elegatie komt onderzoeken of rechtstreekse band met Nederland mogelijk is "tabiliseren van defensie-uitgaven is mogelijk - maar hoe? Supprematie van illemsstad ekt veel verzet let minderheidsrapport van commissie-Van Rijckevorsel 8 TROUW/KWARTET WILLEN LOS VAN CURACAO door J. Kuijk DEN HAAG De vijf man sterke Arubaanse delegatie, die vorige week nauwelijks opgemerkt op Schiphol aankwam, zal naar het zich laat aanzien een grote invloed hebben op de komende besprekingen over het Statuut. Daar doet niet aan af dat de Nederlandse autoritei ten zich nogal terughoudend opstellen tegenover het gezelschap en de Arubanen zelf het tijdstip van hun aankomst (net één week voor de installatie van de Koninkrijkscommissie) louter toeval noemen. )e Arubaanse delegatie brengt hier Den Haag een aantal politieke eiten aan de oppervlakte, waarvan lederland de afgelopen jaren amper otie heeft gehad of beter gezegd: raaraan Nederland liever helemaal een aandacht besteedde omdat zij iet geheel ten onrechte werden eschouwd als interne aangelegenhe en van de Antillen, maar die ook al en rol hadden gespeeld tussen 1946 n 1954 toen een staats- en eilanden- egeling voor de Antillen nog als een stand moest worden gebracht, toen gevonden compromissen iten in de ogen van de Arubanen iet als definitieve oplossingen wor- i beschouwd. Het besef daarvan is laatste twee jaar op Aruba duide- ;er dan ooit naar voren gekomen, ïarvoor zijn twee, onderling samen- ingende, redenen aan te geven: de tstand van de 30e mei 1969 in Wil- mstad op Curagao en de neiging van iderland om na zeventien jaar prak- k het Statuut voor het Koninkrijk herzien mede gezien de ervarin- m met de mariniers na die 30e mei. :t gaat om de slechte onderlinge [rhoudingen tussen de zes eilanden, samen de administratieve eenheid Nederlandse Antillen' vormen, •n administratieve eenheid geen itie, want ook al wordt er nu se- ius over onafhankelijkheid gespro- M, Nederland is als kolonisator in deze barre, versnipperde stukjes ond in de Caribische Zee er nooit geslaagd een eigen Antilliaanse entiteit tot ontwikkeling te brengen te laten brengen en de natie- jrmende factoren lijken nu minder jn ooit aanwezig te zijn. Ipdracht p opdracht van de Arubaanse delega- is op 29 februari van dit jaar door I Eilandenraad van Aruba geformu- erd. Kort en duidelijk komt het op neer: de belangen van het eiland ruba voor te staan en te bepleiten Nederland en te onderzoeken in ïverre Nederland bereid is recht- eekse banden aan te gaan met Aru- (dus buiten Willemstad op Cura- o om) als de eilanden onderling het it eens kunnen worden over een leratie in de meest losse vorm, die ph denken laat. Jders gezegd: de delegatie hoeft niet onderzoeken in hoeverre straks de iderlandse Antillen onafhankelijk innen worden, slechts in hoeverre tuba alleen daarvoor de Nederlandse |un kan krijgen. Mocht Nederland ar onverhoopt niet toe bereid zijn. n zal de volgende fase zijn de Ie politieke woordvoerders van de legatie laten daar geen twijfel over staan uit te zien naar een ander ld, dat wel zo'n volkenrechtelijke Pd met Aruba wil aangaan. e opvattingen als deze met een rwijzing naar de verhoudingen (een find zonder belangrijke natuurlijke Jpbronnen, 30 km lang, 514 km ted, 60.000 inwoners, economisch- ategisch gelegen weliswaar, maar dit punt toch ook wel heel concur- iend met Curacao) wil afdoen als rpspolitiek, miskent de ernst van Arubaanse Arubaanse gevoelens. Het besluit van de Eilandsraad om de delegatie naar Nederland te zenden werd una niem en onder applaus van de publie ke tribune genomen en bij de laatste begrotingsbehandeling in de Antilli aanse Staten in Willemstad zei de heer Finck van de Arubaanse Patriot tistische Partij, dat 'een tweede Bang- ladesj' voorkomen moest worden (het