VAIENTIJN: WRAAK VOOR SAPPORO
Martin Koek naar Australië
Cios: actie tegen slechte accommodaties
Doping garandeert
geen overwinning
Hkunott
Jan Krekels tot
winnaar uitgeroepen
Mr
Boze voetballers
een vermaak voor
kwart van kijkers
i.
Sprinter staat voor moeilijke keuze
Twee derde
plaatsen voor
Ard Schenk
Geschil
vollevbal
bijgelegd
Kleine winst
AC Milan: 2-0
DONDERDAG 24 FEBRUARI 1972
Van onze speciale verslaggever
ESKILSTUNA Het wereldkampioenschap sprint in Eskilstuna
moet voor Jos Valentijn een strafexpeditie worden, een straf
expeditie tegen de keuzeheren van het Nederlands Olympisch
Comité, die hem, het negentienjarige sprinttalent uit Ter Aar, na
ampel beraad niet capabel achttten om te worden opgenomen in de
ploeg voor de Spelen in Sapporo. In Eskilstuna wil Jos Valentijn
het bewijs leveren dat 't NOC na het Europese kampioenschap in
Davos een onjuiste beslissing nam. „Dit sprintkampioenschap be
schouw ik als een wraakoefening. Ik wil aantonen dat het NOC
een onjuiste beslissing nam, maar ik rijd deze wedstrijd niet in de
eerste plaats voor het NOC, ik doe 't vooral voor mij zelf."
Het resultaat van deze wedstrijd
is bepalend voor de schaatstoekomst
van Valentijn. „Ik heb mijzelf be
paalde voorwaarden gesteld. Als in
deze wedstrijd blijkt dat er perspec
tieven zijn voor mij'als sprinter, dan
ga ik door met sprinten. Blijkt ech
ter het tegendeel dan zal ik mij
weer op het klassementsrijden wer
pen, want dat trekt mij toch nog
altijd meer. Daarin vind je ook naar
buiten toe veel meer erkenning dan
bij het sprinten".
Valentijn hij studeert evenals
Schenk, Nooitgedacht en Nottet fy
siotherapie maakte vier jaar gele
den al deel uit van de jeugdploeg
van Egbert van 't Oever. Niet de
sprint, maar de all-round klasse trok
hem het meest. Zijn opvallende suc
cessen op de korte afstand waren
voor KNSB en NOC aanleiding hem
aan het begin van dit seizoen te vra
gen zich op de sprint toe te leggen.
De KNSB wilde dolgraag een verte
genwoordiger op de korte afstand
naar Sapporo sturen. Valentijn: „Al
leen vanwege dat reisje naar Japan,
naar de Olympische Winterspelen
heb ik het klassementsrijden laten
schieten. De Spelen meemaken, dat
leek mij geweldig."
Val
Valentijn werkte met veel ijver
aan een ijzeren basisconditie. Al
vanaf mei van het vorig jaar trainde
hij met de andere kernploegleden
bij Henk Gemser. Tijdens het Ne
derlands kampioenschap verspeelde
hij door een val zijn kansen op de
titel. In de periode na dat kam
pioenschap bewees Valentijn als
sprinter grote mogelijkheden te heb
ben. Hij verbeterde zijn persoonlijke
record aanzienlijk. Zijn 40,2 op de
500 meter drukte hij naar 39.44 en
zijn 1.22,8 op de 1000 meter verbeter
de hij tot 1 20,01. Dat gebeurde tij
dens de trip die hij met Bazen en
Hoekstra naar Cortina d'Ampezzo en
Madonna di Campiglio maakie. Jor-
rit Jorritsma ging toen mee als bege
leider.
Jos Valentijn: „Dat is mij uitste
kend bevallen. Jorritsma heeft mij
op veel fouten gewezen en het v
taat kwam tot uiting in een flinke
verbetering van de persoonlijke re
cords". Het NOC was na die trip nog
niet overtuigd van de mogelijkheden
van Valentijn in Sapporo. Het Sui-
kertoernooi dat in Nederland werd
afgewerkt telde mee. Valentijn: „De
tijden die daarbij werden g*-
werden vergeleken met de Davos-
en Inzell-tijden. Dat is natuurlijk
belachelijk." De troostprijs voor Ba
zen en Valentijn voor dit niet uit
zenden naar de Spelen in Sapporo
waS" een trip naar Inzeil. „Dit keer
ging er echter geen begeleider mee.
