Het probleem van nieuwkomers» Gereformeerden hebben het eerste kerkelijk rapport over homofielen PATR1A I Behandeling in bed 20 maal zo duur als poliklinische BEROEPINGSWERK Geen steun Nieuwe stijl Een woord voor vandaag DONDERDAG 10 FEBRUARI 197J IIEU Kruiswoord-puzzel Horizontaal: 1. gist middel; 5. oninge wijde; 7. gezicht; 9. brugschuit; 10. fa milielid; 12. vreemde rpunt; 13. muziek zaal; 14 Noorse god; 15. vlaktemaat; 16. muzieknoot; 17 spil van een wiel; 18. wanneer; 19 familielid; 20. al; 21. jaar (Lat); 22. titel (afk.); 23. netvlies van het oog; 25. overmaking; 27. gordel; 28. ket ting. Verticaal: 1. muzieknoot; 2. rolgor dijn; a meisjesnaam; 4. insekt; 5. boom; 6. water in Friesland; 8. uit of betref fende Noorwegen; 9. tekengereedschap; 10. godin van het fruit; 11. kooplust; 12. ros; 15. plant met bittere blaren en bloemen; 18. snedig; 19. niet beschaafd; 21. gemak; 24. niet harde slag; 25. mu zieknoot; 26. voegwoord. Oplossing vorige puzzel Hor.: 1. rodeo; 5. pon; 7. eden; 8. las; 10. gel; 11. ren; 12 ba; ia Lr; 14. aas; 15. Kea; 16 alt; 17. peen; 18. Mark; 20. leek; 2L Ede; 22. meel; 24. na; 25. boer; 26. Po; 27. keep; 28. Leo; 29. gast; 30. deel. Vert: 1. reglement; 2. Oder, 3. del; 4 en; 6 Pan; 6 os; 6 les; 9. kaan; 11. rat; 12 beek; 14. alk; 15. keel; 16. are; 17. peer; 19. Ada; 20. leep; 22 moet; 23. Pool; 25. bes; 26. pee; 27. ka; 28. Ie. NED. HERV. KERK Beroepen: te Meerkerk en te Neer- langbroek: kand. J. E. de Groot te Zeist: te Oostvoorne (toez.): A. de Vos te Berkenwoude. Aangenomen: naar Stockholm (Zweden): A.C.J. van der Poel, hoofd- luchtmachtpred. te Den Haag. Bedankt: voor Ede: T. van 't Veld te Waddinxveen. GEREF. KERKEN Beroepen: te Utrecht-O- (geest, vera. De Richard Hoogland Stichting): G. M. W. Steen te Amsterdam-Nieu- wendam. GEREF. GEMEENTEN Beroepen: te Rhenen: E. Venema te Zwijnd recht (verb ber.). TOKIO (AFP) Japan heeft Bang- ladesj erkend. Dit is vanmorgen mee gedeeld door de Japanse minister van buitenlandse zaken. Takeo Fukuda. Van een onzer verslaggevers UTRECHT De gereformeer de deputaten „voor de bestude ring van de vragen inzake de pastoraal-ethische begeleiding van de homofiele naaste" hebben de generale synode van hun ker ken een uitgebreid rapport aan geboden. Hiermee hebben de ge reformeerden het eerste officiëel- kerkelijke stuk*) over de homo filie in handen. Overigens is tet geen stuk met kant en klare conclusies: de deputa ten hebben het vraagstuk bestudeerd vanuit verschillende achtergronden van ervaring, kennis en specialisme en hieruit resulteerde een aantal af zonderlijke opstellen. Zij menen ech ter „dat ondanks de genuanceerdheid, wel degelijk een doorlopende hoofd lijn in het rapport aanwezig is." De leden van het deputaatschap zijn: drs. J. van der Meulen, geeste lijk verzorger pyschiatrisch zieken huis. Sint Fransiscushof Raalte. drs. S. W. R. Polman, geestelijk ver zorger psychiatrisch ziekenhuis „Den nenoord" Zuidlaren; dr G. Th. Rothuizen - hoogleraar aan de Theo logische Hogeschool te Kampen; mevr. A. C. F. Schut-Schut - arts te Den Haag; drs. J. Vlaardingerbroek - predikant te Leeuwarden-West; dr M. Zeegers - zenuwarts te Den Haag; ds H. R. Zijlstra - predikant te Apel doorn. Weg open Aan het slot van zijn bijdrage „Over mensen die homofiel zijn" maakt drs. Van der Meulen de vol gende opmerkingen: „a. Alleen al de wijze" waarop in het O.T. de liefdescommunicatie in dienst staat van de voortplanting, verhindert een positiever tenadering van de homosexualiteit. dan we nu aantreffen. b. De aanleg is in de bijbel niet bekend, evenmin als de mogelijkheid tot een homofiele liefdesrelatie. Mo gen we zeggen dat (evenals bij ons tot voor zeer kort) deze dingen vallen buiten het bijbelse voorstellingsver mogen? c. Het gebod het leven te verliezen in liefde en eerbied voor de