Nieuwe Waterweg na 100 jaar nog modern Prov. Staten akkoord met Rijinpoort Binnenhuis ruim gesorteerd voor totaal woongenot Streekplan Westland gewijzigd 5 VRIJDAG 25 FEBRUARI 1972 ROTTERDAM Honderd jaar geleden, op 9 maart 1872 precies, voer het eerste schip, slierten zwarte rook achter zich latend, tussen de weilanden door naar open zee langs de net gereed gekomen Nieuwe Waterweg. Dat schip was de door stoom voortgedreven Harwichboot Richard Young. Wie denkt dat de officiële instanties rijkelijk lang hebben gestudeerd en beslist over de aanleg van de containerhaven Rijnpoort moeten naar de his torie van de Nieuwé Waterweg kijken om te zien hoe betrekkelijk alles is. Het gevecht om iets als de Nieuwe Waterweg te graven heeft in 'eite onafgebroken geduurd vanaf de middeleeuwen. Tenslotte was 'iet in de vorige eeuw zover dank zij het verguisde genie Pieter Caland, aan wie het bovendien te danken is dat Rotterdam een verbinding met de zee heeft waarmee het nog eeuwen vooruit kan. Kngenieur Pieter Caland heeft in wezen van Rotterdam de grootste laven ter wereld gemaakt. Terug in de middeleeuwen toen iotterdam een piepklein handelsstad- e was waren er reeds moeilijkheden iet de verzanding van de waterwe- en. Schepen moesten vaak helemaal mvaren via Dordrecht, waar een ïeuwe vaargeul, ontstaan tijdens de int Elisabetsvloed in 1421 en opge- alefaterd in 1600, de kortste verbin- ing vormde met de zee. Bernisse, het Spui, Brielsche Gat en et Goereese Gat raakten in onbruik mdat veel verraderlijke zandbanken et varen niet alleen moeilijk maar tok gevaarlijk maakten. Het Goe- eese Gat was nog in gebruik toen •iet Hein uitvoer met zijn oorlogs- loot en terugkwam met de zilver- loot. Gemakshalve zijn deze grotere chepen bij Hellevoetsluis blijven langen. De marineschepen konden Rotter- am allang niet meer aandoen. De oute van Hellevoetsluis naar Rotter- am was in die dagen niet zonder evaar. Onder zeil moest men navige- en langs het Haringvliet, het Hol- mds Diep en de Dordtse Kil, daarna westelijke richting door de Oude laas om het eiland IJsselmonde heen n via de Nieuwe Maas bereikten de :hepen Rotterdam. De Staten hadden reeds lang begre- en dat er iets aan gedaan moest 'orden, maar met alle macht in Am- :erdam, waar men toen al niet be- ;id was de concurrentie te steunen, igen de politieke beslissingen moei jker dan de technische. Al in 1658 eeft Rotterdam besloten „in delibe- itie geleyt sijnde, is goet gevonden pde verstaen dat drie lieden uyt het Bidden van dese vergadering zullen Borden gecommitteert omme benef fens een uyt het Collegie van die eeren Burgemeesteren haer leven- tng gedurende opsicht te nemen op en cours van de stroomen van de njblycQue rivieren omtrent dese stad plegen". i Vandaag zou men dat kort vertaald (■oubie-shooters ofwel probleem-pro pten noemen. De eerste man die het erst zijn vingers brandde was Isaak 'an Hoornbeek, stadspensionaris van [otterdam. Hij gaf opdracht om uit f zoeken of er een directe verbinding logelijk was tussen de Maas bij Iwarte Waal en het Haringvliet bij hellevoetsluis. Tegenwoordig wordt er veel ge- lagd (van hoog tot laag) dat er jal wat kronkels op het politieke parwater worden gekoerst. Ook fordt er niet altijd de loftrompet ge- feven over de wijze waarop sommige emeenten hun zin weten door te drijven. Maar het is tenminste nooit gebeurd dat een landmeter die onder zoekingen voor de Rijnpoorthaven verrichtte de gevangenis werd inge smeten, niet al te zachtzinnig ver hoord en uitgewrongen werd over de plannen van Rotterdam voor het Rijnmondgebied. Dit overkwam wel de tekenaars Pietet* Ancelin en Johannes de Vouw, die de geheime opdracht hadden kaarten te maken van het gebied waar Van Hoornbeek een kanaal