Hervormde synode spreekt over de nieuwe moraal" Breekt de nood ook Gods Gebod? MODALITEITEN EEN ACHTER VERKLARING Men is er nog niet Synode aanvaardt euthanasie-rapport IV 11/ it m BEROEPINGSWERK Minderheidsrapport COMMENTAAR Prof. Pen slaat alarm Puzzelhoek Een woord voor vandaag Leven en sterven met verwachting 2 WOENSDAG 23 FEBRUARI 1972 Van een onzer verslaggevers DRIEBERGEN „Voer" voor hervormde synodeleden was er meer dan vol doende, toen zij dinsdagmorgen moesten discussiëren over het onderwerp: seksuali teit en de nieuwe moraal. Er was een meerderheidsrapport van 127 pagina's plus een 45 pagina's tellende samenvatting daarvan èn nog eens een stuk van anderhalf kantje met de hoofdlijnen van dit rapport. Voorts was er een minderheidsnota van 37 propvolle pagina's (een verkorting van een verhaal, dat 173 pagina's telde maar dat de synodeleden niet on der ogen kregen) en tenslotte waren er de gestencilde bevindingen van de synodale commissie van rapport Overigens is nen er (nog) niet uitgekomen. Ruim vier jaar geleden werd een commissie aan het werk ge zet. omdat er zo stond in de opdracht in brede kring be hoefte bestaat aan nieuwe be zinning in het liebt van het evangelie over een aantal pro blemen op bet terrein van de seksuele ethiek. Deze commissie bestond (bestaat) uit ds. R. Kaptein. Den Haag; prof. dr. P. J. Roseam Abbtng. Groningen: mevrouw drs. G. R. Hoogenraad- Oberman. Rotterdam; ds. J. A. Eek hof, Leiden: dr. F. O. van Gennep, Driebergen; drs. G. B. Mastenbroek. Den Haag; prof. dr. K. Strijd, Am sterdam. en twee gereformeerde le den: mevrouw A. H. Richters-Wol- vius, Rotterdam, en prof. dr. G. Th. Rothuizen. Kampen. De rapporteur van de commissie was dr. Van Gennep, het minder heidsrapport (of, wil men: alternatief rapport) was van prof. Roseam Ab bing. die aan de synode kon vertellen dat zijn collega Rothuizen zich per soonlijk het meest thuisvoelde bij het minderheidsrapport, maar toch ont daan zou zijn als het andere rapport van de tafel zou vallen. Bijbrls grondwoord Voor de weergave van het meer derheidsstandpunt maken we gebruik van dr. Van Genneps beknopte sa menvatting. Hier volgt het meeste van wat op anderhalf kantje aangete- ked stond: iHet „verbond" is het centrale bij belse grondwoord, dat ons tot onze gedachtengang omtrent huwelijk en seksualiteit heeft gebracht. De inhoud van de verbondssluiting wordt door de trouwbelofte bepaald. Deze trouw betreft ook de seksuele omgang. Wij wijzen daarom alle ethi sche gedachten omtrent partnerruil of kameraadschapshuwelijk af. Daarnaast zijn er andere bijbelse kenmerken van het verbond, zoals verkiezing, institutionalisering en ge- lijkwaardigheid. Eén bijbels kenmerk beklemtonen wij graag. Het is de spanning tussen exclusiviteit en in- clusiviteit, d.w.z. de geslotenheid en de openheid van het huwelijk. Er is dus geborgenheid in liefde en trouw, welke de basis wordt van waaruit de gemeenschappelijke betrokkenheid van de partners op de maatschappij mogelijk wordt(...). Waar nu trouw en de spanning ge slotenheid-openheid centrale kenmer ken van het verbond zijn, daar willen we naast het huwelijk ook andere vormen van geslachtelijk samenleven als gestalten van het verbond aan vaarden. Kriterium voor aanvaarding ls natuurlijk, dat de hierboven ge noemde kenmerken van toepassing zijn. Wij noemen in dit verband: het vrije huwelijk, homoseksuele vriend schap en die communes, waarin de paar- en gezins-verhoudingen zijn blijven bestaan. In deze vormen van „verbond" ontbreekt dus de institu tionalisering. Wij achten dit kenmerk hoogst belangrijk, maar secundair ten opzichte van de trouw. Wij willen het recht op homosek sueel gedrag geheel erkennen.Wij hebben daarvoor geen exegetische ar gumenten. In het bijbelse levensge voel wordt homoseksualiteit afgewe zen. Dat heeft allerlei begrijpelijke oorzaken. Wij menen, dat de bijbel ons alleen indirekt, nl. in de doorden king van wat de bijbel over het ver bond zegt, een ethische oriëntatie geeft(.