naaste, bepaalt de ethische grondhouding in elke intermenselijke relatie. De ho mofiele verbintenis kan evenzeer als het huwelijk recht doen aan dit evangelisch gebod. d. Gezien de onbekendheid van de bijbel met de aanleg en de daaruit voortvloeiende lieflesrelatie, gezien de levensvreugde en de liefde (in al haar betekenissen) die de partners el kaar kunnen geven, gezien de moge lijkheid om in deze verbintenis het gebod van de Heer gestalte te geven, moeten we op zijn minst concluderen dat de weg naar de tweezaamheid voor homofielen open is." Hek van de dam? Van de conclusies van drs. Van der Meulen geven we deze twee door: „a. Op goede gronden menen wij dat de homofiel niet terug geworpen hoeft te worden op een persoonlijke beslissing, maar dat de kerk, d.w.z. in de meeste gevallen de pastor de ho mofiele verbintenis, waarin de liefde in al haar aspecten beleefd wordt, als de aangewezen weg moet waarderen. Er is deze ruimte en daarom mag de homofiel zonder schuldgevoelens we ten dat hij of zij met deze bijzondere vriendschap een plaats heeft voor Gods aangezicht en daarom in de kerk. /b. Men zou kunnen denken dat er een wereld instort, als voor deze le venswijze ruimte komt. Het tegendeel is echter waar. Nu is het hek soms van de dam omdat zonder remming van de maatschappij een tweede le ven kan worden geleid. Ieder zoekt, soms niet zonder kleerscheuren, zijn weg. Bovendien is er nu een onnodige gebrokenheid, omdat regels, oordelen en geboden, knechten en overbodige jukken opleggen." Onderwereld Het rapport vervolgt met „medisch- psychiatrische gegevens" van dr. Zee gers en met een opstel over „kli maatsverandering" van ds. Zijlstra. Dan is er een bijdrage van niet deputaat ds. S. J. Popma (emeritus predikant te Amsterdam, een van de medewerkers aan het boekje .J5e ho- mosexuele naaste" dat in 1961 in prot. chr. kring baanbrekend werk heeft gedaan). Ds. Popma attendeert er op dat de bijbel zich in de teksten, waar een bepaald homosexueel ge drag scherp veroordeeld wordt, keert tegen zoiets als een religieuze onder wereld: „Daar is homosexualiteit on derdeel, bestanddeel geworden van een religie vol levensdrift, levensgul- zighéid, opwoekerende driften. Het gaat dan niet om homosexualiteit op zichzelf, maar om een brok verloe- GOmmENTAAR De regering en de nationale commissie ontwik kelingsstrategie 1970-1980 hebben duidelijk ver schillende opvattingen van wat ontwikkelings samenwerking moet zijn. De nationale commissie heeft besloten tot steun aan het Angola-comité voor zijn koffie-actie, omdat ze meent, dat deze een onderdeel vormt van het bewustmakingsproces dat ze beoogt te stimuleren. Maar minister Boertien, die als minister zonder portefeuille voor ontwikkelingssamenwerking alle besluiten van de commissie, voor zover ze finan ciële consequenties hebben, moet ondertekenen, is van mening, dat deze actie van het Angola-comité „slechts een ver verwijderd verband houdt met de wezenlijke onderdelen van de ontwikkelingssamen werking". Hij weigert er dus zijn handtekening onder te zetten. In de pre-ambule van de internationale ontwik kelingsstrategie 1970-1980 die de regering heeft onderschreven, staat in punt vijf, dat het welslagen ervan afhangt van een aantal factoren onder andere van de uitbanning van kolonialisme, rassen discriminatie enzovoort. Het is ook met verwijzing daarnaar, dat de nationale commissie tot steun aan de actie van het Angola-comité besloot. De regering wijst het Portugese standpunt prin cipieel af, maar, zegt ze, het kader waarin ze deze afwijzing kenbaar maakt is een ander dan in de actie van het Angola-comité voorzien is. Zij, de regering, verkiest het kader van de Verenigde Na ties. De vraag die hier onmiddellijk rijst, is: waar om heeft de regering dan de nationale commissie ingesteld, die met name het werk van