was tijdens de oorlog op het Indische subcontinent). Voor een verklaring van deze wonder lijke tegenstellingen over zulke kleine afstanden moeten wij bij de geschie denis te rade gaan de geschiedenis van het kolonialisme in het Caribi sche gebied. Het kenmerk van dit kolonialisme is het plantage-systeem en het daarmee samenhangende pa troon van een op slavenarbeid berus tende maatschappij. Door een merkwaardig toeval is Aru ba enigszins buiten deze ontwikkeling gebleven. De oorspronkelijke bevol king van het eiland telde een groot aantal paardefokkers en daaraan ont leende het eiland zijn belang voor de West-Indische Compagnie, die het el ders al moeilijk genoeg had. Meer dan paarden had men van Aruba eigenlijk niet nodig. Het resultaat was dat op Aruba, an ders dan in vrijwel het gehele Caribische gebied en zeker anders dan op het zo belangrijke en dominerende Curagao, een veel homogenere samen leving tot stand kwam minder 'gelaagd' dan bijvoorbeeld op Curagao. Dat alles werkt nog door tot vandaag. Het patroon van beide samenlevingen is in het verleden aangegeven. De sterkere homogeniteit van Aruba had tot gevolg, dat de aanpassing van de migranten naar Aruba na 1920 (toen een olie-raffinaderij op het eiland werd gevestigd) soepeler verliep dan elders. Regionale belangen Het lijkt voor een buitenstaander alle maal wat overdreven en pathetisch het spreken over een Arubaans patri ottisme of nationalisme als men zich realiseert dat in nog geen vijftig jaar de bevolking van Aruba met ruim 600 procent toenam en dus het overgrote deel van de Arubaanse be volking óf elders geboren óf uit el ders geboren ouders afkomstig is. Maar het is een onmiskenbaar feit: de van Curagao of elders stammende po litieke partijen krijgen op Aruba geen voet aan de grond. Vrijwel alle stem men (dus ook die van de immigran ten en de immigranten-kinderen) gaan naar partijen, die in de eerste plaats strikt regionale belangen voor staan. Wie in Nederland zal zich ver meten hier de folklore van de politie ke realiteit te onderscheiden? Het was in de jaren twintig dat op Aruba het besef werd gelegd van een eigen identiteit, die des te gemakkelijker herkend werd omdat door de komst van de Lago-raffinaderij de welvaart in alle sectoren steeg; relatief gezien zelfs hoger werd dan op Curagao, omdat Aruba maar half zoveel men sen herbergde als het grotere buurei- land. In economisch-statistische ter men: Aruba had per hoofd van de bevolking een hoger gemiddeld inko men en de eigen identiteit viel daar door voor een groot deel samen met het eigen materieel belang. Kwaad bloed Evenwel: het nogal centralistisch den kende bestuur zetelde als vanouds in Willemstad en dat zette kwaad bloed. Dat de Arubanen nog eerder dan de Curagaoenaars van het Nederlandse koloniale bestuur naar de stembus mochten (voor een eigen 'raad van De drie leden-politici van de Arubaanse delegatie: van links naar rechts Gustavo Odura van de Partido Patriottico Arubano (42 jaar (tandarts), Betico Croes van de Movimiento Electoral di Pueblo (34 jaar, onderwijzer) en Casimiro Yarzagaray van de Arubaanse Volkspartij (42 jaar, accountant bij de Lago-olieraffinaderij). De twee andere leden van de delegatie (niet op de foto) zijn A. J. Booi, secretaris van het Eilandgebied Aruba en Armando Muyalèhoofd van de afdeling Onderwijs. politie' die de gezaghebber van het eiland bijstond) verkleinde de tegen stellingen niet. Integendeel: het prille politieke denken van de Arubanen werd van meet af aan gericht op de eigen belangen van het eigen eiland. Toen na de oorlog Nederland voor de Latijns-Amerikaanse gebieden de be lofte van 7 december 1942 voor nieu we staatkundige verhoudingen wilde inlossen, kwam Aruba voor de eerste maal voor de draad met zijn wensen. De toenmalige 