ARGENTIJNSE
GUERRILLA'S
UITDAGING
VOOR
LANUSSE
'Bij ons kan geen enkele jongen van
veertien meer een vrolijk lied zingen'
Mjclow/KWARTET ZATERDAG 15 APRIL 1972
BUITENLAND T9/K»
8 moord op de Fiat-directeur
illustro door zijn ontvoer-
rs beschuldigd van plundering,
limiting en gewelddadigheid
gen de Argentijnse arbeiders
de geslaagde aanslag op de in-
jedrijke generaal Sanchez heb-
>ii de Argentijnse guerrilla-be
ding op een macabere wijze in
internationale publiciteit ge-
rl°! acht. Want de Argentijnse
R lerrillastrijders hebben tot
'W01 isver in het buitenland veel
wq inder opzien gebaard dan
in collega's in Uruguay, Brazi-
of Guatamala. Dat kan waar-
hijnlijk worden toegeschreven
3n de omstandigheid, dat de Ar-
ntijnse guerrilleros zelden bui-
olanders tot lijdend voorwerp
aken.
ch voeren zij momenteel op uitge-
eider schaal acties dan de wereldbe-
smde Tupamaros in het naburige
uguay en heeft de Argentijnse pre-
ent Alejandro Lanusse van 'de
ijd tegen de subversie' een voor-
ngszaak moeten maken. En dat men
president geen panische voorbarig-
id kan verwijten, bleek nauwelijks
ertien dagen na zijn oorlogsverkla-
ig aan de ondergrondse organisa-
jS. Toen pleegden guerrilleros een
00/ icesvolle overval op de staats-ont-
ckelingsbank in Buenos Aires op
ehonderd meter van het regerings-
wuw en honderd meter van het
'jofdkwartier van de staatsveilig-
idsdienst.
gewelddadige activiteiten zijn de
jelopen maanden nog geïntensi-
erd. Behalve bankovervallen en bom-
nslagen op installaties en gebou-
'i^n werden politieke moorden ge-
egd op regeringsfunctionarissen,
itici en officieren. Hier tekent zich
duidelijk stijlverschil af met de
uguese Tupamaros, die ondanks ge-
agde acties bloedvergieten vermij-
n in de wetenschap, dat de meer.
rheid van de bevolking, wier steun
n uiteindelijk zoekt, daar in het
emeen allergisch op reageert.
Argentinië opereren talloze guer-
a-organisaties, maar wij zullen ons
93( perken tot de vijf grootste. De
esten ontplooiden voor 1968 geen
menswaardige activiteiten en be-
ïnen pas begin 1969 een ernstig
ibleem voor het Argentijnse mili-
0O;Jre regime te vormen. Allereerst
er drie grote peronistische groe-
n, die zich in meerdere of min-
mate identificeren met de voor-
lige dictator en massamenner Juan
fón, die in 1955 al het land werd
;ejaagd, maar nog altijd kans ziet
vanuit een villa bij Madrid en via
talrijke aanhangers een hoofdrol
D9, de Argentijnse politiek te spelen
50>
93,
door Ferry Versteeg
President Lanusse: zal zijn democratiseringsplan slagen?
90/
icht
ze groepen zijn de F AP (Peronisti
sche Strijdkrachten), de Montaneros
en de FAR (Revolutionaire Strijd
krachten). Gedrieën hebben zij zich
op tamelijk vrijblijvende basis geasso
cieerd in de OAP (Gewapende Pero
nistische Organisaties). De grote
kracht van deze peronistische groepen
is, dat zij kunnen inhaken op de
grote populariteit van Perón, die de
Argentijnse vakbeweging grotendeels
beheerst. Numeriek staan de peronis
tische guerrilleros ongetwijfeld aan
de top. De schattingen over het aantal
militante leden variëren van duizend
tot vijfduizend.
