VAIENTIJN: WRAAK VOOR SAPPORO Martin Koek naar Australië Cios: actie tegen slechte accommodaties Doping garandeert geen overwinning Hkunott Jan Krekels tot winnaar uitgeroepen Mr Boze voetballers een vermaak voor kwart van kijkers i. Sprinter staat voor moeilijke keuze Twee derde plaatsen voor Ard Schenk Geschil vollevbal bijgelegd Kleine winst AC Milan: 2-0 DONDERDAG 24 FEBRUARI 1972 Van onze speciale verslaggever ESKILSTUNA Het wereldkampioenschap sprint in Eskilstuna moet voor Jos Valentijn een strafexpeditie worden, een straf expeditie tegen de keuzeheren van het Nederlands Olympisch Comité, die hem, het negentienjarige sprinttalent uit Ter Aar, na ampel beraad niet capabel achttten om te worden opgenomen in de ploeg voor de Spelen in Sapporo. In Eskilstuna wil Jos Valentijn het bewijs leveren dat 't NOC na het Europese kampioenschap in Davos een onjuiste beslissing nam. „Dit sprintkampioenschap be schouw ik als een wraakoefening. Ik wil aantonen dat het NOC een onjuiste beslissing nam, maar ik rijd deze wedstrijd niet in de eerste plaats voor het NOC, ik doe 't vooral voor mij zelf." Het resultaat van deze wedstrijd is bepalend voor de schaatstoekomst van Valentijn. „Ik heb mijzelf be paalde voorwaarden gesteld. Als in deze wedstrijd blijkt dat er perspec tieven zijn voor mij'als sprinter, dan ga ik door met sprinten. Blijkt ech ter het tegendeel dan zal ik mij weer op het klassementsrijden wer pen, want dat trekt mij toch nog altijd meer. Daarin vind je ook naar buiten toe veel meer erkenning dan bij het sprinten". Valentijn hij studeert evenals Schenk, Nooitgedacht en Nottet fy siotherapie maakte vier jaar gele den al deel uit van de jeugdploeg van Egbert van 't Oever. Niet de sprint, maar de all-round klasse trok hem het meest. Zijn opvallende suc cessen op de korte afstand waren voor KNSB en NOC aanleiding hem aan het begin van dit seizoen te vra gen zich op de sprint toe te leggen. De KNSB wilde dolgraag een verte genwoordiger op de korte afstand naar Sapporo sturen. Valentijn: „Al leen vanwege dat reisje naar Japan, naar de Olympische Winterspelen heb ik het klassementsrijden laten schieten. De Spelen meemaken, dat leek mij geweldig." Val Valentijn werkte met veel ijver aan een ijzeren basisconditie. Al vanaf mei van het vorig jaar trainde hij met de andere kernploegleden bij Henk Gemser. Tijdens het Ne derlands kampioenschap verspeelde hij door een val zijn kansen op de titel. In de periode na dat kam pioenschap bewees Valentijn als sprinter grote mogelijkheden te heb ben. Hij verbeterde zijn persoonlijke record aanzienlijk. Zijn 40,2 op de 500 meter drukte hij naar 39.44 en zijn 1.22,8 op de 1000 meter verbeter de hij tot 1 20,01. Dat gebeurde tij dens de trip die hij met Bazen en Hoekstra naar Cortina d'Ampezzo en Madonna di Campiglio maakie. Jor- rit Jorritsma ging toen mee als bege leider. Jos Valentijn: „Dat is mij uitste kend bevallen. Jorritsma heeft mij op veel fouten gewezen en het v taat kwam tot uiting in een flinke verbetering van de persoonlijke re cords". Het NOC was na die trip nog niet overtuigd van de mogelijkheden van Valentijn in Sapporo. Het Sui- kertoernooi dat in Nederland werd afgewerkt telde mee. Valentijn: „De tijden die daarbij werden g*- werden vergeleken met de Davos- en Inzell-tijden. Dat is natuurlijk belachelijk." De troostprijs voor Ba zen en Valentijn voor dit niet uit zenden naar de Spelen in Sapporo waS" een trip naar Inzeil. „Dit keer ging er echter geen begeleider mee. We moesten het