijk om hen af te houden van
offensieve plannen in Zuid-Vietnam.
Tevergeefs, want op 11 februari sprak
TASS aan het slot van het overleg
over 'openhartige discussies', een com
munistisch code-woord voor 'onenig
heid'.
Begin maart bezocht prins Sihanock,
de verdreven Cambodjaanse leider,
die momenteel in Peking huist, Ha
noi. Later voegde de Chinese premier
Tsjoe En-lai zich korte tijd bij hem.
Op 5 maart werd dit overleg afgerond
met een hard communique, dat pleitte
voor 'broederschap in de strijd' tegen
Thieu en z'n Amerikaanse bescherm
heren. Waarmee de Russen duidelijk
werd gemaakt, dat China klaar stond
om hun plaats in Noord-Vietnam in
te nemen en tevens gereed was om
zijn favoriete beschuldiging te herha
len, dat Moskou de zaak van het
communisme verraadt terwille van
goede betrekkingen met Amerika.
Moskou heeft daarop de Noordvietna
mezen hun gang laten gaan, maar
bagatelliseerde tegenover de buiten
wereld hun offensief en stelde alles
in het werk om het komende Moskou-
se topoverleg met Nixon te redden.
En dat ondanks Nixons besluit om
duizenden Noordvietnamezen door
zijn luchtmacht op afstand te laten
doden en zijn gevaarlijke blokkade
Vietnam-1972
van Noordvietnamese havens. Immore
le en irrationele acties, die meer
door presidentiële trots en verkie
zingskoorts worden ingegeven, dan ge
rechtvaardigd door een fundamentele
aantasting van Amerikaanse belangen.
Gelukkig is de Russische reactie tot
op heden beheerst, waaraan behalve
de nieuwe internationale verhoudin
gen en Russisch-Amerikaanse belan
genverstrengeling mogelijk ook een
rationeler denktrant zal hebben bijge
dragen.
'Redelijke kans'
Terwijl Nixons 'totale diplomatie' dus
nog weinig heeft opgeleverd, verkeert
het directe Amerikaans-Noordvietna-
mese overleg al veel langer in coma.
Nixon op 8 mei heeft voorgesteld 'een
einde te maken aan alle Amerikaanse
militaire activiteiten in heel Indo-
China en alle Amerikaanse troepen
terug te trekken binnen vier maan
den'. En dat op twee voorwaarden:
bevrijding van alle Amerikaanse krijgs
gevangenen cn een wapenstilstand
onder internationaal toezicht Nixon
stelde dus alleen een militaire rege
ling voor, waarna de Zuidvietnamezen
'onder elkaar moeten beslissen' over
de voorwaarden van een politieke re
geling. Op deze wijze zou Nixon de
regering-Thieu niet zonder meer aan
Hanoi uitleveren, maar evenmin het
langdurig voortbestaan van de Zuid
vietnamese bondgenoot garanderen.
Washington meent, dat de vijand hier
mee een 'redelijke kans' wordt gebo
den om zijn doelen geleidelijk te be
reiken. Maar Hanoi en de Viet Cong
vechten al jaren om het in hun ogen
onwettige regime van Thieu 'de
marionet van de Amerikaanse agres
sors' omver te werpen en nemen
na alle opofferingen geen genoegen
meer met de door Nixon geboden
'redelijke kans' Zij eisen daarom de
installatie in Saigon van een drieledi
ge coalitieregering van Viet Cong,
leden van de huidige regering minus
Thieu, en neutralen zoals 'Grote'
Minh. Nixon en Kissinger stellen dit
ondanks Noordvietnamese ontken
ningen echter gelijk met de instel
ling van een communistisch regime in
Saigon en wijzen zo'n 'capitulatie' van
de hand. Maar wie overleefde over-
winningsromantiek en gekneusd supe
rioriteitsgevoel van zich afschuift en
het laatste Noordvietnamese voorstel
realistisch taxeert, kan toch moeilijk
volhouden, dat er geen 'eervolle'
Amerikaanse aftocht in zit Wel zal
het de politieke schuinsmarcheerder
Thieu nopen zich eerder dan ver
wacht bij z'n Zwitserse bankrekening
te voegen.
