Vondst van Pines overtuigt niet De plagen uit Openbaringen Gereformeerde jeugdwerk: tekort anderhalve ton a Trouw Kwartet vandaa Cosmetica uit puur-natuur Nederland een schrikbeeld voor curiekardinalen Beroepfngs- werk Onderzoek naar kerkvernieuwing KUNSTGEBIT /Cj ui Boekenetala: TROUW/KWARTET DINSDAG 21 MAART 1972 KEIIK III\NEM.A\n Wat schreef Josefus over Jezus? door dr. H. Mulder In deze krant van vrijdag 18 fe bruari stond een artikel van één der redacteuren, waarin betoogd werd dat Joodse geleerden te Je ruzalem waarschijnlijk een raad sel hadden opgelost dat nieuwtes- tamentici en historici eeuwen lang heeft bezig gehouden: heeft de bekende Joodse geschiedschrij ver Josefus over Jezus geschre ven? Als deze vraag bevestigend moet worden beantwoord wat lang niet altijd gebeurt dan is het natuurlijk van belang te we ten, wat hij dan wel over Jezus geschreven heeft? Het is mogelijk snel klaar te komen. In zijn boek 'Joodse Oudheden', door Josefus geschreven omstreeks het jaar 93 komt een passage voor over Jezus. Men noemt dit getuigenis gewoonlijk het Testimonium Flavianum'. Het is te vinden in het achttiende hoek, hoofdstuk 3, paragraaf 3: 'Omstreeks die tijd (van keizer Tiberius) leefde Jezus, een wijs man, als we Hem tenminste een man mogen noemen. Hij deed inderdaad ongelooflijke din gen en onderrichtte mensen die de waarheid gaarne aanvaardden. Hij sleepte veel Joden en ook veel Grie ken met zich mee. Hij was de Messias. Toen Pilatus Hem op grond van be schuldigingen van onze leiders tot de kruisdood veroordeelde, werden zij die Hem eerst hadden liefgehad, Hem niet ontrouw. Want Hij verscheen aan hen op de derde dag weer levend, zoals de profeten van God dat, en ook talloze andere wonderlijke din gen over Hem. voorzegd hadden. En tot op deze dag is het geslacht der christenen die hun naam aan Hem Ontlenen niet uitgestorven'. Over de tekst van dit stukje uit Josefus 'boek bestaat geen verschil van mening. Deze komt voor in alle handschriften die ter beschikking staan en wordt bovendien tweemaal aangehaald door de beroemde schrij ver van de geschiedenis van de chris telijke kerk in de eerste eeuwen Eu- sebius, eenmaal in diens 'Kerkgeschie denis' en eenmaal de 'Demonstratio Evangelica'. De moeilijkheid is echter steeds geweest dat veel onderzoekers bij dit citaat een vraagteken hebben geplaatst omdat het hun hoogst on waarschijnlijk voorkwam dat een Joodse schrijver zich op deze wijze over Jezus zou hebben uitgelaten. Hoe kon Josefus schrijven: 'als we Hem tenminste een man mogen noemen' en ook: Hij was de Messias' en dan tegelijkertijd in zijn boeken er blijk van geven dat hij niet tot het geloof In Christus was gekomen? In de loop van de tijd is in verschil lende richtingen naar een oplossing gezocht. Sommigen oordeelden dat de hele passage niet tot het oorspronke lijke werk van Josefus mocht worden gerekend en door een latere over schrijver van het manuscript werd toegevoegd. In dat geval zou het ech ter wel vreemd zijn dat uitgerekend die handschriften waarin deze toevoe ging voorkwam, bewaard zouden zijn gebleven en alle handschriften met de originele tekst dus zonder deze toevoeging verloren zouden zijn gegaan. Anderen meenden dat een deel van de bewuste passage wel van Josefus afkomstig was, maar dat er later een paar zinnetjes aan zouden zijn toegevoegd om het getuigenis van Josefus wat 'christelijker' te maken. Men kan