zelf maar uitzoeken. Eén week gaat dat wel, maar de tweede week merk je het wel als je niemand iiebt die op je fouten wijst. De hele voorbereiding is verre van ideaal geweest en dan wordt er nu opeens verwacht dat je wel hard zult rijden. Na dat Suikertoernooi hebben de sprinters geen echte wed strijd meer gereden. Als je een beet je vorm wilt hebben, moet je toch regelmatig op de piste komen, an ders kun je het wel vergeten." Jos Valentijn maakte in de perio de Jorritsma grote vorderingen: „Toen ik begon had ik verschrikke lijk veel fouten. Ik zette mijn rech terbeen verkeerd neer en ik zat te hoog. Die fouten werden er uitge haald. Maar daar moet steeds op ge wezen worden. Als dat gebeurt rijd ik ook niet zo geforceerd. Op het Nederlands kampioenschap werd die val veroorzaakt door het feit dat de bewegingen te ongecoördineerd wa ren. Het ging echt te geforceerd. Ik denk nog te vaak aan dat sprinten en dat is volkomen fout. Sprinten is een vorm van automatisme. Het is een zenuwenwerk waarbij je er ech ter wel vóór moet zorgen dat je die zenuwen de baas blijft. Daarin is Olympisch kampioen Erhard Keiler 'n echte meester." Jos Valentijn heeft dit seizoen veel geleerd. Geleerd vooral van Leen "Pfrommer en Jorrit Jorritsma. „In die week en in Madonna en Cor tina werden de fouten er volkomen uitgehaald. Maar daarna verviel ik weer in dezelfde fouten. Vandaar dat het toen ik vorige week met de ploeg in Hamar zat weer allerbe roerdst ging. Wanneer ik weer enke le dagen onder deskundige leiding heb getraind gaat het weer een stuk beter." Voor Jos Valentijn hoeven er in de huidige voorbereidingen geen grote wijzigingen te worden gebracht om een bijna ideale situatie te scheppen. „Ik vind het fijn om tijdens de con ditie-training met de kernploeg op te trekken. Van half oktober tot half december zouden de sprinters een speciale techniektraining moeten ondergaan en daarna naar snelle ba nen als Inzeil of Davos afreizen. Sprinters moeten het hele circus kunnen meemaken. Als Jorrit Jor ritsma dan bovendien nog als bege leider zou meegaan is het helemaal voor elkaar. Wedstrijden en nog eens wedstrijden vormen de basis voor een eventueel succes". Het sprinten heeft ook buiten de gevestigde schaatsnaties toekomst. In Japan en Amerika genieten de korte flitsende racgs veel meer be langstelling dan de all-roundwed- strïjden. Jos Valentijn: „De sprint trekt publiek. Een 5 of 10 kilometer is helemaal niet zo leuk voor de supporters. Maar als je een wed strijd hebt met een stuk of 10 top- sprinters heb je een echt circus. De sprint bevat alle ingrediënten van een publieke SDort. Je hebt de dra matiek van het vallen, van de mis slagen en van de opwindende snel heden". In Nederland staat de sprint nog in de kinderschoenen. Af en toe stelt de KNSB pogingen in het werk om de belangstelling van het publiek voor deze wedstrijden te stimuleren. Te vaak echter vormt de sprint het bijnummer voor een all-round wed strijd. En het Suikertournooi was meer een anti-propaganda dan een middel om meer mensen naar de korte races te lokken. Valentijn: „Börjes en König hebben gezworen niet meer naar Nederland te komen. En dat is begrijpelijk als je weet dat de eerste prijs in het totaalklasse ment na vier wedstrijden van het Suikertoernooi niet meer bedraagt dan 75 gulden. E-an kun je echt wel inpakken". Internationaal valt de kwaliteit van de sprintprestaties ook nog ste vig te verbeteren. Het instellen van een officieel wereldkampioenschap door de ISU dit jaar in Eskilstuna