Gezamenlijke vergadering
met gereformeerde synode
Gesprek over
alternatieve
nota nieuwe
moraal
Hervormde
Synode wil:
Proeve van beginselen
smaakte Synode niet
„Alleen nog accentverschillen aanwezig"
BEROEPINGSWERK
Hoogst waardevol
Vleugels
COMMENTAREN
Bredase drie 1
Bredase drie 2
Moeilijk punt
Remonstranten
Een woord voor vandaag
Woorden ,,Bij
gratie Gods
gehandhaafd
„Eenzijdige visie
op taak kerk
in de wereld"
UITGANGSPUNTEN
NESTBLIJVERS
OBSTAKEL
2
DONDERDAG 24 FEBRUARI 1972
Van een onzer verslaggevers
DRIEBERGEN Do hervormde
synode gaat in haar vergadering van
.juni opnieuw spreken over sexualiteit
en de nieuwe moraal, maar dan met
als uitgangspunt het minderheidsrap
port (of, wil men: de alternatieve no
ta) van prof. dr. P. J. Roscam Abbing.
De synode besloot hiertoe met 47
stemmen vóór, op voorstel van ds. W.
Kalkman uit Driebergen.
I>e synode verwierp het „officiële"
voorstel tot herschrijving van het
meerderheidsrapport (opgesteld door
dr. F. O. van Gennep) en wel zó „dat
indien op een bepaald punt in het
minderheidsrapport een alternatieve
mening naar voren wordt gébracht,
deze als in beginsel gelijkwaardige
mening in het rapport tot uitdruk
king moet komen". Een voorstel van
ds. H. W. Colstee uit Zuidlaren om
zowel het meerderheids- als het min
derheidsrapport ter discussie de kerk
in te sturen, haalde het, met 10 stem
men voor, ook niet
OPTIMISTISCH
Tussen de zeer drukke synodale be
drijven door kwam ds. W. H. Den
Ouden uit Rotterdam vertellen hoe
het stond met de actie „Trouw moet
blijven". Het totaalbeeld is: optimis
tisch, zo verklaarde hij. Vergeleken
met verleden jaar gaan de bijdragen
over het hele land genomen (minus
de grote steden) met dertig procent
omhoog. De stand van zaken in Den
Haag geeft aanleiding om te zijn: ge
matigd optimistisch: Rotterdam:
voorzichtig optimistisch: Amsterdam:
nog vraagtekens; en Utrecht „ge
woon" optimistisch.
NED. HERV. KERK
Beroepen: te Krimpen a.d. IJssel:
C. den Boer te Zeist; te Maarssen: H.
Jongerden te Veenendaal: te Otterlo:
J. Bos te Ameide; te Ried en Schin-
gen: F. v.d. Heijden te Lochem: te
Ameide: W. Kalkman te Driebergen;
te Hoevelaken en te Randwijk: M.
Verduyn. kand. te Gouda; te Bame-
veld: J. Vos te IJsselstein.
Toegelaten tot evangeliebediening:
W. J. op'tHof, A. Knottenbeltsingel 2
te Vlaardingen; B. v.d. Nagel. Hoofd
straat 119 te Valkenburg (ZH); A. F.
Troost, Dorpsstraat 4 te Doeveren:
mevr. A. E. J. Bunjen-van Blom-
menstein, Keizersgracht 81 te Am
sterdam; H. Harkema, Ooftstraat 6 te
Utrecht; P. Oussoren, Woonschip Sol
Y Sombra, Parkoog te Utrecht.
Beroepbaar: P. S. A. Lefeber, Gre-
venstraat 16, Hofje 6 te Leiden.
GEREF. KERKEN (VRIJG.)