particuliere organisaties voor de bewustmaking van het ont- Onder de reislustige titel „Op weg naar hoger onderwijs nieuwe stijl" hebben de ministers De Brauw en Van Veen gisteren een nota aan de Tweede Kamer aangeboden, die in de nogal verre toekomst uitzicht biedt op een geherstructureerd, sterk gedifferentieerd hoger onderwijs. Iedereen die na het voortgezet onderwijs verder wil leren, zal dan in die nieuwe structuur zijn weg moeten zoeken en een plaats vinden. Maar de nota wil niet meer zijn dan een richting wijzer naar dat beloofde land. De instellingen voor wetenschappelijk onderwijs en voor hoger beroeps onderwijs zullen zelf inhoud moeten geven aan die nieuwe structuur. Veel zal daarbij afhangen van hun bereidheid een vorm van samenwerking aan te gaan. De ministers hebben al gezegd, dat dit in eerste instantie op een vrijwillige basis zal moeten gebeuren, vooral ook vanwege de bijzondere struc tuur van veel beroepsopleidingen die van een par ticuliere vereniging uitgaan. Mocht het met die \Tywilligheid niet zo makkelijk gaan, dan zal op den duur een vorm van dwang ten opzichte van de wetenschappelijke instellingen niet uitgesloten zijn. De moeilijkheden worden kennelijk vooral van de kant van de universiteiten en hogescholen ver wacht. Maar ook van de kant van het hoger be roepsonderwijs kunnen bedenkingen verwacht worden tegen samenwerking, bijvoorbeeld uit vrees voor een „afvalbak-functie" die het h.b.o. zou wikkelingsvraagstuk moet stimuleren? Particu liere organisaties kunnen immers geen lid zijn van de VN: hoe kunnen ze dan dit door de regering geprefereerde kader kiezen? „Om deze en andere overwegingen" wijst de re gering steun aan de koffie-actie van.de hand. Die andere overwegingen worden niet meegedeeld. Wordt het aan anderen overgelaten die in te vullen? Maar het wonderlijkste blijft, dat de particuliere organisaties waar de nationale commissie mee werkt, blijkbaar binnen de kaders moeten blijven, die de regering verkiest. Is de „mobilisatie van de publieke opinie" die de regering wil, dan bedoeld ter ondersteuning van haar beleid? Of voor de ontwikkelingsstrategie van de VN? Ten slotte: het beleid van de regering ten op zichte van de geknechte volken in Portugals „overzeese provincies" is nu wel duidelijk. Geen rechtstreekse steun aan de bevrijdingsbewegingen, maar blijven onderzoeken, of er via de VN iets mogelijk is. Geen behoorlijk embargo op leveran ties aan Portugal, die gemakkelijk kunnen worden ingezet in de koloniale orlogvoering van dit land. Geen melkpoeder voor mensen in de bevrijde ge bieden, op die plekken waar honger heerst als ge volg van de vernieling van oogsten door de Por tugese luchtmacht. En nu dus ook geen boycot van koffie die daar, zoals een commissie van de VN nog onlangs rapporteerde, in dwangarbeid wordt geproduceerd. De Angolezen, die ook via protestantse zendelin gen (die er allemaal uitgegooid zijn) de boodschap der bevrijding gehoord hebben, moeten de ogen maar opslaan naar de bergen. kunnen krijgen. Er is een sprekend voorbeeld van zo'n structuur die er op papier ideaal uitzag, maar in de praktijk grote moeilijkheden opleverde. Dat is de mam moetwet. Er is nog een overeenkomst met die wet, en dat is het punt van de doorstroming. Zoals de brug klas werd opgezet als een goede doorstromings mogelijkheid voor leerlingen, zo is er nu een ge coördineerde propaedeutische fase die studenten de mogelijkheid zou kunnen geven door te stromen. De praktijk van de brugklas wettigt de vrees, dat ook bij het hoger onderwijs de doorstroming moei lijkheden zal opleveren. Vooral omdat nu al gesteld is dat er geen ruimere toelatingsmogelijkheden voor universitaire examens zullen komen. Door stroming van laag naar hoog als je het ten minste zo mag noemen zal dus ook bij het hoger onderwijs aanzienlijk