voor het eerst kan tot gevolg hebben dat meer schaatsers zich gaan spe cialiseren. En dat is hard nodig om het niveau te verbeteren. Want een tijd met een wereldrecord van 38 seconden rond is toch sterk vcor verbetering vatbaar. Conditie Jos Valentijn: „Als een sprinter in een wedstrijd een tijd rijdt van 38.6 en een all-rounder van 39.3 dan weet je gewoon dat het verschil te klein is. Het gat is dan te gering. Eigenlijk staat de hele sprint nog aan het begin. Neem een Börjes en Ove König. Het ontbreekt hun ge woon aan conditie. Ze rijden 400 meter en die laatste honderd meter klappen ze in elkaar. Je ziet hetzelf de nog veel sterker bij de Japan ners Het moet toch mogelijk zijn die 500 meter tot de laatste meter toe sterk te rijden". JOOP HOLTHAUSEN Spaarfonds Van der Kar stimuleert jonge sportmensen Van een onzer verslaggevers AMSTERDAM Martin Koek, ne gentien jaar en sinds kort een tennis ser die zich tot de nationale top mag rekenen, is één van de 23 jonge sportmensen die gisteren door het Sportfonds Leo van der Kar in de gelegenheid zijn gesteld zich in het buitenland (of soms in Nederland) verder te bekwamen en mogelijk net die stimulans te krijgen om tot de hoogste top door te dringen. Martin Koek, die eerst deze winter op het indoor-circuit in bredere kring van zich deed spreken, zal aan het eind van dit jaar in Australië een trai ningscircuit mogen volgen. Een unieke gelegenheid voor een toch niet meer zo jonge tennisser (hij is reeds te oud om dit jaar aan het Wimbledon-jeugdtoernooi te mogen deelnemen) om iets van de ervaring op te doen die Nederlandse tennissers zo node missen. De huidige top im- *mers is /internationaal gezien van zo geringe kwaliteit, dat de spelers in een buitenlands toernooi hoogst zel den in een hogere ronde dan de eer ste in actie behoeven te komen. Een dergelijk lot zou ook Martin Koek in Australië wachten, ware het niet dat aan de toernooien van dat circuit ook jeugdtoernooien zijn ge koppeld. En omdat daar Martin ver- lERLOVINGSRINGEN MET BRILLANT ..de grote mode, reedsv.a. 119.- BINNENWEG 45 J Van onze volleybalmedewerker AMSTERDAM De moeilijk heden tussen het hoofdbestuur en 6 de sectie technische zaken van de IT JE Nederlandse Volleybal Bond zijn MR grotendeels opgelost. De techni- Z sche sectie had bezwaren tegen J het feit dat het eerste team van Blokkeer het Nederlandse team zal vormen dat in april in Grie kenland om de Spring Cup speelt. I maar heeft deze bezwaren inmid- dels laten vallen. Aan de andere kant zal het hoofdbestuur van het NeVoBo voorlopig het beleid J van de technische sectie, die in J zijn geheel dreigde af te treden TÖNGSBERG (ANP) Drievoudig wereldkampioen Ard Schenk is bij internationale wedstrijden in Töngs- berg derde geworden op de 500 meter. Schenk noteerde een tijd van 41.7 sec. Winnaar werd de Noor- Roar Grön- - void in 40, 9 sec. Zijn landgenoot Björn Tveter eindigde in 41.5 sec als tweede. Eddy Verheyen werd met 42.2 sec zesde, Jappie van Dijk in 43,3 sec twaalfde en Wim Beukers veer tiende en laatste met een tijd van 44,7 sec. De 3000 meter leverde een overwin ning op voor Eddy Verheyen in de matige wedstrijd van 4.27.3. Ook hier eindigde Schenk als derde (4.28.5) achter Grönvold, die met 4.27.4 Ver heven net voor moest laten gaan. In het algemeen klassement eindigde Grönvold als eerste voor Schenk, Verheyen werd vierde. MADRID Het geharrewar over dé. officiële eindstand van de Ronde van Andalusië is eindelijk voorbij. En niet Gerard Vianen, maar Jan Kre kels is