„). In onze maatschappij, waar negen tig pet. van de volwassenen trouwt, wordt de ongehuwde onbewust gedis crimineerd. Sommige ongehuwden trouwen, omdat het in een wereld die zoveel nadruk legt op seks moeilijk is zonder seksuele contacten te leven. Enerzijds is het voor de zuiverheid van het verbond van groot belang, dat mensen niet uitsluitend of over wegend door seksuele of sociale dwang tot een huwelijk komen. An derzijds is het voor de ongehuwde van belang, dat hij niet wordt betut teld. Hem, haar moet worden gezegd: U bent een volstrekt mondig, gelijk waardig lid van de maatschappij en u bent volkomen vrij. U bent vrij om algehele ascese, gedeeltelijke ascese (dat is zo hebben we betoogd trouwens noodzaak voor ieder mens) te beoefenen, maar u bent ook vrij om als u dat voor zichzelf aan vaardbaar acht seksuele relaties aan te gaan, mits u zich bij dit laat ste aan bepaalde maatschappelijke regels houdt(...). Het stuk richt zich zowel tegen de Victoriaanse levenshouding, waarin geestelijk en materieel bezit centraal worden gesteld, als tegen de ontrem de libertijnse levenshouding, waarin het genot centraal staat. In de predi king en de daadwerkelijke vormge ving van het verbond worden het egoïsme en het individualisme van beide levenshoudingen overwon nene..)" Tot zover de meerderheid der com missie. NED. HERV. KERK Beroepen: te Eindhoven: J. Kro nenburg te Steenderen; te Gelder- malsen: P. Warner te Nieuwdorp; te Hagestein: kand. L. Quist te Amster dam; te Krabbendijke: D. Driebergen te Sellingen; te Wageningen: J. Koo ien te Werkendam; te Lunteren: W. Radstake te Rotterdam-Kralingen; te Brakel: M. Verduyn, kand. te Gouda. Bedankt: voor Ridderkerk: M. H. Boogert te Hèllendoorn. GEREF. KERKEN Beroeuen: te Hollandscheveld: H. Vollmuller te 's-Gravenmoer; te Slie- drecht: G. O. Hanemaayer te Ber- gum; te Berkum: kand. W. H. Duker te IJmuiden. Aangenomen: naar Axel: P. de Ruig te Haarlem-N. GEREF. KERKEN (Vrijg.) Aangenomen: naar Goes in comb, met Brouwershaven: R. T. Urban te Ferwerd-Hallum. die bedankte voor Burlington-W„ Heerde, Mariënberg, Terneuzen en voor Winschoten. Beroepen: te Arnhem (buit. verb.): L W. G. Blokhuis te Wezep (buit. verb.) CHR. GEREF. KERKEN Beroepen: te Den Haag - Rijswijk: A. Broersma te Goes. GEREF. GEMEENTEN Beroepen: te Slikkerveer: C. van Ravenswaay te Arnhem. Officieel bezoek van Luns aan Nederland DEN HAAG Oud-minister Luns zal, als secretaris-generaal van de Navo, op 8 en 9 mei een offcieel bezoek aan Nederland brengen. Mr. Luns zal niet slechts door premier Biesheuvel en zijn opvolger nister Biesheuvel en zijn opvolger minis- lijk, door het staatshoofd koningin Juliana worden ontvangen. Kwartet - Trouw De Rotterdammer Nieuwe Haagse Courant Nieuwe Leidse Courant Dordts Dagblad Trouw Commissie van hoofdredactie: J. de'Berg (voorzitter). H. P. Ester, G. J. Brinkman. J. van Hofwegen. PROF. DR. H. BERKHOF Prof. Roseam Abbing komt in zijn rapport tót de conclusie dat de geslachtsgemeenschap in het huwelijk thuis hoort; hij vreest dat het ethisch vrijgeven van de geksuele relaties Vóór een huwe lijk niet slechts het latere huwelijk van de betrokkene be dreigt, maar het huwelijk als instituut vroeg of laat zal onder mijnen. Er kunnen echter (nood)situaties zyn, waarbij een compromis onver mijdelijk is. Nood breekt wet. zegt men. Breekt nood ook Gods gebod? Men zegge liever, dat Gods gebod nood in aanmerking wil nemen, aldus prof. Roseam Abbing. Dat