KEES TINGA, POLITIEK
BETROKKEN TOPSPORTER
iVlini-Stellan: gewoon
len aardige jongen
Organisatie basis
van honkbal in VS
K jOUV/KWARTET ZATERDAG 22 APRIL 1972
ev JRDAM Tussen volley-
B spelen tegen Griekenland in
tl Aviv en volleybal spelen te-
4 jn Griekenland in Athene be-
r. 'o>at kennelijk een groot verschil,
het eerste geval liet, twee jaar
hig bij de strijd om de Spring
..ip, het Nederlands team, inclu-
tbijtr'
ieiij|f de toenmalige bondscoach
Ide van der Ploeg, een krach-
protest horen. In een door
!dl?jna alle spelers ondertekende
ibalteam 'een politiek instru
ct in de handen van de kolo-
nietls' genoemd en stelde men zich
v- aan de zijde van het onder-
jikte Griekse volk en het Griek-
Iverzet'.
jelui
i en afgelopen week echter speelde het
hetperlands team, waarin ook enkele
303.[lers die toen hun handtekening
ter de verklaringen zetten, in dat-
fde toernooi om de Spring Cup
•r tegen Griekenland. Niet in Tel
maar in Athene en min of meer
gast van de kolonels, die zich
ers ook van de sportwereld in
eul.ji land meester hebben gemaakt,
testen bleven echter, hoewel de
eiding daartoe eerder groter leek
in 1970, achterwege. Waarschijn-
niet vanwege een plotselinge om-
^°fcwaai in politieke betrokkenheid
C'M onze volleyballers. Want sport
hulpen, zo lijkt opnieuw te zijn be
llen. een dergelijke betrokkenheid
and.
SPORT T23/K21
Van onze honkbalmedewerker
AMSTERDAM Ik heb me de
zenuwen lopen maken hoe ik me
zou introduceren daar. Ik had er
gewoon problemen.' Je kijkt zo
op tegen die beroepskerels. Maar dat
bleek helemaal niet nodig. Ze zei
den, trek dit honkbalpak nou maar
aan dan wordt er niet zoveel ge
vraagd ook. En in dat pak hoorde ik
er ineens bij. Moet je nagaan. Ik
heb jaren gehonkbald in Nederland
en er is nog nooit iemand naar me
to*» gekomen voor een handteke
ning. Daar vlogen ze in bosjes op
aio ar. alleen vanwege dat pak. Uit
gerekend nu, terwijl ik al jaren
niets meer doe en in dat gezelschap
natuurlijk helemaal niets beteken
de'.
Cees Herkemij, assistent-coach van
de nationale honkbalploeg is terug
uit Amerika. Doodvermoeid van drie
en een halve week alles noteren en
overlopend van enthousiasme. Als
eerste coach in de Nederlandse
honkbalgeschiedenis heeft hij stage
gelopen in een major-league-kamp
van de befaamde Boston Red Sox
Wekenlang heeft hij opgetrokken
met grote sterren als Carl Yastr-
zemski, Reggie Smith, Tony Conigli-
aro en Rico Petrocelli. Namen waar
van Amerikanen stil worden. Ster
ren met super-salarissen en een
enorme bekendheid. 'Maar,' zegt
Cees Herkemij nu, 'gewone jonkens
hoor met dezelfde nukken en stre
ken als onze jongens. Er is niets
mystieks aan die major league-spe
lers. Ze zijn ook dolblij als er een
punt gescoord wordt en staan ook te
dansen en te springen als kinderen.
Maar kijk, ze weten wel hun plaats.
Ze hebben een ijzeren discipline en
ik geloof dat dat hun beste troef is
in de kracht van hun honkbal.'