Beroepen: te Zwolle: J. F. Hey te
Amersfoort, te Zaandam-Krommenie,
D. Nieuwenhuis te Harlingen.*
GEREF. GEMEENTEN
Beroepen: te Rotterdam-Z.: J. C
Weststrate te Mellskerke
Van een onzer verslaggevers
DRIEBERGEN iNa een alles-
zins levendige discussie over de ver
houding tussen de hei*vormde kerk en
de gereformeerde kerken gaf de her
vormde synode gisteren te kennen een
gezamenlijke vergadering met de ge
reformeerde synode te willen houden.
De agenda daarvoor zou samengesteld
moeten worden door de moderamina
van beide synoden en de hervormd/
gereformeerde werkgroep „Samen op
Hel koersen naar een gemeenschappelijke zittingvan hervormde en gereformeerde synode was con
form een op tafel liggend voorstel van ..Samen op weg". In april gaal de gereformeerde synode
daarover beslissen. oorts roept de hervormde synode de gemeenten en ambtelijke vergaderingen
op. plaatselijk en regionaal het samen op weg-zijn met de gereformeerden te realiseren. Met deze
oproep werd een tijdens de discussie uitgesproken wens gehonoreerd.
Ten slotte wekt de hervorm
de synode de gereformeerde sy
node op, samen een geschrift op
te stellen over het belijden van
Christus in deze tijd. („Samen
op weg" had gevraagd om een
„overeenstemming in belijden".
Sommige synodeleden hadden op
dit punt wel enige aarzeling).
Om nu te berichten over het debat,
dit werd geopend door ouderling T.
Teitsma, Haarlem, die het tussentijds
rapport van „Samen op weg", dat
men voor zich had (en waarover wij
verleden week berichtten), hoogst
waardevdl vond. Stuur het naar alle
predikanten en kerkeraden, stelde hij
voor.
Ds. G. J. Voortman, Oud-Vosse-
meer, zou jaarlijks een gemeenschap
pelijke synodevergadering willen
hebben: dan zien de mensen alvast
wat van ons samen op weg-zijn.
Ds. H. W. CoLstee, Zuidlaren, zat
met het punt van het funktioneren
van de belijdenis. Hij beleed zijn
voorkeur voor de hervormde voor
zichtigheid met juridische leertucht
en gaf als zijn mening dat men goed
doet, het eerst over deze kwestie eens
te zijn alvorens zich te gaan zetten
aan het formuleren van een „over
eenstemming in belijden."
Ds. A. D. iH. Huysman, Purmer,
sloot zich bij ds. Colstee aan en
wenste nog een stapje verder te gaan:
samen op weg, graag akkoord, zei hij,
maar 't mag nooit gaan ten koste van
^eerr groep in beide -kerken. „Mis
schien is duidelijk dat ik aan de vrij
zinnigen denk", zei hij. Het wès dui
delijk, verzekerde praeses ds. J. C. H.
Jörg.
Diaken mevrouw H. Groot-Blok uit
Enkhuizen vroeg, de plaatselijke ge
meenten zoveel mogelijk ruimte te
geven voor het verwerkelijken van
samen op weg te zijn.
Ds. K. A. Abelsma, Wateringen,
vond liefde voor de eigen kerk voor
waarde om tot eenheid te komen: wie
z'n eigen kerk niet liefheeft, zal ook
nooit een gemeenschappelijke kerk
lief kunnen hebben. Ds. Abelsma
vond het eerder fraai dan lelijk wan
neer men de hervormde kerk met een
grote paraplu vergelijkt, waaronder
verschillende modaliteiten kunnen
schuilen. Ds. Huysman is vrijzinnig,
maar hij is mijn broeder, vervolgd
ds. Abelsma. Hij zei ook: een kerk
met vleugels kan vliegen, de gerefor
meerde kerken krijgen ook vleugels
en komen dan ook los!
Later gaf scriba ds. F. H. Lands
man te kennen, niet compleet geluk
kig te zijn met deze beeldspraak. Je
kunt ook vlerken hebben, die omlaag,
op de grond hangen...
Ds. Y. Strikwerda, Emmen vroeg:
waarom hebben de gereformeerden
blijkens het rapport zo'n voorkeur
voor „eenparigheid"? Wat is dat pre
cies?