zich in het economisch-politieke denken van de Groningse econoom prof. dr. J. Pen een omwenteling heeft voltrokken, zou in deze kolom niet worden gesignaleerd, als de reden ervan niet van zeer algemeen belang was. Blijkens een artikel in het jongste nummer van Economisch-Statistische Berichten heeft prof. Pen afscheid genomen van de gedachte, dat de wereld moet blijven streven naar economische groei. Na tuurlijk had hij, met zeer vele anderen, er allang oog voor, dat deze groei een reeks hoogst kwalijke bijverschijnselen veroorzaakt, waarvan de vervui ling tot dusverre waarschijnlijk de meeste indruk op de publieke opinie heeft gemaakt. Maar daarom behoefde volgens Pen en vele anderen het najagen van economische groei nog niet te worden ge staakt. De wereld zou die bijverschijnselen wel te boven komen, als de groei wat beter werd gepland en er flinke verschuivingen van vervuilende naar niet-vervuilende vormen van produktie bewerk stelligd werden. Van deze tamelijk optimistische visie blijkt Prof. Pen nu genezen te zijn. En wel op grond van een internationaal vermaard werkstuk van twee Ame rikaanse geleerden Forrester en Meadows die een serie berekeningen hebben gemaakt inzake de economische groei en vervolgens tot een even sombere conclusie zijn gekomen als eerder, maar met minder indrukwekkend cijfermateriaal, „vele biologen, natuurliefhebbers en Kabouters". Forrester en Meadows tonen aan, dat het door groeien van de wereldeconomie op verschillende manieren catastrofes zal veroorzaken of in de hand werken. Dat kan gebeuren door uitputting van grond en van grondstoffen, door vervuiling of door een samenloop van deze factoren. Nu is het welis waar doenlijk, één van deze rampen te ontwijken of uit te stellen, maar en dat is het meest ver ontrustend van alles dan slaat een andere ca tastrofe des te harder toe. Pen illustreert dit met het voorbeeld van het opraken van grondstoffen. De gevolgen daarvan zijn misschien te verhelpen via rantsoenering, tech nische veranderingen en het invoeren van vervan gende stoffen, maar daarvoor is weer produktie nodig en die brengt de „finale catastrofe" alge hele vervuiling van het milieu alleen maar na derbij. Dit alles en meer overwegend, heeft Pen de slot som getrokken, dat er waarschijnlijk maar één uit weg is: vermindering van de economische groei, „in die zin dat de produktieve activiteit moet af nemen en dat binnenkort het niveau van de produktie moet worden verlaagd". Hoe dat moet gebeuren, weet ook Pen niet. Hem zweven wel maatregelen voor de geest (rantsoene ring, een van overheidswege in het leven geroepen depressie, die de groei van de produktie stopt). Maar dat is allemaal dermate in strijd met ons sociaal-psychologisch milieu en onze verkleefd heid aan elementaire vrijheden, dat hij zich geen nieuwe vorm van economische politiek kan voor stellen zonder dat onze maatschappij eerst heeft geleerd, haar meest dierbare waarden te vervan gen. Daarin stemt Pen overeen met een collega als prof. Goudzwaard, die vorig jaar in een betoog van deels dezelfde strekking, zij het iets minder alarmerend getoonzet, de afgoden van onze cul tuur overschatting van economie en techniek, de vrijwel ongebreidelde drang naar welvaarts- en inkomensvermeerdering aan de kaak stelde als verleiders die de mensheid naar de ondergang dreigen te voeren. Het zou al te luchthartig zijn, waarschuwingen als die van Forrester en Meadows, van Pen en Goudzwaard af te doen met welke formulering ook van het vage gevoel, dat de geleerden de zaken wel erg zwart afschilderen en dat het allemaal wel zal meevallen, omdat nood nu eenmaal vindingrijk maakt. Christenen zullen geneigd zijn, op een an der niveau te reageren, maar op dat