Hervormde synode
spreekt over de
nieuwe moraal"
Breekt de nood
ook Gods Gebod?
MODALITEITEN EEN
ACHTER VERKLARING
Men is
er nog
niet
Synode aanvaardt
euthanasie-rapport
IV
11/ it m
BEROEPINGSWERK
Minderheidsrapport
COMMENTAAR
Prof. Pen slaat alarm
Puzzelhoek
Een woord voor vandaag
Leven en sterven met verwachting
2
WOENSDAG 23 FEBRUARI 1972
Van een onzer verslaggevers
DRIEBERGEN „Voer" voor hervormde synodeleden was er meer dan vol
doende, toen zij dinsdagmorgen moesten discussiëren over het onderwerp: seksuali
teit en de nieuwe moraal.
Er was een meerderheidsrapport van 127 pagina's plus een 45 pagina's tellende
samenvatting daarvan èn nog eens een stuk van anderhalf kantje met de hoofdlijnen
van dit rapport. Voorts was er een minderheidsnota van 37 propvolle pagina's (een
verkorting van een verhaal, dat 173 pagina's telde maar dat de synodeleden niet on
der ogen kregen) en tenslotte waren er de gestencilde bevindingen van de synodale
commissie van rapport Overigens is nen er (nog) niet uitgekomen.
Ruim vier jaar geleden werd
een commissie aan het werk ge
zet. omdat er zo stond in de
opdracht in brede kring be
hoefte bestaat aan nieuwe be
zinning in het liebt van het
evangelie over een aantal pro
blemen op bet terrein van de
seksuele ethiek.
Deze commissie bestond (bestaat)
uit ds. R. Kaptein. Den Haag; prof.
dr. P. J. Roseam Abbtng. Groningen:
mevrouw drs. G. R. Hoogenraad-
Oberman. Rotterdam; ds. J. A. Eek
hof, Leiden: dr. F. O. van Gennep,
Driebergen; drs. G. B. Mastenbroek.
Den Haag; prof. dr. K. Strijd, Am
sterdam. en twee gereformeerde le
den: mevrouw A. H. Richters-Wol-
vius, Rotterdam, en prof. dr. G. Th.
Rothuizen. Kampen.
De rapporteur van de commissie
was dr. Van Gennep, het minder
heidsrapport (of, wil men: alternatief
rapport) was van prof. Roseam Ab
bing. die aan de synode kon vertellen
dat zijn collega Rothuizen zich per
soonlijk het meest thuisvoelde bij het
minderheidsrapport, maar toch ont
daan zou zijn als het andere rapport
van de tafel zou vallen.
Bijbrls grondwoord
Voor de weergave van het meer
derheidsstandpunt maken we gebruik
van dr. Van Genneps beknopte sa
menvatting. Hier volgt het meeste
van wat op anderhalf kantje aangete-
ked stond:
iHet „verbond" is het centrale bij
belse grondwoord, dat ons tot onze
gedachtengang omtrent huwelijk en
seksualiteit heeft gebracht.
De inhoud van de verbondssluiting
wordt door de trouwbelofte bepaald.
Deze trouw betreft ook de seksuele
omgang. Wij wijzen daarom alle ethi
sche gedachten omtrent partnerruil of
kameraadschapshuwelijk af.
Daarnaast zijn er andere bijbelse
kenmerken van het verbond, zoals
verkiezing, institutionalisering en ge-
lijkwaardigheid. Eén bijbels kenmerk
beklemtonen wij graag. Het is de
spanning tussen exclusiviteit en in-
clusiviteit, d.w.z. de geslotenheid en
de openheid van het huwelijk. Er is
dus geborgenheid in liefde en trouw,
welke de basis wordt van waaruit de
gemeenschappelijke betrokkenheid
van de partners op de maatschappij
mogelijk wordt(...).
