Nog eens: Domela Nieuwenhuis
en de theologen
VVV i
Prof. Van Niftrik buigt zich niet
c
J
Trouw
Kwartet
Klacht van hervormd
werelddiakonaat
uw probleem
ook het onze
vandaag
Beroepings-
werk
Boekenctalage
TROUW/KWARTET DINSDAG 29 FEBRUARI 1972
ki:HK m\\i:\I.AMI
door dr. J. J. Buskes
De heer Klei schreef een boeiend
artikel over Domela Nieuwenhuis
en de theologen in dit blad van
26 februari. Hij hoorde in zijn
leven nog slecht één keer de naam
van Domela, die ik in mijn jonge
jaren meermalen heb horen spre
ken, in mijn preken ook meer
malen genoemd heb. Nog altijd
heb ik zijn brochure 'De vrijden
ker en zijn ongeloof', die ik bij
hem zelf kocht voor de prijs van
vijf cent. Domela had de gewoon
te in een samenkomst waar hij
sprak, zelf met zijn brochures in
de pauze te venten. Ook bij zijn
begrafenis was ik aanwezig.
Mijn bedoeling is een enkele aanvul
ling op het artikel van de heer Klei
te geven. Vooraf nog deze opmerking.
Domela brak met de kerk, omdat hij
brak met het geloof. Bij de meesten
leeft de gedachte, dat hij met kerk en
geloof brak vanwege zijn radicale so
ciale overtuigingen. Dat is niet het
geval Twee jaar na zijn huwelijk
stierf zijn vrouw, bij de geboorte
van haar tweede kind. Domela zegt in
zijn 'Van christen tot anarchist":
'Door dit stergeval is naar mijn over
tuiging de grond gelegd voor mijn
breken met het geloof. Ik kon het
geloof aan een liefderijk opperwezen
onmogelijk behouden met de ervaring
die ik zelf daarvan ondervond' (blz.
33).
Abraham Kuyper
Maar nu dan over Domela en de
theologen.
Isaac Esser
Om te beginnen IsaSc Esser. Esser
was in zekere zin geen tholoog. Hij
was een oud-resident van Nederlands
Indië. Hij is echter het meest bekend
geworden als straatprediker. Een man
met grote belangstelling voor de soci
ale vragen. In 1875 publiceerde hij in
'stemmen voor waarheid en vrede'
Brie» en voor deze rubriek dienen Ie worden
gezonden aan de beer Joh. C. Francken,
secretaris van de hoofdredactie van Trouw-
Kuurie-i. Poslbut 8SS. Amsterdam.
Kwalijke zaak
Onder de titel "kwalijke zaak' werd op
16 februari 1972 een lang commentaar
gewijd aan de problemen in de me
taalindustrie. Op één zin daaruit wil
ik graag nader ingaan en wel als u
schrijft "Want het is toch een kwalij
ke zaak. als bij gezamenlijke onder
handelingen over vernieuwing van ar
beidsovereenkomsten, de sterkste or
ganisatie aan werknemerszijde plotse
ling alle vooraf gemaakte afspraken
negeert en via stakingsdreiging gaat
proberen haar wil aan alle anderen
op te leggen'. Ik moet aannemen dat
u zich 'verschreef toen 'de sterkste
organisatie' werd verweten dit gedrags
patroon te hebben vertoond. Het
moet toch bekend zijn dat op 22
december 1971 alle werknemersorgani
saties in de metaalindustrie, met uit
zondering van de Unie BHP, zich
uitvoerig hebben beraden op gezamen
lijk te ontwikkelen acties en dat op
27 december 1971 de Industriebond
NW plotseling voor een koerswijzi
ging van de confessionele organisaties
werd geplaatst De Industriebond
NW heeft daarna consequent de ge
zamenlijke cao-eisen geformuleerd, in
een brief mét bijlagen en op 2 novem
ber 1971 aan de werkgevers verzon
den, aan de orde gesteld.
Amsterdam A. Groenevelt, bondsvoor
zitter
Procenten
Waarom moeten de rijken door pro
centuele loonsverhogingen weer wat
rijker worden? Waarom komen de
laagst betaalden altijd achteraan?
Waar ligt hier de taak van onze vak
bonden? Wanneer het woord procen
ten niet verdwijnt blijft er een onbe
haaglijk gevoel. Deze discriminatie
moet verdwijnen. En dan te bedenken
dat de laagst betaalden de meeste
contributie betalen.
Smilde G. Middebos
Onjuist
De Rotterdammer
Nieuwe Haagse Courant
Nieuwe Leidse Courant
Dordts Dagblad
Uitgaven van
N.V. De Christelijke Pers
Dagelijks bestuur» B. Bol, Oen
Hoog; dr. t Bleumink, Poters-
wolde; mr. G. C von Dom,
Nootdorp-, W. A. Fibbe, Rotter-
dom; J. Lanter, Utrecht; dra. J.