De andere twee grote guerrillabewe
gingen zien meer in. Marx dan in
Perón. Allereerst is er het trotskyisti-
sche ERP (Volksbevrijdingsleger), de
best georganiseerde guerrillamacht van
het land, die tekende voor de moor
den op Sallustro en generaal Sanchez
(samen met FAR). Daarnaast zijn er
de FAL (Bevrijdings Strijdkrachten),
oorspronkelijk een maoïstische groep,
die echter in toenemende mate sa
menwerkt met het ERP. Deze twee
groepen putten voordeel uit het feit,
dat ze niets te maken hebben met de
manoeuvres van Perón, die tot af
schuw van de peronistische guerrille
ros thans zaken doet met het militai
re regime om volgend jaar maart
algemene verkiezingen mogelijk te
maken. Van alle guerrillabewegingen
is het ERP, dat pas anderhalf jaar
opereert, het meest strijdbaar. De or
ganisatie is georganiseerd in onafhan
kelijk opererende cellen en elke cel
Iheeft een politieke commissaris, aan
gewezen door de Parido Revoluciona-
rio, die is aangesloten bij de trots
kistische Vierde Internationale.
Vorig jaar februari maakten ERP-
guerrilleros bij een bankoverval in
Buenos Aires ruim een miljoen gul
den buit. En drie maanden later ont
voerden zij de Britse consul in de
stad Rosario, die de 'volksgevangenis'
pas kon verlaten, nadat zijn conser-
venfabriek tonnen voedsel en kleding
had uitgereikt in een krottenwijk van
de Argentijnse hoofdstad. Het ERP
richtte zijn acties ook tegen de Fiatfa-
brieken in Cordoba, die al lang op
voet van oorlog verkeren met de vak
bonden. Vorig jaar ontwapenden ER-
P-leden regelmatig de Fiat-bedrijfspo-
litie, terwijl talloze auto's van de
firma in vlammen opgingen. De vete
bereikte deze week een droeve climax
met de moord op Sallustro.
Het ERP heeft zijn voordeel gedaan
met de toenadering tot de FAL, die
in hun tienjarig bestaan al veel revo
lutionaire ervaring hebben opgedaan.
De FAL werden in 1962 opgericht
door jeugdige communisten met een
voorkeur voor Peking, die hun Mos
kou-gezinde partij verlieten. De FAL
hebben vooral in kringen van linkse
intellectuelen en studenten aanhang
en genieten niet alleen bekendheid
door het hoge niveau van hun revolu
tionaire denkwerk, maar ook door de
trefzekerheid van hun acties. Hun
meest opzienbarende verrichting: de
inval in Campo de Mayo, de belan
grijkste militaire basis van het land
even buiten Buenos Aires.
Bindingen
De FAL met hun belangrijke aanhang
in kringen van intellectuelen en op
universiteiten, vult op bija perfekte
wijze het ERP aan, wiens kracht ligt
in de vakbonden van industriesteden
als Cordoba en Rosario. Het zijn voor
al deze bindingen, die de Argentijnse
regering de meeste angst inboezemen,
want op zich vormen de enkele dui
zenden guerrillastrijders geen bedrei
ging voor het regime. Dat een samen
gaan van revolutionairen, arbeiders
en studenten voor machthebbers ui
terst onaantrekkelijk is, bewezen de
gebeurtenissen van mei 1968 in Parijs
en van 1969 in Montevideo. En in
Argentinië is dit samengaan in het
algemeen verder ontwikkeld, dan el
ders. Dat werd het afgelopen jaar
vooral duidelijk in Cordoba. Tijdens
talrijke betogingen en stakingen voor
betere lonen en tegen repressieve re
geringsmaatregelen vochten studen
ten, linkse activisten en arbeiders ge
zamenlijk tegen politiemannen en mi
litairen. Terwijl arbeiders en studen
ten barricaden opwierpen en auto's in
brand staken, namen guerrilleros van
af de daken ordebewakers onder vuur.
Omgekeerd steunden de arbeiders stu-
denteneisen-, zoals opheffing van de
toelatingsexamens voor universiteiten.