had gepland. Beduchte boeren gaven hen aan bij het stadsbestuur vanDen Briel, die Zwarte Waal het voorrecht van een kanaal niet gunde. Het ge volg was dat het plan de ijskast in ging, voor honderdvijfentwintig jaar. DIEPVRIES Toen het plan weer uit de diepvries werd gehaald hadden verzanding en verzilting in de Maasmond de aan trekkelijkheid van een Van Hoorn beekkanaal verloren. Intussen schreeuwden Rotterdamse kooplieden moord en brand omdat de verbinding met de zee steeds slechter werd. Plannen variërend van lapmiddelen tot onvoorstelbare en technisch onuit voerbare grootheid regenden op de bureaus van het stadsbestuur. Het Voornse Kanaal is er gekomen, maar de mogelijkheden voor de scheep vaart waren uiterst beperkt. De ge dachte ging daarom uit naar een tweede Voorns Kanaal dwars door het eiland Goeree. Inkomsten uit Nederlandsch Indië gaven de regering iets meer finanvië- le armslag, rhgenieur F. W. Conrad van de Rijkswaterstaat kreeg op dracht een ontwerp te maken. Het enige dat gebeurde was dat het Brou- wershavense Gat wat toegankelijker werd gemaakt en dat het Goereese Gat wat werd bijgespijkerd. Het ble ven lapmiddelen. Tenminste één man heeft de kans gezien brood te slaan uit de slechte bevaarbaarheid tussen Rotterdam en de Noordzee. Dat was Fop Smit, die in 1842 een particuliere sleepdienst ODrichtte. De ontwikkeling van Smits sleepdiensten over de hele wereld be hoeven weinig toelichting. Intussen was er weinig van de problemen op gelost en tobde de scheepvaart nog altijd met grote vertragingen. Soms duurde het wel vier tot zes weken om via allerlei omwegen Rotterdam te bereiken. In 1855 reikten Den Briel en Rot terdam elkaar de hand uit puur eigenbelang. Geen van de twee was bereid de hoge kosten te dragen van Tussen het uitvaren van de Richard Young, zie silhouet, en de radarketen die thans de vaart op de Nieuwe Waterweg in de peiling houdt, ligt een wereld van veranderingen. Schepen werden groter en maakten veelvuldiger gebruik van de droom wens van Pieter Caland. Nederland en Rotterdam zijn dank verschuldigd aan de Richard Young, waarmee een tijdperk van ongekende voorspoed werd ingeluid, maar evenzo aan de radarketen die er voor zorgt dat de stroom kan blijven komen en gaan. Zonder het een kan het ander immers niet vooruit? een goede verbinding met de Noord zee. Op dit dode punt greep de rege ring in. Op 5 november 1857 benoem de de minister van Binnenlandse Za ken Heemstra de zogenoemde Raad van Waterstaat, niet te verwarren met het tegenwoordige lichaam van dezelfde naam. Secretaris van een speciaal ingestelde commissie, die tot taak had de minister voor te lichten over nieuwe mogelijkheden voor een verbinding tussen Rotterdam en de Noordzee was Pieter Caland, toen eenendertig jaar. Binnen een jaar had Caland het plan voor het doorsnijden van het ge bied bij Hoek van Holland. In 1863, toen Thorbecke Heemstra opvolgde werd er snel een wet door het parle ment heen gejaagd waarmee eindelijk de knoop was doorgehakt. In 1872 was de Nieuwe Waterweg een feit en stroomden de schepen en het geld naar Rotterdam. BRILJANT Wie hieruit de conclusie trekt dat de totstandkoming van de Nieuwe Waterweg gladjes is verlopen heeft het mooi bij het verkeerde eind. Pie ter Caland was een briljant jong in genieur, die zich uitsluitend interes seerde voor het vakkundig bouwen van groots opgezette projecten. Wat hem uitermate irriteerde was de poli tieke franje, die onherroepelijk ge paard gaat met het uitgeven van staatsgelden. Hij meende dat hij werd overladen met kritiek van men sen die in zijn ogen wetenschappelij ke knutselaars waren. Hij raakte zo gedeprimeerd dat zijn vader hem schreef „Er is geen enkele reden om te wanhopen aan de góede uitslag