er dan vrijwel eindeloos over blijven redetwisten wat wel en wat niet tot de oorspronkelijke tekst moet worden gerekend. Vooral in de negentiende eeuw heeft men zich zeer intensief met deze kwestie bezigge houden. De bekende Leidse hoogle raar .J H. Scholten heeft er in het 'Theologisch Tijdschrift' van 1882 uit voerig aandacht aan besteed. Hij ging nauwkeurig na wat Josefus als Joods historicus zou hebben kunnen schrij ven en gaf op grond van deze analyse aan, wat naar zijn mening door een ijverig christen aan de tekst was toe gevoegd. Tegen deze achtergrond moet het arti kel over een oplossing van dit pro bleem worden geplaatst. Prof. Shlomo Pines, zo wordt ons meegedeeld, vond in een Arabisch geschrift uit de tien de eeuw een heel andere tekst van de eerder aangehaalde passage uit Jose fus' 'Joodse Oudheden' en meende daarmee de authentieke tekst gevon den te hebben. Ik neem de tekst nog DA redactie behoudt rich het recht voor om ter opname In deze rubriek ontvangen me ningsuitingen verkort weer te geven. Bi) publikalic wordt met dc naam van de inzender ondertekend. Brieven kunnen wor- den gezonden aan de lirer Joh. C. Francken. secretaris van de hoofdredactie van Trouw- Kwartct. Postbus SS9. Amsterdam. oen varkensstal lijkt. Stafleden of hun kinderen krijgen echter eerste klasse behandeling in een der hospitalen te Paramaribo. Kan men zich dan voor stellen wat voor kloof er bestaat tus sen arbeiders en stafleden? Begin april wordt èr beslist of deze arbeiders kunnen doorwerken of bui ten moeten staan oih naar lucht te happen om in leven te blijven. Het ergste is dat de arbeiders geen enkele Inspraak hebben over deze zaak. Als ze zouden staken wordt de fabriek direct gesloten. Dit is een zaak voor de Surinaamse overheid zegt de direc tie van de Rubber Cultuur Maatschap pij Amsterdam. Denkt u dat de Ne derlandse regering zich er mee zou gaan bemoeien? Nee hoor, want zij zegt: we hebben er geen profijt van (en de Billiton dan?). Men praat zoveel over ontwikkelingshulp maar dit is alleen maar schijn. Leiden Ch. A. M. deBack Prof. Siertsema Mevr. prof. Siertsema, dr Albert Schweitzer en andere idealistische opofferingsgezinde, wijze mensen zul len er altijd rekening mee moeten houden, dat er onder hun 'jongere broeders en zusters', zoals dr. Schweitzer het zo liefdevol uitdrukte, altijd wel een domme gans zal zijn. die hun liefdewerk niet kan bevatten. Ik hoop echter, dat onze idealisten hun moed in deze zotte tijden niet zullen verliezen Zij moeten weten, dat velen het vierstromen-beleid zoals Zuid-Afrika dat heeft ingevoerd van uit de praktijk een wijze voorzorg vinden (titel boek dr. Dominicus). Mensen van kwade of van onnoze- len wille krijgen tegenwoordig in dit land veel te grote kansen alsmaar goed werk te bevuilen en af te kra ken. Den Haag C. van Oosten Suriname Over de wantoestanden op de in Suri name door Nederlanders gedreven plantages zou ik graag het volgende willen zeggen. De plantage Mariën- burg is een van de twee. die zijn overgebleven van de zeshonderd die Suriname eens gekend heeft. De rest is door de Nederlandse uitbuiters tot verval toe gedreven. Mariënburg is nu aan de beurt om zijn poorten te sluiten, omdat dc heren hier al ge noeg winsten hebben gemaakt. Als dc plantage sluit, komen er 7000 tot 8000 mensen zonder eten te zitten. De directie vraagt een ondraaglijke ver hoging per kilo suiker of een minder