De vooruitzichten voor een verdere
ontwikkeling van deze revolutionaire
situatie zijn gunstig en worden ge
voed door de indruk van zwakte, die
president Lanusse met zijn wisselende
koers op binnenlands politiek terrein
wekt, en vooral door de economische
wanprestaties van de afgelopen jaren.
Toen generaal Alejandro Lanusse vo
rig jaar maart via een staatsgreep de
leiding van het bijna failliete Argenti
nië overnam, lanceerde hij een natio
naal economisch plan, dat zelfs wets-
kracht kreeg en voor 1971 de econo
mische groei diende op te stoten naar
6.2 procent. In feite bereikte de groei
nog geen 2.5 procent.
Wapenstilstand
Na talrijke stakingen en protestacties
kondigde Lanusse in september vorig
jaar een 'sociale wapenstilstand' aan,
die hij baseerde op twee voornemens:
bevriezing van de prijzen en verdedi
ging van de nationale geldeenheid.
Maar in 1971 galoppeerde de inflatie
naar veertig procent, terwijl de peso
naar de helft van zijn oorspronkelijke
waarde duikelde. Daarnaast stegen de
betalingsbalanstekorten over 1971 tot
vijfhonderd miljoen dollar, mislukte
een deel van de graanoogst, liepen de
vleesexporten terug en kwam de in
dustriële groei praktisch tot stilstand.
Lonen en salarissen verloren veel van
hun waarde, de werkloosheid steeg en
op de beurzen heerste een begrafenis
stemming. De eerste twee maanden
van dit jaar zijn de prijzen al weer
met vijftien procent gestegen, wat de
loonsverhogingen van 1 januari in
feite teniet deed. De vakbondsleiders
stellen krachtige eisen en het ont
breekt hen beslist niet aan argumen
ten. Maar Lanusse heeft ze voorlopig
afgewimpeld en daarmee nieuwe
brandstof aangedragen voor verdere
sociale onrust, maar de guerrillabewe
ging ongetwijfeld gretig op in zal
haken.
Daarom hebben de militairen hun
acties tegen de guerrilleros en hun
sympathisanten de afgelopen maanden
opgevoerd. Enkele honderden echte of
vermeende revolutionairen zijn de af
gelopen maanden opgepakt, waarna zij
niet tot hun genoegen merkten, dat
de Argentijnse militairen in navol
gig van hun Braziliaanse collega's de
efficiency van martelmethoden heb
ben ontdekt. Luis Pujals, een gearres
teerde leider van het ERP bezweek
onlangs aan 'een verhoor'. Te vrezen
valt, dat het gebruik van onmenselij
ke methoden na de moorden op Sal
lustro en generaal Sanchez nog zal
worden opgevoerd.
Maar de belangrijkste maatregel om
de revolutionaire dreiging in te dij
ken, is ongetwijfeld de vorig jaar al
door president Lanusse aangekondigde
democratisering. Lanusse, sinds 1967
de sterke man achter verscheidene
militaire regimes, lijkt niet de ideale
man om Argentinië weer naar de
burgerlijke democratie te voeren.
Maar de realist Lanusse begrijpt ken
nelijk, dat nu grote concessies aan
burgerlijke oppositie noodzakelijk zijn
om het huidige maatschappelijke
systeem van Argentinië te redden.
Door de leiders van verschillende po
litieke groeperingen in te schakelen
in dit geleidelijke democratiserings
proces dat op 25 maart 1973 moet
uitmonden in algemene verkiezingen
hoopt Lanusse de regeringsbasis
aanzienlijk te verbreden, de geprikkel
de meerderheid van de Argentijnen te
kalemeren en hen te scheiden van de
revolutionaire minderheid. Bovendien
hoopt de president door deze demo
cratisering het verlamde economische
leven met steun van de vakbonden
weer op gang te helpen.