'commissie tot onder zoek en bestudering van de in het staatsdeel levende politieke opvattin gen en wensen ter voorbereiding van de rijksconferentie' rapporteerde in 1946 reeds dat er 'enerzijds een wel kome assimilatie had plaats gevonden tussen de leden der diverse groepen op elk eiland, maar dat aan de andere kant met zorg mag worden geconsta teerd dat een nieuwe tegenstelling dreigt te ontstaan, ditmaal niet van sociale of godsdienstige, maar van territoriale aard; een tegenstelling tussen het opkomende Aruba en het reeds langer welvarende Curagao Aruba, zich bij Curagao achtergesteld menende, is van oordeel dat dit te wijten zou zijn aan de suprematie van het eiland Curacao, uitgeoefend door de vroegere Koloniale Raad en de huidige Staten, welke grotendeels be stonden en nog bestaan ui Curagaoe naars. In 1947 werden de Arubaanse wensen in vier punten geconcretiseerd. De belangrijkste verlangens waren toen: een financiële decentralisatie, waar door Aruba zelf de beschikking zou krijgen over wat het opbracht; een vertegenwoordiging van Curagao en Aruba in de Antilliaanse volksverte genwoordiging op gelijke basis (beide eilanden acht zetels, hoewel Curagao toen ruim 100.000 inwoners had en Aruba de helft) plus autonomie en De Nederlandse Antillen vormen sedert 1955 een autonoom deel van het Koninkrijk der Nederlanden. Dat betekent, dat de Antillen (evenals Suriname) de eigen interne aange legenheden moet regelen. Zaken als defensie en buitenlandse betrekkin gen worden door het Koninkrijk be hartigd. De Antillen bestaan uit zes betrekke lijk kleine eilanden. Het grootste, Curagao, is ongeveer zo groot als Zuid-Beveland en Walcheren samen. De drie zgn. benedenwindse eilanden: Aruba, Curagao en Bonaire liggen vlak onder de kust van Venezuela de drie bovenwindse eilanden: St. Maarten, St. Eustatius en Saba liggen ruim 800 km noordoostelijk (ter hoogte van Puerto Rico). De Antillen zijn verdeeld in vier eilandgebieden (bestuurseenheden vergelijkbaar met de provincies of ge meenten in Nederland): Curagao, Aruba, Bonaire en de Bovenwindse eilanden. De bevolking van de zes eilanden was volgens de laatste officiële cijfers: Curagao Aruba Bonaire St. Maarter St. Eustatius Saba Totaal: 145.707 60.734 8.191 6.881 1.405 956 223.874 |an onze militaire medewerker significante vermeerdering of vermindering derhalve van de Westerse defensie-inspanning in algemeen, noch van de Nederlandse in het bijzonder.' ||n minderheid van de commissie Van Rijckevorsel (vier civiele leden en de voorzitter) komt tot e uitspraak omdat zij van mening is dat de Amerikaanse nucleaire garantie nog steeds de hoek- len vormt voor de veiligheid van West-Europa. vermindering van de defensie- >anning want dat zou een aantas- betekenen van de hechtheid hin de NAVO. Bovendien tekent zich de politieke horizon de mogelijk- 1 af van besprekingen tussen Oost- ;t ondermeer over wederzijdse penreducties en het zou onjuist door eenzijdige maatregelen de ;omstige gesprekspartners de in- k te geven dat dergelijke bespre- gen overbodig zijn. vermeerdering van de defensie- I anning is niet nodig maar ook mogelijk. Immers de economische atie in Nederland laat niet toe hoger percentage van het netto onale inkomen dan het huidige, te trekken voor defensie, gelet op het toenemend belang van re overheidstaken, bijvoorbeeld iet kader van het milieubeheer, minderheid stelt dat ook voor de insie-uitgaven te stabiliseren op huidige percentage: 3.945 procent wijkt daarmee af van het stand- t van de meerderheid van de com- >ie (vijf civiele en vijf militaire in) die een verhoging van het get tot 4.2 pet voorstaat, hetgeen ie praktijk een toename betekent rond één miljard gulden. Wat betekent een stabilisatie van het budget op 3.945 procent. De minder