W. de Pou:. Oen Hoog; J. Smol-
lenbroefc, Wotseooor.
Overig* leden von het algemeen
bestuurt K. Abmo, Amsterdam;
H. A. de Boer, IJmuiden; Th.
Brouwer, Assen; mr. dr. J. Don-
ner, Den Hoog; J. von Eibergen.
Schaonbergen; mr. K. von
Houten, Wogeningett; ds. O. T.
Hylkema, Bilthoven; Joc. Huijsen,
Delft; mevrouw M.CI. Klooster-
mon-Fortgens, Voorschoten; me
vrouw J. G. Kraoyeveld-Wouters.
Heerhugawaord; prof. dr. G. N.
Lommens, Noorden; ds. F. H.
Landsman, Den Hoog,- H. de
Mooij, Rijnsburg; prof. dr. G. C.
von Niftrik, Amsterdam; H. Otte-
vanger, Buitenpost; mr. dr. J.
Ozingo, Lunteren; dr. A. Veermen,
Rijsw.jk (Z-H), H. H. Wemmers,
Den Hoog; dra. R. Zijltlra, Ooster-
lond (Zld).
Directies
Ing. O. Posfma, F. Diemer
Hoofdredactie:
J.de Berg (waarnemend)
Hoofdkantoor N.V. De
Christelijke Pers: N.Z.
Voorburgwal 276 - 280,
Amsterdam. Postbus 859.
Telefoon 020 - 22 03 83.
Postgiro 26 92 74. Bank:
Ned. Midd. Bank (rek.nr.
69.73.60.768). Gem.giro
X 500.
N.a.v. het schrijven van de heer Ke*
man te Ede het volgende: de ambtena-
renpeusioenen worden niet betaald
uit de belastinggelden maar uit de
premies van het Alg. Burgerlijk Pen
sioenfonds. Mijn man betaalde des
tijds 10 pet. van zijn salaris als pre
mie. Bovendien krijgt een gepensio
neerd ambtenaar met 40 dienstjaren
slechts 20 pet AOW. De rest wordt
gekort op zijn pensioen. Een particu
lier ontvangt de volle 100 pet. AOW.
Mogen de pensioenen dan niet redelij
kerwijs worden verhoogd.
Zeist J. W. Roos
Rusland/Zuid Afrika
Dat er een argeloosheid in ons wes
terse denken bestaat ta v. de doctri
naire staatsfilosofie van het commu
nisme, daar heeft de heer Kroese
volkomen gelijk in. Zij roept herinne
ringen op aan de wijze waarop slappe
lingen bij de komst van het nazi
regiem geen oog hadden voor de tota
le staat, en vlug en argeloos meespra
ken met en tegen de fouten van de
zg. kapitalistische staat en maatschap
pij, de hetze tegen de Oranjes inbe
grepen. En diezelfde slappelingen pei
len evenmin de ellende van een
staatsfilosofie waar Tsjechoslowakije
en de Hongaren door getroffen zijn.
Dit zal wel op de zg. academie in
Driebergen, zo niet gezien worden,
waar met geld van de hervormden,
het waarachtig democratisch besef on
dermijnd wordt. Dit waarachtig demo
cratisch besef wordt niet door een zg.
horizontalisme in stand gehouden. De
filosofie van het ontstaan en de
draagwijdte van waarachtig persoon
lijk leven kan je bij Talma, Gunning
jr, Kohnstamm vernemen en leren.
Amsterdam F. G. de Groot
waarderende opstellen over de engelse
christen-socialist Charles Kingsley. In
de tachtiger jaren bezocht hij Domela
Nieuwenhuis. Domela spreekt over
'een bekeringspoging' en noemt Esser
'een gelovige van de echte stempel'.
Esser zei tot Domela: 'Ik geloof, dat u
het eerlijk en goed meent, maar gij
zijt op een dwaalweg en nu zou het
zoveel waard zijn, als het mij lukte
om u ook te maken tot een arbeider
in de wijngaard des Heren'. Domela
vertelt uitvoerig over het gesprek.
Merkwaardig is wat hij tot Esser zei:
'Vergeet niet dat ik met mijn onge
loof toch even goed een werktuig ben
in Gods hand als gij'. Het gesprek
liep vast Esser liet enkele tractaatjes
achter en vertrok met de vraag: 'Mag
ik voor u bidden?' Domela antwoord
de: "Wel zeker'.
Treffend is wat Domela over Esser
schrijft: 'Ik zal de man nooit verge
ten. omdat hij niet aanstellerig was
noch opdringerig en de indruk gaf
geheel te menen wat hij zei en deed.