We moesten het zelf maar uitzoeken.
Eén week gaat dat wel, maar de
tweede week merk je het wel als je
niemand iiebt die op je fouten wijst.
De hele voorbereiding is verre van
ideaal geweest en dan wordt er nu
opeens verwacht dat je wel hard
zult rijden. Na dat Suikertoernooi
hebben de sprinters geen echte wed
strijd meer gereden. Als je een beet
je vorm wilt hebben, moet je toch
regelmatig op de piste komen, an
ders kun je het wel vergeten."
Jos Valentijn maakte in de perio
de Jorritsma grote vorderingen:
„Toen ik begon had ik verschrikke
lijk veel fouten. Ik zette mijn rech
terbeen verkeerd neer en ik zat te
hoog. Die fouten werden er uitge
haald. Maar daar moet steeds op ge
wezen worden. Als dat gebeurt rijd
ik ook niet zo geforceerd. Op het
Nederlands kampioenschap werd die
val veroorzaakt door het feit dat de
bewegingen te ongecoördineerd wa
ren. Het ging echt te geforceerd. Ik
denk nog te vaak aan dat sprinten
en dat is volkomen fout. Sprinten is
een vorm van automatisme. Het is
een zenuwenwerk waarbij je er ech
ter wel vóór moet zorgen dat je die
zenuwen de baas blijft. Daarin is
Olympisch kampioen Erhard Keiler
'n echte meester."
Jos Valentijn heeft dit seizoen
veel geleerd. Geleerd vooral van
Leen "Pfrommer en Jorrit Jorritsma.
„In die week en in Madonna en Cor
tina werden de fouten er volkomen
uitgehaald. Maar daarna verviel ik
weer in dezelfde fouten. Vandaar
dat het toen ik vorige week met de
ploeg in Hamar zat weer allerbe
roerdst ging. Wanneer ik weer enke
le dagen onder deskundige leiding
heb getraind gaat het weer een stuk
beter."
Voor Jos Valentijn hoeven er in de
huidige voorbereidingen geen grote
wijzigingen te worden gebracht om
een bijna ideale situatie te scheppen.
„Ik vind het fijn om tijdens de con
ditie-training met de kernploeg op
te trekken. Van half oktober tot half
december zouden de sprinters een
speciale techniektraining moeten
ondergaan en daarna naar snelle ba
nen als Inzeil of Davos afreizen.
Sprinters moeten het hele circus
kunnen meemaken. Als Jorrit Jor
ritsma dan bovendien nog als bege
leider zou meegaan is het helemaal
voor elkaar. Wedstrijden en nog
eens wedstrijden vormen de basis
voor een eventueel succes".
Het sprinten heeft ook buiten de
gevestigde schaatsnaties toekomst.
In Japan en Amerika genieten de
korte flitsende racgs veel meer be
langstelling dan de all-roundwed-
strïjden. Jos Valentijn: „De sprint
trekt publiek. Een 5 of 10 kilometer
is helemaal niet zo leuk voor de
supporters. Maar als je een wed
strijd hebt met een stuk of 10 top-
sprinters heb je een echt circus. De
sprint bevat alle ingrediënten van
een publieke SDort. Je hebt de dra
matiek van het vallen, van de mis
slagen en van de opwindende snel
heden".
In Nederland staat de sprint nog
in de kinderschoenen. Af en toe stelt
de KNSB pogingen in het werk om
de belangstelling van het publiek
voor deze wedstrijden te stimuleren.
Te vaak echter vormt de sprint het
bijnummer voor een all-round wed
strijd. En het Suikertournooi was
meer een anti-propaganda dan een
middel om meer mensen naar de
korte races te lokken. Valentijn:
„Börjes en König hebben gezworen
niet meer naar Nederland te komen.
En dat is begrijpelijk als je weet dat
de eerste prijs in het totaalklasse
ment na vier wedstrijden van het
Suikertoernooi niet meer bedraagt
dan 75 gulden. E-an kun je echt wel
inpakken".