vlak kan wel berusting worden gevonden, of bezieling tot actie, maar geen plan de campagne voor een praktische reactie op de wetenschappelijke voorspellingen, hierboven aangeduid. Het voorwaardelijk dood vonnis dat de geleerden in kwestie over de mens heid hebben uitgesproken want daar komt het wel op neer verliest zijn geldingskracht pas, wanneer het ofwel gedetailleerd ontzenuwd is, of wel de stoot heeft gegeven tot radicale, zeer radi cale hervormingen. Noch het een noch het ander behoort een zaak te zijn van uitsluitend particuliere liefhebberij, op welk niveau ook, of van specifiek-partijpolitieke activiteit. Niet de omwenteling in het denken van prof. Pen, maar wel het feitenmateriaal dat haar heeft veroorzaakt, is belangrijk genoeg om op het niveau van regering en parlement uitvoerig en in dringend te worden behandeld. Voor ongehuwde geldt z.i. hetzelfde als voor de nog-niet-gehuwde (en de hoogleraar vindt Paulus modern-psy chologisch reëel, als deze stelt dat het beter is om te trouwen dan van be- geèrte të bra noen). Aangaande de'ho mofilie merkt prof. Roseam Abbing op dat men de oudtestamentische afwij zing van homoseksuele contacten niet uitsluitend kan verklaren uit de af wijzing van cultische homosexuele re laties. Tot zover over dit rapport, dat niet in discussie kwamc er werd alleen ge debatteerd over het „grote" rapport. Overigens niet tot ieders genoegen, en ds. W. Kalkman uit Driebergen en ds. H. L. A. de Wijk uit Scheernda stel den voor, in een volgende synodezitting het rapport van prof. Roseam Abbing als uitgangspunt voor discussie te ne men. Een paar momenten uit de dis cussie van gisterochtend. Ouderling T. Teitsma. Haarlem vroeg: laten we ons meeslepen door moderne opvattingen en zetten we op die manier niet dui zenden mensen in en ook buiten de kerk in dé kou? Mensen, die weige ren alles „gewoon" te vinden! Ouderling P. Loof, Vlissingen: moet de kerk alles maar goed praten, wat in de maatschappij is gegroeid? Dia ken J. Winding, Rotterdam: zou er in de terughoudendheid die de kerk al tijd met betrekking tot de seksuali teit heeft betracht, niet deze evange lische intuïtie zitten: als je hier de remmen loslaat, gaan kerk en sa menleving bergafwaarts. Ds. K. A. Abelsma, Wateringen: de nieuwe mo raal is de oeroude moraal van de oer oude Adam! Ds. Y. Strikwërda, Emmen (man van de synodale commissie van rap port): ik vind het rapport pastoraal weloverwogen; maar mis stevige bij belse fundering. Ds. H. W. Colstee. Zuidlaren: ik ben blij met dit rapport, hierin staat niet dat alles mag, het wil een brug slaan naar een andere be- léving van de sexualiteit, zoals we die bij jongeren ontmoeten. Ds. Ph. A. Warners, Utrecht: het stuk gaat te veel uit van de gegeven situatie en zal in deze vorm de groot ste verwarring brengen. Ds. H. Bin- nekamp, Boven-Hardinxveld: laten we een herderlijke boodschap doen uit gaan met een oproep tot zelfbeheer sing. Ds. D. H. Scholten, Eindhoven, zich aansluitend bij ds. Colstee: laat dit rapport uitgaan als discussiemate riaal. Ds. S. F. van Veenen, Uithuizen: we zijn niet rijp voor een verantwoorde beslissing. Ds. S. W. de Vries, Hilver sum: ik mis een leidinggevend en be vrijdend woord. Ds. A. D. H. Huys- man, De Purmer: een bekwaam, hel der en reformatorisch rapport! Me vrouw M. v.d. Wall-Duyvendak, bur gemeester van Geldermalsen en voor zitter van de generale diakonale raad: een uitnemend rapport. Prof. dr. H. Berkhof stelde voor bei de rapporten de (mondige) gemeente ter bestudering aan te bieden. Nee, zei praeses ds. J. C. H. Jörg: 't wordt tóch verstaan als komende van de sy node. Scriba ds. F. H. Landsman: twee meningen op de mensen afsturen is onbarmhartig. Ds. Landsman zou wel willen