Geloof op basis van wetenschap
Mohammedaan gekozen
in bestuur vakbond
Vatikaan lijkt priviIe
le hebben gestopt
PuzzelhoelC
Professor Monod schreef een arm boek
COMMENTAREN
Tuchtrecht
Kwalij' advies
Een woord voor vandaag
Ds. Jörg herkozen
tot praeses van
hervormde svnode
BEROEPINGSWERK
TT-
ZATERDAG 29 JANUARI
Professor Jacques Monod, hoofd van de afdeling cellulaire biochemie van het Instituut Pasteur, Nobel
prijswinnaar (met André Lwoff en Francois Jacob) in 1965, heeft een boek geschreven onder de titel:
toeval en noodzaak. („Le hasard en la nécessité")
Wanneer een geleerde van zulk een formaat zich aan het schrijven van een algemeen boek zet
(het is uitgegeven bij Sevil, Paris, die erom bekend staat belangrijke boeken het licht te doen zien)
vraagt dit aandacht. Van te voren kan dan reeds de vraag worden gesteld of iemand die in een zeer
specialistisch veld werelderkenning verkregen heeft, zelf in staat zal zijn om een „algemeen" boek te
schrijven, dat de grenzen van zijn specialistische kennis, qua inhoud en doelstelling, ver overschrijdt.
Wij willen eerst nagaan wat de inhoud van dit boek is, en dan daarop vervolgens enig commentaar geven.
In een voorwoord stelt Monod dat
het van belang is om te zien in hoe
verre de moleculaire code-theorie,
ontstaan op basis van inzicht in de
samenstelling van D.N.A. en R.N.A.
(waarin de genetische informatie van
cellen is vastgelegd) en de werkings
wijze ervan, b.v. voor het ontstaan
van soort-eigen eiwitten van algeme
ne betekenis is. Monod stelt daarbij
dat deze theorie thans niet „al het
levende" kan verklaren (en dat mis
schien ook nooit zal kunnen), doch
dat hij niettemin, op basis van deze
gegevens, een algemene theorie van
..de levende systemen" naar voren
kan brengen.
Vervolgens stelt hij dat er, bij het
ontstaan van leven uit leven, sprake
is van ijzeren (Mochemische) wetten:
er is van geen variatie sprake, behal
ve dan door toevallige omstandighe
den.
Wij citeren in dit verband (eigen
vertaling): „zoals wij opmerkten zijn
alle veranderingen die optreden toe
vallig (accidentelies): dank zij toeval
lig optredende gebeurtenissen. Omdat
het alleen deze toevallige gebeurte
nissen zijn die veranderingen in de
genetische structuur ten gevolge heb
ben, waardoor vervolgens verande
ringen in erfelijk vastgelegde eigen
schappen van het organisme optre
den, komen wij tot de conclusie dat
het toeval (le hasard) de enige bron
van elke vernieuwing, de enige bron
van elke „schepping" in de biosfeer
vormt....
„Het toeval is de enige mogelijke
constructie, gebaseerd op waarneming
en experiment, van waaruit „nieuwe
dingen" mogelijk Zijn. En niets laat
toe om te veronderstellen (of te ver
wachten) dat ons denkpn op dit punt
moet, of zelfs kan. herzien worden"
(zie pag. 127, 2e alinea).
Monod tekent hierbij dadelijk aan
dat zulk soort weergave van mening
zonder meer strijdig is met elk idee
van mens-gecentreerd (anthropocen-
trisch) denken. Het is onmogelijk om
nog te denken dat de mens een apar
te betekenis heeft laat staan te
denken dat de mens ..kroondrager"
van de schepping zou zijn.
Uiteraard is het noodzakelijk om
het begrip toeval nader toe te lichten.
Monod doet dat met een enkel voor
beeld: „Laat ons aannemen dat dr.