Waar nu trouw en de spanning ge
slotenheid-openheid centrale kenmer
ken van het verbond zijn, daar willen
we naast het huwelijk ook andere
vormen van geslachtelijk samenleven
als gestalten van het verbond aan
vaarden. Kriterium voor aanvaarding
ls natuurlijk, dat de hierboven ge
noemde kenmerken van toepassing
zijn. Wij noemen in dit verband: het
vrije huwelijk, homoseksuele vriend
schap en die communes, waarin de
paar- en gezins-verhoudingen zijn
blijven bestaan. In deze vormen van
„verbond" ontbreekt dus de institu
tionalisering. Wij achten dit kenmerk
hoogst belangrijk, maar secundair ten
opzichte van de trouw.
Wij willen het recht op homosek
sueel gedrag geheel erkennen.Wij
hebben daarvoor geen exegetische ar
gumenten. In het bijbelse levensge
voel wordt homoseksualiteit afgewe
zen. Dat heeft allerlei begrijpelijke
oorzaken. Wij menen, dat de bijbel
ons alleen indirekt, nl. in de doorden
king van wat de bijbel over het ver
bond zegt, een ethische oriëntatie
geeft(.„).
In onze maatschappij, waar negen
tig pet. van de volwassenen trouwt,
wordt de ongehuwde onbewust gedis
crimineerd. Sommige ongehuwden
trouwen, omdat het in een wereld die
zoveel nadruk legt op seks moeilijk is
zonder seksuele contacten te leven.
Enerzijds is het voor de zuiverheid
van het verbond van groot belang,
dat mensen niet uitsluitend of over
wegend door seksuele of sociale
dwang tot een huwelijk komen. An
derzijds is het voor de ongehuwde
van belang, dat hij niet wordt betut
teld.
Hem, haar moet worden gezegd: U
bent een volstrekt mondig, gelijk
waardig lid van de maatschappij en u
bent volkomen vrij. U bent vrij om
algehele ascese, gedeeltelijke ascese
(dat is zo hebben we betoogd
trouwens noodzaak voor ieder mens)
te beoefenen, maar u bent ook vrij
om als u dat voor zichzelf aan
vaardbaar acht seksuele relaties
aan te gaan, mits u zich bij dit laat
ste aan bepaalde maatschappelijke
regels houdt(...).
Het stuk richt zich zowel tegen de
Victoriaanse levenshouding, waarin
geestelijk en materieel bezit centraal
worden gesteld, als tegen de ontrem
de libertijnse levenshouding, waarin
het genot centraal staat. In de predi
king en de daadwerkelijke vormge
ving van het verbond worden het
egoïsme en het individualisme van
beide levenshoudingen overwon
nene..)"
Tot zover de meerderheid der com
missie.
NED. HERV. KERK
Beroepen: te Eindhoven: J. Kro
nenburg te Steenderen; te Gelder-
malsen: P. Warner te Nieuwdorp; te
Hagestein: kand. L. Quist te Amster
dam; te Krabbendijke: D. Driebergen
te Sellingen; te Wageningen: J. Koo
ien te Werkendam; te Lunteren: W.
Radstake te Rotterdam-Kralingen; te
Brakel: M. Verduyn, kand. te Gouda.
Bedankt: voor Ridderkerk: M. H.
Boogert te Hèllendoorn.
GEREF. KERKEN
Beroeuen: te Hollandscheveld: H.
Vollmuller te 's-Gravenmoer; te Slie-
drecht: G. O. Hanemaayer te Ber-
gum; te Berkum: kand. W. H. Duker
te IJmuiden.
Aangenomen: naar Axel: P. de
Ruig te Haarlem-N.
GEREF. KERKEN (Vrijg.)
Aangenomen: naar Goes in comb,
met Brouwershaven: R. T. Urban te
Ferwerd-Hallum. die bedankte voor
Burlington-W„ Heerde, Mariënberg,
Terneuzen en voor Winschoten.
Beroepen: te Arnhem (buit. verb.):
L W. G. Blokhuis te Wezep (buit.
verb.)