Internationaal valt de kwaliteit
van de sprintprestaties ook nog ste
vig te verbeteren. Het instellen van
een officieel wereldkampioenschap
door de ISU dit jaar in Eskilstuna
voor het eerst kan tot gevolg hebben
dat meer schaatsers zich gaan spe
cialiseren. En dat is hard nodig om
het niveau te verbeteren. Want een
tijd met een wereldrecord van 38
seconden rond is toch sterk vcor
verbetering vatbaar.
Conditie
Jos Valentijn: „Als een sprinter in
een wedstrijd een tijd rijdt van 38.6
en een all-rounder van 39.3 dan
weet je gewoon dat het verschil te
klein is. Het gat is dan te gering.
Eigenlijk staat de hele sprint nog
aan het begin. Neem een Börjes en
Ove König. Het ontbreekt hun ge
woon aan conditie. Ze rijden 400
meter en die laatste honderd meter
klappen ze in elkaar. Je ziet hetzelf
de nog veel sterker bij de Japan
ners Het moet toch mogelijk zijn
die 500 meter tot de laatste meter
toe sterk te rijden".
JOOP HOLTHAUSEN
Spaarfonds Van der Kar stimuleert jonge sportmensen
Van een onzer verslaggevers
AMSTERDAM Martin Koek, ne
gentien jaar en sinds kort een tennis
ser die zich tot de nationale top mag
rekenen, is één van de 23 jonge
sportmensen die gisteren door het
Sportfonds Leo van der Kar in de
gelegenheid zijn gesteld zich in het
buitenland (of soms in Nederland)
verder te bekwamen en mogelijk net
die stimulans te krijgen om tot de
hoogste top door te dringen. Martin
Koek, die eerst deze winter op het
indoor-circuit in bredere kring van
zich deed spreken, zal aan het eind
van dit jaar in Australië een trai
ningscircuit mogen volgen.
Een unieke gelegenheid voor een
toch niet meer zo jonge tennisser (hij
is reeds te oud om dit jaar aan het
Wimbledon-jeugdtoernooi te mogen
deelnemen) om iets van de ervaring
op te doen die Nederlandse tennissers
zo node missen. De huidige top im-
*mers is /internationaal gezien van zo
geringe kwaliteit, dat de spelers in
een buitenlands toernooi hoogst zel
den in een hogere ronde dan de eer
ste in actie behoeven te komen.
Een dergelijk lot zou ook Martin
Koek in Australië wachten, ware het
niet dat aan de toernooien van dat
circuit ook jeugdtoernooien zijn ge
koppeld. En omdat daar Martin ver-
lERLOVINGSRINGEN MET BRILLANT
..de grote mode, reedsv.a. 119.-
BINNENWEG 45
J
Van onze volleybalmedewerker
AMSTERDAM De moeilijk
heden tussen het hoofdbestuur en
6 de sectie technische zaken van de
IT JE Nederlandse Volleybal Bond zijn
MR grotendeels opgelost. De techni-
Z sche sectie had bezwaren tegen
J het feit dat het eerste team van
Blokkeer het Nederlandse team
zal vormen dat in april in Grie
kenland om de Spring Cup speelt.
I maar heeft deze bezwaren inmid-
dels laten vallen. Aan de andere
kant zal het hoofdbestuur van
het NeVoBo voorlopig het beleid
J van de technische sectie, die in
J zijn geheel dreigde af te treden
TÖNGSBERG (ANP) Drievoudig
wereldkampioen Ard Schenk is bij
internationale wedstrijden in Töngs-
berg derde geworden op de 500 meter.
Schenk noteerde een tijd van 41.7 sec.
Winnaar werd de Noor- Roar Grön-
- void in 40, 9 sec. Zijn landgenoot
Björn Tveter eindigde in 41.5 sec als
tweede. Eddy Verheyen werd met
42.2 sec zesde, Jappie van Dijk in 43,3
sec twaalfde en Wim Beukers veer
tiende en laatste met een tijd van
44,7 sec.
De 3000 meter leverde een overwin
ning op voor Eddy Verheyen in de
matige wedstrijd van 4.27.3. Ook hier
eindigde Schenk als derde (4.28.5)
achter Grönvold, die met 4.27.4 Ver
heven net voor moest laten gaan. In
het algemeen klassement eindigde
Grönvold als eerste voor Schenk,
Verheyen werd vierde.