Perón
In het kader van dit voornemen heeft
Lanusse zijn oude vijand Juan Perón
de hand gereikt. Een gebaar, dat hem
door de hogere klassen en door veel
militairen niet in dank is afgenomen,
maar dat niettemin een allereerste
vereiste is voor zijn democratiserings
plannen. Want de peronisten beheer
sen het Argentijnse vakbondswezen
en vertegenwoordigen samen met de
bevriende radicalen zestig tot zeventig
procent van het electoraat. Oktober
vorig jaar wist Lanusse nog een
staatsgreep te verijdelen van anti-de
mocratische en anti-peronistisdhe mili
tairen, die de president 'verraad van
de revolutie' en 'kapitulatie voor de
oude corrupte partijpolitici' verwijten.
Ook nu bestaan er binnen de Argen
tijnse strijdkrachten nog krachtige
facties, die met weerzin denken aan
de rentree van de burgers in de
Solitiek. Ze zijn er vooral in de
ogere militaire rangen de nodige
voorstanders van een harde lijn A la
Brazilië, waar thans gedegen economi
sche resultaten worden geboekt, ter
wijl zich in de militaire middenka
ders supporters bevinden van het
meer humane 'Peruaanse model'.
Maar men kan zich afvragen of de
mogelijkheden tot imitatie in Argenti
nië wel zo groot zijn. Een harde lijn
van sociale onderdrukking en promo
tie van het binnen- en vooral buiten
landse bedrijfsleven is wel mogelijk
in de amorfe Braziliaanse maatschap
pij, maar biedt in Argentinië met zijn
hoog ontwikkelde en uiterst strijdbare
vakbondswezen waarschijnlijk minder
mogelijkheden. Ook al zal het aantal
voorstanders van zo'n oplossing na
de recente moorden niet minder zijn
geworden. Daarnaast maakt het Peru
aanse model met zijn paternalistische
en lichtelijk revolutionaire trekken
minder kans in een land als Argenti
nië, dat in tegenstelling tot Peru in
het bezit is van een omvangrijke,
zelfbewuste middenklasse.
Toch blijft de mogelijkheid van een
interventie van anti-democratische mi
litairen reëel. Daardoor is bij de poli
tieke partijen een toenemende neiging
tot samenwerking te bespeuren, waar
van vooral de peronisten profiteren.
Veelzeggend is de stroom van politici
van oud-president Frondizi tot een
vertegenwoordiger van de vorige pre
sident Levingston die Juan Perón
in Madrid opzoeken. De oude ex-
dictator heeft zich nu wel ondubbel
zinnig op de verkiezingen vastgelegd
en maande zijn aanhangers vorige
maand in een brief zelfs tot kalmte.
'Het moment is nog niet gekomen,
waarop we ons in iets kunnen
storten, dat tot overdadig geweld zou
leiden', aldus El Lider. Waarmee hij
de regering-Lanusse kennelijk 'n kans
wilde geven economisch enigszins or
de op zaken te stellen en zo sterker te
staan tegenover dreiging vanuit de
strijdkrachten.
Nevelig
Maar ondanks het vooruitzicht van
algemene verkiezingen blijft het Ar
gentijnse politieke landschap nevelig.
Niet alleen door de voortdurende eco
nomische malaise met alle sociale ex
plosiegevaar van dien, en door de
blijvende dreiging van anti-democrati
sche en anti-peronistische militairen,
maar ook door uitspraken van Lanus
se zelf. Zo verzekerde hij onlangs, dat
er na de verkiezingen van 25 maart
1973 een 'overgangsregering' zal ko
men, wier taak het is de Argentijnse
'revolutie' te voltooien. Dat kan
slechts betekenen, dat de militairen,
die zich sinds 1966 als drager van de
Argentijnse 'revolutie' beschouwen,
ook na de verkiezingen een fikse
vinger in de pap zullen houden en
dat elke verkiezingsoverwinning
slechts een gedeelde kan zijn.