hoge verhoging en een subsidie van de Surinaamse overheid van maar liefst 200.000 gulden per jaar of een deelname van de overheid. Dit zou betekenen, dat de Surinaamse rege ring de helft van dc verliezen zal dragen en tevens het bedrijf zal subsi diëren. dan wel algehele overname door de overheid. Het is voor Suriname echter onmoge lijk om deze zeer verouderde fabriek draaiende te houden met machines die al 70 jaar oud zijn en levensge vaarlijk voor de arbeiders. De manier waarop het riet wordt gekapt is nog steeds slavenarbeid De rietkappers moeten 's morgens al om 6 uur het huis verlaten om naar de velden te gaan. ze werken er tot 5 soms 6 uur 's avonds in een niet te dragen zon of bij abnormale regenval. Deze mensen krijgen dan een dagloon van 3.50 en als één van hen verpleegd moet wor den komt hij in een hospitaal dat op De Rotterdammer Nieuwe Haagse Courant Nieuwe Leidse Courant Dordts Dagblad Dagelijks bestuur: B. Bol, Den Hoog; dr. E. Bleumink, Poters- wolde; mr. G. C. van Dam, Noordorp; W. A. Fibbe, Potter- dam; J. Lonser, Utrecht; drs. J. W. de Pous, Den Haag; J. Smal- lenbroek. Wassenaar. Overige leden van het algemeen bestuur: K. Abmo, Amsterdam; H. A. de Boer, IJmuiden; Th. Brouwer, Assen; mr. dr. J. Don- ner. Den Hoag; J. von Eibergen. Schaarsbergen,- mr. K. von Houten, Wageningen; ds. O. T. Hylkema, Bilthoven; Joc. Huijsen, Delft; mevrouw M. C. E. Klooster- mon-Fortgens, Voorschoten; me vrouw J. G. Krooyeveld-Wouters, Heerhugowoard; prof. dr. G. N. Lammens, Noorden; ds. F. H. landsman, Den Hoog; H. de Mooij, Rijnsburg; prof. dr. G. C. von Niftrik, Amsterdom; H. Otle- vonger. Buitenpost; mr. dr. J. Ozinga, lunteren; dr. A. Veermon, Rijswijk IZ-H); H. H. Wemme'i. Den Hoog; drs. R. Zijlstro, Ooster- lond (Zld). Uitgaven van N.V. De Christelijke Pers Directie: Ing. O. Postma, F. Diemer Hoofdredactie: J.de Berg (waarnemend) Hoofdkantoor N.V. De Christelijke Pers: N.Z. Voorburgwal 276 - 280, Amsterdam. Postbus 859. Telefoon 020 - 22 03 83. Postgiro 26 92 74. Bank: Ned. Midd. Bank (rek.nr. 69.73.60.768). Gem.giro X 500. maar eens over zoals deze reeds door Trouw werd gepubliceerd: 'In deze tijd was er een wijs man die Jezus genoemd werd. En zijn optreden was goed, en Hij stond bekend als deugd zaam. En veel mensen van onder de Joden en de andere volken werden zijn discipelen. Pilatus veroordeelde Hem om gekruisigd te worden en te sterven. En zij die zijn discipelen waren geworden, gaven zijn discipel schap niet op. Zij vertelden dat Hij aan hen verschenen was drie dagen na zijn kruisiging, en dat Hij leefde. Bijgevolg was Hij misschien de Messias, over wie de profeten won dere dingen hebben verhaald'. Het boek waarin prof. Pines de om streden tekst van Josefus in een an dere versie aantrof werd omstreeks 942 geschreven door Agapios, bisschop van Manbig. Over het algemeen wordt rijp en groen in dit verzamelwerk zonder enige schifting door elkaar gegeven. Zij die een uitgave van dit werk verzorgd hebben zijn het erover eens, dat er weinig waarde aan mag worden toegekend. Nu denkt prof. David Flusser, nieuw- testamenticus aan de Hebreeuwse Universiteit te Jeruzalem, ook in Nederland bekend door lezingen die hij hield aan enkele universiteiten en door de vertaling van verschillende van zijn geschriften in onze taal, dat Agapios Josefus correct citeerde. Eu sebius daarentegen die de langere tekst gaf zou moeten worden gebrand merkt