elegatie komt onderzoeken of rechtstreekse band met Nederland mogelijk is
"tabiliseren van defensie-uitgaven is mogelijk - maar hoe?
Supprematie van
illemsstad
ekt veel verzet
let minderheidsrapport van commissie-Van Rijckevorsel
8 TROUW/KWARTET
WILLEN LOS VAN CURACAO
door J. Kuijk
DEN HAAG De vijf man sterke Arubaanse delegatie, die vorige
week nauwelijks opgemerkt op Schiphol aankwam, zal naar het zich
laat aanzien een grote invloed hebben op de komende besprekingen
over het Statuut. Daar doet niet aan af dat de Nederlandse autoritei
ten zich nogal terughoudend opstellen tegenover het gezelschap en de
Arubanen zelf het tijdstip van hun aankomst (net één week voor de
installatie van de Koninkrijkscommissie) louter toeval noemen.
)e Arubaanse delegatie brengt hier
Den Haag een aantal politieke
eiten aan de oppervlakte, waarvan
lederland de afgelopen jaren amper
otie heeft gehad of beter gezegd:
raaraan Nederland liever helemaal
een aandacht besteedde omdat zij
iet geheel ten onrechte werden
eschouwd als interne aangelegenhe
en van de Antillen, maar die ook al
en rol hadden gespeeld tussen 1946
n 1954 toen een staats- en eilanden-
egeling voor de Antillen nog als een
stand moest worden gebracht,
toen gevonden compromissen
iten in de ogen van de Arubanen
iet als definitieve oplossingen wor-
i beschouwd. Het besef daarvan is
laatste twee jaar op Aruba duide-
;er dan ooit naar voren gekomen,
ïarvoor zijn twee, onderling samen-
ingende, redenen aan te geven: de
tstand van de 30e mei 1969 in Wil-
mstad op Curagao en de neiging van
iderland om na zeventien jaar prak-
k het Statuut voor het Koninkrijk
herzien mede gezien de ervarin-
m met de mariniers na die 30e mei.
:t gaat om de slechte onderlinge
[rhoudingen tussen de zes eilanden,
samen de administratieve eenheid
Nederlandse Antillen' vormen,
•n administratieve eenheid geen
itie, want ook al wordt er nu se-
ius over onafhankelijkheid gespro-
M, Nederland is als kolonisator
in deze barre, versnipperde stukjes
ond in de Caribische Zee er nooit
geslaagd een eigen Antilliaanse
entiteit tot ontwikkeling te brengen
te laten brengen en de natie-
jrmende factoren lijken nu minder
jn ooit aanwezig te zijn.
Ipdracht
p opdracht van de Arubaanse delega-
is op 29 februari van dit jaar door
I Eilandenraad van Aruba geformu-
erd. Kort en duidelijk komt het
op neer: de belangen van het eiland
ruba voor te staan en te bepleiten
Nederland en te onderzoeken in
ïverre Nederland bereid is recht-
eekse banden aan te gaan met Aru-
(dus buiten Willemstad op Cura-
o om) als de eilanden onderling het
it eens kunnen worden over een
leratie in de meest losse vorm, die
ph denken laat.
Jders gezegd: de delegatie hoeft niet
onderzoeken in hoeverre straks de
iderlandse Antillen onafhankelijk
innen worden, slechts in hoeverre
tuba alleen daarvoor de Nederlandse
|un kan krijgen. Mocht Nederland
ar onverhoopt niet toe bereid zijn.
n zal de volgende fase zijn de
Ie politieke woordvoerders van de
legatie laten daar geen twijfel over
staan uit te zien naar een ander
ld, dat wel zo'n volkenrechtelijke
Pd met Aruba wil aangaan.
e opvattingen als deze met een
rwijzing naar de verhoudingen (een
find zonder belangrijke natuurlijke
Jpbronnen, 30 km lang, 514 km
ted, 60.000 inwoners, economisch-
ategisch gelegen weliswaar, maar
dit punt toch ook wel heel concur-
iend met Curacao) wil afdoen als
rpspolitiek, miskent de ernst van
Arubaanse
Arubaanse gevoelens. Het besluit
van de Eilandsraad om de delegatie
naar Nederland te zenden werd una
niem en onder applaus van de publie
ke tribune genomen en bij de laatste
begrotingsbehandeling in de Antilli
aanse Staten in Willemstad zei de
heer Finck van de Arubaanse Patriot
tistische Partij, dat 'een tweede Bang-
ladesj' voorkomen moest worden (het
was tijdens de oorlog op het Indische
subcontinent).