52,
52,
to,
J4,
U/
'U
rige week zaterdag publiceerden
27, j een deel van een interview met
27Ïo Ngoc Phuong, een 34-jarige Zuid-
ïtnamese vrouw. Zij was als verte-
nwoordigster van de Vietnamese
1 eddhistische vredesdelegatie in Pa-
naar Driebergen overgekomen,
daar te vertellen over haar per-
in onlijke ervaringen met het geweld-
e verzet tegen de onderdrukking in
'°»etnam. Die ervaringen had ze opge-
an als een van de leidsters van de
15 id Vietnamese boeddhistische studen-
ibeweging voor vrede en sociale
holutie.
4» o Ngoc Phuong ging in 1958 op 20-
ige leeftijd biologie studeren aan
3 universiteit van Saigon. Ze raakte
,'l de ban van het boeddhisme door
edoen van een priester, die de oude
(er vanuit een moderne visie predik-
15/ 'Als werkelijk boeddhist ben je
'9 een tegenover jezelf verantwoorde-
re' k voor Je eigen daden. Daarom ben
tegenover jezelf verplicht het lij-
n van de mensen om je heen te
'4, rzachten en weg te nemen'. In 1964
teerde zij plantkunde aan de uni-
rsiteit van Saigon en schreef zij
Tth in als studente in de filosofie
Q de pas gebouwde, boeddhistische
a Hanli-universiteit. Enige tijd la-
werd zij gevraagd om ook aan de
iversiteit van Hoee college te gaan
('pen, 1200 km ten noorden van Sai-
Ze was hierdoor in de gelegen-
id om zowel in het noorden als in
t zuiden van Zuid-Vietnam kennis
nemen van wat er onder de men-
n leefde.
1966 werd zij gekozen tot presiden-
2, van de studenten-unie van de Van
inh-universiteit. Haar herhaalde op-
iepen tot vrede en tot onderhande-
y' igen tussen Noord- en Zuid-Vietnam
9, nder inmenging van buitenlandse
achten hadden tot gevolg, dat zij
c K»r de regering in Saigon voor com-
uniste werd uitgemaakt. Op 1 febru-
5'Ti 1964 was er nl. een dekreet ver
henen, waarin het een ieder verbo-
n werd om zich positief uit te laten
er vrede of over een eventuele
utralisatie van Zuid-Vietnam. Ze
z> erd gearresteerd, maar dankzij de
eftigc interventies van de studenten
i artikelen over haar in de Ameri-
2 anse pers kwam zij weer op vrije
eten. Daarna werden er verscheide-
e malen door 'onbekende lieden', die
werden opgespoord, mislukte
5 oordaanslagen op haar uitgevoerd.
a de arrestatie in 1968 van één van
aar naaste medewerkers, die onder
8» gebruikelijke folteringen bekende,
8, »t Cao Ngoc Phuong had meegedaan
an de verspreiding van geschriften,
- elke opriepen tot onafhankelijkheid
->'toor en vrede in Vietnam, zorgde de
oeddhistische kerk ervoor, dat zij
3, at land kon ontvluchten.
Boeddhistische vredesbeweging in Vietnam tussen twee vuren
door Michael Stein
'De overgrote meerderheid van
ons volk leeft op het land. Het
zijn boeren, die niet of nauwe
lijks kunnen lezen en geen en
kel benul hebben van commu
nistische of anti-communistische
ideeën. Het enige wat ze heb
ben gehoord, is dat communis
me politie-terreur met zich
meebrengt. Het enige wat ze
willen, is veiligheid. Ze haten
de oorlog en natuurlijk de twee
partijen, die de oorlog over hun
ruggen voeren. Maar omdat ze
nu eenmaal Vietnamezen zijn,
haten ze nog meer die partij,
die door de vreemdelingen
wordt gesteund. Dat geldt niet
voor een zeer kleine minder
heid onder hen, de arme katho
lieken, die destijds uit het
noorden zijn gevlucht, nadat
hun priesters door de commu
nisten waren vermoord. Voor
die mensen zijn de communis
ten alleen maar duivels, die de
godsdienst onderdrukken en
priesters vermoorden. Over de
achtergrond van die moorden
de katholieke priesters had
den in zeer vele gevallen met
de Fransen tegen de nationale
vrijheidsstrijders samengewerkt
weten ze niets af.