CHR. GEREF. KERKEN
Beroepen: te Den Haag - Rijswijk:
A. Broersma te Goes.
GEREF. GEMEENTEN
Beroepen: te Slikkerveer: C. van
Ravenswaay te Arnhem.
Officieel bezoek van
Luns aan Nederland
DEN HAAG Oud-minister Luns
zal, als secretaris-generaal van de
Navo, op 8 en 9 mei een offcieel
bezoek aan Nederland brengen. Mr.
Luns zal niet slechts door premier
Biesheuvel en zijn opvolger nister
Biesheuvel en zijn opvolger minis-
lijk, door het staatshoofd koningin
Juliana worden ontvangen.
Kwartet - Trouw
De Rotterdammer
Nieuwe Haagse Courant
Nieuwe Leidse Courant
Dordts Dagblad
Trouw
Commissie van hoofdredactie:
J. de'Berg (voorzitter).
H. P. Ester, G. J. Brinkman.
J. van Hofwegen.
PROF. DR. H. BERKHOF
Prof. Roseam Abbing komt in
zijn rapport tót de conclusie dat
de geslachtsgemeenschap in het
huwelijk thuis hoort; hij vreest
dat het ethisch vrijgeven van de
geksuele relaties Vóór een huwe
lijk niet slechts het latere
huwelijk van de betrokkene be
dreigt, maar het huwelijk als
instituut vroeg of laat zal onder
mijnen.
Er kunnen echter (nood)situaties
zyn, waarbij een compromis onver
mijdelijk is. Nood breekt wet. zegt
men. Breekt nood ook Gods gebod?
Men zegge liever, dat Gods gebod
nood in aanmerking wil nemen, aldus
prof. Roseam Abbing.
Dat zich in het economisch-politieke denken
van de Groningse econoom prof. dr. J. Pen een
omwenteling heeft voltrokken, zou in deze kolom
niet worden gesignaleerd, als de reden ervan niet
van zeer algemeen belang was.
Blijkens een artikel in het jongste nummer van
Economisch-Statistische Berichten heeft prof. Pen
afscheid genomen van de gedachte, dat de wereld
moet blijven streven naar economische groei. Na
tuurlijk had hij, met zeer vele anderen, er allang
oog voor, dat deze groei een reeks hoogst kwalijke
bijverschijnselen veroorzaakt, waarvan de vervui
ling tot dusverre waarschijnlijk de meeste indruk
op de publieke opinie heeft gemaakt. Maar daarom
behoefde volgens Pen en vele anderen het najagen
van economische groei nog niet te worden ge
staakt. De wereld zou die bijverschijnselen wel te
boven komen, als de groei wat beter werd gepland
en er flinke verschuivingen van vervuilende naar
niet-vervuilende vormen van produktie bewerk
stelligd werden.
Van deze tamelijk optimistische visie blijkt Prof.
Pen nu genezen te zijn. En wel op grond van een
internationaal vermaard werkstuk van twee Ame
rikaanse geleerden Forrester en Meadows
die een serie berekeningen hebben gemaakt inzake
de economische groei en vervolgens tot een even
sombere conclusie zijn gekomen als eerder, maar
met minder indrukwekkend cijfermateriaal, „vele
biologen, natuurliefhebbers en Kabouters".
Forrester en Meadows tonen aan, dat het door
groeien van de wereldeconomie op verschillende
manieren catastrofes zal veroorzaken of in de hand
werken. Dat kan gebeuren door uitputting van
grond en van grondstoffen, door vervuiling of door
een samenloop van deze factoren. Nu is het welis
waar doenlijk, één van deze rampen te ontwijken
of uit te stellen, maar en dat is het meest ver
ontrustend van alles dan slaat een andere ca
tastrofe des te harder toe.
Pen illustreert dit met het voorbeeld van het
opraken van grondstoffen. De gevolgen daarvan
zijn misschien te verhelpen via rantsoenering, tech
nische veranderingen en het invoeren van vervan
gende stoffen, maar daarvoor is weer produktie
nodig en die brengt de „finale catastrofe" alge
hele vervuiling van het milieu alleen maar na
derbij.