Herkemij lootpt over van de voor
beelden. Voorbeelden die hij zal ge
bruiken in zijn rapporten, die het
Nederlandse honkbal op een hoger
plan moeten brengen. 'Kijk eens
hier, de grondbeginselen zijn daar
heus niet beter dan bij ons. Geloof
me nou. Ik heb gemerkt dat ik er net
zoveel van wist als die Amerikanen,
maar je moet ze wel weten te ge
bruiken. Men zegt wel eens dat die
beroeps-jongens niets meer aan die
basis-principes zouden doen. Nou
vergeet het maar. De meeste honk
ballers die in het beroepshonkbal
terecht komen hebben alleen maar
talent en weten weinig van de tech
niek. Dat moeten ze allemaal nog
leren. Vooral met name de Red Sox
geloven heilig in die 'fundamentais'.
Wat dat betreft zat ik dus goed'.
'Neem nou bijvoorbeeld eens onze
werpers. Die moeten gooien vinden
wij en laten ze verder aan hun lot
over. Nou dat is nu precies wat een
Amerikaan nooit zal doen. De wer
per is nog steeds de figuur waar
alles om draait en die Iaat je niet
maar wat aanmodderen. De Ameri
kanen zeggen terecht dat de werper
de mieest kwetsbare speler is in je
team. Die moet je begeleiden. Daar
om zijn er ook altijd mensen om
hem heen. De catchers vooral. Wer
pers en catchers horen bij elkaar.
Wij zeggen werpers moeten sterke
benen hebben, dus rennen met 'm.
Dat doen we dan ook en laten ze
sprinten net als in Amerika. Maar
we kijken niet naar ze om. Laat
maar lopen, weet je wel. Maar dan
xs d«* lo' er wel heel gauw af bij
zo'n jongen. Die moet je enthousiast
houden en stimuleren. Blijf toch bij
hem kijken en help hem over zijn
twijfels heen. In je eentje sprinten
is geen lolletje. En nou weet ik wel,
wij hebben niet zoveel coaches,
Maar dat hoeft ook niet. De begelei
ding kar ^ok door een ploeggenoot
gebeuren. Men zegt hier ook altijd
dat Amerikaanse werpers niet kun
nen slaat» Ze laten die kerels ook
nooit de batting-practice slaan. Ze
ker niet bij een vooriaarstraining.
Slaan voor werpers ls tijd- en
krachtverspilling volgens de Ameri
kanen. Als ze het zouden willen mag
het, maar liever niet'
Herkemij heeft ook een grenzeloze
bewondering gekregen voor de Ame
rikaanse organisatie. De manier
waarop ze een vrij grote groep spe
lers dagenlang bezighoudt en zonder
rp te vervelen. Een ijzersterk
svsteem waarin spelers zo snel mo
gelijk worden klaargemaakt voor de
oom petitie. 'Als daar een training
begint weet elke speler precies wat
e«* van hem verwacht wordt. De
volgorde van slaan, gooien, vangen,
lopen en dergelijke dingen is van
tevoren bekend. Ze werken een per
fect syseeem af. Man, als ze daar
toch een vrij grote ploeg zinnig
h»idg kunnen houden, moeten wij
dat met een handjevol toch zeker
Kunnen doen.'
•Wij zullen ons trouwens ook anders
moeten richten. Hier zijn we al blij
al we één dubbel-spel per wedstrijd
maken. Daar maken ze er meerdere.
Daar spelen ze er gewoon op. Snel
de bal uit de handschoen en gooien
met een korte beweging. Hoeft niet
hard, maar wel razendsnel. Ach
man, als je dat daar ziet wordt je er
stil van. Dat maakt onze sport aan
trekkelijk en dat weten ze daar
drommels goed. Moeten wij ook
doen.'
Dat perfect afwerken van een pro
gramma is ook uitvoerig besproken
met Hal Smeltzly, de Amerkaanse
coach die de Nederlandse ploeg bij
de vorige Haarlemse honkbalwweek
'even' mocht coachen. Smeltzly, die
Cees Herkemij veel heeft geholpen
tijdens zijn verblijf in de VS en
die zijn kampioensploeg voor een
wedstrijd tussen de Boston Red Sox
en de beroemde St. Louis Cardinals
aan het publiek mocht voorstellen.