De mensen die wél een zekere
opleiding hebben, d.w.z. de
mensen uit de middenklasse in
de steden, zijn voor een belang
rijk deel erg bang voor de
communisten, omdat ze veel ge
hoord hebben over de zuiverin
gen, die in 1954 in het noorden
werden uitgevoerd. Zij willen
in ieder geval hun culturele en
morele waarden behouden, kort
om Vietnamezen blijven.
Een heel kleine minderheid van
degenen, die een behoorlijke
opleiding hebben gehad, deelt
in Saigon de lakens uit De
meesten van hen vluchtten in
1954 uit Noord-Vietnam. Zij le
ven in grote rijkdom en worden
door de overgrote meerderheid
van de Vietnamese bevolking
als landverraders beschouwd,
omdat Zij alleen maar de Ame
rikaanse belangen dienen en de
oorlog willen voortzetten, niet
omdat dat goed voor het land
zou zijn, maar uitsluitend om
dat zij daarmee hun eigen zak
ken kunnen spekken.
De vredesbeweging in ons land
begon heel klein en ontwikkelt
de zich slechts geleidelijk. Aan
gezien ik alleen maar binnen de
studentenbeweging werkte, wil
ik alleen over die groepering
praten, hoewel er nog vele an
dere groepen zijn, die ook wan
hopig naar vrede zoeken. De
studenten nu zijn voor het me
rendeel de kinderen van de ste
delijke middenklasse. De meer
maatschappelijk geïnteresseer
den onder hen waren in 1965
verdeeld in twee groepen.
De ene groep geloofde, dat de
belangrijkste kwaal van ons
land daarin bestond, dat er
geen sterke regering was, die
door het volk was gekozen en
die met een behoorlijke grond
wet het land bestuurde. Deze
studenten, voornamelijk boed
dhistische intellectuelen in het
noorden keerden zich fel tegen
het militaire, dictatoriale regi
me, dat door en door corrupt
was en niets deed aan de here
niging van Vietnam. Aangezien
de meerderheid in deze groep
tot 1966 dacht, dat de Amerika
nen inderdaad onze bondgeno
ten waren en dat de oplossing
van onze problemen uitsluitend
in de regering van Zuid-Viet
nam moest worden gezocht, wa
ren zij fel in de oppositie. Dus
werden ze door de regering
voor communisten uitgemaakt
en bij duizenden gearresteerd,
gekidnapt, verbannen, gefolterd
en vermoord. Toen de troepen
van Saigon in 1966 de boeddhis
tische beweging in Danang en
Hoeé onder de voet liepen, om
dat de boeddhisten het hadden
gewaagd eerlijke verkiezingen
te eisen, verloren de meesten
hun geloof in de Amerikanen.
Want het was duidelijk, dat de
Amerikanen de dictatuur van
Saigon in woord en daad steun
den. Van diegenen uit de oppo
sitie, die toen niet door de
regering werden vermoord, ging
een aantal over naar het Bevrij
dingsfront Anderen weigerden
deze uitweg te volgen en gingen
in de illegaliteit.
Boerenbevolking
De tweede groep boeddhistische
studenten ging uit van de ge
dachte, dat niet zozeer de rege
ring van Zuid-Vietnam het be
langrijkste probleem van het
land was, maar de afschuwelijke
omstandigheden, waaronder de
meerderheid van de bevolking
op het platteland leefde. Zij
zagen het als hun voornaamste
taak de boerenbevolking zoda
nig op te voeden, dat deze zich
zelf zou bevrijden van het juk
van onwetendheid, slavernij en
armoede.