Dit alles en meer overwegend, heeft Pen de slot
som getrokken, dat er waarschijnlijk maar één uit
weg is: vermindering van de economische groei,
„in die zin dat de produktieve activiteit moet af
nemen en dat binnenkort het niveau van de
produktie moet worden verlaagd".
Hoe dat moet gebeuren, weet ook Pen niet. Hem
zweven wel maatregelen voor de geest (rantsoene
ring, een van overheidswege in het leven geroepen
depressie, die de groei van de produktie stopt).
Maar dat is allemaal dermate in strijd met ons
sociaal-psychologisch milieu en onze verkleefd
heid aan elementaire vrijheden, dat hij zich geen
nieuwe vorm van economische politiek kan voor
stellen zonder dat onze maatschappij eerst heeft
geleerd, haar meest dierbare waarden te vervan
gen. Daarin stemt Pen overeen met een collega
als prof. Goudzwaard, die vorig jaar in een betoog
van deels dezelfde strekking, zij het iets minder
alarmerend getoonzet, de afgoden van onze cul
tuur overschatting van economie en techniek,
de vrijwel ongebreidelde drang naar welvaarts- en
inkomensvermeerdering aan de kaak stelde als
verleiders die de mensheid naar de ondergang
dreigen te voeren.
Het zou al te luchthartig zijn, waarschuwingen
als die van Forrester en Meadows, van Pen en
Goudzwaard af te doen met welke formulering ook
van het vage gevoel, dat de geleerden de zaken
wel erg zwart afschilderen en dat het allemaal wel
zal meevallen, omdat nood nu eenmaal vindingrijk
maakt. Christenen zullen geneigd zijn, op een an
der niveau te reageren, maar op dat vlak kan wel
berusting worden gevonden, of bezieling tot actie,
maar geen plan de campagne voor een praktische
reactie op de wetenschappelijke voorspellingen,
hierboven aangeduid. Het voorwaardelijk dood
vonnis dat de geleerden in kwestie over de mens
heid hebben uitgesproken want daar komt het
wel op neer verliest zijn geldingskracht pas,
wanneer het ofwel gedetailleerd ontzenuwd is, of
wel de stoot heeft gegeven tot radicale, zeer radi
cale hervormingen.
Noch het een noch het ander behoort een zaak
te zijn van uitsluitend particuliere liefhebberij, op
welk niveau ook, of van specifiek-partijpolitieke
activiteit. Niet de omwenteling in het denken van
prof. Pen, maar wel het feitenmateriaal dat haar
heeft veroorzaakt, is belangrijk genoeg om op het
niveau van regering en parlement uitvoerig en in
dringend te worden behandeld.
Voor ongehuwde geldt z.i. hetzelfde
als voor de nog-niet-gehuwde (en de
hoogleraar vindt Paulus modern-psy
chologisch reëel, als deze stelt dat het
beter is om te trouwen dan van be-
geèrte të bra noen). Aangaande de'ho
mofilie merkt prof. Roseam Abbing op
dat men de oudtestamentische afwij
zing van homoseksuele contacten niet
uitsluitend kan verklaren uit de af
wijzing van cultische homosexuele re
laties.
Tot zover over dit rapport, dat niet
in discussie kwamc er werd alleen ge
debatteerd over het „grote" rapport.
Overigens niet tot ieders genoegen, en
ds. W. Kalkman uit Driebergen en ds.
H. L. A. de Wijk uit Scheernda stel
den voor, in een volgende synodezitting
het rapport van prof. Roseam Abbing
als uitgangspunt voor discussie te ne
men.
Een paar momenten uit de dis
cussie van gisterochtend. Ouderling T.
Teitsma. Haarlem vroeg: laten we ons
meeslepen door moderne opvattingen
en zetten we op die manier niet dui
zenden mensen in en ook buiten de
kerk in dé kou? Mensen, die weige
ren alles „gewoon" te vinden!