De kampioen nota bene van de op
een na hoogste college-league van
Amerika. Met de Nederlandse ploeg
ging Smeltzly echter door het diep
ste dal. Voor een Amerikaan een
niet te verteren zaak. Waarom? 'Ik
begrijp nu dat Smeltzly op die basis
ook nooit iets heeft kunnen berei
ken met onze ploeg. Je moet eerst
een poosje werken met een team in
pen vast systeem om iets met ze te
kunnen bereiken. Dan pas kan er
succes komen. Smeltzly was bereid
om het ook zonder dat programma
te proberen. Helemaal tegen het
Amerikaanse principe in en juist
dat is hem fataal geworden. Daarom
ook was hij hevig teleurgesteld dat
er hier zo weinig begrip voor was.
Hij was bereid ons toen gewoon uit
de misère te halen, zonder voldoen
de voorbereiding. Hij moest gewoon
varen op de adviezen van anderen
en dat is helemaal fout gelopen.
Gelukig gaat daarom ook Ron Fra-
ser eerst een trainingskamp meema
ken met onze ploeg en dat is zonder
meer een voordeel.'
Eddy Kasko, de 40-jarige manager
van de Boston Red Sox, heeft Cees
Herkemij laten proeven van het
hoogste beroepshonkbal in de Vere
nigde Staten. Minutieus heeft Cees
Herkemij de werpers getimed, die
geen bal teveel gooien en geen stap
teveel lopen. In een vrij korte voor
jaarstraining worden spelers, waar
van sommigen een jaarcontract heb
ben van 175.000 dollar, klaarge
stoomd voor de Amerikaanse be-
roepshonkbalcompetitie. Alles op de
stopwatch. Herkemij heeft er ook
oude bekenden ontmoet als Charles
'Cotton' Nash, de man van de vorige
coachclinic, die van de Minnesota
Twins naar de Boston-organisatie is
gekomen. Manager Red Schoendienst
Van de Cardinals, de gentleman on
der de beroepscoaches. Bob Gibson,
de ster-werper waarvoor in Neder
land maar een paar mensen belang
stelling hadden.
op de nominatie staan het nationale
team te bereiken, zijn anders. Ze gaan
veel uit, drinken graag op z'n tijd
eens "n pilsje, maar volgens mij is dat
fout. Je moet bikkelhard zijn voor
jezelf, je alles ontzeggen'
Stel la n Bengtsson en I*» financiën:
'Ik heb een contract met een firma.
die mij naam gebruikt voor batjes.
Na mijn wereldtitel zijn er ongeloof
lijk veel verkocht over de hele we
reld. Ik verdien genoeg geld om van
rond te komen. Ik houd me praktisch
de hele dag met mijn sport bezig.
Meestal speel ik wel ergens toernooi
en en wedstrijden, maar regelmatig
ook ben ik in sportzaken te vinden
om de vericoop van de batjes en zo te
stimuleren. Het is een misverstand te
denken dat de Zweedse spelers ver
plicht zijn zich onder contract van
deze ene firma te stellen. Dat ze het
toch doen, is gewoon vanwege de
financiële aantrekkelijkheid. Vanwege
de omstandigheid dat ze in staat wor
den gesteld hun sport zo goed moge
lijk te beoefenen'.
Stellan Bcngtsson en Steilan
Bengtsson:
'Toen ik lid werd van Falkenberg
speelde daar al een Stellan Bengtsson.
Een international. We hebben veel
overeenkomsten, hoewel we geen fa
milie van elkaar zijn. We zijn beiden
linkshandig en op een gegeven mo
ment was ik een concurrent van hem
op de Zweedse ranglijst. Er zijn toen
wel gekke verhalen over in de kran
ten verschenen. De journalisten ver
gisten zich nogal eens. Hij was Stel
lan en ik Stellan II of mini-Stellan'.