Dupont op weg is naar een zieke, ter
wijl de loodgieter Dubois aan een
noodzakelijke reparatie werkt, n.l.
van een dak van een huis dat naast
dat van de zieke ligt. Toevalligerwij
ze loopt dr. Dupont juist naar de wo
ning van de zieke, als Dubois, per
ongeluk, zijn hamer laat vallen De
hamer treft dr. Dupont. die ter plaat
se sterft
Dit noemt Monod een „essentieel
toeval". Genetische mutaties, daaren
tegen, brengt hij met een volgend (in
dit verband niet nader uit te werken)
voorbeeld onder bij „operationeel toe
val". „Essentieel toeval" is het echte
toeval (le hasard), terwijl een opera
tioneel toeval (d.w.z. causaal te ver
klaren) dat er bij het tot stand komen
van „nieuwe gebeurtenissen" met na
me in de genetische code nu en dan
toevallig andere werkingen optreden,
die in de structuren uitgebouwd zijn
en daarom als „noodzaak" benoemd
dienen te worden.
Selectie
Wanneer men nu ziet op welke wijze
iets nieuws ontstaat is niet slechts het
ontstaan van belang, maar is het de
selectie op het nieuwe, die uiteinde
lijk bepalend is. Van datgene wat
„het toeval" aan nieuwe mogelijkhe
den oplevert, wordt door selectie
(Door het milieu) bepaald wat voort
bestaan zal, en wat verloren zal gaan.
Deze selectie berust niet op „de strijd
om het bestaan", maar op „verschil
len in voortplantingssucces" (pag.
136). Op deze selectie berust het ge
hele verschijnsel van de evolutie: een
onomkeerbaar proces in de tijd, dat
een bepaalde richting heeft, een rich
ting namelijk die :n-werkt tegen het
verval, tegen de afbraak die normaal
in de levende werkelijkheid plaats
heeft (wij laten nierbij de verdere
gedachten die Monod over de tweede
hoofdwet van de thermodynamica
naar voren brengt, buiten beschou
wing. Geïnteresseerdelezers dienen
daartoe het origineel te lezen)
Animisme
In dit verband is tevens van belang
hetgeen Monod opmerkt over „de
vroegere mens". Onze voorouders, zo
schrijft Monod, voelden zich niet zo
vreemd op deze ^'ereld als wij doen.
Dat hing samen met het feit dat zij.
juist omdat zij minder kennis van de
„natuurwetten" hadden, deze zelfde
natuur-wetten „beleefden". Zij zagen
in hetgeen hen omringde aan natuur
krachten en natuur-verschijnselen
„goede" of „kwade" machten. Die
machten waren geen vreemde mach
ten: de mens leefde met hen samen.
De mens stelde zich niet objectief op:
hij weerstreefde deze machten niet,
hij onderging hen en noemde hen met
namen. En omdat hij ze met name
kon benoemen, waren ze hem niet
vreemd.
De objectieve wetenschap
Maar. toen de mens zich bezig ging
houden met de causale verklaring
van de „dingen om hem heen", toen
de mens de objectieve wetenschap
ging ontwikkelen, bleef er van al die,
voorheen met namen te noemen,
machten, niet veel over. Of, om het
preciezer te formuleren: er bleef niets
van over. Veel van de „machtige din
gen" zijn nu begrijpelijk: De mens
weet hoe de bliksem, en de donder,
ontstaan. De mens kan voorspellen
wanneer een vulkaan zal uitbarsten.
De mens kan aangeven wanneer een
vloedgolf zal ontstaan. De mens kent
de natuurwetten, hij weet door zijn
kennis hun macht in te perken: door
bliksemafleiders, of door evacuatie
van de bevolking wonende rondom
een vulkaan die binnenkort zal uit
barsten.
Voor de wetenschappelijke mens
zijn er geen „geheimen" meer. Voor
zover er nog geheimen zijn ligt het
voor de hand dat zij, bij een toename
van wetenschappelijke kennis, opge
lost zullen worden.