heid rekent er terecht op dat in de toekomst mede vanwege bestaande achterstanden en noodzakelijke ver vangingen (bijvoorbeeld Starfighter) de kosten zowel van materiële als personele middelen sneller zullen stij gen dan de toename van het nationale inkomen. Een stabilisatie heeft dus tot gevolg dat binnen de krijgsmacht zelf de nOOTulijnen gelden moeten worden gevonden om dit verschil in stijging op te vangen. De conclusie van de minderheid is dan ook dat een andere vormgeving van onze NAVO bijdrage in de toe komst onvermijdelijk is. Zij heeft daar duidelijke gedachten over die stoelen op de volgende uit gangspunten: Een aanval over de grond in West- Europa is zeer onwaarschijnlijk. Pro vocaties blijven mogelijk. De zee biedt beter gelegenheid voor agressie: voldoende vrije ruimte; de schade blijft beperkt; goede mogelijkheden voor een terugtocht zonder gezichts verlies. Ons land moet zijn defensie-inspan ning vooral richten op het beheersen van crises in een vroeg stadium; aan dacht dus voor paraatheid en reactie snelheid. Het zwaartepunt van onze inspan ning moet liggen op die taken waar voor de Nederlander het meest ge schikt is en waarop hij zich passend kan voorbereiden zonder de ruimtelij ke ordening in ons dichtbevolkt land overmatig veel geweld aan te doen. In hoofdlijnen luidt het voorstel van de minderheid dan als volgt. Priori teit bij de marine. De NAVO-bijdrage van de landmacht moet worden terug gebracht van 10 brigades (zes paraat, vier mobilisabel) naar zes (vier pa raat en twee mobilisabel); een ver mindering van rond 15.000 man en enkele honderden tanks. Uitbreiding van het aantal eenheden in Duitsland tot twee brigades en realisatie van het oefen- en legeringsproject Ter Apel. Voor wat betreft de luchtmacht ziet de minderheid weinig heil in de vervanging van de Starfighter. Aanbe volen wordt in NAVO-verband overleg te beginnen om onze luchtmachttaken over te dragen aan anderen. Geen geringe wijziging dus. Hoe die te waarderen? De conclusie dat onder de huidige omstandigheden een stabi lisatie van de defensie-uitgaven op het huidige percentage van het nationale inkomen geboden is, lijkt bijzonder reëel. Wij zouden daaraan niet willen tornen. Maar bezwaren bestaan wel tegen de verdere uitwerking, onder meer in de voorstellen met de toe komstige vormgeving van onze NAVO- bijdrage. Het eerste is wel dat de minderheid geen rekening heeft gehouden met ontwikkelingen op het gebied van de fensie in Amerika. Mede onder druk van isolationistische stromingen, in terne problemen en de aan kracht winnende mening dat Europa meer voor eigen veiligheid kan doen zien wij daar een accentverschuiving in de richting van de marine en een toene mende aandrang om de Amerikaanse troepensterkte in Europa te vermin deren. Een reductie van de land- en lucht macht zoals de minderheid die voor ziet is voor een Europese natie die meer zal moeten gaan doen voor de beveiliging van het Europese conti nent, geen logische reactie. Een ander bezwaar geldt de waarde ring van de Amerikaanse nucleaire garantie. De geschiedenis na 1945 heeft geleerd dat ondanks een Ameri kaans overwicht, nimmer tot inzet van kernwapens werd besloten alhoe wel bij meerdere gelegenheden (Korea, Vietnam) militaire commandanten daarop aandrongen. Nu Rusland op strategisch gebied de gelijke is van Amerika is een gebruik van deze middelen hoogst onwaarschijnlijk. On juist is het daarom te menen dat het verschil tussen de conventionele in spanningen van Oost en West gecom penseerd wordt door kernwapens. Een al te groot gat is uit een oogpunt van veiligheid dan ook ontoelaatbaar. Misleidend In dit verband kan worden opgemerkt dat de voorstellen van de minderheid bepaald misleidend zijn. Zeker er wordt gepleit voor een stabilisatie van