MADRID Het geharrewar over
dé. officiële eindstand van de Ronde
van Andalusië is eindelijk voorbij. En
niet Gerard Vianen, maar Jan Kre
kels is winnaar geworden van deze
etappekoers, die begin vorige week
eindigde. Vianen is zijn zege niet
kwijtgeraakt omdat hij doping had
gebruikt, maar omdat Cees Koeken
stimulerende middelen had geslikt.
Een contra-expertise van het urine
monster van Koeken toonde nogmaals
aan, dat de Nederlander verboden
middelen had gebruikt. Koeken heeft
een schorsing van een maand gekre
gen, een boete van ruim 800 gulden
en hij is teruggeplaatst naar de laat
ste plaats in de eindrangschikking.
Cees Koeken was winnaar geworden
van de derde etappe, en hij is die
eerste plaats ook kwijt geraakt. Jan
Krekels is nu tot winnaar uitgeroe
pen van de derde etappe. Hij kreeg
in plaats van vijftien, dertig seconden
bonificatie en passeert daardoor Ge
rard Vianen in de eindrangschikking.
Vianen had op Krekels een voor
sprong van zeven seconden.
NEW YORK (UPI) Leden van
een Amerikaans medisch team, dat de
atleten moet begeleiden die deze zo
mer deel zullen nemen aan de Olym
pische Spelen in München, zijn bij
een onderzoek naar dopinggebruik tot
verrassende conclusies gekomen. Een
ervan was: er worden meer stimule
rende middelen gebruikt door verlie
zers dan door winnaars. „Het valt
niet te bewijzen", aldus dr. Daniel F.
Hanley, „dat je door iemand doping
te geven ook meteen een winnaar van
hem maakt. Maar er is voldoende be
wijs, dat als je evenveel winnaars als
verliezers gaat controleren, je meer
doping zult aantreffen bij de verlie
zers dan bij de winnaars. En dan is
er natuurlijk nog het probleem, hoe
je al die doping opspoort". Dokter
Hanley is voorzitter van het medisch
team voor de Spelen. Waar hij zijn
proeven heeft gehouden wilde hij niet
loslaten, maar wel maakte hij bekend
dat hij doping-onderzoekingen heeft
verricht tijdens de wielerwedstrijden
op de Pan-Amerikaanse Spelen in
1967. Hanley duidde in zijn onderzoek
steeds de nummers een. twee en drie
aan als "winnaars". „Ik heb dat ge
daan, omdat wanneer je je beperkt
tot de eerste drie, iedereen ejrvan
overtuigd raakt, dat topprestaties en
doping enige samenhang vertonen."
Dr. Hanley, die zijn onderzoekingen
nog niet heeft afgesloten, gelooft ook
niet dat je door het slikken van vita
mine-preparaten winnaar wordt van
een wedstrijd. „We hebben atleten
ook vragen gesteld over vitamine
preparaten, maar daarvoor geldt het
zelfde als voor doping, het maakt nog
geen winnaar van een sportman".
Tijdens de Winterspelen in Sapporo
stond Hanley aan het hoofd van een
uit tien man bestaand medisch team,
dat de Amerikaanse ploeg begeleidde.
Daar kwam nij tot de volgende con
clusie: „Doping-gebruik bestaat bijna
niet bij de deelnemers aan winter
sporten". Dokter Hanley is het ook
niet eens met een groep Britse ge
leerden, die bepaalde spier-verster-
kende middelen bij gewichtheffers
hebben geprobeerd en tot conclusies
kwamen die Hanley nog zeer "voor
barig" noemde. „Als die produkten
inderdaad werkten en dus kampioe
nen produceerden, dan zouden er we
kelijks gewichthefrecords gebroken
moeten worden, terwijl ook de
krachtnummers bij atletiek steeds
nieuwe records zouden kennen. Dat is
niet het geval. Randy Matsons we
reldrecord kogelstoten staat al sinds
1967. Dat is erg lang, als er inderdaad
dozen met spierversterkende midde
len zijn geslikt door atleten".