Ouderling P. Loof, Vlissingen: moet
de kerk alles maar goed praten, wat
in de maatschappij is gegroeid? Dia
ken J. Winding, Rotterdam: zou er in
de terughoudendheid die de kerk al
tijd met betrekking tot de seksuali
teit heeft betracht, niet deze evange
lische intuïtie zitten: als je hier de
remmen loslaat, gaan kerk en sa
menleving bergafwaarts. Ds. K. A.
Abelsma, Wateringen: de nieuwe mo
raal is de oeroude moraal van de oer
oude Adam!
Ds. Y. Strikwërda, Emmen (man
van de synodale commissie van rap
port): ik vind het rapport pastoraal
weloverwogen; maar mis stevige bij
belse fundering. Ds. H. W. Colstee.
Zuidlaren: ik ben blij met dit rapport,
hierin staat niet dat alles mag, het wil
een brug slaan naar een andere be-
léving van de sexualiteit, zoals we die
bij jongeren ontmoeten.
Ds. Ph. A. Warners, Utrecht: het
stuk gaat te veel uit van de gegeven
situatie en zal in deze vorm de groot
ste verwarring brengen. Ds. H. Bin-
nekamp, Boven-Hardinxveld: laten we
een herderlijke boodschap doen uit
gaan met een oproep tot zelfbeheer
sing. Ds. D. H. Scholten, Eindhoven,
zich aansluitend bij ds. Colstee: laat
dit rapport uitgaan als discussiemate
riaal.
Ds. S. F. van Veenen, Uithuizen: we
zijn niet rijp voor een verantwoorde
beslissing. Ds. S. W. de Vries, Hilver
sum: ik mis een leidinggevend en be
vrijdend woord. Ds. A. D. H. Huys-
man, De Purmer: een bekwaam, hel
der en reformatorisch rapport! Me
vrouw M. v.d. Wall-Duyvendak, bur
gemeester van Geldermalsen en voor
zitter van de generale diakonale raad:
een uitnemend rapport.
Prof. dr. H. Berkhof stelde voor bei
de rapporten de (mondige) gemeente
ter bestudering aan te bieden. Nee,
zei praeses ds. J. C. H. Jörg: 't wordt
tóch verstaan als komende van de sy
node. Scriba ds. F. H. Landsman: twee
meningen op de mensen afsturen is
onbarmhartig.
Ds. Landsman zou wel willen dat
het ((meerderheids)rapport, welks me
thodiek hij geniaal vond, herschreven
zou worden en wel zó dat de andere
conclusies van prof. Roseam Abbing
althans aangeduid zouden worden. De
hoogleraar had in herschrijven een
hard hoofd, na vier jaar praten.
Kortom, de synode nam nog geen
besluit en zal op een ander tijdstip
beslissen wat er met het rapport (of:
de rapporten) gaat gebeuren.
Kruiswoord-puzzel
Horizontaal: 1. gemeenzaam, 8. berg
plaats, 9. titel van Turkse landvoogden,
10. maanstand, 12. water in Utrecht, 1&
soort, 15. vakje van honingraten, 17.
Myth, figuur, 19. afk. van arrondisse
ment, 21. bundel, 23. riviertje op Suma
tra, 24. scheik. element. 25. muziekin
strument, 26. kindergroet. 27. keuken
gerei, 29. wortel; 31. opening van een
fuik, 32. onderricht, 34. eind, 35. tijdre
kening, 37. waterdoorlatend, 39. scheik.
element, 41. organische verbinding, 43.
slede, 44. gevoel,
Verticaal: 1. muzieknoot, 2. honing
drank, 3. honingbij, 4. Chinese lengte
maat, 5. uit of betreffende Ierland, 6.
papegaai, 7. muzieknoot, 8. winstge
vend, 11. plant met sterkriekend zaad,
12. priem, 14. bijrivier van de Weichsel,
16. vertrouwelijk, 18. luidruchtig feest,
20. oorzaak, 22. doortochtgeld, 23. berg,
28. jongensnaam, 30. eikenschors, 32. la
ding, 33. kaartterm, 36. kippenloop, 38.
eer, 40. boom, 42. scheik. element. 43. at
mosfeer (afk.). 4
Oplossing vorige puzze)
Hor.: 1. sober, 4. pi, 5. al, 7. rapé, 9.
ader. 11. neg, 12. sap, 14. els, 16. el, 18.
om, 19. es, 20. os, 21. do, 22. de, 23. Em, 25.
ma, 27. sop, 29. end. 31. rap, 33. beek, 35.
rats, 37. Ne. 39. as, 40. mager.