De hoofdzaak
Vanuit de eerder besproken ge-
dachtengang komt nu Monod tot de
stelling dat slechts vanuit weten
schappelijke kennis, omtrent de we
reld en omtrent zichzelf, de mens een
acceptabel leven zal kunnen leiden.
Hij is van mening dat allerlei ver
schijnselen rondom de mens. die hij
samenvat onder de term „animisme"
(en daartoe rekent hij o.m alle reli
gie) niet anders verklaard kunnen
worden dan vanuit de ontwikkelings
gang van de mens. Wanneer onze
kennis nog iets meer toeneemt dan
zal ook het verschijnsel „religie", zal
ook geloof, „verklaard" kunnen wor
den. De behoefte tot geloven: het er
kennen van „hogere machten", die
niet van deze wereld zijn, is een zaak
die samenhangt met de menswor
ding, die thans verleden tijd is.
De mens die er nu eenmaal is, kan
ook dit soort behoeften verstandelijk
analyseren. Dan ziet hij in dat hier
van atavistische trekken in de mens
sprake is: het is zijn erfgoed dat ge
noemde behoeften, als geloof b.v. ver
oorzaakt. Als de mens dat niet inziet,
als de mens niet inziet dat alleen we-
tenschappèlijke, „objectieve" kennis
van belang is, dan zal hij een nieuwe
weg voor het eigen voorbestaan nim
mer vinden.
De ingeboren ziekte
van de mens
Monod komt, op basis van dit soort
redeneringen tot de conclusie dat elk
levend wezen tegelijkertijd een fos-
De deze week aangekondigde herziening van het
militaire tuchtrecht betekent een zo evidente aan
passing aan het algemene rechtsbesef, dat menig
een wel de verzuchting zal slaken, dat de nota van
de regering vele jaren eerder had kunnen ver
schijnen. Dan had de tweedracht in onze krijgs
macht veel minder kansen gekregen; dan was
mensen als Dona en Schul het martelaarschap
bespaard gebleven. Hef zou tussen haakjes wijs zijn,
deze twee niet langer in Nieuwersluis te laten
voort-excerceren, nu de tuchtklasse daar in feite
niet meer bestaat.
Was de nieuwe regeling maar eerder ingevoerd
het is een terechte verzuchting, maar zij impli
ceert dat de ministers De Koster en Van Agt zich
hebben opgemaakt, een forse stap in de goede
richting te doen. Een stap die ons militair tucht
recht in vergelijking met dat van andere landen
vooraan plaatst in progressiviteit en humaniteit.
Het is, om een belangrijk voorbeeld te noemen,
een zaak van principieel belang, dat voortaan een
gewetensbeslissing van de militairen als zodanig
zal worden erkend. Tot dusverre mochten militai
ren de opvolging van een bevel slechts weigeren,
wanneer het onrechtmatig was en de rechter
maakte dan later wel uit, of deze weigeringsgrond
objectief gezien wel of niet deugdelijk was ge
weest. Voortaan zal de rechter ook moeten over
wegen, of de militair te goeder trouw was, toen hij
meende, dat het bevel onrechtmatig was. Hier is
niet meer de ondergeschiktheid de ziel van de
krijgstucht zoals tot voor kort de recruten in
boekjes werd voorgehouden maar de redelijk-
De Federatie (van werkgeversorganisaties in
de) Metaal er Electrotechnische industrie (FME)
heeft de directies van de ondernemingen in deze
bedrijfstaje onlangs een reeks richtlijnen gegeven
voor de wijze waarop bij eventuele prik- en sta
kingsacties zou moeten worden opgetreden. Dat
is in een situatie als de huidige een normale zaak.
Beide partijen de werkgevers en vijf vakbonden
enerzijds, de industriebond NVV anderzijds zijn
al een paar weken bezig zich voor de dreigende
slag zo sterk mogelijk te maken.
Op één punt is de FME het fatsoensboekje even
wel duidelijk te buiten gegaan. Namelijk waar ze
de werkgevers adviseerde, te trachten (we citeren
letterlijk 'werkwilligen die bewust niet willen
staken of obstructie plegen, ander werk te geven,
zo mogelijk werk van hen die obstructie plegen'.