dat het ((meerderheids)rapport, welks me thodiek hij geniaal vond, herschreven zou worden en wel zó dat de andere conclusies van prof. Roseam Abbing althans aangeduid zouden worden. De hoogleraar had in herschrijven een hard hoofd, na vier jaar praten. Kortom, de synode nam nog geen besluit en zal op een ander tijdstip beslissen wat er met het rapport (of: de rapporten) gaat gebeuren. Kruiswoord-puzzel Horizontaal: 1. gemeenzaam, 8. berg plaats, 9. titel van Turkse landvoogden, 10. maanstand, 12. water in Utrecht, 1& soort, 15. vakje van honingraten, 17. Myth, figuur, 19. afk. van arrondisse ment, 21. bundel, 23. riviertje op Suma tra, 24. scheik. element. 25. muziekin strument, 26. kindergroet. 27. keuken gerei, 29. wortel; 31. opening van een fuik, 32. onderricht, 34. eind, 35. tijdre kening, 37. waterdoorlatend, 39. scheik. element, 41. organische verbinding, 43. slede, 44. gevoel, Verticaal: 1. muzieknoot, 2. honing drank, 3. honingbij, 4. Chinese lengte maat, 5. uit of betreffende Ierland, 6. papegaai, 7. muzieknoot, 8. winstge vend, 11. plant met sterkriekend zaad, 12. priem, 14. bijrivier van de Weichsel, 16. vertrouwelijk, 18. luidruchtig feest, 20. oorzaak, 22. doortochtgeld, 23. berg, 28. jongensnaam, 30. eikenschors, 32. la ding, 33. kaartterm, 36. kippenloop, 38. eer, 40. boom, 42. scheik. element. 43. at mosfeer (afk.). 4 Oplossing vorige puzze) Hor.: 1. sober, 4. pi, 5. al, 7. rapé, 9. ader. 11. neg, 12. sap, 14. els, 16. el, 18. om, 19. es, 20. os, 21. do, 22. de, 23. Em, 25. ma, 27. sop, 29. end. 31. rap, 33. beek, 35. rats, 37. Ne. 39. as, 40. mager. Vert.: 1. sip, 2. ba, 3. rad. 4. page, 6. leem, 7.re, 8. es, 9. A.P. 10. R.L. 11. Niers, 13. ar, 15. sneep, 17. lom, 18. oom, 23. Epen, 24. en, 26. arts, 28. Ob, 29. e.k. 30.. Dr. 32. as, 34. Eem, 36. aar, 38. eg. Zowel in de rubriek 'Kaleidoscoop' als 'Te hooi en te gras' van 'mê maandblad Protestantse Gezondheidszorg troffen wij merkwaardige i/itj spraken aan. Beide liggen op het vlak van de arbeidIn het eerste gevaM betrof het de vraag van de heer Dolman aan minister Drees hoe bouio-f vakkers zich kunnen omscholen voor verplegers, politie-agenten, onderJ wijzers en postbestellers. En dan deze opmerking: 'Voor wie in de bouxm gaat kijken en ziet hoe sommige bouwvakkers, vooral bij de iooning-| bouw, werken, zal het antwoord op de vraag van de heer Dolman nier vioeilijk zijn: een noodverband ktinnen ze altijd wel leggen'. Men fcd zich afvragen wat de schrijver hiermee bedoelt. Wat is de funktie vaM het woordje 'sommige'? Bedoelt het te zeggen dat sommige bouwvakkeM in dit opzicht weinig verwachting wekken? Dan is het een waarheid afl een koe. Ook onder professoren zullen sommigen wel totaal ongeschi'rM zijn als postbesteller. Wat wil de schrijver dan suggereren? Een tweern opmerking geldt het stijgende aantal psychische klachten bij ambtenaren Ook hier commentaar en wel 'Zou het kunnen zijn,'dat het aantal ps'j chisclie klachten belangrijk is toegenomen na de invoering van de vijf daagse werkweek? Wij hebben de stellige indruk, dat het werktemy hierdoor tot psychische klachten kan leiden'. Alweer-zo'n versluierde op merking die van alles kan betekenen. Moeten we terug naar de zesdaag se werkweek? En is het de schrijver dan onbekend dat velen met een vijfdaagse werkweek toch zes dagen werken, alleen die zesde dag doen ze dan eens iets waar ze helemaal zin in hebben en voor hun gezzin, om op die manier juist even op adem te komen? Mag dat soms? Men kan oo zeggen dat het merkwaardig is dat het aantal psychische klachten toe genomen is sedert het in de handel komen van kleurentelevisie of seder het verschijnen van de de Ster-reklame of sedert de reizen naar de maan Wat wil de