Ds. M. v.d. Bosch, Goes: is die wens
naar een „overeenstemming in belij
den". zoals hier onder woorden ge
bracht, niet introvert? We moeten
niet met het gezicht naar elkaar toe
staan en elkaar aftasten, we moeten
met het gezicht naar de wereld staan.
Ds. Ph. A. Warners, Utrecht: als we
daarop moeten wachten, op een
„overeenstemming in belijden" we
Vandaag houdt de vaste Tweede-Kamercommis
sie voor justitie een hoorzitting over de vraag, of
de drie Duitse oorlogsmisdadigers die sinds 1945
in ons land gevangen zitten, moeten worden vrij
gelaten. Wat er over de (zeer talrijke) aanmeldin
gen voor deze zitting bekend is geworden, vestigt
de indruk, dat de Kamercommissie voornamelijk
het oor zal moeten lenen aan pleidooien tegen gra-
tiëring van Aus der Fiinten, Fischer en Kotalla.
Wellicht mag hieruit worden opgemaakt dat van
degenen die deze zaak het meest en het hevigst
bezighoudt, een zeer ruime meerderheid zich sterk
tegen vrijlating verzet. Maar in hoeverre mag deze
conclusie, aangenomen dat ze juist is, gehanteerd
worden omverdere opsluiting van de „Bredase
drie" te rechtvaardigen? Vorig jaar werd in deze
kolom geopperd, dat een volstrekt objectief oor
deel over hun eventuele vrijlating van niemand
kan worden verlangd, en zeker niet van hen die
zich het nauwst betrokken voelen bij de gevolgen
van wat de drie hebben aangericht. Juist daarom
vroegen we ons af, of de roep van velen hunner
om werkelijk levenslang isolement voor dit drie
tal, doorslaggevend zou mogen zijn.
Tegenover deze roep werd destijds gesteld, dat
onze samenleving, door een volstrekt uitzichtloze
gevangenisstraf te handhaven, de grens van het
aardse strafrecht overschrijdt. Ze schendt daarmee
een humaniteitsnorm die ze niet kan veronacht-
Vrijlating dus ondanks de reacties van vele
oorlogsslachtoffers en nabestaanden, ondanks hun
protesten, hun verdriet, hun machteloze woede?
Uit dr. De Jongs betoog valt de conclusie te trek
ken, dat deze reacties ten onrechte gefixeerd zijn
op een deel, en niet het belangrijkste deel, van
degenen die de deportaties van joden in Nederland
bewerkstelligden. Er bestaat een merkwaardig
contrast tussen de golf van emoties die zich op
de Bredase drie concentreert, en het ontbreken
van publieke opwinding over het al te beperkte
strafregister van b.v. die sigarenhandelaar in Düs-
seldorf. Dit lijkt het vermoeden te bevestigen, dat
het vooral hun voortdurende aanwezigheid in Ne
derland is, die de drie van Breda bij uitstek
tot een object van verontwaardiging maakt. Van
uit dit gezichtspunt is er, ter wille van de rust van
degenen wier emoties op deze drie gefixeerd zijn.
voor vrijlating van Aus der Fiinten, Fischer en
Kotalla veel te zeggen.
En tochBij dit alles mag beslist niet uit het
oog worden verloren, dat volgens sommigen hun
vrijlating een deel van de oorlogsslachtoffers be
paald géén rust zal bezorgen, ook niet op den duur.
In een aangrijpend relaas in Het Parool voorspelde
een 42-jarige Amsterdamse, die „een deel van elke
dag en een deel van elke nacht nog steeds in de
kampen is", dat er ..van de oudere mensen die er
slechter voor staan dan ik, als de vrijlating door-
zamen zonder ook zichzelf te schaden. Of, om mr.
Abel Herzberg te citeren: „We houden een drietal
volkomen verkalkte en uitgebluste figuren alleen
maar gevangen, omdat we aan onze trekken wen
sen te komen wat onze vergeldingsbehoefte be
treft. Is dat niet een beetje beneden onze waardig
heid?"