Stellan Bengtsson en de publici
teit:
'Door de andere Stellan heb ik veel
publiciteit gekregen. Na mijn we
reldtitel hebben er ontelbare verhalen
over in de kranten en magazines ge
staan. De mieeste waar, maar sommige
ook pertinent gelogen. Over mijn pri-
vé-leven, meisjes en zo. Als ik een
schrammetje op mijn pols had, was
mijn pols bij sommige journalisten al
gebroken. Ik geloof niet dat ik door
de grote aandacht van iedereen veel
ben veranderd. Althans, ik hoop van
niet. Ik voel me nog altijd niet te
goed om op de trainig bij onze club
met jonge talentjes te gaan slaan. Ik
kan me nog heel .goed indenken hoe
fijn het was als er eens zo'n 'grote'
met me wilde slaan'.
Waarna mlni-Stellan rijn blits-radlo
weer oppakt en rich naar de speelzaal
begeeft. Vijf minuten later staat hij
daar spectaculair te trainen met Le
na Andersson. Stellan Bengtsson, de
wereldkampioen 'gewoon een lek
ker gosertje zonder kapsones'.
3eu|rknoping
ie* J twee jaar terug het volleybalteam
4 bewogen reageerde, was dan ook
werk van één man, de dit keer
(isgebleven Kees Tinga (25); (con-
rt-)speler van DeltaLloyd/AMVJ en
mejdent theologie aan de Amsterdam-
_22(VU. Tinga over dat protest in
Bël: 'Op het laatste nippertje kwam
1 er achter dat Griekenland ook
deed. Ik heb contact opgenomen
de werkgroep-Griekenland en
bleek dat bij de sport steeds
de naam van kolonel Aslanides
look; dat er een enge verknoping
Pi tussen sport en de ideeën van het
urerme' Er z^n zuiveringsacties
sVeest bij verenigingen, er zijn vere-
jingen opgeheven en er worden ook
jlers om politieke redenen uit
jns gehouden. We hebben toen een
'.a. [klaring opgesteld en in het viieg-
Ms hebben de meeste spelers en
1de van der Ploeg die getekend.
pen de leiding distanciëerde zich.
t het spelen onder protest hoopten
een discussie los te maken, maar
pel is, het is erg triest, niet gelukt,
i-pejt de Grieken kun je geen contact
jgen, ze vormen net als de
ttduitsers een gesloten front,
i hebben de Grieken altijd een
"SJtair-in-burger bij zich en maken
propaganda: bij het eten
JUJVoorbeeld zetten ze hun eigen vlag
itafel, met een adelaar en de datum
1 de staatsgreep, 21 april 1967. Ik
het jammer dat je geen contact
61.lt krijgen. Dan ga je toch voorbij
Pajt een prettige bijkomstigheid van
iseii beoefenen van sport, namelijk de
t gelijkheid tot een dialoog'.
>ndd
Kees Tinga (links) in det tijd dat hij nog in het nationaal team speelde. Op de foto kijkt hij hoe Geert Trompetter een smash van een
Westduitser tevergeefs probeert te onderscheppen.
(trokkenheid
Bs Tinga behoort tot de weinige
sporters in Nederland die een der-
jke politieke betrokkenheid naar
en uitdragen. Zijn ervaring met
ere topsporters: 'Hun reacties ko-
in bij mij over als: hij moet weer
nodig, zeker weer die jongen van
[ga. Ze vinden mijn gedrag vaak
overdreven en wat overbodig ook,
it sport en politiek hebben toch
s met elkaar te maken. Het is
•stal gemakzucht je er bij neer te
jgen en toch te gaan of niet protes-
Maar het heeft misschien ook
iets te maken met de eenzijdig-
ld van de sportsporter; een uitge
lid onderzoek naar de persoonlijk-
Idstruktuur van de topsporter zou
wel eens interessant kunnen zijn. Ik
betrap me zelf er ook wel eens op: als
ik probeer minder aan sport te den
ken, word ik toch weer met volleybal
ln m'n achterhoofd wakker*.
discriminatie
Wat Kees Tinga het meest interes
seert is de vraag hoe buitenlandse
sportbonden zijn georganiseerd; of er
wordt gediscrimineerd naar politieke
overtuiging, naar ras of naar geloof.