Vert.: 1. sip, 2. ba, 3. rad. 4. page, 6.
leem, 7.re, 8. es, 9. A.P. 10. R.L. 11. Niers,
13. ar, 15. sneep, 17. lom, 18. oom, 23.
Epen, 24. en, 26. arts, 28. Ob, 29. e.k. 30..
Dr. 32. as, 34. Eem, 36. aar, 38. eg.
Zowel in de rubriek 'Kaleidoscoop' als 'Te hooi en te gras' van 'mê
maandblad Protestantse Gezondheidszorg troffen wij merkwaardige i/itj
spraken aan. Beide liggen op het vlak van de arbeidIn het eerste gevaM
betrof het de vraag van de heer Dolman aan minister Drees hoe bouio-f
vakkers zich kunnen omscholen voor verplegers, politie-agenten, onderJ
wijzers en postbestellers. En dan deze opmerking: 'Voor wie in de bouxm
gaat kijken en ziet hoe sommige bouwvakkers, vooral bij de iooning-|
bouw, werken, zal het antwoord op de vraag van de heer Dolman nier
vioeilijk zijn: een noodverband ktinnen ze altijd wel leggen'. Men fcd
zich afvragen wat de schrijver hiermee bedoelt. Wat is de funktie vaM
het woordje 'sommige'? Bedoelt het te zeggen dat sommige bouwvakkeM
in dit opzicht weinig verwachting wekken? Dan is het een waarheid afl
een koe. Ook onder professoren zullen sommigen wel totaal ongeschi'rM
zijn als postbesteller. Wat wil de schrijver dan suggereren? Een tweern
opmerking geldt het stijgende aantal psychische klachten bij ambtenaren
Ook hier commentaar en wel 'Zou het kunnen zijn,'dat het aantal ps'j
chisclie klachten belangrijk is toegenomen na de invoering van de vijf
daagse werkweek? Wij hebben de stellige indruk, dat het werktemy
hierdoor tot psychische klachten kan leiden'. Alweer-zo'n versluierde op
merking die van alles kan betekenen. Moeten we terug naar de zesdaag
se werkweek? En is het de schrijver dan onbekend dat velen met een
vijfdaagse werkweek toch zes dagen werken, alleen die zesde dag doen
ze dan eens iets waar ze helemaal zin in hebben en voor hun gezzin, om
op die manier juist even op adem te komen? Mag dat soms? Men kan oo
zeggen dat het merkwaardig is dat het aantal psychische klachten toe
genomen is sedert het in de handel komen van kleurentelevisie of seder
het verschijnen van de de Ster-reklame of sedert de reizen naar de maan
Wat wil de schrijver eigenlijk?
We lezen vandaag: 2 Samuël 12 1320; 2425.
l:
-haa
Van een onzer verslaggevers
DRIEBERGEN Met algemene stemmen heeft de hervormde
synode gistermiddag het rapport over de euthanasie aanvaard. Vol
gens dit rapporfis passieve euthanasie in bepaalde gevallen aan
vaardbaar. De kwestie van de actieve euthanasie laat het rappor!
in het midden. „Zolang de meningen hierover nog uiteenlopen
zal er in de praktik van het leven ruimte moeten zijn voor ver
schillende opvattingen en wellicht ook voor verschillende praktijken"
aldus het rapport.