Voortzetting van de oorlog kan de
Amerikaanse positie slechts verzwak
ken. Want al zouden Noordvietname
zen en Viet-Congstrijders door Nixons
riskante acties in het defensief ge
drongen worden, later zullen zij hun
offensief kunnen herhalen onder
steeds gunstiger voorwaarden, omdat
de Amerikaanse terugtrekking door
gaat. Bovendien kan de gebrekkige
vechtlust van het numeriek superieu
re en uitmuntend uitgeruste Zuidviet
namese leger niet eeuwig worden ge
compenseerd door de onvoorstelbare
vuurkracht van de gigantische Ameri
kaanse lucht- en zee-armada. Een ar
mada, die een corrupt regime zonder
veel burgerlijke moraal op de been
houdt, dat zich langdurig door buiten
staanders liet domineren en leiden en
daardoor in tegenstelling tot de
noorderburen geen zelfbewustzijn
en dynamiek ontwikkelde. Een arma-
da tenslotte, die door de gewijzigde
internationale constellatie allang geen
fundamentele Amerikaanse belangen
meer verdedigt, maar op gruwelijke
wijze Amerikaanse frustraties projec
teert in een gemartelde uithoek van
de wereld.
|^|daag vertrekt president Nixon uit Washington voor een bezoek aan Moskou,
ir hij, na een kort oponthoud in Salzburg, in de loop van maandag zal arriveren,
't oog op dit bezoek geeft Martin van den Hevel in dit artikel zijn visie op
de na-oorlogse buitenlandse politiek van de Sowjet-Unie. Martin van den Heuvel was
van 1964 tot 1967 correspondent van het Parool in Moskou. Thans werkt hij op
het Oost-Europa-Instituut van de Universiteit van Amsterdam.
door Martin van den Heuvel
QEplitieke situatie aan het einde van de tweede wereldoorlog gaf
^jiwjet-Unie enorme kansen tot machtsuitbreiding. Stalin hielp
al in de door het Rode Leger bevrijde Oosteuropese staten re-
js in het zadel die de Sowjet-Unie goedgunstig gezind waren. In
fegin opereerde de Russische dictator daarbij nog vrij voorzich-
paar geleidelijk aan hadden alleen de communisten het in die
iafn nog maar voor het zeggen.
I moest in die eerste naoorlogse
11 uiteraard voorzichtig te werk
Het Westen heeft zich in die
gerealiseerd, hoe
*ïaar het door de oorlog ver
en uitgeputte Rusland was.
and had bijna twintig miljoen
in verloren. In de gebieden die
le nazi's bezet geweest waren,
vaak geen steen meer op de
.J. Dc Russische industrie had
|eweldige slag gekregen.
lowjet-Unie behoorde weliswaar
overwinnaars op Hitler-Duits-
^Jmaar bezat onvoldoende machts-
-'fclen om aan wereldpolitiek te
ze bezat noch atoomwapens,
[een voldoende oorlogsvloot. Een
politiek bedrijven in de derde
was daarom onmogelijk. Daar
nog bij, dat Stalin niet veel zag
onafhankelijkheidsbewegingen
die jaren in de Afro-Aziatische
plaats vonden. Iedereen die
immunistisch was, was voor de
-dictator al gauw pro-westers,
mensen als Nehroe, Nasser en
ir zag Stalin niet veel meer dan
'n van het imperialisme'. Pas
stsjow ging proberen in de der-
ireld steun en sympathie te win-
^Jtussen werkte men in de Sow-
»ie koortsachtig aan het inhalen
ïUfte bewapeningsachterstand. In
1 vond de eerste Russische atoom-
»ie plaats en in 1953 bezat ook
I gremlin kernwapens. In 1957 lan-
men de eerste intercontinenta-
[et. In de jaren zestig werd deze
kkeling voortgezet en, zoals be
kend, beschikt de Sowjet-Unie thans
behalve over een groot landleger,
over een grote hoeveelheid interconti
nentale raketten en een grote oorlogs
vloot. De Sowjet-Unie heeft nu dus de
middelen om een mondiale politiek te
bedrijven en dat doet zij ook.