de defensie-uitgaven. Maar in werke lijkheid gaat het om een aanzienlijke reductie van de gevechtskracht. De NAVO komt in een nadeliger positie. Een laatste bezwaar is dat technische factoren verhinderen een krijgsmacht na een reductie, op korte termijn weer op de oorspronkelijke sterkte te brengen. Het duurt jaren voordat een uitbreiding van enige betekenis is gerealiseerd. Met andere woorden een veiligheidssysteem ingesteld uitslui tend op crisisbeheersing is, wanneer de internationale politieke toestand zich on ongunstige zin wijzigt, ten enemale ontoereikend. De betekenis van mobilisabele eenheden is dat zij het systeem de nodige flexibiliteit geven om dergelijke wijzigingen op te vangen. Wij zouden deze tenminste op de huidige sterkte willen handhaven. Zijn er met behoud van het huidige percentage van het nationale inkomen andere uitwerkingen mogelijk? Met de beantwoording van deze vraag wachten wij liever tot het meerder heidsstandpunt openbaar is. Ter afsluiting evenwel een vingerwij zing in welke richting onze gedachten gaan. De organisatie achter de opera tionele eenheden moet drastisch wor den ingekrompen. Voor wat betreft de landmacht valt voorts te denken adn de sanering van de brigades en een reductie van de paraatheid. In deze tijd van ontspanning is het voldoende wanneer de meest essentiële systemen door vrijwillig dienenden zijn be mand. Dienstplichtigen kunnen na hun opleiding en een zeer beperkte parate tijd, naar huis worden gezon den. Parate herhalingsoefeningen zijn er voor om de geoefendheid op peil te houden. De praktijk heeft bewezen dat eenheden op dergelijke wijze ge structureerd zeer snel inzetbaar zijn. Afstoten Nederland behoort te besluiten tot afstoting van denucleaire taken van land- en luchtmacht. Dat maakt de vervanging van kostbare kernwapen- inzet middelen overbodig. Voor de arine ware tenslotte te denken aan het uit de vaart nemen van de kruisers, een sanering van de marine luchtvaartdienst en een tem porisering van het nieuwbouwpro- gramma. Een uitwerking langs deze lijnen le vert binnen de financiële mogelijkhe den een bijdrage aan de NAVO die is aangepast aan de huidige politiek- strategische ontwikkelingen. zelfbestuur voor Aruba ten aanzien van de interne aangelegenheden Het overleg is een lange weg gegaan, langs een interim-regeling naar de thans nog geldende staats- en eilan denregeling, waarin onder meer de directe belastingen naar de eilandbe sturen gaan en de indirecte belastin gen naar het land en waarin de 22 zetels in de Staten (de volksvertegen woordiging van de Antillen) als volgt worden verdeeld: twaalf voor Curagao, acht voor Aruba, één voor Bonaire, en één voor de Bovenwindse Eilan den. Deze zetelverdeling is stellig billijk te noemen, gezien de bevolkingscijfers van de eilanden, maar toch een doorn in het oog van Aruba, omdat Curagao met 12 van de 22 zetels steeds over een meerderheid beschikt. De enige troost is dat Aruba met acht van de 22 zetels net de voor een wijziging van de regelingen beno digde twee-derde meerderheid kan blokkeren. Belasting Ook het systeem van de belastingver deling is een voortdurende bron van ergernis vooral in een situatie waarin iedereen toch al geneigd is een beetje geprikkeld op allerlei klei nigheden bij de buren te letten. Om dat het overgrote deel van de op brengst van de indirecte belastingen afkomstig is van de rijke eilanden Curagao en Aruba, betaalden deze t.wee eilanden mee in de begrotingste korten van de veel armere eilandsbe- sturen van Bonaire en de Bovenwind se Eilanden (als de begroting van een eilandgebied niet sluit, wordt de be groting door de Staten vastgesteld). Misschien zouden de Arubanen daar nu nog wel vrede mee hebben, als niet na de gewelddadige gebeurtenis sen van de 30e mei 1969 