De gevoelens van de synodeleden werden wellicht het best ver
tolkt door ds. G. J. Voortman uit Oud-Vossemeer, die zei, dat hi iel
het „een zeer griezelige zaak" vond, maar de weerstand tegen d<e
euthanasie bq zichzelf en anderen toch meer plaatste in de sfee
van het menselqk gevoel, dan van het goddelijk gebod.
De discussie spitste zich vooral toe
op de vraag, of je door passieve eu
thanasie te aanvaarden eigenlijk niet
vanzelf ook tot actieve euthanasie
komt. Wie nalaat iets te doen, wat hij
zou kunnen doen, is toch ook verant
woordelijk? Dat het verschil tussen
passieve en actieve euthanasie niet zo
principieel, maar toch wel reëel is,
maakte de arts drs. G. B. Masten
broek, een van de opstellers van het
rapport, duidelijk met een voorbeeld:
wie iemand in het water duwt, ach
ten we meer schuldig, dan degene,
die niet in het water durft springen
om de drenkeling te redden.
Scriba ds. F. H. Landman had de
hele kwestie graag in een wat breder
kader gezien. Is de euthanasie wel
het eigenlijke probleem, vroeg hij.
Gaat het niet veeleer over de zin en
de begrenzing van het medisch han
delen? Vaak wordt gezegd, dat de
mens autonoom handelt, als hij het
leven niet onder alle omstandigheden
wil handhaven, maar men zou vo-
gens ds. Landsman even goed, zo niet
beter kunnen stellen, dat juist hij
autonoom handelt, die zijn macht om
in het leven te kunnen houden, ge-
mi
iog
at
bruikt tot het bittere einde. Tot hc
geloof behoort ook: gewetensvol
handelen met de macht, die de mer
gegeven is over leven en dood.
Prof. dr. P. (j. Roseam Abbing, d^
zelf blijkens zijn recente artikel
Kerk en Theologie wel verder h^ar
willen gaan, noemde het rapport
de huidige situatie precies wat 4o0(
kerk hebben moet. De discussie blij e
open en er wordt niet iets gekappg(
wat in de komende jaren zeer actuefi
zal blijken.
Verschillende synodeleden, zoals
H. L. A. de Wijk (Scheernda) en i"
M. van den Bosch (Goes) benadrukte
de noodzaak van goed samenspel tui
sen predikant en arts en van een
grenzing van de wederzijdse veran
woordelijkheid. Het rapport bepletee
de instelling van vaste werkgroepe ari
die zich bezighouden met de probli
men, die door de toepassing van ei
thanasie worden opgeroepen en die i
concrete ge%rallen ook concrete acivii Wi
zen of verboden kunnen geven. Proie
dr. E. L. Smejik vroeg in dit verbar
ook de aandacht voor de juridiscl iuy
problemen, die zich zullen voordoe e
Van een onzer verslaggevers
DRIEBERGEN Tot twee keer toe greep maandagavond het
moderamen in om uit de discussies in de hervormde synode over de
ontwerpverklaring „Leven en sterven met verwachting" de indruk
te verwijderen, dat dit allemaal nodig was geworden als gevolg
van tv-uitspraken van ds. M. A. Krop in Groningen.
#T
12
en
Deze veroorzaakte vorig jaar nogal
wat deining toen hij in het IKOR/-
CVK-programma „Dubio" betoogde
dat het om pastorale redenen drin
gend nodig was geworden om er geen
doekjes meer om te winden, dat dood
dood is.
Enkele leden van de synode hadden
al gezegd het vreemd te vinden
waarom ds. Krop bij deze gelegen
heid niet naar Driebergen was ontbo
den. Daarop zei ds F. H. Landsman
namens het moderamen. dat er geen
sprake mocht zijn van een „indirecte
tuchtoefening":
Ds. M. van den Bosch vulde aan:
„het gaat niet om één man maar om
een gezindheid. Als iemand het zegt
is het immers allang als aanvechting
aanwezig". Toen aan het eind van
een rij sprekers de Groningse student
C. Koopmans zich in de discussie wil
de mengen naar hij zei om stelling
te nemen „anti-dood-is-dood"
werd hem door de praeses het woord
ontnomen.