moeilijker worden dan om gekeerd. Het zou nuttig zijn als bij het uitwerken van deze hoger-onderwijs-structuur dit soort problemen van te voren werd overwogen en overwonnen. Dan kan de mammoet-ellende het hoger onderwijs be spaard blijven. Ten slotte: het is goed dat de onderwijzersoplei ding bij het hoger onderwijs wordt getrokken. Maar hoort de kleuterleidstersopleiding die toch ook te maken heeft met het opleiden van onder wijzend personeel, daar dan niet ook bij? derd leven, om een stuk dekadente kuituur". Ds. Popma zegt ook: „Homosexualiteit is nl. niet los ver krijgbaar. Ze is altijd ingeweven in een levenspatroon, een levenshouding en een gedrag, die vanuit de diepste levensovertuiging inhoud krijgen; dat kan ook zijn vanuit een nobel huma nisme of vanuit een oprecht geloof in Jezus Christus". Niet makkelijk Drs. Vlaardingerbroek, bezig met „oudtestamentische gegevens" komt tot deze conclusie: het is duidelijk, dat men het O.T. niet zo gemakkelijk aan z'n kant krijgt, wanneer men homofiele om gang niet-afkeurenswaardig vindt. De oudtestamentische gegevens wijzen wat het pastoraat en homofielen be treft, meer in de richting van strijd tegen z'n uit de gegeven aanleg voor komende neigingen dan van 't zoeken van een homofiele relatie. (Men zou in dit verband kunnen verwijzen naar Mattheus 5:29, 30) Echter blijkt, dat men m.i. met de verwerking van deze oudtestamentische gegevens niet het gehele vraagstuk van het pasto raat aan homofielen, resp. van de be schouwing van de homofilie, als op gelost kan beschouwen." Geen reden Uit de conclusies van drs. Polman, die de „nieuwtestamentische gege vens" bestudeerde, de volgende: „Dat er in de homosexualiteit een discrepantie blijft, die als zodanig in spanning staat met het zeer goed van het scheppingsverhaal behoort tot het „bittere raadsel van de goede schep ping." De oplossing van dit raad sel mag niet op de betrokkenen alleen afgewenteld worden. Door de herkenning in onze dagen van homosexualiteit als een „stukje natuur", een gegeven is een nieuwe situatie ontstaan, die het noodzakelijk maakt deze zaak opnieuw in het licht van het evangelie te bezien. De waardering tenslotte van de li chamelijkheid in het N.T., maakt dat er geen reden is een homofiel vrien den- of vriendinnenpaar aan te raden in onthouding te leven. Door die ont houding zouden zij zich niet alleen de vreugde ontzeggen van het lichame lijk beleven van een gemeenschap: maar ook tekort doen aan het volle dig geestelijk en lichamelijk-gestalte geven aan hun verttond." Paulus en wij Onder de titel „Hoe verder?" biedt prof. Rothuizen een aantal „ethisch- hermeneutische overwegingen". Hij brengt de apostel Paulus ter sprake: „Wanneer Paulus rustig kon wer ken met wat de verstandige „men" uit zijn omgeving op zedelijk gebied te berde wist te brengen, dan wij ook. In beide gevallen kunnen wij zeggen: of de homofilie nu aangebo ren is of verworven, een natuurlijk of DALE CARNEGIE DALE CARNEGIE OPRICHTER OMGANG MET MENSEN DOELTREFFEND SPREKEN Uitnodiging tot het bijwonen van een GRATIS PROEFLES Rotterdam: Restaurant Engels. Groothandelsgeb.. dinsdag 15 febwari, 20.00 uur Den Haag: Motel Hoornwyck, Rijswijk maandag 14 februari. 20.00 Uuf Sponsor: Aloserlj-lnstituut. Inlichtingen: telef. 