Aan dit argument voor vrijlating zijn er de laat
ste dagen, in publikaties maar vooral op het tele
visiescherm, nog enkele toegevoegd. Gevangenis
aalmoezenier Verheyen verklaarde in een dagblad-
interview, dat de drie „een groot berouw" tonen
over hun activiteit in het misdadige nazi-systeem.
Zijn collega ds. A. H. Knottnerus, gevangenispre
dikant, hield in „Hier en Nu" de kijkers voor, dat
de verzoening die de Bijbel als voorwaarde voor
vrede stelt, ook met de drie in Breda moet worden
tot stand gebracht. En de historicus dr. L. de Jong
bestreed in „Televizier" de opvatting, als zouden
Aus der Fünten, Fischer en Kotalla bij uitstek
verantwoordelijk zijn voor de deportaties van jo
den in Nederland. De lieden die daarvoor op
het beleidsniveau een zwaardere verantwoor
delijkheid droegen, zijn er merendeels afgekomen
met veel lichtere straffen dan nu door de drie in
Breda worden uitgezeten. Een van deze hoofdver
antwoordelijken zou, volgens de wrange aanvul
lende informatie die de interviewer van dr. De
Jong verstrekte, al jaren rookartikelen verkopen
in Düsseldorf.
gaat. enkelen zullen sterven. Die mensen zullen na
27 jaar dus toch nog gedood worden". Het Tweede-
Kamerlid Voogd is dezelfde overtuiging toege
daan. Hij heeft bovendien aangevoerd, dat de vrij
lating bij andere slachtoffers extra beschadigingen
zal teweegbrengen, die ze verder hun leven lang
als een extra last zullen moeten meedragen. Van
dezelfde strekking is. wat de Leidse hoogleraar
Bastiaans, die nauw bij de behandeling van oor-
logsslachtofers betrokken is, eergisteren voor de
televisie opmerkte: „Voor grote groepen betekent
vrijlating alleen maar een verergering van ellen
de".
Wij betwijfelen niet, dat verlenging van de uit
zichtloze gevangenisstraffen in Breda neerkomt op
het bedrijven van marteling. Maar mag van die
marteling worden afgezien, als vrijlating tot ge
volg heeft, dat vele anderen nieuwe, levenslange
folteringen te verduren krijgen of zelfs alsnog
worden geëxecuteerd? Om dit kwellende probleem
dat bij overweging van het verdere lot van de
Bredase drie buitengewoon zwaar zou moeten we
gen zuiver te kunnen beoordelen, is veel meer
medische en psychiatrische informatie nodig dan
ons ter beschikking staat. Van degenen die in deze
trieste zaak het laatste woord moeten spreken,
mag worden verwacht, dat ze daartoe pas zullen
overgaan, wanneer ze deze informatie ten volle
hebben verworven en gewogen.
kunnen als kerken apart nog niet iets
opstellen! Naar zijn mening kijkt het
rapport te veel naar wat kan, in
plaats van naar wat móet.
Ds. Landsman, nu sprekend als
voorzitter van de hervormde helft
van „Samen op weg", vertelde hoe de
kwestie van het funktioneren van het
belijden een moeilijk punt was ge
weest in de werkgroep en dat men
daar iets van terugvond in het voor
stel om te komen tot een consensus in
belijden.
Ds. D. N. Wouters uit Amsterdam,
voorzitter van de gereformeerde helft
van de werkgroep, lichtte toe hoe er
van de gereformeerde kant behoefte
was aan een stuk zekerheid, duide
lijkheid en ook herkenning op het
punt van het belijden.
Wij zijn, aldus nog ds. Landsman,
in de vorige eeuw uiteengegaan op de
kwestie van het funktioneren en de
handhaving van de belijdenis, en dit
is tot vandaag toe een brandend pro
bleem in beide kerken. Het moet een
brandend probleem blijven, ging hij
voort, want wat is een kerk, die zich
niet meer zou drukmaken om haar
belijden!