winnaar geworden van deze etappekoers, die begin vorige week eindigde. Vianen is zijn zege niet kwijtgeraakt omdat hij doping had gebruikt, maar omdat Cees Koeken stimulerende middelen had geslikt. Een contra-expertise van het urine monster van Koeken toonde nogmaals aan, dat de Nederlander verboden middelen had gebruikt. Koeken heeft een schorsing van een maand gekre gen, een boete van ruim 800 gulden en hij is teruggeplaatst naar de laat ste plaats in de eindrangschikking. Cees Koeken was winnaar geworden van de derde etappe, en hij is die eerste plaats ook kwijt geraakt. Jan Krekels is nu tot winnaar uitgeroe pen van de derde etappe. Hij kreeg in plaats van vijftien, dertig seconden bonificatie en passeert daardoor Ge rard Vianen in de eindrangschikking. Vianen had op Krekels een voor sprong van zeven seconden. NEW YORK (UPI) Leden van een Amerikaans medisch team, dat de atleten moet begeleiden die deze zo mer deel zullen nemen aan de Olym pische Spelen in München, zijn bij een onderzoek naar dopinggebruik tot verrassende conclusies gekomen. Een ervan was: er worden meer stimule rende middelen gebruikt door verlie zers dan door winnaars. „Het valt niet te bewijzen", aldus dr. Daniel F. Hanley, „dat je door iemand doping te geven ook meteen een winnaar van hem maakt. Maar er is voldoende be wijs, dat als je evenveel winnaars als verliezers gaat controleren, je meer doping zult aantreffen bij de verlie zers dan bij de winnaars. En dan is er natuurlijk nog het probleem, hoe je al die doping opspoort". Dokter Hanley is voorzitter van het medisch team voor de Spelen. Waar hij zijn proeven heeft gehouden wilde hij niet loslaten, maar wel maakte hij bekend dat hij doping-onderzoekingen heeft verricht tijdens de wielerwedstrijden op de Pan-Amerikaanse Spelen in 1967. Hanley duidde in zijn onderzoek steeds de nummers een. twee en drie aan als "winnaars". „Ik heb dat ge daan, omdat wanneer je je beperkt tot de eerste drie, iedereen ejrvan overtuigd raakt, dat topprestaties en doping enige samenhang vertonen." Dr. Hanley, die zijn onderzoekingen nog niet heeft afgesloten, gelooft ook niet dat je door het slikken van vita mine-preparaten winnaar wordt van een wedstrijd. „We hebben atleten ook vragen gesteld over vitamine preparaten, maar daarvoor geldt het zelfde als voor doping, het maakt nog geen winnaar van een sportman". Tijdens de Winterspelen in Sapporo stond Hanley aan het hoofd van een uit tien man bestaand medisch team, dat de Amerikaanse ploeg begeleidde. Daar kwam nij tot de volgende con clusie: „Doping-gebruik bestaat bijna niet bij de deelnemers aan winter sporten". Dokter Hanley is het ook niet eens met een groep Britse ge leerden, die bepaalde spier-verster- kende middelen bij gewichtheffers hebben geprobeerd en tot conclusies kwamen die Hanley nog zeer "voor barig" noemde. „Als die produkten inderdaad werkten en dus kampioe nen produceerden, dan zouden er we kelijks gewichthefrecords gebroken moeten worden, terwijl ook de krachtnummers bij atletiek steeds nieuwe records zouden kennen. Dat is niet het geval. Randy Matsons we reldrecord kogelstoten staat al sinds 1967. Dat is erg lang, als er inderdaad dozen met spierversterkende midde len zijn geslikt door atleten". Als voorbeeld van zijn stelling, dat doping-gebruik geen overwinning ga randeert. haalde Hanley de wieier- nummers op de Pan-Amerikaanse Spelen van 1967 aan. Acht maal werd er tijdens de wegwedstrijd een cou reur betrapt op het gebruik van sti mulerende middelen. Drie