Voor een verklaring van deze wonder
lijke tegenstellingen over zulke kleine
afstanden moeten wij bij de geschie
denis te rade gaan de geschiedenis
van het kolonialisme in het Caribi
sche gebied. Het kenmerk van dit
kolonialisme is het plantage-systeem
en het daarmee samenhangende pa
troon van een op slavenarbeid berus
tende maatschappij.
Door een merkwaardig toeval is Aru
ba enigszins buiten deze ontwikkeling
gebleven. De oorspronkelijke bevol
king van het eiland telde een groot
aantal paardefokkers en daaraan ont
leende het eiland zijn belang voor de
West-Indische Compagnie, die het el
ders al moeilijk genoeg had. Meer dan
paarden had men van Aruba eigenlijk
niet nodig.
Het resultaat was dat op Aruba, an
ders dan in vrijwel het gehele
Caribische gebied en zeker anders dan
op het zo belangrijke en dominerende
Curagao, een veel homogenere samen
leving tot stand kwam minder
'gelaagd' dan bijvoorbeeld op Curagao.
Dat alles werkt nog door tot vandaag.
Het patroon van beide samenlevingen
is in het verleden aangegeven. De
sterkere homogeniteit van Aruba had
tot gevolg, dat de aanpassing van de
migranten naar Aruba na 1920 (toen
een olie-raffinaderij op het eiland
werd gevestigd) soepeler verliep dan
elders.
Regionale belangen
Het lijkt voor een buitenstaander alle
maal wat overdreven en pathetisch
het spreken over een Arubaans patri
ottisme of nationalisme als men
zich realiseert dat in nog geen vijftig
jaar de bevolking van Aruba met
ruim 600 procent toenam en dus het
overgrote deel van de Arubaanse be
volking óf elders geboren óf uit el
ders geboren ouders afkomstig is.
Maar het is een onmiskenbaar feit: de
van Curagao of elders stammende po
litieke partijen krijgen op Aruba geen
voet aan de grond. Vrijwel alle stem
men (dus ook die van de immigran
ten en de immigranten-kinderen)
gaan naar partijen, die in de eerste
plaats strikt regionale belangen voor
staan. Wie in Nederland zal zich ver
meten hier de folklore van de politie
ke realiteit te onderscheiden? Het was
in de jaren twintig dat op Aruba
het besef werd gelegd van een eigen
identiteit, die des te gemakkelijker
herkend werd omdat door de komst
van de Lago-raffinaderij de welvaart
in alle sectoren steeg; relatief gezien
zelfs hoger werd dan op Curagao,
omdat Aruba maar half zoveel men
sen herbergde als het grotere buurei-
land. In economisch-statistische ter
men: Aruba had per hoofd van de
bevolking een hoger gemiddeld inko
men en de eigen identiteit viel daar
door voor een groot deel samen met
het eigen materieel belang.
Kwaad bloed
Evenwel: het nogal centralistisch den
kende bestuur zetelde als vanouds in
Willemstad en dat zette kwaad bloed.
Dat de Arubanen nog eerder dan de
Curagaoenaars van het Nederlandse
koloniale bestuur naar de stembus
mochten (voor een eigen 'raad van
De drie leden-politici van de Arubaanse delegatie: van links naar rechts Gustavo Odura van de Partido Patriottico Arubano (42 jaar
(tandarts), Betico Croes van de Movimiento Electoral di Pueblo (34 jaar, onderwijzer) en Casimiro Yarzagaray van de Arubaanse
Volkspartij (42 jaar, accountant bij de Lago-olieraffinaderij). De twee andere leden van de delegatie (niet op de foto) zijn A. J. Booi,
secretaris van het Eilandgebied Aruba en Armando Muyalèhoofd van de afdeling Onderwijs.
politie' die de gezaghebber van het
eiland bijstond) verkleinde de tegen
stellingen niet. Integendeel: het prille
politieke denken van de Arubanen
werd van meet af aan gericht op de
eigen belangen van het eigen eiland.
Toen na de oorlog Nederland voor de
Latijns-Amerikaanse gebieden de be
lofte van 7 december 1942 voor nieu
we staatkundige verhoudingen wilde
inlossen, kwam Aruba voor de eerste
maal voor de draad met zijn wensen.