Ds. iH. Binnekamp, Boven-Hardinx-
veld, zou veel liever dan streven naar
een „overeenstemming in belijden''
willen dat men elkaar opriep om te
leven uit wat God geschonken heeft
in het belijden der kerk.
Ds. N. Warns, Gendringen: uitdok
teren wat er in zo'n consensus alle
maal gezegd zou moeten worden,
duurt veel te lang. Er zijn zoveel
ethische en maatschappelijke vragen.
Ds. mr. C. B. Posthumus Meijjes,
Amsterdam, daarentegen bepleitte
i dat men met elkaar zou zien of men
zou kunnen komen tot wat misschien
een nieuw erfgoed wordt. Laten we
kijken naar dat waar we samen vóór
zijn, zei hij.
Ds. S. F. van Veenen, Uithuizen,
vond het juist goed om te midden
van de huidige problemen te vragen
naar wat ons houvast is.
Ds. W. J. J. v.d. Waal, Nijmegen,
vroeg om synodale steun voor wat
plaatselijk gebeurt.
Ds. T. H. L. Beemink, Hengelo,
vroeg hoe het tegen de achtergrond
van „Samen op weg" zat met de be
staande relaties met lutheranen en
remonstranten.
Kruiswoord-puzzel
Horizontaal: 1. hoofddeksel, 4. een der
jaargetijden. 7. wapen, 9. schennis van
trouw. 11. mikpunt, 13. aanlegplaats, 15.
plaats in Gelderland, 16. voertuig, 17.
lied, 18. woonboot, 20. verzoek, 22. ge
noeg gekookt, 24. verharde huid, 25.
hoofdstad van de Prov. Ontario. 28.
iemand die eist, 29. sprong, 30. peul
vrucht
Verticaal: 1. troep, 2. nobel, 3. voorzet
sel. 4. meisjesnaam. 5. reus. 6. hoekbal-
ken. 8. groots, 9. huisdieren, 10. bedek
king van een gebouw, 12. zangspel, 14.
zuidvrucht 18. werkend beginsel, 19.
huisdier, 20. javaanse huisvogel, 21.
wondvocht, 23. schoorsteenzwart, 24.
vervelend wezen, 26. rivier, 27. deel van
de hals.
Oplossing vorige puzzel
Hor.: 1. familiaar. 8. Ia.- 9. emier, 10.
e.k. 12. Eem. 11 ras, 15. cel. 17. Eos, 19.
arr. 21. rist, 23. Anei, 24. Ag. 25. orgel, 26.
da. 27. teil. 29. peen. 31. ink. 32. les. 34.
end, 35. era, 37. lek, 39. Fe. 41. ester, 43.
ar, 44. sentiment
Vert: .1. fa, 2. mee. 3. imme, 4. li, 5.
iers, 6. ara, 7. re, 8. lucratief, 11. korian
der. 12. els, 14. san, 16. eigen, 1& orgie,
20. reden. 22. tol. 23. alp. 28. Ike. 30. eek,
32. last. 33. slem, 3«. ren. 38. ere, 40. es.
42. Ti. 43. at
De remonstrantse prof. dr. G. J.
Hoenderdaal, verzocht om ruimte bij
„Samen op weg" (praten over een
„bréde weg" deed hij niet. dat zou
dubbelzinnig klinken...). Hij herinner
de eraan dat hervormden, gerefor
meerden en remonstranten elkaar al
als leden van de gereformeerde ker-
kenfamilie ontmoeten in de hervorm
de (of gereformeerde) wereldbond
(World Presbyterian Alliande). Hij
legde déze vraag voor: wanneer zijn
wij het meest trouw aan het belijden
der vaderen? Als wij het letterlijk
napreken of wanneer wij doorden
ken wat dat belijden in onze tijd be
tekent?