010 - 18 87 71. cultuurlijk gegeven is, zij kan iemands tweede' zo niet eerste natuur geworden zijn. Paulus hield de homo fiele verschijnselen, van zijn dagen voor veranderlijk geneeslijk en be- keerbaar. Wij weten wel beter." Mèt wijlen prof. Van Ruler zegt prof. Rothuizen dat de kerk het soms beter zal mogen en moeten weten dan de apostel. Hij vervolgt: „Daarmee is niet het hek van de dam, omdat de homofiel bijv. zich nu niet meer aan de bijbel zou hoeven te houden. Dat moet de christen-homofiel wel dege lijk en wel aan de ons aldaar geleerde liefde. En wil het gaan om een con structieve en geen destructieve homo filie, dan zal het moeten gaan om die liefde, waarvan geschreven staat in 1 Corienthiërs 13:" Zij kwetst niemands gevoel". De bijbelse liefde echter daalt altijd in bijzonderheden af, an ders heeft zij niet genoeg liefgehad. D.w.z. ook de homofiel heeft zijn mo raal en hij heeft haar tot in de de tails toe". Niet kategoriaal Zijn opstel over de „pastorale tege- leiding" eindigt ds. Zijlstra aldus: men kan de vraag stellen of ieder zielszorger geschikt is voor het pastoraat onder homofielen. En dan denken we aan het persoonlijk pasto raat in huwelijks-, opvoedings- en jeugdzaken. De opzet van ons rapport is de ge dachte van een kategorale zielszorger te doorbreken. Het wil juist de pastor inzicht geven. Ook het inzicht dat de feitelijke zielszorg zich hier in niets behoeft te onderscheiden van die voor elk onder gemeentelid. Deze pastorale zorg wil een religieuze zorg zijn ten aanzien van het leven van een mede gelovige in diens betrokkenheid op God en de naaste.'En zo. bijzonder is dat nu ook weer niet voor de kerke- raad die destijds om richtlijnen vroeg." Het rapport „Over mensen die homofiel zijn" kan men bestellen bij het Alg. Kerkelijk Bureau, Wilhelmi- napark 2, Utrecht, door ƒ1.40 over te maken op postgiro 51.31.53 van dit bureau, met vermelding „rapport ho mofilie". Een ander evangelie is niet het evangelie. In de gemeenten van Galai waren er mensen, die de christenen in verwarring brachten en het evai gelie van Christus wilden verdraaien. Paulus waarschxiwt ernstig daai tegen. Ook al zouden wij of een engel uit de hemel u het evangelie ve kondigen, afwijkend van hetgeen wij u verkondigd hebben, die zij va vloekt." Wij zijn zo vlug geneigd te zeggen (als wij het niet met elkaar eens z of er onderuit willen komen) dat het een kwestie van interpretatie is dat er ook nog zoiets bestaat als christelijke vrijheid in dit opzicht, ft kan men met interpreteren een heel eind komen en er is zelfs wein fantasie voor nodig om naar zichzelf toe te interpreteren. Maar dan mo ten wij wel bedenken dat de grens naar de verdraaiing, waarover Paul het heeft, vlug is overschreden. Het evangelie van Christus is in wezen een eenvoudige, maar ook g vaarlijke zaak. Eenvoudig, omdat het de mens oproept afstand te dot van zichzelf en zich met zijn gehele bestaan over te geven aan Christr Gevaarlijk omdat de mens zichzelf de pas afsnijdt, als hij het verwei of probeert het pasklaar te maken voor eigen opvattingen en manier v leven. We lezen vandaag: 1 Samuël 28 110. Adhesiebetuigingen voor bisschoppen UTRECHT (KNP) Op het huis adres van kardinaal Alfrink zijn de laatste dagen duizenden adhesiebetui gingen bezorgd van rooms-katholiek Nederland. Het denkbeeld om adhesie te betui gen met het pastoraal beleid der bis schoppen werd gelanceerd door een groep Beverwijkse r. katholieken. TIJDELIJK I VAN 1.05 VOOR Van een onzer verslaggevers UTRECHT Hoe goedkoop het is om iemand niet in een ziekenhuis op te nemen rekent mr. L. C. Wesseldijk voor in het vandaag verschenen num mer van het maandblad Het Ziekenhuis. De wenselijkheid patiënten zo veel mogelijk poliklinisch te behan delen, komt in de eerste plaats voort uit het belang van de patiënt zelf: ziekenhuisopname haalt iemand volledig uit zijn gewone doen en kan het hele gezin op zijn kop zet ten. Maar behandeling in de polikli niek. zonder dat de patiënt ter plekke in bed wordt gestopt, levert bovendien een geweldige besparing op, schrijft mr. Wesseldijk (die di recteur is van de Nationale zieken huisraad in Utrecht). Wanneer bij voorbeeld een ziekenfondspatiënt naar een internist wordt verwezen en door hem poliklinisch wordt be handeld, krijgt die internist voor de eerste maand van de behandeling ƒ26,30. Maar wordt de patiënt in het ziekenhuis