En voor zulke mensen heb ik altijd
het diepste respect gehad. Veel van
dat soort heeft men er niet maar hij
was er één van en daarom is er ook
bepaald kracht van hem uitgegaan. De
mensen zeiden veelal: hij is een dwe
per of: hij is een gek, maar de
gekheid van deze dweper, die zich
moeite getroosste om zieltjes te win
nen voor zijn geloof, deed weldadiger
aan dan de wijsheid van zovele ande
ren, die stil thuis bleven zitten zon
der iets te doen voor hun medemen
sen' ('Van christen tot anarchist' blz.
94-96).
Abraham Kuyper
In 1884 debatteerde Domela in Am
sterdam met de hervormde ds. West-
hoff. Ds. Westhoff had zichzelf over
schat. Hij kon op geen stukken na op
tegen Domela. 'De Standaard' was
boos en schreef, dat ds. Westhoff had
moeten begrijpen, dat hij het tegen
Domela moest afleggen. Een bestuurs
lid van de vereniging, die deze debat
avond georganiseerd had, begaf zich
naar Kuyper en zei: 'U hebt geschre
ven, dat ds. Westhoff niet de be
kwaamheid had om een debat te voe
ren, daarom nodigen we u uit, om
met Domela te discussiëren over het
socialisme'. Kuyper vroeg bedenktijd.
Na enkele dagen bedankte hij voor de
uitnodiging 'omdat hij geen reclame
wenste te maken voor het socialisme'.
Domela schrijft in zijn autobiografie:
'Ik heb dat nooit begrepen. Indien hij
werkelijk overtuigd christen was, dan
moest hij deze enige gelegenheid, oin
onder ongelovigen reclame te maken
voor zijn christendom, met beide han
den hebben aangegrepen. Hij gaf hier
door een bewijs van onmacht, dat
men niet van hem had verwacht' (blz.
117-118).
Talma was anders dan Kuyper. Als
jong predikant was hij al in aanmer
king gekomen met de stoffelijke en
geestelijke nood van de Nederlandse
arbeiders. In de negentiger jaren was
hij dominee in Vlissingen. Daar leer
de hij de sociale wantoestanden ken
nen op de scheepswerf 'De Schelde'.
Op een zondagmorgen preekte hij in
Middelburg. Hij kwam terug in Vlis
singen en hoorde, dat Domela daar 's
middags zou optreden. Hij woonde de
vergadering bij en vroeg bij het debat
het woord. Naar aanleiding van een
opmerking van Domela deelde hij aan
de vergadering mee, dat hij 's avonds
zou preken: 'Indien gij meer van mij
wilt horen, moet gij maar in de kerk
komen'. Thuis gekomen liet hij zijn
preek, die al klaar was, liggen' en
maakte een nieuwe over Jesaja 31:12
'Ik zal maken, dat een man zeldzamer
zal zijn dan dicht goud en een mens
dan fijn goud van Ofir*.
De kerk was stampvol. Veel socialis
ten waren gekomen. Talma hield een
sociale preek, waarover zijn kerkeraad
maar matig te spreken was.
De exegese van de tekst was er naast,
maar dat hinderde niet. Talma be
toogde, dat de sociaal-ecönomische
verhoudingen de arbeider niet verhin
deren mogen om als mens Gods in
de wereld te leven. Zijn leven lang
heeft hij zich verzet tegen de kapita
listische samenleving die een bedrei
ging van het menselijke in de mens
betekende. Enkele socialisten kwamen
later naar Talma. Omdat zij door de
week geen tijd hadden, gaf Talma
hun op zondag in de pastorie catechi
satie ('Een held in volle wapenrus
ting, A. S. Talma en zijn arbeid' door
C. Smeenk en P. van Vliet, blz. 223-
224).
Ds. A. S. Talma
kens is het mij een raadsel, hoe een
Godloochenaar niet verstaat, dat de
stroom van liefde, die door het hart
van deze man slaat, ontspringt aan de
bronwel van de enige en eeuwige
Liefde, die het Al door trekt ('Ge
denkboek F. Domela Nieuwenhuis,
1846-1916', blz. 73).
UTRECHT Op 7 maart wordt door
de generale commissie voor de behan
deling van bezwaren en geschillen in
de hervormde kerk een klacht behan
deld van de sectie internationale
hulpverlening. Deze geldt de wijze
waarop het moderamen van de synode
is opgetreden ten opzichte van plan
nen van de generale diakonale raad
om de sectie daarvan een integrerend
deel te maken.