uwer onderneming. Houdt daartoe goede moed en wees kalm. Zoudt ge u aan dat geblaf er geren en ervan werkeloos op een Gel ders dorpje gaan wonen? Gij zijt toch wel wijzer". Veel autoriteiten uit het tegenwoordige havenbedrijf zouden zo'n opkikkertje goed kunnen gebrui ken. De zandbanken die door de eeuwen heen een groot gevaar voor de scheepvaart langs de Nederlandse Noordzeekust waren geweest en nog ziin begonnen weer aan tc slibben, waardoor de bereikbaarheid van het milioenenpro'ect de Nieuwe Water weg onbruikbaar dreigde te raken. Over de rug van de ingenieuze Ca land krabbelden de politici naar vei liger stellingen, een ervaring die lit tekens op Caland hebben achtergela ten. Hij stierf in 1902 als een verbit terd en bijna vergeten man, niet we tend dat de Nederlandse baggerin dustrie en de groeiende hydrodyna- mische wetenschap waarvan hij een van de geestelijke vaders was in staat zouden zijn elke zandbank te bedwingen. Het eerste Nieuwe-Waterwegont- werp hield het graven in van een kanaal van zeven meter diepte. In de korte tijd tussen planning en uitvoe ring werd dat acht meter. In 1936 werd de Nieuwe Waterweg verder uitgediept en bereikte een diepte van twaalf meter. Nu heeft de vaargeul eenentwintig meter diepgang en kan iedere mammoettanker, die via de Noordzee of het Nauw van Calais de ingang van de Nieuwe Waterweg be reikt ook langs die Nieuwe Waterweg de oliehavens binnenvaren. ZANDBANKEN Niemand zou kunnen beweren dat Rotterdammers niet weten hoe zij nadelige factoren in hun voordeel moeten ombuigen. De zandbanken die vroeger de weg naar de Noordzee versperden zijn nu rijke industrieter reinen van de stad Rotterdam tot aan de Maasvlakte. De zandbanken wor den nog steeds bedwongen en het ge wonnen zand wordt al of niet tegen betaling opgespoten om nieuwe re creatiegebieden te scheppen. Veel is er gebeurd sinds Willem van Oranje op 31 oktober 1866 de eerste spade in de grond stak als begin van het gra ven van de Nieuwe Waterweg. Het is bijna onvoorstelbaar, dat iemand honderd jaar geleden een ka naal wist te ontwerpen dat vandaag de dag zonder al teveel wijzigingen een wereldhaven als die van Rotter dam als slagader dient. „Het is een gewaagd werk maar een werk dat wij moeten wagen", zoals Thorbecke zei tegen Caland toen diens werk zwaar werd bekriti seerd. Het is nog steeds een gewaagde on derneming volgens de mensen die da gelijks met de Nieuwe Waterweg te maken hebben. „Een goed vaarwater" is het oordeel van een van de meer ervaren loodsen de heer A. H. J. M. van Nieuwenhoven, loods bij het Rijksloodswezen, die hiermee ook het oordeel van zijn collega's vertolkt. Vijftien jaar lang loodste hij schepen van allerlei tonnage tot en met mam moettankers de Nieuwe Waterweg in en uit. „Er zijn geen zandbaknken, geen sluizen, geen verraderlijke bochten, de bebakening is uitstekend verzorgd, er is een uitstekende keten radarsta tions, kortom de beveiliging van de Waterweg en van het gebied er om heen is, ook bij mist, in hoge mate verzekerd". Wie kritiek heeft op de enkele keer dat de Waterweg de nieuwsberichten haalt omdat een of ander Liberiaans of Oost-Europees schip dwars over de vaargeul gaat liggen of een pier tracht omver te varen moet zich wel realiseren dat dertigduizend schepen per jaar op en neer varen. „De verantwoordelijkheid van een loods op de Nieuwe Waterweg is groot. Je moet wel weten wat je doet. Een kleine fout kan fatale gevolgen hebben. Het is druk op de Waterweg, natuurlijk, en drukte brengt risico's met zich mee. Maar zou je die risico's willen vermijden dan moet je de boel dichtgooien. En dat lijkt mij ook niet de bedoeling". EXPLOSIE Waar varen we met de Nieuwe Waterweg naar toe? De cijfers voor de Rotterdamse haven