In Griekenland is er wel degelijk
sprake van politieke discriminatie. De
kolonels hebben snel ingezien wat
sport kan betekenen voor een volk en
handelen daar dan ook naar. 'Het
verbieden van één voetbalzondag is
gevaarlijker dan het verbieden van
honderd boeken', schreef Frans van
Hasselt in juni van het vorig jaar. En
onder aanvoering van kolonel Aslani
des, secretaris-generaal van de sport
en hoofd van de voetbaltoto waaruit
ondermeer de fascistische jeugdbewe
ging Alkimoi in stand wordt gehou
den, zijn een aantal discriminerende
maatregelen doorgevoerd. Zo moeten
de clubs hun besluiten ter goedkeu
ring voorleggen aan Aslanides' depar
tement, moeten al degenen die in de
ogen van de overheid niet voldoende
kwaliteiten hebben om de mentale
training van een sportman te verzor
gen uit de sportclubs worden gestoten
(besluit van 7 januari 1969) en
verklaarde Aslanides dat 'voor degene
die zich niet kan of wil conformeren
aan de Geest van de Revolutie geen
plaats is in de Griekse sportfamilie'.
Wie uit Zichzelf niet tot die familie
wil behoren, kan op een boete reke
nen. Dat ondervonden onlangs Kon-
stantlnu, doelverdediger van Panathi-
naikos, en Delikaris, spitsspeler van
Olympiakos. Zij weigerden uit te ko
men in het Griekse voetbalelftal (dat
met het oog op de voorronden voor
het wereldkampioenschap evenzeer
wordt gesteund als vorig jaar Panathi-
naikos) en dat leverde hun een boete
van 1600 gulden alsmede een levens
lange schorsing voor het Griekse elf
tal op.
vuile handen
Vormen van discriminatie, waarover
in de ogen van Kees Tinga nog te
weinig bekend is. Tinga: 'Er zouden
wegen moeten worden gevonden om
meer informatie te krijgen over de
beoefening van sport in andere lan
den. Een mogelijkheid zou zo'n vere
niging van topsporters kunnen zijn; je
kunt dan een werkgroep oprichten en
de leden voorlichten; zeggen van: kijk
uit als je daar of daar heengaat, kun
je vuile handen krijgen, laat je je
gebruiken'.
Kees Tinga houdt zijn opvattingen
niet voor zich. Op weg naar Israël
bijvoorbeeld stelde hij het protest op
en later vroeg hij de bond waarom
dat toernooi om de Spring Cup in
Athene werd gehouden; vragen waar
op hij de wat sussende geruststelling
kreeg dat Nederland wel niet mee zou
doen. Dat Nederland toch is gegaan,
is naast studie-redenen mede de
aanleiding geweest voor het nationaal
team te bedanken.
Tinga over wat hij zoal nog meer
heeft gedaan: 'Bij het wereldkampi
oenschap in Bulgarije bijvoorbeeld
heb ik een Dubcek-speldje gedragen
en dat deed ik ook toen ik in Boeka
rest voor de Europa Cup was. Ik laat,
ook in Oost-Europa, merken waar ik
sta. En dat kan een discussie opwek
ken. In Alma Ata bijvoorbeeld heb ik
een vrij lang en open gesprek gehad
met de clubarts van die Russische
club over Tsjechoslowakije. Je komt
in Oost-Europa binnen één team ver
schillende meningen tegen. En hoewel
hun uitingsmogelijkheden geringer
zijn ze kunnen hun mening niet
van de straat roepen blijven er
toch afwijkende meningen en de mo--
gelijkheid tot discussie'.