Inmiddels heeft de synode in haar
besloten zitting van vorige week
woensdag na een heftig debat de plan
nen van de diakonale raad in beginsel
aanvaard. De viee-voorzitter van de
sectie ds. A. de Haan zei toen van dit
plan dat het onaanvaardbaar was voor
de gehele sectie. De consequenties
nu de synode 'in de geest' van het
plan van de generale diakonale raad
besloten heeft zijn voor het hoofd
van de sectie, mej. H. Kollenbrugge
en haar mede-stafleden duidelijk: het
mandaat ter beschikking stellen. An
dere leden van de sectie weigeren
echter in dit stadium commentaar te
geven omdat zij menen dat" de sectie
zijn houding pas kan bepalen naar
aanleiding van de uitspraak van de
commissie voor de behandeling van
bezwaren en geschillen op 7 maart.
De Hartog
Angola-koffie
In 1909 debtatteerden De Hartog en
Domela voor "De Dageraad' over het
onderwerp: 'Ik ben nog lang niet
klaar. Ik hoop, mannen, dat wij vana
vond tenminste dit hebben geleerd
dat wij eerlijk moeten strijden, dat
wij elkanders overtuiging moeten eer
biedigen, dat deze tegenstander van
mij een ernstig man is, dat hij meer
voor zijn beginsel heeft over gehad
dan menig christen in onze dagen'.
Onder langdurig applaus wees De
Hartog naar Domela en bleef dat
zwijgend een minuut doen ('Stenogra
fisch Verslag van het openbaar debat
tussen de Heren Dr. A. H. de Hartog
en F. Domela Nieuwenhuis' blz. 42).
De Hartog en Domela zijn nog vele
malen met elkaar in discussie getre
den.
Toen Domela zeventig werd, schreef
De Hartog: 'Ik kan het niet helpen;
maar, als ik Domela Nieuwenhuis ont
moet. bevangt mij ontroering. Of het
komt door de sterke mensenliefde, die
van zijn aangezicht straaltj of door de
trek van weemoed, die op zijn gelaat
is te lezen, of door zijn hart, dat
achter zijn rimpels schuilt, ik mag
het niet zeggen. Wie echter raakt niet
bewogen, als hij hoort, hoe ook deze
de worstelende mens, de draagkracht
der maatschappij, lief heeft. En tel-
Prof. A. H. de Hartog
Keuchenius
Keuchenius was geen theoloog. Maar
hij heeft de dominees en de theologen
van zijn dagen, die alleen maar op
Domela afgaven, een beschamend
voorbeeld gegeven. Als A.R. Kamer
lid heeft hij het meermalen voor
Domela opgenomen. Toen Dome
la tot een jaar gevangenschap veroor
deeld werd, zei Keuchenius onder
groot gejoel van de Kamerleden, dat
hij als refchter niet de ïnoed zou
hebben gehad hem te veroordelen. De
Kamer werd steeds ongeruster en al
maar riep men: buiten de orde'. Toen
Keuchenius toch voortging en over
het artikel van Domela, op grond
waarvan deze verooifleeld was gewor
den, zei: 'Voor dit artikel een jaar
lang in de cel te moeten doorbrengen
en als een boef zich.viel de voor
zitter Keuchenius in de rede en ver
zocht hem binnen de orde te blijven.
In 1888 werd Domela gekozen als
Kamerlid. Toen hij voor de eerste
keer in de Tweede Kamer kwam,
werd hij door alle Kamerleden gene
geerd. Geen enkel Kamerlid begroette
hem of stelde zich aan hem voor,
zoals gebruikelijk was. Er waren Ka
merleden, die Domela persoonlijk
kenden en zelfs wel bij hem gelo
geerd hadden. Ze deden alsof ze hem
niet kenden: 'Allen schuwden mij als
de pest'.
Nu- komt het: 'Nog herinner ik mij
zeer goed een eigenaardig incident bij
de eerste zitting. Natuurlijk waren zo
wat alle leden tegenwoordig. Ook het
nieuwe ministèrie met Mackay als
voorzitter zat voltallig achter de groe
ne tafel. Op eens zag men een klein
nietig mannetje zijn zetel aan de
groene tafel verlaten, om met een
ietwat slepende gang zo wat dwars
door de vergaderzaal te lopen en
rechtaan op mij, de afgevaardigde van
Sehoterland, toe te treden, om tot
grote verbazing en niet minder grote
verontwaardiging van de zijde der me
de-ministers en tot verwondering van
de andere Kamerleden, alsook vin de
tribunes, mij de hand te reiken. Tot
zulk een demonstratieve daad is een
zekere mate van moed en karakter
nodig. En de man, die zich niet
ontzag dit te doen, was de heer Keu
chenius, toen minister van kolonieën,
dezelfde, die vroeger ook reeds bewij
zen had gegeven een man van karak
ter te zijn, door de manier waarop hij
in de kamer tijdens mijn gevangen
schap over mij had gesproken' ('Van
christen tot anarchist' blz. 183, 222-
224).