De toenmalige 'commissie tot onder
zoek en bestudering van de in het
staatsdeel levende politieke opvattin
gen en wensen ter voorbereiding van
de rijksconferentie' rapporteerde in
1946 reeds dat er 'enerzijds een wel
kome assimilatie had plaats gevonden
tussen de leden der diverse groepen
op elk eiland, maar dat aan de andere
kant met zorg mag worden geconsta
teerd dat een nieuwe tegenstelling
dreigt te ontstaan, ditmaal niet van
sociale of godsdienstige, maar van
territoriale aard; een tegenstelling
tussen het opkomende Aruba en het
reeds langer welvarende Curagao
Aruba, zich bij Curagao achtergesteld
menende, is van oordeel dat dit te
wijten zou zijn aan de suprematie van
het eiland Curacao, uitgeoefend door
de vroegere Koloniale Raad en de
huidige Staten, welke grotendeels be
stonden en nog bestaan ui Curagaoe
naars.
In 1947 werden de Arubaanse wensen
in vier punten geconcretiseerd. De
belangrijkste verlangens waren toen:
een financiële decentralisatie, waar
door Aruba zelf de beschikking zou
krijgen over wat het opbracht; een
vertegenwoordiging van Curagao en
Aruba in de Antilliaanse volksverte
genwoordiging op gelijke basis (beide
eilanden acht zetels, hoewel Curagao
toen ruim 100.000 inwoners had en
Aruba de helft) plus autonomie en
De Nederlandse Antillen vormen
sedert 1955 een autonoom deel van
het Koninkrijk der Nederlanden. Dat
betekent, dat de Antillen (evenals
Suriname) de eigen interne aange
legenheden moet regelen. Zaken als
defensie en buitenlandse betrekkin
gen worden door het Koninkrijk be
hartigd.
De Antillen bestaan uit zes betrekke
lijk kleine eilanden. Het grootste,
Curagao, is ongeveer zo groot als
Zuid-Beveland en Walcheren samen.
De drie zgn. benedenwindse eilanden:
Aruba, Curagao en Bonaire liggen
vlak onder de kust van Venezuela
de drie bovenwindse eilanden: St.
Maarten, St. Eustatius en Saba liggen
ruim 800 km noordoostelijk (ter
hoogte van Puerto Rico).
De Antillen zijn verdeeld in vier
eilandgebieden (bestuurseenheden
vergelijkbaar met de provincies of ge
meenten in Nederland): Curagao,
Aruba, Bonaire en de Bovenwindse
eilanden.
De bevolking van de zes eilanden
was volgens de laatste officiële
cijfers:
Curagao
Aruba
Bonaire
St. Maarter
St. Eustatius
Saba
Totaal:
145.707
60.734
8.191
6.881
1.405
956
223.874
|an onze militaire medewerker
significante vermeerdering of vermindering derhalve van de Westerse defensie-inspanning in
algemeen, noch van de Nederlandse in het bijzonder.'
||n minderheid van de commissie Van Rijckevorsel (vier civiele leden en de voorzitter) komt tot
e uitspraak omdat zij van mening is dat de Amerikaanse nucleaire garantie nog steeds de hoek-
len vormt voor de veiligheid van West-Europa.
vermindering van de defensie-
>anning want dat zou een aantas-
betekenen van de hechtheid hin
de NAVO. Bovendien tekent zich
de politieke horizon de mogelijk-
1 af van besprekingen tussen Oost-
;t ondermeer over wederzijdse
penreducties en het zou onjuist
door eenzijdige maatregelen de
;omstige gesprekspartners de in-
k te geven dat dergelijke bespre-
gen overbodig zijn.
vermeerdering van de defensie-
I anning is niet nodig maar ook
mogelijk. Immers de economische
atie in Nederland laat niet toe
hoger percentage van het netto
onale inkomen dan het huidige,
te trekken voor defensie, gelet
op het toenemend belang van
re overheidstaken, bijvoorbeeld
iet kader van het milieubeheer,
minderheid stelt dat ook voor de
insie-uitgaven te stabiliseren op
huidige percentage: 3.945 procent
wijkt daarmee af van het stand-
t van de meerderheid van de com-
>ie (vijf civiele en vijf militaire
in) die een verhoging van het
get tot 4.2 pet voorstaat, hetgeen
ie praktijk een toename betekent
rond één miljard gulden.