als de vervalser. Flusser komt langs de volgende weg tot deze slotsom. Eusebius speelde in de strijd tussen de Arianen en de volgelipgen van Athanasius een bemiddelende rol. Om zich te zuiveren van de verden king dat hij bij de Arianen zou moeten worden ingedeeld, zou hij in de latere uitgaven van zijn 'Kerkge schiedenis' verschillende wijzigingen hebben aangebracht om bij de orthodo xie in het gevlij te komen. Zo zou ook de opmerking van Josefus over Jezus 'n toevoeging gekregen hebben. Agapios maakte echter gebruik van een vroe gere uitgave van Eusebius' geschied werk' daterende uit de tijd toen het nog niet nodig was zich zo duidelijk uit te spreken. De conclusie waartoe Flusser komt is. dat de toevoeging aan Josefus' werk zou zijn ingegeven door kerkpolitieke motieven. Het komt me voor dat deze gedachten- gang moet worden verworpen. Wat voor belang kon Eusebius er bij hebben juist in het citaat van Josefus wijzigingen aan te brengen? Als hij vreesde dat zijn rechtzinnigheid bo ven alle twijfel verheven was, had hij gemakkelijker een andere weg kunnen gaan dan deze. Waarom zou juist aan een Joodse auteur iets worden toege schreven dat moeilijk uit diens pen kon zijn gevloeid? Er is nog iets anders. De vondst van prof. Pines wordt gepresenteerd als gloednieuw. Van de overgebleven ge deelten van het boek van Agapios bestaan twee verschillende tekstuitga ven. L. Cheiko verzorgde in 1912 een editie voor de reeks: Corpus Scipto- rum Christianorum Orientalium en A. Vasiljev voor de serie: Patrologia Orientalis. Zo werd het boek van Agapios dat slechts in één handschrift tot dusver bekend is dit is te Florence toch toegankelijk ge maakt. Men veronderstelt nu dat het Arabisch blijkbaar een belemmering vormde voor diepgaand onderzoek. Dit is niet het geval. Het citaat uit Josefus, waaraan Pines een uitgebreid commentaar verbonden heeft, kan men in Duitse vertaling reeds vinden in het 'Zeitschrift für Katholische Theologie van 1916 in een artikel van J. Linder uit Innsbruck (pag. 191- 199). Het is dus onjuist om te beweren flat dit citaat uit Agapios 'op de een of andere gekke manier aan de aandacht is ontsnapt. 'Er is wel dege lijk werk van gemaakt door deskundi gen uit verschillende landen. Het is bij de bestudering echter meer cu rieus dan betrouwbaar gevonden en daarom buiten beschouwing gebleven. Er is geen reden om deze mening thans te wijzigen. Prof. Pines heeft ons met zijn 'vondst' geen stap dich ter gebracht bij de oplossing van de vraag of Josefus over Jezus ge schreven heeft. Dr. H. Mulder is als wetenschappelijk hoofdmedewerker verbonden aan de Vrije Amsterdam (the- ol. fac.). Sue Steward (rechts), assistente van Mary Quant, heeft gisteren in Amsterdam de nieuwe puur-natuur cosmetica geïntroduceerd. Ingrediënten: tarwe-olie, bijenwas, honing en voor de kleuren: bessen, wor teltjes en groen van bladeren en grassen. Op de foto maakt Sue een model met het nieuwe middel op. ROME (KNP) Het topbestuur van de congregatie voor de eredienst kan slechts een verdeeld advies aan de paus aanbieden over een eventuele uitbreiding van het aantal eucharisti sche gebeden. Het voorstel daartoe was gedaan door de internationale studiecommissie van deze curiecongre gatie. Bij de bespreking ervan hebben de vier curie-kardinalen in het topor gaan en bloc tegen het voorstel van de studie-commissie gestemd. Zij had den hiertoe een verklaring