Ere zij de nagedachtenis van dr. A. R.
mr. Keuchenius, die aan alle Kamerle
den van links tot rechts een bescha
mend voorbeeld gaf en van wien ook
wij, nederlandse dominees en theolo
gen, nog wel een en ander kunnen
leren.
Brieven die niel zijn voorzien van naam en
ndres kunnen niel in behandeling worden
genomen. Geheimhouding is verzekerd. Vra
gen die niet onderling mei elkaar in verband
staan moeien In afzonderlijke brieven worden
gesteld. Per brief dient een gulden' aan post
zegels Ie worden Ingesloten. Adres: redactie
Trouw-Kwartet, postbus 859, Amsterdam.
Vraag: Wanneer zijn de prinsessen
getrouwd en hoe luiden de namen
van de kleinzoons van koningin Julia
na?
Antwoord: Prinses Irene is getrouwd
op 29 april 1964, prinses Beatrix op
10 maart 1966 en. prinses Margriet op
10 januari 1967. De namen van de
kleinzoons van koningin Juliana zijn:
Willem-Alexander Claus George Fer
dinand, Johan Friso Bernhard Christi-
aan David, Oonstantijn Christof Fre-
derik Aschwin, Maurits Willem Pieter
Hendrik, Bernhard Lucas Emmannuel
en Carlo Javier Bernardo.
Vraag: Wat is het Buma?
Antwoord: Het Buma (bureau voor
muziek auteursrecht) regelt de uitvoe
ringsrechten van componisten, muziek-
uitvoerders en tekstdichters, voort
vloeiend uit artikel 30 van de Au
teurswet. Regeringscommissaris is mr.
S. Gerbrandy. Het adres luidt: Marius
Bauerstraat 30, Amsterdam, telefoon
020-156822.
DE KERK GEMIST?
Op deze schrikkeldag zal de Twee
Kamer zich bezig houden met de br
van het kabinet waarin de vrijlati
van de drie van Breda wordt voor
steld. De leider van de anti-revolut
naire fractie mr. Aantjes, uitte
enkele dagen zijn teleurstelling o\
dat hij zich als belijdend lid van
hervormde kerk door zijn synode
de steek gelaten voelde. Hij herinn
de daarbij aan het feit dat die syno
juist deze dagen in zitting bijeen
Scherper werd de uitspraak over de
teleurstelling toen hij in dit verba
sprak over de kerk 'die ons voor
voeten pleegt te lopen' en die
niets van zich liet horen. Die tele
stelling is in te denken. Wanni
deze klacht gegrond is, en dat i
best eens kunnen zijn, dan geldt
klacht niet alleen de hervormde ke
Ook de andere kerken zijn hier, v<
zover mij bekend, niet met een adv
of uitspraak voor de dag gekom»
Het is de vraag of het zover h|
zullen komen wanneer die kerk
zich daartoe gezet hadden, maar 1
heeft alle schijn dat er geen kerk
zijn die daaraan begonnen zijn. To
kan men hier vragen of daarmee al
gezegd is. Had de heer Aantjes in
ongetwijfeld moeilijke ethische vra
stuk zijn kerk niet kunnen vrage
Dat was m.i. geen vreemde zaak
weest. Daarmee wril ik de zaak niet
te goedkoop terugspelen, maar 1
had gekund. Eén telefoontje had
kamerlid ervan kunnen overtuigen
de zaak op de agenda stond of niet.
verwijt hem dat niet. Het zou kunn
zijn dat hij het toch niet gedaan h
omdat in het verleden niet altijd ev
duidelijk gebleken is dat politici e
gesteld zijn op kerkelijke adviezi
Maar het had niet per se moet
uitlopen op een voor de voeten lope
En misschien had het, nu op een ze
concreet punt opnieuw de vraag kt
nen opwerpen of en wanneer de ke
tot spreken geroepen wordt.
Vraag: Kunt u me helpen aan het
adres van de paclitkamer?
Antwoord: Het adres van de pachtka- te Utrecht,
mer is bij het kantongerecht van uw
kanton.
NED. HERV. KERK
Bedankt: voor Heteren: G. Bos j
Hoornaar; voor Havelte: H. E.
Vegter te Surhuisterveen.
Beroepbaar: kand. B. v. d. Nafq
Hoofdstraat 119 te Valkenbqfg (Zff)
kand. D. D. Lucas. Nassaustraat 2 b)
Vraag: Een hian overleed in 1950.
Kort tevoren was zijn huwelijk door
echtscheiding ontbonden. De vrouw
was boven de 40 jaar en had geen
kinderen. Zij geniet nu AOW. Had zij
recht op AWW en kan zij alsnog een
uitkering krijgen?