gevallen werden geconstateerd bij wat Hanley noemt "winnaars" (overigens was daarbij geen enkele gouden medaille winnaar). In twee andere wielereve- nementen tijdens die wedstrijden werd bij de "verliezers" een nog ho ger percentage dopinggebruikers ge constateerd. Daarbij waren coureurs die vijfde werden, maar ook anderen die niet verder kwamen dan een 14e, 22e of zelfs 31e plaats. moedelijk ook geen langer leven zal zijn beschoren, ligt tijdens zijn trip het accent op de training. Zoals nu ook de Tsjech Jan Kukal, tijdelijk oefenmeester van de nationale selec tie, tijdens het komende circuit aan Rivièra zal meereizen om op de speel-vrije dagen de spelers toch Iets nuttigs om handen te geven; zo zal ook Martin Koek in Australië zo veel mogelijk aandacht krijgen. Martin Koek: „Ik train momenteel bij Stan Edwards in Amsterdam. Na de mid delbare school doe ik nu niets anders dan een uur of dertig in de week trainen op de baan. En Stan, de broer van Vic. Edwards, heeft me beloofd dat ik in Australië alle medewerking krijg. Er tussendoor zal ik mogelijk ook door Vic Edwards worden ge traind". En Vic Edwards is de grote Australische „kampioenen-maker". Zijn laatste pupil is Wimbledon-kam- pioene Evonne Goolagong. Een trip die Martin Koek (hij ver sloeg deze winter nationaal kampioen Fred Hemmes) ongetwijfeld veel zal leren. De vraag blijft echter: hoeveel? Want Martin Koek reist af op een leeftijd waarop de meeste leden van het reizend tennisvolk (een vijftig zestig spelers waarvan Tom Okker een der sterksten is en waarvan onze andere vaderlandse tennissers mijlen ver verwijderd zijn) reeds iets had den bereikt. Behaalden de groten, zoals een Ken Rosewall die al meer dan twintig jaar aan de top staat, immers niet op jeugdiger leeftijd le gendarische overwinningen? Komt de uitzending van Martin Koek mogelijk niet te laat; had de bond niet eerder het initiatief moeten nemen? Martin Koek: „Ach. wanneer komt er geld? Over het algemeen pas wanneer je iets hebt gedaan, hebt verrast". Het sportfonds Leo van der Kar heeft de volgende jonge sportlieden in de gelegenheid gesteld trainings cursussen te volgen: Atletiek: Annemieke Bouma (15). 7 a 10 dagen naar de Westdeutsche Sporthochschule in Keulen (WDld); Elna Schalk (17); training in de DDR. Biljarten: J. Bongers (15), B. Gouw stra (18), T. Honing (17), P. de Jong (17): vier weekeinden in het Biljart- centrum van de KNBB trainen onder leiding van Hans Vultink. Cricket: Henny van Wijk (18). Ba rend Stel (19): twee weken naar de Groundstaff van de Cricket en Coun try Club Sussex (Eng). Turnen: Ans Dekker (16), Ikina Morsch (15), Margo Velema (16): 12 dagen naar de Ruhr Universitat in Bochum (WDld), training onder lei ding van Caius Jianu. Paardensport: Marjan Lakke (16): training in Engeland onder leiding van Stillwell. Roeien: iHarald Punt (20), Rien Koert (20): een week naar de Ratze- burger Hochschule in Ratzeburg (WDld). Kunstrijden: Sophie Verlaan (14): 4 weken trainingskamp in Füssen (WDld). Schermen: Maarten Siffels (16): drie weken naar Melun (Fr), training onder leiding van maitre Revenu. Tennis: Martin Koek (19): trai ningscircuit in Australië. Wielrennen: Alex Bongers (17), Ad Dekkers (18): seizoentraining op de wielerbanen van Amsterdam en Rot terdam. Zwemmen (schoonsDringen): Gerry Buis (19), Miriam Hoffer (17). Lia Mo lenaar (17), Rob Voorbij (20): 5 dagen trainingskamp in Londen. blijven steunen. Dit betreft voor- 1 al het zo goed mogelijk laten ver lopen van de trainingen. Hierme- i