De vijf bonden die met de FME een cao-akkoord
hebben afgesloten, hebben tegen deze richtlijn
heid zoals die in de omgang van mensen met
mensen behoort te gelden.
Het is jammer, dat de ondertekenaars van de
nota de kans bieden, op deze lof af te dingen door
sporen van de oude, in feite strafrechtelijke, be
voegdheden van de commandanten in de nieuwe
conceptie te laten zitten. Wij doelen op de bevoegd
heid van de commandanten vrijheidsstraffen
zeer lichte weliswaar op te leggen. De ministers
betwisten, dat bij licht of verzwaard arrest van
vrijheidsbeneming mag worden gesproken, maar
hun eigenlijke argument zal wel zijn, dat ze op deze
manier de militaire commandanten nog enigszins
tevreden kunnen stellen.
Er is veel voor te zeggen om de ontevredenheid
van de commandanten minder zwaar te laten
wegen dan de overweging, dat hun met de be
voegdheid, hun ondergeschikten een vrijheidsstraf
op te leggen, de kans wordt geboden, een conflict
als rechter in eigen zaak te beslechten. Een derge
lijke competentie is ook niet nodig, omdat de geld
boete die in het tuchtrecht wordt ingevoerd, de
commandant de mogelijkheid biedt, een soort
schikkingsvoorstel te doen dat hem bij aanvaarding
van vervolging kan doen afzien. Onbevredigend is
voorts, dat de straf die de commandant óplegt, nog
stèeds onmiddellijk zal ingaan, ongeacht of de
ondergeschikte al of niet van plan is, daartegen in
beroep te gaan.
Het is te hopen, dat het parlement de wets
ontwerpen die te zijner tijd zullen volgen, zo zal
amenderen, dat deze sporen van oude ongerechtig
heden worden opgeruimd.
onmiddellijk geprotesteerd. Zeer terecht. Werkge
vers die in deze tijd nog menen met werknemers
te kunnen manipuleren als waren het 'baaltjes
meel' (om een bekende oud-vakbondsvoorzitter te
citeren) denken nog in termen van een eenzijdige
rechteloosheid die in ons arbeidsbestel gelukkig
tot een lang vervlogen tijd behoort.
Misschien mogen we aannemen, dat de kwalijke
richtlijn een 'slip of the pen' is geweest. Gezien de
snelheid waarmee de FME het advies inmiddels
heeft ingetrokken, bestaat voor die opvatting wel
enige grond. Daarmee is de FME overigens niet
verontschuldigd, want zo'n slip of the pen' geeft
bijna altijd uiting en doet dat soms duidelijker
dan een weloverwogen formulering aan een
bepaalde mentaliteit. Laten we hopen, dat het
FME mét haar 'vergissing' ook de mentaliteit
waaruit ze kon ontstaan, voorgoed heeft afge
zworen.
ÊBBpg
üpigR
door
':;V - JïjaEpp
prof. dr.
JT <1 jSpplHSpÉfi
L. Vlijm
hoogleraar in
de dierkunde
aan de Vrije
Universiteit.
■HloH
siel is: elk levend wezen voert in zijn
genetische structuur (die vorm, func
tie en gedrag bepaalt) zijn voorge
schiedenis mee. Dat geldt voor de
mens in een dualistische zin: zowel
fysiek, lichamelijk, als ideëel is hij
erfelijk belast. In de huidige tijd
geldt dat deze erfelijke belasting nog
wel in de persoonlijke sfeer, maar,
niet meer in de sfeer van de popula-
tïe.zijn consequenties heeft. Door al
lerlei. niet in het minst de medische
en sociale, omstandigheden, vindt
rren bij de mens niet langer dat er
selectie optreedt in de richting van
een „verbetering" van genetische
eigenschappen.