opgesteld, dat begon met de woorden: 'gezien het kwaad dat in Nederland is aange richt' aldus verneemt het KNP uit betrouwbare bronnen uit het Vati- caan. In zijn voorstellen had de internatio nale studiecommissie, waarvan ook de onlangs benoemde secretaris-generaal pater Vriens lid is, ruimte willen scheppen voor meer en gevariëerder eucharistische gebeden op basis van de behoeften der plaatselijke kerken. Om Wildgroei in dit opzicht te vermij den hadden zij voorgesteld, dat het centraal bestuur der kerk aan de bisschoppenconferentie criteria zou verschaffen voor de beoordeling van nieuwe eucharistische gebeden of dat de congregatie voor de eredienst zelf modellen ervoor aantrekken. Het topbestuurder de congregatie voor de eredienst bestaat uit de kardi nalen Tabera Araoz, Confalonieri, Feli- ci, Willebrands en Samore. Vóór stemden 12 kardinlaal-aartsbisschop- pen, die de wereldkerk in de congre gatie vertegenwoordigen. De enige uitzondering is kardinaal Bengsch van Berlijn geweest, die zich solidair ver klaarde met de vier curie-kardinalen. ADVERTENTIE Van een onzer verslaggevers DRIEBERGEN Met een enorme krachtsinspanning is het lande lijk centrum voor gereformeerd jeugdwerk (LCGJ) erin geslaagd, zijn begrotingstekort voor 1972 terug te dringen tot ruim 150.000 gulden. 'Wij zijn er wel van overtuigd, dat de grens van eigen bezuinigingen nu is bereikt Wij kunnen niet meer bezui nigen, anders tasten wij de voortgang van het werk nog meer aan'. Aldus LCGJ-voorzitter drs. D. Jol in zijn openingswoord in de ledenraad. Het LCGJ ondervindt met alle jeugd- en jongerenwerk de gevolgen van de temporisering van de overheidsuitga ven. Drs. Jol deelde mee, dat een werkgroep, bestaande uit vertegen woordigers van de Nederlandse jeugd gemeenschap en ambtenaren van CRM, nog deze maand met concrete voorstellen zal komen om de financië le problemen van 1972 het hoofd te bieden. Daarbij wordt gedacht aan de mogelijkheid, de subsidiepercentages voor de landelijke organisaties dit jaar al enigermate te verhogen. De werkgroep geeft prioriteit aan de lan delijke organisaties van de vrije jeugdvorming en de koepels. Drs Jol sprak zijn voldoening uit over de discussie in de gereformeerde synode over het jeugdwerk. Mede door het rapport-Kunst is er ter syno de meer begrip voor het werk van het LCGJ gekomen, zef hij. Vooral was hij dankbaar voor de synode-uit spraak, dat het LCGJ als medewer kend orgaan de steun van de gerefor meerde kerken dient te ontvangen. 'Wij zijn er natuurlijk nog lang niet. Landelijk mag dan de verhouding dui delijk liggen, er zal nu plaatselijk en regionaal op ingehaakt moeten wor den, anders blijft het geheel toch een slag in de lucht', aldus de LCGJ- voorzitter. De ledenraad aanvaardde het werk plan 1972/73. Het stelt als prioriteiten gemeentezijn en ontwikkelingssamen werking. Tevens wordt in het komen de seizoen de relatie kerk-jeugdwerk verder onder de loep genomen. DE STAD DER OPBOUWERS Eén van de meest kostelijke grejl v van Paul van Ostayen vind altijd die van 'De stad der wers'. Het is 't verhaal van de stad Creixcroll, waar men zodat een opbouwdrift bezeten is i dc straf van de schandpaal opnii bet ingevoerd om iemand die ook an een steen afbreekt aan de k n d stellen. Aanvankelijk gaat allei |e er wordt enorm gebouwd. M /a, gauw bouwt men alleen nog m r om het opbouwen. Men vraa; ,nte meer waarvoor, men bouwt. Rék '5 gerechtshoven, 