de zijn de geschillen praktisch bijgelegd. MILAAN (ANP) In de eerste wedstrijd voor de kwartfinales van het toernooi om de UEFA-Cup heeft A.C. Milan gisteravond op eigen ter rein met 20 gewonnen van het Bel gische Lierse SK. Deze stand was bij de rust reeds bereikt. De doelpunten werden gemaakt door Rivera (30ste minuut, strafschop) en Bigon (43ste minuut). Van onze sportredactie AMSTERDAM Van het Neder landse publiek behoort 92 pet. tót degenen die in zoverre in sport zijn geïnteresseerd dat zij via televisie, radio en pers kennis nemen van z sportgebeurtenissen. De geliefdste tak van sport om naar te kijken en te luisteren of om over te lezen, is voetbal (60 pet.). Schaatsen staat op de tweede plaats (20 pet.), gevolgd door oaardesport (4 pet.), zwemmen (3 pet.), boksen 2 pet., autosport en judo 1 pet. Van de drie media mag de televi sie zich in de meeste belangstelling van de sportliefhebbers verheugen. Zo zei 11 pet. nooit naar sport op de televisie te kijken, 21 pet. nooit over sport in de krant te lezen en 55 pet. zei er nooit op de radio naar te luisteren. Deze cijfers komen naar voren uit een onderzoek, dat de afdeling Studie en Onderzoek van de NOS heeft verricht naar meningen en feiten over voetbal op de televisie. Het onderzoek werd Perricht onder 496 Nederlanders van 15 jaar en ouder. De stelling: voetbal is amuse ment, mag in sportkringen dan ge accepteerd worden, het publiek denkt nog in andere termen: IS pet. van de kijkers beschouwt een wed strijd als een amusementsprogram ma en 74 pet .rangschikt de wed strijd onder de sportprogramma's. Wat de verruwing van het voet bal betreft een onderwerp dat en kele trainers in Nederland nogal bezig houdt: het merendeel van de kijkers (69 pet.) ziet het liefst een volledig sportieve ontmoeting; 20 pet. ziet graag zo nu en dan een incidentje en 11 pet. meent dat het er niet toe doet. De waardering van schermutselingen en andere vuist gevechten op het voetbalveld ligt iets anders: 24 pet. verheuat zich in beelden van boze spelers die elkaar te lijf gaan en 65 pet. prefereert een wedstrijd zonder vechtpartijen. Voetbal voor de Europa Cup is het meest in trek (65 pet.); slechts 3 pet. vindt de nationale competitie interessanter. Voor 31 pet. maakt het geen verschil. Ruim de helft van de ondervraagde kijkers w'oont liever een voetbalwedstrijd zelf bij dan ernaar op de televisie te kijken (58 pet.); een derde blijft echter lie ver thuis voor de buis. (33 pet.). HAARLEM De leerlingen van het Centraal Instituut voor de Opleiding van Sportleiders (CIOS) hebben gisteren het tweede deel van hun actie uit gevoerd: op de Grote Markt in Haarlem hebben zij gisteren een alternatieve sportdemonstratie gehouden. Met deze actie willen zij hun protest tegen de misera bele opleidingsaccommodaties van de twee instituten in Over- veen en Arnhem kracht bijzetten. De leerlingen zijn tot actie overge gaan omdat, zoals actieleider André de Kruijf het zegt, jarenlange erva ringen hebben geleerd dat normaal overleg en legale acties geen enkel resultaat hebben. De acties worden gesteund door de directeuren J. P. Raaijmakers van het ClOS-Overveen en H. J. van der Hoek van het CIOS- Arnhem. Vóór de demonstratie in Haarlem waren de leerlingen vorige week reeds tot actie overgegaan. Al een week worden prikstakingen ge houden; de meisjes in Arnhem zijn daar deze week ook mee begonnen. Hiermee echter is nog geenszins een eind gekomen aan de akties. Vol gende week dinsdag wordt de mi nister van onderwijs uitgenodigd