In dit verband wijst Monod op het
steeds meer optreden van een „ziels
ziekte" (mal de l'ame): dat is name
lijk dat de mens zich in de wereld
waaruit hij ontstond niet meer thuis-
voelt Daarbij gaat het vooral om de
wijze waarop de mens zichzelf kan
leren kennen; lichamelijk en ideëel.
Het gaat, nog steeds volgens Monod,
cm de vraag hoe de mens die
vroeger animistisch, zo U wilt, reli
gieus zich deel voelde uitmaken van
de natuur zich thans op moet stel
ler., nu hij door zijn diepgaande ken
nis van de wetenschappelijke impli
caties zich objectief ten opzichte van
de natuur opstelt. Hij formuleert „na
tuurwetten" thans wetenschappelijk,
tn dat betekent dat hij ze niet meer
ondergaat. Religie is een subjectieve
zaak. Het probleem van lichaam en
geest vraagt thans om een objectieve
benadering.
Het koninkrijk
en de duisternis
Monod pleit ten slotte voor een „e-
thiek op basis van de kennis der we
tenschap" omdat dit, zijns inziens, de
enige mogelijkheid is voor een objec
tieve benadering van de mens van
nu, en tegelijkertijd de enige moge
lijkheid voor het normeren van de
toekomstige ontwikkeling van de
mens. De mens kan alleen zo. nog
steeds volgens Monod, boven zichzelf
uitstijgen (transcenderen). Dit trans
cenderen kan alleen de mens in zich
zelf tegelijkertijd het „schepper-zijn"
èn het „erfgenaam van de evolutie
zijn" erkent. Zo kan hij, vanuit de
ethische beleving van (natuurweten
schappelijke) kennis komen tot ken
nis van ethisch handelen.
Daartoe dient hij animistische za
ken (inclusief religie) te overwinnen
en zich gewapend met zijn brein en
kennis, zich rekenschap gevend van
de wijze waarop hij sociobiologisch
ontstaan is, af te vragen op welke
wijze hijzelf de toekomst van de
mens gestalte kan géven. Hij heeft de
keuze: tussen koninkrijk en duister
nis.
De duisternis der rede
Wij kunnen het met Monod niet
etns zijn. Onze kritiek richt zich al
lereerst op zijn redenen zelf. Naar ons
oordeel is Monod inderdaad gevallen
in de fout die wij in de inleiding
reeds als een mogelijkheid signaleer-
oen: Hij komt vanuit zeer specialisti
sche kennis, waarbij inderdaad elke
verandering lijkt te berusten op toe
val of, voor zover het geprecodeerd in
de structuur aanwezig is op nood
zaak. tot een algemene beschouwing,
die op een veel te smalle basis stoelt.
In dit boek denkt hij over een aan
tal zaken na (ik denk b.v. aan de
gedragsomschrijving van mensen) die
met alleen in lange jaren niet ratio
neel omschreven zullen kunnen wor
den, maar waarvan ook de meeste
biologen erkennen dat zij thans niet
eens inzicht hebben in apparatuur om
dit soort verschijnselen rationeel te
omschrijven. (Daartoe behoren o.a.
religie, maar b.v. ook het hele gebied
vai. „gedachtenlezen" en „hypnoti
sche" verschijnselen). In dit opzicht is
het denken van Monod, door zijn
symplistische benadering, arm.
Er is echter een tweede, belangrij
ker zaak. Deze is dat wij geloven in
een primaire transcendentie. Wij me
nen dat Monod een bepaald gegeven,
dat voor de mens, en vooral voor be
grip van de essentie van die mens
noodzakelijk is, niet behandelt. Wij
zijn nog steeds zover dat wij geloven
ir. een Christus die mens was in
tweeërlei zin: Hij kende God, en Hij
kende de naaste. Dit soort kennis is
r.iet allereerst rationeel te vatten, het
is essentiële kennis, die tegelijkertijd
liefde inhoudt.
Aan deze meer-inhoud van het be
grip kennis gaat Monod voorbij. Wij
menen dat hij daarom een arm boek
schreef.