in bed gelegd, dan betaalt het ziekenfonds aan de in ternist 14,50 per dag voor de eer ste vijf dagen (en daarna 2.30 per dag). Daar komt dan nog de ver- pleegprijs bij, gemiddeld ƒ88 per dag. Een behandeling met zieken huisopname van vijf dagen komt op die manier op ƒ512.25, dat is bijna twintig keer zo veel als de polikli- nische behandeling voor 26.3,0. Het is dus niet alleen om men selijke, maar ook om financiële re denen de moeite waard om zorg vuldig te beoordelen of iemand wel echt zo nodig moet worden opgeno men. AJ bij gee sch de beg ged nee floor H. Biersteker De aanbevelingen die de gereformeerde deputaten van zending, diakonaat en oecu menische zaken aan hun synode doen over het antiracisme-programma van de we reldraad van kerken, weerspiegelen dui delijk het probleem van de nieuwkomer. De gereformeerden zijn niet betrokken ge weest bij het hele proces van besluitvorming over dit programma, dat begon in Uppsala in 1968 en via een consulatie in Notting Hill en de zitting van het centraal comité in Canterbury uitliep op de toepassing door het uitvoerend co mité in Arnoldshain in februari 1970. En dan krijg je wat zo vaak gebeurt als nieuwkomers zich bij een bestaand gezelschap met een be staand programma voegen: er worden oude vragen gesteld. Bijvoorbeeld 'waarom bij de schenkingen ditmaal afgezien van de normale en moreel gezonde regel, dat schenkingen worden beschouwd als een zaak van wederzijds vertrouwen, waarbij inzicht wordt gegeven in de besteding van de ontvan gen gelden'. Overtuigd door zwarte kerkleiders DE KERK IN DE WERELD uit de VS en Afrika besloten de gedelegeerden dat er nu juist een niet-gecontroleerde over dracht van fondsen zou moeten plaatsvinden en de Afrikaanse raad van kerken begroette dat later als 'een doorbraak in het donor-complex van de kerken in de rijke landen.' In de moti vering van het programma werd gezegd: 'Er kan geen gerechtigheid in de wereld zijn zonder een overdracht van economische middelen als onderbouw voor de herverdeling van de politie ke macht en om de culturele zelfbeschikking mogelijk te maken.' Wel werd erbij gezegd dat organisaties van en voor verdrukte rassengroe- pen alleen in aanmerking zouden komen indien hun doeleinden niet strijdig zouden zijn met de algemene doeleinden van de wereldraad en zijn organen. Daarbij zou het geld moeten gaan naar sociaal, medisch en educatief werk van deze organisaties. Als de deputaten dus de ge reformeerde synode zullen voorstellen de we reldraad te vragen 'of er bij de huidige uitke ringen wel voldoende op wordt gelet of de ker ken in het algemeen enige verantwoordelijk heid op zich kunnen nemen voor de politieke doelstellingen en methoden van de bewegin gen die door het fonds gesteund worden', dan is dat alweer typisch een vraag van een nieuw komer. al heeft die uiteraard alle recht om hem te stellen. Bij de conclusies en voorstellen over het we reldraad-programma die de deputaten aan het En voorts over het programma tegen het ra cisme: 'De wereldraad begeeft zich 'buiten de legerplaats' en begeeft zich temidden van de slachtoffers van de desperado's die gegrepen hebben naar de wapenen en stelt zich aan de zijde der onderdrukten. Juist nu dit het geval is, juist nu verwerven de kerken die achter de wereldraad staan, ook in dit programma, het recht om kritische vragen te stellen, zowel aan de onderdrukkende regimes als aan de verzets bewegingen en om aan te dringen op regelingen tot beëindiging der conflicten in gerechtigheid.' Welke solidariteit 'Het is wel goed', zo vervolgt prof. Verkuyl verderop, 'dat de Wereldraad zich gesteld heeft aan de zijde der vernederden en der geëxpioi teerden, maar nu is het nodig om te vragen op welke wijze een waarachtig christelijke inhoud kan worden gegeven aan de solidariteit. Solidari- eit uit de kerk