voor een open discussie. Indien er geen duidelijke toezeggingen komen, wordt cp 2 maart een begin gemaakt met het omkappen van de bomen op het landgoed waar het ClOS-Overveen is gehuisvest. De Kruijf: „Men zegt dat de bouw van een nieuwe sportzaal zoveel geld kost, welnu: als wij vast ruimte maken, .helpen we ze een beetje". Op 8 maart wordt „de oude rom mel" (het sportmateriaal) naar Den Haag opgestuurd. In die periode ook worden tijdens grote sportmanifesta ties enkele opvallende akties gevoerd. Dan is er de Groningse zesdaagse en spelen Ajax en Feijenoord hun Euro pese bekerwedstrijden. Op 15 maart wordt in Enschede in samenwerking met de studenten van de TH een al ternatief CIOS gesticht. Van 22 maart tot en met 29 maart wordt een week gestaakt. In die pe riode wordt een estafette naar Een Haag gehouden. De lopers geven el kaar dan een ultimatum door, dat uiteindelijk bij onderwijsminister Van Veen moet komen. In die week wil men ook het minis terie binnendringen om de adminis tratie te helpen. De Kruijf: „Omdat het zo lang duurt voordat je wat hoort kunnen ze wel hulpkrachten gebruiken lijkt me". De leerlingen van het CIOS gaven gistermiddag op de Grote Markt in Haarlem een alternatieve sportdemonstra tie, ter ondersteuning van hun aktie voor betere accommodaties. Het CIOS in Overveen maakt in derdaad een vervallen indruk. Niet één accommodatie voldoet aan de eisen. De tennisbaan bijvoorbeeld is een stukje gravel met een muurtje waarop met krijt een het is getekend. Het voetbalveld bestaat uit een hob belig veldje waarop één draagbaar doel en zestig meter verder twee bo men die toevallig zo'n meter of zes uit elkaar staan; een oude garage doet dienst als lokaal voor de zelfver- dedigingssporten; een sporthal, waar de leerlingen dan nog tevreden over zijn. heeft de belachelijke afmetingen van 15x30 meter en is dus ongeschikt voor zaalhandbal en tennis. De vloer is echter ongeschikt om volleybal op te spelen. Er zijn drie schamele leslokaaltjes. Al even schamel doen de slaapkamers aan, waar in stapelbedden vijf tot tien mensen per kamer slapen. En een voorbeeld van ondoelmatigheid: voor 66 leerlingen zijn op de tweede etage van het hoofdgebouw twee kleedkamers, de douches zijn drie verdiepingen lager; in het souterrain. De heer H. J. van den Hoek, direc teur van het CIOS-Arnhem (meisjes) zegt: „Bij ons is het nog slechter. Daar verzucht men: waren we maar zover als Overveen, dan hadden we tenminste iets. De gebeurtenissen rondom een te bouwen turnzaal illustreren hoe er in de laatste tien jaar met het CIOS is gesold. Voor een groot deel is dat te rug te voeren tot de traditionele on- derwaarderig bij het Rijk van alles wat met lichamelijke opvoeding en ontwikkeling te maken heeft. In 1956 werden de eerste plannen gemaakt voor de bouw van overdekte sportac commodaties. De gedachten gingen toen uit naar een ruime spel- en sportzaal, een specifieke turnzaal en een zelfverdedigingszaal. Vervolgens was er dringend behoefte aan een bijgebouw voor theorielessen en re creatie. In mei 1962 werd een sport zaal en een les- en recreatiegebouw voltooid. De toenmalige staatssecreta ris Scholten kondigde toen aan dat spoedig met de bouw van de overige projekten met name de tumhal zou worden begonnen. Echter: een con flict over de afmetingen van het bij behorend berglokaaltje het CIOS vraagt aanpassing aan de speciale be- eens waren, kwam er een bestedings beperking. Dit betekende opnieuw uitstel van twee jaar. In 1965 ging het landgoed waarop