8 raadhuiz |ni slachthuizen en evenzoveel voor zwervende honden en 70 waarvan 45 voorlopig niet i eV worden gebruikt.' Enfin, ei komt er reactie. De grond raa Ook de openbare pleinen moet nu ontgelden. Er komt een Ani beweging. De leider ervan word,^ het Hoger Hof wegens land; 'an= veroordeeld tot het geradbraai f n den. Dit moet. in het publiek ie ren. Maar er is geen plaats. N '^e is ook maar enige ruimte te vin ®st' dit plaats te doen vinden. D«IIWC bouwers weten zelfs het volk ayiet kant te krijgen door het tragisc de situatie uit te buiten: nu eens iets spectaculairs gebeuren i kan het niet! Wat moet er men? 'Pleinen!' golgde het plain-chantmatig tegen'. Achter der van deze revolutie staat ec) heer Hapmans, die hem in h fluistert: 'Je zal ons geen tweed ontsnappen'. Wat wilde Paul tayen zeggen? Bouwen om te is waanzin. Een waarheid als e Wie echter om zich heen K waarneemt hoe er de laatste allerlei zg. instantiegebouwen grond verrezen zijn, kan niet men aan de indruk dat Pai Ostayens groteske bijzonder acting We bouwden om te bouwen. Gr dat door bijzondere omstandi de bouw van bepaalde grote bo ken momenteel niet door katvu Men krijgt tijd om zich te be 0 Wij gingen vooruit in welva: vooruit te gaan. Welvaart, grot „1' den doeleinden in zichzelf, wij nu de kans om de kritiso^ gen te overwegen? Oranje Munt Lange Poten 5a - Den Haag Tel. 070 - 64,69.24 Abonnatrt u op MWU DEN HAAG (KNP) Na tien jaren van discussie over en experimenteren met kerkvernieuwing in ons land wil len het katholiek sociaal kerkelijk instituut (KASKI) in Den Haag en het documentatiecentrum De Horstink te Amersfoort onderzoeken, wat er van ól die kerkvernieuwing terecht is gekomen. Ook willen zij nagaan, hoe ver de massa van het kerkvolk de vernieuwingsbewegingen van kritische gemeenten en basisgroepen bereid is te volgen. Het onderzoek van beide instituten zal zich er voornamelijk op richten om de belangrijkste sleutelfiguren in de kerkvernieuwende bewegingen te vinden. Men wil nagaan wat de grond visies van deze sleutelfiguren en hun groepen zijn, door welk kerkbeeld zij zich laten leiden, hoe zij hieraan gestalte geven, hoe groot hun invloed en hoe hun verhouding tot de grote kerkgemeenschap is en hoe deze laat ste reageert. In 1973 zal in Amsterdam een wereld congres voor godsdienstsociologen worden gehouden. Hieraan is een in ternationale studie over nieuwe kerk vormen verbonden. In de werkgroep hiervoor heeft naast vertegenwoordi gers uit universitaire kring ook het KASKI zitting. (ADVERTENTIE) ida boe d£ erk ste Dort iet h< Var rak il [•Riem V A I Wanneer de vorm van het mondweefsel of tandvlees zich wijzigt, waardoor Uw prothese loslaat, dient U de tandarts te raadplegen. f\ TUSSENRUIMTEN, veroorzaakt door schrompelen van het tandvlees Alleen de tandarts is In staat het gebit weer passend te maken. Tracht dit niet zelf te doen rtiet stoffen, die zich op het gebit vastzetten, de vorm wijzigen en de tere mondweefsels kunnen aan tosten. Indien U zich niet onmlddelll|k tot de fondarts kunt wenden, is het raadzaam voorlopig DENTOFIX te gebruiken, een aangenaam alkalisch poeder, dat het gebit stevig op zijn plaats houdt. DEI'""' wordt geheel verwijderd door het schoonspoelen van Uw gebit en geeft geen zuurvorming onder de plaat. Het vormt een zacht, beschermend laagje tussen gebit en gehemelte en doet het gebit goed vastzitten, zodat men even