Beelaerts
Bij het bespreken van die Russische
buitenlandse politiek vormt de vraag,
in hoeverre de marxistische ideologie
daarin een rol speelt een groot twist
punt. Een aantal deskundigen gelooft
dat de marxistische leer de Russische
leiders als het ware dwingt om overal
revoluties te bevorderen en zo de
wereldheerschappij voor het commu
nisme te verzekeren. Tot hen behoort
bijvoorbeeld onze voormalige ambassa
deur in Moskou, jhr. mr. G. Beelaerts
van Blokland. Van hem is vorig jaar
een rapport in de Nederlandse pers
verschenen, dat volgens Elseviers Ma
gazine (14-8-1971) als 'een soort poli
tiek testament' beschouwd moet wor
den, waarin een ervaren diplomaat
het Westen waarschuwt voor de poli
tieke methoden en doeleinden van
een agressieve wereldmacht. Wie de
Russische buitenlandse politiek goed
bestudeert, kan volgens Beelaerts al
leen maar tot de conclusie komen, dat
een vreedzaam naast elkaar bestaan
van Oost en West onmogelijk is. Hij
schrijft: 'De Sowjets willen niet meer
dan een tijdelijke wapenstilstand, en
dan nog slechts een zeer tijdelijke.
Hun doelstellingen gaan veel verder.
Dit is geen stukje anti-communisti
sche hetze. Elke echte communist kan
deze stelling alleen maar onderschrij
ven. In eigen jargon beredeneert hij
dit aldus: Het kernprobleem van de
Oost-West-verhouding ligt in het
naast elkaar bestaan van het commu
nistische (socialistische) stelsel en het
kapitalistische stelsel. De tegenstellin
gen tussen die twee systemen zijn
niet op te lossen. De strijd duurt
voort, totdat volgens de door Marx
voorziene onontkoombare loop van de
geschiedenis het kapitalisme is vernie
tigd en het superieure socialistische
maatschappij-stelsel heeft gezegevierd.
Tot die overwinning houden de tegen
stellingen en de klassestrijd aan'.
Met dit citaat hebben we wel de
sleutel tot Beelaerts' analyse van de
Russische buitenlandse politiek te
pakken. Hij vat alle marxistisch-leni-
nistische zinsneden over de noodzake
lijke ineenstorting van het kapitalis
me en de zege van het socialisme,
waarmee de Sow jet-pers vrij scheutig
is, als een directe bedreiging van het
Westen op en verbaast zich erover dat
niet iedereen dat doet. Daarom had
Beelaerts eigenlijk ook Churchills uit
spraak dat de Russische buitenlandse
politiek een 'riddle wrapped in an
enigma' (een soort raadsel in het
kwadraat) is, niet behoeven te cite
ren. Anders dan voor de Engelse
staatsman is de Russische politiek
voor hem een volstrekt duidelijke
zaak. Hij eindigt zijn rapport dan ook
met de veelbetekende woorden; 'Het
Westen zij gewaarschuwd!'
Nationaal belang
Beelaerts van Blokland gaat er in zijn
rapport zo volstrekt van uit dat de
marxistische ideologie een allesover
heersende rol speelt in de Russische
buitenlandse politiek, dat hij die
kwestie niet eens aan de orde stelt.
Het staat in de Prawda, du: het is
waar, is zijn devies. Toch zijn veel
Sowjet-kenners geneigd niet het marx
isme, maar het Russische nationale
belang als de belangrijkste factor in
de buitenlandse politiek van het
Kremlin te beschouwen. Hoe ver
klaart men bijvoorbeeld de samenwer
king van het Kremlin met staten
waar de communistische leiders ge
vangen zitten en de communistische
partij verboden is? Waarom verbreekt
de Sowjet-Unie haar diplomatieke be
trekkingen met de Griekse kolonels
niet en wil zij zo graag diplomatieke
betrekkingen met Spanje aanknopen?