De Vietnamezen moesten leren
niet op een oplossing van buiten
af of zelfs maar van bovenaf
voor hun problemen te hopen,
maar zichzelf te helpen binnen
hun eigen sociaal-culturele con
text. Daarvoor moest er een
sociale revolutie op het platte
land komen, die zich bediende
van die elementen uit het kapi-
talisme, het socialisme en het
communisme, welke op de Viet
namese realiteit toepasbaar wa
ren. Tenslotte is het starre com
munisme. zoals dat in Noord-
Vietnam wordt toegepast, in fei
te even westers en niet-Vietna-
mees, als de uitbuitingspraktij
ken, die door Saigon worden
toegepast.
Ikzelf was meteen enthousiast
voor de ideeën van deze groep.
Het boeddhisme leert ons om
niet van een bepaald concept
uit te gaan, maar om vanuit de
realiteit van het leven naar de
oplossing van de problemen te
zoeken. En de realiteit in ons
land is nu eenmaal, dat zeker
negentig procent van de men
sen doodarm is en er dringend
sociale veranderingen moeten
komen.
Natuurlijk werd ook onze groep
door de regering van commu
nisme verdacht, temeer omdat
wij pertinent weigerden ons
met enige politieke party te
verbinden, financiële giften te
accepteren van de regering in
Saigon of van de Amerikanen
(om onze onafhankelijkheid te
waarborgen) en omdat wij geen
blanken als onze medewerkers
in de dorpen toelieten. Dat laat
ste was van groot belang, omdat
de boeren in Vietnam de blan
ken automatisch als kolonialis
ten zien
Het geld voor ons werk zamel
den wij in onder de bevolking,
dentenbeweging.
Wij streven nu naar twee doe-
En in 1965 richtten wij een
school op voor sociaal werk.
Vietnam vandaag. Een volk, dat niet meer kan lachen.
Maar na korte tijd bleek al, dat
een paar van onze mensen ver
moord waren door regeringsa
genten, die zich als Viet-Cong-
strijders hadden voorgedaan.
Het Bevrijdingsfront was ons al
evenmin erg gunstig gezind,
omdat wij een te gevaarlijke
concurrent voor hen vormden.
Verscheidene malen werden on
ze mensen door het Front be
dreigd. Ook de regering in Sai
gon deed haar uiterste best om
ons werk te dwarsbomen. Zo
kregen studenten wél uitstel
van dienst voor de duur van
hun studie, maar werden die
van ons hoe jong ze ook
waren meteen opgeroepen,
als ze zich voor onze school
aanmeldden. Aan de andere
kant merkten wij bïj ons ont
wikkelingswerk in de dorpen,
dat wij pas het vertrouwen van
de boeren konden winnen, als
wij duidelijk lieten blijken, dat
we tegen de regering in Saigon
waren en tegen de aanwezigheid
van de buitenlandse troepen in
ons land.
Zo kwam het, dat de ervaringen
van die eerst zo gescheiden
groepen boeddhistische studen
ten ertoe leidden, dat zij el-
kaars ideeën gingen overne
men. Zij vormen nu één bewe
ging binnen de boeddhistische
kerk. En omdat de boeddhisten
steeds meer door de regering
vervolgd werden, kwam er van
uit de kerk steeds meer belang
stelling voor onze ideeën. De
boeddhistische priesters namen
dan ook steeds meer de leiding
over van de oppositionele stu-
len. Aan de basis willen wij de
bevolking zo ver brengen, dat
deze zichzelf wil helpen en niet
op de regering wacht, om hun
gemeenschap leefbaar te maken.
Dat is sociale verandering van
onderop. Aan de top streven
wij naar eerlijke en vrije ver
kiezingen, opdat wij een echt
parlement en een regering van
het volk krijgen. Dat is politie
ke verandering van bovenaf.