duiden aan dat de grote explosie van handelsgroei tenminste tijdelijk is afgezwakt. Het aantal schepen groeit niet meer zo hard. Aangezien de Nieuwe Water weg berekend is op een nog groter aanbod lijkt het dat wij een tijd vooruit lopen. Er is een groeiende tendens om massagoederen zoals* erts. graan en olie in alsmaar grotere eenheden te verschepen. Dat houdt in dat de eerstkomende jaren een lang zame ontwikkeling te zien zullen ge ven in de richting van minder sche pen die toch meer goederen aanvoe ren. Kan de Nieuwe Waterweg de grotere schepen met inhouden van meer dan honderdduizend ton blijven verwerken? Het antwoord is duidelijk bevesti gend. De immense mammoettankers met een diepgang van vijfenzestig voet en een lading van een kwart miljoen ton of meer varen de Water weg al binnen. De plannen liggen al op tafel voor de grotere schepen die zelf nog niet verder dan het teken bord zijn. Gesprekken tussen het Rotterdams Havenbedrijf en de zich almachtig voelende oiiebedrijven wijzen in de richting van een sprong van de mam moettankers van nu naar suuermam- mnettankers van rond de miljoen ton zonder de middengcwieh'en onder de tankers ooit te bouwen. Voor Rotter dam ziin de miljoen-tonners voorlo pig niet interessant. Voordat zij Rot terdam door hun omvang kunnen be naderen moet er een Caland in EEG- verbind geboren worden, die de na- vigatie-nrnblemen van de Noordzee en het bijbehorende politieke gehar rewar kan bedwingen. DEN HAAG Het streekplan Westland zal gedeeltelijk worden gewijzigd i.v.m. de aanleg van een containeroverslaghaven (Rijnpoorthaven) op de noorde lijke oever van de Nieuwe Wa terweg (ten zuiden van Maas dijk). De Provinciale Staten van Zuid-Holland hebben dat gister middag besloten. Daarmee is een einde gekomen aan een lange zaak, waaraan zelfs ministeriële aanwijzingen te pac moesten ko men. Reeds in 1969 kwam de kwestie „aanleg Rijnpoorthaven" in de dis cussie. want van de zijde van Gede puteerde Staten werden nogal wat bezwaren aangevoerd met name te gen de plaats van realisering. Er was vrees ontstaan dat zonder deze haven op de noordelijke oever van de Nieu we Waterweg zich industrie zou ont wikkelen, die op den duur een reële bedreiging zou kunnen vormen voor de agrarische structuur van het Westland. De afwijzende houding t.a.v. dit Rijnpoorthavenplan leidde in juli 1970 tot een aanwijzing van de minis ter van volkshuisvesting en ruimte lijke ordening om toch het streekplan te wijzigen ten behoeve van de aan leg van Rijnpoorthaven. Hierbij legde de provincie zich neer, maar niet zon der meer. In de novembervergadering van 1970 van de Provinciale Staten werd een motie aangenomen, waarin een aantal voorwaarden waren gesteld die bij realisering van de haven moesten voorkomen dat het Westland hiervan schade zou ondervinden. Dat was ondermeer het verzoek om een brede groenstrook als barrière tussen haven en agrarische bedrijven. Na tal van discussies in de ver schillende provinciale commissies kwam gistermiddag het voorstel van gedeputeerde staten ter tafel. De de batten draaiden constant rond twee zaken: „De groenstrook" en „de diep te van de containerhaven". Vrijwel iedereen was het erover eens dat deze groene barrière noodza kelijk was om expansiezucht van de toekomstige haven de kop in te druk ken. Weliswaar betwijfelden enkele statenleden de waarde hiervan, om dat naar hun mening bomen altijd nog gekapt kunnen worden. Zij dron gen dan ook aan op een juridische regeling die uitbreiding b.v. voor een periode van vijftig jaar onmogelijk zou maken. Gedeputeerde Buijsert voelde hier echter weinig voor,1 want hij meende dat de staten onmogelijk in staat wa ren om een beslissing te nemen, die een halve eeuw lang nauwelijks her