gemakkelijk kon eten, praten en lachen ois met notuurlijke tanden. Dus geen angst meer voor verschuiven, loszitten e. d., doch wel een gevoel van zekerheid dank zij DENTOFIX. NED. HERV. KERK Beroepen: Te Zeist: P. Warneiig Heerenhoek, die bedankt voor lo (Gld) en voor Geldermalsenr"- Benoemd: tot pred. voor ha Dam-ziekenhuis te Rotterdam: Hietkamp aldaar. Aangenomen: naar Otterlo: J. Lunteren; naar Ameide: W. te Driebergen (ree); de benoed leraar g.o. aan het chr. at£ Blaise Pascal te Spijkenisse: gen te Rhoon. Bedankt: voor Heemstede: C. te Gouda. GEREF. KERKEN Beroepen: te Laren: E. Th. 1| Kampen; te Arnhem: J. J. Brj te Oss; te Zwijndrecht: A. Den Haag-West. CHR. GEREF. KERKEN r aat Beroepen: te Utrecht-Centrum: ntofFx der Veer te Nieuwe Pekela. GEREF. GEMEENTEN Bedankt: voor Rotterdam-Wi Weststrate te Meliskerke; vo< Annaland: A. Hoogerland te dam (ree). GEREF. KERKEN (VRIJGEM) Beroepbaar: (volgens art. kand. D. J. Dral, Zijpendaalsel Arnhem (buiten verb). lige f 1 itriji vai ;els, Verkrijgboor bij Apothekers en Drogisten. Het VU-magazine is, dat stemmen we direct toe, géén kerkblad. Toch een citaat uit dat blad. Nader: uit het daarin gepubliceerde interview met prof. dr. B. Goudzwaard die, ondervraagd naar aanleiding van zijn inaugurele rede over het vooruitgangsgeloof, o.m. de volgende opmerkingen maakt' 'De plagen utt Openbaringen kunnen dan ook door de mensen zelf verwekt worden: wij kunnen door onze milieuverontreiniging zelf gaan veroor zaken dat de zon verduisterd wordt en de maan rood lijkt als bloed. In dat laatste bijbelboek staat dat de mensen zelf wel beseffen waar de eigenlij ke oorzaak zit, maar ze vertikken het om zich te bekeren. En daarbij denk ik niet aan een vage bekering van tot 'het ware geloof' komen, maar het inzien dat wij mensen in wezen hun houvast in hun leven hebben gekozen op een manier, die die plagen wel moeten oproepen. Dat is voor mij het eigenlijke punt: dat wij als westerlingen ons nog steeds religieus vastbijten in het geloof in de vooruitgang van de techniek, wetenschap en eco nomische groei. De hele samenleving gaat daar dan naar staan. Je wordt een slaaf van deze goden. En je kunt er ook niet meer van afkomen'. Het is nog even wennen, elke veertien dagen weer In de Waagschal in de bus te krijgen. In het tweede nummer schrijft prof. dr. J. M. Hasselaar, de hoofdredacteur over de aanbevelingen van de AKV (de algemene kerkvergadering) inzake de oecumene. Een fragment uit zijn betoog: 'De AKV vraagt vervolgens om intensivering van de relatie met de rooms-Katholieke Kerk, omdat 'wij ons solidair voelen met hun zoeken naar de waarheid'. De vraag of deze solidariteit van gevoe len inderdaad een dragende grond is voor het Oecumenisch gesprek en de oecumenische daad, wil niet sceptisch verstaan zijn. Het moet mij alleen van het hart, dat ik weinig solidariteit kan opbrengen voor de wijze, waarop b.v. dc rk secretaris van de Ned. Raad van Kerken, prof. dr. H. Fiolet, de weg uitstippelt Men leze zijn jongste artikel in 'Kosmos en Oecumene (1971. no: 10-11) over de kerken, die uitgerangeerd staan op het doodspoot* van de Wereldraad van Kerken En legge daarnaast de vragen, die de bejaarde Karl Barth aan Rome stelde in zijn 'ad limina apostolarum' (EVZ Verslag, Zurich 1967)! Wp zullen moeten kiezen welke inspiraties we willen dienen; een reformatorische kerk moet waakzaam zijn tegen elk humanisme met altaar