Wat betekent een stabilisatie van het
budget op 3.945 procent. De minder
heid rekent er terecht op dat in de
toekomst mede vanwege bestaande
achterstanden en noodzakelijke ver
vangingen (bijvoorbeeld Starfighter)
de kosten zowel van materiële als
personele middelen sneller zullen stij
gen dan de toename van het nationale
inkomen.
Een stabilisatie heeft dus tot gevolg
dat binnen de krijgsmacht zelf de nOOTulijnen
gelden moeten worden gevonden om
dit verschil in stijging op te vangen.
De conclusie van de minderheid is
dan ook dat een andere vormgeving
van onze NAVO bijdrage in de toe
komst onvermijdelijk is.
Zij heeft daar duidelijke gedachten
over die stoelen op de volgende uit
gangspunten:
Een aanval over de grond in West-
Europa is zeer onwaarschijnlijk. Pro
vocaties blijven mogelijk. De zee
biedt beter gelegenheid voor agressie:
voldoende vrije ruimte; de schade
blijft beperkt; goede mogelijkheden
voor een terugtocht zonder gezichts
verlies.
Ons land moet zijn defensie-inspan
ning vooral richten op het beheersen
van crises in een vroeg stadium; aan
dacht dus voor paraatheid en reactie
snelheid.
Het zwaartepunt van onze inspan
ning moet liggen op die taken waar
voor de Nederlander het meest ge
schikt is en waarop hij zich passend
kan voorbereiden zonder de ruimtelij
ke ordening in ons dichtbevolkt land
overmatig veel geweld aan te doen.
In hoofdlijnen luidt het voorstel van
de minderheid dan als volgt. Priori
teit bij de marine. De NAVO-bijdrage
van de landmacht moet worden terug
gebracht van 10 brigades (zes paraat,
vier mobilisabel) naar zes (vier pa
raat en twee mobilisabel); een ver
mindering van rond 15.000 man en
enkele honderden tanks. Uitbreiding
van het aantal eenheden in Duitsland
tot twee brigades en realisatie van
het oefen- en legeringsproject Ter
Apel. Voor wat betreft de luchtmacht
ziet de minderheid weinig heil in de
vervanging van de Starfighter. Aanbe
volen wordt in NAVO-verband overleg
te beginnen om onze luchtmachttaken
over te dragen aan anderen.
Geen geringe wijziging dus. Hoe die
te waarderen? De conclusie dat onder
de huidige omstandigheden een stabi
lisatie van de defensie-uitgaven op het
huidige percentage van het nationale
inkomen geboden is, lijkt bijzonder
reëel. Wij zouden daaraan niet willen
tornen. Maar bezwaren bestaan wel
tegen de verdere uitwerking, onder
meer in de voorstellen met de toe
komstige vormgeving van onze NAVO-
bijdrage.
Het eerste is wel dat de minderheid
geen rekening heeft gehouden met
ontwikkelingen op het gebied van de
fensie in Amerika. Mede onder druk
van isolationistische stromingen, in
terne problemen en de aan kracht
winnende mening dat Europa meer
voor eigen veiligheid kan doen zien
wij daar een accentverschuiving in de
richting van de marine en een toene
mende aandrang om de Amerikaanse
troepensterkte in Europa te vermin
deren.
Een reductie van de land- en lucht
macht zoals de minderheid die voor
ziet is voor een Europese natie die
meer zal moeten gaan doen voor de
beveiliging van het Europese conti
nent, geen logische reactie.
Een ander bezwaar geldt de waarde
ring van de Amerikaanse nucleaire
garantie. De geschiedenis na 1945
heeft geleerd dat ondanks een Ameri
kaans overwicht, nimmer tot inzet
van kernwapens werd besloten alhoe
wel bij meerdere gelegenheden (Korea,
Vietnam) militaire commandanten
daarop aandrongen. Nu Rusland op
strategisch gebied de gelijke is van
Amerika is een gebruik van deze
middelen hoogst onwaarschijnlijk. On
juist is het daarom te menen dat het
verschil tussen de conventionele in
spanningen van Oost en West gecom
penseerd wordt door kernwapens.
Een al te groot gat is uit een oogpunt
van veiligheid dan ook ontoelaatbaar.