Waarom was de Here Jezus zo boos op al die verkopers en ge
wisselaars bij de tempel? Zij bevonden zich immers niet in
tempel zelf, zelfs niet eens op het plein waar het grote verzoet
taar stond. Ze deden hun handel op de voorhof van de heidene
Ik geloof dat de Here Jezus hen weg ranselde, omdat ze het
fer van de mensen zo goedkoop maakten. r
De mensen kochten een lam in plaats van er een mee te breni
dat ze zelf hadden opgefokt. Maar dat was het hem juist. He1
nert u zich nog het kerstkonijn, dat u een jaar lang had gevI
en verzorgd. Toen het kerstmis werd lustte geen van de kind<r
meer konijn en het werd weer een ouderwetse kerstrollade.
Je kunt geen jaar lang met een dier omgaanzonder dat er J
band ontstaat. Het dier wordt ook een stukje van jezelf.
Wie een eigen offerlam meebracht, offerde een stukje van
zelf. Wie een lam kocht, was eigenlijk bij het offer niet beti
ken. Daarom wordt het een goedkoop offer, een offer zonder i :iDl
nen. Zo iemand had voldaan aan de letter van het gebod, nfyeri
niet aan de geest (of is het Geest?).
We lezen vandaag: 1 Samuel 9 45-21.
We lezen morgen: 1 Samuel 101-8.
UTRECHT DEN HAAG
ROERMOND (KNP) Het
centraal bestuur van de rk kerk
in Rome streeft ernaar om het
van 1858 daterende privelege
van de Nederlandse kathedrale
kapittels niet meer te laten gel
den. Dit menen welingelichte
kerkelijke kriqge n te moeten
constateren.
In dit verband wordt erop gewezen
dat het Vatikaan bij de laatste twee
bisschopsbenoemingen de voordracht
van de kathedrale kapittels terzijde
heeft gelegd. Voorts wordt betwijfeld
hoe het is gegaan bij de benoeming
van de bisschop van Groningen enke
le jaren geleden.
Intussen is gisteren namens 41
theologiestudenten van de bisdommen
Utrecht en Groningen aan het episco
paat een verklaring aangeboden waar
in wordt gezegd dat uit de benoeming
tser
vem l, d
and
list
van de heer Gijsen als bisschop u-et
Roermond weer eens blijkt dat Hit v
de kerk ziet als een autoritair en ïere
traal bestuurd instituut, waarin it.es
formiteit en gehoorzaamheid dejt
Iangrijkste zaken zijn. Y
wingsbeweging wordt met
machtsmiddelen aangewak na<
door onverkwikkelijke verdach len
kingen van de tafel geveegd,
beroep op het geven van vertrou 1
op gemeenschapszin, heeft bepa itaa
grenzen. Waar deze zo ernstig
overschreden zoals hier, wordt
beroep ongeloofwaardig in zelfs e
genachtig.
De oproep tot loyaliteit betekertuim
feite een capitulatie voor de ma< ing
politiek van Rome waarmee een tba;
nieuwingsbeweging de zoveelste
in het gezicht krijgt. De stude c, v
vragen het episcopaat alsnog
standpunt omtrent de benoemin al
herzien. „Een dergelijke benoei ;e d
die de geloofwaardigheid van de
zo ondermijnt, moeten wij ten p^.
ligste veroprdelen", aldus de stu gel
ten.
(Van een onzer verslaggevers)
ZAANDAM De Turk Y. Eyiipogli (36) is niet alleen de eerste
gastarbeider, die tot bestuurslid van een Nederlandse vakbond werd
gekozen. Hij is waarschijnlijk ook de eerste mohammedaan in het be
stuur van een rooms-katholieke organisatie: in dit geval de r.k. me-
taalbewerkersbond St. Eloy.