Als voorbeeld van zijn stelling, dat
doping-gebruik geen overwinning ga
randeert. haalde Hanley de wieier-
nummers op de Pan-Amerikaanse
Spelen van 1967 aan. Acht maal werd
er tijdens de wegwedstrijd een cou
reur betrapt op het gebruik van sti
mulerende middelen. Drie gevallen
werden geconstateerd bij wat Hanley
noemt "winnaars" (overigens was
daarbij geen enkele gouden medaille
winnaar). In twee andere wielereve-
nementen tijdens die wedstrijden
werd bij de "verliezers" een nog ho
ger percentage dopinggebruikers ge
constateerd. Daarbij waren coureurs
die vijfde werden, maar ook anderen
die niet verder kwamen dan een 14e,
22e of zelfs 31e plaats.
moedelijk ook geen langer leven zal
zijn beschoren, ligt tijdens zijn trip
het accent op de training. Zoals nu
ook de Tsjech Jan Kukal, tijdelijk
oefenmeester van de nationale selec
tie, tijdens het komende circuit aan
Rivièra zal meereizen om op de
speel-vrije dagen de spelers toch Iets
nuttigs om handen te geven; zo zal
ook Martin Koek in Australië zo veel
mogelijk aandacht krijgen. Martin
Koek: „Ik train momenteel bij Stan
Edwards in Amsterdam. Na de mid
delbare school doe ik nu niets anders
dan een uur of dertig in de week
trainen op de baan. En Stan, de broer
van Vic. Edwards, heeft me beloofd
dat ik in Australië alle medewerking
krijg. Er tussendoor zal ik mogelijk
ook door Vic Edwards worden ge
traind". En Vic Edwards is de grote
Australische „kampioenen-maker".
Zijn laatste pupil is Wimbledon-kam-
pioene Evonne Goolagong.
Een trip die Martin Koek (hij ver
sloeg deze winter nationaal kampioen
Fred Hemmes) ongetwijfeld veel zal
leren. De vraag blijft echter: hoeveel?
Want Martin Koek reist af op een
leeftijd waarop de meeste leden van
het reizend tennisvolk (een vijftig
zestig spelers waarvan Tom Okker
een der sterksten is en waarvan onze
andere vaderlandse tennissers mijlen
ver verwijderd zijn) reeds iets had
den bereikt. Behaalden de groten,
zoals een Ken Rosewall die al meer
dan twintig jaar aan de top staat,
immers niet op jeugdiger leeftijd le
gendarische overwinningen? Komt de
uitzending van Martin Koek mogelijk
niet te laat; had de bond niet eerder
het initiatief moeten nemen? Martin
Koek: „Ach. wanneer komt er geld?
Over het algemeen pas wanneer je
iets hebt gedaan, hebt verrast".
Het sportfonds Leo van der Kar
heeft de volgende jonge sportlieden
in de gelegenheid gesteld trainings
cursussen te volgen:
Atletiek: Annemieke Bouma (15). 7
a 10 dagen naar de Westdeutsche
Sporthochschule in Keulen (WDld);
Elna Schalk (17); training in de DDR.
Biljarten: J. Bongers (15), B. Gouw
stra (18), T. Honing (17), P. de Jong
(17): vier weekeinden in het Biljart-
centrum van de KNBB trainen onder
leiding van Hans Vultink.
Cricket: Henny van Wijk (18). Ba
rend Stel (19): twee weken naar de
Groundstaff van de Cricket en Coun
try Club Sussex (Eng).
Turnen: Ans Dekker (16), Ikina
Morsch (15), Margo Velema (16): 12
dagen naar de Ruhr Universitat in
Bochum (WDld), training onder lei
ding van Caius Jianu.
Paardensport: Marjan Lakke (16):
training in Engeland onder leiding
van Stillwell.
Roeien: iHarald Punt (20), Rien
Koert (20): een week naar de Ratze-
burger Hochschule in Ratzeburg
(WDld).
Kunstrijden: Sophie Verlaan (14): 4
weken trainingskamp in Füssen
(WDld).
Schermen: Maarten Siffels (16):
drie weken naar Melun (Fr), training
onder leiding van maitre Revenu.
Tennis: Martin Koek (19): trai
ningscircuit in Australië.
Wielrennen: Alex Bongers (17), Ad
Dekkers (18): seizoentraining op de
wielerbanen van Amsterdam en Rot
terdam.