van Christus kan dan alleen vrucht baar zijn als deze solidariteit reflex, weerspiege ling en toepassing is van Christus' solidariteit met de armen en verdrukten. Het moet daarom een solidariteit zijn vol van hoop en van geloof en van liefde. Het moet een solidariteit zijn onder open hemel. Het gaat bij de beoefening daS van deze solidariteit om iets kwalitatief anders mer Het gaat om beslissingen van het geloof, om de acte van de Zoon en de Heilige Geest, om een gebeuren dat door het gebeuren der verzoe ning, waarvan de kerk leeft, gedragen en ge stempeld wordt. Het gaat om een solidariteit die uitgaat van de verzoening in de diepste zin^T des woords, die zich zowel uitstrekt tot de Hero- dianen als de Zeloten om hen te bewegen tot het verlaten van heilloze wegen en om hun voe- gen ten tp 7Pttpn nn Ha wps Hpc hfpHpc einde van deze maand aan de synode zullen voorleggen is een informatienota gevoegd van prof. dr- J. Verkuyl, een man die een leven van intensief geestelijk contact met niet-blanke christenen achter zich heeft en zich net zo ver manend met leiders van bevrijdingsbewegingen pleegt te onderhouden als met zijn kerkelijke gemeenten die hem hier om een spreekbeurt vragen. Hij schrijft: 'De kerken hebben door al le eeuwen heen het Pelagianisme bestreden, na melijk die visie op de mens die te optimistisch en te idealistisch is en waarin men ervan uit gaat dat het voldoende is om te zeggen wat fout is en te zeggen wat er veranderd moet worden. De kerken hebben door te menen dat men kan volstaan met kerkelijke verklaringen onbewust geleden aan Pelagianisme. Zij hec- ben namelijk de weerstanden die er zowel in de gemeente als in de wereld zijn tegen de ge hoorzaamheid aan God, ook op dit terrein on derschat en ze hebben te weinig verstaan dat het wel degelijk de roeping van de kerk is om door bepaalde exemplarische handelingen en activiteiten de sociale en politieke processen te stimuleren die nodig zyn om handen en voelen te geven aan de gehoorzaamheid aan Gods Wet en Gods Evangelie.' Leic (L oma lega spra seer bedi POOI mar ten te zetten op de weg des vredes. De kerken mogen niet van de weeromstuit in een ander uiterste vervallen 'en zich even blind en naief identificeren met de bewegingen die machtsmiddelen aanwenden ter bevrijding" als ze zich jarenlang naief vereenzelvigd hebben met wat tegenwoordig terecht genoemd wordt het structurele en onderdrukkende geweld- 'Het heeft immers geen enkele zin te ontkennen dat de atmosfeer waarin verzetsbewegingen leven, werken en ademen ook vol van verschrikkelijke seer verzoekingen is. De leiders van deze bewegin- gen zijn zich dat zelf veel meer bewust dan de genen die hen verdedigen', aldus prof. Verkuyl. Tussen twee vuren Dit zijn geen oude vragen van een nieuwko mer. Verkuyl is eerder een oude rot in de oecu menische beweging die nieuwe en niet minder lastige vragen stelt. Vanuit het evangelie ver foeit hij het geweld, niet alleen tegenover Ba rend Biesheuvel op een a.r.-vergadering, maar ook tegenover leiders van bevrijdingsbewegin-I gen. Hy kon wel weer eens tussen twee vuren komen te zitten. Maar men kan hem niet aan rekenen wat de deputaten schrijven, namelijk dat zij 'in de wijze waarop het programma te gen het racisme in de eerste fase is uitgevoerd teveel de poging missen om de kwaliteit van de solidariteit met de gediscrimineerden te ver diepen.' Zij verwijzen daarvoor wel naar Ver- kuyls nota. maar hij heeft van die eerst fase juist gezegd, dat de wereldraad er goed aan ge daan heeft om 'buiten de legerplaats' te gaan. II ren 2. n giss do Mijl niet deli Piet woc bete II ged: maé dat Ik z wen M sloo dad: aarc dat pen, A u k van ken. Lev dus bela ram Kre N, ovei toch kan den vooi acc« ;eki iou< myc biol Leic

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1972 | | pagina 2