het CIOS is gevestigd over naar staatsbosbeheer. Uit oogpunt van landschappelijke aard verbood deze instantie de bouw van de turn- hal toen er ldter toch geld vrij kwam. Directeur Raaijmakers: „Dit werd ge voeld als tegenwerking." Eind 1968 kwam de toenmalige minister Schut op werkbezoek eri hij suggereerde dat verdere uitbreiding helemaal niet haalbaar zou zijn. Nog een jaar later kwam van de kant van de Neder landse Sportfederatie de suggestie om het hele instituut samen met dat van Arnhem over te plaatsen naar Papen dal. Op 17 februari 1969 vond een ge sprek plaats met alle betrokken in stanties. Toen bleek, dat de provincie Noord-Holland het instituut binnen zijn provinciegrenzen wilde houden, dat de bouw van een turnzaal wel toegestaan kon worden, dat bebou wing van het ClOS-terrein eigenlijk niet paste in de provinciale bestem- hoefte van een opleidingsinstituut jningsplannen en dat als alternatief werkte vertragend. Toen de ambtena- wel gebouwd zou kunnen worden op ren van Onderwijs het met het CIOS een stuk grond van 10 ha. in Heem stede met mogelijkheden tot medege bruik van de gemeentelijke sportac commodaties. Op 18 augustus deelden de heer W J. M. Weeber van de afdeling sociaal pedagogisch onderwijs en door de in specteur van die afdeling de heer C. A. R. Graaumans mee dat er op vrij korte termijn één gecombineerd CIOS (Overveen en Arnhem) bij Papendal gebouwd gaat worden. Maar er is nog steeds niets gebeurd. Waar de stagnatie zit is moeilijk te achterhalen. NSF wacht op brieven van onderwijs, onderwijs wacht op brieven van de NSF, zegt de heer Raaijmakers. Hij heeft wel sterke aanwijzingen, vindt hij: „De hoofdaf deling bouwzaken is verantwoordelijk voor deze stagnatie. E-e nieuwe direc teur heeft me gezegd dat de afdeling Bouwzaken zich in de toekomst niet meer met het beleid van het ministe rie zal bemoeien, maar uitsluitend zich met het bouwen zal bezig hou den." Lof heeft Raaijmakers voor de ook al nieuwe directeur van de dienst Beroepsgericht Vormend Onderwijs, de heer J. Th. Schelfhout. „Nadat hij van onze problemen hoorde heeft hij al binnen een week alle betrokken instanties bijeengeroepen om de zaak te bepraten." Desondanks zegt Raaij makers: „Maar als we hier rustig blijven zitten tot men gaat bouwen, vergeet het dan maar. Dan gebeurt er weer niets." Studenten en leiding hebben geen bezwaar tegen een samenvoeging en verplaatsing naar Papendal, toch blijft men liever in het westen. Er zijn sinds een, jaar intensieve contac ten met de gemeente Zoetermeer, die het CIOS een bijna ideale accommo datie biedt. Zoetermeer heeft drie terreinen aangeboden waaruit een keus moet worden gemaakt. De stu denten menen dat er in de randstad een eigen sportcentrum kan zijn Bo vendien vreest men dat Papendal, dat nu een bezettingspercentage van 55 heeft het CIOS gestreden voor verbe de problemen dan opnieuw beginnen. Maar beslissingen heeft Onderwijs nog steeds niet genomen. Tien jaar heeft het CIOS gestreden voor verbc tering van de accommodaties. Men vindt terecht dat mensen die later topsporters moeten opleiden en bege leiden op zijn minst goede studiemo gelijkheden moeten hebben. EHe zijn er beslist niet. De twee CIOS-sen zijn geheel afhankelijk van de welwil lendheid van de gemeenten waartoe zij behoren en de schoolbesturen. Bij hen hurem zij nu gymzalen en zwem- taden. Een onhoudbare situatie. Te recht nemen de ClOS-lcerlingen dat niet meer. FRITS SUER

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1972 | | pagina 13