•Hierop sloot prof. dr. A. J. Bronk-
horst aan met zijn opmerking, dat
hier een gemeenschappelijke vraag
ligt: die naar de „religie" van het
belijden, naar wat wij thans doen
met de belijdenissen uit de zestiende
en zeventiende eeuw. Prof. Bronk-
horst zei ook: moeilijkheden in de
omgang met elkaar komen van de in
terne polarisatie in de kerken zelf
vandaan. En: er zijn geen wezenlijke,
alleen nog maar accentsverschillen
tussen hervormd en gereformeerd.
Mevrouw L. Dijkshoorn-Krom
kamp, lid van de werkgroep „Samen
op weg", tenslotte: we zeggen zo vaak
dat we met deze of die groep in de
kerken rekening moeten houden,
maar mijn grootste zorg is hoe we
rekening houden met al die jongeren,
die de kerk geruisloos hebben verla
ten.
De vorige week was het weer bar met de boodschappendie via
brievenbus mijn woning binnenkwamen. Een oude dame zond mij o
gevraagd, en ongetwijfeld met de beste bedoelingen, enige geschrift
van de Bellamybeweging. Mijn Christelijke Encyclopaedic geeft
puntige uiteenzetting van de doelstellingen van Edward Bellamy, ma
heeft weinig verweer tegen zijn stellingen. Het „de praktische verdeli
van bestaansmiddelen kan zonder handel niet geschieden" mag e
vraag heten, waarop Bellamyanen ongetwijfeld een snedig antvobi
zullen weten. De geschriften deden mij niet onsympathiek aan. De iioej
de boodschap was duidelijk alarmerender. Titel: Gaat de mensheid ha)
ondergang tegemoet? De opstellers van dit zwaargeladen en niet geh
van zinnige opmerkingen ontblote geschrift waren van mening dat
moeten terugkeren tot de zuivere natuurréligie. Wij moeten er volge
deze mensen, voor zorgen dat we in 2000 met niet meer dan 10 miljo
mensen in ons land zittenDe natuurreligie garandeert bovendien "u
sluitend gave en gezonde kinderen". De derde boodschap deed vertrou
der aan. Erboven stond "Aan ons Nederlands volk! De Vereniging R
formatorisch Getuigenis in het Commerciële Leven, die hierin aan
woord is, is van mening dat de hoofdoorzaken voor de huidige malai
gezocht moeten worden in de homosexualiteit en het communisme. Gf
loofshelden hebben in het verleden, zo lees ik, Kerk en Staat gedie
door hun redenaarstalent en godsvrucht. Ook de volgorde is van
Vereniging. "Boodschappen" zijn vaak interessante lektuur. Niet alt
helpen ze verder. De meeste boodschappen die op die manier bij mij b
nenkomen hebben iets krampachtigs. De schrijvers kunnen hun o?
dekkersvreugde nauwelijks bedwingen en zien daarbij over het hot
dat 't allemaal al zo vaak gezegd is. Hoe dichter bij de nuchterheid v
het Woord hoe beter de boodschappen; dat is wel mijn ervaring,
boodschappen van dat Woord heb ik trouwens lang nog niet alle wot
voor woord gespeld. En voorzover dat wel gebeurde gaven ze mij
zicht. Zoals trouwens beloofd was.
We lezen vandaag: 2 Samuël 2414; 810.
DEN HAAG De redering is van
mening, dat de woorden „bij de gra
tie Gods" in het formulier van afkon
diging der wetten gehandhaafd moe
ten blijven. In antwoord op schrifte
lijke vragen van de kamerleden
Roethof, Franssen eh Van Ooyen (al
len PvdA) heeft premier Biesheuvel
meegedeeld, dat niet ingegaan wordt
op het verzoek om die woorden, die
voorkomen na de woorden „Wij Ju
liana" te schrappen.
Het gebruik van de woorden „bij
de gratie Gods" is volgens de premier
inderdaad niet gebaseerd op enig
wettelijk voorschrift. Staatsrechterlij
ke betekenis is er niet aan verbon
den, aldus premier Biesheuvel.