Antwoord: We geven haar weinig
kans aangezien de wet betreffende de
rechten van een gescheiden vrouw
met betrekking tot de algemene wedu
wen rente slechts terugwerkende
kracht heeft tot 1959. Bovendien ver
vallen de termijnen snel. De raad van
arbeid kan u wellicht nader informe
ren.
Nu men in 'Angola-koffie' met zwaar
geschut (wreedheden enz.) gaat wer
ken, het volgende: de Franse journa
list Pierre de Vos van het anti-Portu-
gese dagblad 'Le Monde' had een
interview met de leider van de zg
'regering' van Angola, Holden Rober
to. De Vos zei: 'De opstandelingen
worden van de ergste gruweldaden
beschuldigd en er zijn bewijzen van
folteringen van Portugese mannen,
vrouwen en kinderen, in de omgeving
van Sao Salvador. Ontkent u deze
moordpartijen?'. Roberto: 'Nee, dat
klopt allemaal!*. De Vos vroeg dan
een van de metgezellen van Roberto
over het 'zaagmolenincident' en her
haalde. dat de slachtoffers (mannen,
vrouwen en kinderen) levend op de
zaagplanken werdén gebonden. 'Ja',
zei een van de opstandelingen met
een brede grijns, 'we zaagden ze dan
in de lengte door'. En dit soort lieden
worden door de Wereldraad van Ker
ken, Angola Comité en ziekenhuizen
gesteund! Bovendien is heel hun actie
nutteloos. Angola-koffie die door ons
wordt geweigerd, moet volgens inter
nationale overeenkomsten worden ge
leverd aan andere Europese landen.
Het enige dat bereikt wordt is, dat we
hier duurdere koffie krijgen van
slechtere kwaliteit. Verbetering van
sociale misstanden in Angola moet
langs andere wegen worden bereikt.
Angeren U. Talstna
Wie meent dat de discussie over de getuigenis
van prof. dr. G. C. van Niftrik c.s. verstomd is.
vergist zich. In het zojuist uitgekomen januari
nummer van het kwartaalblad Kerk en theologie
schrijft ds. K. Blei wat hij tégen het getuigenis
heeft, zegt prof. dr. A. F. N. Lekkerkerker welke
aarzelingen hij bij al z'n waardering heeft, en zet
prof. Van Niftrik uiteen wat z.i. in het geding is.
Uit het betoog van prof. Van Niftrik twee
fragmenten. Het eerste:
'In de vijftiger jaren heeft de Synode van de
Hervormde Kerk zich gekeerd tegen de identifice-
ring van christelijk geloof en een bepaalde politie-
ke keuze. Het was duidelijk, dat men toen vooral
dacht aan de identificering van christelijk geloof
en réchts, conservatief politiek handelen Het
'Getuigenis' wil eigenlijk niets anders dan de
Synode van de Hervormde Kerk vragen nog eens
duidelijk te zeggen, dat hetgeen in de vijftiger
jaren naar réchts gold, nu ook in 1971 naar links
geldt.
In de brief van een aantal zeer vooraanstaande
Hervormde theologen wordt mij de brief van
Barth aan "Kein anderes Evangelium' voorgehou
den, waardoor mij duidelijk moet worden ge
maakt. dat, als ik met betrekking tot Vietnam.
Angola. Zuid-Afrika, enz., enz., niet een bepaald
en vooTgeschreven standpunt inneem, mijn hele
beroep op belijdenis en Schrift een vorm van
Farizeïsme is. De Hollandse heren hebben de lijst
van Barth nog wat aangevuld om helemaal actueel
te zijn. Men heeft het 'Getuigenis' goed begrepen,
wanneer men erin leest, dat degenen, die achter
dat 'Getuigenis' staan, er in de verste verte niet
aan dénken zich op déze wijze de wet te laten
voorschrijven. Zélfs niet door Barth. Het kost mij
nogal wat om dat neer te schrijven, maar ik doe
het nochtans. Men bereikt met het stellen van
zulke eisen het tegendeel van hetgeen men be
oogt. Er zullen onder degenen, die achter het
'Getuigenis' staan (en dat zijn er, Gode zij dank,
duizenden!), meerderen zijn, die over Vietnam.
Angola. Zuid-Afrika precies zo denken als Barth
en de Hollandse hoogleraren en predikanten, die
mij het theologisch-politieke mes op de keel
wilden zetten: 'Frisz, Vogel. Oder stirb'. Op poli
tiek gebied zul je dit belijden, of anders houden
wij je 'Getuigenis' voor een stuk farizeïsme!
Onder deze geestelijke terreur zal ik mij niet
buigen
Het tweede fragment uit het verhaal van prof.