.8-5)
in onze tafeltennismedewerketr
pTTERDAM Stellan Bengtsson, een klein ventje die det hele dag
fet een draagbare radio loopt rond te sjouwen in de Rotterdamse
orlergiehal. Althans, als hij niet hoeft te spelen, want de wereldkam-
2tax>en heeft een druk programma. Stellan Bengtsson, de beste tafel-
?t «misser die de wereld kent 'gewoon een lekker gosertje zonder
m.lpsones', zoals Nederlands kampioene Veronique van der Laan hem
èffend karakteriseert.
is negentien jaar, woont in Fal-
rg, een stadje in het zuidoosten
Zweden dat bekend staat om zijn
istische aantrekkelijkheid, is full-
r. speelt graag een partijtje golf en
,'gek op progressieve muziek (van-
Br de portable). Vorig jaar ln april
rifd hij plotseling een beroemdheid.
-na' een 'uitwedstrijd' ontnam hij
was in Nagoya de Japanner
igeo Ito zijn wereldtitel. Stellan
igtsson in het gesprek: goed pra-
d (Engels), ernstig zijn woorden
Tdenkend. Hij laat z'n radio kei-
rd aan staan het typeert de
leed.
idM Stellan Bengtsson en de tafelten-
A. ksport:
ben min of meer toevallig in deze
brt verzeild geraakt. Toen lk een
Ir of tien was deed ik van alles. Ik
fetbalde, speelde handbal en tafel-
"Jftnis. Zonder voorkeur. Op een
^kooltoernooi ben ik ontdekt. Er
M1tam op een gegeven moment een
but van de clulb Falkenberg naar me
k en die vroeg: zeg, heb jij geen zin
ft lid te worden, ik zie wel wat in
u. Dat heb ik toen gedaan. Ik ben
"jilenderwijs gegroeid. We trainden
Jrjselmatig, maar toch ook weer niet
gek veel. De belangrijkste stimu-
^hs voor mijn carrière zijn de zomer
kampen geweest, die de bond organi
seerde. Van mijn dertiende tot en
met mijn vijftiende jaar. Spelender
wijs perfectioneerde ik daar mijn
techniek. Daarna ging ik internatio
naal spelen. Ik werd twee keer jeugd
kampioen van Zweden en in het En
gelse Teesside pakte ik een paar jaar
geleden ook de Europese jeugdtitel.
Merkwaardig genoeg in de finale te
gen Tibor, Klampar uit Hongarije. Dat
is nu nog een van mijn grootste
concurrenten'.
Stellan Bengtsson en Japan:
'Belangrijk voor mijn sport-loopbaan
is ook geweest, dat de Zweedse bond
me eind 1969 drie maanden naar Ja
pan stuurde om daar onder leiding
van Ogimura (de vroegere wereldkam
pioen) te trainen. Daar leerde ik het
Japanse spel tot in de finesses ken
nen. Ik geloof dat het van enorm
belang is geweest voor mijn latere
we rel dkampi oensch pIk heb hun
zwakke punten goed leren kennen.
Japanners, dat heb ik daar ontdekt,
zijn minder dan de Chinezen. Ze spe
len voortdurend volgens een vast stra
mien. Je weet van tevoren hoe ze
gaan spelen, waar de bal terechtkomt'.
Stellan Bengtsson en de Chinezen
(tot 1965 alleenheersers achter de
groene tafel):
'Chinezen kunnen wel improviseren.