Beelaerts verklaart dit laatste door te
zeggen dat de Sowjet-diplomatie voor
al dient om niet-diplomatieke contac
ten mogelijk te maken. Alle mogelijke
mantel-organisaties kunnen dan des te
gemakkelijker hun ondermijnende rol
spelen. Nu lijken voor dit laatste doel
diplomatieke betrekkingen niet per se
noodzakelijk. Bovendien begrijpt men
zelfs in het Kremlin wel dat 'onder
mijnende propaganda' ten gunste van
de Sowjet-Unie weinig uithaalt, als
dit land tijdens een staking van
Spaanse mijnarbeiders kolen levert
aan Franco. Hetzelfde geldt voor de
levering van machinerieën aan de
Griekse kolonels. Die transacties zijn
koren op de molen van maoïsten en
anderen. Het Kremlin neemt dat risi
co echter telkens weer omdat m.i. het
Russische nationale belang op de eer
ste plaats komt.*
Aanpassingen
Maar zelfs als we Beelaerts volgen en
in het marxisme-leninisme de leidraad
zien voor het handelen van Breznjew
c.s., wat dan? Wel, dan weten we nog
niets. Vooreerst bevat deze leer nogal
wat tegenstrijdigheden en laat zij vele
belangrijke kwesties volstrekt open.
3ovendien is die leer allesbehalve
rigide, maar wordt zij herhaaldelijk
aangepast en 'verrijkt'. Zo moest men
al snel na 1917 de doctrine van de
wereldrevolutie in het vriesvak stop
pen. Chroesjtsjow 'ontdekte' de vreed
zame coëxistentie en de per land
verschillende, 'weg naar het commu
nisme'. Na de tweede wereldoorlog is
men de nieuwe staten in de derde
wereld geleidelijk een progressieve
rol gaan toeschrijven. Hoewel die sta
ten meestal de volgens het marxisme
noodzakelijke economische ontwikke
ling misten, werden ze soms opeens
een flink stuk op weg naar de socia
listische heilstaat verklaard.
De enige duidelijke leerstellige uit
spraak is, dat het communisme eens
over de hele wereld zal zegevieren.
Maar we 'weten' slechts dat dat zal
gebeuren né de ineenstorting van het
tijdperk van het kapitalisme en een
'marxistisch tijdperk' kan best dui
zend jaar duren. Daar hoeven we dan
ook niet van wakker te liggen. We
kunnen dus niet zeggen dat het marx
isme de Sowjet-leiders dwingt be
wust de wereldheerschappij na te
streven. Volgens de leer is het de
economische ontwikkeling in de niet-
communistische landen zelf, die on
ontkoombaar tot het communisme zal
leiden en niets anders.
De marxistische leer laat het Kremlin
dus volkomen vrij in zijn buitenland
se politiek en men kan m.i. die poli
tiek vanuit di~ leer alléén ook niet
goed verklaren. Wel wordt elke stap
van het Kremlin uiteraard altijd ver
pakt in marxistische termen. Vaak is
dat echter zoals bij de bezetting
van Tsjechoslowakije in 1968 een
rechtvaardiging achteraf. Van de
Breznjewdoctrine over de 'beperkte
soevereiniteit' (grofweg: de belangen
van het 'internationale communisme'
wegen zwaarder dan de soevereiniteit
van één land van het socialistisch
blok) kan men ook bepaald niet zeg
gen dat hij door Marx geïnspireerd is.