Zwemmen (schoonsDringen): Gerry
Buis (19), Miriam Hoffer (17). Lia Mo
lenaar (17), Rob Voorbij (20): 5 dagen
trainingskamp in Londen.
blijven steunen. Dit betreft voor-
1 al het zo goed mogelijk laten ver
lopen van de trainingen. Hierme-
i de zijn de geschillen praktisch
bijgelegd.
MILAAN (ANP) In de eerste
wedstrijd voor de kwartfinales van
het toernooi om de UEFA-Cup heeft
A.C. Milan gisteravond op eigen ter
rein met 20 gewonnen van het Bel
gische Lierse SK. Deze stand was bij
de rust reeds bereikt. De doelpunten
werden gemaakt door Rivera (30ste
minuut, strafschop) en Bigon (43ste
minuut).
Van onze sportredactie
AMSTERDAM Van het Neder
landse publiek behoort 92 pet. tót
degenen die in zoverre in sport zijn
geïnteresseerd dat zij via televisie,
radio en pers kennis nemen van
z sportgebeurtenissen. De geliefdste
tak van sport om naar te kijken en
te luisteren of om over te lezen, is
voetbal (60 pet.). Schaatsen staat op
de tweede plaats (20 pet.), gevolgd
door oaardesport (4 pet.), zwemmen
(3 pet.), boksen 2 pet., autosport en
judo 1 pet.
Van de drie media mag de televi
sie zich in de meeste belangstelling
van de sportliefhebbers verheugen.
Zo zei 11 pet. nooit naar sport op de
televisie te kijken, 21 pet. nooit
over sport in de krant te lezen en
55 pet. zei er nooit op de radio naar
te luisteren.
Deze cijfers komen naar voren
uit een onderzoek, dat de afdeling
Studie en Onderzoek van de NOS
heeft verricht naar meningen en
feiten over voetbal op de televisie.
Het onderzoek werd Perricht onder
496 Nederlanders van 15 jaar en
ouder.
De stelling: voetbal is amuse
ment, mag in sportkringen dan ge
accepteerd worden, het publiek
denkt nog in andere termen: IS pet.
van de kijkers beschouwt een wed
strijd als een amusementsprogram
ma en 74 pet .rangschikt de wed
strijd onder de sportprogramma's.
Wat de verruwing van het voet
bal betreft een onderwerp dat en
kele trainers in Nederland nogal
bezig houdt: het merendeel van de
kijkers (69 pet.) ziet het liefst een
volledig sportieve ontmoeting; 20
pet. ziet graag zo nu en dan een
incidentje en 11 pet. meent dat het
er niet toe doet. De waardering van
schermutselingen en andere vuist
gevechten op het voetbalveld ligt
iets anders: 24 pet. verheuat zich in
beelden van boze spelers die elkaar
te lijf gaan en 65 pet. prefereert
een wedstrijd zonder vechtpartijen.
Voetbal voor de Europa Cup is
het meest in trek (65 pet.); slechts 3
pet. vindt de nationale competitie
interessanter. Voor 31 pet. maakt
het geen verschil. Ruim de helft
van de ondervraagde kijkers w'oont
liever een voetbalwedstrijd zelf bij
dan ernaar op de televisie te kijken
(58 pet.); een derde blijft echter lie
ver thuis voor de buis. (33 pet.).
HAARLEM De leerlingen
van het Centraal Instituut voor
de Opleiding van Sportleiders
(CIOS) hebben gisteren het
tweede deel van hun actie uit
gevoerd: op de Grote Markt in
Haarlem hebben zij gisteren een
alternatieve sportdemonstratie
gehouden. Met deze actie willen
zij hun protest tegen de misera
bele opleidingsaccommodaties
van de twee instituten in Over-
veen en Arnhem kracht bijzetten.
De leerlingen zijn tot actie overge
gaan omdat, zoals actieleider André
de Kruijf het zegt, jarenlange erva
ringen hebben geleerd dat normaal
overleg en legale acties geen enkel
resultaat hebben. De acties worden
gesteund door de directeuren J. P.
Raaijmakers van het ClOS-Overveen
en H. J. van der Hoek van het CIOS-
Arnhem. Vóór de demonstratie in
Haarlem waren de leerlingen vorige
week reeds tot actie overgegaan. Al
een week worden prikstakingen ge
houden; de meisjes in Arnhem zijn
daar deze week ook mee begonnen.