Zor:
1 ri
deli
Met algemene stemmen schaarden
de leden van de afdeling Zaandam
zich donderdagavond laat achter het
voorstel van het bestuur. Eyüpogli
had gedurende de afgelopen zes
maanden, dat hij lid is van St. Eloy
het nodige vertrouwen gewekt. Hij
werkt al zes jaar in Nederland en
heeft in die tijd geleerd zich in onze
taal uit te drukken. „Ik heb de taal
geleerd in het contact met de mensen,
maar leer nu ook al 9 weken de
Van een verslaggever
DRIEBERGEN Aan het begin
van de extra synodevergadering van
de hervormde kerk in Driebergen is
ds. J. C. H. Jörg uit Apeldoorn met
algemene stemmen herkozen tot
praeses van de hervormde synode.
Assessor-secundus werd ds. H. L. A.
de Wijk te Scheemda, die reeds zit
ting had in het moderamen van de
synode.
Gistermiddag is de synode in vijf
werkgroepen uiteen gegaan om een
rapport over het peil van het. geeste
lijk leven in de hervormde kerk te
bespreken.
Grammatica aan het Blaise Pascal-
college in Zaandam."
Waar denkt de heer Eyüpogli fcich
als bestuurslid in het bijzonder mee
bezig te houden?
„In Turkije ben ik 9 jaar lid en
bestuurslid van een vakbond in het
bouwbedrijf geweest en ik hoop die
ervaring te kunnen gebruiken om
hier mijn landgenoten en collega's te
helpen. St Eloy heeft in Zaandam
meer dan 30 leden, maar de meesten
spreken geen Nederlands: ik ben ook
in het bestuur gekozen als tolk voor
deze mensen."
Hebt u concrete plannen, bepaalde
voorstellen om uw collega's te hel
pen?
„Nee. ik heb nog tijd nodig om
hierover te kunnen nadenken en wil
meer contacten met Turken om te
horen wat voor moeilijkheden ze
hebttn. Wel wil ik mijn best doen
om meer Turken in de bond te krij
gen: de bond kan iets voor hen doen."
Eyüpogli werkt op het ogenblik bij
de Artillerie-Inrichting in Zaandam
als kwaliteits-controleur. De afgelo
pen zes jaar was hij achtereenvolgens
in dienst bij Hevea, Deventer, Albert
Heijn in Zaandam en weverij Koster
te Wormer. In zijn „Nederlandse pe
riode" heeft hij geen enkele vorm
van discriminatie ervaren. „Nee,
daarover heb ik niet te klagen; de
mensen waren altijd vriendelijk."
Mevrouw Eyüpogli en de vier kinde
deren wonen drie jaar in Nederland.
„We zullen nog wel enkele jaren hier
blijven, maar we gaan terug naar
Turkije. Ik wil bekijken hoe de vak
bond hier werkt en in Turkije kan ik
die kennis misschien gebruiken. Ook
kan ik dan contacten onderhouden
met de Nederlandse vakbonden."
Inplaats van lid te worden van een
Nederlandse vakbond is het ook voor
stelbaar dat er een organisatie in Ne
derland zou komen voor alle buiten
landse werknemers. Zou dat niet be
ter zijn?
„Daar kan ik nog geen antwoord op
geven; daarvoor is het te vroeg. Ik
hoop nu iets voor mijn collega's en
landgenoten te kunnen gaan doen. Ik
zou heel blij zijn als dat zou kunnen:
om ze te helpen, uit naastenliefde."
U bent mohammedaan, kent de ko
ran ook het begrip naastenliefde?
„Ja, maar we hebben er een ander
woord voor. Er staat, letterlijk ver
taald. „iets voor God doen. voor niets
doen" niet om aan te verdienen."
Pe twaalf dekens van Limbur
de centrale commissie van de d
sane pastorale raad zeggen in
aanvulling die eergisteren doi
leidende figuren uit het bisdoi
verstrekt dat de stellingname
de benoeming van mgr. Gijsen
allereerst wordt ingegeven door
soonlijke teleurstelling, maar di
zorg voor de toekomst van de kei
Limburg. Eie centrale commissie
zich met de inhoud van deze aan{
ling akkoord verklaard.