Coëxistentie
Het is goed hier enige woorden te
wijden aan het begrip 'vreedzame
coëxistentie', omdat daarover veel
misverstanden bestaan. Aan Nikita
Sergejewitsj Chroesjtsjow, die inzag
dat grote oorlogen in deze tijd zinloos
geworden waren, komt de verdienste
toe aan dit begrip een reële inhoud
gegeven te hebben. Die inhoud is
echter veel agressiever ten opzichte
van het Westen dan men vaak denkt
De doctrine acht weliswaar oorlogen
met het Westen onwenselijk, maar
wil dat de internationale klassenstrijd
op ideologisch gebied des te feller
wordt voortgezet. Het past bijvoor
beeld in het kader van de vreedzame
coëxistentie om via mantelorganisaties
druk uit te oefenen op de westerse
publieke opinie voor het houden van
een Europese veiligheidsconferentie
op voor de Sowjet-Unie gunstige voor
waarden. Zou dat lukken, dan is het
volkomen 'legaal' om vanuit een
machtspositie via politieke druk te
proberen uit de nieuwe constellatie
politieke winst te slaan. Het hangt
uiteraard van het westerse tegenspel
af in hoeverre men daarin slaagt. Bij
langer durende Oosteuropese vredes
campagnes verliest het westen echter
soms zijn eensgezindheid.
De buitenlandse politiek is met de
jaren veel complexer geworden. De
twee wereldmachten, Amerika en Rus
land houden elkaar, beide tot de tan
den toe bewapend, nauwlettend in de
gaten. China's breuk met Moskou en
latere opkomst als atoommogendheid
hebben het er voor het Kremlin niet
gemakkelijker op gemaakt. Toch is de
balans niet alleen negatief. Het kern-
stopakkoord van 1963 was bijvoor
beeld een grote stap vooruit Dat
geldt ook voor de duidelijkere afspra
ken die sindsdien over en weer ge
maakt worden. Hoe nodig het was dat
men eikaars bedoelingen precies ken
de, was tijdens de griezelige Cuba-
crisis wel gebleken. Daarom kwam
onder meer de 'hot line' tussen Mos
kou en het Witte Huis tot stand. De
wereldvrede hangt nu eenmaal in ho
ge mate af van het feit dat men
wederzijds precies weet, waarover
men het eens en oneens is. Dat is
mede de betekenis van Nixons komen
de bezoek aan de Sowjet-Unie. De
nieuwe Amerikaanse politiek ten op
zichte van China raakt uiteraard ook
de Amerikaans-Russische betrekkin
gen. Het is zowel voor de Verenigde
Staten als voor de Sowjet-Unie van
enorme betekenis om precies vast te
stellen, waar die veranderingen op
neerkomen.
Het is te hopen dat Nixons bezoek
ook in andere opzichten winst zal
opleveren, ook al geven de gebeurte
nissen in Vietnam niet veel reden tot
optimisme. Gemakkelijke zou dat
trouwens ook zonder het Vietnam-
conflict niet zijn. Want ook al gelooft
men er niet in, dat de marxistische
ideologie een grote rol speelt in de
Russische buitenlandse politiek, dat
wil niet zeggen, dat men lichtvaardig
inet de Sowjet-Unie in zee moet gaan.
De Sowjet-Unie is een griezelige we
reldmacht met een enorm militair
potentieel en een (de laatste jaren)
zeer actieve buitenlandse politiële
Russische 'vredelievende' voorstellen
hebben soms voornamelijk een propa
gandistische bedoeling. Aan de confe
rentietafel blijken Russische diploma
ten meestal zeer stugge onderhande
laars. Toch is het de laatste jaren een
aantal keren gelukt tot redelijke re
sultaten te komen. Dat het Westen
daarbij geen eenzijdige concessies
moet doen, staat voor mij vast Maar
het staat voor mij eveneens vast dat
het het Westen (in casu: Amerika)
zich door een aantal ondoordachte
zetten op het politieke schaakbord
(vooral in Vietnam uiteraard) in een
positie geplaatst heeft waardoor het
een minder aanvaardbare en geloof
waardige onderhandelaar voor het
Kremlin is geworden.
Voor een andere visie op de Russi
sche buitenlandse politiek zie: C. G.
van den Heuvel Sowjet-Buitenland-
se Politiek en Ideologie, in Clvis
Mundi 1972/4, blz. 95-101.