Misleidend
In dit verband kan worden opgemerkt
dat de voorstellen van de minderheid
bepaald misleidend zijn. Zeker er
wordt gepleit voor een stabilisatie van
de defensie-uitgaven. Maar in werke
lijkheid gaat het om een aanzienlijke
reductie van de gevechtskracht. De
NAVO komt in een nadeliger positie.
Een laatste bezwaar is dat technische
factoren verhinderen een krijgsmacht
na een reductie, op korte termijn
weer op de oorspronkelijke sterkte
te brengen. Het duurt jaren voordat
een uitbreiding van enige betekenis is
gerealiseerd. Met andere woorden een
veiligheidssysteem ingesteld uitslui
tend op crisisbeheersing is, wanneer
de internationale politieke toestand
zich on ongunstige zin wijzigt, ten
enemale ontoereikend. De betekenis
van mobilisabele eenheden is dat zij
het systeem de nodige flexibiliteit
geven om dergelijke wijzigingen op te
vangen. Wij zouden deze tenminste op
de huidige sterkte willen handhaven.
Zijn er met behoud van het huidige
percentage van het nationale inkomen
andere uitwerkingen mogelijk? Met
de beantwoording van deze vraag
wachten wij liever tot het meerder
heidsstandpunt openbaar is.
Ter afsluiting evenwel een vingerwij
zing in welke richting onze gedachten
gaan. De organisatie achter de opera
tionele eenheden moet drastisch wor
den ingekrompen. Voor wat betreft de
landmacht valt voorts te denken adn
de sanering van de brigades en een
reductie van de paraatheid. In deze
tijd van ontspanning is het voldoende
wanneer de meest essentiële systemen
door vrijwillig dienenden zijn be
mand. Dienstplichtigen kunnen na
hun opleiding en een zeer beperkte
parate tijd, naar huis worden gezon
den. Parate herhalingsoefeningen zijn
er voor om de geoefendheid op peil te
houden. De praktijk heeft bewezen
dat eenheden op dergelijke wijze ge
structureerd zeer snel inzetbaar zijn.
Afstoten
Nederland behoort te besluiten tot
afstoting van denucleaire taken van
land- en luchtmacht. Dat maakt de
vervanging van kostbare kernwapen-
inzet middelen overbodig.
Voor de arine ware tenslotte te
denken aan het uit de vaart nemen
van de kruisers, een sanering van de
marine luchtvaartdienst en een tem
porisering van het nieuwbouwpro-
gramma.
Een uitwerking langs deze lijnen le
vert binnen de financiële mogelijkhe
den een bijdrage aan de NAVO die is
aangepast aan de huidige politiek-
strategische ontwikkelingen.
zelfbestuur voor Aruba ten aanzien
van de interne aangelegenheden
Het overleg is een lange weg gegaan,
langs een interim-regeling naar de
thans nog geldende staats- en eilan
denregeling, waarin onder meer de
directe belastingen naar de eilandbe
sturen gaan en de indirecte belastin
gen naar het land en waarin de 22
zetels in de Staten (de volksvertegen
woordiging van de Antillen) als volgt
worden verdeeld: twaalf voor Curagao,
acht voor Aruba, één voor Bonaire,
en één voor de Bovenwindse Eilan
den.
Deze zetelverdeling is stellig billijk te
noemen, gezien de bevolkingscijfers
van de eilanden, maar toch
een doorn in het oog van Aruba,
omdat Curagao met 12 van de 22
zetels steeds over een meerderheid
beschikt. De enige troost is dat Aruba
met acht van de 22 zetels net de voor
een wijziging van de regelingen beno
digde twee-derde meerderheid kan
blokkeren.
Belasting
Ook het systeem van de belastingver
deling is een voortdurende bron van
ergernis vooral in een situatie
waarin iedereen toch al geneigd is
een beetje geprikkeld op allerlei klei
nigheden bij de buren te letten. Om
dat het overgrote deel van de op
brengst van de indirecte belastingen
afkomstig is van de rijke eilanden
Curagao en Aruba, betaalden deze
t.wee eilanden mee in de begrotingste
korten van de veel armere eilandsbe-
sturen van Bonaire en de Bovenwind
se Eilanden (als de begroting van een
eilandgebied niet sluit, wordt de be
groting door de Staten vastgesteld).