Van Niftrik:
'Ik heb aan het begin van dit artikel alleen
gezegd, dat ik mij zelfs door deze elite uit de
Nederlandse thcologenwereld de wet niet laat
stellen. Maar heb ik die vrijheid? Gesteld eens.
dat zij in hun politieke beslissingen gelijk
hadden! Misschien hebben zij wel gelijk in het
geen zij met name noemen. Ik geloof dat wel niet,
maar de mogelijkheid is aanwezig. Maar zelfs dan
ligt het ideologisch karakter zó dik op hun brief,
dat ik hun eisen onmogelijk als onlosmakelijk
verbonden aan het christelijk geloof kan erkennc-n.
Over de discriminatie van de Joden in Rusland
wordt niets gezegd. Over het conflict in het
Midden-Oosten wordt niets gezegd. Over Oost- en
West-Pakistan wordt niets gezegd. De brief pro
beert tot geloof sbeslissingen te maken, wat
althans voor een deel Ermessensfragen zijn: men
kan er verschillend over denken. Ik zou op ver
schillende punten best met al die illustere her
vormde theologen mee kunnen doen, maar ik
weiger mij onder hun wettische eisen te buigen
en zal mij blijven verzetten tegen een dergelijke
verabsolutering van een bepaalde politieke beslis
sing. Men zou over Zuid-Afrika bijv. wel iets
genuanceerder kunnen denken dan het wonder
lijke verbond van hervormde theologen (zich als
een boog uitstrekkend van Miskotte via Jan
Lugtigheid naar Sperna Weiland! En dat verwijt
mij een monsterverbond lhet de Gereformeerde
Bond!) het blijkbaar doet. Het 'Getuigenis' was
Uit de kerbMaden
voor velen niet 'genuanceerd' genoeg! Men zal
moeten zeggen, dat de reactie van gezaghebbende
zijde nu ook niet bepaald door genuanceerdheid
uitmunt.
De kerk zal moeten streven naar eenheid in de
leer. Die zal moeilijk genoeg bereikt kunnen
worden. De kerk moet échter niet streven naar
eenheid in de ethische, maatschappelijke en poli
tieke beslissingen. Die eenheid is niet te bereiken,
omdat men nooit politiek beslist vanuit zijn
geloof alleen. Men kan dat wel menen, maar het
is niet zo. Er is altijd ook de een of andere
ideologie in het spel. Dat is geen aanklacht. Het
gaat om een onvermijdelijke zaak. Om tot beslis
singen te komen, moeten wij eerst een bepaalde
'kijk' hebben op de omstandigheden, de moge
lijkheden en de wenselijkheden. Politieke theolo
gie van welke aard ook, hangt ook samen met
onze zondeleer. Zoeken wij de zonde alleen in de
structuren, zodat bij gewijzigde structuren hoeren
geen hoeren en tollenaars geen tollenaars meer
zijn? Of blijven wij de zonde in het mensenhart
zoeken, zodat de bekering van mensen onvermijd -
lijk moeten voorafgaan aan de verandering van
structuren? In hoeverre moeten #wij er bij o is
maatschappelijk en politiek handelen rekening
mee houden, dat wij leven in een nog-niet-verloste
wereld? Ik vrees met grote vreze, dat de politieke
theologie, die thans de jongeren meesleept.
althans voor een deel berust op de ideologie van
een tamelijk goede mens. die gecorrumpeerd
wordt door de maatschappelijke structuren, maar
bij veranderde (hoe veranderd?) structuren weer
als tamelijk goed manifest zal worden. Dat moet
op een enorme teleurstelling uitlopen. Het chris
telijk geloof is een kritische instantie, kritisch
tegenover alles wat van deze wereld en deze
zondige mens is, niet het minst kritisch tegenover
de christelijke daden van de christen
Irl Ruimte, het maandblad van de Nederlandse
Protestantenbond, eindigt NBP-seeretaris Onno de
Haan een artikel over de VPRO als volgt:
'U zult van ons niet verwachten, dat wij éen lans
breken voor het VP in de VPRO. Hét vrijzinnig
protestantisme lijkt ons een achterhaald gegeven
eenheid, zo het ooit alszodanig duidelijk heeft
bestaan. Maar het gaat ons wel om die 'V' van het
kwartet, om het vrijzinnige, het ondogmatische
element. Dat evenzeer protestants kan zijn als
rooms, althans Rooms-Katholiek. en evenzeer
joods als algemeen levensbeschouwelijk en reli
gieus.
En daarbij komen we dan in botsing met de huidige
VPRO, die naar onze' smaak te duidelijk, te
dogmatisch een model weet te presenteren als een
soort paradijselijke samenleving, gebouwd op of
met het puin van een buiten-paradijselijke sa
menleving. Wij realiseren ons dat het bovenstaan
de lijkt -op een afwijzen van de VPRO. Dat is
echter niet juist. Er bestaat wel degelijk waarde
ring voor de inspanning en de betrokkenheid
waarmee ledenraad, bestuur én medewerkers bezig
zijn. We zijn alleen bang, dat alle geroep om actie
tot samenlevingsverandering zo langzamerhand
het karakter krijgt van élitaire bet-weterigheid.