Hiermee echter is nog geenszins
een eind gekomen aan de akties. Vol
gende week dinsdag wordt de mi
nister van onderwijs uitgenodigd voor
een open discussie. Indien er geen
duidelijke toezeggingen komen, wordt
cp 2 maart een begin gemaakt met
het omkappen van de bomen op het
landgoed waar het ClOS-Overveen is
gehuisvest. De Kruijf: „Men zegt dat
de bouw van een nieuwe sportzaal
zoveel geld kost, welnu: als wij vast
ruimte maken, .helpen we ze een
beetje".
Op 8 maart wordt „de oude rom
mel" (het sportmateriaal) naar Den
Haag opgestuurd. In die periode ook
worden tijdens grote sportmanifesta
ties enkele opvallende akties gevoerd.
Dan is er de Groningse zesdaagse en
spelen Ajax en Feijenoord hun Euro
pese bekerwedstrijden. Op 15 maart
wordt in Enschede in samenwerking
met de studenten van de TH een al
ternatief CIOS gesticht.
Van 22 maart tot en met 29 maart
wordt een week gestaakt. In die pe
riode wordt een estafette naar Een
Haag gehouden. De lopers geven el
kaar dan een ultimatum door, dat
uiteindelijk bij onderwijsminister
Van Veen moet komen.
In die week wil men ook het minis
terie binnendringen om de adminis
tratie te helpen. De Kruijf: „Omdat
het zo lang duurt voordat je wat
hoort kunnen ze wel hulpkrachten
gebruiken lijkt me".
De leerlingen van het CIOS gaven gistermiddag op de Grote Markt in Haarlem een alternatieve sportdemonstra
tie, ter ondersteuning van hun aktie voor betere accommodaties.
Het CIOS in Overveen maakt in
derdaad een vervallen indruk. Niet
één accommodatie voldoet aan de
eisen. De tennisbaan bijvoorbeeld is
een stukje gravel met een muurtje
waarop met krijt een het is getekend.
Het voetbalveld bestaat uit een hob
belig veldje waarop één draagbaar
doel en zestig meter verder twee bo
men die toevallig zo'n meter of zes
uit elkaar staan; een oude garage
doet dienst als lokaal voor de zelfver-
dedigingssporten; een sporthal, waar
de leerlingen dan nog tevreden over
zijn. heeft de belachelijke afmetingen
van 15x30 meter en is dus ongeschikt
voor zaalhandbal en tennis. De vloer
is echter ongeschikt om volleybal op
te spelen.
Er zijn drie schamele leslokaaltjes.
Al even schamel doen de slaapkamers
aan, waar in stapelbedden vijf tot
tien mensen per kamer slapen. En
een voorbeeld van ondoelmatigheid:
voor 66 leerlingen zijn op de tweede
etage van het hoofdgebouw twee
kleedkamers, de douches zijn drie
verdiepingen lager; in het souterrain.
De heer H. J. van den Hoek, direc
teur van het CIOS-Arnhem (meisjes)
zegt: „Bij ons is het nog slechter.
Daar verzucht men: waren we
maar zover als Overveen, dan hadden
we tenminste iets.
De gebeurtenissen rondom een te
bouwen turnzaal illustreren hoe er in
de laatste tien jaar met het CIOS is
gesold. Voor een groot deel is dat te
rug te voeren tot de traditionele on-
derwaarderig bij het Rijk van alles
wat met lichamelijke opvoeding en
ontwikkeling te maken heeft. In 1956
werden de eerste plannen gemaakt
voor de bouw van overdekte sportac
commodaties. De gedachten gingen
toen uit naar een ruime spel- en
sportzaal, een specifieke turnzaal en
een zelfverdedigingszaal. Vervolgens
was er dringend behoefte aan een
bijgebouw voor theorielessen en re
creatie. In mei 1962 werd een sport
zaal en een les- en recreatiegebouw
voltooid. De toenmalige staatssecreta
ris Scholten kondigde toen aan dat
spoedig met de bouw van de overige
projekten met name de tumhal zou
worden begonnen. Echter: een con
flict over de afmetingen van het bij
behorend berglokaaltje het CIOS
vraagt aanpassing aan de speciale be-
eens waren, kwam er een bestedings
beperking.