Misschien zouden de Arubanen daar
nu nog wel vrede mee hebben, als
niet na de gewelddadige gebeurtenis
sen van de 30e mei 1969 in Willem
stad ook het eilandbestuur van Cura
gao bij de centrale regering had aan
geklopt voor steun uit de regerings-
kas (en deze kreeg!). Het was hier
voor de eerste keer dat de Willemstad-
revolute op nogal pijnlijke (want in
de portemonnaie voelbare) wijze het
Arubaanse denken beïnvloedde.
Revolutie
Tegelijkertijd echter ook kwam de
Arubaanse bevolking tot een analyse
van de situatie op Curagao waar de
•gelaagdheid' van de bevolking werd
onderkend en daarmee ook de moge
lijkheid van polarisatie van de Cura-
caose standpunten en vooral de moge
lijke consequentie daarvan op een
eiland met een zo groot zwart prole
tariaat als Curagao: een revolutie.
Onderbewust (het zou dwaasheid zijn
het te ontkennen) heeft de angst
hiervoor bij de hele Arubaanse bevol
king die veel meer dan de Curacao-
se bevolking bestaat uit één grote
middenklasse het verlangen gewekt
om de omstreeks 1950 min of meer
gefrustreerde idealen van onafhanke
lijkheid weer tot nieuw leven te bren
gen.
Dat alle politieke partijen op Curagao
een maand geleden volstrekt onver
wacht en volkomen onbekommerd be
gonnen te reppen over een onafhanke
lijke federatieve republiek heeft
de Arubanen ten overvloede nog eens
van hun gelijk overtuigd.
Federatie
Immers: als de Arubanen over een
federatie spreken, denken zij aan een
heel lichte constructie boven autono
me gebiedsdelen, aan welke 'lichte'
overheid de eilandgebieden als zij dat
nadrukkelijk willen, een aantal be
voegdheden kunnen delegeren In de
Arubaanse visie zou dat eigenlijk al
leen maar mogelijk moeten zijn om
de kleinere eilandgebieden niet al te
zwaar te belasten.
Curagao denkt ecter aan een federa
tieve republiek met een tweekamer
systeem: een soort tweede kamer of
huis van afgevaardigden, gekozen vol
gens het one man-one vote-systeem en
een senaat met een gelijk aantal ze
tels voor de eilandgebieden en boven
al: een gekozen president. De Aruba
nen zien dat als de vastlegging voor
alle eeuwigheid van de Curagaose su
prematie, want in zo'n Huis van Afge
vaardigden, aldus Aruba's grootste
angst, geeft Curagao (met meer dan de
helft van alle kiezers van de Antillen
in zij,n registers) de toon aan en de
Curacaoenaars zullen ook wel zorgen
dat de president vooral de weg weet
in Willemstad.
Vandaar ook Aruba's voorkeur voor
een monarchale staatsvorm, voor die
losse federatie met de erfgenamen uit
het Huis van Oranje als nominaal
staatshoofd (naar analogie van de po
sitie van de Britse vorsten in Austra
lië en Nieuw Zeeland bijvoorbeeld)
Mocht dat niet gaan dan wil Aruba
alleen met Nederland verder in een
volkenrechtelijke band en mocht Den
Haag op zijn beurt dat niet willen,
dan zal Aruba zelf wel een nieuwe
partner zoeken.
Overigens is zoveel nu al wel duide
lijk: dat zal zeker niet Venezuela zijn,
want reeds dc Venezolaanse theorie
dat Aruba op het zgn. continentaal
plat van Venezuela ligt, heeft elke
Arubaan vorig jaar doen griezelen.
De Arubanen vrezen deze ontwikke
ling niet. Ik heb het deze week de
heren Oduber, Croes en Yarzagaray
(de politici in de Arubaanse
delegatie) gevraagd: kan een land met
een zestigduizend inwoners de hele
last dragen van een eigen economie,
een eigen bestuur, een eigen recht
spraak. een eigen onderwijs-systeem?
Het antwoord was unaniem en ferm:
als het moet, zien wij alles onder
ogen.
Zelfs de verantwoordelijkheid voor da
veel armere eilandgebieden als Bonai
re en de Bovenwinden, waarvoor de
historische ontwikkeling ook Aruba of
het nu wil of niet een zekere verant
woordelijkheid heeft opgelegd, wl!
Aruba niet ontwijken. Bilaterale ver
dragen zullen dit moeten regelen.
Of het allemaal doordacht is, weet ik
niet zeker. Wel dat het de Arubanen
in Don Haag volstrekte ernst is.