Omdat wij de meerderheid van
het volk vertegenwoordigen en
tussen de communisten en de
anti-communisten instaan, we
ten wij hot beste wat er aan
beide kanten leeft. Wij zijn in
staat om een verzoening tussen
de vijanden tot stand te bren
gen, omdat wij weten, dat al
die elkaar bestrijdende groepen
Vietnamezen zijn en als Vietna
mezen verder moeten leven.
Verweer
Hoe men zich verweren kan
tegen de dictatuur van bovenaf?
Door de publieke opinie wakker
te schudden. Dat kan in Viet
nam praktisch niet via de pers,
de radio of de televisie, want
die zijn onder regeringscontro
le. Maar wij kunnen ook het
nieuws mondeling verspreiden,
op marktplaatsen, in pagodes en
scholen. Wij kunnen liederen
zingen en gedichten reciteren.
Wij kunnen demonstraties hou
den, door optochten, door hon
gerstakingen, door zelfvermin
kingen of door zelfverbrandin
gen. Al die methodes hebben
wij toegepast. Drie maal werd
hierdoor een regering omver
geworpen: in 1963 de dictatuur
van Ngo Dinh Diem, in 1964
die van Tran Van Huong en in
1965 die van Nguy Ten Khanh.
In 1966 moest de regering een
massale onderdrukkingscampag
ne tegen ons organiseren, om
dat wij opnieuw vrije verkiezin
gen eisten. En in 1969 slaagden
wij erin een aantal parlements
leden voor ons idee van vrede
te winnen. Zij steunden vorig
jaar, samen met enige groepen
binnen het leger, de kandida
tuur van generaal Minh, die als
kandidaat bij de presidentsver
kiezingen een vredesprogramma
had. Maar opnieuw grepen de
Amerikanen in door middel van
hun zogenaamde Phoenix-pro-
gramma, waarbij duizenden
mensen die vrede durfden te
eisen, als communisten werden
opgepakt En opnieuw bleven
de oorlogshitsers dankzij de
Amerikaanse wapens in het za
del.
Viet Cong
Wij kunnen ons ook niet op het
Bevrijdingsfront verlaten. Dat
werd duidelijk tijdens het Tet-
offensief van 1968, toen de Viet-
Congstrijders speciaal vanuit de
dichtbevolkte wijken in de ste
den de Amerikanen en de rege
ringstroepen gingen beschieten,
opdat die dan deze wijken, sa
men met zo veel mogelijk bur
gers, in puin zouden schieten.
Zij gebruikten alle middelen
om hun stem zo veel mogelijk
te laten horen. En hun moord
partijen in Hoeé, waarbij ook
felle tegenstanders van de rege
ring in Saigon werden afge
maakt, waren even zinloos als
de slachtingen, waaraan de
Amerikanen en de regerings
troepen zich schuldig maakten.
Ik realiseerde mij pas goed, hoe
dringend wij vrede nodig heb
ben, toen ik in 1969 op een
station in Parijs een groep
schooljongens van een jaar of
veertien op vacantie zag gaan.
Ze zongen vrolijke liedjes. En
toen dacht ik aan mijn land,
waar geen enkele jongen van
die leeftijd sinds jaren meer
een vrolijk lied kan zingen.
Wij kunnen het niet meer al
leen af, omdat het Vietnam-
probleem tot een internationale
kwestie van de grote mogendhe
den is geworden. Wij hebben
uw hulp nodig. Laat uw stem
horen. Op 5 februari 1969 zei
president Thieu tijdens een be
zoek aan Go Cong: 'Ik weet dat
ik door die intellectuelen en
pacifisten zal omkomen, maar
voordat ik zal sterven, zullen zij
de dood vinden'.
Dat is de huidige president van
ons land, gesteund door de
machtigste mogendheid ter we
reld. Begrijpt u nu, waarom wij
wél willen sterven om ons afge
brande land weer enigszins te
kunnen opbouwen, maar dat we
uw morele en uw fysieke steun
daarbij dringend nodig heb
ben?'.