Kwartet - Trouw
De Rotterdammer
Nieuwe Haagse Courant
Nieuwe Leidse Courant
Dordts Dagblad
Trouw
Commissie van hoofdredactié^g|
J. de Berg (voorzitter), ïlbt
H. P. Ester, G. J. Brinkmaiciri
J. van Hofwegen.
E. EYÜPOGLI
NED. HERV. KERK
Afscheid: van Den Hoorn (Texel);
J. P. B. Visser, ber. door de streek-
gem. Fivelland; van Den Haag: J. A.
Peters, wegens em.; van Utrecht: H.
van Schothorst wegens em; van
Leeuwarden: R. Bos wegens ver
vroegd em; 30 jan. bevestiging te
Doetinchem (De Ooiman): H. Hoek
stra uit Zeist.
Emeritaat: Met ingang van 1 febr.
is vervroegd emeritaat verleend aan
ds G. Boer te Zoetermeer. Ds. Boer
zal tijdens de vacature bijstand in
het past. verlenen en neemt daarom
geen afscheid.
GEREF. KERKEN
Afscheid: van Velp: A. Trapman,
wegens ben. tot geest. verz. De Breu-
kelderhof te Bennekom en van De
Hardenberg te Ede-Wekerom; van
Willemstad: L. van der Veer, ber. te
Oosterwolde (Fr.).
EVANG. LUTH. KERK
Intrede: te Woerden: G. Kroes uit
Haarlem.
BAPT. GEMEENTEN
Afscheid: van Zutphen: W. G. Ren-
ken, ber. te Haarlem.
NED. HERV. KERK
Aangenomen: net beroep tot zie-
kenhuispred. Diaconessenhuis te Hil
versum: W. de Hoest te Hoorn.
Bedankt: voor Bruchem-Kerkwijk:
B. Haverkamp te Nijkerkeveen.
GEREF. GEMEENTEN
Bedankt: te Almelo: E. Venema te
Zwijndrecht; te Benthuize A. F.
Honkoop te Moerkapelle.
Bedankt: voor Genemuióen: Chr.
van der Poel te Yerseke; voor Hoog
vliet: J. C. van Pavenswaay te Arn
hem.
Kruiswoord-puzzel
Horizontaal: 1. bezem. 4. gevolg, f
overblijfsel bij verbranding, 10. bevelr
12. stapel, 15. bijenhouder. 17. bende, 19|r
lokspijs. 20. vreemde munt, 22. tijdreke-
ning, 23. haren zeef, 24. holte in een%
muur, 26. wenk, 27. meisjesnaam, i
plaats in Drente, 30. eerbied, 31 pret,t
oude lengtemaat. 37. muzieknoot, 38. li-6
vreiknecht, 39. oogziekte.
Verticaal: 1. verscheidenheden,
boom, 3. afnemend getij, 5. chines
lengtemaat, 6. landbouwwerktuig. 7.)'
boomloze grasvlakte in Z. Amerika. 9.
foei, 11. soort bijl. 12. kwast als versie-I
ring, 13. steunbalk, 14. vermoeid, 16'
kolfhamer. 18 hoekbalkon, 21. koor van
zangers. 24. plant. 25. groente. 27. vernis,
28. gifslangetje. 32. rund, 34. muziek-'
noot. 35. lidwoord, 36. jongensnaam, 37.
rondhout.
Jplei
Oplossipg vorige puzzel
Horizontaal: 1. koperdruk. 2. omen*l.T
OE-Ada; 3. mantel-per; 4. koker-Oenejr"
5. ore-rol-net; 6. meel-Reest; 7. mat-Ben
adi-toe; 8. Ede-den-ere; 9. reder-elan.
Verticaal: 1. komkommer; 2. oma-T
Oreade; a pen-keet-ed; 4. enter-lade; 5 jtek
Roer-order; 6. del-oleine; 7. rapé-netel;k
8. Uden-es-ora; 9. karet-teen.