schrijver eigenlijk? We lezen vandaag: 2 Samuël 12 1320; 2425. l: -haa Van een onzer verslaggevers DRIEBERGEN Met algemene stemmen heeft de hervormde synode gistermiddag het rapport over de euthanasie aanvaard. Vol gens dit rapporfis passieve euthanasie in bepaalde gevallen aan vaardbaar. De kwestie van de actieve euthanasie laat het rappor! in het midden. „Zolang de meningen hierover nog uiteenlopen zal er in de praktik van het leven ruimte moeten zijn voor ver schillende opvattingen en wellicht ook voor verschillende praktijken" aldus het rapport. De gevoelens van de synodeleden werden wellicht het best ver tolkt door ds. G. J. Voortman uit Oud-Vossemeer, die zei, dat hi iel het „een zeer griezelige zaak" vond, maar de weerstand tegen d<e euthanasie bq zichzelf en anderen toch meer plaatste in de sfee van het menselqk gevoel, dan van het goddelijk gebod. De discussie spitste zich vooral toe op de vraag, of je door passieve eu thanasie te aanvaarden eigenlijk niet vanzelf ook tot actieve euthanasie komt. Wie nalaat iets te doen, wat hij zou kunnen doen, is toch ook verant woordelijk? Dat het verschil tussen passieve en actieve euthanasie niet zo principieel, maar toch wel reëel is, maakte de arts drs. G. B. Masten broek, een van de opstellers van het rapport, duidelijk met een voorbeeld: wie iemand in het water duwt, ach ten we meer schuldig, dan degene, die niet in het water durft springen om de drenkeling te redden. Scriba ds. F. H. Landman had de hele kwestie graag in een wat breder kader gezien. Is de euthanasie wel het eigenlijke probleem, vroeg hij. Gaat het niet veeleer over de zin en de begrenzing van het medisch han delen? Vaak wordt gezegd, dat de mens autonoom handelt, als hij het leven niet onder alle omstandigheden wil handhaven, maar men zou vo- gens ds. Landsman even goed, zo niet beter kunnen stellen, dat juist hij autonoom handelt, die zijn macht om in het leven te kunnen houden, ge- mi iog at bruikt tot het bittere einde. Tot hc geloof behoort ook: gewetensvol handelen met de macht, die de mer gegeven is over leven en dood. Prof. dr. P. (j. Roseam Abbing, d^ zelf blijkens zijn recente artikel Kerk en Theologie wel verder h^ar willen gaan, noemde het rapport de huidige situatie precies wat 4o0( kerk hebben moet. De discussie blij e open en er wordt niet iets gekappg( wat in de komende jaren zeer actuefi zal blijken. Verschillende synodeleden, zoals H. L. A. de Wijk (Scheernda) en i" M. van den Bosch (Goes) benadrukte de noodzaak van goed samenspel tui sen predikant en arts en van een grenzing van de wederzijdse veran woordelijkheid. Het rapport bepletee de instelling van vaste werkgroepe ari die zich bezighouden met de probli men, die door de toepassing van ei thanasie worden opgeroepen en die i concrete ge%rallen ook concrete acivii Wi zen of verboden kunnen geven. Proie dr. E. L. Smejik vroeg in dit verbar ook de aandacht voor de juridiscl iuy problemen, die zich zullen voordoe e Van een onzer verslaggevers DRIEBERGEN Tot twee keer toe greep maandagavond het moderamen in om uit de discussies in de hervormde synode over de ontwerpverklaring „Leven en sterven met verwachting" de indruk te verwijderen, dat dit allemaal nodig was geworden als gevolg van tv-uitspraken van ds. M. A. Krop in Groningen. #T 12 en Deze veroorzaakte vorig jaar nogal wat deining toen hij in het IKOR/- CVK-programma „Dubio" betoogde dat het om pastorale redenen drin gend nodig was geworden om er geen doekjes meer om te winden, dat dood dood is. Enkele leden van de synode hadden al gezegd het vreemd te vinden waarom ds. Krop bij deze gelegen heid niet naar Driebergen was ontbo den. Daarop zei ds F. H. Landsman namens het moderamen. dat er geen sprake