en bisschop erbij. Zich solidair weten met de Katholieke kerk, die op dit moment in een ongehoorde krisis verkeert, is geen geringe zaak. Het is iets anders dan solidaire geestverwantschap in menselijke emancipatie en vrijheidsstreven. Dragen wij b.v. hun lasten inzake de ambtsleer en het Petrus primaat echt mee? De vraag is brandend: wat kan onze reformatorische kerk in geloof, hoop en liefde nu betekenen voor de katholieke broeders en zusters, die naar een scheuring (of schisma) toegroeien? Wij moeten uit het individualistische vlak wèg en elkaar de liefdedienst bewijzen van kerk tot kerk. De AKV vraagt aan de Hery. Kerk mee te werken aan de totstandkoming van 'oecumenische gemeenten, gedragen door de plaatselijke Raad van Kerken'. Het zou m.i. zowel in de achtergronds- als in de voorgrondsvragen niet minder dan een ramp zijn. als de Herv Kerk deze sectevorming niet resoluut afwees. Natuur lijk moet zij zich het ongetemperd ongeduld, dat uit deze vraag spreekt, terdege aantrekken. Maar de echte loofhutten zijn in Israël, niet buiten Israël!' In het hervormde Gereformeerd Weekblad luidt ds. A. Vroegindeweij de noodklok, o.m. vanwege het volgende: 'Het is bedroevend hoe weinig Bijbelkennis er nog is onder de jeugd van ons volk. Dat ondervin den de leraren op de middelbare scholen en dat ondervinden de predikanten ook bij en met hun catechisanten. Moet het Bijbelonderwijs op de lagere scholen niet meer gericht worden op ken nis? Vroeger moesten we op de lagere school in elk geval veel feiten uit de Bijbel leren. Gebeurt dat tegenwoordig ook nog? Want alleen zo kan men op de catechisatie en op de middelbare school voortbouwen op de kennis die er aanwezig moet zijn. Moeten de christelijke scholen ook hier niet de hand in eigen boezem steken? Er is een heleboel onderwijsvernieuwing in onze dagen. En we willen daar hier geen oordeel over uitsprèken, omdat we nu eenmaal niet deskundig genoeg zijn op dit gebied. Maar zij die tot oordelen bevoegd zijn voeren toch ook grote bezwaren aan. En is het Bijbelonderwijs niet- ook wat de kennis der Schriften betreft de dupe geworden van deze vernieuwing?' Dr. N. A. van Uchelen .Psalm I. Serie De prediking van heP^ Testament. Uitgave G. F. Cal NV., Nijkerk. Prijs 32,50. kening 29,-. Zc ERV yan Om technische redenen, zo aan het slot, zal het commen de Psalmen uit bovengenoemd in vier delen verschijnen, deel bevat de eerste veertig p Omdat het bij de psalmen om ten gaat. heeft de schrijver commentaar m.i. terecht zich nen op de vraag hoe men ge behoort te lezen (en te parafri I-lij sluit zich aan bij de besd die het gedicht als taaleenhei en ook als taaleenheid wil ve( d.w.z. de wijsheid niet van halen maar vanuit het naut lezen van de tekst zelf. De verdedigt deze methode helder dingrijk aan het begin van zi mentaar. Zich aan zijn eigen houden, gaat hem ook weer der moeite af (de tekst kan ook buiten de tekst leiden), betekent zijn methode, dat hij doen zonder de bekende 'ac" den' (troonsbestijgingscultus; ideologie enz.) die inderdaa<$»re eens gezocht aandoen. Men moet lang met een coi omgaan om te zien of hij be t Ik vind het hier aangekondig< een spannend experiment. l€ g,; ,cj] irorc "ld. tot *5^ jke bijzc ing ng t in; t licht' oude con de ire" met s^ogin rreni het e/Rij 'min; van ehui; m; ten 1 1 >ning •eng raa vrag. de D Ror

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1972 | | pagina 2