Ze stellen je voortdurend voor verras
singen. Bij de laatste wereldkampi
oenschappen waren ze nog te pakken
met sterk looping-drive-spel. Of dat zo
blijft, betwijfel ik. Laatst hebben we
nog drie wedstrijden tegen hen ge
speeld. Zweden won ze alle drie. Maar
ik durf nu echt niet te concluderen,
dat we daarom nog altijd beter zijn.
Ze lieten volgens mij niet het achter
ste van hun tong zien. Ze spreken
voort durend over vriendschap en zo.
Ik vertrouw het allemaal niet zo erg.
Het is best mogelijk dat ze volgend
jaar in Joegaslavië sterker dan ooit.
terugkomen. Maar ik maak zelf ook
nog altijd vorderingen, dus bang ben
ik niet voor hen'.
Stellan Bengtsson en de concur
rentie:
'Die is voor mij altijd verschrikkelijk
groot geweest. Ik heb geweldig moe
ten knokken om in Zweden aan de
top te komen. Ik ben dit jaar voor
het eerst nationaal kampioen gewor
den. Maar nog verlies ik af en toe wel
eens een partij. Ik heb altijd de
meeste concurrentie ondervonden van
Hasse Alser en Kjell Johansson, die
ook hier mijn gevaarlijkste tegenstan
der is. Hasse was daarom zo moeilijk,
omdat hij nooit ook maar één punt
weggaf. Je moet alle punten zelf
maken. Toch vind ik het spijtig dat
hij is gestopt. In Nagoya verolor hij
al zijn partijen tegen Hongarije en
China. Hoewel hij toen nog verschrik
kelijk goed tafeltenniste, werd hij was
wisselvalliger. Ik vind het verstandig
van hem dat hij bondstrainer is ge
worden in West-Du! sïnnd. En Kjell s
vanwege zijn keiharde forehand-aan
val vaak een niet te nemen hinderis.
Ik moet altijd zorge dat ik zeer
scherp plaats, met alle risico's van
dien. In Europa loopt ook een aantal
jongens rond van wie ik kan verlie-
ze. Op dit toernooi bijvoorbeeld ben
lik slechts één van de favorieten. Ik
verloor tijdens de landenwedstrijden
van Eberhard Schöler, maar ook de
Rus Gomozkov is erg lastig voor me.
En dan zijn er natuurlijk de Japan
ners en Chinezen. Die mensen trainen
zo hard, dat het best mogelijk is dat
wij Europeanen, volgend jaar weer
van de belangrijkste posities worden
verdrongen. Al blijf ik volhouden dat
Europeanen intelligenter spelen'.
Stellan Bengtsson en de belangrijk
ste mensen voor zijn loopbaan:
'Er zijn vier trainers die mij hebben
gemaakt tot wat ik nu ben. Op de
eerste plaats Dahlgren van de club
Falkenberg. Hij heeeft mij de basis
techniek bijgebracht. Verder Alser,
Ogimura en Christer Johansson.
Christer is een sadist. Hij vind het
prettig ons te zien lijden tijdens de
conditie-training. Hij beult ons af dat
het niet mooi meer is. Vooral als we
er eens niet zo veel zin in hebben.
Maar als we een wekere trainer had
den, zouden onze prestaties ongetwij
feld veel minder zijn. En ik zou dan
waarschijnlijk geen wereldkampioen
zijn'. (Noot: de Zweden staan erom
bekend over een fabelachtige conditie
te beschikken).
Stellan Bengtsson en de meisjes:
Tot voor kort ging ik nooit uit. Ik
was erg serieus. Trainde keihard en
vergat alle pleziertjes. Dat moest ik
ook wel, wilde ik de top bereiken. Nu
zo. Dan ga ik ook wel eens met
meisjes op stap. Maar alleen ln de
zomer, 's Winters hebben we er so
wieso weinig tijd voor, maar als ik
dan eens toevallg geen toernooi of
wedstrijd hoef te spelen, ben ik het
liefste t'uiis. Ik ben erg huiselijk. De