roepbaar zou kunnen zijn. De diepte van de havenkom was het andere punt van discussie. De verzilting, die dreigt bij een te grote diepte van de haven, was een belang rijk argument in deze. De meerder heid sprak zich daarom ook uit voor de in het voorstel genoemde 13.65 meter. Hierop volgde zelfs een amende ment, waarin werd vastgelegd de staten bleken bij stemming eensge zind voor te zijn dat de haven niet dieper dan gesteld mag worden. Mocht echter in de toekomst uitdie pen toch noodzakelijk blijken te zijn dan dienen Gedeputeerde Staten eerst advies in te winnen bij het rijk en het hoogheemraadschap Delfland. D'it laatste in verband met het ver groten van het risico van zoute kwel. Het college van Gedeputeerde Sta ten wees met klem op de risico's, die gelopen zouden worden als de staten het voorstel zouden verwerpen en dus tegen de ministeriële aanwijzing zou den ingaan. Dan zou namelijk te ver wachten zijn dat de minister van volkshuisvesting en ruimtelijke orde ning zelf het streekplan Westland zou wijzigen i.v.m. de aanleg van de con taineroverslaghaven. Het leek Gede puteerde Staten daarom beter de zaak in eigen hand te houden. Bij stemming bleken de statenleden er grotendeels ook zo over te denken. Vijftig leden waren voor en 4 tegen, waarvan 9 leden van de PvdA, 3 van de ARP en twee van de CHU. ROTTERDAM Wie kennis wil maken met de Anna Karen, hier beter bekend als Olive uit de tv-serie Dubbeldekkers, kan dat zaterdag doen op de Binnen huis 1972 een beurs voor alles wat met wonen te maken heeft. Deze beurs is vandaag door wet houder drs. H. J. Viersen ge opend. Anna Karen is een van de vier TV- bekendheden die een eigen kamer mochten inrichten. De anderen zijn Feijenoorder Wim van Hanegem, pre sentator Willem Duys en sportver slaggever Theo Kooihen. Anna (Olive) Karen komt zaterdag zelf, na een rondgang op de beurs haar woning inrichten. Zij heeft reeds laten weten er een relax-kamer te willen maken met heel weinig meubelen. Anna Karen neemt er wel de tijd voor, zij is de hele zaterdag en een deel van de zondag op Binnen huis. Willem Duys heeft een woonkamer ingericht zoals hij die in een bunga low zou willen hebben. Vrij modern met als grote stukken een vleugel en een kostbare geluidsinstallatie. De Van Hanegems hebben het klassiek ingericht en Theo Koomen rustiek met enkele antieke stukken. Bij hem vallen de grote werkbladen op en de enormehoeveelheid boekenplanken. Het viertal was gehouden aan vijf duizend gulden. Het publiek mag stemmen welke kamer de voorkeur heeft. De winnende artiest mag de waarde van het gebruikte meubilair schenken aan do Stichting Bevorde ring Volksgezondheid. Een andere „stunt" op deze binnen- huisbeurs is de computer (van Kok Makelaardij) die, na er een groot aantal vragen in gestopt te hebben, de beursbezoeker een huis aanwijst dat aan die eisen voldoet. In drie eigen presentaties toont Binnenhuis de mogelijkheden met planten in huis en in de tuin. In de Schiehal is een tuin aangelegd met een waterpartij, de IJsselhal kreeg een tuin waarin vooral het accent op het idee voor een tuin valt en in de Maashal is een presentatie „planten in de woning" opgebouwd. Verder staan er meubelen (van klassieke tot de zeer moderne glazen meutelen), keukeninrichtingen, mu ziekinstrumenten, verlichting. Verder veel verlichting en veel en ruim ge sorteerd sanitair waarbij de grote aantallen en de verscheidenheid aan tegels opvalt. Nieuw is verder het spanplafond van plastic dat een op lossing is voor oude en beslhadigde plafonds. Deze Binnenhuis-beurs is geopend van 25 februari tot en met 5 maart. Hij is dagelijks geopend van 11 tot 17 uur en van 18.30 tot 22.30 uur.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1972 | | pagina 5