Kwartet - Trouw
De Rotterdammer
Nieuwe Haagse Courant
Nieuwe Leidse Courant
Dordts Dagblad
Trouw
Commissie van hoofdredactie:
J. de Berg (voorzitter),
H. P. Ester, G. J. Brinkman,
J. van Hofwegen.
i - a m<;
Van een onzer verslaggevers
DRIEBERGEN De hervormde synode zal aan de raad van kerken doen weten dat zij niet1
gelukkig is met de proeve van beginselverklaring. Zij vindt dat deze te weinig recht doet aan het
werk van de vroegere oecumenische raad. te eenzijdig de taak van de kerk in de wereld be
nadrukt en te zeer de heilsgeschiedenis en de geschiedenis der mensheid vereenzelvigt.
Van de classes die allemaal de proeve om commentaar
toegezonden kregen, hebben er nauwelijks twintig ge
reageerd waarvan slechts twee positief. Ouderling prof.
dr. A. D. de Pater uit Den Haag en -ds. W. Kalkman
wilden zelfs een verklaring van de synode dat deze
zich niet achter de proeve stelde. Daarop kwam ds.
Landsman snel duidelijk maken, dat het slechts een
proeve was en helemaal geen stuk dat getekend moest
worden, zei hij. Het was hem opgevallen dat ook uit
andere ledenkerken van de raad goeddeels dezelfde kri
tiek op de proeve was losgekomen.
Overigens kwam de kritiek in de hervormde synode
wél uit heel verschillende overwegingen voort. Stelde
«bijvoorbeeld prof. De Pater tegenover de proeve, dat
„de kennis van de wil van God een andere bron heeft
dan de gezamenlijke dienst aan de wereld", mevrouw
C. BuismanVan Dam, die namens de AKV het woord
voerde bleek toch veel meer in het klimaat van de
proeve te zitten door te zeggen, dat „belijdende uit
spraken van de kerken in de raad pas kunnen vallen
naar aanleiding van concrete samenwerking". De laatst
genoemde had erg veel bezwaar tegen het hanteren
van zo'n mini-belijdenis als de proeve lijkt te zijn ge
worden dat werkt alleen maar belemmerend en zou kun
nen gaan functioneren als een soort voorwaarde om
mee te mogen doen. Het wekt weerstanden juist van
die delen van de kerk die men hard nodig heeft. „Het
telkens opnieuw in het midden werpen van theologische
studeerkamerstukken vervreemdt de gemeenteleden
Het uitgangspunt van raad is voldoende om met elkaar
verder te. gaan, daarnaast zijn er alleen enige spelregels
no„dig", aldus deze visie uit de AKV. Het was een fraaie
onderstreping van wat ds. D. H. Scholten uit Eindho
ven al had gevraagd: „Is er dan echt iemand die nog niet
weet waarom die raad bestaat, dat er zo'n proeve voor
moet worden rondgestuurd en besproken? Laten we
toch even gauw constateren dat de raad zoals in de
pre-ambule staat gestalte wil geven aan de éne Kerk
van Jezus Christus, punt uit. En laten we dan aan het
werk gaan inplaats van elkaar stukken te blijven stu
ren en daar weer bezwaren op te schrijven", ver
zuchtte ds. Scholten.
Ds. T. H. L. Beernink uit Hengelo was de enige die
gewoon blij was met de proeve, en in deze kritiek erop
zag hij „de neiging om eindeloos het eigen dogmatische
nest op te zitten schudden, zoals dat typisch is voor de
neslblijvers in de vogelwereld, maar bepaald niet voor
de nestvlieders". En dat laatste zouden de kerken vol
gens hem moeten zijn. Van de raad voor het verband met
andere kerken die het woord voerden, prof. Berkhof,
prof. Bronkhorst, dr. Nijenhuis, dr. Van Andel en ds.
Landsman, was er niemand die de proeve in verdedigingbo
nam, al wilden allen wèl het theologisch niveau ervan
erkennen.