Toen er nog de nu denigrerend bekeken
dagopeningen en -sluitingen waren werd er min
der gepreekt dan thans. Er loopt een royaal
aantal imitatie-jezussen rond. die demagogisch en
vanaf veel hoger preekstoelen te vast omschreven
heilsverkondigingen naar beneden brallen.
En het meest irritante daarbij is. dat het onnodig
is. Omdat er een ledenraad bestaat, omdat cr
bijna honderdduizend mensen zoeken naar een
nieuwe mens en een nieuwe wereld, omdat er een
stuk eedrev'enheid en een stuk technische know
how bij de staf aanwezig is. Maar dan moet men
ophouden met ons te willen verrijken met bood
schappen en beginnen met open en echte ontmoe-
tingen. Naar ons gevoel ziet de ledenraad en ziet
Immink dat duidelijker dan de merkwaardig
vaak van orthodoxen huize komende directie "n
staf. En als hun inzicht in de al weer noodzake
lijk binnenkort volgende ledenraadsbijeenkomst
begrip ontmoet, dan kan de VPRO misschien wel
veel zinvoller aan de samenleving werken dan nu
het geval is'.
GEREF. KERKEN
Beroepen: te Zaamslag: A. Vos
Krommenie: te Urk: C. Zeeman
Lioessens.
Aangenomen: naar Nw. Loosdrecht:
v. Dalen te Rotterdam-Oversohie.
Bedankt: voor Winschoten: A. Pril
te Den Haag-W.; voor Heerde: A. I
Zwaai te Westmaas; voor Westzai
(tevens herv. gemeente): kand. W. I
Duker te Westzaan.
GEREF. KERKEN (VRIJG.)
Bedankt: voor Kornhorn-Marum e|
voor Uithuizen: M. H. Sliggers%
Avereest.
CHR. GEREF. KERKEN
Aangenomen: naar Murmerwoudj
kand. A. van de Weerd te Apeldooi.
die bedankt voor Elburg, Klundeij
Ouderkerk aan de Amstel, Rotterdai
West, Siegerswoude, Sint Jansklo<
ter, Soestdijk, Spijkenisse-Zuidland i
Tholen-Oud-Vossemeer.
Bedankt: voor Zwolle: Jac. J. Rebel t)
Hilversum-Centrum.
Dick Bos door Alfred Mazure. Uit}
geven door Arbeiderspers. Amsti
dam. Prijs 10.-.
Dick Bos is weer terug! De stripheli
die in de jaren 40 heimelijk onder c
schoolbanken werd gelezen, blijkt ee
beter uithoudingsvermogen te hebbe
dan de Nederlandse fatsoensrakker
die getracht hebben Dick Bos te wu
gen. Hoeveel van die boekjes zulle
niet door onderwijzérs 'in beslag g
nomen' zijn? Dick Bos was verg
voor de jeugd. De boekjes ware
verderfelijk. Ze leerden de kindere
het lezen af. Zelfs de kranten stonde
er vol van. Maar dat alles kon hl
succes van Dick Bos niet in de we
staan. Zodra we weer een kwartj
hadden, togen we naar de winkel ot
de nieuwste Bos aan te schaffen. E
oplage bereikte de honderdvijftig du
zend. 'We zouden er veel meer hel
ben kunnen verkopen maar het wi
oorlog en papier was schf.ars', schrij
Mazure. De Duitsers maakten echte
een tijdelijk einde aan Dick Bos, di
als 'Amerikaanse propaganda' wei
bestempeld. De werkelijke reden vu
dat Mazure geweigerd had van Die
Bos een SS-officier te maken, die zi.'
avonturen aan het front beleefde.
Als je de avonturen van Dick Bos n
weer leest, vraag je je af waaroi
Dick Bos zo schadelijk geacht weri
Hij is eeri vierkante Nederlander, di
opkomt voor Orde en Gezag, ml
onverzettelijke moed misdadigers aai
pakt, maar nooit een wapen zal
bruiken en alles oplost met zijn jii
jitsu grepen. De herverschijning va
Dick Bos is natuurlijk een heerlij
brokje jeugdsentiment. Het eerst
deel bevat vier afleveringen. De prij
is echter zeer rnodern: 10,-. Vroege
zouden vier deeltjes een gulden hel
ben gekost. Het is jammer dat ht
karakferistieke formaat van de Die)
Bos-boekjes niet gehandhaafd is (ee
tekening per pagina), maar verander
werd in een 'echt' boek.
JG