mocht zijn van een „indirecte tuchtoefening": Ds. M. van den Bosch vulde aan: „het gaat niet om één man maar om een gezindheid. Als iemand het zegt is het immers allang als aanvechting aanwezig". Toen aan het eind van een rij sprekers de Groningse student C. Koopmans zich in de discussie wil de mengen naar hij zei om stelling te nemen „anti-dood-is-dood" werd hem door de praeses het woord ontnomen. Dit incident sloot een bespreking af die leidde tot unanieme aanvaarding van de verklaring „Leven en sterven met verwachting", waarvan in dit blad vorige week woensdag een korte samenvatting verscheen. Die unanimiteit behoudens wat opmerkingen hier en daar die nog verwerkt zullen worden was ver rassend. De kritiek erop, zowel van vrijzinnige kant als van de kant van de gereformeerde bond was erg fun damenteel. Hier en daar zat men nog wel wat onwennig aan te kijken tegen de be toogtrant, die de allerlei bestaande modellen achter zich laat. Een voor beeld: ,.De mensheid bestaat immers alleen uit mensen, die elk voor zich naar het beeld van God geschapen zijn, maar in elk van wie dat beeld in aanlopen blijft steken. God komt met zijn mensenwereld niet tot zijn doel wanneer in een verre toekomst de dan levenden zich mogen zonnen in het koninkrijk van God, terwijl tevo- re miljarden een onvoltooid en schuldig bestaan in berusting en ver twijfeling leefden en beëindigden. Zulk een wereld strookt niet met de wijze waarop wij God als de God van Abraham, Isaak en Jakob hebben le ren kennen". Deze bewust kort gehouden tekst waarin de hand van prof. Berkhof duidelijk herkenbaar is al berustte de eindredactie bij een commissie bleek ook een uitstralingseffect naar r.k.-zijde te hebben, zoals de Nij meegse franciscaan prof. dr. P. A. van Leeuwen in de synode naar vo ren bracht. Deze was zo onder de indruk van het stuk, dat hij het graag het episco paat onder aandacht zou brengen, teneinde het ook in de r.k.-kerk een zo groot mogelijke spreiding te geven. In de synode waren er ook, die zei den dat ze met dit stuk pastoraal on voldoende konden aanvangen. Het was volgens hen die pastorale nood. s; lok en, die ds. Krop tot zijn uitspraki bracht. „De professionele troosters 1 ten het vaak schandelijk afwet wanneer een mens met de do?"r; wordt geconfronteerd", zei diaken A. van der Veen. Opmerkelijk was verder de bijv van ds. M. van den Bosch uit Go voor de vraag van ds. H. Binnekarpec uit Boven Hardinxveld: wordt hier dood niet teveel losgemaakt van straf op de zonde, hetgeen toch efou belangriik biibels gegeven isr Ds. Van den Bosch sloot hier id. aan: „In het denken van Israël vfge de mens niet onderworpen aan grillen van de goden zoals in Babfee: maar de mens was zo persoonlijk God betrokken dat de dood zelfs e straf inhield. Dat wil men in Nederland n meer horen. Maar het bewustzijn 2 ele toch levend moeten blijven, dat ontmoeting met God de mens plaa voor een geweldige beslissing in zi leven". Korl Prof Berkhof zei echter dat let zich niet door deze sprekers wilde 1 oz; ten verleiden om méér te zeegen. o int der het motto: hoemeer je zegt, he ell meer ie moet zeggen. En het gine ijor om een korte en duidelijke verkl i j ring. ja zelfs om een aanspreken v De velen die opnieuw in deze ervaring an: wereld zouden moeten worden ing en lijfd. inl Daarop is deze verklaring dan o as gericht. Trouwens de theologen he fili ben er veel moeite mee om aan ee geven wat de dood nu concreet n ijz zonde te maken heeft. Met deze vi >or gen dient men naar hij zei dit sti C niet te belasten. De enige zorg van fear svnode was daarna nóg dat de v< D? klaring zo gauw mogelijk onder lie1 mensen komt. da fen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1972 | | pagina 2