„U moet niet vergeten, dat de raad van kerken op
het ogenblik niet meer dan een overleg-orgaan voor
moderamina is", zei prof. Bronkhorst. „Het plan-Beker)
waar de vroegere oecumenische raad zijn bèstóan *n
mee afsloot, was niet haalbaar vanwege zijn verplich
tende karakter. En wat nu de in 1970 benoemde secre
taris prof. dr. H. M. Fiolet in deze proeve doet is dat!
verplichtende karakter weer naar boven halen. Daar d
ben ik hem dankbaar voor", aldus prof. Bronkhorst. d
De proeve weerspiegelt in sterke mate de achtergronc
van prof. Fiolet en die ligt vooral op het gebied van de
oecumenische actie. En hij gaat volgens prof. Bronk
horst te veel uit van het oude maar achterhaalde woorc
van de Life and Work-conferentie van Stockholm, da!
„de leer verdeelt en de actie verenigt". Dr. B. Nijenhuis
wilde de synode er overigens graag aan herinneren dal
zij niet kan volstaan met nee te zeggen. „Er wordt
gevraagd naar onze eigen inbreng in deze discussie!
Dan zal daarin ook veel van de tot nu toe opgedanq
ervaring in de oecumenische beweging moeten mee-;
spreken. De proeve doet ook naar ds. Nijenhuis' smaak
wel erg triumfalistisch ten opzichte van de vorigi
periode. Dat treft temeer omdat de Raad van Kerke»
zelf uit een compromis geboren is. En nu na vier jaaB
moet de Raad nog altijd bewijzen dat hij werkelijk
een stap vooruit is. De oecumenische raad van weleer
bracht tenminste van zijn besprekingen nog publiek
verslag uit, maar van wat er allemaal binnen déze raac
aan de orde komt hoort nooit iemand iets. De raad zoi
kunnen beginnen met zijn deuren eens open te doei
voor de pers, aldus dr. Nijenhuis. De brief rnet kritiek
op de proeve zal van de Camegielaan in Den Haaj
naar de Maliebaan in Utrecht worden verzonden ei
naar ds. Landsman verzekerde zal het gesprek wordei
voortgezet, maar niet alleen op basis van deze proeve
die de kerken te veel onder het juk van de wet drijft v']
Uit deze woorden zou kunnen worden afgeleid dat d< c
voorzitter van de raad voor het verband met ander»
kerken het verplichtend karakter van de proeve ietwau
minder waardeert dan prof. Bronkhorst.
«ge
Ge
De synode verwerkte dinsdagavond ook nog
deel van een rapport van de AKV over de kerkelijk»
financiën, gebouwen, het onderricht en de informatie
Zij deed dat aan de hand van de aanbevelingen die,
naar aanleiding van deze rapporten aan haar waren
gedaan. Ten aanzien van de financiën luidt bijvoorbeelc
de conclusie dat er spoed geboden is bij de uitvoerini
van een beleidsplan voor de kerkelijke financiën. Maai
een van de obstakels daarvoor werdi onder woorden ge
bracht door ds. Landsman die erop wees dat nog altijc
slechts de helft van het aantal colleges van kerkvoogdei
zich onder het nieuwe toezicht heeft willen stellen ei
de anderen de verworvenheden van de nieuwe kerk
orde niet willen aanvaarden en zich daarmee ook aar
de solidariteit onttrekken. Tegenover de door ds. W
Kalkman benadrukte autonomie van de plaatselijke ge
meente stelde mr. G. van Maanen namens de AKV, da
dit ook de autonomie van de rijke man zou kunnei
zijn om de arme Lazarus voor zijn deur te laten kre-
peren. Het beginsel van de autonomie kan er zelfs to»
dienen om te verdedigen dat de éne gemeente zijn pre
dikant van een dure bungalow voorziet terwijl dj
aangrenzende gemeente een hoognodige predikants-1
plaats moet laten varen, zo zei hij.
LI
IV