in Willem stad ook het eilandbestuur van Cura gao bij de centrale regering had aan geklopt voor steun uit de regerings- kas (en deze kreeg!). Het was hier voor de eerste keer dat de Willemstad- revolute op nogal pijnlijke (want in de portemonnaie voelbare) wijze het Arubaanse denken beïnvloedde. Revolutie Tegelijkertijd echter ook kwam de Arubaanse bevolking tot een analyse van de situatie op Curagao waar de •gelaagdheid' van de bevolking werd onderkend en daarmee ook de moge lijkheid van polarisatie van de Cura- caose standpunten en vooral de moge lijke consequentie daarvan op een eiland met een zo groot zwart prole tariaat als Curagao: een revolutie. Onderbewust (het zou dwaasheid zijn het te ontkennen) heeft de angst hiervoor bij de hele Arubaanse bevol king die veel meer dan de Curacao- se bevolking bestaat uit één grote middenklasse het verlangen gewekt om de omstreeks 1950 min of meer gefrustreerde idealen van onafhanke lijkheid weer tot nieuw leven te bren gen. Dat alle politieke partijen op Curagao een maand geleden volstrekt onver wacht en volkomen onbekommerd be gonnen te reppen over een onafhanke lijke federatieve republiek heeft de Arubanen ten overvloede nog eens van hun gelijk overtuigd. Federatie Immers: als de Arubanen over een federatie spreken, denken zij aan een heel lichte constructie boven autono me gebiedsdelen, aan welke 'lichte' overheid de eilandgebieden als zij dat nadrukkelijk willen, een aantal be voegdheden kunnen delegeren In de Arubaanse visie zou dat eigenlijk al leen maar mogelijk moeten zijn om de kleinere eilandgebieden niet al te zwaar te belasten. Curagao denkt ecter aan een federa tieve republiek met een tweekamer systeem: een soort tweede kamer of huis van afgevaardigden, gekozen vol gens het one man-one vote-systeem en een senaat met een gelijk aantal ze tels voor de eilandgebieden en boven al: een gekozen president. De Aruba nen zien dat als de vastlegging voor alle eeuwigheid van de Curagaose su prematie, want in zo'n Huis van Afge vaardigden, aldus Aruba's grootste angst, geeft Curagao (met meer dan de helft van alle kiezers van de Antillen in zij,n registers) de toon aan en de Curacaoenaars zullen ook wel zorgen dat de president vooral de weg weet in Willemstad. Vandaar ook Aruba's voorkeur voor een monarchale staatsvorm, voor die losse federatie met de erfgenamen uit het Huis van Oranje als nominaal staatshoofd (naar analogie van de po sitie van de Britse vorsten in Austra lië en Nieuw Zeeland bijvoorbeeld) Mocht dat niet gaan dan wil Aruba alleen met Nederland verder in een volkenrechtelijke band en mocht Den Haag op zijn beurt dat niet willen, dan zal Aruba zelf wel een nieuwe partner zoeken. Overigens is zoveel nu al wel duide lijk: dat zal zeker niet Venezuela zijn, want reeds dc Venezolaanse theorie dat Aruba op het zgn. continentaal plat van Venezuela ligt, heeft elke Arubaan vorig jaar doen griezelen. De Arubanen vrezen deze ontwikke ling niet. Ik heb het deze week de heren Oduber, Croes en Yarzagaray (de politici in de Arubaanse delegatie) gevraagd: kan een land met een zestigduizend inwoners de hele last dragen van een eigen economie, een eigen bestuur, een eigen recht spraak. een eigen onderwijs-systeem? Het antwoord was unaniem en ferm: als het moet, zien wij alles onder ogen. Zelfs de verantwoordelijkheid voor da veel armere eilandgebieden als Bonai re en de Bovenwinden, waarvoor de historische ontwikkeling ook Aruba of het nu wil of niet een zekere verant woordelijkheid heeft opgelegd, wl! Aruba niet ontwijken. Bilaterale ver dragen zullen dit moeten regelen. Of het allemaal doordacht is, weet ik niet zeker. Wel dat het de Arubanen in Don Haag volstrekte ernst is.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1972 | | pagina 9