Dit incident sloot een bespreking af
die leidde tot unanieme aanvaarding
van de verklaring „Leven en sterven
met verwachting", waarvan in dit
blad vorige week woensdag een korte
samenvatting verscheen.
Die unanimiteit behoudens wat
opmerkingen hier en daar die nog
verwerkt zullen worden was ver
rassend. De kritiek erop, zowel van
vrijzinnige kant als van de kant van
de gereformeerde bond was erg fun
damenteel.
Hier en daar zat men nog wel wat
onwennig aan te kijken tegen de be
toogtrant, die de allerlei bestaande
modellen achter zich laat. Een voor
beeld: ,.De mensheid bestaat immers
alleen uit mensen, die elk voor zich
naar het beeld van God geschapen
zijn, maar in elk van wie dat beeld in
aanlopen blijft steken. God komt met
zijn mensenwereld niet tot zijn doel
wanneer in een verre toekomst de
dan levenden zich mogen zonnen in
het koninkrijk van God, terwijl tevo-
re miljarden een onvoltooid en
schuldig bestaan in berusting en ver
twijfeling leefden en beëindigden.
Zulk een wereld strookt niet met de
wijze waarop wij God als de God van
Abraham, Isaak en Jakob hebben le
ren kennen".
Deze bewust kort gehouden tekst
waarin de hand van prof. Berkhof
duidelijk herkenbaar is al berustte de
eindredactie bij een commissie
bleek ook een uitstralingseffect naar
r.k.-zijde te hebben, zoals de Nij
meegse franciscaan prof. dr. P. A.
van Leeuwen in de synode naar vo
ren bracht.
Deze was zo onder de indruk van
het stuk, dat hij het graag het episco
paat onder aandacht zou brengen,
teneinde het ook in de r.k.-kerk een
zo groot mogelijke spreiding te geven.
In de synode waren er ook, die zei
den dat ze met dit stuk pastoraal on
voldoende konden aanvangen. Het
was volgens hen die pastorale nood.
s;
lok
en,
die ds. Krop tot zijn uitspraki
bracht. „De professionele troosters 1
ten het vaak schandelijk afwet
wanneer een mens met de do?"r;
wordt geconfronteerd", zei diaken
A. van der Veen.
Opmerkelijk was verder de bijv
van ds. M. van den Bosch uit Go
voor de vraag van ds. H. Binnekarpec
uit Boven Hardinxveld: wordt hier
dood niet teveel losgemaakt van
straf op de zonde, hetgeen toch efou
belangriik biibels gegeven isr
Ds. Van den Bosch sloot hier id.
aan: „In het denken van Israël vfge
de mens niet onderworpen aan
grillen van de goden zoals in Babfee:
maar de mens was zo persoonlijk
God betrokken dat de dood zelfs e
straf inhield.
Dat wil men in Nederland n
meer horen. Maar het bewustzijn 2 ele
toch levend moeten blijven, dat
ontmoeting met God de mens plaa
voor een geweldige beslissing in zi
leven".
Korl
Prof Berkhof zei echter dat let
zich niet door deze sprekers wilde 1 oz;
ten verleiden om méér te zeegen. o int
der het motto: hoemeer je zegt, he ell
meer ie moet zeggen. En het gine ijor
om een korte en duidelijke verkl i j
ring. ja zelfs om een aanspreken v De
velen die opnieuw in deze ervaring an:
wereld zouden moeten worden ing en
lijfd. inl
Daarop is deze verklaring dan o as
gericht. Trouwens de theologen he fili
ben er veel moeite mee om aan ee
geven wat de dood nu concreet n ijz
zonde te maken heeft. Met deze vi >or
gen dient men naar hij zei dit sti C
niet te belasten. De enige zorg van fear
svnode was daarna nóg dat de v< D?
klaring zo gauw mogelijk onder lie1
mensen komt. da
fen