Dit betekende opnieuw uitstel van
twee jaar. In 1965 ging het landgoed
waarop het CIOS is gevestigd over
naar staatsbosbeheer. Uit oogpunt
van landschappelijke aard verbood
deze instantie de bouw van de turn-
hal toen er ldter toch geld vrij kwam.
Directeur Raaijmakers: „Dit werd ge
voeld als tegenwerking." Eind 1968
kwam de toenmalige minister Schut
op werkbezoek eri hij suggereerde dat
verdere uitbreiding helemaal niet
haalbaar zou zijn. Nog een jaar later
kwam van de kant van de Neder
landse Sportfederatie de suggestie om
het hele instituut samen met dat van
Arnhem over te plaatsen naar Papen
dal.
Op 17 februari 1969 vond een ge
sprek plaats met alle betrokken in
stanties. Toen bleek, dat de provincie
Noord-Holland het instituut binnen
zijn provinciegrenzen wilde houden,
dat de bouw van een turnzaal wel
toegestaan kon worden, dat bebou
wing van het ClOS-terrein eigenlijk
niet paste in de provinciale bestem-
hoefte van een opleidingsinstituut jningsplannen en dat als alternatief
werkte vertragend. Toen de ambtena- wel gebouwd zou kunnen worden op
ren van Onderwijs het met het CIOS een stuk grond van 10 ha. in Heem
stede met mogelijkheden tot medege
bruik van de gemeentelijke sportac
commodaties.
Op 18 augustus deelden de heer W
J. M. Weeber van de afdeling sociaal
pedagogisch onderwijs en door de in
specteur van die afdeling de heer C.
A. R. Graaumans mee dat er op vrij
korte termijn één gecombineerd CIOS
(Overveen en Arnhem) bij Papendal
gebouwd gaat worden. Maar er is nog
steeds niets gebeurd.
Waar de stagnatie zit is moeilijk te
achterhalen. NSF wacht op brieven
van onderwijs, onderwijs wacht op
brieven van de NSF, zegt de heer
Raaijmakers. Hij heeft wel sterke
aanwijzingen, vindt hij: „De hoofdaf
deling bouwzaken is verantwoordelijk
voor deze stagnatie. E-e nieuwe direc
teur heeft me gezegd dat de afdeling
Bouwzaken zich in de toekomst niet
meer met het beleid van het ministe
rie zal bemoeien, maar uitsluitend
zich met het bouwen zal bezig hou
den." Lof heeft Raaijmakers voor de
ook al nieuwe directeur van de dienst
Beroepsgericht Vormend Onderwijs,
de heer J. Th. Schelfhout. „Nadat hij
van onze problemen hoorde heeft hij
al binnen een week alle betrokken
instanties bijeengeroepen om de zaak
te bepraten." Desondanks zegt Raaij
makers: „Maar als we hier rustig
blijven zitten tot men gaat bouwen,
vergeet het dan maar. Dan gebeurt er
weer niets."
Studenten en leiding hebben geen
bezwaar tegen een samenvoeging en
verplaatsing naar Papendal, toch
blijft men liever in het westen. Er
zijn sinds een, jaar intensieve contac
ten met de gemeente Zoetermeer, die
het CIOS een bijna ideale accommo
datie biedt. Zoetermeer heeft drie
terreinen aangeboden waaruit een
keus moet worden gemaakt. De stu
denten menen dat er in de randstad
een eigen sportcentrum kan zijn Bo
vendien vreest men dat Papendal, dat
nu een bezettingspercentage van 55
heeft het CIOS gestreden voor verbe
de problemen dan opnieuw beginnen.
Maar beslissingen heeft Onderwijs
nog steeds niet genomen. Tien jaar
heeft het CIOS gestreden voor verbc
tering van de accommodaties. Men
vindt terecht dat mensen die later
topsporters moeten opleiden en bege
leiden op zijn minst goede studiemo
gelijkheden moeten hebben. EHe zijn
er beslist niet. De twee CIOS-sen zijn
geheel afhankelijk van de welwil
lendheid van de gemeenten waartoe
zij behoren en de schoolbesturen. Bij
hen hurem zij nu gymzalen en zwem-
taden. Een onhoudbare situatie. Te
recht nemen de ClOS-lcerlingen dat
niet meer.
FRITS SUER